NL8104221A

NL8104221A - METHOD AND APPARATUS FOR SEALING PAPER SHEETS.

Info

Publication number: NL8104221A
Application number: NL8104221A
Authority: NL
Original assignee: Stobb Inc
Priority date: 1980-10-06
Filing date: 1981-09-14
Publication date: 1982-05-03
Also published as: IT1142877B; IT8149421A0; DE3136856A1; SE8105841L; FR2491392A1; GB2106033A; JPS5791298A

Description

Cr _ i N/30.424-St/idCr _ i N / 30.424-St / id

Werkwijze en inrichting voor het aan elkaar hechten van papiervellen.Method and device for bonding paper sheets together.

De uitvinding betreft een werkwijze voor het aan elkaar hechten van papiervellen en tevens een inrichting voor het toepassen van de werkwijze.The invention relates to a method for adhering paper sheets together and also a device for applying the method.

In de grafische industrie worden veelal een 5 werkwijze en een inrichting voor het aan elkaar hechten van een stapel papiervellen door een nietproces toegepast. Daarbij wordt gebruik gemaakt van bekende hechtmachines, die een mechanisme voor het uitvouwen van een stapel papiervellen en voor het plaatsen daarvan op een zadel hebben, waar-10 na de uitgevouwen stapel langs de vouwlijn wordt geniet. Op deze wijze kunnen tijdschriften, brochures en dergelijke worden gevormd. Het hechten geschiedt gewoonlijk nadat de vellen tot een stapel zijn samengevoegd ter vorming van een volledige katern, tijdschrift of dergelijke. Hechtmethoden 15 van deze soort zijn beschreven in de Amerikaanse octrooi- schriften 2.219.608, 2.413.358, 2.568.604 en 2.817.513. Deze vier octrooischriften beschrijven in het algemeen een werkwijze en inrichting voor het uitvouwen van papiervellen en het plaatsen daarvan op een zadel, dat langs een rechte baan 20 beweegt, waarbij telkens volgende vellen op de reeds op het zadel geplaatste vellen worden gelegd voor het collationeren van de uiteindelijke katern, het boekje of dergelijke.In the printing industry, a method and an apparatus for adhering a stack of paper sheets together by a stapling process are often used. Use is made herein of known stitching machines which have a mechanism for unfolding a stack of paper sheets and for placing them on a saddle, after which the folded stack is stapled along the fold line. Magazines, brochures and the like can be formed in this way. Bonding usually occurs after the sheets have been combined into a stack to form a complete signature, magazine, or the like. Bonding methods of this type are described in U.S. Patents 2,219,608, 2,413,358, 2,568,604, and 2,817,513. These four patents generally describe a method and apparatus for unfolding paper sheets and placing them on a saddle moving along a straight path 20, each time placing subsequent sheets on the sheets already placed on the saddle for collation of the final signature, booklet or the like.

Bij de bekende werkwijzen wordt in het algemeen een hechtmachine toegepast, die een niet in de veilenstapel 25 drijft om de stapel samen te binden. De nieten bestaan uit metaaldraad en vereisen de toepassing van bijzondere hecht-of nietmachines, waarbij de toepassing van zulke metalen nieten relatief kostbaar is, zowel ten aanzien van de kosten van de metaaldraad als ten aanzien van installatie die no-30 dig is om de nieten aan te brengen.The known methods generally use an adhesive machine which drives a staple into the auction stack 25 to bind the stack together. The staples consist of metal wire and require the use of special stapling or stapling machines, the use of such metal staples being relatively expensive both in terms of the cost of the metal wire and in installation required for the staples to apply.

De uitvinding beoogt een werkwijze te verschaffen, die het gebruik van metalen nieten of andere dergelijke hechtmiddelen overbodig maakt, en waarbij in plaats daarvan een lijm , kunststof of dergelijke voor het aan elkaar hech-35 ten van de vellen kan worden toegepast.The object of the invention is to provide a method which makes the use of metal staples or other such adhesives superfluous, and in which an adhesive, plastic or the like can be used instead for bonding the sheets together.

8104221 • -2- ï\ *8104221 • -2- ï \ *

Voorts beoogt de uitvinding een dergelijke werkwijze en een inrichting te verschaffen, waarmee een stapel papiervellen in een enkele bewerkingscyclus met behulp van lijm, kunststof of dergelijke kan worden samengebonden.Another object of the invention is to provide such a method and an apparatus with which a stack of paper sheets can be bound together in a single working cycle by means of glue, plastic or the like.

5 De werkwijze volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de vellen in een stapel op een steun worden geplaatst, de vellen worden doorboord ter vorming van een gat daarin, en een hardbare vloeistof in het gat en in aanraking met de vellen wordt gebracht, welke vloeistof na harding de 10 vellen aan elkaar hecht.The method according to the invention is characterized in that the sheets are placed in a stack on a support, the sheets are pierced to form a hole therein, and a curable liquid is introduced into the hole and comes into contact with the sheets liquid adheres the 10 sheets together after curing.

Door toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding kunnen de kosten voor het aan elkaar hechten van papiervellen aanmerkelijk worden verlaagd, zowel ten aanzien van de kosten van de hechtmiddelen zelf, daar metalen nieten 15 vervallen, als ten aanzien van de kosten van de machines voor het aanbrengen van de hechtverbinding. Voor de toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding is alleen een bij de reeds bestaande collationeringsapparatuur, zoals een ver-zamelketting voor de vellen, op te stellen inrichting nodig 20 en er is geen gecompliseerde of kostbare verdere apparatuur vereist om de bekende hechtmethode en hechtinrichtingen als bovengenoemd te verbeteren.By using the method according to the invention, the costs of adhering paper sheets together can be considerably reduced, both with regard to the costs of the adhesives themselves, since metal staples are eliminated, as well as with regard to the costs of the machines for applying the adhesive bond. The application of the method according to the invention only requires an apparatus to be set up with the existing collation equipment, such as a collection chain for the sheets, and no complicated or expensive further equipment is required to implement the known bonding method and bonding devices as improve the above.

In de tekening is een uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de uitvinding afgebeeld.The drawing shows an exemplary embodiment of the device according to the invention.

25 Fig. 1 is een zijaanzicht van de inrichting;FIG. 1 is a side view of the device;

Fig. 2 is een zijaanzicht op kleinere schaal van een deel van de inrichting van fig. 1, waarbij tevens de vellenstapel is aangegeven;Fig. 2 is a smaller-scale side view of a portion of the device of FIG. 1, also showing the sheet stack;

Fig. 3 is op grotere schaal een zijaanzicht van 30 een deel van de inrichting van fig. 1, waarbij tevens een deel van de vellenstapel is getekend;Fig. 3 is an enlarged side elevational view of part of the device of FIG. 1, also showing part of the sheet stack;

Fig. 4 is een doorsnede volgens IV-IV van fig.3;Fig. 4 is a sectional view along IV-IV of FIG. 3;

Fig. 5 is een doorsnede van een vellenstapel met een door middel van de inrichting gevormde nagel van 35 kunststof, die de vellen saménhoudt.Fig. 5 is a cross-sectional view of a sheet stack with a plastic nail formed by the device holding the sheets together.

De inrichting van fig. 1 heeft een naaldvormig werktuig 10 met een naalpunt 11 aan het ondereinde daarvan, welke naald 10 op een tandwiel 12 is ondersteund. Het tand- 8104221 ί * \ -3- wiel 12 staat in ingrijping met een grotere tandring 13 met inwendige vertanding, waarbij het tandwiel 12 met zijn tanden 14 in de tanden 16 van de tandring 13 grijpt en langs de binnenzijde van de tandring kan afrollen. Het tandwiel 12 5 wordt door een pen 17 draaibaar ondersteund, die aan een arm 18 vastzit, welke zich vanaf een door het midden van de tandring 13 lopende as 19 radiaal uitstrekt. De as 19 wordt in de richting van de pijl A aangedreven, zodat het tandwiel 12 tegen de wijzers van de klok in binnen de tandring 13 rond-10 loopt.The device of Fig. 1 has a needle-shaped tool 10 with a needle point 11 at its lower end, which needle 10 is supported on a gear 12. The gear 8104221 ί * 3 wheel 12 meshes with a larger tooth ring 13 with internal teeth, the gear 12 with its teeth 14 engaging the teeth 16 of the tooth ring 13 and rolling down the inside of the tooth ring . The gear wheel 125 is rotatably supported by a pin 17, which is attached to an arm 18, which extends radially from an axis 19 running through the center of the gear ring 13. The shaft 19 is driven in the direction of the arrow A, so that the gear wheel 12 rotates counterclockwise within the gear ring 13 around-10.

De naald 10 is door middel van een pen 21 op het tandwiel 12 aangebracht, waarbij de naald 10 door passende middelen gedurende de gehele omloop van het tandwiel 12 binnen de tandring 13 in de getekende verticale stand 15 wordt gehouden. De punt 11 van de naald 10 blijft dus steeds omlaag gericht. Aangezien de pen 21 excentrisch ten opzichte van de centrale pen 17 van het tandwiel 12 ligt volgt de pen 21 een vierkante baan als aangegeven door de onderbroken lijnen 22. Dit is in het bijzonder van belang in het onder-20 ste deel 23 van de baan 22, en uit de tekening blijkt, dat dit haandeel 23 recht en horizontaal verloopt. De naald 10 beweegt derhalve aan de onderzijde van zijn rondlopende be-wegingsbaan 22 langs dit rechte en horizontale haandeel 23.The needle 10 is mounted on the gear 12 by means of a pin 21, the needle 10 being held by the appropriate means throughout the circulation of the gear 12 within the gear ring 13 in the vertical position shown. Thus, the tip 11 of the needle 10 always remains downward. Since the pin 21 is eccentric with respect to the central pin 17 of the gear wheel 12, the pin 21 follows a square path as indicated by the broken lines 22. This is of particular importance in the lower part 23 of the track 22, and it can be seen from the drawing that this male part 23 runs straight and horizontal. The needle 10 therefore moves on the underside of its circumferential movement path 22 along this straight and horizontal hand part 23.

De naald 10 is voorts zodanig geplaatst, dat 25 hij bij zijn beweging een stapel papiervellen kan doorboren, die op een een geleidingsbaan vormende steun 24 is ondersteund en in de richting van de pijl B beweegt. De steun 24 bevindt zich dichtbij de naaldbewegingsbaan 23, waarbij de naald 10 met zijn punt 11 tot aan de steun 24 omlaag kan 30 steken, zoals de fig. 2 en 3 laten zien. Bij zijn neerwaartse beweging, aangegeven in fig. 2, ten opzichte van een veilenstapel 26 prikt de naaldpunt 11 een gat 27 in de veilenstapel (fig. 3). Hierna brengt de naald 10 een hardbare vloeistof in het gat 27, zoals een papierlijm of een kunst-35 stof materiaal of dergelijke, welke vloeistof in het gat 27 uithardt en na harding de vellen 28 samenhoudt.The needle 10 is further positioned so that it can pierce a stack of paper sheets in its movement supported on a guideway 24 forming a guideway and moving in the direction of the arrow B. The support 24 is located close to the needle travel path 23, the needle 10 being able to project with its point 11 down to the support 24, as shown in Figs. 2 and 3. In its downward movement, shown in Figure 2, relative to an auction stack 26, the needle tip 11 pierces a hole 27 in the auction stack (Figure 3). After this, the needle 10 introduces a curable liquid into the hole 27, such as a paper glue or plastic material or the like, which liquid cures in the hole 27 and holds the sheets 28 together after curing.

In de fig. 3 en 4 is een aantal vellen 28, bijvoorbeeld vijf of meer, aangegeven, die de stapel 26 van 81 04 22 1 *· -i -4- fig. 2 vormen. In fig. 2 zijn bij de vouw of rug 31 van de stapel 26 weggebroken delen 29 getekend om het insteken van de naaldpunt 11 in de stapel 26 aan te geven, waarbij eerst het gat 27 wordt gevormd of uitgesneden en vervolgens de 5 hardbare vloeistof over de gehele lengte van dit gat 27 wordt aangebracht. De vloeistof wordt derhalve toegevoerd terwijl de stapel 26 in de richting van de pijl B van fig. 1 voortbeweegt, waarbij deze vloeistoftoevoer voortgaat terwijl de naald 10 langs het verticale deel 32 van de naaldr 10 bewegingsbaan 22 omhoog beweegt. Gesteld kan worden, dat in het punt 33 van de baan 22 de naaldpunt 11 de stapel 26 heeft doorstoken en dat vervolgens ongeveer in het punt 34 van de baan de hardbare vloeistof door de naald 10 wordt toegevoerd en deze toevoer wordt voortgezet tot de naald het 15 punt 36 van zijn omloopbaan heeft bereikt. De hardbare vloeistof wordt derhalve toegevoerd als de naald geheel in de stapel 26 is gestoken en ook terwijl de naald weer omhoog wordt bewogen en uit de stapel 26 wordt teruggetrokken, zodat de hardbare vloeistof het gat 27 geheel kan vullen en 20 na harding de vellen 28 aan elkaar hecht of een nagel van kunststofmateriaal vormt, zoals bijvoorbeeld de nagel 37 af-gebeeld in fig. 5. De nagel 37 heeft een kop 38 aan het ondereinde daarvan en eveneens een kop 39 aan het boveneinde, door welke nagelkoppen de papiervellen bijeen worden gehou-25 den. Deze nagelkoppen worden gevormd door aan beide uiteinden van de nagel 37 een overmaat aan kunststofmateriaal toe te voeren.In Figs. 3 and 4, a number of sheets 28, for example five or more, are shown, which form the stack 26 of Fig. 2. In Fig. 2, at the fold or spine 31 of the stack 26, broken away parts 29 are shown to indicate the insertion of the needle tip 11 into the stack 26, first forming or cutting the hole 27 and then transferring the curable liquid over the entire length of this hole 27 is provided. The liquid is therefore supplied as the stack 26 moves in the direction of the arrow B of Fig. 1, this liquid supply continuing as the needle 10 moves up along the vertical portion 32 of the needle 10 path of movement 22. It can be stated that, at point 33 of the web 22, the needle tip 11 has pierced the stack 26, and then approximately at point 34 of the web the curable liquid is fed through the needle 10 and this feed is continued until the needle 15 has reached point 36 of its orbit. The curable liquid is therefore supplied when the needle is fully inserted into the stack 26 and also while the needle is moved upwards again and withdrawn from the stack 26, so that the curable liquid can completely fill the hole 27 and, after curing, the sheets 28 adheres to each other or forms a nail of plastic material, such as, for example, the nail 37 shown in Fig. 5. The nail 37 has a head 38 at the bottom end thereof and also a head 39 at the top end, through which nail heads the paper sheets are gathered kept. These nail heads are formed by feeding an excess of plastic material to both ends of the nail 37.

De naald 10 is voor het opnemen van de hardbare vloeistof hol uitgevoerd en kan een afzonderlijke eenheid 30 vormen, waarin een voorraad van de hardbare vloeistof is opgenomen, zodanig dat telkens delen van deze voorraad in de gaten 27 worden gebracht, die in de onder de inrichting van de fig. I en 2 voortbewegende stapels 26 worden geprikt. Zoals getekend kan echter ook een vast opgestelde voorraad-35 houder 41 voor de hardbare vloeistof worden toegepast, welke houder door een buigzame slang 42 met de naald 10 is verbonden. De naald 10 heeft derhalve een doorlopend langskanaal 43 (fig. 3) met een vloeistof inlaatopening 44 aan de boven- 8104221 i- c -5- zijde en een uitlaatopening 46 aan de onderzijde. De door de buigzame slang 42 aan de inlaatopening 44 toegevoerde vloeistof kan aldus door de naald 10 omlaag stromen. Op de voorraadhouder 41 is via een leiding 48 een houder 47 voor 5 druklucht of een ander drukgas aangesloten, zodat de voorraadhouder 41 en dus de daaruit naar de naald 10 stromende hardbare vloeistof onder druk kan worden gebracht. Door regeling van de druk in de houder 41 en dus in de slang 42 en de naald 10 kan aldus de uitstroming van de hardbare vloei-10 stof uit de naald 10 worden bestuurd. De drukluchthouder 47 is via een luchtklep 49 op een niet getekende luchtpomp aangesloten, waarbij door instelling van deze klep 49 de luchtdruk in de houder 47 kan worden geregeld. Voorts is in de leiding 48 een klep 51 opgenomen, door middel waarvan de 15 luchttoevoer naar de voorraadhouder 41 geregeld kan worden.The needle 10 is hollow for receiving the curable liquid and can form a separate unit 30, in which a stock of the curable liquid is received, such that parts of this stock are inserted in the holes 27 which are inserted in the bottom of the device of FIGS. I and 2 advancing stacks 26 are pricked. As shown, however, a fixedly arranged storage container 41 for the curable liquid can also be used, which container is connected to the needle 10 by a flexible hose 42. The needle 10 therefore has a continuous longitudinal channel 43 (FIG. 3) with a liquid inlet opening 44 on the top and a outlet opening 46 on the bottom. The liquid supplied to the inlet opening 44 by the flexible hose 42 can thus flow down through the needle 10. A container 47 for compressed air or another compressed gas is connected to the storage container 41 via a pipe 48, so that the storage container 41 and thus the curable liquid flowing therefrom to the needle 10 can be pressurized. By regulating the pressure in the holder 41 and thus in the hose 42 and the needle 10, the outflow of the curable liquid from the needle 10 can thus be controlled. The compressed air container 47 is connected via an air valve 49 to an air pump (not shown), whereby the air pressure in the container 47 can be regulated by adjusting this valve 49. Furthermore, a valve 51 is included in the conduit 48, by means of which the air supply to the supply container 41 can be regulated.

De in zijn baan 22 om de aandrijfas 19 rondlopende naald 10 houdt tijdens zijn qehele omloopbeweging de getekende verticale stand, waartoe geschikte middelen kunnen worden toegepast. Zoals getekend, kan tegen een zijde van 20 de naald 10 een vierkante pen 52 zijn bevestigd, die in langs de rechte zijden van de baan 22 aangebrachte leibanen kan lopen. In fig. 1 is één zulk een leibaan 53 getekend, die zich langs het onderste omloopbaandeel 23 uitstrekt. Dit haandeel 23 loopt horizontaal en evenwijdig aan de gelei-25 dingsbaan of papierverzamelsteun 24, zodat de naald in dezelfde richting beweegt als de stapel 26.The needle 10 revolving in its path 22 about the drive shaft 19 maintains the drawn vertical position during its entire orbital movement, for which purpose suitable means can be used. As shown, a square pin 52 may be mounted on one side of the needle 10 and can run in guideways arranged along the straight sides of the web 22. In Fig. 1, one such guideway 53 is shown, which extends along the lower bypass track section 23. This hand part 23 runs horizontally and parallel to the guide track or paper collecting support 24, so that the needle moves in the same direction as the stack 26.

Fig. 2 laat zien, dat de inrichting twee op afstand van elkaar boven de steun 24 opgestelde naalden 10 kan omvatten, die gelijktijdig en in hetzelfde ritme werken 30 ter vorming van twee gaten 27 en voor het toevoeren van de hardbare vloeistof aan deze gaten, die in de weggebroken tekeningsdelen 29 op afstand van elkaar in de stapel 10 worden aangebracht. In fig. 2 is voorts aangegeven, dat de steun 24 een kettingtransporteur van bekende uitvoering kan 35 zijn, die een aan een kettingdeel 56 van de steun 24 bevestigd omhoogstekend drukstuk 54 heeft, dat de stapel 26 in de richting van de pijl B voortbeweegt met een snelheid, die gelijk is aan de snelheid waarmee de naald 10 langs het om- 8104221 * Zt v -6- loopbaandeel 23 loopt. De inrichting van fig. 2 heeft derhalve twee toevoerslangen 42, die met de vloeistofvoorraad-houder 41 zijn verbonden en de vloeistof aan de respectieve naalden 10 toevoeren. De hardbare vloeistof wordt bij voor-5 keur tijdens de werking van de inrichting verwarmd, waarbij de vloeistof na een bepaalde afkoelingstijd uithardt. In dit opzicht kan het hardbare materiaal als thermoplastisch worden beschouwd.Fig. 2 shows that the device may comprise two needles 10 spaced apart above the support 24, operating simultaneously and in the same rhythm 30 to form two holes 27 and to supply the curable liquid to these holes, which the broken-away drawing parts 29 are arranged at a distance from each other in the stack 10. In Fig. 2 it is furthermore indicated that the support 24 can be a chain conveyor of known design, which has an upwardly pushing piece 54 attached to a chain part 56 of the support 24, which moves the stack 26 in the direction of the arrow B with a speed equal to the speed at which the needle 10 travels along the orbit portion 23. The device of Fig. 2 therefore has two supply hoses 42, which are connected to the liquid supply container 41 and supply the liquid to the respective needles 10. The curable liquid is preferably heated during the operation of the device, the liquid curing after a certain cooling time. In this regard, the curable material can be considered thermoplastic.

De fig. 3 en 4 tonen details van de inrichting.Figures 3 and 4 show details of the device.

10 Uit deze fig. blijkt, dat de vellen 28 in het in fig. 4 door 57 aangeduide vouwvlak een vouw hebben, waarbij deze vellen over de in de fig. 3 en 4 door 58 aangeduide steun worden gelegd. De steun wordt in de richting van de pijl B van fig.It can be seen from this figure that the sheets 28 have a fold in the folding surface indicated by 57 in Fig. 4, these sheets being placed over the support indicated by 58 in Figs. 3 and 4. The support is moved in the direction of the arrow B of fig.

I met de genoemde snelheid voortbewogen en rust op een voet 15 59. De steun heeft een driehoekig profiel voor het opnemen van de daarover gelegde gevouwen papiervellen 28 en is aan de bovenzijde van een verdieping 61 voorzien, die ruimte biedt voor naaldpunt 11 en die tevens een deel van het bij de prikbewerking vervormde of opzij gedrukte papier kan op- r 20 nemen. De verdieping 61 neemt voorts bij de aanvang van de vloeistoftoevoer aan het geprikte gat een kleine hoeveelheid van deze vloeistof op. Uit fig. 3 blijkt, dat de naaldpunt II een schuin afgesneden zijkant 62 heeft, zodat de naald de vellen 28 kan doorboren door eenvoudig door de vellen 28 25 te snijden en het papier naar één zijde weg te drukken. In dat geval ontstaan er *bij het vormen van het gat 27 geen:.uitge-sneden delen van de vellen 28, maar worden in plaats daarvan de vellen 28 ter plaatse alleen vervormt of opzij· gedrukt op de wijze van een onvolledige uitponsing.I moved at the said speed and rests on a foot 15 59. The support has a triangular profile for receiving the folded paper sheets 28 placed thereon and is provided at the top with a recess 61, which provides space for needle point 11 and which also some of the paper deformed or printed sideways during the piercing operation can receive. The depression 61 further receives a small amount of this liquid at the start of the liquid supply to the pierced hole. It can be seen from Figure 3 that the needle tip II has an obliquely cut side 62 so that the needle can pierce the sheets 28 by simply cutting through the sheets 28 and pushing the paper away to one side. In that case, when the hole 27 is formed, no cut-out parts of the sheets 28 are formed, but instead the sheets 28 are only locally deformed or pressed aside in the manner of an incomplete punch-out.

30 De steun 24 voor de veilenstapel 26 is derhalve in hoofdzaak van conventionele uitvoering en heeft een zadelvormig deel 58 en een ketting 56 met drukstukken 54. Daarbij wordt de stapel 26 op conventionele wijze gevormd door de vellen op de ketting 56 te plaatsen, terwijl deze ketting 35 langs een voedingsmechanisme voor het collationeren van de vellen tot de stapel 26 wordt geleid. Het verschil is slechts gelegen in de aanwezigheid van de verdieping 61 voor het opnemen van de naald 10 en het hardbare materiaal, bijvoorbeeld 8104221 -7- voor het vormen van de kop 38 van de nagel 37 en ook voor het opnemen van de weggedrukte of opzijgedrukte delen van het papier als het gat 27 wordt gevormd. Het deel 58 is derhalve het voortbewegende zadel, dat de papierverzamel-5 steun vormt. De ketting 56 is uiteraard gekoppeld met aan-drijfmiddelen, die met de aandrijving van de naald 10 langs zijn omloopbaan 22 is gesynchroniseerd, zodat de ketting 56 en de naald 10 ter plaatse van het haandeel 23 met dezelfde snelheid voortbewegen, zoals uit fig. 2 volgt. De stapel 26 10 beweegt derhalve continu voorwaarts, terwijl de naald of naalden daarin geprikt worden en vervolgens de hardbare vloeistof in de geprikte gaten wordt gebracht. Door de viscositeit van de hardbare vloeistof en door regeling van de druk in het voorraadvat 41 en dus van de druk van de vloei-15 stof in de naald 10 kan de uitstroming van de vloeistof uit de naald 10 zo worden bestuurd, dat deze tussen de punten 34 en 36 optreedt, zoals hiervoor aan de hand van fig. 1 werd besproken. Op deze wijze wordt de hardbare vloeistof eerst onder de vellen 28 en vervolgens over de gehele lengte 20 van het geprikte gat 27 alsmede in geringe mate aan de bovenzijde van de vellen 28 toegevoerd, waardoor de nagelkoppen 38 en 39 van fig. 3 kunnen worden gevormd. De naaldpunt 11 beweegt langs dezelfde baan als de horizontaal lopende ketting 56, zoals uit fig. 2 blijkt, zolang de draagpen 21 van 25 naald 10 langs het omloopbaandeel 23 beweegt.The support 24 for the auction stack 26 is therefore essentially of conventional construction and has a saddle-shaped part 58 and a chain 56 with gussets 54. The stack 26 is formed in a conventional manner by placing the sheets on the chain 56, while this chain 35 along a feeding mechanism for collation of the sheets until the stack 26 is guided. The difference lies only in the presence of the recess 61 for receiving the needle 10 and the curable material, for example 8104221 -7- for forming the head 38 of the nail 37 and also for receiving the pushed-out or pushed-aside parts of the paper when hole 27 is formed. The part 58 is therefore the traveling saddle which forms the paper collecting support. The chain 56 is, of course, coupled to drive means which is synchronized with the drive of the needle 10 along its orbit 22, so that the chain 56 and the needle 10 move at the position of the blade part 23 at the same speed as shown in FIG. 2. follows. Thus, the stack 26 10 continuously advances while the needle or needles are punctured therein and then the curable liquid is introduced into the punctured holes. Due to the viscosity of the curable liquid and by controlling the pressure in the storage vessel 41 and thus the pressure of the liquid in the needle 10, the outflow of the liquid from the needle 10 can be controlled in such a way that it flows between the points 34 and 36 occur, as discussed above with reference to Fig. 1. In this way, the curable liquid is supplied first under the sheets 28 and then along the entire length 20 of the punctured hole 27 as well as slightly to the top of the sheets 28, whereby the nail heads 38 and 39 of FIG. 3 can be formed . The needle tip 11 moves along the same path as the horizontally running chain 56, as shown in Fig. 2, as long as the needle pin 21 of needle 10 moves along the orbit portion 23.

De klep 51 is met de as 19 gekoppeld door middel van een op deze as aangebrachte snaarschijf 63 en een met de klep 51 verbonden snaar 64. De bewegingscyclus van de naald 10 en de doorgang van de lucht door de klep 51 kunnen 30 aldus worden gesynchroniseerd om te bereiken dat de vloei-stofuitstroming tussen de punten 34 en 36 plaatsvindt, als boven beschreven. De klep 51 wordt bediend door een nok 66 op een as 67, die door de snaar 64 wordt aangedreven. De nok 66 bestuurt een onder de werking van een veer 71 staand nok-35 volgorgaan 68, dat in het klephuis 51 een zich door dit klep-huis heen uitstrekkend en met de leiding 48 verbonden luchtkanaal 72 kan openen en sluiten.The valve 51 is coupled to the shaft 19 by means of a belt pulley 63 mounted on this shaft and a belt 64 connected to the valve 51. The movement cycle of the needle 10 and the passage of the air through the valve 51 can thus be synchronized to achieve the liquid outflow between points 34 and 36 as described above. The valve 51 is operated by a cam 66 on a shaft 67, which is driven by the belt 64. The cam 66 controls a cam-35 follower 68 under the action of a spring 71 which can open and close in the valve housing 51 an air channel 72 extending through this valve housing and connected to the pipe 48.

De vloeistoftoevoer naar de naald 10 wordt 8104221 w " “8- voorts bestuurd door een op de naald aangebrachte klep, die het naaldkanaal 43 vrijgeeft als de naald in de papiervel-len wordt gestoken. De klep heeft een klepbedieningsarm 73 en een sluitorgaan 74, waarbij de arm 73 zodanig op de naald 5 10 is aangebracht, dat hij bij de beweging van de naald langs de geleiding 53 door de laatste wordt neergedrukt, waardoor het sluitorgaan 74 wordt geopend. De klepbedieningsarm 73 en het sluitorgaan 74 zitten aan elkaar vast en zijn draaibaar in de naald 10 ondersteund, waarbij zij door een 10 veer naar'de sluitstand worden terugbewogen als zij in het punt 36 van de naaldomloopbaan 32 de geleiding 53 verlaten. Als veer kan een spiraalveer dienen, die aan de scharnieras van het sluitorgaan 74 is bevestigd.The fluid supply to the needle 10 is further controlled by a valve mounted on the needle, which releases the needle channel 43 when the needle is inserted into the paper sheets. The valve has a valve actuating arm 73 and a shutter 74. the arm 73 being mounted on the needle 5 such that it moves downwardly as the needle moves along the guide 53 through the latter, thereby opening the closure member 74. The valve actuating arm 73 and the closure member 74 are secured together and are rotatably supported in the needle 10, whereby they are moved back to the closed position by a spring when they leave the guide 53 at the point 36 of the needle orbit 32. The coil can serve as a spring, which is attached to the hinge axis of the closing member 74 is attached.

81042218104221

Claims

1. Procedure for the. bonding paper sheets together, characterized in that the sheets are placed in a stack on a support, the sheets are pierced to form a hole therein, and a curable liquid is introduced into the hole and in contact with the sheets which liquid adheres the sheets together after curing.

A method according to claim 1, wherein the sheets are folded along a fold line and are combined into a stack 10, wherein the folds of the sheets interlock in a common folding plane in the manner of a magazine or the like, characterized in that the sheets are pierced and bonded in two spaced locations in the folding surface.

Method according to claim 1 or 2, characterized in that the liquid is an adhesive material.

4. Method according to claim 1 or 2, characterized in that the liquid is a plastic material which can harden into a nail, whereby at both ends of the nail heads are formed which extend laterally from the hole formed in the sheets. and thereby hold the sheets together.

5. A method according to any one of the preceding claims, characterized in that the piercing of the sheets and the application of the liquid in the formed hole take place with the aid of the same tool.

6. A method according to claim 5, characterized in that the sheets and the tool are moved along the same path and at the same speed, while the tool is used to pierce the sheets and to apply the liquid.

7. Method according to claim 6, characterized in that the support for the sheets is advanced along said path and at said speed, while the sheets are pierced and the liquid is introduced into the formed hole. 810422! -10-

8. Device for adhering stacked paper sheets together using the method according to any one of the preceding claims, characterized by a support for carrying the sheet pile, a needle movable in the sheet pile for piercing a hole therein, which needle is hollow and has an outlet opening for outflowing the curable liquids to be introduced into the formed hole, a storage container for a curable liquid, which communicates with the needle 10 for supplying the liquid to be dispensed by the needle.

9. Device according to claim 8, wherein the support is formed by a movable saddle for receiving the sheet pile, characterized in that the needle is mounted on a driven movement mechanism moving at the same speed as the saddle, wherein the needle extends toward the saddle to pierce the sheet pile and apply the curable liquid while the sheet pile moves at the speed mentioned.

10. A method according to claim 8 or 9, characterized in that the support is provided with a recess on the side of the support which faces the needle.

11. Device as claimed in claim 8, 9 or 10, characterized in that two needles are present, which are spaced less than the length of the sheet pile and which can pierce a hole in two places of the pile and being able to apply the curable liquid in the formed holes 30.

12. Device as claimed in any of the claims 8-11, characterized in that the needle has an inlet opening and the hardenable liquid storage container is placed outside the needle at a distance therefrom and is connected to the needle by a flexible hose for the supply of the liquid to the needle.

13. Device as claimed in any of the claims 8-12, characterized in that the liquid container is connected to an 8104221 pressure gas source for controlling the flow of the curable liquid from the needle.

14. Device as claimed in any of the claims 9-13, characterized in that the driving mechanism pulls the needle out of the stack again after it has been inserted into the sheet pile and that during this extraction movement the liquid from the storage container is attached to the sheet stack is fed. 8104221