NL8104202A

NL8104202A - SHAVER.

Info

Publication number: NL8104202A
Application number: NL8104202A
Authority: NL
Original assignee: Philips Nv
Priority date: 1981-09-11
Filing date: 1981-09-11
Publication date: 1983-04-05
Also published as: JPH0212598B2; DE3271382D1; EP0074684A2; EP0074684B1; ATE19986T1; EP0074684A3; JPS5850983A

Abstract

The invention relates to a shaving apparatus comprising an external cutting member 3 having a shaving portion 5 formed with hair-entry apertures 4 and an internal cutting member 6 which is rotatable relative to the external cutting member and which comprises cutting elements 8 which extend in an axial direction towards the shaving portion. The internal and external cutting members comprise separate corresponding bearing portions 24, 25; 29, 32; 33, 34, 36; 41, 42 for rotationally supporting the two cutting members 3, 6 relative to each other in the axial direction.

Description

r>. * EHN 10.143 1 N.V. PHILIPS' GDOE11AMPMFABRIEKEN TE EINDHOVEN.r>. * EHN 10,143 1 N.V. PHILIPS 'GDOE11 AMPMFABRIES IN EINDHOVEN.

"Scheerapparaat""Shaver"

De uitvinding heeft betrekking op een scheerapparaat met een uitwendig snijorgaan dat is voorzien van een scheerdeel met haarintrede-openingen en een inwendig snijorgaan dat aandrijfbaar is net een rote-rende bewaging ten opzichte van het uitwendige snijorgaan en welk inwendig snijorgaan is voorzien van in axiale richting naar het scheer-5 deel gerichte snijelementen.The invention relates to a razor with an external cutting member which is provided with a shaving part with hair entry openings and an internal cutting member which is drivable with rotating rotation relative to the external cutting member and which internal cutting member is provided in axial direction cutting elements directed towards the shaving part.

Een dergelijk scheerapparaat is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage no. 72 17 486 (PHN 6638). De uiteinden van de snijele-menten zijn hierbij in contact met de binnenzijde van het scheerdeel.Such a shaver is known from Dutch patent application no. 72 17 486 (PHN 6638). The ends of the cutting elements are in contact with the inside of the shaving part.

Tijdens het gebruik van het apparaat zal hierdoor hinderlijk lawaai 10 ontstaan en zal op de plaatsen van contact slijtage optreden terwijl de terperatuurverhoging van het uitwendig snijorgaan tengevolge van de wrijving als onaangenaam kan warden ervaren. Bovendien is de bekende constructie zodanig dat de afstand tussen de beide snijorganen als ge~ volg van de tijdens het scheren optredende krachten kan varieren waar-15 door voor het effektief knippen van de haren de afstand tussen de snijorganen te groot kan worden.During use of the device, this will cause annoying noise and wear will occur at the points of contact, while the increase in temperature of the external cutter as a result of the friction can be experienced as unpleasant. Moreover, the known construction is such that the distance between the two cutting members can vary as a result of the forces occurring during shaving, whereby the distance between the cutting members can become too great for effective cutting of the hairs.

De uitvinding heeft tot doel de hierboven genoemde nadelen op te heffen en wordt daardoor gekenmerkt, dat zowel de inwendige als uitwendige snijorganen zijn voorzien van afzonderlijke corresponderende 20 lagerdelen voor het in axiale richting lager en van de beide snijorganen ten opzichte van elkaar.The object of the invention is to eliminate the above-mentioned drawbacks and is characterized in that both the internal and external cutting members are provided with separate corresponding bearing parts for the axial bearing and the two cutting members relative to each other.

Een bijzcndere uitvoeringsvorm wordt daardoor gekenmerkt dat de beide snijorganen tevens in radiale richting ten opzichte van elkaar zijn gelagerd.A special embodiment is characterized in that the two cutting members are also mounted in radial direction relative to each other.

25 Andere bijzondere uitvoeringsvormen worden daardoor gekennerkt, dat de beide snijorganen zijn voorzien van een flensrand welke een glij-lager vormen of dat de beide snijorganen met behulp van tenminste een kogellager of tenminste een spiraalgroeflager ten opzichte van elkaar zijn gelagerd.Other special embodiments are characterized in that the two cutting members are provided with a flange edge which form a sliding bearing or that the two cutting members are mounted with respect to each other by means of at least one ball bearing or at least one spiral groove bearing.

30 De uitvinding zal hiema warden toegelicht door middel van een beschrijving van enkele in de figuren weergegeven uitvoeringsvoor-beelden.The invention will be explained below by means of a description of some exemplary embodiments shown in the figures.

8104202 PHN 10.143 2 ¢- ^ -¾8104202 PHN 10.143 2 ¢ - ^ -¾

Fig. 1 toont in aanzicht een scheerapparaat met drie uitwen-dige snijorganen.Fig. 1 is an elevation view of a razor with three external cutters.

Fig. 2 toont het scheerapparaat van fig. 1 in zij aanzicht en ten dele in een doorsnede volgens de lijn II-II in fig. 1.Fig. 2 shows the shaver of fig. 1 in side view and partly in a section along the line II-II in fig. 1.

5 Figuren 3 tot en met 6 tonen in doorsnede erikele uitvoerings- voorbeelden van een inwendig en een uitwendig snijorgaan.Figures 3 to 6 show in cross section various exemplary embodiments of an internal and an external cutting member.

Het scheerapparaat volgens de figuren 1 en 2 omvat een huis 1, waarvan een deel is uitgevoerd als een houder 2 voor drie uitwendige snijorganen 3. De snijorganen 3 zijn voorzien van spleetvormige haarin-10 trede-openingen 4/ welke in fig. 1 door een enkele lijn zijn aangegeven, en welke zich bevinden in een ringvormig scheerdeel 5 van het scheer-orgaan.The shaver according to Figures 1 and 2 comprises a housing 1, a part of which is designed as a holder 2 for three external cutting members 3. The cutting members 3 are provided with slit-shaped hair-in-openings 4 / which are shown in Figure 1 by a single lines are indicated, and which are located in an annular shaving part 5 of the shaving member.

Zoals in de gedeeltelijke doorsnede volgens fig. 2 is weer-gegeven bevindt zich aan de binnenzijde van een uitwendig snijorgaan 3 15 een inwendig snijorgaan 6. Dit inwendig snijorgaan 6 cravat in hoofdzaak een plaatvormig lichaam 7 en zich in axiale richting uitstrekkende, naar het scheerdeel 5 toe gerichte snijelementen 8.As shown in the partial cross-section according to Fig. 2, on the inside of an external cutting member 3 there is an internal cutting member 6. This internal cutting member 6 mainly comprises a plate-shaped body 7 and extends in axial direction towards the shaving part 5 cutting elements directed 8.

Het inwendige snijorgaan 6 is door middel van de holle as 9 (fig. 2)/ de tandwielen 10 en 11 en de as 12 gekoppeld met de elektrcmo-20 tor 13/ zodat dit snijorgaan roterend aandrijfbaar is ten opzichte van het bijbehorende uitwendige snijorgaan 3. Het tandwiel 10 is draaibaar gelagerd op een pen 14 welke in een montageplaat 15 is bevestigd. Het tandwiel 10 is voorzien van een holte 16 welke door een afdekplaat 17 is afgesloten. In deze holte bevindt zich de flens 18 aan het uiteinde 25 van de holle as 9. Door de flens 18 een niet-ronde, bijvoorbeeld vier-kante/ vorm te geven en door de holte 16 overeenkomstig uit te voeren ontstaat een koppeling voor het overhrengen van de roterende beweging van het tandwiel 10 op de as 9. De veer 19 welke grotendeels in de holle as 9 is gelegen en welke tussen de holle as 9 en het tandwiel 10 30 is gespannen, oefent een kracht op de as 9 uit in de richting van het inwendige snijorgaan 6. Doordat het cilindrische deel 20 van de as 9 tegen het snijorgaan 6 rust wordt deze kracht op dit snijorgaan en via dit snijorgaan 6 op het uitwendige snijorgaan 3 uitgeoefend/ waardoor het uitwendige snijorgaan 3 met de rand 21 tegen de houder 2 wordt 35 gedrukt. Tengevolge van uitwendige kraehten/ zoals bijvoorbeeld kunnen optreden tijdens het gebruik van het scheerapparaat, kunnen de snijorganen 3 en 6 gezamenlijk met de as 9 tegen de werking van de veer 19 8104202 ΕΗΝ 10.143 3 ;» i.The internal cutter 6 is coupled by means of the hollow shaft 9 (fig. 2) / the gears 10 and 11 and the shaft 12 to the electric motor 13 / so that this cutter can be rotatably driven relative to the associated external cutter 3 The gear wheel 10 is rotatably mounted on a pin 14 which is mounted in a mounting plate 15. The gear wheel 10 is provided with a cavity 16 which is closed by a cover plate 17. In this cavity, the flange 18 is located at the end 25 of the hollow shaft 9. By giving the flange 18 a non-round, for example square / shape and by designing the cavity 16, a coupling for transmission is created. of the rotational movement of the gear wheel 10 on the shaft 9. The spring 19, which is largely located in the hollow shaft 9 and which is tensioned between the hollow shaft 9 and the gear wheel 30, exerts a force on the shaft 9 in the direction of the internal cutter 6. Because the cylindrical part 20 of the shaft 9 rests against the cutter 6, this force is exerted on this cutter and via this cutter 6 on the outer cutter 3, whereby the outer cutter 3 with the edge 21 against the holder 2 is pressed. Due to external forces / such as may occur during use of the shaver, the cutting members 3 and 6 together with the shaft 9 can withstand the action of the spring 19 8104202 ΕΗΝ 10.143 3; » i.

« in naar binnen warden gedrukt.Pressed inward.

De koppeling voor het overbrengen van de roterende beweging tussen de as 9 en het inwendige snijorgaan 6 komt tot stand dcordat de as 9 is voorzien van een uiteinde 22 met een rechthoekige doorsnede.The coupling for transmitting the rotary movement between the shaft 9 and the internal cutter 6 is established so that the shaft 9 has an end 22 of rectangular cross-section.

5 Dit uiteinde 22 is in een corresponderende rechthoekige koppelopening 23 van het snijorgaan 6 gelegen.This end 22 is located in a corresponding rectangular coupling opening 23 of the cutting member 6.

De hierboven beschreven koppeling aan de elektromotor 13 is voor de drie inwendige snijorganen 6 van het apparaat van de figuren 1 en 2 identiek waarbij de drie tandwielen 10 in aangrijping zijn met 10 een enkel centraal opgesteld tandwiel 11 op de motoras 12.The above-described coupling to the electric motor 13 is identical for the three internal cutting members 6 of the apparatus of figures 1 and 2, the three gears 10 engaging 10 with a single centrally arranged gear 11 on the motor shaft 12.

m de uitvoeringsvorm van fig. 3 is het plaatvormig lichaam 7 van het inwendige snijorgaan 6 voorzien van een flensrand 24 welke aanligt tegen een flensrand 25 van het uitwendige snijorgaan 3. De met elkaar in aanraking komende vlakken 26 en 27 van de flensranden 24 15 respektievelijk 25 vormen een glijlager waarmee de beide snijorganen 3 en 6 op elkaar zijn gelagerd. De zogenaamde snijspleet 28 tussen het uiteinde van de snij elementen 8 en het scheerdeel 5 kan nu een voor het snijden optinale waarde warden gegeven. De snijelementen 8 en het scheerdeel· 5 raken elkaar niet waardoor geen slijtage van deze onderdelen 20 optreedt en evenmin ter plaatse van het scheerdeel lawaai en warmte-ontwikkeling ten gevolge van wrijving zal optreden. De flensranden 24 en 25 met de gesloten vlakken 26 en 27 kunnen door keuze van mate-rialen en smeermiddelen voor optimaal glijdend contact worden uitgevoerd, waardoor een aanzienlijk betere lagering kan worden verkregen dan die 25 velke tussen de uiteinden van de snijelementen 8 en het door haarintrede-openingen 4 doorsneden scheerdeel 5 mogelijk is, waardoor minder vermo-gen voor de aandrijving van de inwendige snijorganen 6 nodig is.In the embodiment of Fig. 3, the plate-shaped body 7 of the internal cutter 6 is provided with a flange edge 24 which abuts against a flange edge 25 of the external cutter 3. The contacting surfaces 26 and 27 of the flange edges 24, respectively 25 form a slide bearing with which the two cutting members 3 and 6 are mounted on each other. The so-called cutting gap 28 between the end of the cutting elements 8 and the shaving part 5 can now be given an optimum value for cutting. The cutting elements 8 and the shaving part 5 do not touch each other, as a result of which wear of these parts 20 does not occur, nor will noise and heat development due to friction occur at the shaving part. The flange edges 24 and 25 with the closed surfaces 26 and 27 can be made by selection of materials and lubricants for optimum sliding contact, so that a considerably better bearing can be obtained than that 25 between the ends of the cutting elements 8 and the hair entry openings 4 cross-section shaving part 5 is possible, whereby less power is required for the drive of the internal cutting members 6.

Ook kan nu een zwaardere aandrukveer 19 worden toegepast waardoor minder kans bestaat dat ten gevolge van optredende krachten 30 tijdens het snijden van haren de beide snijorganen uit elkaar worden gedrukt.A heavier pressure spring 19 can now also be used, as a result of which there is less chance that the two cutting members will be pressed apart as a result of forces occurring during cutting of hair.

Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 4 is het inwendige snijorgaan 6 voorzien van een centraal doosvormig deel 29 waarvan het eindvlak 30 een glijlager vomit met het vlak 31 van het centrale verzon-35 ken deel 32 van het uitwendig snijorgaan 3. In het algemeen kunnen de snijorganen op elkaar gecentreerd worden door de krans van snij elemental 8 met een geringe speling te laten passen rond het verzonken deel 32.In the embodiment according to Fig. 4, the internal cutter 6 is provided with a central box-shaped part 29, the end face 30 of which has a plain bearing with the plane 31 of the central sunken part 32 of the external cutter 3. In general, the cutters are centered on each other by fitting the crown of cutting element 8 with a small clearance around the countersunk part 32.

8104202 c· "35 .......8104202 c · "35 .......

PHN 10.143 4PHN 10.143 4

Bij de uitvoeringsvorm volgens fig.. 5 zijn de. beide snij-organen 3 en 6 weer voorzien van flensranden 33 respektievelijk 34.In the embodiment of FIG. 5, the. both cutting members 3 and 6 again provided with flange edges 33 and 34, respectively.

De flensrand 34 is onderdeel van een schijf 35 waarop het inwendig snijorgaan 6 is bevestigd. Tussen de beide flensranden is een kogel-5 lager 36 gemonteerd.The flange edge 34 is part of a disc 35 on which the internal cutter 6 is mounted. A ball-5 bearing 36 is mounted between the two flange edges.

Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 6 is het uitwendig snijorgaan 3 voorzien van een bodenplaat 37 terwijl het inwendig snijorgaan 6 een geheel vormt met een asstomp 38. Deze asstomp is voorzien van een opening 39 voor koppeling op de bekende wijze met de koppelas 9.In the embodiment according to Fig. 6, the external cutting member 3 is provided with a base plate 37, while the internal cutting member 6 forms a whole with an axle stub 38. This axle stub is provided with an opening 39 for coupling with the coupling axle 9 in the known manner.

10 Op de asstoitp 38 bevindt zich een in axiale richting verschuifbare ring 40. Tussen de bodemplaat 37, het inwendig snijorgaan 6 en de ring 40 bevinden zich de axiale spiraalgroeflagers 41 en 42, terwijl tussen de asstoitp 38 en de bodemplaat 37 het radiale spiraalgroef lager 43 is gemonteerd. Op een flens 44 aan het uiteinde van de asstcnp 38 is een 15 schotelveer 45 aangebracht waarmee de spiraalgroef lagers 41 en 42 worden aangedrukt.There is an axially slidable ring 40 on the shaft stub 38. The axial spiral groove bearings 41 and 42 are located between the bottom plate 37, the internal cutter 6 and the ring 40, while the radial spiral groove is lower between the shaft stump 38 and the bottom plate 37. 43 is mounted. A disc spring 45 is provided on a flange 44 at the end of the shaft 38 with which the spiral groove bearings 41 and 42 are pressed.

Qm vervuiling van de spiraalgroef lagers tegen te gaan zijn aan het inwendige snijorgaan 6 en de metalen ring 40 de opstaande randen 46 respektievelijk 47 aangebracht welke met behulp van corres-20 ponderende groeven 48 en 49 in de bodenplaat 37 voor afdichting zorgen. Door de opening 50 in de bodenplaat 37 kunnen afgeknipte haardelen warden afgevoerd.In order to prevent contamination of the spiral groove bearings, the upright edges 46 and 47, respectively, are provided on the internal cutting member 6 and the metal ring 40, which provide sealing by means of corrugating grooves 48 and 49 in the base plate 37. Clipped hair parts can be discharged through the opening 50 in the bottom plate 37.

Het is ook mogelijk sleehts een enkel spiraalgroeflager toe te pas sen door bijvoorbeeld in de uitvoeringsvorm van fig. 5 het kogel-25 lager of in de uitvoeringsvormen van de figuren 3 en 4 het glijlager te vervangen door een spiraalgroeflager.It is also possible to use only a single spiral groove bearing by, for example, replacing the ball bearing in the embodiment of Fig. 5 or the sliding bearing in the embodiments of Figures 3 and 4.

Bij de uitvoeringsvormen met glij lagers zoals in de figuren 3 en 4 kunnen de hiervoor benodigde elementen zoals ringen of bussen ook als afzonderlijke onderdelen aan de snijorganen worden bevestigd.In the embodiments with plain bearings as in Figures 3 and 4, the elements required for this, such as rings or bushes, can also be attached to the cutting members as separate parts.

30 35 810420230 35 8104202

Claims

1. Shaver with an external cutting member comprising a shaving member with hair entry openings and an internal cutting member which is drivable with a rotary movement relative to the outer cutting member and which internal cutting member is provided with cutting elements directed in the axial direction towards the shaving member characterized in that both internal and external cutting members are provided with separate corresponding bearing parts for axially mounting the two cutting members with respect to each other.

Shaver according to claim 1, characterized in that the two cutting members are also mounted in radial direction relative to each other.

Shaver according to claim 1 or 2, characterized in that both cutting members are provided with a flange edge which form a sliding bearing.

Shaver according to claims 1 or 2, characterized in that the two cutting members are mounted with respect to each other by means of at least one ball bearing.

Shaver according to claim 1 or 2, characterized in that the two cutting members are mounted with respect to each other by means of at least one spiral groove bearing 20. 25 30 35 8 104 202