NL8103572A - Drijverschakeling. - Google Patents

Drijverschakeling. Download PDF

Info

Publication number
NL8103572A
NL8103572A NL8103572A NL8103572A NL8103572A NL 8103572 A NL8103572 A NL 8103572A NL 8103572 A NL8103572 A NL 8103572A NL 8103572 A NL8103572 A NL 8103572A NL 8103572 A NL8103572 A NL 8103572A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
voltage
amplifier
sources
source
power source
Prior art date
Application number
NL8103572A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Philips Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Philips Nv filed Critical Philips Nv
Priority to NL8103572A priority Critical patent/NL8103572A/nl
Priority to DE8282200919T priority patent/DE3262424D1/de
Priority to EP82200919A priority patent/EP0071301B1/en
Priority to US06/400,823 priority patent/US4535303A/en
Priority to CA000407876A priority patent/CA1193774A/en
Priority to AU86388/82A priority patent/AU548747B2/en
Priority to JP57131322A priority patent/JPS5827457A/ja
Publication of NL8103572A publication Critical patent/NL8103572A/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H03ELECTRONIC CIRCUITRY
    • H03FAMPLIFIERS
    • H03F1/00Details of amplifiers with only discharge tubes, only semiconductor devices or only unspecified devices as amplifying elements
    • H03F1/02Modifications of amplifiers to raise the efficiency, e.g. gliding Class A stages, use of an auxiliary oscillation
    • H03F1/04Modifications of amplifiers to raise the efficiency, e.g. gliding Class A stages, use of an auxiliary oscillation in discharge-tube amplifiers
    • H03F1/06Modifications of amplifiers to raise the efficiency, e.g. gliding Class A stages, use of an auxiliary oscillation in discharge-tube amplifiers to raise the efficiency of amplifying modulated radio frequency waves; to raise the efficiency of amplifiers acting also as modulators
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04MTELEPHONIC COMMUNICATION
    • H04M19/00Current supply arrangements for telephone systems
    • H04M19/001Current supply source at the exchanger providing current to substations
    • H04M19/005Feeding arrangements without the use of line transformers
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04MTELEPHONIC COMMUNICATION
    • H04M19/00Current supply arrangements for telephone systems
    • H04M19/02Current supply arrangements for telephone systems providing ringing current or supervisory tones, e.g. dialling tone or busy tone
    • H04M19/023Current supply arrangements for telephone systems providing ringing current or supervisory tones, e.g. dialling tone or busy tone by reversing the polarity of the current at the exchange

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Power Engineering (AREA)
  • Amplifiers (AREA)
  • Devices For Supply Of Signal Current (AREA)

Description

• - * f . £ EHN 10.110 1 N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven "Drijverschakeling"
De uitvinding heeft betrekking (¾) een drijverschakeling, welke tenminste een geintegreerde versterker be vat. Dergelijke drijver-schakelingen warden o.a. toegepast voor de aansturing en voeding van een abanneelijn in telef cniesysteroen.
s 111 telef oniesystemen voorzien van electronische aansluit- circuits voor abcnneelijnen ("SLIC's") is ieder van de aders van een abonneelijn aangesloten cp de uitgang van een afzonderlijke versterker, ock wel drijver geheten, die deel uitmaakt van de zogeheten drijver-trap. m de gesprekstoestand wordt de abanneelijn vanuit de centrale, 10 via de drijvers, gevoed met door de administraties voorgeschreven ge-lijkspanningen (en derhalve ook met een voorgeschreven spanningsverschil) van 45 V of 60 V tussen beide aders, waarcp spraaksignalen zijn gesuper-poneerd. Vanwege deze spraaksignalen en de minimaal benodigde spannings-val over de uitgangstransistoren van de drijvers wordt ieder der drijvers 15 gevoed door een voedingsbron die een spanningsverschil levert dat iets groter is dan het genoemde spanningsverschil tussen de beide aders.
Bij realisatie van de drijver in geintegreerde vorm moet de doorslagspanning die bereikt wordt met het toegepaste integratieproces groter zijn dan het voedingsspanningsverschil over de drijver. Dit is 20 goed mogelijk voor een spanningsverschil in de genoemde grootteorde.
Voor het wekken van een abannee wordt door de administraties een wisselspanning met een frequentie van b.v. 50 Hz en een aanzienlijk grotere amplitude dan de genoemde voedingsspanning voorgeschreven, b.v.
95 V. Daarbij wordt in het algemeen aan ieder der aders van de lijn 25 een wisselspanning toegevoerd, welke wisselspanningen een criderling-tegengestelde polariteit en gelijke amplitude hebben. De spanningszwaai cp ieder der aders is daarbij gelijk aan de amplitude van de wisselspanning cp de lijn. Het is algemeen gehruikelijk cm deze wisselspanning buiten de drijver trap cm rechtstreeks met een bels ignaalgenerator aan de 30 lijn toe te voeren. Dit heeft het nadeel dat er per abonneelijn een aparte schakelinrichting nodig is die wisselspanningen net de genoemde amplitude kan schakelen. Daarcm is het van voordeel ook de belsignalen via de drijvertrap aan de abonneelijn toe te voeren. Dit vereist een 8103572 • t EHN 10.110 2
« V
spanning van de voedingshron welke lets groter is dan de genoemde bel-spanningszwaai van 95 V. Toepassing echter van een voedingsspanning van deze grootteorde is bezwaarlijk bij gebrnik van geintegreerde drijvers omdat de realisatie van geintegreerde circuits met een doorslagspanning 5 ter grootte van deze verhoogde voedingsspanning moeilijk is en ten koste gaat van de kwaliteit van het geintegreerde circuit.
Aan dit bezwaar kan tegemoet gekcmen warden op een wijze zoals beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage nr. 78 10086. Hieruit is het bekend de grote spanningszwaai van de uitgang van de drijvers 10 te realiseren met een vast voedingsspanningsverschil ·. dat kleiner is dan deze spanningszwaai, waarbij de spanning over het geintegreerde circuit steeds kleiner is dan de doorslagspanning. Dit gebeurt door de drijver te voeden door middel van een zwevende voedingshron welke met het uitgangsignaal van de drijvertrap meeloopt.
15 Het bezwaar van deze wijze van Voeden Van de drijvers is dat per drijver minstens έέη transformator nodig is. Transformatoren zijn angewenst omdat zij relatief duur en zwaar zijn, storende electro-magnetische strooivelden veroorzaken en niet in geintegreerde vorm uit-gevoerd kunnen warden.
20 De uitvinding beoogt bovenbeschreven bezwaren op te heffen en een eenvoudige drijverschakeling te vetschaffen waarin de drijvers gevoed warden met een variabele voedingsspanning met een top-tqpwaarde die groter. is dan de doorslagspanning van de geintegreerde drijvers.
Teneinde dit te bereiken is de drijverschakeling volgens 25 de uitvinding daardoor gekenmerkt dat deze drijverschakeling een serie-schakeling bevat van ten minste een eerste en een tweede in spanning stuurbare gelijkspanningsvoedingsbron welke een maximale sanspanning hebben die groter is dan de doorslagspanning van de geintegreerde ver-sterker, dat de negatieve pool van de eerste voedingshron is verbanden 30 niet de postieve pool van de tweede voedingshron, dat het verbindings-punt van de voedingsbronnen aangesloten is qp een referentiespanning en dat een stuurinrichting is aangehracht die is aangesloten op de voedingsbronnen voor het in afhankelijkheid van de momentane waarde van het uitgangssignaal van de versterker sturen van de individuele 35 spanningen van de voedingsbronnen waarbij de sanspanning van de voedingsbronnen kleiner wordt gehouden dan de doorslagspanning van de geintegreerde versterker.
8103572 t ΓΗΝ 10.110 3 •r *
Met deze maatregelen volgens de uitvinding is het voordeel verkregen dat de spanningszwaai van de uitgang van de drijver groter kan zijn dan de doorslagspanning van de geintegreerde circuits waaruit de drijver is cpgebouwd. De genoemde serieschakeling hoeft vanzelf-5 sprekend niet noodzakelijkerwijs beperkt te zijn tot twee voedings-bronnen maar kan cpgebouwd zijn uit elk willekeurig groter aantal.
Indien er in een telefoniesysteem gestuurde gelijkspannings-brcnnen aanwezig zijn als voedingshron biedt het voordelen cm deze hrcnnen eveneens als signaalbronnen te gebruiken. Weliswaar kan niet 10 dezelfde Iron tegelijkertijd dienen als voedingshron en als signaalhrgn ten behoeve van een drijver, maar in telefaniesystemen warden per abcnneecircuit minstens twee drijvers gehruikt. In: dat geval is een voordelige caribinatie van de signaal- en de vpedingsfunctie in een gestuurde spanningsbron geod mogelijk. Ten behoeve van een drijver 15 zijn dan twee stuurbare gelijkspanningsbronnen aanwezig die als voedingshron dienen en twee stuurbare gelijkspanningsbronnen die als signaalhrcn dienen. Met deze spanningsbronnen wordt nu een drijver-schakeling verwezenlijkt welke daardoor gekenmerkt is dat het ver-bindingspunt van de eerste en de tweede voedingshron is verbonden met 20 een ingang van de versterker via een parallelschakeling van een eerste serieschakeling van een derde gestuurde gelijkspanningsvoedingshron en een eerste wserstand enerzijds en een tweede serieschakeling van een vierde gestuurde gelijkspanningsvoedingshron en een tweede weerstand anderzijds, dat de negatieve pool van de derde voedingshron is ge-25 kcppeld met de positieve pool van de vierde voedingshron en dat de uitgang en de ingang van de versterker met elkaar zijn verbonden via een derde weerstand.
Deze drijverschakeling heeft het voordeel dat het door toe-voeging van slechts enkele extra weerstanden mogelijk is deze te 30 coribineren met een tweede drijver trap zodat deze drijverschakeling voorzien is van een voedingsinrichting die tevens een signaalgene-rerende functie heeft, zander de noodzaak van extra spanningsbronnen en een extra besturing hiervoor.
De uitvinding en haar voordelen zullen aan de hand van de 35 in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen nader warden toegelicht waarbij overeenkcmstige ccnponenten in de verschillende figuren net dezelfde verwijzingscijfers warden aangeduid. Hierbij tocnt 81 03 5 72
• V
ESN 10.110 4 » fig. 1 een uitvoeringsvoorbeeld van een drijverschakeling met een voedingsinrichting volgens de uitvinding, fig. 2 een ander uitvoeringsvoorbeeld van een drijverschakeling met een voedingsinrichting volgens de uitvinding, 5 fig. 3 een vender uitvoeringsvoorbeeld van een drijver schakeling met een voedingsinrichting volgens de uitvinding die zowel voedingsbronnen als signaalbronnen amvat, fig. 4 een voorbeeld van spanningsvormen zoals deze kunnen optreden in een drijverschakeling volgens figuur 3, to fig. 5 een uitvoeringsvoorbeeld van een voedingsinrichting voor toepassing in een drijverschakeling als beschreven aan de hand van de figuren 1, 2 of 3, fig. 6 een voorbeeld van spanningsvormen zoals deze kunnen optreden in de drijverschakeling en de voedingsinrichting zoals be-15 schreven aan dfehand van fig. 3 resp. fig. 5.,
In figuur 1 is een versterker 3 weergegeven die gevoed wordt door twee in gelijke zin in serie geschakelde gelijkspanningsbronnen 1 en 2 waarvan het verbindingspunt 4 verbonden is met een referentie-spanning van bij voorbeeld -50 V ten ppzichte van aarde. Spanningsbron 20 1 is met zijn positieve pool en spanningsbron 2 is mst zijn negatieve pool met de versterker 3 verbonden. Op deze wijze is de versterker 3 aangesloten tussen een punt met een boge en een punt net een lage voedingspotentiaal. De waarde van de hoge voedingspotentiaal ten ppzichte van de referentie wordt de positieve voedingsspanning genoemd, 25 die van de lage de negatieve voedingsspanning. Ieder der spanningsbronnen 1 en 2 levert een gelijkspanning waarvan de grootte gestuurd wordt door een stuurinrichting 22 die deel uitmaakt van een voedingsinrichting 23 die aan de hand van fig. 5 nader beschreven wordt.
In de telefonie wordt de versterker 3 toegepast in een 30 zogeheten drijvertrap, welke bij voorkeur is uitgevoerd in geintegreerde vorm. De uitgang 5 van deze versterker 3 is dan verbonden net een van de aders, bij voorbeeld ader 6, van een abonneelijn. De versterker 3 is voorzien van een signaalinverterende ingang 7, gebruikt als stuurs ignaalingang, en een signaal niet-inverterende ingang 8, die ver- 35 bonden is met de referentiespanning.
Voor speciale lijnsignalen zoals weksignalen verkregen door sturing van de signaal-inverterende ingang 7 ontstaat op de versterkeruitgang 5 een wisselspanning waarvan de tqp-topwaarde groter 8103572 r * 4: « EHN 10.110 5 is dan de doorslagspanning van de qp canventionele wijze gerealiseerde geintegreerde circuits in de versterker. Het is daarbij duidelijk dat de mcmentane waarde van de uitgangswisselspanning steeds ligt tussen de positieve en de negatieve voedingsspanning. Bij spanningsbronnen 5 met vaste spanning is het 'gevolg hiervan dat het voedingsspanningsverschil over de versterker 3 hoger is dan de doorslagspanning van de geintegreerde circuits in deze versterker, hetgeen vemietiging van deze circuits ten gevolge heeft. Het is dus vereist cm de scmspanning van de spannings-hronnen 1 en 2, dus het voedingsspanningsverschil, te beperken tot 10 een waarde kleiner dan de genoemde doorslagspanning, zodat de gewenste signalen hiermee niet kunnen warden qpgewekt. Cm dit toch te realiseren is hiertoe elk van deze spanningsbronnen 1 en 2 uitgevoerd als stuurbare spanningsbrcn. Bovendien vindt de s turing van de spanningsbronnen 1 en 2 daarbij plaats in het ritme van de wisselspanning waarmee de versterker 15 wordt aangestuurd. Een eenvoudige vorm van besturing van deze spannings-bronnen is die waarbij ieder der spanningsbronnen geschakeld wordt tussen een toestand van lage spanning ("uit") en een van hoge spanning ("aan") waarbij de lage spanning voor beide spanningsbronnen dezelfde waarde heeft, evenals de hoge spanning. In geval van een spanning op de 20 versterkeruitgang 5 die positief is ten qpzichte van de referentie-. spanning staat spanningsbrcn 1 "aan" en spanningsbran 2 "uit"; bij een negatieve uitgangsspanning van de versterker staat spanningsbran 2 "aan" en spanningsbrcn 1 "uit". De hoge spanning heeft hierbij een iets hogere waarde dan zowel de positieve als de negatieve tcpwaarde 25 van de uitgangsspanning ten qpzichte van het referentieniveau. Het grote voordeel van een dergelijke sturing is dat de son van de waarden van de lage en de hoge spanning kleiner is dan de doorslagspanning van de geintegreerde circuits.
Voor een ongestoorde werking van de uitgangstrans istoren 30 van de geintegreerde circuits moet de positieve voedingsspanning steeds een bepaalde minimuinwaarde positiever zijn dan de uitgangsspanning van de versterker, terwijl de negatieve voedingsspanning dezelfde minimuinwaarde negatiever moet zijn dan deze uitgangsspanning. Deze waarde, de zogeheten minimale collectorruimte, ligt in de grootte-35 orde van 3 V.
Op de minimale ODllectorruimte na is het bij genoemde sturing van de spanningsbronnen 1 en 2 mogelijk de scmspanning van deze spanningsbronnen 1 en 2 vrijwel gelijk aan de doorslagspanning 8103572
* V
EHN 10.110 6 van de gelntegreerde circuits van de versterker 3 te kiezen. Op deze wijze is het mogelijk een spanningszwaai op de versterkeruitgang 5 te realiseren van ongeveer tweemaalde doorslagspanning van de ge-integreerde circuits in de versterker 3. Overigens is het spannings-g verloop van de spanningsbronnen 1 en 2 niet noodzakelijkerwijs beperkt tot blokvormige spanningen, zoals nog zal warden toegelicht. Zeer veel andere spanningsverlopen zijn mogelijk mits voldaan is aan de eisen dat het voedingsspanningsverschil over de versterker 5 steeds kleiner gehouden wordt dan de doorslagspanning van de geintegreerde circuits in deze 10 versterker, dat de positieve voedingsspanning steeds iets positiever is . dan de uitgangsspanning en dat de negatieve voedingsspanning steeds iets negatiever is dan de uitgangsspanning.
Zoals in figuur 2 getoand wardt kan de aansturing van de inverterende ingang 7 van versterker 3 gebeuren met behulp van twee 15 verdere spanningsbronnen 9 en 10 . Ieder der spanningsbronnen 9 en 10 levert een gelijkspanning waarvan de grootte gestuurd wardt door een stuurinrichting 22 die deel uitmaakt van een voedingsinrichting 23 die aan de hand van figuur 5 nader besproken wordt. De negatieve pool van spanningsbron 9 is verbonden met de postieve pool van spanningsbron 20 10 en met de referentiespanning. De positieve pool van spanningsbron 9 is via een weerstand 11 met de signaalinverterende ingang 7 van versterker 3 verbonden; de negatieve pool van spanningsbron 10 is via een weerstand 12 eveneens met deze ingang verbonden.,. Versterker 3 is teruggekoppeld door een weerstand 13 welke is aangebracht tussen de versterkeruitgang 25 5 en de inganginverterende ingang 7 van de versterker. De weerstanden 11, 12 en 13 zijn naminaal aan elkaar gelijk. De teruggekoppelde versterker 3 heeft een zodanig hoge versterking dat de spanning qp ingang 7 steeds te verwaarlozen is ten qpzichte van de spanning op uitgang 5, tevens is de ingangs stroam zo klein dat deze te verwaarlozen is ten 30 opzichte van de strcmen door de weerstanden 11, 12 en 13.
Ter verdnidelijking van het functioneren van de aansturing van ingang 7 van versterker 3 wordt aangenomen dat spanningsbron 9 hetzelfde spanningsverloop vertoont als spanningsbron 2 en dat spanningsbron 10 hetzelfde spanningsverloop vertoont als spanningsbron 35 1. De uitgangsspanning van versterker 3 t.o.v. de referentiespanning is altijd gelijk aan de verschilspanning van de spanningsbronnen 9 en 10 bij gelijke weerstanden 11, 12 en 13. Deze uitgangsspanning is positief ten opzichte van de referentie gedurende de periode dat spanningsbron 81 (13 5 72 ms 10.110 7 2 · 10 een hogere spanning levert dan spanningshron 9, en negatief gedurende de periode dat spanningshron 10eenlagere spanning levert dan spanningshrcxi 9. Stuurt men spanningshrcxi 9 zodanig dat deze tijdens de periode van positieve uitgangsspanning van versterker 3 steeds 5 bijvoorbeeld 3 V levert dan is de positieve voedingsspanning - doardat spanningshrcxi 1 dezelfde spanning levert als spanningshrcxi 10 - gedurende deze periode steeds 3 V hoger dan de uitgangsspanning. Op deze wijze kan een collectorruimfce van 3 V van de positieve voedingsspanning worden gerealiseerd. De collectorruimte van de negatieve voedingsspanning kan 10 verkregen warden door spanningshron 10 een spanning van bijvoorbeeld 3 V te doen leveren tijdens de periode van negatieve uitgangsspanning van de versterker 3.
Hoewel gemakshalve is aangenanen, dat de spanningshronnen 1 en 10 cnderling identieke spanningen leveren evenals de spannings-15 hronnen 2 en 9, is dit voor het juiste functioneren van de aansturing en de voeding van versterker 3 geen noodzakelijke voorwaarde. Zoals gemakkelijk kan warden aangetoond is slechts nodig dat, indien de spanning van spanningshron 10 groter is dan de spanning van spannings-hron 9, de son van de spanningen van de spanningshronnen 1 en 9 groter 20 is dan of gelijk is aan de som van de spanning van spanningshron 10 en de minimale collectorruimte en dat, indien de spanning van spanningshron 9 groter is dan de spanning van spanningshron 10, de son van de spanningen van de spanningshronnen 2 en 10 groter is dan of gelijk aan de son van de spanning van spanningshron 9 en de minimale collector-25 ruirnte, terwijl steeds de son van de spanningen van de spanningshronnen 1 en 2 kleiner meet zijn dan de doorslagspanning van de geintegreerde circuits van versterker 3.
Een uitvoeringsvorm van een drijverschakeling volgens de uitvinding voor de voeding en aansturing van een tweeaderige 30 atonneelijn is weergegeven in fig. 3. Deze drijverschakeling anvat twee versterkers 3' en 3" van het type zoals beschreven aan de hand van fig. 2. De versterkers zijn voorzien van een voedingsinrichting 23 die samen met de stuurinrichting 22 aan de hand van figuur 5 meer gedetailleerd wordt beschreven. In de in fig. 3 getoende uitvoerings-35 vorm van de drijverschakeling volgens de uitvinding fungeren de spanningshronnen voor een der beide versterkers 3' en 3" als voedings-bren en voor de andere versterker als signaalbron. Een deel van de in fig. 3 getocxide elementen wordt door beide versterkers 3' en 3" 8103572 1 .... PHN 10.110 8 gezamenlijk gebruikt; deze elementen zijn in fig. 3 voorzien van een verwijzingsnummer zonder accent. Van de resterende elementen hoort een eerste deel bij versterker 3', welke elementen net een ver-wijzingsnunrasr met een accent zijn aangeduid; het andere deel hoort 5 bij versterker 3", welke elementen met een verwijzingsnummsr net twee accenten zijn aangeduid.
De gestuurde spanningsbronnen 1 en 2 fungeren in deze drijverschakeling ten behoeve van versterker 3 ' als voedingsbronnen en ten behoeve van versterker 3" als signaalbronnen; de gestuurde 10 spanningsbronnen 9 en 10 zijn voor versterker 3" voedingsbronnen en voor versterker 3' signaalbronnen.
Teneinde het functioneren van deze drijverschakeling te verduidelijken wordt gemakshalve aangenamen dat alle spanningsbronnen een peEiodiek blokvormig spanningsverloop vertonen zoals 15 weergegeven in fig. 4.
Hierbij hebben tijdens een eerste deel van de periode de spanningen Vj en van de. spanningsbronnen 1 resp. 10 een relatief hoge waarde van bijvoorbeeld 50 V en hebben de spanningen V2 en Vg van de spanningsbronnen 2 resp. 9 een relatief lage waarde 20 V/ van bijvoorbeeld 3 V, en angekeerd tijdens het andere deel van de periode.
Gedurende het eerste deel van de periode is de spanning Va van ader 6 * ten opzichte van de referentie gelijk aan het verschil tussen de hoge en de lage spanning; tijdens dit eerste 25 deel van de periode is de spanning van ader 6" ten opzichte van de referentie gelijk aan het verschil tussen de lage en de hoge spanning. Het spanningsverschil tussen de aders 6' en 6" is nu tweemaal het verschil tussen de hoge en de lage spanning. Gedurende het andere deel van de periode is het spanningsverschil tussen de 30 aders 6' en 6" van teken gewisseld zodat de totale spanningszwaai van de wisselspanning tussen deze aders viermaal het verschil tussen de hoge en de lage spanning bedraagt.
De collectorruimte van bijvoorbeeld minimaal 3 V kan op dezelfde wijze gerealiseerd worden als beschreven is aan de 35 hand van fig. 2.
Tijdens het eerste deel van de periode is de spanning van de versterkeruitgang 5' positief ten opzichte van uitgang 5", zodat de lijnstrocm loqpt van uitgang 5' naar uitgang 5". Deze 8103572 ΈΉΝ 10.110 9 s strocm wordt door spanningsbron 1 aan versterker 3' geleverd en door spanningsbron 10 aan versterker 3" onttrokken. Het spannings-verschil tussen de positieve zijde van sparmingsbron 1 en versterker-uitgang 5' is gelijk aan de lage spanning van bijvoorbeeld 3 V, evenals 5 het spanningsverschil tussen versterkeruitgang 5" en de negatieve zijde van spanningsbron 10. De mcmentane warmteontwikkeling in de eindtrans is tor en van ieder der beide versterkers 3' en 3" is nu vrijwel gelijk aan het produkt van de lijnstrocm en de lage spanning. Tijdens het andere deel van de periode loopt de lijnstrocm 10 in tegengestelde richting en wordt de voedingsstrocm van de versterkers 3' en 3" geleverd door de spanningsbronnen 2 resp. 9. Tijdens beide delen van de periode is de warmteontwikkeling gelijk. Door beperking van de lage spanning tot de voor de minimale collectorruiinte benodigde waarde kan dus de dissipatie in de versterkers 3' en 3" tot een 15 minimale waarde beperkt worden. Dit is in het bijzonder van voordeel voor versterkers in geintegreerde vorm.
Voor het juiste functioneren van de drijverschakeling volgens fig. 3 is het als voorbeeld aan de hand van fig. 4 beschreven spanningsverloop van de spanningsbronnen 1, 2, 9 en 10 niet nood-20 zakelijk. Zoals verderqp aangegeven bijvoorbeeld zijn ook andere spanningsverlqpen van deze spanningsbronnen nogelijk mits zij voldoen aan de reeds op analoge wijze voor een versterker vermelde voorwaarden dat: 1e. de scm van de spanningen van de spanningsbronnen 25 1 en 9 groter is dan of gelijk is aan de scm van de spanning van spanningsbron 10 en de minimale rollectorruimte indien de spanning van spanningsbron 10 groter is dan die van spanningsbron 9, 2e. bovendien de scm van de spanningen van de spannings-hronnen 2 en 10 groter is dan of gelijk is aan de son van de spanning 30 van spanningsbron 9 en de minimale collectarruimte indien de spanning van spanningsbron 10 kleiner is dan die van spanningsbron 9..
3e. bovendien de sera van de spanning van de spanningsbronnen 1 en 9 groter is dan of gelijk is aan de scm van de spanning van spanningsbron 2 en de minimale collectarruimte indien de spanning 35 van spanningsbron 2 groter is dan die van spanningsbron 1, 4e. bovendien de scm van de spanningen van de spanningsbronnen 2 en 10 groter is dan of gelijk is aan de-son van de spanning van spanningsbron 1 en de minimale collectorruimte indien de spanning 8103572 EHN 10.110 10
f V
ο van spanningsbron 2 groter is dan die van spanningsbron 1, en 5e. dat steeds de son van de spann ingen van de spannings-bronnen 1 en 2, en de som van de spanningen van de spanningsbronnen 9 en 10 kleiner is dan de doors lagspanning van de geintegreerde circuits 5 in de versterkers 3' en 3".
Een uitvoeringsvoorbeeld van de voedingsinrichting die de varierende spanningsbronnen 1, 2, 9 en 10 cravat is weergegeven in fig. 5. Deze voedingsinrichting bevat vier klenmanparen 14 t/m 17, elk bestaande uit een nulklem die verbonden is met de referentie-10 spanning, en een spanningsklem. Ieder der spanningsklemmen van de paren 14 en 15 wordt periodiek verbonden met afwisselend een eerste punt van relatief hoge spanning 18 welke spanning positief is ten opzichte van de referentiespanning van bijvoorbeeld -50 V, en een tweede punt 19 van constante, relatief lage spanning van bijvoor-15 beeld 3 V, eveneens positief ten opzichte van de referentiespanning. Ieder der spanningsklemmen van de paren 16 en 17 wordt periodiek verbonden met afwisselend een derde punt van relatief hoge spanning 20 welke spanning negatief is ten opzichte van de referentiespanning, en een vierde punt 21 van constante, relatief lage spanning van 2o bijvoorbeeld -3 V, eveneens negatief ten opzichte van de referentiespanning. De verbindingen warden tot stand gebracht door schakelaars tussen de spanningsklemmen en de spanningspunten. Deze schakelaars warden gelijktijdig omgeschakeld aider besturing van een nog nader te beschrijven besturingseenheid 22, zodat de spanningsklemmen van 25 de paren 14 en 17 verbonden zijn met de relatief hoge spanning als de spanningsklemmen van de paren 15 en 16 verbonden zijn net de relatief lage spanning, en ongekeerd. Bij gebruik van de voedingsinrichting volgens fig. 5 met een geccmbineerde voedings- en signaal-functie zoals beschreven aan de hand van fig. 2 en 3, warden de 30 klemmen van spanningsbron 1, 2, 9 en 10 in de fig. 2 en 3 gevormd door de klemmen van respectievelijk klemmenpaar 14, 16, 15 en 17 in fig. 5.
In een eerste uitvoeringsvoorbeeld van de onderhavige voedingsinrichting heeft de spanning van punt 18 een constante waarde 35 van bijvoorbeeld 50 V ten opzichte van de referentiespanning, terwijl de spanning van punt 19 een constante waarde heeft van bijvoorbeeld -50 V ten opzichte van de referentiespanning. Beide spanningen van 50 V en -50 V kunnen bijvoorbeeld warden verkregen uit een batterij.
8103572 ΓΗΝ 10.110 11 e
De voedings inrichting levert nu vier blokspanningen met onderling gelijke amplitude en periode.
In een tweede uitvoeringsvoorbeeld van de voedings-inrichting heeft de spanning V^g van punt 18 ten qpzichte van de 5 referentiespanning een verlocp als getoond in de bovenste curve van fig. 6. Deze spanning bestaat nit de scm van een dubbelzijdig gelijk-gerichte sinusvormige wisselspanning met een amplitude van bijvoor-beeld 95 V en een gelijkspanning van bijvoorbeeld 3 V. De spanning van punt 20 ten qpzichte van de referentiespanning is dezelfde als 10 die van punt 18 maar met tegengestelde polariteit. De spanningen van de punten 18 en 20 kunnen bijvoorbeeld verkregen worden door serie-schakeling van de positieve resp. negatieve dubbelzijdig gelijk-gerichte sinusvarmige wisselspanning van de belgenerator met een batterij van +3 V resp. -3 V.
15 Het onschakelen van de spanningsklemnen van de punten van hoge spanning naar de punten van lage spanning en omgekeerd, vindt voar alle klenmenparen plaats cp het tijdstip dat V^g een miniinunwaarde bereikt. De spanningen en over de klenmenparen 14, 15, 16 resp. 17 zijn in fig. 6 in de derde en vierde 20 curve getoond als streeplijnen. Bij toepassing van de voedings-inrichting volgens dit uitvoeringsvoorbeeld met een gecctribineerde voedings- en signaalfunctie zoals beschreven aan de hand van fig. 3 vertonen de spanningen Va en van de aders 6' resp. 6" t.o.v. de referentiespanning een verlocp zoals weergegeven met getrokken 25 lijnen in fig. 6 in de derde en vierde curve.
In fig. 4 zijn de verbindingen tussen de spannings-klenmen van de klemmenparen 14 t/m 17 enerzijds en de spanningspunten 18 t/m 21 anderzijds gemakshalve aangeduid als mechanisch uitgevoerde schakelaars met een gemeenschappelijke mechanische besturing vanuit 30 de besturingseenheid 22. De besturingseenheid 22 kan een electro-mechanische schakelaar - een zogeheten chopper - zijn, welke canmer-cieel verkrijgbaar is. Deze chopper kan door een wisselspanningsbron van de gewenste frequentie van bijvoorbeeld 50 Hz, en indien nodig via een fasevertragend network, bekrachtigd warden.
35 Het spreekt vanzelf dat ook veel andere verbindingsvormen mogelijk zijn, in het bijzander electranische schakelelementen die op electrcnische wijze hestuurd warden door bijvoorbeeld de spanning van een blokpulsgenerator.
81 03 5 72

Claims (3)

1. Drijverschakeling welke tenminste έβη geintegreerde' versterker be vat, met het kemnerkfdat de schakeling een serie-schakeling bevat van ten minste een eerste en een tweede in spanning stuurbare gelijkspanningsvoedingsbron welke een maximale scmspanning 5 hebben die groter is dan' de doorslagspanning van de geintegreerde versterker, dat de negatieve pool van de eerste voedingsbron is ver-bonden met de positieve pool van de tweede voedingsbron, dat het ver-bindingspunt van de voedingsbronnen aangesloten is op een referentie-spanning en dat een stuurinrichting is aangebracht die is aangesloten 10 qp de voedingsbronnen Voor het in afhankelijkheid van de mcmentane waarde van het uitgangssignaal van de versterker sturen van de in-dividuele spanningen van de voedingsbronnen waarbij de scmspanning van de voedingsbronnen kleiner wordt gehouden dan de doorslagspanning van de geintegreerde versterker. 15
2. Drijverschakeling volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het verbindingspunt van de eerste en de tweede voedingsbron is verbonden met een ingang van de versterker viaeen parallelschakeling van een eerste serieschakeling van een derde gestuurde gelij kspannings-voedingsbron en een eerste weerstand enerzijds en een tweede serie-20 schakeling van een vierde gestuurde gelijkspanningsvoedingsbron en een tweede weerstand anderzijds, dat de negatieve pool van de derde voedingsbron is gekoppeld met de positieve pool van de vierde voedingsbron en dat de uitgang en de ingang van de versterker met elkaar zijn verbonden via een derde weerstand. 25
3. Drijverschakeling volgens conclusie 2 met het kenmerk dat de drijverschakeling een tweede geintegreerde versterker bevat welke voor zijn voeding is aangesloten op de serieschakeling van de derde en de vierde voedingsbron, dat het verbindingspunt van de eerste en de tweede voedingsbron is verbonden met de ingang van de tweede 30 versterker via een parallelschakeling van een derde serieschakeling van de eerste voedingsbron en een vierde weerstand enerzijds en een vierde serieschakeling van de tweede voedingsbron en een vijfde weerstand anderzijds en dat de uitgang en de ingang van de tweede versterker met elkaar zijn verbonden via een zesde weerstand. 35 8103572
NL8103572A 1981-07-29 1981-07-29 Drijverschakeling. NL8103572A (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8103572A NL8103572A (nl) 1981-07-29 1981-07-29 Drijverschakeling.
DE8282200919T DE3262424D1 (en) 1981-07-29 1982-07-20 Driver circuit
EP82200919A EP0071301B1 (en) 1981-07-29 1982-07-20 Driver circuit
US06/400,823 US4535303A (en) 1981-07-29 1982-07-22 Driver circuit
CA000407876A CA1193774A (en) 1981-07-29 1982-07-22 Driver circuit
AU86388/82A AU548747B2 (en) 1981-07-29 1982-07-26 Driver circuit
JP57131322A JPS5827457A (ja) 1981-07-29 1982-07-29 ドライバ−回路

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8103572A NL8103572A (nl) 1981-07-29 1981-07-29 Drijverschakeling.
NL8103572 1981-07-29

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8103572A true NL8103572A (nl) 1983-02-16

Family

ID=19837864

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8103572A NL8103572A (nl) 1981-07-29 1981-07-29 Drijverschakeling.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US4535303A (nl)
EP (1) EP0071301B1 (nl)
JP (1) JPS5827457A (nl)
AU (1) AU548747B2 (nl)
CA (1) CA1193774A (nl)
DE (1) DE3262424D1 (nl)
NL (1) NL8103572A (nl)

Families Citing this family (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4633190A (en) * 1984-11-01 1986-12-30 Northrop Corporation Voltage and current source fluctuation compensator and method
CA1214228A (en) * 1985-04-23 1986-11-18 Min-Tai Hong Audio frequency amplifier supplied with dynamic power on demand
US4796932A (en) * 1987-09-22 1989-01-10 Hoover Universal, Inc. Remote release and pull-down unit
US4974885A (en) * 1989-10-31 1990-12-04 Fuji Jukogyo Kabushiki Kaisha Device for locking trunk lid of motor vehicle
US5511118A (en) * 1991-01-31 1996-04-23 Northern Telecom Limited Method of providing d.c. feed to a telephone line
CA2152901C (en) * 1993-01-28 1998-04-21 Stanley Adam Gores Method of providing d.c. feed to a telephone line
SE503688C2 (sv) * 1994-11-10 1996-07-29 Ericsson Telefon Ab L M Drivsteg
US7202676B2 (en) * 2005-02-28 2007-04-10 Keithley Instruments, Inc. Source measure circuit
JP2008010667A (ja) * 2006-06-29 2008-01-17 Mitsumi Electric Co Ltd 半導体装置
US7906977B1 (en) * 2008-03-24 2011-03-15 Keithley Instruments, Inc. Dual output stage source measure circuit

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2705604C3 (de) * 1976-02-12 1979-12-20 Hitachi, Ltd., Tokio NF-Leistungsverstärker
JPS52132660A (en) * 1976-04-28 1977-11-07 Matsushita Electric Ind Co Ltd Power amplifier
JPS6042645B2 (ja) * 1976-12-08 1985-09-24 株式会社ケンウッド 増幅回路
JPS5480053A (en) * 1977-12-08 1979-06-26 Pioneer Electronic Corp Output amplifier
NL7810086A (nl) * 1978-10-06 1980-04-09 Philips Nv Voedingsbrug voor een abonneestroomloop.
DE2923780A1 (de) * 1979-06-12 1980-12-18 Siemens Ag Schaltungsanordnung zur speisespannungsregelung fuer einen operationsverstaerker
JPS5935522B2 (ja) * 1979-10-16 1984-08-29 ヤマハ株式会社 電力増幅器

Also Published As

Publication number Publication date
JPS5827457A (ja) 1983-02-18
DE3262424D1 (en) 1985-03-28
AU548747B2 (en) 1986-01-02
US4535303A (en) 1985-08-13
AU8638882A (en) 1983-02-03
EP0071301B1 (en) 1985-02-20
CA1193774A (en) 1985-09-17
EP0071301A1 (en) 1983-02-09

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN101589539B (zh) 负载驱动电路、集成电路、直流-直流变换器、及负载驱动方法
US4595920A (en) Low-loss sinusoidal drive system and technique
AU549187B2 (en) Pulse width modulated voltage converter for generating a preferably sinusoidal alternating voltage
EP0513920A2 (en) Apparatus for operating discharge lamps
JPH07501645A (ja) 調光制御回路
NL8103572A (nl) Drijverschakeling.
EP0214153A1 (en) A low voltage power source power inverter for an electroluminescent device
KR19990044094A (ko) 대향된 전류 전력변환기
KR20080079275A (ko) Led 셀들을 구동하기 위한 장치
CN206743604U (zh) Led背光混合调光电路及显示装置
US4224535A (en) Efficient base drive circuit for high current transistors
US6249417B1 (en) Electrical circuit for producing a substantially constant pulsed magnetic field for repelling rodents
JPS6251302A (ja) 増幅器の出力端に接続されている負荷を有する回路装置
US3427458A (en) Brightness regulator for an electroluminescent lamp using a bridge the output of which controls the frequency of a variable frequency oscillator
KR920009154A (ko) 표시로 의도된 과금펄스를 전기통신 가입자에게 발생하는 회로
US4542273A (en) Circuit for inductive heating apparatus with multiple high frequency energy sources
KR930011779A (ko) 회로장치
US4376969A (en) Control signal and isolation circuits
NL8105159A (nl) Schakeling voor het omzetten van een ingangsgelijkspanning in een uitgangsgelijkspanning.
JPH0351346B2 (nl)
JPS5961886A (ja) 駆動回路
NL7807531A (nl) Inrichting voor het toevoeren van een signaal aan een transmissielijn.
US4310898A (en) Minimum magnetic bubble driving circuits for multiple coils
JP3012649B2 (ja) 蛍光灯付勢装置
US6426570B1 (en) Incandescent power converter with complementary switches

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed