NL8103300A - Spanningvrij garenvoedingsysteem. - Google Patents

Spanningvrij garenvoedingsysteem. Download PDF

Info

Publication number
NL8103300A
NL8103300A NL8103300A NL8103300A NL8103300A NL 8103300 A NL8103300 A NL 8103300A NL 8103300 A NL8103300 A NL 8103300A NL 8103300 A NL8103300 A NL 8103300A NL 8103300 A NL8103300 A NL 8103300A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
yarn
source
tension
suction
rollers
Prior art date
Application number
NL8103300A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Bigelow Sanford Inc
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bigelow Sanford Inc filed Critical Bigelow Sanford Inc
Publication of NL8103300A publication Critical patent/NL8103300A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H51/00Forwarding filamentary material
    • B65H51/20Devices for temporarily storing filamentary material during forwarding, e.g. for buffer storage
    • B65H51/205Devices for temporarily storing filamentary material during forwarding, e.g. for buffer storage by means of a fluid
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/34Handling the weft between bulk storage and weft-inserting means
    • D03D47/36Measuring and cutting the weft
    • D03D47/368Air chamber storage devices
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H2701/00Handled material; Storage means
    • B65H2701/30Handled filamentary material
    • B65H2701/31Textiles threads or artificial strands of filaments

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Tension Adjustment In Filamentary Materials (AREA)
  • Forwarding And Storing Of Filamentary Material (AREA)
  • Treatment Of Fiber Materials (AREA)

Description

*
Spanningvrij garenvoedingsysteem
De uitvinding heeft betrekking op een spanningvrij garen-voedingsysteem, in het bijzonder voor het invoeren van garen in een hoge snelheid garenopnemend apparaat en de uitvinding heeft dan ook in het bijzonder betrekking op een nagenoeg 5 spanningvrij garenvoedingsysteem.
De vervaardiging van verschillende garenprodukten/ die worden vervaardigd uit een veelvoud aan gareneiden wordt ernstig belemmerd door spanningvariaties tussen de gareneinden onderling.Karakteristiek voor een dergelijke situatie is 10 de vervaardiging van in elkaar verwikkelde garens, zoals beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 3.846,968, 4.064.686 en 4.223.520.Zoals in deze octrooischriften wordt geleerd, wordt een aantal gareneinden bij elkaar gebracht en verwerkt teneinde een garen "bundel" te verschaffen met 15 bijzondere kenmerken.Verschillende intermitterende spanning tussen de verschillende einden levert een verschillende lengte van afzonderlijke garens, en als gevolg daarvan vormen het strakke garen einde of de strakke garen einden een kern of worden bedolven onder de andere garans.Bij deze terkortkoming 20 wordt het gareneinde, dat onder een grotere spanning staat dan de andere gareneinden letterlijk de kern van een garen, met de andere einden daaromheen gewikkeld.Een dergelijk garen wordt gebrekkig beschouwd en kan niet worden gebruikt voor het beoogde eindgebruik.Wegens de aard van de oorzaken van onge-25 lijkmatige spanning tussen de gareneinden onderling, treden dergelijke ongeschikte delen in het eindgaren op met onregelmatige frekwenties, hetgeen ertoe leidt, dat grote delen van het garen of het weefsel streperig en van slechte kwaliteit zijn.
30 De gareneinden worden aangevoerd naar een verwerkings- apparaat van kegels, buizen of gebreide sokken, die in een bus zijn opgeslagen.In het geval van kegels of buizen wordt het garen van de kegel of buis afgetrokken en door standaard spanning en beweging onderbrekende organen gevoerd naar het 35 garenverwerkende apparaat, dat, rekening houdend met de laatste stand van de techniek, bij zeer hoge snelheid werkt.Op overeenkomstige wijze wordt, in gevallen dat het garen gebreid is tot een z.g.n."sok", die geverfd is, de sok dan uit- 8103300 8 % - 2 - gehaald wordt om het garen vandaar over geleide-, span- en beweging onderbrekende organen te leiden.Variaties in de spanning van het garen, dat wordt aangevoerd naar :de garenver-bruikende inrichtingen worden veroorzaakt door uiteinden die 5 vastlopen of wrijven tegen een afgifteorgaan, of, in het geval van aanvoeren vanaf gebreide sokken, door variaties in het breisel tengevolge van het op elkaar liggen van de ene laag op de andere in de sok.Spanning wordt ook beïnvloed door de chemicaliën, gommen en fixeermiddelen die gebruikt worden 10 om kleurechtheid te verkrijgen.
Bij andere typen garenverbruikende inrichtingen, zoals hoge snelheid weefgetouwen, kunnen variaties van de spanning van het garen, dat aan het weefgetouw wordt toegevoerd, leiden tot een ongeschikt produkt.
15 Het zal derhalve duidelijk zijn, dat er een behoefte be staat aan het verschaffen van garen in een nagenoeg spanning-vrije toestand voor garenverbruikende inrichtingen, en in het bijzonder hoge snelheid garen verbruikende inrichtingen.
Het belangrijkste doel van de uitvinding is derhalve het 20 verschaffen van een orgaan en een methode voor het aanvoeren van nagenoeg spanningvrij garen van een garenbron naar een garen verbruikend apparaat, waarbij de bovengenoemde en andere dergelijke nadelen niet optreden.
De uitvinding heeft tevens ten doel een orgaan te ver-25 schaffen voor het nagenoeg spanningvrij aanvoeren van garen van een garenbron naar een garen verbruikend apparaat, dat goedkoop Vervaardigd kan worden en doelmatig in het gebruik is.
De uitvinding heeft ook ten doel een orgaan te verschaf-30 fen voor het aanvoeren van nagenoeg spanningvrij garen van · een garenbron naar een garen verbruikend apparaat, dat voor ieder type garenbron gebruikt kan worden.
Nog een ander doel van de uitvinding bestaat uit het verschaffen van een orgaan voor het nagenoeg spanningvrij 35 aanvoeren van garen van een garenbron naar een garen verbruikend apparaat, dat bijzonder geschikt is om een aantal gareneinden toe te voeren naar een apparaat,'.dat de gareneinden verwerkt tot één enkele bundel.
Daarenboven heeft de uitvinding ten doel een werkwijze 8103300 * % - 3 - te verschaffen voor het aanvoeren van nagenoeg spanningvrij garen van een garenbron naar een garen verbruikend apparaat, die gemakkelijk en economisch kan worden uitgevoerd.
In overeenstemming met de bovenstaande doeleinden ver-5 schaft de uitvinding een orgaan voor het aanvoeren van nagenoeg spanningvrij garen van een spanningbron naar een garen verbruikend apparaat, dat voorzien is van garenaanzuigorganen en garenverzamelorganen, waarbij het aanzuigorgaan één garen-eind of een aantal gareneinden aftrekt van de bron en deze 10 in het verzamelorgaan gooit, vanwaar' het garen verbruikende apparaat de gareneinden in nagenoeg spanningvrije toestand aneemt.In een voorkeursuitvoeringsvorm bevat het apparaat een haspelorgaan, dat gelegen is tussen de garenbron en het aanzuigorgaan voor het aftrekken van de gareneinden van de bron.
15 In deze voorkeursuitvoeringsvorm kan het aanzuigorgaan met een aanzienlijk geringere hoeveelheid lucht werken, waardoor de economie van de bewerking wordt verbeterd, daar het alleen maar voldoende spanning op het garen behoeft te verschaffen dat wordt afgetrokken, om dit strak te wikkelen op het haspel 20 orgaan, en het garen op het verzamelorgaan te gooien.
Het verzamelorgaan bestaat uit een taps toelopende verzamelaar, die overeenkomt met een trechter, waarbij het garen aan de brede kant binnekomt en aan de nauwe kant uittreedt, met een opzettelijke opstuwing van garen in de ver-25 zamelaar.De grote aanvoerkant van de verzamelaar is afgesloten en de aanzuiger is in de afsluiting aangebracht.Wanneer derhalve de verzamelaar vol is blokkeert garen de afvoerkant van de aanzuiger en stopt het aantrekken van garen van de bron totdat de verzamelaar weer leeg is.
30 De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze waarbij men garen aftrekt van een bron en dit in een verzamelaar gooit, waaruit het wordt weggetrokken door een garen verbruikend apparaat onder nagenoeg spanningvrije omstandigheden.De werkwijze en het orgaan volgens de uitvinding zijn 35 in het bijzonder geschikt om te worden gebruikt voor hoge snelheid garen verbruikende machines van verschillende typen.
Opgemerkt dient te worden, dat aanzuigers of straal-mondstukken gewoonlijk gebruikt worden om inslaggaren in hoge snelheid weefgetouwen te schieten.Dergelijke toepassin- 8103300 i % - 4 - gen van aanzuigers en straalmondstukken worden karakteristiek beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 3.575.217 en 3.865.149.Verzamelaars voor garens zijn eveneens bekend uit de stand van de techniek voor het aanvoeren van een be-5 paalde garenlengte naar een straalmondstuk voor het inschieten in >een hoge snelheid weefgetouw.Het straalmondstuk moet, met behulp van een zeer hoge druk vloeistof,een lengte inslag garen door het vak van het weefgetouw schieten.
Een typische verzamelaar voor het toevoeren van garen 10 naar een weefgetouw is ontworpen om een lengte te verschaffen die geschikt is om door het vak van het weefgetouw te worden geschoten.Dergelijke verzamelaars worden karakteristiek beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 3.575.217, 3.799.212 en 3.865.149 alsmede in de Japanse Gebruiksmodel 15 publicatie Nr. 2201/1969 en een artikel van A.A.Tuvaeva in het Russische tijdschrift "Tekstil'naya Promyshlennost", _9, (1962), 53-59.
Deze verzamelaars zijn echter, ofschoon ze garen verschaffen in een nagenoeg spanningvrije toestand, in de eerste 20 plaats ontworpen voor het verschaffen van een bepaalde garenlengte.Dergelijke verzamelaars worden met andere woorden op een intermitterende basis gebruikt.Anderzijds wordt de uitvinding , indien gewenst/, kontinu gebruikt.
De bovenstaande doeleinden worden-;nader beschreven, en 25 andere doeleinden zullen duidelijk worden, indien men aandacht schenkt aan de onderstaande gedetailleerde beschrijving die verwijst naar de bijgaande tekeningen, waarvan
Fig.1 een schematisch vooraanzicht is van het orgaan volgens de uitvinding; 30 Fig.2 een aanzicht in perspektief is, deels schematisch weergegeven, van de uitvinding, die een andere uitvoeringsvorm van het haspelorgaan laat zien;
Fig.3 een schematische weergave is van een andere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding; 35 Fig.4 een vlak bovenaanzicht is van een andere vorm haspelorgaan, die gebruikt kan worden bij de uitvinding;
Fig.5 is een aanzicht in perspectief van nog een andere vorm haspelorgaan, die gebruikt kan worden bij de uitvinding;
Fig.6 is een aanzicht in perspectief dat de werkelijke 8103300 - 5 - * * konstruktie van de uitvoeringsvorm in Fig.3 Iaat zien;
Fig.7 is een gedetailleerd aanzicht in vertikale doorsnede langs lijn 7-7 in Fig.6;
Fig.8 is een vertikale dwarsdoorsnede van het aanzuig-5 orgaan in Fig.7;
Fig.9 is een aanzicht, gedeeltelijk in zijaanzicht en gedeeltelijk in vertikale doorsnede van de motor en het has-pelorgaan in Fig.6;
Fig.10 is een gedeeltelijk schematisch zijaanzicht van 10 een garenophoop apparaat waarin het orgaan volgens de uitvinding wordt gebruikt;
Fig.11 is een dwarsdoorsnede van het mondstukorgaan van Fig.10;
Fig.12 is een andere uitvoeringsvorm van het mondstukor-15 gaan van Fig.10; en
Fig.13 is nog een andere uitvoeringsvorm van het mondstukorgaan van Fig.10.
In Fig.1 wordt de garenbron 10 weergegeven als een kegel van gewikkeld garen, ofschoon het duidelijk zal zijn, dat de 20 garenbron iedere uit de stand van de techniek bekende bron kan zijn.Het zal ook duidelijk zijn, dat een aantal gareneinden 12 worden getrokken van een aantal garenbronnen 10 en gevoerd worden over gebruikelijke geleideorganen 14 alvorens in het orgaan volgens de uitvinding te treden.Het orgaan vol-25 gens de uitvinding omvat haspelorgaan 16, aanzuigorgaan 18 en verzamelorgaan 20.Haspelorgaan 16 is bij voorkeur een hoge snelheid gepolijste aandrijfrol, die kontinu wordt aangedreven met een snelheid die voldoende is om garen van de bron te trekken en een kontinue toevoer te verschaffen voor het 30 garen verbruikende orgaan bij iedere snelheid waarmee het garen verbruikende orgaan het garen aantrekt.Zo zal rol 16 aan het draaien worden gehouden met een snelheid, die iets hoger ligt dan de hoogste te verwachten snelheid van het garenverbruik teneinde een voldoende kapaciteit te hebben.Wan-35 neer het garen verbruik lager ligt dan de hoogste te verwachten hoeveelheid, is de uitwerking daarvan een intermitterend aftrekken van het garen van de bron, ofschoon rol 16 kontinu draait.De verklaring daarvan zal duidelijk worden uit de onderstaande bespreking.Het garen 12 wordt bij voorkeur 40 een keer om rol 16 gewikkeld, ofschoon meer dan één wikkeling 8103300 - ó - kan worden gebruikt.
Van rol 16 loopt garen 12 naar en door aanzuiger 18, die in wezen een straalmondstuk is, dat het garen naar binnen zuigt en dan met kracht het garen uitstoot in verzamelaar 20, 5 vanwaar het nagenoeg zonder spanning wordt aangetrokken door het garen verbruikende apparaat.
Het is van belang op te merken dat haspelorgaan 16 achterwege kan worden gelaten wanneer de luchtdruk in aanzuig-orgaan 18 voldoende is om het garen van de bron af te trekken * 10 en het in verzamelaar 20 te gooien.Het verdient echter de voorkeur, dat een haspelorgaan wordt gebruikt, waardoor de noodzaak van een zeer groot volume lucht van zeer hoge druk naar aanzuiger 18 wordt vermeden.Bij gebruik van een haspelorgaan behoeft de luchtdruk naar aanzuiger 18 slechts voldoen-15 de te zijn om spanning op het garen aan te leggen om het garen op het oppervlak van rol 16 te houden, waarna de rotatie van rol 16 het garen van de bron zal trekken.
In Fig.2 wordt, in een andere uitvoeringsvorm, een paar rollen 22 en 24 gebruikt als haspelorganen.Garen 12 loopt 20 over rollen 22 en 24, die in hetzelfde vertikale vlak zijn opgesteld en op korte afstand van elkaar, waarbij beide rollen in de bewegingsrichting van het garen draaien.Garen 12 wordt dan om beide rollen gewikkeld en loopt vandaar naar aanzuiger 18, die dezelfde is als de aanzuiger in Fig.1.Garen 25 12 gaat dan door aanzuiger 18 naar verzamelaar 20.Zoals men ziet is de invoerkant van verzamelaar 20 gesloten, zoals aangegeven bij 23 en de afvoerkant van aanzuiger 18 is in de afsluiting aangebracht.Een aantal gaten 25 is in verzamelaar 20 aangebracht voor het aflaten van de lucht die uit'aanzui-30 ger 18 wordt ingeblazen.Het garen hoopt zich op in verzamelaar 20 en wordt daaruit getrokken door oog 26 en loopt desgewenst door spanningsorgaan 28 terwijl het naar het garen verbruikende apparaat wordt getrokken.Spanningsorgaan 28 wordt alleen maar gebruikt als een geringe gelijkmatige span-35 ning moet worden aangelegd op het garen, dat wordt aangevoerd naar het garen verbruikende apparaat.
Als de garentoevoersnelheid naar verzamelaar 20 groter is dan de snelheid waarmee garen wordt afgenomen door het garen verbruikende apparaat, zal de verzamelaar vol lopen en 40 zal het garen de uittreeopening van aanzuiger 18 blokkeren, 8103300 ~t * *** ί — waardoor de garenstroom wordt gestopt.Het garen tussen aan-zuiger 18 en haspel 16 gaat dan slap hangen en het garen, dat om de rol of rollen gewikkeld is, die haspel 16 vormen, zal dan op de rol of rollen slippen, waardoor het aftrekken van 5 garen van bron 10 tot stilstand zal komen.Zo zijn als een belangrijk aspekt van de uitvinding geen ingewikkelde meet-organen of regelaars nodig.
Ofschoon het aanzuiggedeelte van het systeem ontworpen is voor automatische werking kan het voor sommige toepassin-10 gen noodzakelijk zijn om de hoeveelheid garen die op een willekeurig tijdstip in de verzamelaar aanwezig is, nog verder te beperken.Dit kan geschieden door gebruik van licht afgevende dioden of drukgevoelige luchtlogische regelaars, die op max-min punten in dedoorgang van de verzamelaar zijn aan-15 gebracht, zodat de aanzuig luchtklep wordt geopend in de min positie, gesloten in de max positie en weer geopend als de garenvoorraad is afgenomen tot de min positie.
Daar de meeste grote fabrieken die garen gebruiken of vervaardigen, een aantal garen verwerkende machines gebruiken 20 verdient het de voorkeur een orgaan voor het toeleveren van garen onder nagenoeg spanningvrije omstandigheden te verschaffen, dat het garen aan een aantal garen verbruikende machines kan leveren.
Fig.3 laat een uitvoeringsvorm zien, waarin dat wordt 25 gedaan, waarin vier verzamelaars 20a, 20b, 20c en 20d zijn gekombineerd en iedere verzamelaar voorzien is van een aan-zuiger, respectievelijk 18a, 18b, 18c en l8d.Garens 12a, 12b, 12c en 12d worden respectievelijk afgetrokken van hun bijpassende bronnen en geleid over een enkele rol 16.
30 Voor het gemak wordt in Fig.1 en Fig.2 een enkel garen einde weergegeven dat vanaf een enkele bron in het orgaan wordt ingevoerd.In Fig.3 is gemakshalve slechts een van de verzamelaars weergegeven met een toevoer van een aantal gareneinden 12a, die allen samenkomen bij aanzuiger 18a en uit-35 treden als vier afzonderlijke spanningvrije gareneinden.
Haspelorgaan 16 is in zijn voorkeursuitvoeringsvorm weergegeven als een enkele rol en in een andere uitvoeringsvorm als een dubbele rol.Desgewenst kan haspelorgaan 16 een typische windastrommel zijn zoals weergegeven bij 30 in Fig.
40 4, of zoals weergegeven in Fig.5 een paar rollen 32 en 34, 8103300 * - 8 - die zodanig zijn opgesteld dat hun hart iets ten opzichte van elkaar versprongen is.Rollen 32 en 34 grijpen zo in elkaar, dat ze in tegengestelde richting draaien.Zo komt garen 12 aan op rol 32 en loopt daar 270° omheen, gaat dan naar rol 34. en 5 loopt daar 270° omheen, en gaat vandaar naar aanzuigorgaan 18.
In de Figs.6-9 wordt de beste, ons bekende uitvoeringswijze voor het uitvoeren van de uitvinding weergegeven.Daarbij zijn op een onderplaat 36 opgesteld haspelorgaan 16, aanzuigorgaan 18 en verzamelorgaan 20.Haspelorgaan 16 bevat een - 10 motor 38 en aandrijfspoel of trommel 40.Motor 38 is op onder plaat 36 bevestigd met behulp van een bevestigingsbeugel 42, bouten 44 en moeten 46.Aandrijfspoel 40 is bevestigd op een draaiende as 48 van motor 38 door middel van een pen 50 en stelschroef 52.
15 Aanzuigorgaan 18 is voorzien van een spruitstuk 54, waar in in de lengterichting geboord luchtspruitstuk 56.Een aantal, in het onderhavige geval vier, aanzuigmondstukken 58 zijn in spruitstuk 54 aangebracht en worden op hun plaats gehouden door steldeksel 76 van een doorzichtig materiaal, zoals een 20 acrylkunststof, zodat een operator het garen, dat door de verzamelaar loopt, kan waarnemen.
In Fig.8 kan men zien, dat aanzuigmonstuk 58 een doorgang 82 bezit, die nabij de uittreeopening snijdt met opening 84.De buitenwand van de massa van mondstuk 58 is in het alge-25 meen cylindrisch, maar er is een plat, taps naar binnen lopend oppervlak 86 dat eindigt bij schouder 88, waardoor een luchtkamer wordt gevormd die in verbinding staat met spruitstuk 56.Opening 84 is door de wand van mondstuk 56 geboord van schouder 88 naar doorgang 82 onder een hoek zodat de 30 lucht die door opening 84 gaat, gericht is op het midden van uittreeopening 90 van doorgang 82.Op deze wijze wordt een venturi-effekt tot stand gebracht als de hoge druk lucht uit opening 84 met hoge snelheid wordt uitgestoten in doorgang 82 waardoor een onderdruk ontstaat in buis 64 en doorgang 82, 35 waardoor garen door de aanzuiger wordt getrokken.
Doorgang 82 is bij voorkeur taps toelopen met de grootste diameter aan de intreekant en de kleinste diameter aan de uittreekant.Bij het vervaardigen van mondstuk 58 hebben we doorgang 82 geruimd om mondstukken in drie verschillende ma-40 ten te verschaffen.Het eerste had een tapsheid die loopt van 8103300 ~ 9 - 0,338 cm aan de kleine kant tot 0,424 cm aan de grote kant. Het tweede had een tapsheid die loopt van 0,376 cm aan de kleine kant tot 0,467 cm aan de grote kant.Het derde had een tapsheid die loopt van 0,419 cm aan de kleine kant tot 0,508 5 cm aan de grote kant.Ongeacht de afmeting van doorgang 82 is een opening 84 met een diameter in het trajekt van 0,159 - 0,079 cm geschikt.Hoek kan liggen in het trajekt van 11° - 15°.
De verschillende dimensies zijn niet kritisch voor de 10 uitvinding; de belangrijke faktoren waarmee rekening gehouden dient te worden zijn de kombinatie van dimensies en luchtdruk die het gewenste effekt zal verschaffen, terwijl bij voorkeur het luchtverbruik zo gering mogelijk wordt gehouden, daar samengeperste lucht een kostbaar produkt is.Ofschoon gebleken 15 is dat verschillende kombinaties van dimensies bevredigende resultaten verschaffen, hebben we gevonden, dat de bevredi-gendste configuratie van het aanzuigmondstuk bestaat uit een configuratie waarvan de tapsheid loopt van 0,376 cm tot 0,467 cm, de opening een diameter heeft van 0,079 cm en hoek 20 = 11°.Dit mondstuk wordt het beste gebruikt bij een iucht- 2 3 druk van 4,2 kg/cm , die onder deze omstandigheden 1,78 m / uur lucht doorvoert.Onder deze omstandigheden is tevens de spanning die op het garen ontstaat 8,29 g.
De volledige eenheid wordt weergegeven in Fig.7, opge-25 steld op een voetstuk 92 ofschoon het de vakman duidelijk zal zijn, dat die op iedere geschikte wijze kan worden opgesteld op een tafel of op een andere bekende drager.
Zoals boven vermeld is het orgaan volgens de uitvinding in het bijzonder bruikbaar als het gebruikt wordt in kombina-30 tie met een apparaat voor het intermitterend volumineus maken van garens, zoals beschreven in de Amerikaanse octrooi-schriften 3.846.968, 4.064.686, en 4.223.520.Desondanks wordt het apparaat hierin kort besproken ter beter begrip van de wijze waarop de uitvinding werkt.
35 In Fig.10 wordt het orgaan volgens de uitvinding schema tisch weergegeven bij 94.Het garen 96, dat uit apparaat 94 komt, loopt door de invoerrollen 98 na door garengeleider 100 te zijn gegaan.Het garen loopt dan door luchtmondstuk 102, dat voorzien is van een boring in de lengterichting en aan 40 luchttoevoer 104 van luchtaanvoer 106.Het intermitterend los • 81 03 3 0 0 - JO “ gemaakte garen 108, dat uit mondstuk 102 komt, loopt door de opneem rollen 110 en garengeleider 112 naar een garen opneem-orgaan 114.Ofschoon de invoer- en opneem rollen 98 en 110 schematisch zijn weergegeven als een drierol samenstel, kan 5 iedere bekende opstelling worden gebruikt.
Luchtmonstuk 102 kan uit een aantal specifieke vormen worden uitgezocht.In Fig.11 wordt een uitvoeringsvorm van het luchtmondstuk weergegeven.In deze uitvoeringsvorm wordt een huis 116 weergegeven met een inzet 118, die voorzien is van 10 een in de lengterichting doorlopende boring 120, waardoorheen het garen kan gaan.Inzet 118 is voorzien van een paar diametraal tegenover elkaar gelegen luchtdoorgangen 122, die onder een rechte hoek staan ten opzichte van de in de lengterichting lopende boring 120.In huis 116 zitten een paar lüchtin-15 laten 124, die in verbinding staan met luchtdoorgangen 122. Aan de inlaat en uitlaatkant van de doorgaande boring zijn een paar ogen 126 aangebracht.De gareneinden 12 komen aan de ene kant van boring 120 binnen en de lucht, die uit de luchtdoorgangen 122 naar buiten komt, komt daarmee in botsing in 20 de kamer.Als het garen uit de doorgaande boring treedt, zoals weergegeven in Fig.12, wordt het voorzien van afwisselend verdikte gebieden 128 en onderling ineengewikkelde gebieden 130, die eerder beschreven zijn als "ineengewikkeld" en als "vervlochten".
25 In Fig.12 wordt een andere uitvoeringsvorm van het mond stuk weergegeven, waarin de doorgaande boring voorzien is van een paar coaxiale kamers 132 en 134.Kamer 132 heeft een grote re diameter dan kamer 134 en is voorzien van een tapse kant 136, waar ze in elkaar overgaan.In deze uitvoeringsvorm is, 30 net als in de uitvoeringsvorm van Fig.1, een paar ogen 138 aan iedere kant van de doorlopende boring aangebracht om slijtage te verminderen.
De uitvoeringsvorm van Fig.13 vertoont grote overeenkomst met die volgens Fig.12.Het voornaamste verschil is, dat er nu 35- slechts één enkele luchtinlaat 124 is.Ook zijn er, zoals uit Fig.13 blijkt, geen ogen aangebracht.Het is de vakman echter bekend dat één of béide ogen kunnen worden verwijderd of gebruikt, als naar gelang gewenst wordt.Ook kunnen, ofschoon in Fig.12 twee verschillende typen ogen zijn weergegeven, de 40 beide ogen van hetzelfde type zijn.
8103300

Claims (23)

1. Orgaan voor het aanvoeren van nagenoeg spanningvrij garen van een garenbron naar een garen verbruikend apparaat, met het kenmerk, dat het voorzien is van een aanzuigorgaan voor garen en een verzamelorgaan daarvoor, waarbij het aanzuig- 5 orgaan tenminste één gareneinde aftrekt van de bron en dat garen in het verzamelorgaan gooit, vanwaar het apparaat de gareneinden in een nagenoeg spanningvrije toestand aantrekt.
2. Orgaan volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het tevens een orgaan bevat voor het aanleggen van een kleine, 10 gelijkmatige spanning op de gareneinden ter regeling, terwijl ze worden aangetrokken door het apparaat.
3. Orgaan volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het aanzuigorgaan gelegen is aan de inlaatkant van het verzamelorgaan, waardoor, als het verzamelorgaan vol garen is, de 15 uitlaat van het aanzuigorgaan geblokkeerd geraakt waardoor de aanvoer van garen van de bron wordt stilgezet.
4. Orgaan volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het verzamelorgaan bestaat uit een taps toelopende verzamelaar waarvan het grootste einde de aanvoer- 20 kant is en het kleinste einde de afvoerkant is, en de aan-voerkant van de verzamelaar is afgesloten door een afsluit-orgaan, dat voorzien is van een opening, waardoor het aanzuigorgaan het garen gooit.
5. Orgaan volgens één of meer van de voorgaande conclusies, 25 met het kenmerk, dat het tevens voorzien is van een haspel- orgaan, dat gelegen is tussen de garenbron en het aanzuig-orgaan om de gareneinden van de bron af te trekken.
6. Orgaan volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het haspelorgaan voorzien is van een 30 kontinu met hoge snelheid aangedreven, gepolijste aandrijf-rol waar omheen het garen gewikkeld is, waarbij de aanzuiger dan voorwaartse spanning aanlegt op het rond de rol gewikkelde garen.
7. Orgaan volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het has-35 pelorgaan voorzien is van een paar op een afstand van elkaar opgestelde kontinu aangedreven hoge snelheid, gepolijste aandrijfrollen waarvan de rotatieas in hetzelfde vertikale 8103300 - 12 - ) vlak versprongen is, en het garen één van deze rollen wordt ingevoerd, rond beide rollen wordt gewikkeld, gevolgd door een wikkeling om de andere rol,'waarna het die andere rol verlaat op een plaats tussen de rollen.
8. Orgaan volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat beide rollen draaien in de bewegingsrichting van het garen.
9. Orgaan volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het has-pelorgaan voorzien is van een paar rollen die zo in elkaar grijpen dat ze in tegengestelde richting draaien, waarbij 10 de rotatieas van deze rollen ten opzichte van elkaar versprongen is, zodat garen, dat over één van deze rollen wordt ingevoerd en van de andere rol afkomt, met ieder van deze rollen over 270° in aanraking is langs de omtrek daarvan.
10. Werkwijze voor het aanvoeren van nagenoeg spanningvrij 15 garen van een bron naar een garen verbruikend apparaat, met het kenmerk, .dat een aantal einden van het garen van de bron worden afgetrokken, door een aanzuigorgaan worden gevoerd, en de gareneinden in een verzamelaar worden gegooid, vanwaar nagenoeg spanningvrij garen door het apparaat kan worden aan-20 getrokken.
11. Werkwijze volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het aftrekken van het garen van de bron selectief tot stilstand wordt gebracht, door het aanzuigorgaan en het verzamelorgaan zodanig op te stellen, dat wanneer de verzamelaar volloopt 25 met garen, de afvoerkant van het aanzuigorgaan geblokkeerd wordt door het garen,'waardoor de aanzuiger geen garen .meer aantrekt.
12. Apparaat voor het intermitterend volumineus'maken van garens, met het kenmerk, dat het voorzien is van een aanzuigorgaan, 30 een verzamelorgaan voor garen, waarbij het aanzuigorgaan een aantal gareneinden aftrekt van een garenbron en deze gareneinden in het verzamelorgaan gooit; -een invoer rolorgaan voor het onttrekken van de gareneinden aan het verzamelorgaan; een mondstuk met een in de lengterichting daardoor lopende 35 boring, waardoor de gareneinden worden gevoerd,waarbij tenminste één luchtdoorgang deze boring kruist onder een rechte hoek daarmee, waarddoor de op deze gareneinden botsende lucht deze gareneinden onderling verwikkelt op op onderlinge afstand gelegen punten waardoor een intermitterend volumineus 8103300 - 13 - gemaakt garen, en een opneemrol om dit volumineus gemaakte garen van het mondstuk af te trekken.
13. Apparaat volgens conclusie 12/ met het kenmerk/ dat de doorlopende boring voorzien is van een grootste diameter ge- 5 deelte aan de inlaatkant daarvan en een kleinste diameter aan de uitlaatkant daarvan.
14. Apparaat volgens conclusie 12 of 13/ met het kenmerk/ dat het voorzien is van een luchtdoorgang.
15. Apparaat volgens conclusie 12 of 13, met het kenmerk, dat 10 het voorzien is van een paar diametraal tegenover elkaar gelegen luchtdoorgangen.
16. Apparaat volgens één of meer van de conclusies 12-15, met het kenmerk, dat het tevens voorzien is van een orgaan voor het aanleggen van een kleine gelijkmatige spanning op de 15 gareneinden ter regeling, dat geplaatst is tussen het verza-melorgaan en het aan voer orgaan ..
17. Apparaat volgens één of meer van de conclusies 12-16, met het kenmerk, dat het aanzuigorgaan is opgesteld aan de inlaatkant van het verzamelorgaan, waardoor, als het verzamelor- 20 gaan vol garen zit, de afvoer van het aanzuigorgaan geblokkeerd raakt, waardoor de aanvoer van garen van de bron tot stilstand komt.
18. Apparaat volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat het verzamelorgaan een taps toelopende verzamelaar is waarvan de 25 grootste kant de inlaatkant is en de kleinste kant de uitlaat kant is, waarbij de inlaatkant van de verzamelaar is afgesloten door een afsluitorgaan, en het afsluitorgaan voorzien is van een opening waardoor het aanzuigorgaan het garen gooit.
19. Apparaat volgens één of meet van de conclusies 12-18, met 30 het kenmerk, dat het verder voorzien is van een haspelorgaan dat is opgesteld tussen de garenbron en het aanzuigorgaan om de gareneinden van de bron af te trekken.
20. Apparaat volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat het haspelorgaan voorzien is van een kontinu aangedreven, hoge 35 snelheid, gepolijste aandrijfrol waaromheen het garen is gewikkeld, waarbij de aanzuiger dan voorwaartse spanning uitoefent op het garen, dat om de rol gewikkeld is. 81 03 3 0 Ö ·* V - 14 -
21. Apparaat volgens conclusie 20, met het kenmerk; dat het haspelorgaan voorzien is van een paar op onderlinge afstand opgestelde, kontinue aangedreven, hoge snelheid, gepolijste aandrijfrollen, waarvan de rotatieas in hetzelfde vertikale 5 vlak onderling versprongen is, en waarbij het garen over één van deze rollen wordt ingevoerd, rond beide genoemde rollen wordt gewikkeld, en de andere rol verlaat op een plaats die tussen de beide rollen is gelegen.
22. Apparaat volgens één of meer van de conclusies 12-21, 10 met het kenmerk, dat beide rollen draaien in de bewegingsrichting van het garen.
23. Apparaat volgens één of meer van de conclusies 12-21, met het kenmerk, dat het haspelorgaan voorzien is .van een paar rollen, die zo in elkaar grijpen dat ze in tegengestelde 15 richting draaien, waarbij de rotatieas van deze rollen ten opzichte van .elkaar versprongen is, zodat garen dat over één van deze rollen wordt ingevoerd en van de andere rol afkomt, met ieder van deze rollen over 270° in aanraking is langs de omtrek daarvan. 81 0 3 3 0 0
NL8103300A 1981-02-04 1981-07-10 Spanningvrij garenvoedingsysteem. NL8103300A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US23146381A 1981-02-04 1981-02-04
US23146381 1981-02-04

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8103300A true NL8103300A (nl) 1982-09-01

Family

ID=22869335

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8103300A NL8103300A (nl) 1981-02-04 1981-07-10 Spanningvrij garenvoedingsysteem.

Country Status (6)

Country Link
JP (1) JPS57131673A (nl)
BE (1) BE889343A (nl)
DE (1) DE3125962C2 (nl)
FR (1) FR2499044B1 (nl)
GB (1) GB2092188A (nl)
NL (1) NL8103300A (nl)

Families Citing this family (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3412550A1 (de) * 1984-04-04 1985-10-17 SIPRA Patententwicklungs- und Beteiligungsgesellschaft mbH, 7470 Albstadt Vorrichtung fuer positive fadenlieferung an textilmaschinen
US4890800A (en) * 1987-07-30 1990-01-02 Barmag, Ag Yarn withdrawal apparatus and method
US4880177A (en) * 1987-11-07 1989-11-14 Barmag, Ag Yarn withdrawal apparatus
DE3820618A1 (de) * 1988-06-17 1989-12-28 Gustav Memminger Fadenliefervorrichtung fuer kraeusel- oder andere effektgarne
DE3825327A1 (de) * 1988-07-26 1990-02-15 Schubert & Salzer Maschinen Vorrichtung und verfahren zum speichern eines fadens
DE3908012A1 (de) * 1989-03-11 1990-09-13 Sobrevin Liefervorrichtung fuer laufende faeden
CN1205102C (zh) * 1998-09-10 2005-06-08 苏拉有限及两合公司 用于长丝卷曲变形和卷绕的卷曲变形机
AT411467B (de) * 2000-01-12 2004-01-26 Sml Maschinengesellschaft Mbh Texturierdüse
GB0008304D0 (en) * 2000-04-06 2000-05-24 Univ Manchester Precision delivery system
US6830172B2 (en) 2001-10-26 2004-12-14 Kimberly-Clark Worldwide, Inc. Apparatus and method for feeding string
US6669130B2 (en) * 2001-10-26 2003-12-30 Kimberly-Clark Worldwide, Inc. Feeding string
BE1018606A3 (nl) * 2008-07-15 2011-05-03 Picanol Nv Inrichting voor het voeden van inslagdraad.
CN102099520B (zh) * 2008-07-15 2014-02-19 必佳乐公司 用于纬纱的存储元件
WO2021104959A1 (de) * 2019-11-29 2021-06-03 Oerlikon Textile Gmbh & Co. Kg Vorrichtung zum kräuseln eines multifilen fadens

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL137169C (nl) * 1966-05-10
CH515176A (de) * 1969-06-21 1971-11-15 Castelli Luigi Vorrichtung zur Regelung der Garnförderung bei Textilmaschinen
CS152234B1 (nl) * 1971-07-14 1973-12-19
DE2255486C3 (de) * 1971-11-24 1979-07-19 Hans Kempten Stutz (Schweiz) Fadenspeichervorrichtung
CH546845A (de) * 1972-06-16 1974-03-15 Rueti Ag Maschf Anordnung zum speichern eines fadenstueckes.
US4223520A (en) * 1975-02-27 1980-09-23 Poinsett Machine Works, Inc. Method and apparatus for bulking yarn
US4064686A (en) * 1975-02-27 1977-12-27 Whitted Robert L Intermittently bulked yarn
DE2802913B1 (de) * 1978-01-24 1978-11-09 Schubert & Salzer Maschinen Saugluftduese zur Bildung einer Fadenreserve

Also Published As

Publication number Publication date
JPS57131673A (en) 1982-08-14
GB2092188A (en) 1982-08-11
DE3125962C2 (de) 1985-04-18
FR2499044A1 (fr) 1982-08-06
BE889343A (fr) 1981-12-23
DE3125962A1 (de) 1982-08-12
FR2499044B1 (fr) 1986-08-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8103300A (nl) Spanningvrij garenvoedingsysteem.
US4315398A (en) Open-end spinning apparatus
US5044572A (en) Yarn unwinding guide apparatus for a textile winding machine
US3580444A (en) Device for localizing an excess in length in a thread
US2995801A (en) Jet for fluid treatment of yarn
JPS6120652B2 (nl)
DE2553892A1 (de) Offen-end-spinnmaschine
US3753535A (en) Yarn tensioning device and method
JPS61231249A (ja) 空気式引張方法及び装置
US2911783A (en) Process and apparatus for spinning a yarn
DE102014226964B4 (de) Spinngarnstreckvorrichtung
US4753066A (en) Method of and apparatus for producing a yarn
CH682825A5 (de) Vorrichtung zur Herstellung von Spinngarn.
DE60103721T2 (de) Anspinnverfahren und Anspinnvorrichtung für eine Spinnmaschine
EP0305971B1 (de) Verfahren und Vorrichtung zum Falschdrall-Spinnen
US4628679A (en) Method and apparatus for the production of a yarn by open-end friction spinning
US5372004A (en) Cooling plate of a texturing machine
HU184086B (en) Apparatus for spinning textile fibres
US2805765A (en) Textile package formation
DE3242801C2 (nl)
US4574582A (en) Spinning device
US4640089A (en) Method and device for spinning a yarn in accordance with the open end-friction spinning principle
US4068358A (en) Machine for air-jet texturizing of continuous synthetic filaments
EP1112218B1 (de) Texturiermaschine zum texturieren und aufwickeln eines fadens
GB2182068A (en) Process and apparatus for making a yarn

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed