NL8103122A - CHAIN DEVICE FOR CHANGING THE DYNAMIC AREA. - Google Patents

CHAIN DEVICE FOR CHANGING THE DYNAMIC AREA. Download PDF

Info

Publication number
NL8103122A
NL8103122A NL8103122A NL8103122A NL8103122A NL 8103122 A NL8103122 A NL 8103122A NL 8103122 A NL8103122 A NL 8103122A NL 8103122 A NL8103122 A NL 8103122A NL 8103122 A NL8103122 A NL 8103122A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
chain
chains
compression
threshold
expansion
Prior art date
Application number
NL8103122A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
NL190214C (en
NL190214B (en
Original Assignee
Dolby Ray Milton
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Dolby Ray Milton filed Critical Dolby Ray Milton
Publication of NL8103122A publication Critical patent/NL8103122A/en
Publication of NL190214B publication Critical patent/NL190214B/en
Application granted granted Critical
Publication of NL190214C publication Critical patent/NL190214C/en

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H03ELECTRONIC CIRCUITRY
    • H03GCONTROL OF AMPLIFICATION
    • H03G7/00Volume compression or expansion in amplifiers
    • HELECTRICITY
    • H03ELECTRONIC CIRCUITRY
    • H03GCONTROL OF AMPLIFICATION
    • H03G9/00Combinations of two or more types of control, e.g. gain control and tone control
    • H03G9/02Combinations of two or more types of control, e.g. gain control and tone control in untuned amplifiers
    • H03G9/12Combinations of two or more types of control, e.g. gain control and tone control in untuned amplifiers having semiconductor devices
    • H03G9/18Combinations of two or more types of control, e.g. gain control and tone control in untuned amplifiers having semiconductor devices for tone control and volume expansion or compression

Landscapes

  • Reduction Or Emphasis Of Bandwidth Of Signals (AREA)
  • Tone Control, Compression And Expansion, Limiting Amplitude (AREA)
  • Signal Processing Not Specific To The Method Of Recording And Reproducing (AREA)
  • Coupling Device And Connection With Printed Circuit (AREA)
  • Measurement And Recording Of Electrical Phenomena And Electrical Characteristics Of The Living Body (AREA)

Description

% \ te Λ *% \ te Λ *

Keteninrichting voor het wijzigen van het dynamische gebied.Chain device for changing the dynamic area.

De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op keteninrichtingen welke het dynamische gebied van signalen verandert, namelijk compressie-organen die het dynamische gebied comprimeren en expansie-organen die het dynamische gebied expan-5 deren. De uitvinding is in het bijzonder bruikbaar voor het behandelen van audiosignalen maar is ook toepasbaar bij andere signalen.The invention generally relates to circuit devices that change the dynamic region of signals, namely compression members that compress the dynamic region and expansion members that expand the dynamic region. The invention is particularly useful for handling audio signals, but is also applicable to other signals.

Compressie-organen en expansie-organen worden normaal tezamen gebruikt (een compressie-expansiestelsel) om 10 ruisvermindering te bewerkstelligen; het signaal wordt gecompri meerd voor de transmissie of registratie en geëxpandeerd na ontvangst of afspelen uit het transmissiekanaal. Er kunnen echter ook alleen compressie-organen gebruikt worden om het dynamische gebied te verminderen, bijvoorbeeld om de capaciteit van 15 een transmissiekanaal te volgen zonder een bijkomende expansie wanneer het gecomprimeerde signaal voldoende is voor het einddoel. Aanvullend worden alleen compressie-organen gebruikt bij zekere produkten, in het bijzonder audioprodukten die slechts de bedoeling hebben om gecomprimeerde omroep of voorgeregistreer-20 de signalen over te dragen of te registreren. Expansie-organen alleen worden gebruikt bij zekere produkten, in het bijzonder audioprodukten welke slechts bedoeld zijn om te ontvangen of af te spelen van reeds gecomprimeerde omroep of voor geregistreerde signalen. In zekere produkten, in het bijzonder audioregi-25 stratie en afspeelprodukten wordt dikwijls een enkele inrichting geconstrueerd voor een omsehakelbare werking als een compressie-orgaan om signalen te registreren en als een expansie-orgaan om gecomprimeerde omroep of voorgeregistreerde signalen af te spelen.Compression members and expansion members are normally used together (a compression expansion system) to effect noise reduction; the signal is compressed for transmission or recording and expanded upon reception or playback from the transmission channel. However, it is also possible to use only compression means to reduce the dynamic range, for example to follow the capacity of a transmission channel without an additional expansion when the compressed signal is sufficient for the end purpose. Additionally, only compression means are used with certain products, especially audio products, which are intended only to transmit or record compressed broadcasting or pre-recorded signals. Expansions are used only with certain products, especially audio products, which are only intended to receive or play from already compressed broadcasting or for recorded signals. In certain products, especially audio recording and playback products, a single device is often constructed for a switchable operation as a compression means for recording signals and as an expansion means for playing compressed broadcasting or pre-recorded signals.

30 De mate van compressie of expansie kan uitge drukt worden in dB. Zo betekent bijvoorbeeld een compressie van 10 dB dat een dynamisch gebied met een ingang van N dB gecomprimeerd wordt tot een uitgangsgebied van (N - 10) dB. Men 8103122 % -2 -30 The degree of compression or expansion can be expressed in dB. For example, a compression of 10 dB means that a dynamic area with an input of N dB is compressed to an output area of (N - 10) dB. Men 8103122% -2 -

♦ V♦ Q

zegt dat in een ruisreductiestelsel 10 dB compressie gevolgd door 10 dB complementaire expansie 10 dB ruisreductie levert.says that in a noise reduction system, 10 dB of compression followed by 10 dB of complementary expansion provides 10 dB of noise reduction.

De uitvinding heeft in het Bijzonder betrekking op een keteninrichting voor het wijzigen van het dynami-5 sche gebied van een ingangssignaal en bevat een eerste keten met een bi-lineaire karakteristiek (waarbij "lineair" in deze context een constante versterking aangeeft) bestaande uit: 1) een lineair deel met laag niveau totaan een drempel, 10 2) een niet-lineair (verandering van de ver sterking) deel met tussenniveau boven de drempel en tot een eindpunt dat een vooruit bepaalde maximum compressieverhouding levert of expansieverhouding, 3) een lineair deel met hoog niveau met een 15 versterking die verschilt van de versterking van het deel van laag niveau.The invention relates in particular to a circuit arrangement for changing the dynamic range of an input signal and comprises a first circuit with a bi-linear characteristic (wherein "linear" in this context indicates a constant gain) consisting of: 1) a linear part with a low level up to a threshold, 10 2) a non-linear (change of gain) part with an intermediate level above the threshold and up to an end point that provides a predetermined maximum compression ratio or expansion ratio, 3) a linear high level part with a gain that is different from the gain of the low level part.

De karakteristiek wordt een bi-lineaire karakteristiek genoemd omdat er twee delen met praktisch constante versterking zijn. In de praktijk zijn de drempel en het eindpunt 20 niet altijd goed gedefinieerde "punten". De twee overgangs gebieden waar het tussengelegen niveaudeel uitloopt in de lage niveau en hoge niveau lineaire gebieden kunnen ieder variëren in de vorm vanaf een vlakke kromme tot een scherpe kromme afhangend van de regelkarakteristieken van het compressie-orgaan 25 en het expansie-orgaan. Er wordt ook op gewezen dat keteninrich tingen met bi-lineaire karakteristieken zich onderscheiden van twee andere bekende klassen keteninrichtingen, namelijk: (a) een logaritmische of niet lineaire keteninrichting met hetzij een vaste of veranderende helling en 30 met een niet lineair deel: de versterking verandert over het gehele dynamische gebied.The characteristic is called a bi-linear characteristic because there are two parts with practically constant gain. In practice, the threshold and end point 20 are not always well-defined "points". The two transition regions where the intermediate level portion terminates in the low level and high level linear regions may each vary in shape from a flat curve to a sharp curve depending on the control characteristics of the compression member 25 and the expansion member. It is also pointed out that circuit devices with bi-linear characteristics are distinguished from two other known classes of chain devices, namely: (a) a logarithmic or non-linear chain device with either a fixed or changing slope and 30 with a non-linear part: the gain changes over the entire dynamic area.

(b) Keteninrichtingen met een karakteristiek en met twee of meer delen waarvan slechts een deel lineair is ("uni-lineair").(b) Chain devices with a characteristic and two or more parts, of which only part is linear ("uni-linear").

35 Een keteninrichting met een bi-lineaire 8103122 - 3 - karakteristiek heeft bepaalde voordelen en wordt veel gebruikt.A chain device with a bi-linear 8103122-3 characteristic has certain advantages and is widely used.

De drempel kan ingesteld worden boven het ingangsruisniveau of transmissiekanaalruisniveau om de mogelijkheid van een regeling van de keten voor ruis uit te sluiten. Het hoge niveaudeel met 5 een praktisch constante versterking vermijdt een niet-lineaire behandeling van signalen met hoog niveau die anders vervorming zouden introduceren. In het geval van een audiosignaal waarvoor de keten syllabisch moet zijn levert het hoge niveaudeel bovendien een gebied waarbinnen over schieten behandeld wordt dat 10 optreedt bij een syllabische keten wanneer het signaalniveau plot seling toeneemt. Dit overschieten wordt onderdrukt door afsnij-diodes of dergelijke organen. Slechts bi-lineaire karakteristieken zijn in staat om deze combinatie van voordelen te leveren.The threshold can be set above the input noise level or transmission channel noise level to exclude the possibility of chain control for noise. The high level portion with a practically constant gain avoids nonlinear handling of high level signals that would otherwise introduce distortion. In addition, in the case of an audio signal for which the circuit must be syllabic, the high level portion provides an area within which shooting is occurring that occurs at a syllabic chain as the signal level suddenly increases. This overshoot is suppressed by cut-off diodes or the like. Only bi-linear characteristics are able to deliver this combination of benefits.

De meerderheid van de bekende ketens met een 15 bi-lineaire karakteristiek die tegenwoordig in gebruik zijn bij verbruikersaudioprodukten leveren een compressie en expansie van 10 dB hetgeen voldoende is voor vele doeleinden. Echter blijft hierbij enige ruis hoorbaar voor sommige luisteraars en voor de hoogste kwaliteit is meer compressie en expansie wense-20 lijk van bijvoorbeeld 20 dB. Het is moeilijk om een dergelijke compressie of expansie te leveren zonder dat men vraagstukken tegenkomt die de kwaliteit van het signaal beïnvloeden.The majority of the known bi-linear characteristic chains in use today in consumer audio products provide 10 dB compression and expansion which is sufficient for many purposes. However, some noise remains audible for some listeners and for the highest quality, more compression and expansion is desirable, for example 20 dB. It is difficult to provide such compression or expansion without encountering issues affecting the quality of the signal.

Er zijn ketens békend en in de handel verkrijgbaar die 20 dB compressie of expansie leveren, en zelfs meer, 25 maar deze zijn gewoonlijk logaritmische keteninrichtingen met constante helling waarbij er een constant veranderende versterking is over het gehele dynamische gebied of dichtbij het gehele dynamische gebied. Deze ketens hebben een grotere vervorming en signaalvolgproblemen bij zeer lage en zeer hoge signaalniveaus 30 dan de bi-lineaire ketens waarin de verandering van de verster king beperkt is tot een tussengelegen deel van de karakteristiek en doorschietproblemen zijn ernstiger dan bij inrichtingen met een bi-lineaire karakteristiek. Bekende eompressie-expansie-inriehtingen met constante helling passen compressieverhoudingen 35 toe in het gebied van 1,5:1,2:1 en 3:1» maar 2 : 1 is het 8103 122Chains are known and commercially available that provide 20 dB of compression or expansion, and even more, but these are usually constant slope logarithmic chain devices with constantly changing gain across the entire dynamic range or close to the entire dynamic range. These chains have greater distortion and signal tracking problems at very low and very high signal levels than the bi-linear chains in which the gain change is limited to an intermediate part of the characteristic and overshoot problems are more severe than in bi-linear devices characteristic. Known constant slope eompression expansion devices apply compression ratios 35 in the range 1.5: 1.2: 1 and 3: 1 »but 2: 1 it is 8103 122

• “V• “V

* - ½ - meest gebruikelijk.* - ½ - most common.

De compressieverhouding wordt gedefinieerd als de verhouding van de incrementele ingang van het dynamische gebied tot de incrementele uitgang van het dynamische gebied.The compression ratio is defined as the ratio of the incremental input of the dynamic area to the incremental output of the dynamic area.

5 De expansieverhouding van een complementaire expansie-inrichting is het omgekeerde van de compressieverhouding. Wanneer de compressieverhouding 3:1 is dan is de expansieverhouding 1 : 3. Het is gemakkelijk om de gedachte te gebruiken van de omgekeerde expansieverhouding die voor het juist gegeven voorbeeld 10 3 : 1 is, dat wil zeggen overeenkomt met de compressieverhouding.The expansion ratio of a complementary expansion device is the inverse of the compression ratio. When the compression ratio is 3: 1 then the expansion ratio is 1: 3. It is easy to use the idea of the inverse expansion ratio which for the example 10 given is 3: 1, that is, corresponding to the compression ratio.

Eenvoudigheidshalve zal de discussie grotendeels beperkt zijn tot de compressieverhouding met dien verstande dat dezelfde overwegingen met passende vormingen gelden voor de expansieverhouding.For the sake of simplicity, the discussion will be largely limited to the compression ratio, provided that the same considerations apply with appropriate formations to the expansion ratio.

15 Een grote compressieverhouding heeft een na deel doordat het moeilijk is om complementariteit te verzekeren tussen het compressie-orgaan en het expansie-orgaan; in het bijzonder geven niveaufouten of fouten bij de frequentierespon-sie van het transmissie of registratiemedium aanleiding tot 20 overeenkomstige vermenigvuldigde fouten aan de uitgang van het expansie-orgaan. ·A large compression ratio has a drawback in that it is difficult to ensure complementarity between the compression member and the expansion member; in particular, level errors or errors in the frequency response of the transmission or recording medium give rise to corresponding multiplied errors at the output of the expander. ·

Het is bekend (bijvoorbeeld US-PS 2.558-002, US-PS U.061.87½ en de Japansefrub1ikatie 51-2012½) door de mate van de beschikbare compressie te vergroten door een aantal com-25 pressietrappen in cascade te schakelen. Deze bekende ketens (geregelde impedantie-inrichting, diodes, enz.) vermenigvuldigen de compressieverhoudingen van de afzonderlijke trappen zodat het gevolg een grote compressieverhouding is met het hierboven uiteengezette nadeel. Zo zullen een keten met een compressie-30 verhouding van 2 : 1 en de andere met een compressieverhouding 3 : 1 een totale verhouding geven van 6 : 1. De resulterende expansieverhouding van 1 : 6 zou een zware belasting zijn met betrekking tot de uniformiteit van het transmissiekanaal. Een andere overweging is de eis die gesteld wordt aan de keten welke 35 de verandering van de versterking bewerkstelligt die nodig is 8103122 * * - 5 - om de compressie of expansiekarakteris t i ek tot stand te brengen. Het is betrekkelijk gemakkelijk om te zorgen dat een keten nauwkeurige versterkingsveranderingen uitvoert over een gebied van 10 dB maar belangrijk moeilijker om te zorgen dat dezelfde 5 keten nauwkeurige versterkinsveranderingen bewerkstelligt over een gebied van 20 dB. Het is dus moeilijk om een geregelde, reproduceerbare karakteristiek tot stand te brengen om te gebruiken in een eompressie-expansiestelsel. De Japanse püblikatie 51-2012*1· komt tot de conclusie dat een aantal in serie aangebrach-10 te compressie-organen (en expansie-or ganer) niet geschikt zijn als een ruisreductiestelsel voor weergavestelsels met hoge kwaliteit .It is known (for example US-PS 2,558-002, US-PS U.061.87½ and Japanese specification 51-2012½) to increase the amount of available compression by cascading a number of compression stages. These known circuits (controlled impedance device, diodes, etc.) multiply the compression ratios of the individual stages so that the result is a large compression ratio with the drawback set forth above. For example, a chain with a compression ratio of 2: 1 and the others with a compression ratio of 3: 1 will give an overall ratio of 6: 1. The resulting expansion ratio of 1: 6 would be a heavy burden with regard to the uniformity of the transmission channel. Another consideration is the requirement placed on the circuit which accomplishes the change of gain needed to effect the compression or expansion characteristic. It is relatively easy to cause a chain to make accurate gain changes over a 10 dB range, but significantly more difficult to ensure that the same chain makes accurate gain changes over a 20 dB range. Thus, it is difficult to establish a controlled, reproducible characteristic for use in an eompression expansion system. Japanese publication 51-2012 * 1 · concludes that a number of compressors (and expansion organ) arranged in series are not suitable as a noise reduction system for high quality display systems.

Het is ook bekend (US-PS 3*902.131 en US-PS 3.930.208) een aantal compressietrappen in cascade te schakelen 15. die werken in elkaar wederzijds uitsluitende frequentiegebieden.It is also known (US-PS 3 * 902,131 and US-PS 3,930,208) to cascade a number of compression stages that operate in mutually exclusive frequency ranges.

Terwijl dergelijke inrichtingen niet behoeven te resulteren in enige toename in de compressieverhouding ten opzichte van die van een enkele trap leveren zij geen enkele toename in de compressie.While such devices need not result in any increase in the compression ratio over that of a single stage, they do not provide any increase in compression.

20 In het licht van al deze overwegingen is het doel van de uitvinding om een toegenomen compressie of expansie te leveren zonder een ongewenste grote toename in de compressieverhouding en zonder buitensporige eisen te stellen aan de een of andere keten voor het bewerkstelligen van een verandering 25 van de versterking.In light of all these considerations, the object of the invention is to provide increased compression or expansion without an undesirably large increase in the compression ratio and without placing undue demands on some chain to effect a change of the reinforcement.

Een verder doel is een toename van de audio-compressie of expansie zonder dat een ongewenst grote toename in het overschieten geproduceerd wordt die geleverd worden van de overgangssignaalcondities.A further object is an increase in audio compression or expansion without producing an undesirably large increase in overshoot delivered from the transition signal conditions.

30 Een nauwkeurig onderzoek van bi-lineaire ketens toont dat zij niet alleen de hiervoor genoemde voordelen hebben maar ook nog een verder voordeel en wel namelijk een manier om het vraagstuk van de hoge compressieverhouding op te lossen en in het geval van audioketens ook een manier om het 35 vraagstuk met een grote mate van doorschieten op te lossen.30 A close examination of bi-linear chains shows that they not only have the aforementioned advantages but also a further advantage, namely a way of solving the problem of the high compression ratio and in the case of audio chains also a way of solve the problem with a high degree of overshoot.

8103 122 - 6 -8103 122 - 6 -

Opgemerkt wordt dat de superpositie van de lineaire gebieden niet de compressieverhouding in deze gebieden versterkt; de compressieverhouding is alleen toegenomen in het begrenzingsgebied waarin de dynamische werking plaatsvindt.It is noted that the superposition of the linear regions does not enhance the compression ratio in these regions; the compression ratio has only increased in the limiting region in which the dynamic operation takes place.

5 Daarom werd het mogelijk gevonden om de gebieden met dynamische werking te scheiden op een dergelijke wijze dat de vereiste totale toename in compressie verkregen wordt terwijl op hetzelfde ogenblik niet de totale maximum compressie of expansiever-houding belangrijk verandert.Therefore, it has been found possible to separate the areas of dynamic action in such a way that the required overall increase in compression is obtained while at the same time not significantly changing the overall maximum compression or expansion ratio.

10 Een verder kenmerk van deze inrichting is dat het totale resultaat bi-lineair is met alle bijbehorende voordelen. Dus geeft de mogelijkheid van trapsgewijze werking van bi-lineaire inrichtingen een verdere tot nu toe niet herkend voordeel van deze klasse van inrichtingen.A further feature of this device is that the overall result is bi-linear with all associated advantages. Thus, the possibility of cascading bi-linear devices provides a further hitherto unrecognized advantage of this class of devices.

15 De hierboven aangegeven doelen worden verkregen met de uitvinding welke gekenmerkt wordt doordat een eerste keten, welke een bi-lineaire ingangs-uitgangskarakteristiék heeft gevolgd wordt door één of meer verdere ketens welke ook bi-lineaire karakteristieken hebben bij iedere gegeven frequentie 20 binnen een frequentiegebied dat gemeenschappelijk is voor de ketens. De drempels en dynamische gebieden van de ketens zijn ingesteld op verschillende waarden om de tussenniveaudelen van de karakteristieken van de ketens te doen verspringen om een verandering van versterking te leveren over een ruimer gebied 25 van tusseningangsniveaus dan voor ieder van de ketens afzonderlijk en om een toegenomen verschil te leveren tussen de versterkingen bij lage en hoge ingangsniveaus, maar met een maximum compressie of expansieverhouding die praktisch niet groter is dan de maximum compressieverhouding van iedere enkele keten door het 30 verspringen.The objects indicated above are achieved with the invention which is characterized in that a first circuit having a bi-linear input-output characteristic is followed by one or more further chains which also have bi-linear characteristics at any given frequency 20 within a frequency range which is common to the chains. The thresholds and dynamic ranges of the chains are set to different values to stagger the intermediate levels of the characteristics of the chains to provide a change of gain over a wider range of intermediate input levels than for each of the chains individually and to increase provide a difference between the gains at low and high input levels, but with a maximum compression or expansion ratio that is practically no greater than the maximum compression ratio of any single chain by staggering.

In het geval van audioketens, wanneer de ketens overschietonderdrukkings- (begrenzingselementen) hebben, dan is het ook mogelijk om hun drempels te doen verspringen tezamen met het verspringen van de syllabische drempels. Het overschieten 35 van de lagere niveauketens of trappen wordt overeenkomstig ver- 81 03 122 - 7 - minderd met een minimale totale overschieting van de verscheidene trappen. Dit is in tegenstelling met conventionele logaritmische compressie-organen waarin inherent grote overschietingen geleverd worden.In the case of audio chains, when the chains have over-suppression (limiting elements), it is also possible to jump their thresholds along with the jump of the syllabic thresholds. The overshoot of the lower level peaks or stages is correspondingly reduced with a minimum total overshoot of the various stages. This is in contrast to conventional logarithmic compressors in which inherently large overshoots are provided.

5 Iedere keten kan een verandering van de spec trale inhoud van het signaal introduceren, "bijvoorbeeld een laag niveau drievoudig opjagen in het geval van een eompressie-orgaan. Iedere opeenvolgende trap kan dus aangedreven worden door een signaal met progressief veranderend spectrale inhoud.Each chain may introduce a change in the spectral content of the signal, for example, a low level triple boost in the case of an eompressor. Thus, each successive stage may be driven by a signal with progressively changing spectral content.

10 In het geval van complexe signalen heeft dit de verdienste om spectraal de kansen op een fout in de decodeerfunctie te spreiden. In het geval van een bandrecorder met een ongelijkmatige fre-quentieresponsiekarakteristiek bijvoorbeeld vermindert de spectrale verschuivingstendens de totale dynamische en frequentie-15 responsiefouten van het gedecodeerde resultaat.In the case of complex signals, this has the merit of spectrally spreading the chances of an error in the decoding function. For example, in the case of a tape recorder with an uneven frequency response characteristic, the spectral shift tendency reduces the total dynamic and frequency response errors of the decoded result.

Er zal nu aandacht geschonken worden aan de mate van verspringing die nodig is. Eenvoud!gheidshalve zal een serieverbinding van twee compressieketens beschouwd worden. De compressieverhouding van ieder van de eerste en tweede ketens 20 zal stijgen vanaf de eenheid bij de respectievelijke drentel naar een maximum (bijvoorbeeld 2 : 1) en dit zal de stijgende flank genoemd worden van de compressieverhouding. De verhouding zal dan dalen naar de eenheid en dit zal de dalende flank genoemd worden. Strikt genomen kan de dalende flank de eenheid 25 asymptotisch naderen maar voor alle praktische doeleinden kan beschouwd worden dat deze de eenheid bereikt heeft wanneer hij de een of andere waarde heeft die slechts verschilt van de eenheid met een willekeurig klein bedrag.Attention will now be paid to the amount of offset required. For the sake of simplicity, a series connection of two compression chains will be considered. The compression ratio of each of the first and second chains 20 will rise from the unit at the respective drentel to a maximum (e.g. 2: 1) and this will be called the rising edge of the compression ratio. The ratio will then drop to unity and this will be called the falling edge. Strictly speaking, the falling edge may approach unit 25 asymptotically, but for all practical purposes it can be considered that it has reached the unit if it has some value different from the unit by any small amount.

Het verspringen van de tussenniveaudelen van 30 de eerste en tweede ketens resulteert erin dat de dalende flank van één keten de stijgende flank van de andere keten overlapt.The offset of the intermediate level parts of the first and second chains results in the falling edge of one chain overlapping the rising edge of the other chain.

Bij een eerste benadering kan het verschil tussen de twee drempels tenminste zodanig gemaakt worden dat het overlappen van de flanken resulteert in een totale compressieverhouding die prak-35 tiseh niet de maximum compress ieverhouding van iedere keten op- 8103122 « Λ - 8 - zichzelf overschrijdt.In a first approximation, the difference between the two thresholds can be made at least such that the overlap of the flanks results in a total compression ratio that practically does not exceed the maximum compression ratio of each chain at 8103122.

De drempel van de tweede keten ligt bij voor-keurlager dan die van de eerste keten (wanneer meer dan twee ketens gebruikt worden heeft bij voorkeur iedere verdere keten 5 een progressief lagere drempel), in het geval van een com- pressie-orgaan en omgekeerd in het geval van een expansie-orgaan. In principe kan de volgorde omgekeerd worden waarbij de eerste compressieketen de lagere drempel heeft. In het geval van meer dan twee ketens kan in principe de volgorde van de drempelni-10 veaus bij hen verwisseld worden en in iedere volgorde aange bracht zolang als de tussengelegen niveaudelen van de ketens op de juiste wijze versprongen zijn.The threshold of the second chain is preferably lower than that of the first chain (when more than two chains are used, preferably each further chain 5 has a progressively lower threshold), in the case of a compression member and vice versa in the case of an expansion device. In principle, the order can be reversed with the first compression chain having the lower threshold. In the case of more than two chains, the order of the threshold levels can in principle be reversed in them and arranged in any order as long as the intermediate level parts of the chains are correctly staggered.

Als de ideale verspringing wordt dus die beschouwd welke veroorzaakt dat de dalende flank van een keten 15 de stijgende flank van de andere keten overlapt om, zover dit mogelijk is, het niveaugebied waarin een dynamische werking optreedt in de totale in serie geschakelde inrichting beperkt wordt terwijl tezelfdertijd iedere praktische toename in de maximum compressie of expansiever houding ten opzichte van die van een 20 enkele inrichting vermeden wordt. Wanneer dan bijvoorbeeld de maximum compressieverhouding van iedere keten 2 : 1 is zal de compressieverhouding van de totale keten stijgen tot 2:1, deze waarde bij de overlapping behouden en dan naar de eenheid dalen. Ideaal is er dus geheel geen toename boven de verhouding 2:1 25 in tegenstelling tot de inrichtingen van de bekende stand van de techniek van in cascade geschakelde compressietrappen die de verhoudingen tot h : 1 vermenigvuldigen.Thus, the ideal offset is considered to be that which causes the falling edge of one circuit to overlap the rising edge of the other chain in order to limit, as far as possible, the level range in which a dynamic action occurs in the entire series-connected device while at the same time, any practical increase in the maximum compression or expansion attitude to that of a single device is avoided. For example, when the maximum compression ratio of each chain is 2: 1, the compression ratio of the total chain will rise to 2: 1, keep this value at the overlap, and then decrease to the unit. Ideally, therefore, there is no increase at all above the 2: 1 ratio, unlike the prior art devices of cascaded compression stages which multiply the ratios to h: 1.

In de praktijk kan het moeilijk zijn om een optimale overlapping te verkrijgen bij alle frequenties maar 30 het is mogelijk dat, vooropgesteld dat een redelijke benadering gemaakt wordt ten opzichte van het ideaal, te verhinderen dat de totale maximum compressieverhouding buitensporig stijgt boven 2 : 1 in het gegeven voohbeeld. Hij kan in een praktische keteninrichting misschien stijgen tot 2,5 : 1 . Een lage maximum com-35 press ieverhouding (bijvoorbeeld 1,5 : 1) maakt het mogelijk dat 8103122 - 9 - een expansie-orgaan het eompressie-orgaan gemakkelijker kan volgen om een goede complementariteit te leveren met signaal-kanalen die een enigszins onbetrouwbare versterking en frequentie-responsies hebben. Een lage congressieverhouding spreidt 5 echter dynamische werking over een rukmer gebied van niveaus waarbij een grotere gevoeligheid veroorzaakt wordt voor ruismodulatie voor een gegeven maximum ruisreductie (verschil in versterking bij lage en hoge niveaus). Zodoende is er een ruiling tussen ongewenste effecten veroorzaakt door zowel hoge als lage 10 compressieverhoudingen. Bijgevolg zal de ideale compressiever- houding afhangen van de stelselomgeving en het ontwerpdoel van het stelsel.In practice, it may be difficult to obtain an optimal overlap at all frequencies, but it is possible that, provided a reasonable approximation is made to the ideal, to prevent the total maximum compression ratio from rising excessively above 2: 1 in the given preview. It may rise to 2.5: 1 in a practical chain arrangement. A low maximum compression ratio (e.g. 1.5: 1) allows 8103122 - 9 - an expansion member to more easily follow the compression member to provide good complementarity with signal channels providing somewhat unreliable gain and have frequency responses. However, a low congress ratio spreads dynamic action over a rougher range of levels causing greater sensitivity to noise modulation for a given maximum noise reduction (difference in gain at low and high levels). Thus, there is an exchange between unwanted effects caused by both high and low compression ratios. Accordingly, the ideal compression ratio will depend on the system environment and the design purpose of the system.

De mogelijkheid om bi-lineaire trappen te doen verspringen geeft aan de ontwerper een aanvullende manier 15 om een totale keten optimaal te maken. Door dit te doen kunnen de vormen van de compressiekarakteristieken van afzonderlijke trappen ontworpen worden met verspringen specifiek in gedachte.The ability to jump bi-linear steps gives the designer an additional way to optimize an entire chain. By doing this, the shapes of the compression characteristics of individual stages can be designed with staggering specifically in mind.

De overgangskarakteristieken van de ketens zijn ook in aanmerking genomen en bij voorkeur wordt de gelegenheid gebruikt om de 20 oversehietonderdrukkingsdrempels bij audio-compressie-organen en expansie-organen te doen verspringen met als resultaat een minimaal totaal doorschieten.The transition characteristics of the circuits have also been considered, and preferably the opportunity is taken to offset the 20 overshoot suppression thresholds at audio compressors and expansions resulting in a minimum total overshoot.

Een bekend soort van een keten, genoemd "schuivende band", die gebruikt kan worden voor ieder van de 25 eerste en tweede ketens vormt de aangegeven wenselijke karak teristiek voor het geval van een hoogfrequente audiocompressie of expansie door het aanleggen van een hoogfrequent opjagen (voor compressie) of inperken (voor expansie) door middel van een hoog doorlaatfilter met een variabele lagere hoekfrequentie.A known type of a chain, called "sliding band", which can be used for each of the first and second chains is the indicated desirable characteristic for the case of high frequency audio compression or expansion by applying a high frequency boost (for compression) or limiting (for expansion) by means of a high-pass filter with a variable lower angular frequency.

30 Wanneer het signaalniveau in de hoogfrequente band toeneemt schuift de filterhoekfrequentie naar boven toe om de opgejaagde of ingeperkte band te versmallen en het nuttige signaal uit te sluiten van het opjagen of inperken. Voorbeelden van dergelijke ketens kan men vinden in US-PS Re 28Λ26, US-PS 3.757-25^, 35 US-PS U.072.91^, US-PS 3.93^-. 190' en Japanse octrooiaanvrage 8103 122 - 10 - 555.29/71.As the signal level in the high-frequency band increases, the filter corner frequency shifts upward to narrow the chased or contained band and exclude the useful signal from chasing or limiting. Examples of such chains can be found in US-PS Re 28Λ26, US-PS 3,757-25 ^, US-PS U.072.91 ^, US-PS 3.93 ^ -. 190 'and Japanese patent application 8103 122-10 - 555.29 / 71.

Ieder van de eerste en tweede ketens kan dus een dergelijke "schuivende band"keten zijn. In principe kunnen de instelhoekfrequenties van de twee schuivende bandketens ver-5 schillend zijn en kan gebruik gemaakt worden hiervan om een compressie- of expansiegraad te leveren die hoger is in één deel van de behandelde frequentieband dan in de andere. In overeenstemming echter met een belangrijke verdere ontwikkeling van de uitvinding worden de hoekfrequenties praktisch identiek gemaakt. 10 Dit leidt tot het voordeel van een scherper onderscheid tussen het frequentiegebied waar opjagen if intrekken toegepast wordt en het gebied waar dit niet wordt toegepast en waarbij dus een scherper onderscheid tussen het gebied waar ruisreductie niet langer plaatsvindt tengevolge van het optreden van een belang-15 rijk nuttig signaal en het gebied waarbij ruisreductie effec tief blijft.Thus, each of the first and second chains can be such a "sliding band" chain. In principle, the entering angle frequencies of the two sliding band chains can be different and can be used to provide a compression or expansion rate that is higher in one part of the treated frequency band than in the other. In accordance with an important further development of the invention, however, the angular frequencies are made practically identical. This leads to the advantage of a sharper distinction between the frequency range where chasing if retraction is applied and the area where it is not applied and thus a sharper distinction between the area where noise reduction no longer occurs due to the occurrence of an interest. rich useful signal and the area where noise reduction remains effective.

Aan de andere kant zijn er ook ketens bekend waarin het frequentiespectrum gesplitst wordt in een aantal banden door overeenkomstige banddoorlaatfilters en de compres-20 sie of expansie bewerkstelligd wordt in iedere band door een versterkingsregeling (hetzij een automatisch aansprekend diode-soort begrenzingsinrichting of een geregelde begrenzingsinrich-ting) in het geval van een compressie-orgaan met enige vorm van een reciproke of complementaire schakeling voor een expan-25 sie-orgaan. Voorbeelden van dergelijke ketens kan men vinden in US-PS 3.8½.719· Deze gesplitste band of meervoudige bandketens hebben het voordeel van een onafhankelijke werking in de verschillende frequentiebanden en wanneer deze eigenschap vereist is kunnen dergelijke ketens toegepast worden als de eer-30 ste, tweede of meer trappen in de keteninrichting volgens de uitvinding.On the other hand, there are also known circuits in which the frequency spectrum is split into a number of bands by corresponding bandpass filters and the compression or expansion is effected in each band by a gain control (either an auto-appealing diode-type limiter or a controlled limiter -ting) in the case of a compression member having some form of a reciprocal or complementary expansion member circuit. Examples of such chains can be found in US-PS 3.8½.719 · These split band or multiple band chains have the advantage of independent operation in the different frequency bands and when this property is required such chains can be used as the first , second or more stages in the chain device according to the invention.

In principe kan één van de eerste en tweede ketens een multibandketen zijn en kan de andere- een schuivende bandketen zijn. Dit zal van belang zijn in een bijzondere situa-35 tie waarin het bijvoorbeeld gewenst is om de compressie of 8103122 - 11 - expansiegraad te vergroten in één deel van de totale frequentie-band vaart ij de schuivende bandketen en één of meer van de bandsplits ingskanalen over dit deel van de frequentieband verken.In principle, one of the first and second chains can be a multi-band chain and the other one can be a sliding band chain. This will be important in a particular situation where it is desirable, for example, to increase the compression or expansion rate in one part of the total frequency band through the sliding band chain and one or more of the band splitting channels about this part of the frequency band.

5 Het is bekend om bi-lineaire compressie-orga- nen en expansie-organen te construeren van zovel het soort met schuivende band als met splitsende band door het gebruik van slechts een enkele signaalveg. Men geeft er echter in het algemeen de voorkeur aan om dergelijke inrichtingen te construeren 10 door het verschaffen van een hoofdsignaalketen velke lineair is met betrekking tot het dynamische gebied met een combinatie-keten in de hoofdketen en een verdere keten velke zijn ingang afleidt van de ingang of uitgang van de verdere keten en vaarvan de uitgang gekoppeld is met de combinatieketen. De verdere keten 15 bevat een begrenzer (zelf-verkend of geregeld) en het begrensde verdere ketensignaal jaagt het hoofdketensignaal op in de combinatieketen voor het geval van compressie maar bukt (bucks) het hoofdketensignaal voor het geval van expansie. Het begrensde signaal van de verdere veg is kleiner dan het signaal van de 20 hoofdveg in het bovendeel van het ingangsdynamische gebied.It is known to construct bi-linear compression and expansion members of so many the sliding band type as the splitting band type using only a single signal sweep. However, it is generally preferred to construct such devices by providing a main signal chain velke is linear with respect to the dynamic region with a combination chain in the main chain and a further chain velvet derives its input from the input or output of the further chain and the output of which is linked to the combination chain. The further circuit 15 includes a limiter (self-explored or controlled) and the bounded further chain signal chases the main chain signal in the combination circuit for the case of compression but bends (bucks) the main chain signal for the case of expansion. The boundary signal from the further veg is smaller than the signal from the main sweep in the upper part of the input dynamic region.

De hoofd- en verdere ketens zijn bij voorkeur en op de meest passende vijze afzonderlijk te identificeren signaalvegen.The main and further chains are preferably signal streaks to be identified separately and in the most appropriate manner.

Dergelijke bekende compressie-organen en expansie-organen zijn bijzonder voordelig omdat zij de gevenste 25 soort overdrachtkarakteristiek die tot stand gebracht moet vorden op een nauwkeurige vijze zonder problemen van een hoog niveau-vervorming mogelijk maken. Het laagniveaudeel met een praktisch constante versterking vordt tot stand gebracht door aan de verdere veg een drempel te geven boven het ruisniveau; beneden 30 deze drempel is de verdere veg lineair. Het tussenniveaudeel vordt gevormd door het gebied vaarover de begrenzingsverking van de verdere veg gedeeltelijk effectief vordt en het hoge niveau-deel met praktisch een constante versterking ontstaat nadat de begrenzer volledig effectief is gevorden zodat het signaal van 35 de verdere veg ophoudt om toe te nemen en verwaarloosbaar wordt 8103 122 4 'i, - 12 - vergeleken met het hoofdwegsignaal. In het hoogste deel van het dynamische ingangsgebied is de uitgang van de keteninrichting effectief slechts het signaal dat doorgelaten wordt door de lineaire hoofdweg, dat wil zeggen lineair ten opzichte van 5 het dynamische gebied. Bij audioketens met twee wegen is het aaribrengen van doorschietonderdrukking bijzonder handig.Such known compression members and expansion members are particularly advantageous because they allow the first kind of transfer characteristic to be established in an accurate manner without problems of high level distortion. The low level portion with a practically constant gain is accomplished by thresholding the further veg above the noise level; below 30 this threshold the further veg is linear. The intermediate level portion is formed by the area over which the boundary spring of the further veg becomes partially effective and the high level portion with practically constant gain is created after the limiter has become fully effective so that the signal from the further veg ceases to increase and negligibly, 8103 122 4 'i, - 12 - is compared to the main road signal. In the highest part of the dynamic input region, the output of the circuit arrangement is effectively only the signal passed through the linear major path, ie linearly with respect to the dynamic region. For two-way audio chains, creating overshoot suppression is particularly helpful.

Voorbeelden van deze bekende ketens kan men vinden in US-PS 3.846.719» US-PS 3-903.485 en US-PS Re 28426.Examples of these known chains can be found in US-PS 3,846,719 US-PS 3-903,485 and US-PS Re 28426.

Er zijn ook analoge ketens bekend die dezelfde resultaten berei-10· ken maar waarin de verdere weg karakteristieken heeft omgekeerd aan begrenzerkarakteristieken en de verdere weguitgang het hoofdwegsignaal drukt voor compressie en het hoofdwegsignaal opjaagt voor expansie (US-PS 3-828.280 en US-PS 3-875-537).Analogue circuits are also known which achieve the same results but in which the further road characteristics have reversed limiter characteristics and the further road output presses the main road signal for compression and drives the main road signal for expansion (US-PS 3-828.280 and US-PS 3-875-537).

Ieder van deze bekende bi-lineaire ketens kan 15 dus toegepast worden als de eerste en tweede ketens van de keteninrichting volgens de uitvinding om de voordelen te verkrijgen inherent daaraan en ook om een goede manier te leveren om de gewenste mate van verspringing tot stand te brengen. Dit gebeurt door het instellen van de drempels en dynamische gebie-20 den van de twee verdere wegen op passende wijze.Each of these known bi-linear chains can thus be used as the first and second chains of the chain device according to the invention in order to obtain the advantages inherent in them and also to provide a good way of achieving the desired degree of offset. . This is done by adjusting the thresholds and dynamic areas of the two further paths appropriately.

Zoals hiervoor werd gezegd is het niet essentieel om de gewenste vorm van een bi-lineaire karakteristiek te vormen met dergelijke "tweevoudige weg" technieken. Er bestaan alternatieven die werken met enkele wegen zoals beschreven in 25 US-PS 3-757-254, US-PS 3-967-219, US-PS 4.072.914, US-PSAs stated above, it is not essential to form the desired shape of a bi-linear characteristic with such "dual path" techniques. Alternatives exist that work with some roads as described in 25 US-PS 3-757-254, US-PS 3-967-219, US-PS 4,072,914, US-PS

3-909-733 en de Japanse octrooiaanvrage 55529/71, bijvoorbeeld. Ofschoon deze alternatieve ketens gewoonlijk niet in staat zijn om dergelijke goede resultaten te leveren als ketens met twee wegen of minder gemakkelijk zijn en daarbij minder economisch 30 kunnen zij in het algemeen gelijke resultaten leveren. Deze be kende ketens kunnen dus ook gebruikt worden als éên of meer van de ketens van de keteninrichting volgens de uitvinding. Indien gewenst kan een van de eerste en tweede ketens een keten met twee wegen zijn en de andere een keten met een enkele weg.3-909-733 and Japanese Patent Application 55529/71, for example. Although these alternative chains are usually unable to provide such good results as two-way or less convenient chains and thereby less economically, they can generally provide similar results. Thus, these known chains can also be used as one or more of the chains of the chain device according to the invention. If desired, one of the first and second chains can be a two-way chain and the other a single-way chain.

35 De uitvinding zal aan de hand van de tekening 8103 122 * * - 13 - worden toegelicht.The invention will be elucidated on the basis of drawing 8103 122 * * - 13 -.

Figuur 1 is een stel krommen bij wijze van voorbeeld die complementaire bi-lineaire compressie- en expan-siekarakteristieken toont.Figure 1 is an example set of curves showing complementary bi-linear compression and expansion characteristics.

5 Figuur 2 is een blokschema die de uitvinding in algemene termen toont.Figure 2 is a block diagram showing the invention in general terms.

Figuur 3 is een voorbeeld van een grafische voorstelling van de gebieden met dynamische werking en hoe deze gescheiden kunnen worden bij een compressie-orgaan of expansie-10 orgaan die in serie geschakeld zijn.Figure 3 is an example of a graphical representation of the areas of dynamic operation and how they can be separated on a compression member or expansion member connected in series.

Figuur U is een verdere vereenvoudigde vorm van figuur 3.Figure U is a further simplified form of Figure 3.

Figuur 5 is een reeks van geïdealiseerde bi-lineaire karakteristieke krommen die een algemene techniek 15 tonen voor het verspringen van de drempels van serieketens.Figure 5 is a series of idealized bi-linear characteristic curves showing a general technique for staggering the thresholds of series chains.

Figuur 6 is een schematisch ketendiagram van een compressie-orgaan met schuivende band volgens de bekende stand van de techniek.Figure 6 is a schematic circuit diagram of a sliding belt compression member of the prior art.

Figuur 7 is een schematisch ketendiagram, van 20 een expansie-orgaan met schuivende band volgens de bekende stand van de techniek.Figure 7 is a schematic circuit diagram of a prior art sliding band expander.

Figuur 8 is een schematisch ketendiagram van een wijziging van figuur 6 en 7·Figure 8 is a schematic chain diagram of a modification of Figures 6 and 7

Figuur 9 is een kaartregistratie die het aan-25 spreken toont beneden de compressiedrempel van twee in serie geschakelde compressie-organen en expansie-organen volgens een uitvoering van de uitvinding.Figure 9 is a chart record showing the response below the compression threshold of two series-connected compression members and expansion members according to an embodiment of the invention.

Figuur 10 is een kaartregistratie die het aanspreken toont beneden de compressiedrempel van een compressie-30 orgaan en een expansie-orgaan volgens de bekende stand van de techniek in overeenstemming met figuur 6, 7 en 8.Figure 10 is a chart record showing the response below the compression threshold of a compression member and a prior art expansion member in accordance with Figures 6, 7 and 8.

Figuur 11 is een kaartregistratie van de in-gang-uitgangresponsie als functie van de frequentie van een compress! e-orgaan met serie-inrichtingen volgens een uitvoering 35 van de uitvinding.Figure 11 is a map record of the input-output response as a function of the frequency of a compress! e-member with series devices according to an embodiment of the invention.

8103122 » «r - -8103122 »« r - -

Figuur 12 is een kaartregistratie van de ingang-uitgangresponsie als een functie van de frequentie van een compres sie-orgaan volgens de bekende stand van de techniek met een enkele inrichting.Figure 12 is a map record of the input-output response as a function of the frequency of a prior art compression member with a single device.

5 Figuur 13 - 15 geven een reeks van proeftoon- krommen die de schuivende bandwerking aangeven van een uitvoering van de uitvinding en de keten van figuur 6 en 8.Figures 13-15 show a series of pilot tone curves indicating the sliding band action of an embodiment of the invention and the circuit of Figures 6 and 8.

Figuur 16 toont karakteristieke krommen beneden de compressiedrempel van een verdere uitvoering van de uit-10 vinding.Figure 16 shows characteristic curves below the compression threshold of a further embodiment of the invention.

Figuur 17 toont karakteristieke krommen gelijk in soort aan die van figuur 11 maar voor een verdere uitvoering van de uitvinding.Figure 17 shows characteristic curves similar in type to those of Figure 11 but for a further embodiment of the invention.

Figuur 18 toont karakteristieke krommen die 15 gelijk in soort zijn aan die van figuur 11 en 17 maar een buiten sporig uitbuigen vertonen.Figure 18 shows characteristic curves that are similar in type to those in Figures 11 and 17 but exhibit an outer spur.

Als voorbeeld zijn in figuur 1 bi-lineaire complementaire compressie en expansie-overdrachtskarakteris-tieken getoond (bij een bepaalde frequentie) die (voor de com-20 pressiekarakteristiek) het laagniveaudeel aangeven met een prak tisch constante versterking, de drempel, het deel waar een dynamische werking optreedt, het eindpunt en het hoogniveaudeel met praktisch constante versterking.As an example, Figure 1 shows bi-linear complementary compression and expansion transfer characteristics (at a given frequency) which (for the compression characteristic) indicate the low-level part with a practically constant gain, the threshold, the part where a dynamic action occurs, the end point and the high level portion with practically constant gain.

Figuur 2 toont de uitvinding in algemene ter- 25 Ken: een eerste bi-lineair compressie-orgaan 2 ontvangt de ingangsinformatie en legt zijn uitgang aan een tweede bi-lineair compressie-orgaan ^ aan dat in serie geschakeld is en waarvan de uitgang aangelegd is aan een ruisinformatiedragend 30 kanaal ïï. Een paar in serie geschakelde bi-lineaire expansie- organen 6 en 8 ontvangen de ingang van kanaal I bij expansie-orgaan 6 en leveren een ruisreductiestelseluitgang aan de uitgang van expansie-orgaan 8. De gebieden van dynamische werking van de serie-inrichtingen zijn gescheiden of verspringend ten 35 opzichte van elkaar binnen het frequentiegebied dat gemeenschappe- 8103122 » k - 15 - lijk is voor de inrichtingen. Ofschoon de figuur twee inrichtingen toont aan iedere zijde van het informatiekanaal N kunnen twee of meer toegepast worden waarbij de uitvinding twee of meer reeksen bi-lineaire compressie-organen of expansie-orga-5 nen "beschouwt. Bij een constructie als een complementair ruis- reduetiestelsel zijn dezelfde aantallen van reeksen "bi-lineaire compressie-organen en expansie-organen aangebracht.Figure 2 shows the invention in general terms: a first bi-linear compression member 2 receives the input information and applies its output to a second bi-linear compression member, which is connected in series and whose output is applied to a noise information-carrying channel. A pair of bi-linear expansions 6 and 8 connected in series receive the input of channel I at expansion member 6 and provide a noise reduction system output at the output of expander 8. The areas of dynamic operation of the series devices are separated. or staggered relative to each other within the frequency range common to the devices. Although the figure shows two devices on each side of the information channel N, two or more may be used, the invention contemplating two or more sets of bi-linear compressors or expansions. In a construction as a complementary noise reduction system, the same numbers of arrays of bi-linear compressors and expansions are provided.

De volgorde van trappen met bepaalde karakteristieken in het compressie-orgaan is omgekeerd in het expan-10 sie-orgaan. De laatste trap van het expansie-orgaan is bijvoor beeld complementair aan de eerste trap van het compress i.e-orgaan in alle opzichten — een stationaire toestand en tijdaf-hankelijke dynamische responsie (frequentie, fase en overgangs-responsie bij alle signaalniveau en dynamische condities).The order of stages with certain characteristics in the compression member is reversed in the expansion member. For example, the final stage of the expansion member is complementary to the first stage of the compression member in all respects - a steady state and time-dependent dynamic response (frequency, phase, and transition response at all signal level and dynamic conditions) .

15 Een grafische afbeelding van de scheiding of het verspringen voor twee bi-lineaire inrichtingen is als voorbeeld getoond in figuur 3 waarin de compressie-verhouding uitgezet is tegen het ingangsamplitudeniveau (horizontale as) voor een compressie-orgaan of een expansie-orgaan dat werkt bij een 20 bepaalde frequentie. Voor de duidelijkheid zijn de krommen aan gegeven in geïdealiseerde vorm; als een praktische zaak zijn de krommen enigszins asymmetrisch bij praktische uitvoeringen van A-soort en B-soort ruisreductiestelsels van aanvrager (US-PS 3.8U6.719 en US-PS Re 28.h26 respectievelijk). De kromme 12 heeft 25 betrekking op de dynamische werking van êên compressie-orgaan of expansie-orgaan (de trap met hoog niveau). De kromme 10 is die van een verder compressie-orgaan of expansie-orgaan (trap met laag niveau), met een gescheiden gebied van dynamische werking.A graphical representation of the separation or offset for two bi-linear devices is shown as an example in Figure 3 in which the compression ratio is plotted against the input amplitude level (horizontal axis) for a compression member or an expansion member operating at a certain frequency. For clarity, the curves are given in idealized form; as a practical matter, the curves are somewhat asymmetrical in practical embodiments of applicant's A-type and B-type noise reduction systems (US-PS 3.8U6.719 and US-PS Re 28.h26, respectively). Curve 12 refers to the dynamic action of one compression member or expansion member (the high level stage). Curve 10 is that of a further compression member or expansion member (low level stage), with a separate area of dynamic action.

Wanneer de trap met hoog niveau het eerste is in de reeks van 30 compressie-organen (tweede in de reeks van expansie-organen) stelt de kromme 12 de variaties voor van de compressieverhouding van de eerste (compressietraj} als een functie van het ingangs-niveau naar de eerste trap en is kromme 10 de variatie van de compressieverhouding van de tweede (een compressie-orgaan) trap 35 als functie van het ingangsniveau naar de eerste trap. De top- ........... * " -----—-- 1».---- mts 8103 122 - 16 - krommen zijn die van compressie-organen en de benedenkrommen die van expansie-organen. In dit voorbeeld zijn de werkingsgebieden in responsie tot het ingangsamplitudeniveau gescheiden op een zodanige wijze dat het produkt van de twee krommen resul-5 teert in een totale karakteristiek met een compressieverhouding of expansieverhouding die niet 2 : 1 overschrijdt (1 : 2) tussen de twee maximum compressiepunten 10a en 12a (10b en 12b) van de twee inrichtingen.When the high level stage is the first in the series of 30 compression members (second in the series of expansion members), the curve 12 represents the variations of the compression ratio of the first (compression stage} as a function of the input level to the first stage and curve 10 is the variation of the compression ratio of the second (a compression member) stage 35 as a function of the input level to the first stage. "-----—-- 1» .---- mts 8103 122 - 16 - curves are those of compression members and the lower curves are those of expansion members. In this example, the ranges of activity are separated in response to the input amplitude level. in such a way that the product of the two curves results in an overall characteristic with a compression ratio or expansion ratio not exceeding 2: 1 (1: 2) between the two maximum compression points 10a and 12a (10b and 12b) of the two establishments.

Dus blijven zelfs met twee inrichtingen in 10 serie de eindwerkingsgebieden nog steeds vastgelegd waarbij de maximum compressie en de maximum expansiever houdingen niet vergroot zijn voorbij die van enkele inrichtingen en de voordelen van enkele bi-lineaire inrichtingen behouden blijven. Bijgevolg moet elke fout die optreedt binnen het gebied van de dynamische 15 werking veroorzaakt door de inrichtingen in serie niet die over treffen van een enkele inrichting.Thus, even with two devices in 10 series, the terminal operating areas are still fixed with the maximum compression and the maximum expansion ratios not increased beyond those of some devices and the advantages of some bi-linear devices retained. Accordingly, any error that occurs within the range of the dynamic operation caused by the devices in series should not affect that of a single device.

De meeste bi-lineaire inrichtingen bepalen de vaste eindgebieden met constante versterking door middel van vaste, vooraf ingestelde ketenelementen, zoals weerstanden en 20 condensatoren die inherent stabiel zijn en geen dynamische fouten, golfvormvervormingen en dergelijke kunnen introduceren. Bijgevolg kan slechts in een overgangsgebied van de werking tussen de lineaire gebieden met constante versterking ieder dynamisch werkzaam deel van de ketens signaalfouten introduceren.Most bi-linear devices determine the constant gain fixed end regions by means of fixed preset circuit elements such as resistors and capacitors that are inherently stable and cannot introduce dynamic errors, waveform distortions and the like. Therefore, only in a transition region of operation between the linear regions of constant gain can any dynamically active part of the circuits introduce signal errors.

25 Opgemerkt wordt dan in de voorstelling van figuur 2 de dynamische werking van een conventioneel logaritmisch compressie-orgaan of expansie-orgaan een horizontale lijn wordt; de lijn 11 bijvoorbeeld is de karakteristiek van een 2 : 1 compressie-orgaan, bij 13 is dat van een 1 : 2 expansie-30 orgaan. Het is duidelijk in deze analyse dat er geen gelegen heid is om de werkingen van dergelijke inrichtingen te scheiden of te doen verspringen.It is then noted in the representation of Figure 2 that the dynamic operation of a conventional logarithmic compression member or expansion member becomes a horizontal line; for example, line 11 is the characteristic of a 2: 1 compression member, at 13 is that of a 1: 2 expansion member. It is clear in this analysis that there is no opportunity to separate or stagger the actions of such devices.

Voor een analyse en om een eerste benadering te verkrijgen van noodzakelijke drempelniveaus om een optimaal 35 verspringen te leveren volgens de uitvinding is het nuttig om 8103122 - 17 - figuur 3 nog meer te idealiseren. Neem dan aan dat ieder comr-pressie-orgaan (en expansie-orgaan) onmiddellijk zijn maximum compressieverhouding bereikt bij een drempelwaarde en deze verhouding vasthoudt totdat hij een eindpunt bereikt bij een 5 hoger niveau waar zijn dynamische werking plotseling stopt.For an analysis and to obtain a first approximation of necessary threshold levels to provide an optimal long jump according to the invention it is useful to further idealize 8103122-17 figure 3. Then assume that each compression member (and expansion member) immediately reaches its maximum compression ratio at a threshold and maintains this ratio until it reaches an end point at a higher level where its dynamic action suddenly stops.

Dan treden een reeks van compressie-organen en expansie-organen afgebeeld op de wijze zoals in figuur 3 op als van elkaar rakende rechthoekige krommen zoals getoond in figuur 4. Als een voorbeeld zijn drie compressie-organen en expansie-organen met bi-10 lineaire karakteristiek in serie verbonden. De inrichting met laag niveau welke bij voorkeur het derde compressie-orgaan (eerste expansie-orgaan) is heeft de laagste drempel (T3) aangegeven met - 62 dB met zijn eindpunt (F3) bij - U6 dB welke de drempel (T2) is van de middenniveautrap. De middenniveau-15 trap heeft zijn eindpunt (F2) bij - 30 dB welke de drempel (Tl) is van de hogeniveautrap. De hogeniveautrap heeft zijn eindpunt (F1) bij - ik dB. Alle niveaus refereren naar de totale ingang. Er is verder aangenomen dat iedere trap een versterking heeft van 8 dB en een maximum compressieverhouding van 2:1.Then, a series of compression members and expansion members depicted in the manner as shown in Figure 3 appear as tangential rectangular curves as shown in Figure 4. As an example, three compression members and expansion members with bi-10 linear typically connected in series. The low level device which is preferably the third compression member (first expansion member) has the lowest threshold (T3) indicated at -62 dB with its end point (F3) at -U6 dB which is the threshold (T2) of the middle level staircase. The mid-level stage 15 has its end point (F2) at -30 dB which is the threshold (Tl) of the high level stage. The high level stage has its end point (F1) at -i dB. All levels refer to the total input. It has further been assumed that each stage has a gain of 8 dB and a maximum compression ratio of 2: 1.

20 Figuur 5 geeft geïdealiseerde karakteristieke krommen aan (totale ingang tegen uitgang) voor een compressie gebaseerd op het voorbeeld uit figuur k (de spiegelbeeld expan-siekrommen zijn voor de duidelijkheid weggelaten). De tekening toont hoe de dynamische werking van iedere trap optreedt naast 25 die van zijn aangrenzende trap hetgeen resulteert in een totale compressieverhouding van 2 : 1 terwijl 2h dB aan compressie wordt verkregen.Figure 5 indicates idealized characteristic curves (total input against output) for a compression based on the example of figure k (the mirror image expansion curves are omitted for clarity). The drawing shows how the dynamic action of each stage occurs in addition to that of its adjacent stage resulting in a total compression ratio of 2: 1 while obtaining 2h dB of compression.

Gebaseerd op de waarneming uit figuur k en 5 geeft een enkele vergelijking het verband tussen drempelniveaus 30 (T)s eindpunt (F), maximum compressieverhouding (C) en ver sterking (G) van iedere bepaalde trap: m = f CG_ T F c - ΓBased on the observations from Figures k and 5, a single equation gives the relationship between threshold levels 30 (T) s end point (F), maximum compression ratio (C) and gain (G) of each given stage: m = f CG_ TF c - Γ

Door deze vergelijking te gebruiken kunnen de drempelniveaus voor iedere trap bepaald worden met een rede-35 lijk dichte benadering met een iteratiewerkwijze. Wanneer bij- 81 03 122 - 18 - voorbeeld een totaal eindpunt (F1) van - 14 dB gewenst wordt met een trapversterking van 8 dB en een maximum compressiever-houding van 2 toont de vergelijking dat de hoge-niveaudrempel (T1) - 30 dB is. Deze waarde wordt dan gébruikt als het eind-5 punt (F2) van de middenniveau.trap om te bepalen dat zijn drempel - k6 dB moet zijn enz. Iedere trap verwijst dus terug naar het resultaat van de voorgaande trap bij deze analyse. De berekende drempel is echter de totale drempel met verwijzing naar de ingang van de reeks. Om de drempel van een bepaalde keten te ver-10 krijgen met verwijzing naar zijn eigen ingang wordt de cumula tieve signaalversterking totaan dat punt in aanmerking genomen.Using this equation, the threshold levels for each stage can be determined with a fairly close approximation using an iteration method. For example, if a total end point (F1) of - 14 dB with a step gain of 8 dB and a maximum compression ratio of 2 is desired, the equation shows that the high level threshold (T1) - 30 dB is. This value is then used as the end-5 point (F2) of the mid-level.trap to determine that its threshold should be - k6 dB etc. So each stage refers back to the result of the previous stage in this analysis. However, the calculated threshold is the total threshold with reference to the entry of the sequence. To obtain the threshold of a given circuit with reference to its own input, the cumulative signal gain up to that point is taken into account.

De drempel van de trap met het laagste niveau uit figuur 5 is bijvoorbeeld - U6 dB bij referentie naar de ingang van deze trap.For example, the threshold of the lowest level stage of Figure 5 is - U6 dB when reference to the input of this stage.

De vergelijking kan ook opgelost worden voor 15 het eindpunt F, de compress ie verhouding C of de versterking G.The equation can also be solved for the end point F, the compression ratio C or the gain G.

De ontwerper kan dus de parameters van zijn keten bepalen gebaseerd op wat zijn doel is. Een dergelijk doel kan eisen bevatten dat de drempel met laagste niveau boven de ruisbodem ligt, dat het hoogste niveau-eindpunt laag genoeg is om het gebruik van 20 een doorschietbescherming mogelijk te maken en dat de totale maximum compréssieverhouding niet een bepaalde waarde overschrijdt. Bij ketens in de praktijk zijn de drempel en eindpunten niet altijd goed gedefinieerde punten zoals zij dit zijn bij een analyse. Zoals in de inleiding besproken kunnen de gebieden waarin. 25 de tussengelegen niveaudelen van de karakteristiek uitlopen in de laagniveau en hoogniveau lineaire delen vlak zijn of scherp afhangend van de karakteristieken van de ketens die de dynamische werking regelen. In de praktijk zal dus een drempel-gebied van een keten het eindpuntgebied van een andere keten 30 overlappen.So the designer can determine the parameters of his chain based on what his goal is. Such a target may include requiring that the lowest level threshold be above the noise bottom, that the highest level endpoint is low enough to allow the use of overshoot protection, and that the total maximum compression ratio does not exceed a certain value. In chains in practice, the threshold and end points are not always well-defined points as they are in an analysis. As discussed in the introduction, the areas in which. The intermediate level parts of the characteristic end in the low level and high level linear parts are flat or sharply dependent on the characteristics of the circuits controlling the dynamic operation. Thus, in practice, a threshold region of one chain will overlap the endpoint region of another chain.

Beschouwing van de bovenstaande vergelijking in figuur 5 toont dat voor het bepaalde geval van een 2 : 1 compressieverhouding de helft van de drempelverspringing geleverd wordt door de signaalversterkingen van de trappen dat de andere 35 helft geleverd moet worden door een verandere instelling op het 81 03 122 - 19 - regelelement en/of een veranderde versterking van de regelver-sterker (toegenomen versterking voor lagere drempel). Voor 1,5 : 1 en 3 : 1 compressieverhoudingen respectievelijk wordt 1/3 en 2/3 van het verspringen, respectievelijk geleverd door 5 de trap versterkingen en 2/3 en 1/3 van de verspringing respec tievelijk moet geleverd worden door de regelschakeling. In heide figuren 1 en 5 is 0 dB een nominaal maximum of referentie-niveau. In de praktijk wordt een hoofdruimte van 10 tot 20 dB geleverd hoven het 0 dB niveau.Considering the above equation in Figure 5 shows that for the given case of a 2: 1 compression ratio, half of the threshold offset is provided by the signal amplifications of the stages that the other 35 should be supplied by a different setting on the 81 03 122 - 19 - control element and / or changed gain of the control amplifier (increased gain for lower threshold). For 1.5: 1 and 3: 1 compression ratios respectively, 1/3 and 2/3 of the stag, respectively, is provided by 5 stage gains and 2/3 and 1/3 of the stag, respectively, must be provided by the control circuit . In Heath Figures 1 and 5, 0 dB is a nominal maximum or reference level. In practice, a headroom of 10 to 20 dB is provided above the 0 dB level.

10 Zoals reeds eerder vermeld geeft men er gewoon lijk de voorkeur aan dat de hogeniveautrap het eerste is in een compressie-orgaanreeks en de lageniveautrap de laagste is.As mentioned previously, it is usually preferred that the high level stage is the first in a compression member array and the low level stage is the lowest.

Een omgekeerde inrichting is echter ook mogelijk. In het omgekeerde geval heeft de regelversterker van de eerste trap een 15 grote versterking nodig om de vereiste lage drempel te verkrij gen. Deze lage drempel legt dan zelfs in de aanwezigheid van een hooghiveau signalen aan hetgeen het geval van schuivende handstelsels hekend in de techniek gewoonlijk leidt tot een slecht ruismodulatieresultaat van het totale stelsel. Bij deze 20 omgekeerde inrichting moet iedere trap een voldoende versterking van de regelversterker geven om de drempel die nodig is voor deze trap te verkrijgen. Bovendien is iedere drempel in wezen vastgelegd en onafhankelijk van de werking van de andere trappen. Dit is een consequentie van het feit dat de signaalversterking 25 van iedere eerdere trap praktisch tot de eenheid gedaald is wan neer de drempel bereikt is voor de overeenkomstige opvolgende trap. De berekening van de drempels die nodig zijn voor een optimaal verspringen in het omgekeerde geval is dezelfde als voor het preferente geval. De drempel van iedere trap met verwijzing 30 naar zijn eigen ingang wordt echter dezelfde als de totale drem pel.However, a reverse arrangement is also possible. Conversely, the first stage control amplifier needs a large gain to achieve the required low threshold. This low threshold then applies signals even in the presence of high-level signals, which in the case of sliding handheld systems generally known in the art usually leads to a poor noise modulation result of the overall system. In this reverse device, each stage must provide sufficient gain to the control amplifier to obtain the threshold required for this stage. In addition, each threshold is essentially defined and independent of the operation of the other stages. This is a consequence of the fact that the signal gain of each previous stage has practically dropped to the unit when the threshold is reached for the corresponding subsequent stage. The calculation of the thresholds required for an optimal long jump in the reverse case is the same as for the preferred case. However, the threshold of each stage with reference to its own entrance becomes the same as the total threshold.

In tegenstelling tot de omgekeerde situatie is er hij de preferente -'inrichting (waarin de hoogniveautrap eerst is in de compressieketen en de laagniveautrap het laatste), 35 een nuttige wisselwerking tussen de trapversterkingen en de 8103122 - 20 - drempels. De drempels van de stroomafwaartse trappen worden gedeeltelijk bepaald door de signaalversterkingen van de voorafgaande trappen. In een stelsel met twee trappen met 10 dB van de lageiaiveauversterking per trap wordt de eis van de ver-5 sterking van de regelversterking van de tweede trap verminderd tot 10 dB krachtens de laagniveau-signaalversterking van de eerste trap. Wanneer een hoogniveausignaal optreedt wordt de 10 dB versterking van de eerste trap geelimineerd en de drempel van de laagniveautrap wordt effectief verhoogd met 10 dB. Met schui-10 vende "bandeornpressie-expansie-organen verbetert dit het ruis- modulatieresultaat van de ruisreductiewerking.In contrast to the reverse situation, there is the preferred arrangement (in which the high-level stage is first in the compression chain and the low-level stage last), a useful interaction between the stage gains and the 8103122-20 thresholds. The thresholds of the downstream stages are partly determined by the signal amplifications of the previous stages. In a two-stage system with 10 dB of the low level gain per stage, the requirement of the gain of the second stage control gain is reduced to 10 dB due to the low level signal gain of the first stage. When a high level signal occurs, the 10 dB gain of the first stage is eliminated and the threshold of the low level stage is effectively raised by 10 dB. With sliding band compression expanders, this improves the noise modulation result of the noise reduction operation.

Volgens de preferente inrichting zijn de versterkingen van alle voorafgaande trappen volledig effectief tot de drempel van iedere bepaalde opvolgende trap. In tegen-15 stelling dus met het hierboven beschreven, stelsel in Omgekeer de volgorde heeft de preferente inrichting het meeste voordeel van de overheersende signaalversterkingen van de individuele trappen. Namelijk: 1, Bij signaalcondities met zeer laag niveau 20 (subdrempel) is de eis voor de versterking van de regelverster-According to the preferred arrangement, the gains of all previous stages are fully effective up to the threshold of any given subsequent stage. Thus, in contrast to the above-described sequence in reverse order, the preferred arrangement has the most advantage of the predominant signal gains of the individual stages. Namely: 1, At signal conditions with very low level 20 (sub-threshold), the requirement for the amplification of the control ampli

ker van iedere trap verminderd tot een bedrag dat gelijk is aan de cumulatieve signaalversterkingen van alle voorafgaande trappen. In het voorbeeld van figuur 5 wordt dus de versterking van de regelversterker die nodig is voor de laagste niveautrap 25 om een drempel te verkrijgen van - 62 dB, verminderd met 16 dBeach stage is reduced to an amount equal to the cumulative signal gains of all previous stages. Thus, in the example of Figure 5, the gain of the control amplifier required for the lowest level stage 25 to obtain a threshold of - 62 dB is decreased by 16 dB

met betrekking tot die nodig is wanneer deze trap onafhankelijk zou werken of bij de eerder beschreven omgekeerde constructie.with respect to what is needed if this stage were to operate independently or in the previously described reverse construction.

Op dezelfde wijze wordt de versterking van de regelversterker van de middenniveautrap verminderd met 8 dB wat dus leidt tot 30 de meest economische schakeling.Likewise, the gain of the mid-level stage control amplifier is reduced by 8 dB, thus resulting in the most economical circuit.

2. Een van het signaal afhankelijk variabel drempeleffect wordt verkregen waarbij met schuivende bandtrap-pen ruismodulatie-effecten verminderd worden. De effectieve drempels van de lage niveautrappen worden progressief verhoogd 35 met een toenemend signaalniveau bij een bepaalde frequentie.2. A variable threshold effect dependent on the signal is obtained, with noise modulation effects being reduced with sliding band stages. The effective thresholds of the low level stages are increased progressively with an increasing signal level at a given frequency.

8103 122 - 21 -8103 122 - 21 -

Bij hoge sigrtaalniveaus (op het lineaire deel met hoog niveau van de overdrachtkarakteristiek) wordt de effectieve drempel van de laagste niveautrap verhoogd met een niveau gelijk aan alle laagniveautrapversterkingen (sub-drempel) tot aan dat punt.At high screed levels (on the high level linear part of the transfer characteristic), the effective threshold of the lowest level stage is raised by a level equal to all low level stage gains (sub-threshold) up to that point.

5 In het voorbeeld van figuur 5 wordt de drempel van de laagste niveautrap, normaal - 62 dB hij laagniveausignaalcondities, dus verhoogd met 16 dB, tot - k6 dB, onder hoogniveausignaalcondi-ties. Op gelijke wijze wordt de drempel van de middenniveautrap verhoogd tot - 38 dB.In the example of Figure 5, the threshold of the lowest level stage, normally - 62 dB and the low level signal conditions, is thus increased by 16 dB, to - k6 dB, under high level signal conditions. Similarly, the threshold of the mid-level stage is raised to -38 dB.

10 Bij een eerste praktische uitvoering volgens de uitvinding waarbij reeksen schuivende bandinrichtingen toegepast worden zijn het compressie-orgaan 2 en het expansie-orgaan 8 uit figuur 2 in wezen standaard B-soort schuivende bandinrichtingen zoals aangegeven in US-PS Be 28.U26, terwijl 15 het compressie-orgaan h en het expansie-orgaan 6 gewijzigde responsiekarakteristieken hebben. Men heeft gevonden dat met de ruis die opgewekt wordt bij cassette-banden een werkbaar resultaat verkregen wordt wanneer de tweede inrichting (in de eom-pressiewijze) niet alleen een versprongen ingangsamplitudeniveau-20 responsie heeft maar ook een afsnijfr equent ie die enkele twee tot drie octaven lager is dan die van een standaard B-soort inrichting. Meer in het bijzonder zijn de drempelniveaus van de tweede inrichting verlaagd zowel van de syllabische filter/be-grenzers als van de doorschietonderdrukkingsbegrenzer om ver-25 springing te bewerkstelligen waarbij de hoekfrequentie van het vastgelegde filter verlaagd wordt met twee tot drie octaven.In a first practical embodiment according to the invention using series of sliding belt devices, the compression member 2 and the expansion member 8 of Figure 2 are essentially standard B-type sliding belt devices as shown in US-PS Be 28.U26, while 15 the compression member h and the expansion member 6 have altered response characteristics. It has been found that with the noise generated in cassette tapes a workable result is obtained when the second device (in the compression mode) not only has a staggered input amplitude level response but also a cutoff equation that is some two to three. octaves lower than that of a standard B-type device. More specifically, the threshold levels of the second device are lowered both of the syllabic filter / restrictors and of the overshoot suppression limiter to effect hopping where the angular frequency of the captured filter is lowered by two to three octaves.

Details van de B-soort keten zijn voorgesteld in figuur 6, J of 8 welke dezelfde zijn als figuur 1*, 5 en 10 respectievelijk uit US-PS Re 28Λ26 en verdere details van de 30 ketens hun werking en theorie in voorgesteld zijn. De volgende beschrijving van figuur 6, 7 en 8 is genomen uit US-PS Re 28.Ü26.Details of the B-type chain are shown in Figures 6, J or 8 which are the same as Figures 1 *, 5 and 10 from US-PS Re 28Λ26 respectively, and further details of the 30 chains in their operation and theory are presented. The following description of Figures 6, 7 and 8 is taken from US-PS Re 28,26.

De keten uit figuur 6 is in het bijzonder ontworpen om op te nemen in het registratiekanaal van een ver-35 bruikersbandrecorder waarbij twee dergelijke ketens nodig zijn 81 03 122 - 22 - voor een sterorecorder. Het ingangssignaal is aangelegd aan de klem 10 aan een emittervolgertrap 12 welke een laag impedantie-signaal levert. Dit signaal wordt eerst aangelegd via een hoofd-reehtdoorgaande weg gevormd door een weerstand b aan een uitgangs-5 klem 16 en in de tweede plaats via een verdere weg waarvan het laatste element een weerstand 18 is ook verbonden met de klem 16. De weerstanden 1¾ en 18 tellen de uitgangen van de hoofd en verdere wegen op om de gewenste compressiewet te verschaffen.The circuit of Figure 6 is specifically designed to be included in the recording channel of a consumer tape recorder requiring two such circuits 81 03 122 - 22 - for a stero recorder. The input signal is applied to terminal 10 at an emitter follower stage 12 which provides a low impedance signal. This signal is first applied via a main straight through path formed by a resistor b to an output terminal 16 and secondly via a further path whose last element a resistor 18 is also connected to the terminal 16. The resistors and 18 add the outputs of the major and further roads to provide the desired compression law.

Een verdere weg bestaat uit een vast filter 20, 10 een variabel af snijfilter 22 met een FET 2b (deze vormen de filter/begrenzer) en een versterker 26 waarvan de uitgang gekoppeld is met een dubbele diodebegrenzer of afsnij-inrichting 28 en met de weerstand 18. De niet-lineaire begrenzer onderdrukt doorschietingen van het uitgangssignaal met plotseling toenemende 15 ingangssignalen. De versterker 26 verhoogt het signaal in de verdere weg tot een niveau zodanig dat de knie in de karakteristiek van de begrenzer of doorschietonderdrukker 28, die sili-ciumdiodes bevat effectief is bij het passende signaalniveau onder overgangscondities. De effectieve drempel van de door-20 schietonderdrukker ligt enigszins boven die van de syllabische filter/begrenzer. De weerstanden 14 en 18 zijn zo gedimensioneerd dat de vereiste compensatiegraad van de demping dan geleverd wordt voor het signaal in de verdere weg.A further route consists of a fixed filter 20, 10, a variable cut-off filter 22 with a FET 2b (these form the filter / limiter) and an amplifier 26, the output of which is coupled to a double diode limiter or cut-off device 28 and with the resistor 18. The non-linear limiter suppresses overshoots of the output signal with suddenly increasing input signals. Amplifier 26 further increases the signal to a level such that the knee in the characteristic of the limiter or overshoot suppressor 28 containing silicon diodes is effective at the appropriate signal level under transition conditions. The effective threshold of the overshoot suppressor is slightly above that of the syllabic filter / limiter. Resistors 14 and 18 are dimensioned such that the required damping compensation degree is then provided for the signal in the further distance.

De uitgang van de versterker 26 is ook gekop-25 peld met een versterker 30 waarvan de uitgang gelijkgericht wordt door een germaniumdiode 31 en geïntegreerd door een aflak-filter 32 om de regelspanning te leveren voor de FET 2b.The output of amplifier 26 is also coupled to an amplifier 30 whose output is rectified by a germanium diode 31 and integrated by a topcoat filter 32 to provide the control voltage for the FET 2b.

Er worden twee eenvoudige RC-filters gebruikt ofschoon equivalente LC of LOR-filters gebruikt zouden kunnen 30 worden. Het vaste filter 20 levert een afsnijfrequentie van 1700Two simple RC filters are used although equivalent LC or LOR filters could be used. The fixed filter 20 provides a cutoff frequency of 1700

Hz, waar beneden een verminderende compressie plaatsvindt.Hz, below which decreasing compression takes place.

Het filter 22 bevat een seriecondensator 3^· en shuntweerstand 36 gevolgd door een serieweerstand 38 en de FET 2b waarvan de bron-afvoerweg verbonden is als een shuntweerstand. Bij instelcondi-35 ties met nulsignaal op de poort van de FET 2b wordt de FET afge- 8103122 - 23 - knepen en heeft een praktisch oneindige impedantie; de aanwezigheid van de weerstand 38 kan dan genegeerd worden. De afsnij frequent ie van het filter 22 is dus 800 Hz wat zoals opgemerkt wordt aanzienlijk beneden de afsnij frequentie ligt van 5 het vaste filter 20.The filter 22 includes a series capacitor 330 and shunt resistor 36 followed by a series resistor 38 and the FET 2b whose source drain path is connected as a shunt resistor. At zero signal setting conditions on the gate of the FET 2b, the FET is pinched and has a practically infinite impedance; the presence of the resistor 38 can then be ignored. The cut-off frequency of the filter 22 is thus 800 Hz, which, as noted, is considerably below the cut-off frequency of the fixed filter 20.

Wanneer het signaal aan de poort voldoende toeneemt voor de weerstand van de FET om te dalen tot minder dan hijvoorheeld 1 K, shunt de weerstand 38 op effectieve wijze de weerstand 36 en stijgt de afsnijfrequentie waarbij kenmer-10 kend de doorlaatband van het filter versmald wordt. De stijging van de afsnij frequentie is natuurlijk een progressieve werking.When the signal at the gate increases enough for the resistance of the FET to drop to less than its predetermined 1 K, the resistor 38 effectively shunts the resistor 36 and increases the cutoff frequency, typically narrowing the filter pass band . The rise in the cutoff frequency is of course a progressive effect.

De werking van een FET is gemakkelijk omdat binnen een geschikt beperkt gebied van signaalamplituden een dergelijke inrichting praktisch werkt als een lineaire weer-15 stand (voor een signaal met een van de polariteiten), waarvan de waarde bepaald wordt door de regelspanning op de poort.The operation of a FET is convenient because, within a suitably limited range of signal amplitudes, such a device operates practically as a linear resistor (for a signal of one of the polarities), the value of which is determined by the control voltage on the gate.

De weerstand 36 en FET zijn teruggevoerd naar een instelbare aftakking h6 in een potentiaalverdeler welke een temperatuurcompenserende germaniumdiode k8 bevat. De aftak-20 king k6 maakt het mogelijk dat de compressiedrempel van het filter 22 ingesteld wordt.Resistor 36 and FET are returned to an adjustable tap h6 in a potential divider containing a temperature compensating germanium diode k8. The branch k6 allows the compression threshold of the filter 22 to be set.

De versterker 26 bevat complementaire transistors die hoge ingangsimpedanties en lage uitgangsimpedanties geven. Daar de versterker de diodebegrenzer 28 aandrijft is een 25 eindige uitgangsimpedantie nodig en wordt geleverd door een kop- pelweerstand 50. De diodes 28 zijn, zoals reeds aangegeven, siliciumdiodes en hebben een scherpe knie bij 1/2 volt.The amplifier 26 includes complementary transistors that give high input impedances and low output impedances. Since the amplifier drives the diode limiter 28, a finite output impedance is required and is provided by a coupling resistor 50. The diodes 28, as already indicated, are silicon diodes and have a sharp knee at 1/2 volt.

Het signaal op de begrenzer en zodoende op de weerstand 18 kan met aarde verbonden worden door een schake-30 laar 53 wanneer het nodig is om het compr es si e-or gaan buiten werking te stellen.The signal on the limiter and thus on the resistor 18 can be connected to ground by a switch 53 when it is necessary to disable the compression.

De versterker 30 is een UPÏÏ-weerstand met een emittertijdconstantnetwerk 52 dat een vergrote versterking geeft bij hoge frequenties. Sterke hoge frequenties (bijvoorbeeld 35 een bekkenslag) zullen daarom leiden tot een snelle vernauwing 8103122 - 2k - · * van de tand waarin compressie plaatsvindt om signaalvervorming te vermijden.The amplifier 30 is a UPI resistor with an emitter time constant network 52 that provides increased amplification at high frequencies. Strong high frequencies (eg a cymbal stroke) will therefore lead to a rapid narrowing of the tooth in which compression takes place 8103122 - 2k - · * to avoid signal distortion.

De versterker is gekoppeld met het afvlakfil-ter 32 via de gelijkrichtdiode 31. Het filter "bevat een serie-5 weerstand 5^· en shuntcondensator 56. De weerstand 5^· is geshunt door een siliciumdiode 58 die een snelle lading mogelijk maakt van de condensator 56 voor een snel aandrijven gekoppeld met een goed afvlakken "bij stationaire toestandomstandigheden. De spanning op de condensator 56 wordt rechtstreeks aangelegd aan 10 de poort van de EET 2h.The amplifier is coupled to the smoothing filter 32 through the rectifying diode 31. The filter "includes a series-5 resistor 5 ^ and shunt capacitor 56. The resistor 5 ^ · is shunted by a silicon diode 58 which allows fast charging of the capacitor 56 for fast driving coupled with good smoothing "at steady state conditions. The voltage on capacitor 56 is applied directly to the gate of EET 2h.

Een volledig schakelschema van de complementaire expansie-inrichting is aangegeven in figuur 7 maar een volledige "beschrijving is niet nodig daar de schakeling identiek is aan figuur 6, en waarbij componentwaarden daarom niet 15 voor het grootste deel getoond zijn in figuur 7·A complete circuit diagram of the complementary expansion device is shown in Figure 7 but a full "description is not necessary as the circuit is identical to Figure 6, and component values are therefore not shown for the most part in Figure 7 ·

De verschillen tussen figuur 6 en 7 zijn als volgt.The differences between Figures 6 and 7 are as follows.

In figuur 7 leidt de verdere weg zijn ingang af van de uitgangsklem 16a, de versterker 26a is omkerend, en 20 de signalen die gecombineerd worden door de weerstanden \k en 18 zijn aangelegd aan de ingang ("basis) van de emittervolger 12, de uitgang (emitter) waarvan gekoppeld is met de klem 16a. Om een lage aandrijfimpedantie te verzekeren is de ingangsklem 10a gekoppeld met de weerstand via een emittervolger 60. Er moeten 25 passende maatregelen genomen worden om te voorkomen dat een in stelling in de expansie-inrichting komt.In Figure 7, the further way diverts its input from the output terminal 16a, the amplifier 26a is inverted, and the signals combined by the resistors k and 18 are applied to the input ("base") of the emitter follower 12, the output (emitter) coupled to terminal 16a To ensure low drive impedance, input terminal 10a is coupled to the resistor through an emitter follower 60. Appropriate steps must be taken to avoid setting in the expander coming.

De versterker 26a wordt omkerend gemaakt door de uitgang vanaf de emitter te nemen in plaats vanaf de collector van de tweede (PIP) transistor. Deze verandering houdt het 30 verschuiven in van de 10 K weerstand 62 (figuur 6) van de col lector naar de emitter (figuur 6), wat automatisch een geschikte uitgangsimpedantie geeft voor het aandrijven van de begrenzer. De weerstand 50 is daarom weggelaten iri figuur 7.The amplifier 26a is inverted by taking the output from the emitter instead of the collector of the second (PIP) transistor. This change involves shifting the 10 K resistor 62 (Figure 6) from the collector to the emitter (Figure 6), automatically providing a suitable output impedance for driving the limiter. The resistor 50 is therefore omitted in Figure 7.

Opgemerkt wordt dat het belangrijk is bij 35 het op een lijn brengen van een volledig ruisreductiestelsel 8103122 - 25 - om gelijke signaalniveaus te hebben op de emitters van de transistors 12 bij zowel het compressie-orgaan als het expansie-orgaan. De meetklemmen M zijn verbonden getoond met deze emitters .It is noted that it is important in aligning a complete noise reduction system 8103122-25 to have equal signal levels on the emitters of the transistors 12 at both the compression member and the expansion member. The measuring terminals M are shown connected to these emitters.

5 Figuur 8 toont een preferente keten voor het vervangen van de keten tussen de punten A, B en C in figuur 6 en 7· Wanneer de FET 2k af geknepen is werktiiet tweede RC-net-werk 22 niet, en het eerste RC-netwerk 20 bepaalt dan de responsie -van de verdere weg. De verbeterde keten combineert de 10 fasevoordelen dat men slechts een enkel RC-deel heeft om de in- stelomstandigheden met de 12 dB per octaafdemping-karakteristieken van een tweedelig RC-filter onder signaalomstandigheden.Figure 8 shows a preferred chain for replacing the chain between points A, B and C in Figures 6 and 7 · When the FET 2k is pinched off, the second RC network 22 will not work, and the first RC network 20 then determines the response from further away. The improved circuit combines the 10 phase advantages of having only a single RC portion around the setting conditions with the 12 dB per octave attenuation characteristics of a two-piece RC filter under signal conditions.

In de praktische keten, waarbij MPF 10U FET's gebruikt worden is de 39 K weerstand 36a nodig om een eindige 15 bronimpedantie te leveren om in de FET te werken. Op deze wijze wordt de compressieverhouding bij alle frequenties en niveaus op een maximum van ongeveer twee gehouden. De 39 K weerstand 36a dient dezelfde compressieverhoudingbegrenzingsfunctie in de verbeterde keten als de weerstand 36 in de keten van figuur 6 20 of figuur J. Aanvullend levert deze weerstand een laagfrequente weg voor het signaal.In the practical circuit, using MPF 10U FETs, the 39K resistor 36a is required to provide a finite source impedance to operate in the FET. In this way, the compression ratio at all frequencies and levels is kept at a maximum of about two. The 39K resistor 36a serves the same compression ratio limiting function in the enhanced circuit as the resistor 36 in the circuit of Figure 6 or Figure J. Additionally, this resistance provides a low-frequency path for the signal.

Wijzigingen in figuur 6, 7 en 8.Changes in Figures 6, 7 and 8.

Zoals hiervoor vermeld passen in de eerste praktische uitvoering van de uitvinding het compressie-orgaan U en 25 het expans ie-or gaan 6 uit figuur 2 inrichtingen toe van het soort getoond in figuur 6, 7 en 8 met gewijzigde karakteristieken. De veranderde afsnijfrequentie en verlaagde drempel worden respectievelijk verkregen door het wijzigen van de karakteristieken van het vaste filter (vaste filter 20 uit figuur 6) en ook de 30 versterking van de regelversterker door het veranderen van zijn pre-emphasis-karakteristieken (emittertijdconstantenetwerk 52 van de versterker 30 in de figuur 6). De drempel van de door-schietonderdrukker wordt verlaagd door het aanleggen van geschikte gelijkstroominstellingen (in de voorwaartse richting) aan de 35 dioden 28. De impedanties van het variabele filter (variabel 8103122 3 \ - 26 - filter 22 in figuur 6 en 8) worden in het algemeen onveranderd gelaten om een geschikte aanpassing te behouden aan de karakteristieken van beschikbare in spanning regelbare variabele ketenelementen. Geschikte wijzigingen van de B-soort schuivende 5 bandketen getoond in figuur 6, 7 en 8 zijn om de waarden van 3,3 K weerstand in het vaste filter 20 te veranderen in een waarde van 18 K om zijn afsnijfrequentie te verlaten met twee of drie octaven. Voor een toename in de versterking van de regel-versterker wordt de waarde van de condensator in het versterker-10 30 emittertijdconstantenetwerk 52 vergroot van 0,15 tot 0,60^uf (of van 0,1 tot 0,ljyuf wanneer de voorgestelde 0,1 ^uf waarde gebruikt wordt). Instellingen van ongeveer + en minus 1/U volt in de voorwaartse richting worden aangelegd aan siliciumdioden 28 waarbij het doorsehietonderdrukkingsniveau met verscheidene 15 decibels verminderd wordt.As mentioned above, in the first practical embodiment of the invention, the compression member U and 25 utilize the expansion member 6 of Figure 2, devices of the kind shown in Figures 6, 7 and 8 with modified characteristics. The changed cutoff frequency and lowered threshold are respectively obtained by changing the characteristics of the fixed filter (fixed filter 20 of Figure 6) and also the gain of the control amplifier by changing its pre-emphasis characteristics (emitter time constant network 52 of the amplifier 30 in Figure 6). The overshoot suppressor threshold is lowered by applying appropriate DC (forward) settings to the 35 diodes 28. The impedances of the variable filter (variable 8103122 3-26 filter 22 in Figures 6 and 8) are generally left unchanged to maintain an appropriate adaptation to the characteristics of available voltage controllable variable chain elements. Appropriate changes of the B-type sliding 5 band chain shown in Figures 6, 7 and 8 are to change the values of 3.3 K resistor in the fixed filter 20 to a value of 18 K to leave its cutoff frequency by two or three octaves. For an increase in the gain of the control amplifier, the value of the capacitor in the amplifier 10 emitter time constant network 52 is increased from 0.15 to 0.60 µf (or from 0.1 to 0.1 µf when the proposed 0 , 1 ^ uf value is used). Settings of about + and minus 1 / U volts in the forward direction are applied to silicon diodes 28, reducing the transmit suppression level by several decibels.

Het variabele filter 22 heeft een alles doorlatende frequentiekarakteristiek in responsie tot de instelregelspanning waarbij dus de totale filterafsnijding verlaagd is met twee of drie octaven. Het vergroten van de condensatorwaarde in het 20 emitternetwerk van de regel versterker 30 vergroot de versterking van de versterker bij iedere gegeven frequentie.The variable filter 22 has an all-transmissive frequency characteristic in response to the bias control voltage, thus decreasing the total filter cutoff by two or three octaves. Increasing the capacitor value in the emitter network of the control amplifier 30 increases the gain of the amplifier at any given frequency.

Zoals hierboven toegelicht en in US-PS Re 28 Λ2β, stijgt de afsnijfrequentie van het variabele RC-filter 22 daar de regelspanning (van versterker 30, gelijkrichter 31 en afvlak-25 filter 32) toeneemt. Bij grotere waarden van de capaciteit in het netwerk 52 spreekt het variabele filter dus aan door in frequentie omhoog te bewegen vanuit zijn instelwaarde ingevolge lagere niveausignalen, waarbij dus de niveauresponsie of drempel verspringt ten opzichte van die in de niet gewijzigde B-30 soortketen.As explained above and in US-PS Re 28 Λ2β, the cutoff frequency of the variable RC filter 22 increases as the control voltage (of amplifier 30, rectifier 31 and smoothing filter 32) increases. Thus, at larger values of the capacitance in the network 52, the variable filter responds by moving up in frequency from its set value due to lower level signals, thus shifting the level response or threshold relative to that in the unaltered B-30 type chain.

De niveauresponsie kan verspringen op talrijke manieren in aanvulling op het veranderen van het emitternetwerk van de regelversterker, Andere mogelijkheden houden het veranderen van de instelling in op het regelelement die anders de 35 versterking van de regelversterking veranderen, het veranderen 8103122 - 27 - van de relatieve signaalniveaus tussen de filterweg en de regel-signaalafleidingsweg, enz.The level response can jump in numerous ways in addition to changing the control amplifier's emitter network, Other possibilities include changing the setting on the control element that would otherwise change the gain of the control gain, changing the relative gain of the relative gain. signal levels between the filter path and the control signal derivation path, etc.

Zekere details van de keten uit figuur 6, 7 en 8 hébben zich ontwikkeld gedurende de jaren en modernere vormen 5 van de keten zijn gepubliceerd en zijn "békend in de techniek.Certain details of the chain of Figures 6, 7 and 8 have evolved over the years and more modern forms of the chain have been published and are "known in the art.

Verwijzing naar de specifieke keten in ÜS-PS Ee 28Λ26 is uitgevoerd voor een gemakkelijke voorstelling.Reference to the specific chain in ÜS-PS Ee 28Λ26 has been made for easy representation.

Figuur 9 toont een daadwerkelijke kaartregistratie-plot van de responsie "beneden de comprëssiedrempel van de twee 10 in serie geschakelde compressie-organen waarvan de eerste ge wijzigd is zoals hierboven beschreven; de responsie van het ex-pansie-orgaan is ook getoond. Vergelijk met figuur 10 (welke figuur 12 is uit US-PS Re 28.k26) die een daadwerkelijke kaart-registratieplot van responsie toont beneden de compressiedrempel 15 van een enkel compressie-orgaan of expansie-orgaan volgens figuur 6, 7 en 8. Figuur 11 is een kaartregistratie van de in-gangs/uitgangsresponsie van de serieeompressie-organen als een functie van de frequentie. Inspectie van de responsieplots toont de twee dynamische gebieden voor de krommen waarbij de twee 20 versprongen werkingsgebieden aangegeven zijn. Terwijl de waar neembaarheid van de dynamische gebieden in deze krommen nuttig is om de versprongen werking van de inrichtingen te demonstreren geeft men er in de praktijk de voorkeur aan dat de krommen zo vlak als mogelijk lopen zonder te onderscheiden dynamische gebie-25 den of "stoten". De evenwijdige lijnen A en B zijn getrokken door de drempelgébieden: lijn A verwijst naar de standaardketen en lijn B naar de gewijzigde keten. Vergelijk deze krommen met figuur 12 (die ÜS-PS Re 28Λ26 is) welke gelijke responsiekrommen aangeeft voor een enkele niet gewijzigd B-soort compressie-orgaan 30 met schuivende band. Figuur 11 toont dat het compressie-orgaan met serie-inrichtingen in wezen tweemaal zoveel compressie levert welke verdeeld wordt over een grotere frequentie en niveaugébied.Figure 9 shows an actual map recording plot of the response "below the compression threshold of the two series-connected compression members, the first of which has been modified as described above; the response of the expansion member has also been shown. Compare with Figure 10 (which is Figure 12 from US-PS Re 28.k26) showing an actual map recording plot of response below the compression threshold 15 of a single compression member or expansion member of Figures 6, 7 and 8. Figure 11 is a map record of the input / output response of the series compression members as a function of frequency Inspection of the response plots shows the two dynamic areas for the curves indicating the two staggered operating areas While the observability of the dynamic areas in these curves it is useful to demonstrate the staggered operation of the devices, in practice it is preferred that the curves be so smooth ak as possible to walk without distinguishing dynamic areas or "punches". The parallel lines A and B are drawn through the threshold areas: line A refers to the standard chain and line B to the modified chain. Compare these curves with Figure 12 (which is US-PS Re 28Λ26) which indicates equal response curves for a single unaltered B-type sliding band compression member 30. Figure 11 shows that the compression device with series devices delivers essentially twice as much compression which is distributed over a greater frequency and level area.

De variabele bandwerking van de serie-inrichtingen met versprongen werking kan men zien in figuur 13 en 1U die een 35 kaartregistratieproeftoonresponsie toont van in serie geschakel- 8103 122 - 28 - de compressie-organen. Vegergelijk met figuur 15 (welke figuur 15 is in US-PS Re 28.U26) welke een daadwerkelijke kaartregi-stratie is verkregen uit de keten van figuur 6 met figuur 8.The variable band operation of the staggered series devices can be seen in Figures 13 and 1U showing a card recording test tone response of the compressors connected in series. Compare with Figure 15 (which is Figure 15 in US-PS Re 28.U26) which is an actual map registration obtained from the chain of Figure 6 with Figure 8.

De variabele bandwerking wordt getoond door het plotten van de 5 compressie-orgaanfrequentieresponsie door middel van een laag- niveauproeftoon (waarvan het niveau beneden de drempel van het compressie-orgaan ligt) in de aanwezigheid van een hoogniveau-signaal; de proef wordt gedetecteerd aan de uitgang van het compressie-orgaan door middel van een volgfilter. Het hoge 10 niveausignaal zorgt dat de schakeling van het compressie-orgaan werkt waarbij de grafiek het effect toont op de omkeerfrequentie van het filter.The variable band operation is shown by plotting the compression organ frequency response by means of a low level proof tone (whose level is below the threshold of the compression element) in the presence of a high level signal; the test is detected at the output of the compression member by means of a tracking filter. The high level signal causes the circuit of the compression member to operate, the graph showing the effect on the filter's reverse frequency.

Figuur 13 toont de responsie voor een proeftoon bij - 65 dB en 200 Hz signaaltonen bij niveaus die lopen van 15 - 28 dB en beneden tot + 10 dB. Figuur 1U is voor een 500 Hz signaaltoon bij niveaus die lopen van - 3U dB en beneden tot + 10 dB.Figure 13 shows the response for a sample tone at -65 dB and 200 Hz signal tones at levels ranging from 15-28 dB and down to + 10 dB. Figure 1U is for a 500 Hz signal tone at levels ranging from - 3U dB and down to + 10 dB.

Een verdere praktische uitvoering van de uitvinding die een verbeterd resultaat geeft zijn het compressie-orgaan 2 20 en het expansie-orgaan 8 uit figuur 2 bij de wijzigingen van de .A further practical embodiment of the invention which gives an improved result are the compression member 2 and the expansion member 8 of figure 2 with the modifications of the.

standaard B-soort inrichtingen.standard B-type establishments.

In beide serie-inrichtingen zijn de hoekfrequenties verlaagd met twee octaven om een scherp stijgende responsie-karakteristiek van laagniveau te leveren. Een dynamische ver-25 springingswerking wordt geleverd door het verminderen van de drempels (zowel syllabische als doorschietonderdrukking) van de tweede (in de compressororgaanwijze) inrichting.In both series devices, the angular frequencies have been lowered by two octaves to provide a sharply rising low-level response characteristic. A dynamic jump action is provided by lowering the thresholds (both syllabic and overshoot suppression) of the second (in the compressor means) device.

Een kenmerk en nuttig voordeel van de uitvinding is dat de frequentieresponsies van de individuele ketens gecom-30 poundeerd zijn. Wanneer de ruisreductiekarakteristiek met de scherpste stijging gewenst is wordt dit verkregen door het gebruik van ketens met dezelfde lage niveau (instel) frequentie-responsiekarakteristieken.A feature and useful advantage of the invention is that the frequency responses of the individual chains are compounded. When the sharpest rise noise reduction characteristic is desired, this is achieved by using chains with the same low level (adjustment) frequency response characteristics.

Bij de verbeterde inrichting resulteert de keuze 35 van identieke filterkarakteristieken bij ongeveer twee octaven 81 03 122 - 29 - beneden die van bet standaard B-soort inrichtingen dus in een karakteristiek die snel stijgt boven ongeveer 300 Hz. Het stelsel kan dus een aanzienlijke ruisreductie krijgen in het kritische gebied van 300 Hz tot 2 kHz, een gebied waar in band-5 ruis onderscheiden kan worden wanneer eenmaal een ruis van boven 2 kHz gereduceerd is. Er is een verwaarloosbare hoorbare ruisbijdrage van de band beneden ongeveer 300 Hz. Door het aanbrengen van slechts een minimale ruisreductiewerking beneden 300 Hz vermijdt het stelsel de manipulatie van fundamentele signaalfre-10 quenties en verbetert de complementariteit van het stelsel bij praktische bandrecorders die bijvoorbeeld frequentieresponsie-fouten hebben tengevolge van kopschokken en dergelijke. Door het vermijden van de compressie van laagfrequente signalen wordt bovendien de verenigbaarheid van het stelsel verbeterd omdat 15 het opjagen van laag frequente signalen zou resulteren in een vervelend gerommel en een basvergroting wanneer gecodeerde banden op stelsels gespeeld worden die geen complementaire expansie-organen hebben.In the improved device, the selection of identical filter characteristics at about two octaves 81 03 122 - 29 - below that of the standard B-type devices thus results in a characteristic that rises rapidly above about 300 Hz. Thus, the system can achieve a significant noise reduction in the critical range of 300 Hz to 2 kHz, an area where noise can be distinguished in band-5 once a noise of above 2 kHz is reduced. There is negligible audible noise contribution from the band below about 300 Hz. By providing only a minimal noise reduction operation below 300 Hz, the system avoids manipulation of fundamental signal frequencies and improves the system's complementarity in practical tape recorders that have, for example, frequency response errors due to head shocks and the like. In addition, avoiding the compression of low-frequency signals improves the compatibility of the system because chasing low-frequency signals would result in annoying rumble and bass enhancement when playing encoded bands on systems that do not have complementary expansions.

Met opnieuw verwijzing naar figuur 6 en 8 is bij 20 de twee serie-inriehtingen in de praktische uitvoering die ter bespreking staat de weerstand in het vaste filter veranderd van 3,3 K tot 13 K, hetgeen veroorzaakt dat de totale lagere afsnij-frequentie van de filters 20 en 22 verschuift met ongeveer twee octaven lager naar ongeveer 375 Hz. In de tweede inrichting is 25 de condensator in het emitternetwerk 52 van de regelversterker 30 in waarde vergroot met een factor van ongeveer U zoals bij de hiervoor besproken uitvoering. Dit resulteert in een verspringing van drempelniveaus van ruwweg 10 tot 15 dB (afhangend van het signaalniveau en de signaalfrequentie). Een passende instelling 30 is geïntroduceerd in de diodebegrenzingsketen 28 om het door schiet onderdrukkingsniveau te verlagen. In een wijziging van de laatstbeschreven praktische uitvoering kan de condensator 3^ in het filter 22 vergroot worden in waarde tot 0,01^uf om de samenhang in de karakteristieken van eenheid tot eenheid te be-35 vorderen en om de ruismodulatiekarakteristieken te verbeteren.Referring again to Figures 6 and 8, at 20, the two practical arrangement series to be discussed, the resistance in the fixed filter has changed from 3.3 K to 13 K, causing the overall lower cutoff frequency of filters 20 and 22 shift by about two octaves lower to about 375 Hz. In the second device, the capacitor in the emitter network 52 of the control amplifier 30 has increased in value by a factor of about U as in the embodiment discussed above. This results in a staggering of threshold levels from roughly 10 to 15 dB (depending on the signal level and the signal frequency). An appropriate setting 30 has been introduced into the diode limiting circuit 28 to decrease the shot suppression level. In a modification of the last described practical embodiment, the capacitor 3 ^ in the filter 22 can be increased in value to 0.01 ^ uf to promote consistency in the unit-to-unit characteristics and to improve the noise modulation characteristics.

8103 122 - 30 -8103 122 - 30 -

In dat geval, tengevolge van de praktisch gelijke tijdconstante van het vaste filter 20 en variabele filter 22 is de inrichting gelijk aan een variabel filter met enkele pool en kan het vaste filter geelimineerd worden. In dat geval wordt de weerstand 36a 5 (welke een waarde van 1+T K heeft in moderne vormen van de B- soort keten) geshunt met de bron-afvoerweg van FET 2b om een ïnstelhoekfreqxientie te verschaffen van ongeveer 375 Hz. Het is echter wenselijk om het vaste filter in de hoogniveauketen te behouden zodat de keten omgeschakeld kan worden om door zichzelf 10 te werken als een standaard B-soort keten.In that case, due to the practically equal time constant of the fixed filter 20 and variable filter 22, the device is equal to a single pole variable filter and the fixed filter can be eliminated. In that case, the resistor 36a 5 (which has a value of 1 + TK in modern forms of the B-type chain) is shunted with the source-drain path of FET 2b to provide an adjustment angle frequency of about 375 Hz. However, it is desirable to retain the fixed filter in the high level chain so that the chain can be switched to operate by itself as a standard B-type chain.

Als een praktische zaak zal een verbruikersprodukt dat de zojuist beschreven verbeterde stelsels bevat verenigbaar zijn met bestaande niet gecodeerde en B-soort gecodeerde software (bijvoorbeeld banden en FM omroepen). De verbeterde stelsels 15 bevatten een standaard B-soort inrichting en kunnen zodoende omgeschakeld worden om te werken als een B-soort inrichting voor een volledige verenigbaarheid. Anderzijds, wanneer geregistreerde banden beschikbaar komen die gecodeerd zijn met het verbeterde stelsel kunnen bestaande B-soort verbruikerstelsels een buiten-20 sporig hoge frequentie-informatie waarnemen of "helderheid" die behandeld kan worden door het instellen van de hoogfrequente toonregeling op dezelfde wijze als niet ingerichte verbruiker-stelsels op het ogenblik B-soort gecodeerde soft-ware behandelen.As a practical matter, a consumer product containing the improved systems just described will be compatible with existing unencrypted and B-type encoded software (e.g. tapes and FM broadcasters). The improved systems 15 contain a standard B-type device and thus can be switched to operate as a B-type device for full compatibility. On the other hand, when registered bands become available encoded with the improved system, existing B-type consumer systems may perceive an excessively high frequency information or "brightness" which can be treated by setting the high frequency tone control in the same manner as not provisioned consumer systems are currently handling B-type encrypted software.

De standaard B-soortketen beschreven in US-PS Re 25 28.1)-26 heeft een maximum compressieverhouding van ongeveer 2:1.The standard B-type chain described in US-PS Re 25 28.1) -26 has a maximum compression ratio of about 2: 1.

Deze compressieverhouding heeft bewezen een goede praktische keuze te zijn voor verbruikerscassettebandcompressie en expansie s t els els. In de in serie verbonden ketens van de hierboven beschreven uitvoeringen behoudt iedere keten een maximum 30 compressieverhouding van ongeveer 2 : 1 en is de maximum com pressieverhouding van de totale combinatie van serieketens ongeveer 2 : 1 aan de meeste ingangssignaalniveaus en frequenties.This compression ratio has proven to be a good practical choice for consumer cassette tape compression and expansion sets. In the series-connected chains of the above-described embodiments, each chain maintains a maximum compression ratio of about 2: 1 and the maximum compression ratio of the total combination of series chains is about 2: 1 at most input signal levels and frequencies.

In praktische uitvoeringen is het echter moeilijk om enigszins grotere verhoudingen te vermijden zoals bijvoorbeeld 2,5 : 1» 35 in een smal gebied van niveaus en frequenties. Dit kan toege- 8103 122 - 31 - laten vorden wanneer de compressieverhouding niet meer bedraagt dan ongeveer 2,5 ' 1 (r ongeveer 1 — 1 /U maal dat van iedere keten) en wanneer het niveaugebied en frequentiegébied waarin hij optreedt niet breed is.In practical embodiments, however, it is difficult to avoid slightly larger ratios such as, for example, 2.5: 1 »35 in a narrow range of levels and frequencies. This may be added when the compression ratio is no more than about 2.5 '1 (r about 1 - 1 / U times that of each chain) and when the level range and frequency range in which it occurs is not wide. .

5 Een andere specifieke uitvoering van de uitvinding in het algemeen aangegeven in figuur 2 is om één compressie-orgaan en expansie-orgaan te construeren als een gesplitste band-inrichting zoals beschreven in US-PS 3.8U6.719 en US-PS 3.903Λ85» en het andere compressie-orgaan en expansie-orgaan als 10 een schuivende bandinrichting. Een geschikte gesplitste band of multibandinrichting is beschreven in het Journal of the Audio Engineering Society, Vol. 15, no. U, oktober 1967, blz. 383 - 388.Another specific embodiment of the invention generally indicated in Figure 2 is to construct one compression member and expansion member as a split belt device as described in US-PS 3.8U6.719 and US-PS 3903Λ85 » and the other compression member and expansion member as a sliding belt device. A suitable split tape or multiband device is described in the Journal of the Audio Engineering Society, Vol. 15, No. U, October 1967, pp. 383-388.

Inrichtingen met gesplitste band in overeenstemming 15 met de parameters in deze publikatie zijn békend als A-soort in richtingen .Split band devices in accordance with the parameters in this publication are known as A type in directions.

In een praktische uitvoering ontvangt een A-soort compressie-orgaan een vlak ingangssignaal en legt zijn uitgang aan een speciaal gemaakte schuivende bandinrichting aan. Het 20 is het voordeligst om de A-soort inrichting zo te plaatsen dat hij een niet verwerkt ingangssignaal ontvangt omdat hij ontworpen is voor het verwerken van een vlak ingangssignaal. Het plaatsen van de schuivende bandinrichting eerst zou het nadeel hebben dat het vlakke ingangssignaal veranderd wordt in een vorm die minder 25 geschikt is voor de A-soort inrichtingingang. Aan de weeragve- zijde ontvangt het expansie-orgaan met schuivende band het kanaal Sf-signaal, bewerkt het en legt het aan aan het A-soort expansie-orgaan.In a practical embodiment, an A-type compression member receives a flat input signal and applies its output to a specially made sliding tape device. It is most advantageous to position the A-type device so that it receives an unprocessed input signal because it is designed to process a flat input signal. Placing the sliding tape device first would have the drawback that the flat input signal is changed to a shape less suitable for the A-type device input. On the weather side, the sliding band expander receives the channel Sf signal, processes it and applies it to the A-type expander.

Figuur 16 toont krommen gelijk aan die uit figuur 30 9 voor de lage signaalniveauresponsie van een A-soort compressie- orgaan alleen, het schuivende bandcompressie-orgaan alleen en de responsie van het gecombineerde compressie-orgaan. De expan-sie-responsiékrommen zijn complementair op de wijze van figuur 9. De A-soort inrichting levert 10 dB compressie tot aan onge-35 veer 5 kHz, waarboven toename in niveau langzaam stijgt tot 15 81 03 122 t.Figure 16 shows curves similar to that of Figure 30-9 for the low signal level response of an A-type compression member only, the sliding band compression member alone and the response of the combined compression member. The expansion response curves are complementary in the manner of Figure 9. The A-type device provides 10 dB compression up to about 5 kHz, above which increase in level slowly rises to 15 81 03 122 t.

- 32 - dB "bij 15 kHz. Voordeel wordt getrokken uit deze stijgende responsie van de A-soort karakteristiek om de schuivende band-karakteristiek hij hoge frequenties ongevoelig te maken (zie het hoogfrequente deel van de "schuivende band", in figuur 16); 5 dit is voordelig bij het reduceren van de effecten van hoog frequente kanaalresponsieonzekerheden die hierna meer in detail beschreven zullen worden. De gecombineerde responsiekromme stijgt dus langzaam naar 20 dB waar hij in wezen op niveau blijft tot ongeveer 1U kHz waar hij afdaalt. De schuivende bandinrichting 10 is ontworpen om werkende drempels te hebben en resulterende gebieden met dynamische werking die duidelijk vrij zijn van die van de A-soort keten.- 32 - dB "at 15 kHz. Benefit is drawn from this increasing response of the A-type characteristic to desensitize the sliding band characteristic at high frequencies (see the high-frequency part of the" sliding band ", in Figure 16). This is advantageous in reducing the effects of high frequency channel response uncertainties which will be described in more detail below, so the combined response curve slowly increases to 20 dB where it remains essentially level to about 1U kHz where it descends. tape device 10 is designed to have operating thresholds and resulting areas of dynamic action that are clearly free from those of the A-type chain.

Figuur 17 toont een reeks responsiekrommen bij verschillende niveaus voor de serie A-soort en schuivende band-15 compressie-organen. Deze krommen hebben hetzelfde soort informa tie als figuur 11. Het gearceerde gebied C geeft in het algemeen de dynamische gebieden aan die een gevolg zijn van een werking van de A-soort inrichting; het gearceerde gebied D van de werking van de schuivende bandinrichting. Deze inrichting resulteert in 20 een maximum compressieverhouding die op ieder niveau of frequen tie niet ongeveer 2 : 1 overschrijdt en daarom betrekkelijk vrij is van foutversterkingseffecten bij praktische bandregistratie-kanalen.Figure 17 shows a series of response curves at different levels for the Series A type and sliding band 15 compressors. These curves have the same type of information as Figure 11. The hatched area C generally indicates the dynamic areas resulting from an operation of the A-type device; the shaded area D of the operation of the sliding belt device. This arrangement results in a maximum compression ratio which does not exceed about 2: 1 at any level or frequency and is therefore relatively free of error amplification effects in practical tape recording channels.

Men zal begrijpen dat als voorbeeld een standaard 25 A-soort inrichting in serie verbonden is met een speciale schuivende bandinrichting. In principe echter kan de A-soort inrichting gewijzigd worden om zijn gebieden met dynamische werking te verschuiven om het beste te passen bij de werkingsgebieden van de schuivende bandinrichting.It will be appreciated that as an example, a standard 25 A type device is connected in series with a special sliding band device. In principle, however, the A-type device can be modified to shift its areas of dynamic operation to best suit the operating areas of the sliding belt device.

30 De nauwkeurige hoeveelheid van verspringen of ver schuiven die nodig is in deze en andere constructies hierin uiteengezet zal afhangen van de parameters van de gebruikte signaal'verwerkingsinrichtingen. Het doel van het verspringen van de gebieden met dynamische werking is om uitsteekeffecten in de 35 responsiekrommen minimaal te maken. Het uitsteken is een aan- 8103122 - 33 - wijzing van een grote compressie of expansieverhouding. Zie bijvoorbeeld figuur 18 welke een buitensporig uitspringen vertoont; dat wil zeggen dat bij sommige frequenties en niveaus een 10 dB verandering in het ingangsniveau resulteert in een 2-1/2 5 dB verandering in de uitgang — een U : 1 verhouding. Optimaal wordt met een passende verspringing een 2 : 1 verhouding nooit aanzienlijk overschreden. Bij een casette compressie-expansie-stelsel boven de meeste niveau- en frequentiegebieden. Bij andere soorten transmissiestelsels kunnen hogere eompressieverhou-10 dingen aanvaardbaar zijn.The exact amount of jump or shift needed in this and other constructions set forth herein will depend on the parameters of the signal processing devices used. The purpose of staggered areas of dynamic action is to minimize stickout effects in the 35 response curves. The protrusion is an indication of a large compression or expansion ratio. See, for example, Figure 18 which exhibits excessive bulging; that is, at some frequencies and levels, a 10 dB change in the input level results in a 2-1 / 2 5 dB change in the output - a U: 1 ratio. Optimally, with a suitable offset, a 2: 1 ratio is never significantly exceeded. With a cassette compression expansion system above most level and frequency ranges. In other types of transmission systems, higher eompression ratios may be acceptable.

8103 1228103 122

Claims (20)

1. Keteninrichting voor het wijzigen van het dynamische gehied van een ingangssignaal en met een eerste keten met een hi-lineaire karakteristiek samengesteld uit een laag- 5 niveaudeel met een praktisch constante versterking totaan een drempel, een tussengelegen niveaudeel hoven de drempel met veranderende versterking dat een maximum compressie of expansie-verhouding levert, en een hoogniveaudeel met een praktisch constante versterking verschillend van de versterking van het 10 laagniveaudeel, met het kenmerk, dat de eerste keten gevolgd wordt door tenminste een tweede keten die ook een bi-lineaire karakteristiek heeft hinnen een frequentiegehied gemeenschappelijk voor de ketens, waarbij de tussengelegen niveaudelen van de karakteristieken van de ketens versprongen zijn binnen een fre-15 quentiegebied gemeenschappelijk voor de ketens, zodanig dat een verandering in de versterking geleverd wordt over een breder gebied van tussengelegen ingangsniveaus dan voor ieder van de ketens afzonderlijk en een toegenomen verschil tussen de versterkingen bij lage en hoge ingangsniveaus maar met een maximum 20 compressie- of expansieverhouding die praktisch niet groter is dan die van iedere enkele keten krachtens de verspringing.1. Chain device for changing the dynamic region of an input signal and having a first circuit with a hi-linear characteristic composed of a low-level part with a practically constant gain up to a threshold, an intermediate level part above the threshold with changing gain provides a maximum compression or expansion ratio, and a high level portion with a practically constant gain different from the gain of the low level portion, characterized in that the first chain is followed by at least a second chain which also has a bi-linear characteristic a frequency area common to the chains, wherein the intermediate level parts of the characteristics of the chains are staggered within a frequency range common to the chains, such that a change in gain is provided over a wider range of intermediate input levels than for any of afzo the chains attractive and an increased difference between the gains at low and high input levels but with a maximum compression or expansion ratio that is practically no greater than that of any single chain due to the offset. 2. Keteninrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ketens compressie-organen zijn en de drempels ingesteld zijn op verschillende waarden om de tussen-25 gelegen niveaudelen van de karakteristieken van de ketens te doen verspringen.Chain arrangement according to claim 1, characterized in that the chains are compression members and the thresholds are set to different values to offset the intermediate level parts of the characteristics of the chains. 3. Keteninrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ketens expansie-organen zijn en de drempels zijn ingesteld op verschillende waarden om de tussen-30 gelegen niveaudelen van de karakteristieken van de ketens te doen verspringen. U. Keteninrichting volgens êén van de conclusies 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de dalende flank van de compressie-of expansieverhouding van ieder van de ketens de stijgende flank 35 van de compressie of expansieverhouding van een andere van de 8103122 - 35 - ketens overlapt in die mate dat de totale compressie of expan-sieverhouding in het overlappende gebied niet aanzienlijk de maximum compressie of expansieverhouding overschrijdt van de aangrenzende ketens. 5 5· Keteninrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat ieder van de ketens een maximum compressie of omgekeerde expansieverhouding heeft van praktisch 2 : 1 en de maximum verhouding van de volledige keteninrichting niet aanzienlijk 2 : 1 overschrijdt.Chain arrangement according to claim 1, characterized in that the chains are expansions and the thresholds are set to different values to offset the intermediate level parts of the characteristics of the chains. The chain device according to any one of claims 1, 2 or 3, characterized in that the falling edge of the compression or expansion ratio of each of the chains is the rising edge of the compression or expansion ratio of another of the 8103122 - 35 chains overlap to such an extent that the total compression or expansion ratio in the overlapping region does not significantly exceed the maximum compression or expansion ratio of the adjacent chains. Chain device according to claim 4, characterized in that each of the chains has a maximum compression or inverse expansion ratio of practically 2: 1 and does not significantly exceed the maximum ratio of the full chain device. 6. Keteninrichting volgens een van de conclusies 1 - 5j met het kenmerk, dat tenminste één van de ketens een variabel filter bevat dat een opjagen of inperken levert in een hoog of laagfrequent gebied van de signaalband en aansprekend op signalen in dit gebied om te veroorzaken dat de filterhoek- 15 frequentie schuift in de richting die het opgejaagde of ingeperk te gebied versmalt.Chain arrangement according to any one of claims 1 to 5j, characterized in that at least one of the chains comprises a variable filter which provides a boost or constraint in a high or low frequency region of the signal band and responsive to signals in this region to cause that the filter angle frequency shifts in the direction that narrows the hunted or restricted area. 7- Keteninrichting volgens conclusie 6, voor audiosignalen, met het kenmerk, dat het of ieder variabel filter een gelijkrichtende, afvlakkende en versterkende regel-20 keten heeft die een regelsignaal levert aan een geregelde impe- dantie-inrichting van het filter om het verschuiven van de filter-hoekfrequentie te bewerkstelligen.Chain device according to claim 6, for audio signals, characterized in that the or each variable filter has a rectifying, smoothing and amplifying control circuit which supplies a control signal to a controlled impedance device of the filter to shift achieve the filter corner frequency. 8. Keteninrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat iedere keten een variabel filter bevat. 25 9· Keteninrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de regelketens van ieder variabel filter een verschillende versterking heeft zodanig dat de verschillende drempels van de ketens tot stand gebracht worden.Chain device according to claim 7, characterized in that each chain contains a variable filter. Chain device according to claim 8, characterized in that the control chains of each variable filter have a different gain such that the different thresholds of the chains are established. 10. Keteninrichting volgens één van de conclusies 30. of 9s met het kenmerk, dat de instelhoekfrequenties van de variabele filters praktisch hetzelfde is.Chain arrangement according to one of Claims 30 or 9s, characterized in that the entering angle frequencies of the variable filters are practically the same. 11, Keteninrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het opjagen of inperken geleverd wordt in een hoogfrequent gebied, met het kenmerk, dat de instel-3$ hoekfrequenties van de variabele filters in het gebied liggen 8103 122 - 36 - van 300 tot 400 Hz.Chain arrangement according to claim 10, characterized in that the chasing or limiting is provided in a high-frequency range, characterized in that the angular frequencies of the variable filters are in the range 8103 122 - 36 - from 300 to 400 Hz. 12. Keteninrichting volgens één van de conclusies 8, 9t 10 of 11, met het kenmerk, dat in tenminste één keten het variabele filter in serie ligt met een vast filter dat een 5 smallere doorlaatband heeft dan de variabele filters in de in- steltoestand.Chain arrangement according to any one of claims 8, 9, 10 or 11, characterized in that in at least one chain the variable filter is in series with a fixed filter having a narrow pass band than the variable filters in the setting state. 13. Keteninrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat tenminste twee ketens een variabel filter hebben in serie met een vast filter en dat de hoekfrequenties 10 van de vaste filters praktisch hetzelfde zijn. 1U. Keteninrichting volgens conclusie 13» waarin het opjagen of het inperken in een hoogfrequentgebied geleverd wordt met het kenmerk, dat de vaste filters een hoek-frequentie hebben in het gebied van 300 tot HOO Hz.Chain arrangement according to claim 12, characterized in that at least two chains have a variable filter in series with a fixed filter and that the angular frequencies of the fixed filters are practically the same. 1U. Chain device according to claim 13, wherein the chasing or limiting in a high-frequency range is provided, characterized in that the fixed filters have an angular frequency in the range from 300 to HOO Hz. 15. Ruisreductie-inrichting met een compressie- inrichting volgens conclusie 2 of een van de conclusies i+- 1¾ en een expans ie-inrichting volgens conclusie 3 en êên van de conclusies 1+ - 1^·, met het kenmerk, dat de drempel van iedere opeenvolgende compressieketen lager is dan de drempel van de 20 voorafgaande keten en dat de drempel van iedere opeenvolgende expansieketen hoger is dan de drempel van de voorafgaande keten.A noise reduction device with a compression device according to claim 2 or any one of claims i + - 1¾ and an expansion device according to claim 3 and one of claims 1+ - 1 ^, characterized in that the threshold of each successive compression chain is lower than the threshold of the preceding chain and that the threshold of each successive expansion chain is higher than the threshold of the preceding chain. 16. Ruisreductie-inrichting met een compressie- inrichting volgens conclusie 2 of één van de conclusies k - 1i*, en een expansie-inrichting volgens conclusie 3 en een van de de drempel 25 conclusies 4 - 14, met het kenmerk, dat/van iedere opeenvolgende compressieketen hoger is dan de drempel van de voorafgaande keten en dat de drempel van iedere opeenvolgende expansieketen lager is dan de drempel van de voorafgaande keten. 17•Keteninrichting volgens één van de conclusies 30 1 - 16, waarin tenminste één van de ketens een keten met twee wegen is met een hoofdweg die lineair is met betrekking tot het dyanmische gebied, een combinatieketen in de hoofdweg en een verdere weg waarvan de ingang verbonden is met de ingang en uitgang van de verdere weg en waarvan de uitgang verbonden is met 35 combinatieketen, waarbij de verdere weg een signaal levert dat 8103 122 - 37 - tenminste in een bovendeel van de frequent ieband bet hoofdweg-signaal opjaagt of inperkt door middel van de combinatieketen maar dat zo beperkt is dat in het bovendeel van het ingangsdynamisch gebied het signaal van de verdere weg kleiner is dan het 5 signaal van de hoofdweg.Noise reduction device with a compression device according to claim 2 or one of claims k - 1i *, and an expansion device according to claim 3 and one of the thresholds claims 4 - 14, characterized in that / each successive compression chain is higher than the threshold of the preceding chain and that the threshold of each successive expansion chain is lower than the threshold of the preceding chain. Chain arrangement according to any one of claims 30 1 - 16, wherein at least one of the chains is a two-way chain with a main road that is linear with respect to the dynamic area, a combination road in the main road and a further road whose entrance is connected to the input and output of the further road and the output of which is connected to the combination circuit, the further road providing a signal that drives the main road signal at least in an upper part of the frequency band at least in a higher part of the frequency band means of the combination circuit but so limited that in the upper part of the input dynamic region the signal from the further road is smaller than the signal from the main road. 18. Keteninrichting volgens een van de conclusies 6 - 17 en 17» waarin tenminste één van de ketens een keten is met twee wegen met het variabele filter in de verdere weg daarvan. 19· Keteninrichting volgens conclusie 1, 10 met het kenmerk, dat het benaderde drempelniveau T van een CG gegeven trap bepaald wordt door het verband T = F - —^, waarin F het eindpunt is van de trap, C de maximum compressiever-houding van de trap en G de versterking van de trap.18. Chain device as claimed in any of the claims 6-17 and 17 »wherein at least one of the chains is a two-way chain with the variable filter in the further way thereof. Chain device according to claim 1, 10, characterized in that the approximate threshold level T of a CG given stage is determined by the relationship T = F - - ^, where F is the end point of the stage, C is the maximum compression ratio of the stairs and G the reinforcement of the stairs. 20. Keteninrichting volgens één van de conclusies 15 1 - 1U, waarin de keteninrichting er is voor het wijzigen van het dynamische gebied van audiosignalen en waarin iedere keten een doorschietonderdrukker bevat met een drempelniveau, met het kenmerk, dat de drempelniveaus versprongen zijn onder de ketens om een vermindering te leveren in de doorschietingen 20 van de totale keteninrichting.The chain device according to any one of claims 1 to 1U, wherein the chain device is for changing the dynamic range of audio signals and wherein each chain contains an overshoot suppressor with a threshold level, characterized in that the threshold levels are offset below the chains to provide a reduction in the overshoots of the total chain arrangement. 21. Keteninrichting volgens conclusies 15 en 20, met het kenmerk, dat de drempel van de doorschietonderdrukker van iedere opeenvolgende compressieketen lager ligt dan die van de voorafgaande keten en dat de drempel van de doorschietonderdruk- 25 ker van iedere opeenvolgende expansieketen hoger ligt dan die van de voorafgaande keten.21. Chain arrangement according to claims 15 and 20, characterized in that the overshoot suppressor threshold of each successive compression chain is lower than that of the preceding chain and that the overshoot suppressor threshold of each successive expansion chain is higher than that of the preceding chain. 22. Keteninrichting volgens conclusies 16 en 20, met het kenmerk, dat de drempel van de doorschietonderdrukker van iedere opeenvolgende compressieketen hoger ligt dan die van 30 de voorafgaande keten en dat de drempel van de doorschietonder drukker van iedere opeenvolgende expansieketen lager ligt dan die van de voorafgaande keten.22. Chain arrangement according to claims 16 and 20, characterized in that the overshoot suppressor threshold of each successive compression chain is higher than that of the preceding chain and that the overshoot suppressor threshold of each successive expansion chain is lower than that of the successive compression chain. preceding chain. 23. Keteninrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat er twee bi-lineaire ketens zijn ieder met 35 een laagniveauversterking van praktisch 10 dB. 8103 122 -38- 2k.Keteninrichting volgens conclusies 1, 2, 3» 15 of 16, met het kenmerk, dat er drie bi-lineaire ketens zijn ieder met een laagniveauversterking van praktisch 8 dB.Chain arrangement according to claim 11, characterized in that there are two bi-linear chains, each with a low level gain of practically 10 dB. 8103 122 -38- 2k. Chain device according to claims 1, 2, 3, 15 or 16, characterized in that there are three bi-linear chains, each with a low level gain of practically 8 dB. 25. Keteninrichting volgens conclusie 6, 5 waarin een van de ketens he,t variabele filter bevat, met het kenmerk, dat er een verdere keten is die een aantal banddoorlaat-fliters bevat ieder in combinatie met een begrenzingsinrichting.Chain device according to claim 6, wherein one of the chains contains the variable filter, characterized in that there is a further chain containing a number of bandpass flashes each in combination with a limiting device. 26. Keteninrichting volgens êên van de conclusies h of 5S met het kenmerk, dat de maximum compressie of omgekeerde 10 expansieverhouding voor de volledige keteninrichting niet onge veer 1 -1A maal de maximum verhouding van één van de ketens overschrijdt.The chain device according to any one of claims h or 5S, characterized in that the maximum compression or inverse expansion ratio for the full chain device does not exceed about 1 -1A times the maximum ratio of one of the chains. 27. Keteninrichting in hoofdzaak zoals beschreven in de beschrijving en/of weergegeven in de tekening. 810312227. Chain device substantially as described in the description and / or shown in the drawing. 8103122
NLAANVRAGE8103122,A 1980-06-30 1981-06-29 CHAIN DEVICE FOR CHANGING THE DYNAMIC AREA OF AN INPUT SIGNAL. NL190214C (en)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US16395080A 1980-06-30 1980-06-30
US16395080 1980-06-30
US18077180A 1980-08-22 1980-08-22
US18077180 1980-08-22

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8103122A true NL8103122A (en) 1982-01-18
NL190214B NL190214B (en) 1993-07-01
NL190214C NL190214C (en) 1993-12-01

Family

ID=26860115

Family Applications (3)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE8103122,A NL190214C (en) 1980-06-30 1981-06-29 CHAIN DEVICE FOR CHANGING THE DYNAMIC AREA OF AN INPUT SIGNAL.
NLAANVRAGE8103124,A NL189988C (en) 1980-06-30 1981-06-29 COMPANDOR NOISE REDUCTION SYSTEM AND COMPRESSOR AND EXPANDER FOR SUCH A SYSTEM.
NL8103123A NL192652C (en) 1980-06-30 1981-06-29 Circuit member for reducing medium overload effects in signal recording and signal transmission systems.

Family Applications After (2)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE8103124,A NL189988C (en) 1980-06-30 1981-06-29 COMPANDOR NOISE REDUCTION SYSTEM AND COMPRESSOR AND EXPANDER FOR SUCH A SYSTEM.
NL8103123A NL192652C (en) 1980-06-30 1981-06-29 Circuit member for reducing medium overload effects in signal recording and signal transmission systems.

Country Status (17)

Country Link
KR (4) KR880000105B1 (en)
AT (3) AT372796B (en)
AU (3) AU544888B2 (en)
BR (3) BR8104156A (en)
CH (3) CH662684A5 (en)
DE (3) DE3125790A1 (en)
DK (3) DK168806B1 (en)
ES (3) ES503497A0 (en)
FI (3) FI79428C (en)
GB (3) GB2079113B (en)
HK (3) HK28285A (en)
IT (3) IT1137987B (en)
MY (3) MY8501147A (en)
NL (3) NL190214C (en)
NO (3) NO157398C (en)
SE (3) SE447524B (en)
SG (3) SG4585G (en)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4736433A (en) * 1985-06-17 1988-04-05 Dolby Ray Milton Circuit arrangements for modifying dynamic range using action substitution and superposition techniques
US4815068A (en) * 1987-08-07 1989-03-21 Dolby Ray Milton Audio encoder for use with more than one decoder each having different characteristics
US5793797A (en) * 1995-05-09 1998-08-11 Unisys Corporation Data transmisson system with a low peak-to-average power ratio based on distorting small amplitude signals
US5651028A (en) * 1995-05-09 1997-07-22 Unisys Corporation Data transmission system with a low peak-to-average power ratio based on distorting frequently occuring signals
DE10011193B4 (en) * 2000-03-08 2004-02-05 Sennheiser Electronic Gmbh & Co. Kg Compander system with a compressor circuit and an expander circuit

Family Cites Families (21)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US28426A (en) * 1860-05-22 Shortening tires
US2558002A (en) * 1939-10-24 1951-06-26 Int Standard Electric Corp Volume compression system
US3022473A (en) * 1959-08-18 1962-02-20 Bell Telephone Labor Inc Signal recovery circuits
US3903485A (en) * 1968-01-10 1975-09-02 Ray Milton Dolby Compressors, expanders and noise reduction systems
GB1253031A (en) * 1968-01-10 1971-11-10
US3846719A (en) * 1973-09-13 1974-11-05 Dolby Laboratories Inc Noise reduction systems
USRE28426E (en) * 1968-11-01 1975-05-20 Signal compressors and expanders
US3757254A (en) * 1970-06-05 1973-09-04 Victor Co Ltd N system noise reduction system and apparatus using a compression and expansio
GB1390341A (en) * 1971-03-12 1975-04-09 Dolby Laboratories Inc Signal compressors and expanders
FI57502C (en) * 1971-04-06 1980-08-11 Victor Company Of Japan KOMPRESSIONS- OCH EXPANSIONSSYSTEM
US3875537A (en) * 1972-05-02 1975-04-01 Dolby Laboratories Inc Circuits for modifying the dynamic range of an input signal
GB1432763A (en) * 1972-05-02 1976-04-22 Dolby Laboratories Inc Compressors expanders and noise reduction systems
US3934190A (en) * 1972-09-15 1976-01-20 Dolby Laboratories, Inc. Signal compressors and expanders
CA1000617A (en) * 1973-05-17 1976-11-30 Ray M. Dolby Compressors, expanders and noise reduction systems
US3971405A (en) * 1974-07-15 1976-07-27 Parker-Hannifin Corporation Pressure controlled hydrant valve coupler
US3930208A (en) * 1974-08-29 1975-12-30 Northern Electric Co A-C signal processing circuits for compandors
US3902131A (en) * 1974-09-06 1975-08-26 Quadracast Systems Tandem audio dynamic range expander
JPS51127608A (en) * 1975-04-30 1976-11-06 Victor Co Of Japan Ltd Signal transmitting unit
US4061874A (en) * 1976-06-03 1977-12-06 Fricke J P System for reproducing sound information
DE2803751C2 (en) * 1978-01-28 1982-06-09 Licentia Patent-Verwaltungs-Gmbh, 6000 Frankfurt Circuit for automatic dynamic compression or expansion
JPS5552971A (en) * 1978-10-16 1980-04-17 Mitsubishi Electric Corp Simulator for radar indicator

Also Published As

Publication number Publication date
NL190214C (en) 1993-12-01
AU7239381A (en) 1982-01-07
AT372796B (en) 1983-11-10
ES503493A0 (en) 1982-10-01
IT8122651A0 (en) 1981-06-30
KR830006992A (en) 1983-10-12
GB2079114B (en) 1984-10-03
NL189988B (en) 1993-04-16
DK156356C (en) 1989-12-27
SE450985B (en) 1987-09-07
NO157400B (en) 1987-11-30
AT386911B (en) 1988-11-10
IT1137986B (en) 1986-09-10
FI79428C (en) 1989-12-11
DK156356B (en) 1989-08-07
IT1137985B (en) 1986-09-10
ES8301084A1 (en) 1982-11-01
AU544888B2 (en) 1985-06-20
FI79428B (en) 1989-08-31
CH660653A5 (en) 1987-05-15
DE3125788C2 (en) 1992-06-11
AU546641B2 (en) 1985-09-12
NO157398B (en) 1987-11-30
NO157399B (en) 1987-11-30
NL189988C (en) 1993-09-16
BR8104156A (en) 1982-03-16
MY8501149A (en) 1985-12-31
DK168806B1 (en) 1994-06-13
BR8104157A (en) 1982-03-16
FI812026L (en) 1981-12-31
GB2079113B (en) 1984-10-03
GB2079112B (en) 1984-10-03
FI812024L (en) 1981-12-31
HK28385A (en) 1985-04-12
GB2079113A (en) 1982-01-13
ES503496A0 (en) 1982-04-16
KR840002491B1 (en) 1984-12-31
FI812025L (en) 1981-12-31
SG4585G (en) 1985-06-14
MY8501148A (en) 1985-12-31
ATA291581A (en) 1983-03-15
NO157400C (en) 1988-03-09
KR840002492B1 (en) 1984-12-31
DE3125789A1 (en) 1982-05-19
CH654703A5 (en) 1986-02-28
SG4385G (en) 1985-06-14
SE8104061L (en) 1981-12-31
NL192652B (en) 1997-07-01
NO157399C (en) 1988-03-09
NO812218L (en) 1982-01-04
NL192652C (en) 1997-11-04
AU7236581A (en) 1982-01-07
NL190214B (en) 1993-07-01
AU545125B2 (en) 1985-07-04
DE3125790C2 (en) 1992-11-12
SG4285G (en) 1985-06-14
BR8104158A (en) 1982-03-16
ATA291681A (en) 1988-03-15
NO812216L (en) 1982-01-04
SE8104063L (en) 1981-12-31
SE447525B (en) 1986-11-17
FI74368B (en) 1987-09-30
FI76456B (en) 1988-06-30
DK172325B1 (en) 1998-03-16
DK282581A (en) 1981-12-31
NO812217L (en) 1982-01-04
KR880000106B1 (en) 1988-02-23
GB2079114A (en) 1982-01-13
GB2079112A (en) 1982-01-13
DE3125789C2 (en) 1984-01-12
HK28285A (en) 1985-04-12
FI74368C (en) 1988-01-11
KR880000105B1 (en) 1988-02-23
KR830006993A (en) 1983-10-12
ES8204255A1 (en) 1982-04-16
AT386304B (en) 1988-08-10
MY8501147A (en) 1985-12-31
SE447524B (en) 1986-11-17
ES503497A0 (en) 1982-11-01
NL8103124A (en) 1982-01-18
DE3125788A1 (en) 1982-05-13
SE8104062L (en) 1981-12-31
IT8122652A0 (en) 1981-06-30
IT1137987B (en) 1986-09-10
CH662684A5 (en) 1987-10-15
NL8103123A (en) 1982-01-18
ES8300233A1 (en) 1982-10-01
NO157398C (en) 1988-03-09
IT8122650A0 (en) 1981-06-30
HK28485A (en) 1985-04-12
ATA291481A (en) 1987-12-15
DK282981A (en) 1981-12-31
FI76456C (en) 1988-10-10
DK282881A (en) 1981-12-31
DE3125790A1 (en) 1982-05-13
AU7239481A (en) 1982-01-07

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4701722A (en) Circuit arrangements for modifying dynamic range using series and parallel circuit techniques
US4490691A (en) Compressor-expander circuits and, circuit arrangements for modifying dynamic range, for suppressing mid-frequency modulation effects and for reducing media overload
US3967219A (en) Signal compressors and expanders
JP2623247B2 (en) Transient characteristic control circuit for modifying audio signal dynamic range
NL8400273A (en) SIGNAL WEIGHING SYSTEM.
US3757254A (en) N system noise reduction system and apparatus using a compression and expansio
US4263624A (en) Analog recording on magnetic media
US4587561A (en) Noise reduction circuit arrangement of solid-state video camera
NL8103122A (en) CHAIN DEVICE FOR CHANGING THE DYNAMIC AREA.
US4498060A (en) Circuit arrangements for modifying dynamic range using series arranged bi-linear circuits
US4498055A (en) Circuit arrangements for modifying dynamic range
US4801890A (en) Circuit arrangements for modifying dynamic range using variable combining techniques
NL192905C (en) Circuit arrangement for modifying the dynamics magnitude of input information signals.
NL192860C (en) Circuit arrangement for modifying the dynamics magnitude of an input signal such as, for example, an audio signal.
DE3102802A1 (en) CIRCUIT ARRANGEMENT FOR NOISE REDUCTION OR. LEVEL COMPRESSION / LEVEL EXPANSION OF SIGNALS
US4519005A (en) Magnetic tape reproducing apparatus
DE3103237C2 (en) Circuit arrangement for compander to increase the signal-to-noise ratio
US3944754A (en) Record disc recording system with signal amplitude controlled by stylus arm position
CA1219809A (en) Audio compressors and expanders
CA1201388A (en) Improvements in audio compressors and expanders
JPS58106922A (en) Dynamic range improving circuit device
DE2414315C3 (en) Vinyl record recording arrangement
DE2937816A1 (en) Magnetic tape record and replay unit - operates by dividing signal into amplitude ranges each assigned own gain to compensate for amplification transition steps

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V4 Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent

Free format text: 20010629