NL8102854A - Inrichting voor het voeren van dieren. - Google Patents

Description

-1- 21857/CV/tl ·*' .................. *

Korte Aanduiding: Inrichting voor het voeren van dieren.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het voeren van dieren voorzien van een voerbunker en een hatij de onderzijde van 5 de voerbunker gelegen om een horizontale scharnieras verzwenkbare afsluitklep, we Ike is gekoppeld met een door het dier verplaatsbaar bedie-ningsorgaan.

Met de uitvinding wordt beoogd een inrichting van bovengenoemde soort te verkrijgen,waarbij indien het dier het bedieningsorgaan ver-10 plaatst snel en doelmatig een gedoseerde hoeveelheid voer wordt afgege-ven.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat de afsluitklep met behulp van het bedieningsorgaan vanuit een ruststand omhoog te zwenken is, terwijl een afvoeropening is aangebracht via welke bij het omhoog 15 zwenken van de afsluitklep voer uit de voerbunker naar buiten kan worden gedrukt.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een in bijgaande figuur schematisch in doorsneue weergegeven uitvoe-ringsvoorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding.

20 De inrichting oravat een voerbunker 1,welke wordt begrensd door een voorwand 2,een achterwand 3 en een tweetal zijwanden 4.

Nabij de onderzijdeivan de zijwanden zijn steunen 5 aangebracht met behulp waarvan de voerbunker 1 op een gewenste plaats te monteren is.

Tussen de steunen 5 is nabij de onderzijde van de voorwand 2 een zich 25 horizontaal uitstrekkende scharnieras 6 aangebracht waaromheen een pijp 7 vrij draaibaar is. Aan de pijp is een zich tussen de zijsteunen 5 uitstrekkende L-vormig gebogen plaat bevestigd,waarvan het ene been 8 een afsluitklep vormt en het andere been 9 ,dat zich vanaf de as 6 naar beneden toe uitstrekt,een door een dier verplaatsbaar bedieningsorgaan 30 9 vormt.

In de met getrokken lijnen weergegeven stand van de klep 8 rust het van de scharnieras 6 afgekeerde dnde van de klep 8 op een een aan-slag voor de klep 8 vormende en tussen de steunen 5 aangebrachte strip 10 waarop een zich vanaf de strip 10 en tussen de steunen 5 aangebrachte 35 schuin omhoog uitstrekkende plaat 11 aansluit.

Zoals verder uit de figuur blijkt is tussen de voorwand 2 en de achterwand 3 van de voerbunker 1 een verbindingsstrip 12 aangebracht 81 02 8 5 4

' I

-2- 21857/CV/tl waaraan een moer 13 is bevestigd. In de moer 13 is een schroefspindel 14 geschroefd waarvan het boveneinde haaks is afgebogen voor het vormen van een handvat 13 met behulp waarvan de schroefspindel verdraaibaar is. Het ondereinde van de schroefspindel 14 vortnt een instelbare aanslag , 5 welke een verzwenking van de klep 8 in de richting volgens.pijl A,dat wil zeggennafrde gestipppelde stand begrensd. Het zal duidelijk zijn, dat door het meer of minder ver naar beneden draaien van de schroefspindel 14 de grootte van de slag van de klep in de richting volgens pijl A kan worden beinvloed.

10 Voor gebruik zal de voerbunker 4 met veevoer,zoals veekorrels, voermeel of dergelijke zijn gevuld en in de ruststand zal daarbij de klep 8 en het bedieningsorgaan 9 de in de figuur met getrokken lijnen weergegeven stand innemen. Onder de voerbunker zal een nfet nader weerge-geven voertrog zijn opgesteld.

15 Een dier kan nu met zijn snuit de het bedienignsorgaan vormende plaat in de richting volgens pijl A verzwenken,waardoor de klep 8 om-hoog zal bewegen naar de in gestippelde lijnen weergegeven stand. Daarbij sal een deel van het op de klep 8 rustende voer naar buiten worden gedrukt door de afvoeropening 16,welke is gelegen tussen het byeneinde 20 van de plaat 11 en het ondereinde van de acnterwand 3 van de bunker.

In de gestippelde stand van de klep 8 is de bunker althans nagenoeg geheel afgesloten en zal geen verder materiaal uit de bunker kunnen weg-stromen. Eerst indien de klep 8 door verzwenking in een richting tegen-gesteld aan de pijl A weer terugkeert naar de met getrokken lijnen 25 weergegeven stand kan weer voer naar beneden zakken en kan weer bij een volgende verzwenking van het bedieningsorgaan 9 en de klep 8 een bepaal-de hoeveelheid voer uit de bunker worden weggedrukt.

Het zal duidelijk zijn,dat zo een eenvoudige en doeltreffend wer-kende inrichting voor het voeren van dieren is verkregen.

30 De breedte van de klep 8 en van het bedieningsorgaan 9 gemeten in de richting evenwijdig aan de lengterichting van de as 6 kan naar keuze groter of kleiner worden gemaakt, mede afhankelijk van het feit of hi gewenst is,dat het bedieningsorgaan 9 slechts door een dier moet worden bediend of dat het gewenst,dat het bedieningsorgaan 9 door meerdere 35 dieren tegelijkertijd kan worden bediend.

81 02 8 5 4

Claims (4)

1. Inrichting voor het voeren van dieren voorzien van een voerbunker en een nabij de onderzijde van de voerbunker gelegen,om een horizontale scharniersas verzwenkbare afsluitklep.welke is gekoppeld met een door het dier verplaatsbaar bedieningsorgaan,met het kenmerk,datde afsluit- 5 klep met behulp van het bedieningsorgaan vanuit een ruststand orahoog te zwenken is,terwijl een afvoeropening is aangebracht via weIke bij het omhoog zwenken van de afsluitklep voer uit de voerbunker naar buiten kan worden gedrukt.

2. Inrichting volgens conclusie l,met het kenmerk,dat het bedienings-10 orgaan wordt gevormd door een vanaf een scharnieras zich naar beneden uitstrekkende plaat,die vast is verbonden met de door een plaat gevormde afsluitklep.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk,dat de van de scharnieras afgekeerde rand van de klep verplaatsbaar is langs een zich 15 omhoog uitstrekkend· plaatvormig deel,waarvan de bovenste begrenzing op enige afstand van de onderste begrenzing van een zijwand van de voerbunker is gelegen.

4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat een instelbare aanslag is aangebracht ter begrenzing van de omhoog 20 gerichte beweging van de afsluitklep. 25 81 02 8 5.4