NL8102708A - Afgifte-inrichting. - Google Patents

Afgifte-inrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL8102708A
NL8102708A NL8102708A NL8102708A NL8102708A NL 8102708 A NL8102708 A NL 8102708A NL 8102708 A NL8102708 A NL 8102708A NL 8102708 A NL8102708 A NL 8102708A NL 8102708 A NL8102708 A NL 8102708A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
valve
actuator
state
dispensing device
valve control
Prior art date
Application number
NL8102708A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Bayly Peter Ass
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bayly Peter Ass filed Critical Bayly Peter Ass
Publication of NL8102708A publication Critical patent/NL8102708A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01FMEASURING VOLUME, VOLUME FLOW, MASS FLOW OR LIQUID LEVEL; METERING BY VOLUME
    • G01F11/00Apparatus requiring external operation adapted at each repeated and identical operation to measure and separate a predetermined volume of fluid or fluent solid material from a supply or container, without regard to weight, and to deliver it
    • G01F11/28Apparatus requiring external operation adapted at each repeated and identical operation to measure and separate a predetermined volume of fluid or fluent solid material from a supply or container, without regard to weight, and to deliver it with stationary measuring chambers having constant volume during measurement
    • G01F11/30Apparatus requiring external operation adapted at each repeated and identical operation to measure and separate a predetermined volume of fluid or fluent solid material from a supply or container, without regard to weight, and to deliver it with stationary measuring chambers having constant volume during measurement with supply and discharge valves of the lift or plug-lift type

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Fluid Mechanics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Basic Packing Technique (AREA)
  • Devices For Dispensing Beverages (AREA)
  • Containers And Packaging Bodies Having A Special Means To Remove Contents (AREA)
  • Filling Of Jars Or Cans And Processes For Cleaning And Sealing Jars (AREA)
  • Loading And Unloading Of Fuel Tanks Or Ships (AREA)
  • Mechanically-Actuated Valves (AREA)

Description

i- ' -S
Afgifte-inrichting.
De uitvinding heeft betrekking op afgifte-inrichtingen voor vloeistoffen, poeders en andere voor stroming geschikte materialen, en heeft in het bijzonder betrekking op afgifte-inrichtingen met een meetfacili-teit. In het volgende zal de uitvinding worden beschreven in het bij-5 zonder verwijzend naar vloeistof-afgifte-inrichtingen, maar de uitvinding heeft ook andere toepassingsmogelijkheden.
Vloeistof-afgifte-inrichtingen van het metende type worden algemeen gebruikt door bedrijven die proviand leveren aan het publiek, en het is derhalve noodzakelijk dat ze zowel nauwkeurig als hygiënisch in 10 gebruik zijn. Dergelijke afgifte-inrichtingen volgens de stand der techniek voldoen over het algemeen niet aan deze laatste vereiste of voldoen zelfs niet aan beide vereisten.
Een veel gebruikte afgifte-inrichting is voorzien van een klep van het plunjertype die door middel van een veer in een positie wordt voor-15 gespannen waarin ze een uitlaatpoort aan een uiteinde van de meetkamer sluit en een inlaatpoort aan het andere uiteinde van de kamer open laat via welke inlaatpoort vloeistof wordt toegevoerd in de kamer vanaf een bron. De plunjerklep kan met de hand tegen de veerkracht in worden bewogen teneinde de uitlaapoort te openen en de inlaatpoort te sluiten en 20 deze beweging wordt in het algemeen uitgevoerd door de rand van een glas of ander drinkgerei te laten samen werken met het lateraal uitstekend element aangebracht op een externe verlenging van de klepplunjer. Een dergelijke samenwerking tussen het drinkgerei en het vrij staande gedeelte van de afgifte-inrichting wordt niet als hygiënisch beschouwd.· 25 Verder is de aard van de plunjerklep zodanig dat de bedienende persoon de klep kan manipuleren zodanig dat een volle maat, bepaald door de meetkamer, niet worden afgegeven. In dat verband wordt opgemerkt dat de uitlaatpoort slechts zolang open blijft als de plunjer in zijn bovenste positie wordt gehouden door de druk van het glas dat samenwerkt met het 30 lateraal uitstekende deel van de plunjer. Veel mechanisch geactueerde afgifte-inrichtingen zijn van gecompliceerde structuur en kostbaar wat betreft fabrikage en assemblage.
De uitvinding heeft nu in principe ten doel een afgifte-inrichting van het boven aangeduide type te verschaffen welke nauwkeurig functio-35 neert. Verder heeft de uitvinding ten doel een afgifte-inrichting te verschaffen die hygiënisch in gebruik is. Verder heeft de uitvinding ten doel een dergelijke afgifte-inrichting te verschaffen waarmee de mogelijkheid van manipulatie door de bedienende persoon wordt geminima- 8102708
ï V
2 liseerd, zo niet voorkomen, zodat een onvolledige ontlading van de in-houd van de meetkamer wordt voorkomen.
Een verdere doelstelling van de uitvinding is het verschaffen van een afgifte-inrichting die elektrisch wordt bedreven en relatief een-5 voudig van constructie is.
Volgens de uitvinding wordt een afgifte-inrichting verschaft voorzien van een meetkamer met een inlaatpoort en een uitlaatpoort, een in-laatklep die functioneert voor het openen en sluiten van de genoemde inlaatpoort in respectievelijk de vul- en ontlaadtoestand van de ge-10 noemde meetkamer, een uitlaatklep die functioneert voor het openen en sluiten van de genoemde uitlaatpoort in de genoemde vul- respectievelijk ontlaadtoestand, actuatormiddelen die functioneren voor het veroorzaken van de beweging van de genoemde kleppen teneinde een verandering van de toestand van de genoemde meetkamer teweeg te brengen, waar-15 bij de configuratie zodanig is dat de genoemde inlaatklep de inlaatpoort sluit voordat de uitlaatklep en uitlaatpoort opent gedurende een wijziging van de vultoestand naar de ontlaadtoestand.
Bij voorkeur zijn de twee kleppen onafhankelijk gemonteerd voor het uitvoeren van een beweging ten opzichte van de meetkamer en is elk 20 daarvan voorgespannen in een positie waarin de respectievelijke poort wordt gesloten. De kleppen zijn bij voorkeur onder een hoek ten opzichte van elkaar aangebracht.
In een voorkeursconstructie is elke klep voorzien van een steel die verschuifbaar gemonteerd is in een wandgedeelte van de meetkamer 25 alsmede een kopgedeelte geplaatst binnen de kamer, een veerkrachtige huls, die een eindwand heeft aan het ene uiteinde en open is aan het andere uiteinde en waarvan de eindwand geplaatst is over en bevestigd aan het kopgedeelte en waarvan het open uiteinde bevestigd is aan het wandgedeelte, welke huls wordt onderworpen aan axiale compressie in de 30 positie van de respectievelijke klep waarin de betreffende poort is geopend waardoor een voorinstelkracht wordt uitgeoefend teneinde de klep voor in te stellen in de positie waarin de poort is gesloten, en de eindwand aan komt tegen een oppervlak dat de respectievelijke poort in de positie, waarin de poort gesloten is, omgeeft. De veerkrachtige huls 35 maakt het mogelijk dat het achterste gedeelte van de steel extern buiten de kamer uitsteekt zonder dat er afdichtingsproblemen rond de steel en het staartgedeelte daarvan ontstaan.
Bij voorkeur worden de kleppen door de actuatormiddelen beïnvloed via klepstuurmiddelen die beweegbaar zijn door de actuatormiddelen tus-40 sen twee extreme toestanden, waarbij de configuratie zodanig is dat de 8102708
• V
3 vultoestand optreedt in de ene extreme toestand en de ontlaadtoestand optreedt in de andere extreme toestand, en de actuatormiddelen een starttoestand en een geactiveerde toestand hebben, waarbij de starttoe-stand correspondeert met de vultoestand van de meetkamer. In de voor-5 keursconstructie zijn de klepstuurmiddelen voorzien van een inlaatklep stuurelement en een respectievelijk een uitlaatklep stuurelement behorend bij de inlaat- en uitlaatklep, en zijn de actuatormiddelen voorzien van een kameenheid behorend bij de klepstuurelementen en zodanig geplaatst dat een bediening van het kamelement vanuit de starttoestand 10 van de actuatormiddelen ervoor zorgt dat het inlaatklepstuurelement de inlaatklep bedient voor het sluiten van de inlaatpoort voordat het uit-laatklepstuurelement door de kammiddelen wordt geactiveerd voor he bedienen van de uitlaatklep teneinde de uitlaatpoort te openen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm bevat elke klep een staartgedeelte 15 dat uitsteekt buiten de meetkamer in de richting van de klepstuurmiddelen, en elke klepstuureenheid bevat een klepstuurarm, die in scharnierende zin kan bewegen rond een uiteinde daarvan ten opzichte van de meetkamer in responsie op de werking van de kammiddelen, waarbij een deel van elke klepstuurarm verwijderd van het genoemde ene uiteinde 20 functioneel gekoppeld is met het staartgedeelte van de bijbehorende klep zodanig dat de scharnierbeweging van elke stuurarm zorgt voor het bedienen van de bijbehorende klep.
Bij voorkeur is elke klep voorzien van klepvoorinstelmiddelen die de klep in de positie willen brengen, waarin de poort is gesloten, en 25 is elke klepstuurarm functioneel gekoppeld met de voorinstelmiddelen teneinde de respectievelijke klepstuurarm in contact te houden met de kammiddelen en de bijbehorende klep in zijn, de poort openende positie te brengen, welke sturingvoorinstelmiddelen een sterkere kracht uitoefenen dan de klepvoorinstelmiddelen, en de kammiddelen functioneren 30 voor het bewegen van de klepstuurarm tegen de werking van de bijbehorende stuurvoorinstelmiddelen in zodanig dat de klepvoorinstelmiddelen de bijbehorende poorten gedurende vooraf bepaalde delen van de bedrijf scyclus van de afgifte-inrichting kunnen sluiten. Deze configuratie maakt een positief openen en sluiten van de inlaat- en uitlaatklep-35 pen in de gewenste opeenvolging mogelijk met een relatief eenvoudige constructie. Bij voorkeur bevatten de kammiddelen een kamwiel met een klepkamspoor erop, waarbij het klepkamspoor functioneel gekoppeld is met de klepstuurmiddelen. In deze configuratie houdt een cyclus van de actuatormiddelen het starten vanuit zijn starttoestand, het doorlopen 40 van de geactiveerde toestand gedurende een deel waarvan de meetkamer 81 0 2 7 0 8
* V
4 zich in zijn ontlaadtoestand bevindt, en het terugkeren naar de start -toestand waarbij het kamwiel zodanig is uitgevoerd dat in hoofdzaak een draaiing over 360° wordt uitgevoerd gedurende elke cyclus.
De afgifte-inrichting kan op geschikte wijze elektrisch worden be-5 diend en in overeenstemming daarmee kunnen de actuatormiddelen voorzien zijn van een met de hand bediende actuatortoets, een schakelaar die kan worden gesloten in responsie op de bediening van de actuatortoets en een elektrische motor bestemd om te worden bekrachtigd bij het sluiten van de schakelaar, welke elektrische motor in aandrijvende zin is ge-10 koppeld met het kamwiel teneinde via dit kamwiel de klepstuurmiddelen te bedienen. Om te verzekeren dat de bedrijfscyclus niet kan worden onderbroken en een te kleine maat wordt afgegeven heeft het kamwiel bij voorkeur een schakelaarkamspoor teneinde de schakelaar gesloten te houden totdat het kamwiel over in hoofdzaak 360° is gedraaid nadat met de 15 hand de actuatortoets is bediend.
Teneinde te voorkomen dat de afgifte-inrichting ongewenst continu zijn cyclus blijft doorlopen, zoals kan resulteren uit het handhaven van de druk op de actuatortoets of het blijven steken van de actuatortoets, zijn de actuatormiddelen bij voorkeur voorzien van deactiverende 20 middelen die bestemd zijn om het sluiten van de schakelaar door de werking van de actuatortoets te voorkomen totdat de meterkamer is teruggekeerd naar zijn vultoestand en de actuatortoets is losgelaten.
In het volgende zal aan de hand van de begeleidende figuren een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding worden beschreven.
25 Figuur 1 toont een aanzicht, gedeeltelijk in doorsnede, van een afgifte-inrichting volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding, welke inrichting zich in de vultoestand bevindt.
Figuur 2 toont een soortgelijk aanzicht als figuur 1 maar nu van de inrichting in zijn ontlaadtoestand.
30 Figuur 3 toont een aanzicht van de actuatormiddelen van de afgif te -inrichting .
De geïllustreerde vloeistof-afgifte-inrichting is van het type dat wordt gebruikt voor flessen en soortgelijke houders in hotels en derge-lijke voor het realiseren van een afgemeten ontlading van de inhoud, 35 bijvoorbeeld bestaande uit spiritualiën. Flessen met dergelijke afgifte -inrichtingen worden over het algemeen op hun kop gemonteerd in een geschikte steuneenheid waarbij de afgifte-inrichting wordt bevestigd aan de hals van de fles.
De afgifte-inrichting is voorzien van een meetkamer 10 van ge-40 schikte afmetingen een voorzien van een inlaatpoort 11 en een uitlaat- 8102708
* V
5 poort 12 teneinde passage van vloeistof in en uit de kamer 10 mogelijk te maken. De inlaatpoort 11 staat in verbinding met middelen voor het bevestigen van de afgifte-inrichting aan de hals van de fles en deze middelen kunnen voorzien zijn van een veerkrachtige plug 13, die stevig 5 kan worden vastgehouden in de hals van de fles en voorzien is van een doorlopende passage die communiceert met de inlaatpoort 11. De uitlaat-poort 12 kan direct in verbinding staan met een uitlaattuit 14, welke de vorm kan hebben van een buisvormig element uitstekend buiten het lichaam van de meetkamer 10. De tuit 14 kan voorzien zijn van een ver-10 nauwing 15 teneinde druppelen te voorkomen. Het zal duidelijk zijn dat allerlei variaties in deze fles-bevestigingsmiddelen en uitlaattuiten mogelijk zijn.
Een inlaatklep 16 functioneert voor het openen en sluiten van de inlaatpoort 11 en een uitlaatklep 17 functioneert voor het sluiten en 15 openen van de uitlaatpoort 12. De meterkamer 11 heeft een vultoestand waarin de inlaatpoort 11 geopend is en de uitlaatpoort 12 gesloten, en een ontlaadtoestand waarin de inlaatpoort 11 is gesloten en de uitlaatpoort 12 is geopend. Actuatormiddelen 18 functioneren voor het veroorzaken van de beweging van de kleppen 16, 17 teneinde de toestand van de 20 meetkamer 10 te wijzigen, waarbij de configuratie zodanig is dat de inlaatklep 16 de inlaatpoort 11 afsluit voordat de uitlaatklep 17 de uitlaatklep 12 opent bij een wisseling van de vultoestand naar de ontlaadtoestand. Bij voorkeur functioneren de actuatormiddelen 18 ook voor het sluiten van de uitlaatpoort 12 voordat de inlaatpoort 11 opnieuw wordt 25 geopend bij een wisseling van de ontlaadtoestand naar de vultoestand, omdat het ongewenst is dat beide poorten 11, 12 gedurende een significante tijdsperiode geopend zijn omdat dit de meetprocedure bemoeilijkt.
Elke klep 16, 17 is onafhankelijk gemonteerd op een deel van het 30 lichaam van de afgifte-inrichting voor het uitvoeren van een reciproque beweging naar en van de respectievelijke poorten 11, 12. Een gedeelte van dit lichaamsdeel vormt een wand of een deel van een wand 19 van de meetkamer 11 en de assen van de kleppen 16, 17 zijn onder een hoek aan-gebracht, de ingesloten hoek bedraagt bijvoorbeeld ongeveer 90°. Elke 35 klep 16, 17 is voorzien van een steel 20 die verschuifbaar gemonteerd is in het wandgedeelte 19 van de meetkamer 10 en een kopgedeelte dat gepositioneerd is binnen de kamer 10. Een veerkrachtige huls 22, welke een eindwand 23 heeft aan een uiteinde en open is aan zijn andere uiteinde, is met zijn eindwand 23 geplaatst over en bevestigd aan het kop-40 gedeelte 21 en zijn open uiteinde is bevestigd aan het wandgedeelte 19.
81 02 7 08
* V
6
De huls 22 wordt onderworpen aan een axiale compressie in de positie van de respectievelijke kleppen 16, 17 waarin de poort is geopend en genereert daarbij een voorinstelkracht welke de klep terug wil brengen naar de positie waarin de poort is gesloten, en de eindwand 23 komt in 5 de positie waarin de poort is gesloten aan tegen een oppervlak dat de respectievelijke poort 11, 12 omgeeft. Indien gewenst kan een (niet getoonde) schroeflijnvormige compressieveer geplaatst zijn rond de steel 20 teneinde te functioneren tussen de kop 21 en het wandgedeelte 19 en bij te dragen aan de voorinstelwerking van de boogvormige huls 22. Een 10 in hoofdzaak fluldumdichte afdichting kan worden gevormd tussen het achterste einde van de huls 22 en de wand 19, zodat de huls 22 zowel een voorinstelfunctie als een afsluitfunctie heeft. Vanwege later nog te beschrijven doeleinden hebben de inlaat- en uitlaatkleppen 16, 17 respectievelijke staartgedeelten 24 respectievelijk 25 die uitsteken 15 buiten de meterkamer 10 in de richting van de actuatormiddelen 18. De staartdelen 24, 25 bestaan op geschikte wijze uit integrale verlengingen van de stelen 20.
De actuatormiddelen 18 beïnvloeden de kleppen 16, 17 via^de:-Jclep -stuureenheid 26 die door de actuatormiddelen 18 kan worden bewogen tus-20 sen twee extreme toestanden, waarbij de configuratie zodanig is dat de vultoestand van de meetkamer 10 optreedt in de ene extreme toestand en de ontlaadtoestand van de meetkamer 10 optreedt bij de andere (figuren I en 2). De actuatormiddelen 18 hebben een start- en een geactiveerde toestand, waarbij de starttoestand correspondeert met de vultoestand 25 van de genoemde meetkamer 11.
De klepstuureenheid 26 is gemonteerd aan de voorste lichaamssectie 8 die de meterkamer 10 vormt en de actuatoreenheid 18 is gemonteerd in de achterste lichaamssectie 9, en de twee lichaamssecties 8, 9 zijn losneembaar aan elkaar bevestigd.
30 De klepstuureenheid 26 is voorzien van een inlaatklepstuurelement 27 en een uitlaatklepstuurelement 28, respectievelijk behorend bij de inlaatklep 16 en de uitlaatklep 17. De actuatoreenheid 18 is voorzien van kammiddelen 29 behorend bij de klepstuurelementen 27, 28 en zodanig uitgevoerd dat een bediening van de kammiddelen 29 vanaf de starttoe-35 stand van de actuatoreenheid 18 ervoor zorgt dat het inlaatklepstuurelement 27 de inlaatklep 16 bedient voor het sluiten van de inlaatpoort II voordat het uitlaatklepstuurelement 28 door de kammiddelen 29 wordt geactiveerd voor het bedienen van de uitlaatklep 17 teneinde de uit-laatpoort 12 te openen. Elk klepstuurelement 27, 28 bevat een klep- 40 stuurarm 30, 31 die scharnierbaar kan bewegen rond een as 32 aan een 8102708
V V
7 uiteinde daarvan ten opzichte van de voorste lichaamssectie 8 in responsie op de werking van de kammiddelen 29, en een deel van elke klep-stuurarm 30, 31 verwijderd van de as 32 is functioneel gekoppeld met het staartdeel 24, 25 van de bijbehorende klep 16, 17, zodat de schar-5 nierende beweging van elke stuurarm 30, 31 zorgt voor het bedienen van de bijbehorende klep. Zoals getoond is zijn de staartdelen 24, 25 voorzien van knoppen die worden ontvangen in uitsparingen 33 in de respectievelijke klepstuurarmen 30, 31.
Elke klepstuurarm 30, 31 is functioneel gekoppeld met stutingvoor-10 instelmiddelen 34 bestemd voor het handhaven van de respectievelijke klepstuurarmen 30, 31 in contact met de kammiddelen 29 en voor het voorspannen van de bijbehorende klep 16, 17 in de positie waarin zijn poort is geopend. De sturingvoorinstelmiddelen 34 oefenen een grotere kracht uit dan de klepvoorinstelmiddelen waartoe de veerkrachtige huls 15 22 behoort en de kammiddelen 29 zorgen ervoor dat de klepstuurarmen 30, 31 tegen de werking van de sturingvoorinstelmiddelen 34 in worden bewogen teneinde het mogelijk te maken dat de veerkrachtige huls 22 de bijbehorende poort sluit gedurende een vooraf; b_epaald deel van de werkcy-clus van de afgifte-inrichting. De sturingvoorinstelmiddelen 34 zijn 20 getoond als een in zijn algemeenheid C-vormige bladveer die achter de as 32 is geplaatst en aanrust tegen de beide armen 30, 31.
De uitlaatklepstuurarm 31 is voorzien van een verlenging 35 welke de luchtaflaatklep 36 in de meetkamer 11 opent als de uitlaatpoort 12 is geopend. Daardoor wordt een snelle ontlading van de kamerinhoud ver-25 zekerd.
De kammiddelen 29 zijn voorzien van een kamwiel 37 met een klep-kamspoor 38 erop, welke klepkamspoor 38 in contact staat met de klepstuurarmen 30, 31. Een cyclus van de actuatoreenheid 18 bevat het starten vanuit de startpositie, het doorlopen van de geactiveerde positie 30 gedurende een deel waarvan de meetkamer 10 zich in zijn ontlaadtoestand bevindt (figuren 1 en 2) en het terugkeren naar de startpositie, waarbij het kamwiel 37 is uitgevoerd voor het maken van een omwenteling van in hoofdzaak 360° gedurende een cyclus. Het kamwiel 37 heeft een schuin verlopende rand 39 (figuur 3) die leidt naar het klepkamspoor 38 zoda-35 nig dat tijdens de rotatie van het kamwiel 37 in de klokwijzerrichting in figuur 3 de klepstuurarmen 30, 31 progressief worden bewogen voor het sluiten van de bijbehorende klep 16, 17. Het klepkamspoor 38 heeft bij voorkeur een abrupte óvergang (niet getoond in figuur 3 waarin het kamwiel 37 is doorgesneden) aan zijn uiteinde verwijderd van de schuine 40 rand 39, zodat de klepstuurarmen 30, 31 de bijbehorende kleppen 16, 17 81 02 7 0 8
V V
8 snel openen onder invloed van de veer 34. Het kamwiel 37 kan bedekt zijn door een kambekleding 40 voorzien van een diametraal aangebrachte sleuf, door welke de klepstuurarmen 30, 31 heen steken (figuur 2), welke sleuf een laterale beweging van de armen 30, 31 voorkomt.
5 De actuatoreenheid 18 is verder voorzien van een handbediende ac- tuatortoets 41, een schakelaar 42 bestemd om te sluiten in responsie op het bedienen van de actuatortoets 41, en een elektrische motor 43 aangebracht om te worden bekrachtigd bij het sluiten van de schakelaar 42, welke elektrische motor 43 in aandrijvende zin gekoppeld is met het 10 kamwiel 37 teneinde via dit kamwiel de klepstuurmiddelen 26 te bedienen. Een gewicht 44 of een ander voorinstelmiddel (zoals een veer) is aangebracht om de toets 41 normaal in zijn lage positie te houden waarin de toets maximaal uitsteekt buiten de onderwand van de achterste lichaamssectie 9- De toets 41 kan worden bediend door de toets volledig 15 in te drukken totdat de minst uitstekende positie is bereikt teneinde daardoor de schakelaar 42 te sluiten, via welke een bron van elektrische energie door de pinnen 45 kan worden aangesloten voor het bekrachtigen van de motor 43. De schakelaar 42 is voorzien van een bedienings-blad 46 dat ing^dr ükt~wordt als de toets 41 wordt ingedrukt. Het kam-20 wiel 37 heeft een schakelaarkamspoor 47 aangebracht voor het houden van de schakelaar 42 in de gesloten toestand totdat het kamwiel 37 over ongeveer 360° is gedraaid nadat de actuatortoets 41 met de hand werd bediend. Zoals geïllustreerd is in figuur 3 is het schakelaarkamspoor 47 zodanig aangebracht dat het blad 46 ingedrukt blijft zodra het kamwiel 25 37 begint te roteren. Als het kamwiel 37 over 360° is gedraaid dan maakt de spleet 48 in het spoor 47 het mogelijk dat het blad 46 terug springt voor het openen van de schakelaar 42. Als dus de toets 41 eenmaal is bediend, dan blijft de motor 43 automatisch bekrachtigd totdat het kamwiel 37 over ongeveer 360° is geroteerd.
30 De motor 43 heeft een aandrijvende uitgangsas 49 die via een redu cerende overbrenging 50 het kamwiel 37 aandrijft door middel van de tandwieltanden 51 die aangebracht zijn rond het kamwiel 37. Daardoor is het mogelijk een motor 43 te gebruiken met een hogere snelheid dan toe-gepast zou kunnen worden bij een directe koppeling tussen de motoraan-35 drijfas 49 en het kamwiel 37.
De actuatoreenheid 18 bevat verder deactiveermiddelen 52 bestemd om het sluiten van de schakelaar 42 door de werking van de actuatortoets, 41 te voorkomen totdat de meetkamer 10 teruggekeerd is naar zijn vulpositie en de actuatortoets -41 is losgelaten. De deactiveermiddelen 40 52 zijn voorzien van een deactiveerhefboom 53 die verloopt tussen de 8102708
V
9 actuatortoets 41 en de schakelaar 42 en dicht langs het kamwiel 37 verloopt. Het onderuiteinde 54 van de deactiveerhefboom 53 kan samenwerken met de actuatortoets 41 om ervoor te zorgen dat de hefboom 53 contact maakt met het blad 46 en daardoor de schakelaar 42 sluit. Het kamwiel 5 heeft een deactiveerkamspoor 55 dat samenwerkt met de hefboom 53 direct nadat de schakelaar 42 is gesloten en het kamwiel 37 begint te roteren om ervoor te zorgen dat de hefboom 53 scharniert rond een steunpunt 56 geplaatst tussen het deactiveer kamspoor 55 en het einde 54 van de hefboom 53, en deze scharnierende beweging van de hefboom 53 zorgt voor 10 een laterale verplaatsing van het uiteinde 54 (naar rechts in figuur 3) buiten de invloed van de actuatortoets 41. Het deactiveer kamspoor 55 zorgt ervoor dat het uiteinde 54 lateraal verplaatst blijft totdat de meetkamer 10 teruggekeerd is naar zijn vultoestand en de actuatortoets 41 is losgelaten. De scharnierbeweging van de hefboom 53 wordt bereikt 15 door de hefboom 53 te voorzien van een lateraal uitstekend blok 57 dat los ontvangen is in de opening 58 aangebracht in een flens 59 (figuur 2) van de kambehuizing 40. Een veerarm 60 spant het blok 57 voor in de onderste linker hoek van de uitsparing 58 zoals getoond is in figuur 3, — waardoor het hefboomuiteinde 54 gehandhaafd wordt in lijn met de toets 20 41 wanneer de toets 41 is vrijgegeven en het kamwiel 37 zich in zijn startpositie bevindt zoals getoond is in figuur 3.
Als de schakelaar 42 is gesloten dan maakt het deactiveer kamspoor 55 contact met het bovenuiteinde van de hefboom 53 en het blok verschuift in de uitsparing 58 wanneer het onderuiteinde 54 wordt ver-25 plaatst van de toets 41 af. De toets 41 moet worden vrijgegeven en het kamwiel 37 moet in zijn startpositie staan getoond in figuur 3 voordat de afgifte-inrichting opnieuw kan worden bediend.
Tijdens de werking van de inrichting die in de figuren is getoond en in het bovenstaande is beschreven is de uitlaaklep 17 gesloten en de 30 inlaatklep 16 geopend direct voorafgaande aan de initiële bekrachtiging van de motor 43. Direct volgend op het bekrachtigen van de motor 43 functioneert het klepkamspoor 38 om te zorgen voor het sluiten van de inlaatklep 16, zodat op dat moment beide kleppen 16, 17 zijn gesloten. Het spoor 38 zorgt er vervolgens voor dat de uitlaatklep 17 wordt ge-35 opend terwijl de inlaatklep 16 in de gesloten toestand blijft. De kleppen 16, 17 worden derhalve in de ontlaadtoestand gebracht en deze toestand wordt bij voorkeur gehandhaafd gedurende ongeveer de helft van de omwenteling van het kamwiel 37, aan het einde van welke periode de meetkamer 10 leeg zal zijn en het klemkamspoor 18 zorgt er vervolgens 40 voor dat de uitlaatklep 17 wordt bewogen naar de gesloten toestand.
8102708 10
Vervolgens functioneert het spoor 38 voor het doen terugkeren van de klep 16, 17 naar de vultoestand waarin de inlaatklep 16 is geopend en de uitlaatklep 17 is gesloten. Deze toestand van de kleppen blijft bestaan tot aan het einde van de cyclus om het geheel vullen van de 5 meetkamer 10 te verzekeren en gedurende deze vuloperatie blijft de actuatortoets 41 onwerkzaam op de in het voorgaande reeds beschreven wijze.
Wanneer de in detail beschreven constructie is gemonteerd op een fles gereed voor bedrijf dan zal de actuatortoets 41 zich in zijn 10 laagste positie bevinden. Als gevolg daarvan zullen de kleppen 16, 17 in de vultoestand staan en de meterkamer 10 zal vol zijn met vloeistof ontvangen uit de fles via de open inlaatpoort 11. Een bedienend persoon, die een glas onder de uitlaattuit 14 houdt met een hand kan met een vinger van dezelfde hand de actuatortoets 41 bedienen door deze 15 toets 41 opwaarts te duwen. Tijdens het eerste deel van deze opwaartse beweging heeft de toets 41 geen invloed op de kleptoestand, maar de daarop volgende samenwerking met de hefboom 53 resulteert in het sluiten van de schakelaar 52 met als gevolg bekrachtiging van de motor 43. De werking van het mechanisme vindt dan plaats op de reeds 20 beschreven wijze en de actuatortoets 41 verliest zijn verdere invloed over het ontlaadproces totdat een cyclus is voltooid.
Het zal uit de bovenstaande beschrijving duidelijk zijn dat de uitvinding een relatief eenvoudige en hygiënische afgifte-inrichting \ verschaft die bijzonder geschikt is voor gebruik met vloeistoffen. Er 25 kan met dit mechanisme in principe niet geknoeid worden omdat het enige middel om van buitenaf invloed op de ontlaadoperatie uit te oefenen bestaat uit de actuatortoets 41 en deze toets wordt gedeactiveerd direct na het begin van de ontlaadoperatie en wordt in deze toestand gehouden totdat de meetkamer 10 opnieuw gevuld is als voorbereiding op 30 een volgende cyclus.
Indien gewenst kan het klepstuurmechanisme zodanig worden uitgevoerd dat een afzonderlijk kamspoor elk van de kleppen 16, 17 afzonderlijk bedient gedurende de gehele cyclus of gedurende een deel van de cyclus.
8102708

Claims (14)

1. Afgifte-inrichting, gekenmerkt door een meetkamer met een in-laatpoort en een uitlaatpoort, een inlaatklep voor het openen en sluiten van de inlaatpoort in de respectievelijke vul- en ontlaadtoestanden 5 van de meetkamer, een uitlaatklep bestemd voor het sluiten en openen van de uitlaatpoort in de respectievelijke vul- en ontlaadtoestanden, actuatormiddelen voor het veroorzaken van een beweging van de genoemde kleppen teneinde een wisseling van toestand van de meetkamer uit te voeren, waarbij de configuratie zodanig is dat de inlaatklep de inlaat- 10 poort sluit voordat de uitlaatklep de uitlaatpoort opent gedurende een wisseling van de vultoestand naar de ontlaadtoestand.
2. Afgifte-inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de twee kleppen onafhankelijk zijn gemonteerd om te bewegen ten opzichte van de meetkamer en elk ervan voorgespannen is in de positie waarin de 15 respectievelijke poort wordt gesloten.
3. Afgifte-inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de kleppen onder een hoek ten opzichte van elkaar zijn gepositioneerd.
4. Afgifte-inrichting volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat elke klep voorzien is van een steel die verschuifbaar gemonteerd is 20 in een wanddeel van de genoemde meetkamer en een kopgedeelte geplaatst in de genoemde kamer, alsmede een veerkrachtige huls welke aan een uiteinde een eindwand bezit en aan het andere uiteinde open is en waarvan de eindwand geplaatst is over en bevestigd is aan het kopgedeelte en waarvan het open uiteinde bevestigd is aan het genoemde wandgedeelte, 25 welke huls onderworpen wordt aan een axiale compressie in de positie waarin de poort bij de betreffende klep is geopend en daardoor een voorinstelkracht uitoefent op de klep teneinde deze in de positie te brengen waarin de poort is gesloten, en de genoemde eindwand samenwerkt met een oppervlak dat de respectievelijke poort omgeeft in de positie 30 waarin de poort is gesloten.
5. Afgifte-inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de genoemde actuatormiddelen de genoemde kleppen beïnvloeden via klepstuurmiddelen die beweegbaar zijn door de actuatormiddelen tussen twee extreme toestanden, waarbij de configuratie zodanig 35 is dat de vultoestand bestaat bij de ene van de genoemde extreme toestanden en de ontlaadtoestand bij de andere van de extreme toestanden, en de actuatormiddelen een starttoestand en een geactiveerde toestand kennen, waarbij de starttoestand correspondeert met de vultoestand van de meetkamer.
6. Afgifte-inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de 8102708 klepstuurmiddelen voorzien zijn van een inlaatklepstuurelement en een uitlaatklepstuurelement respectievelijk behorend bij de inlaatklep en de uitlaatklep, en de actuatormiddelen voorzien zijn van een kameenheid behorend bij de klepstuurelementen en zodanig uitgevoerd dat bediening 5 van de genoemde kammiddelen uitgaande van de starttoestand Van de actuatormiddelen ervoor zorgt dat het inlaatklepstuurelement de inlaatklep bedient voor het sluiten van de inlaatpoort voordat het uitlaatklepstuurelement door de kammiddelen wordt geactiveerd om de uitlaatklep te bedienen voor het openen van de uitlaatklep.
7. Afgifte-inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat elke klep voorzien is van een staartdeel dat uitsteekt buiten de meet- kamer in de richting van de klepstuurmiddelen, en elk klepstuurelement voorzien is van een klepstuurarm die scharnierbaar beweegbaar is aan een uiteinde daarvan met betrekking tot de meetkamer in responsie op de 15 werking van de kammiddelen, en een deel van elke klepstuurarm op afstand van het genoemde ene uiteinde functioneel gekoppeld is met het staartdeel van de bijbehorende klep zodanig dat de scharnierbeweging van elke stuurarm zorgt voor bediening van de bijbehorende klep.
8. Afgifte-inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat 20 elke klep voorzien is van een klepvoorinstelmiddel bestemd om de klep voor in te stellen in de positie waarin de poort is gesloten, en elke klepstuurarm functioneel gekoppeld is met sturingvoorinstelmiddelen bestemd om de respectievelijke klepstuurarm in contact te houden met de kammiddelen en de bijbehorende klep voor te spannen in de positie waar-25 in de betreffende poort is geopend, waarbij de sturingvoorinstelmiddelen een sterkere kracht uitoefenen dan de klepvoorinstelmiddelen, en de kammiddelen bestemd zijn voor het bewegen van de klepstuurarmen tegen de werking van de bijbehorende sturingvoorinstelmiddelen in teneinde het mogelijk maken dat de klepvoorinstelmiddelen de bijbehorende poor-30 ten doen sluiten gedurende vooraf bepaalde delen van de werkingscyclus van de afgifte-inrichting.
9. Afgifte-inrichting volgens een der conclusies 6 tot en met 8, met het kenmerk, dat de kammiddelen voorzien zijn van een kamwiel waarop een klepkamspoor aanwezig is, welk klepkamspoor functioneel gekop- 35 peld is met de klepstuurmiddelen.
10. Afgifte-inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat een cyclus van de actuatormiddelen inhoudt het starten vanuit de genoemde starttoestand, het doorlopen van de geactiveerde toestand gedurende een deel waarvan de meetkamer zich in de ontlaadtoestand bevindt 40 en het terugkeren naar de genoemde starttoestand, waarbij het kamwiel 81 0 2 7 0 8 w* >- zodanig is uitgevoerd dat gedurende elke cyclus een omwenteling over in hoofdzaak 360° wordt uitgevoerd.
11. Afgifte-inrichting volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat de genoemde actuatormiddelen verder voorzien zijn van een handbe-5 diende actuatortoets, een schakelaar die gesloten wordt in responsie op de bediening van de genoemde actuatortoets een elektrische motor die bekrachtigd wordt door het sluiten van de genoemde schakelaar, welke elektrische motor in aandrijvende zin gekoppeld is met het genoemde kamwiel teneinde daardoor de klepstuurmiddelen te bedienen.
12. Afgifte-inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het genoemde kamwiel voorzien is van een schakelaarkamspoor bestemd voor het in gesloten toestand houden van de genoemde schakelaar totdat het kamwiel over in hoofdzaak 360° is geroteerd nadat de actuatortoets met de hand werd bediend.
13. Afgifte-inrichting volgens conclusie 11 of 12, met het ken merk, dat de genoemde actuatormiddelen verder voorzien zijn van deacti-veermiddelen die bestemd zijn om het sluiten van de genoemde schakelaar onder inwerking van de actuatortoets te voorkomen totdat de meetkamer is teruggekeerd in zijn vultoestand en de actuatortoets is losgelaten. 20
14. Afgifte-inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de deactiveermiddelen voorzien zijn van een deactiveerhefboom die zich uitstrekt tussen de actiuatortoets en de schakelaar en dicht langs het genoemde kamwiel verloopt, welke deactiveerhefboom kan samenwerken met de genoemde actuatortoets om ervoor te zorgen dat de* hefboom de genoem-25 de schakelaar sluit, en het kamwiel voorzien is van een deactiveerkam-spoor dat kan samenwerken met de hefboom direct nadat de schakelaar is gesloten en het genoemde kamwiel begint te roteren om ervoor te zorgen dat de hefboom scharniert rond een steunpunt aangebracht tussen het genoemde deactiveerkamspoor en het uiteinde van de genoemde hefboom dat 30 met de actueertoets kan samenwerken, waardoor de scharnierende beweging van de hefboom leidt tot een verplaatsing van het genoemde uiteinde van de hefboom in laterale richting buiten het samenwerkingsbereik met de actueertoets, en het genoemde deactiveerkamsapoor dit uiteinde van de hefboom in laterale verplaatste toestand houdt totdat de meterkamer is 35 teruggekeerd naar de vultoestand en de actuatortoets is losgelaten. ****************** 81 0 2 7 0 8
NL8102708A 1980-06-06 1981-06-04 Afgifte-inrichting. NL8102708A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
AU393880 1980-06-06
AU393880 1980-06-06

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8102708A true NL8102708A (nl) 1982-01-04

Family

ID=3694412

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8102708A NL8102708A (nl) 1980-06-06 1981-06-04 Afgifte-inrichting.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US4440326A (nl)
AT (1) AT389865B (nl)
CA (1) CA1167423A (nl)
CH (1) CH652497A5 (nl)
DE (1) DE3122255A1 (nl)
FR (1) FR2484086A1 (nl)
GB (1) GB2077230B (nl)
NL (1) NL8102708A (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AU568554B2 (en) * 1983-04-22 1988-01-07 Precision Measures Limited Metering dispenser
GB8721888D0 (en) * 1987-09-17 1987-10-21 Salespring Temple Group Ltd Liquid dispenser
FR2699911B1 (fr) * 1992-12-31 1995-03-17 Andriussi Francois Distributeur de liquides.
DE4440243A1 (de) * 1994-11-11 1996-05-15 Schwerdtel Ludwig Gmbh Dosier-Gerät für viskose Materialien
PT106632A (pt) 2012-11-08 2014-05-08 Carfi Fábrica De Plásticos E Moldes Sa Válvula doseadora automática
US9790078B2 (en) 2016-01-19 2017-10-17 Brown-Forman Finland, Ltd. Dispenser and mixer for two liquids simultaneously

Family Cites Families (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB260216A (nl) * 1900-01-01
US1612890A (en) * 1925-04-03 1927-01-04 Sutter Robert Device for retailing and measuring liquids
GB438347A (en) * 1935-09-16 1935-11-14 Arthur Albert Parr Improvements in or relating to apparatus for dispensing aerated waters and the like liquids
US2626066A (en) * 1947-09-29 1953-01-20 Rasmussen Robert Alternate tipping valve
US2865538A (en) * 1952-09-29 1958-12-23 Supurdisplay Inc Liquid dispensing mechanisms
GB802592A (en) * 1956-04-12 1958-10-08 Gaskell & Chambers Ltd Beverage dispensing apparatus
GB866371A (en) * 1958-08-29 1961-04-26 Gaskell & Chambers Ltd Improvements in or relating to apparatus for dispensing liquids in measured quantities
FR1519607A (fr) * 1966-12-15 1968-04-05 Schlumberger Cie N Distributeur-doseur de liquide
DE1902144A1 (de) * 1969-01-16 1970-08-13 Vogel Dr Ing Rudolf Gasdichte Schachtofenschleuse fuer das Beschickungsgut
US3596812A (en) * 1969-09-23 1971-08-03 Adaks Products Inc Automatic liquid chlorine dispenser
BE795181A (fr) * 1972-02-23 1973-05-29 Thyssen Niederrhein Ag Agencement de collecte d'eponge de fer
GB2067516B (en) * 1980-01-14 1983-06-02 Bayly Ass Australia Pty Liquid or powder dispenser
US4308978A (en) * 1980-01-24 1982-01-05 Peter Bayly Associates Australia Pty. Ltd. Dispensing device

Also Published As

Publication number Publication date
CA1167423A (en) 1984-05-15
DE3122255C2 (nl) 1991-04-18
US4440326A (en) 1984-04-03
FR2484086B1 (nl) 1984-11-23
AT389865B (de) 1990-02-12
FR2484086A1 (fr) 1981-12-11
GB2077230A (en) 1981-12-16
CH652497A5 (de) 1985-11-15
ATA254281A (de) 1989-07-15
GB2077230B (en) 1983-06-02
DE3122255A1 (de) 1982-06-24

Similar Documents

Publication Publication Date Title
GB1168987A (en) Improvements in or relating to apparatus for Dispensing Beverages
NL8102708A (nl) Afgifte-inrichting.
US4210262A (en) Liquid dispensing apparatus with vent valve
US1507464A (en) Dispensing device for collapsible containers
US2652177A (en) Container closure having spring biased slidable dispensing valve
US3785526A (en) Dispensing apparatus
US4805815A (en) Metering dispenser
GB2210024A (en) Bottle dispenser with cam-operated valves
US3606084A (en) Drink dispensers and counter
GB1516415A (en) Combined closure and pouring device for a container
NZ197267A (en) Metering dispenser for fluids
US3160318A (en) Variable quantity cream dispenser
US3092292A (en) Instant coffee and tea dispensing machine
GB1136415A (en) Liquid measurement
US2851189A (en) Vending machines
GB2170780A (en) Dispensing device having counting mechanism
US4291820A (en) Liquid metering dispenser
US1972152A (en) Measuring dispensing cap
FR2406811A1 (fr) Appareil pour distribuer des doses de liquide
US2099591A (en) Volumetric liquid dispenser
US3744683A (en) Dispenser having sequentially operated valves
US4153187A (en) Metering dispenser for liquids
US3216614A (en) Coin operated dispensing apparatus
US1049108A (en) Measuring device.
EP0538926B1 (fr) Dispositif de dosage pour des substances ayant haute viscosité

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
DNT Communications of changes of names of applicants whose applications have been laid open to public inspection

Free format text: KINGSLEY NOMINEES PTY. LTD.

CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: PRECISION MEASURES LIMITED

BV The patent application has lapsed