NL8102662A - Werkwijze voor het verminderen van de wrijving tussen een roteerbaar metalen voorwerp en een aangrenzend oppervlak, boorvloeistof waarmee wrijving kan worden verminderd en toevoegsels voor een dergelijke boor- vloeistof of spoeling. - Google Patents

Werkwijze voor het verminderen van de wrijving tussen een roteerbaar metalen voorwerp en een aangrenzend oppervlak, boorvloeistof waarmee wrijving kan worden verminderd en toevoegsels voor een dergelijke boor- vloeistof of spoeling. Download PDF

Info

Publication number
NL8102662A
NL8102662A NL8102662A NL8102662A NL8102662A NL 8102662 A NL8102662 A NL 8102662A NL 8102662 A NL8102662 A NL 8102662A NL 8102662 A NL8102662 A NL 8102662A NL 8102662 A NL8102662 A NL 8102662A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
present
additive
mixture
derived
alcohol
Prior art date
Application number
NL8102662A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Halliburton Co
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Halliburton Co filed Critical Halliburton Co
Publication of NL8102662A publication Critical patent/NL8102662A/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C09DYES; PAINTS; POLISHES; NATURAL RESINS; ADHESIVES; COMPOSITIONS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; APPLICATIONS OF MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • C09KMATERIALS FOR MISCELLANEOUS APPLICATIONS, NOT PROVIDED FOR ELSEWHERE
    • C09K8/00Compositions for drilling of boreholes or wells; Compositions for treating boreholes or wells, e.g. for completion or for remedial operations
    • C09K8/02Well-drilling compositions
    • C09K8/03Specific additives for general use in well-drilling compositions
    • C09K8/035Organic additives

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Materials Engineering (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Lubricants (AREA)
  • Pressure Welding/Diffusion-Bonding (AREA)
  • Valve-Gear Or Valve Arrangements (AREA)
  • Braking Arrangements (AREA)

Description

r 4 t *
Werkwijze voor het verminderen van de wrijving tussen een roteerbaar metalen voorwerp en een aangrenzend oppervlak, boorvloeistof waarmee wrijving kan worden verminderd en toevoegsels voor een dergelijke boorvloeistof of spoeling
De uitvinding heeft betrekking op werkwijzen en produkten voor het conditioneren van boorvloeistoffen of spoeling en van de wand van een boorgat ter vermindering van wrijving.
5 Boorgaten dienen voor het ontwikkelen, in proijuk- bevattende formaties tie brengen en behandelen van natuurlijke grondstoffen/zoals mineralen, thermische energie, koolwaterstoffen, andere koolstofhoudende materialen en andere materialen bevattende formaties.
10 Bij een methode voor het boren van een derge lijk boorgat of put, het zogenaamde boren met de rotary, wordt een boorbeitel in rotatie gebracht aan het einde van een boor-pijp of een boorkolom. Het gewicht op de boorbeitel wordt gevarieerd en door de boorkolom wordt een boorvloeistof (spoeling) 15 omlaag gepompt die de boorkolom verlaat via de beitel en terugstroomt omhoog door de ringvormige ruimte tussen de boorkolom en het boorgat of de verhuizing en daarna door de installatie voor het behandelen van de boorvloeistof of spoeling en terug naar de opslagruimten. Deze boorvloeistof of spoeling wordt 20 gecirculeerd om de boorbeitel te smeren, losgesneden stukken uit het boorgat omhoog weg te voeren, de formaties waar het boorgat doorheen gaat te conditioneren en druk op deze formaties te handhaven. De boorvloeistof of spoeling bestaat in het algemeen in hoofdzaak uit water, vloeibare koolwaterstoffen of mengsels 25 daarvan en er worden talrijke toevoegsels of componenten voor deze boorvloeistof met de basisboorvloeistof gemengd bij het begin en tijdens het boren of het behandelingsproces. Deze toevoegsels worden gebruikt om bepaalde problemen te ondervangen of om bepaalde behandelingen te bereiken tijdens en op ver-30 schillende stadia van de betreffende bewerking.
8102662 2 Λ *
Een probleem dat dikwijls optreedt bij het boren is een sterke weerstand of wrijving die de rotatie van de boor-kolom tijdens het boren belemmert of die weerstand biedt aan vertikale of heen en weer gaande bewegingen van de boorkolom 5 of andere gereedschappen het boorgat in of uit. Toevoegsels die worden gebruikt om dit probleem te verminderen worden algemeen aangeduid als smeermiddelen,omdat zij worden vergeleken met of als analoog beschouwd met de toepassing van vetten en oliën in machines waar er een glijdend contact is tussen metalen en 10 metalen en in het algemeen oliën en andere dergelijke produkten als smeermiddelen in boorvloeistoffen zijn toegepast. Voorbeelden zijn de mengsels beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 3 007 861*, U 06U 055, U 108 779 en 1* 181 617. Elk van deze toevoegsels of smeermiddelen heeft bepaalde voordelen en nadelen 15 en wordt gebruikt onder bepaalde omstandigheden.
Er werd nu een nieuwe en verbeterde combinatie van bestanddelen gevonden die een onverwacht synergisme te weeg brengt bij het verminderen van torsiekrachten, weerstanden of "wrijving” tussen de boorkolom, boorgereedschappen en andere 20 voorwerpen die typisch worden gebruikt bij het boren van boorgaten en de wand van het boorgat. Om deze vermindering in wrijving te bereiken, moet het smeermiddel niet slechts de boorvloeistof of spoeling conditioneren maar ook de wand van het boorgat en zelfs misschien de oppervlakken van de metalen boorkolom en de 25 metalen voorwerpen die in het algemeen door een boorgat worden gevoerd of in dergelijke boorgaten worden gebruikt.
Volgens de uitvinding wordt voorzien in een werkwijze voor het verminderen van de wrijving tussen een roteerbaar metalen voorwerp en een aangrenzend oppervlak, waarbij 30 men als smeermedium aanbrengt een waterige vloeistof die tot circa 5 gev.% van een toevoegsel bevat, omvattende een mengsel van een maskeermiddel, een alkohol met klein molekuul-gewicht afgeleid van een C^-C^ koolwaterstof en tenminste èën ester van oliezuur en tenminste een metaal, tenminste êën 35 hydroxylverbinding of een combinatie daarvan waarbij de hydroxyl- 8102662 3 0 < verbinding tenminste twee hydroxylgroepen bevat en is afgeleid van een C^-C^ koolwaterstof.
Volgens een ander aspect wordt volgens de uitvinding voorzien in een werkwijze voor het bewegen van een 5 metalen oppervlak in een boorgat die een waterige vloeistof bevat, waarbij een conditioneermiddel met de waterige vloeistof wordt gemengd voor het behandelen van de boorvloeistof en voor het verminderen van wrijving tussen dat metaaloplrvlak en het boorgat, welk conditioneermiddel een synergistiech mengsel omvat van een 10 maskeermiddel, een in water oplosbare alkohol met een klein molekuulgewicht afgeleid van C^-C^ koolwaterstoffen en tenminste een en bij voorkeur twee oleaten, zijnde het reaktieprodukt van oliezuur met een metaalion van magnesium (Mg), strontium (Sr), zink (Zn) of cadmium (Cd) en tenminste een hydroxylverbinding 15 afgeleid van C^-C^, koolwaterstoffen met tenminste twee hydroxy1- groepen per molëkuul of een mengsel daarvan. Met andere woorden de esters of oleaten kunnen een oleaat omvatten verkregen bij de reaktie van oliezuur met een hydroxyl- of polyhydroxylverbinding die kan worden beschouwd als te zijn een 20 C^-Cj koolwaterstof, gesubstitueerd door hydroxylgroepen. De oleaten kunnen ook een combinatie of mengsel zijn van meer dan een ester verkregen bij reaktie van aLiezuur met twee of meer hydroxylverbindingen die aan de bovengenoemde omschrijving voldoen. De oleaten kunnen ook bestaan uit een mengsel van 25 de reaktieprodukten van oliezuur met een of meer hydroxyl verbindingen zoals hiervoor omschreven nlus het oleaat gevormd door reaktie van oliezuur met een metaalbase die de genoemde metaalionen bevat.
Er zijn ook synergistische effekten waargenomen 30 bij subcombinaties van de bovengenoemde componenten, dat wil zeggen dat behalve de totale combinatie van de componenten zoals in deze aanvrage beschreven ook een mengsel van bepaalde oleaten en bepaalde alkoholen een synergistisch smeermiddel geeft. De smeermiddelsamenstelling en de werkwijze voor de toepassing 35 ervan volgens de uitvinding omvatten derhalve zowel een voorkeurs- 8102662 ' * * k klasse van smeermiddelsamenstellingen met vier of meer afzonderlijke componenten zoals in deze aanvrage beschreven maar ook de sub-combinaties die eventueel twee of drie componenten met een syner-gistisch effekt kunnen omvatten, die in deze aanvrage worden 5 beschreven.
Deze smeermiddelsamenstdLingen zijn nuttig als smeermiddelen of toevoegsels voor de behandeling van boor-vloeistoffen of spoeling ter vermindering van de wrijving, weerstand, torsiekrachten onder invloed van rotatie, vertikale 10 wrijving, "differential sticking" of eventueel andere weerstanden tegen de beweging van de hoorbuis of verdere voorwerpen of onderdelen die worden gebruikt in het boorgat. Typische voorbeelden van dergelijke voorwerpen of gereedschappen-zijn metalen cylinders of cylindrische vormstukken die voor een bepaalde bewerking, 15 behandeling,afstelling of meting in het boorgat worden gevoerd.
Deze gereedschappen of voorwerpen bezitten dikwijls ook niet-metalen onderdèlen zodat elk gereedschap of voorwerp dat in boorgaten worden gebruikt onder de genoemde omschrijving valt.
De rotatiewrijving of torsiewrijving (torsiekracht) is de weer-20 stand tegen het Verdraaien of roteren van de boorkolom of gereedschappen in het boorgat. Wrijving omvat ook differentiële wrijving en reciproke wrijving, waaronder valt de hoge beginweerstand nadat de hoorbuis of het gereedschap gedurende een zekere tijd stil heeft gestaan en de vertikale of heen en weer gaande 25 beweging van het gereedschap of de boorkolom, Vertikale weerstand wordt bijvoorbeeld dikwijls ondervonden bij gereedschappen of boorkolommen als deze in het boorgat worden ingevoerd of uit het boorgat worden verwijderd, bijvoorbeeld tijdens een toer waarbij de gehele boorkolom en de boorbeitel uit het boorgat 30 worden verwijderd hetzij om de boorkolom te inspecteren of om een gedeelte ervan te vervangen. De gereedschappen en voorwerpen waarmee dit smeermiddel gebruikt kan worden zijn o.a. boorpijpen, verhuizingen, boorkabels, zwabberkabels, beproevingsapparaten, afsluiters, pompstangen, pompmechanismen en dergelijke.
35 De boorvloeistof of spoeling waarmee dit smeer- 81 0 2 6 62 0 · 5 middel algemeen wordt toegepast bestaat uit een waterige vloeistof die kan worden gebruikt voor het boren, bij herstelkarweien, bij afwerken, als pakkervloeistof of elke mogelijke andere bewerking van de put. De boorvloeistof dient een aanzienlijke 5 hoeveelheid water te bevatten, dat wil zeggen tenminste 10 % die in wezenlijkenate in contact komt met de boorkolom en met het boorgat. Andere componenten kunnen ook aanwezig zijn, zoals koolwaterstoffen, olie, pekel, oplosbare zouten, onoplosbare deeltjes, zowel natuurlijke als synthetische viskositeit-10 wijzigende middelen, dispergeermiddelen en andere typische toevoegsels voor boorvloeistoffen of spoelingen. Hst smeermiddel is echter gewoonlijk niet nodig bij een spoeling op oliebasis en het zal onder sommige omstandigheden bij aanwezigheid van bepaalde ealciumzouten een zeep vormen. Daarom dient de 15 verenigbaarheid met andere componenten te worden getest gezien het in deze aanvrage geopenbaarde.
Men kan ook zeggen dat de werkwijze volgens de uitvinding een werkwijze is voor het verminderen van de wrijving tussen een beweegbaar metalen oppervlak en een aangrenzend 20 oppervlak, waarbij als smeermedium een waterige vloeistof wordt aangebracht die tot circa 5 gew.$ bevat van een mengsel omvattende (1) een maskeermiddel en (2) tenminste één ester van oliezuur en tenminste één metaal, tenminste één hydroxylverbinding of een combinatie daarvan waarbij de hydroxylverbinding tenminste twee 25 hydroxylgroepen bevat en de hydroxylverbinding is afgeleid van een Cg-C^ koolwaterstof of mengsel en deze hydroxylverbinding beantwoordt aan de formule 1, waarin en R^ onafhankelijk van elkaar voorstellen waterstof, methylgroepen, methyleengroepen of een combinatie daarvan met 0 tot 5 koolstofatomen, 30 Rg een rechtstreekse binding kan voorstellen (dat wil zeggen ontbreekt) of een methylgroep, methyleengroep of een combinatie daarvan voor stelt met 0 tot 5 koolstofatomen, X en Y onafhankelijk van elkaar gehele getallen voorstellen waarbij hun som tenminste twee is en het totale aantal koolstofatomen in de formule ligt 35 tussen 2 en 7, of een alkohol met klein molekuulgewicht, afgeleid 81 02 6 62 1 w 6 van (^3-^12 koolwaterstoffen welke alkohol "beantwoordt aan de formule 2 waarin R^ en onafhankelijk van elkaar voorstellen waterstof, methylgroepen, metbyleengroepen of een combinatie daarvan met 0 tot 5 koolstofatomen, R^een rechtstreekse binding 5 voor kan stellen(dat wil zeggen niet kan bestaan) of een methyl-groep, methyleengroep of combinatie daarvan voor kan stélen met 0 tot 5 koolstofatomen, U of V onafhankelijk van elkaar een geheel getal voorstellen waarbij hun som gelijk is aan tenminste een en waarbij de verhouding van hydroxylgroepen tot koolstof-10 atomen tenminste 1:5 is en het totale aantal koolstofatomen in de formule ligt in het trajekt van circa 2 tot 12 en deze alkohol oplosbaar is in water.
Het zal aan de vakmensen duidelijk zijn dat de aanwezige groepen zo moeten worden gekozen en de struktuur 15 zodanig moet zijn dat wordt voldaan aan de eisen ten aanzien van de waardigheid en andere chemische eisen die gelden voor de betreffende groepen en de die groepen omvattende verbindingen.
Volgens nog een ander aspect heeft de uitvinding betrekking op een mengsel zoals wordt gebruikt in een waterige 20 bootvloeistof of spoeling die een toevoegsel bevat voor het verminderen van de wrij-ving tussen de wand van het boorgat en een metalen voorwerp,waarbij het toevoegsel bestaat uit een mengsel van tenminste een ester van oliezuur ën tenminste éên polyhydroxylverbinding afgeleid van een C^-C^ koolwaterstof, 25 een alkohol met klein molekuulgewrht afgeleid van tenminste éên koolwaterstof en een maskeermiddel. Bij voorkeur is het toevoegsel een toevoegsel voor het verminderen van de wrijving tussen het oppervlak van de metalen voorwerp en de wand van een boorgat waarin zich een waterige boorvloeistof of 30 spoeling bevindt, waarbij het toevoegsel een synergistisch mengsel omvat van een maskeermiddel, een alkohol met klein molekuulgewicht afgeleid van tenminste een Cg-C^ koolwaterstof, een eerste ester of oleaat van oliezuur en tenminste één polyhydroxylverbinding afgeleid van een C^-C^. koolwaterstof en een 35 tweede oleaat van oliezuur met magnesiumion of met tenminste een 8102662 τ hydroxylverbinding afgeleid van C^-C^ koolwaterstof met tenminste twee hydroxylgroepen per molèkuul waarbij het tweede oleaat tenminste twee oliezuurgroepen per oleaatmolekuul bezit en waarbij dit eerste en tweede oleaat aanwezig zijn in ongeveer gelijke cj hoeveelheden en de alkohol aanwezig is in een hoeveelheid gelijk aan of groter dan het mengsel van de oleaten.
Hat maskeermiddel dat in de mengsels volgens de uitvinding wordt gebruikt vormt naar gemeend wordt een essentieel bestanddeel en vervult de funktie van een deoderant, reukstof -IQ of aromatische verbinding waarmee bepaalde voorkeursklassen van combinaties aanvaardbaar of verkoopbaar worden en waarmee de onaangename geuren worden weggenomen zonder dat de smerende eigenschappen en de Theologische eigenschappen van de boor-vloeistof of spoeling in wezenlijke mate nadelig worden beïnvloed. 15 Daar het maskeermiddel typisch slechts wordt toegepast in sporen hoeveelheden in de boorvloeistof of spoeling en wordt toegepast in hoeveelheden tot circa 5 % of kleine hoeveelheden van minder dan 10 % in het smeermiddelmengsel, is de bijdrage van het maskeermiddel aan het synergistische effekt op de overige eigenschappen 2Q van het smeermiddelmengsel of van de boorvloeistof of spoeling niet direkt merkbaar. Normaliter zal het maskeermiddel aanwezig zijn in het smeermiddelmengsel in een hoeveelheid van minder dan circa 5 gew.jS. Het maskeermiddel kan bestaan uit êên of meer van vele aromatische verbindingen of geurende of geur-onderdrukken-25 de middelen. Het maskeermiddel vormt in de eerste plaats een middel waarmee de geur van bepaalde componenten kan worden onderdrukt en waarmee aan het smeermiddelmengsel en aan de boorvloeistof waarin dit wordt gebruikt een aangenamer geur wordt verleend. Deze typen van aromatische verbindingen worden beschreven 2Q in allerlei naslagwerken, zoals "The condensed Chemical dictionary, 8e druk" als etherische oliën, terpeenloze oliën, terpeen en dergéijke. Er kunnen zowel synthetische als natuurlijke aromatische verbindingen worden gebruikt. Dergelijke natuurlijke middelen zijn normaliter vluchtige oliën of vloeistoffen verkregen uit 25 delen van planten zoals de bladeren, stengels, bloemen, vruchten 8102662 * * f 8 of twijgen. De in de natuur voorkomende aromatische verbindingen bevatten dikwijls in hoofdzaak terpenen, maar sommige ervan bevatten ook esters. Aromatische verbindingen waaraan de voorkeur wordt gegeven zijn verbindingen met een prikkelende, sterke geur 5 die tenminste ten dele oplosbaar zijn in alkoholen en/of vetzuren.
Sommige kunnen zelfs oplosbaar zijn in water. Ze dienen ook een soortelijk gewicht te hebben in het trajekt van circa 0,850 - 1,10 g/cm . Specifieke verbindingen en natuurlijke etherische oliën die gebruikt kunnen worden zijn o.a. dipenteen, pineen, myceen, 10 kamfer, menthol, barenol, terpineol, d-limoneen, gamma-terpineen, carvon, paracymeen, bergamot, geranium, "petitgrain", limoen, terpentijnolie, wintergroen, methylsalicylaat, bittere amandelen, benzaldehyde, hydrocyaanzuur, oleohars, balsemien, linalyl-acetaat, linalool, geraniol, citronella-olie, citral, terpinol, 15 methyl-anthanilaat, en dergelijke. Maskeermiddelen waaraan de voorkeur wordt gegeven zijn o.a. tenminste êên van de natuurlijke etherische oliën of karakteristieke componenten daarvan, in het bijzonder die welke zijn gezuiverd ter verwijdering van de onverzadigde componenten die de etherische oliën in het algemeen 20 gevoelig maken voor licht, lucht en andere reakties die eigenschappen verloren gaan. Een klasse van maskeermiddelen waaraan de voorkeur wordt gegeven omvat die produkten met een aanzienlijke concentratie aan limoneen, linalylacetaat, linalool of mengsels van twee of meer van deze componenten, welk produkt 25 oplosbaar zijn in alkohol, organische zuren en/of vetzuren zoals bergamotolie, geraniumolie, limoenolie, petitgrain olie en nerolie-olie.
De alkoholen met klein molekuulgewicht die bij de uitvinding gebruikt kunnen worden zijn o.a. de alkoholen met 30 2-12 koolstof atomen of afgeleid van een koolwaterstof met 2-12 koolstofatomen. Met "afgeleid van" wordt in deze aanvrage bedoeld dat de alkohol of produkt dat wordt beschreven kan worden beschreven of gedefinieerd door aangeven van de koolwaterstof met hetzelfde aantal koolstofatomen waarvan het betreffende 35 produkt is "afgeleid" door substitutie aan êën of meer van de 8102662 9 * * « koolstofatomen of andere reaktieve atomen in de koolwaterstof.
Andere substituenten kunnen worden toegelaten, mits zij verenigbaar zijn met het smeermiddelmengsel en met de boorvloeistof of spoeling waarin ze worden gebruikt. De alkohol of koolwaterstof 5 waarvan deze is afgeleid kan alifatisch, aromatisch, acyclisch, cyclisch, verzadigd, onverzadigd, lineair, vertakt zijn of éên of ander isomeer zijn of kan bestaan uit een combinatie van dergelijke componenten. De alkohol dient in zekere mate in water oplosbaar te zijn en tenminste een stabiele waterige disper-10 sie te vormen met de andere componenten van het smeermiddelmengsel. Sen klasse van alkoholen waaraan de voorkeur wordt gegeven zijn de alkoholen met 7 tot 10 koolstofatomen die praktisch lineair zijn of slechts in beperkte mate zijn vertakt. De eis van oplosbaarheid in water maakt dat voor de produkten met grotere, 15 minder in water oplosbare koolwaterstofketens er tenminste twee hydroxylgroeoen aanwezig moeten zijn of tenminste in totaal twee hydrofiele en hydroxylgroepen. De hydroxylgroepen kunnen zijn gebonden aan nrimaire, secundaire of tertiaire koolstofatomen of aan andere geschikte atomen. De alkoholen kunnen worden beschouwd 20 als eenwaardige alkoholen of als diolen, of triolen of polyolen.
De alkohol dient tenminste een bydroxylgroep of hydrofiele groep te bevatten per circa 5 a 6 koolstofatomen, in het bijzonder in het geval van de alkoholennet grotere koolwaterstofketens. Voorbeelden van alkoholen, diolen, triolen of polyolen zijn o.a.
25 ethanol, ethyleenglycol, glycerol, propyleenglycol, butanol, butaandiol, butaantriol, butaantetraol, amylalkohol, pentaandiol, hexanol, hexaandiol, hexaantriol, hexaantetraol, hexaanpentaol, hexaanhexol, sucrose, sorbitol, heptanol, heptaandiol, heptaan-triol, heptaantetraol, hepteenpentaol, heptaanhexaol, heptaan-30 heptiol, octylalkohol en alle homologen van octylalkohol vanaf de diol t/m octanol, nonylalkohol alsmede de homologen vanaf nonaandiol t/m nonaannonaol, decylalkohol, al snede cb homologen daarvan, undecanol, al snede de homologen ervan en dodecanol alsmede de homologen ervan. Isomeren van de primaire alkoholen en 35 de homologen vallen ook onder de klasse van de basisalkoholen; voo 8102662 « 10 voor een voorkeursklasse beginnend met heptalalkohol of heptanol, zal die klasse omvatten het lineaire isomeer heptanol 1 alsmede de andere isomeren zoals 2,2,3-trimethylbutanol-3; 2,3-dimethyl-pentanol-3; 2 ^-dimethyl-pentanol-2; 2,H-dimethylpentanol-3; 5 3-ethyl-pentanol-2; 3-ethyl-pentanol-3; 2-methyl-hexanol-1; 2-methyl-hexanol-2; 2-methyl-hexanol-3; 2-methyl-hexanol-^; 2- methyl-hexanol-5; 2-methyl-hexanol-6; 3-methyl-hexanol-3> 3- methyl-hexanol-i+; heptanol-2; en heptanol-U. De isomeren en isomeren van homologen voor de andere alkoholen zoals octyl-10 alkohol, decylalkohol, undecanol en dodecanol zijn vermeld in handboeken zoals de tiende druk van Lang's Handbook of Chemistry gepubliceerd door McGraw-Hill en "The Handbook of Chemistry and Physics" gepubliceerd door Chemical Rubber Publishing Company waarnaar hierbij wordt verwezen. Er is in de smeermiddelmengsels 15 volgens de uitvinding tenminste een op een mengsel van de alkohol aanwezig in een aanzienlijke hoeveelheid, dat wil zeggen circa 10 gev,% of meer en de voorkeur in een hoeveelheid van circa 10-60 of 30-90 gev.% berekend op het totale smeermiddel-mengsel. De alkoholen zijn ook bij voorkeur aanwezig in een 20 hoeveelheid gelijk aan of groter dan de hoeveelheid oleaten of mengsel van oleaten.
De oleaten of esters, of êên of meer oleaten die sleutelcomponenten van de smeermiddelmengsels volgens de uitvinding vormen en die bij de werkwijze volgens de uitvinding 25 worden gebruikt, zijn het reaktieprodukt van oliezuur met een metaalbase of een polyhydröxylverbinding. De polyhydroxylver-binding kan zijn een diol, triol, tetraol of êén van de homologen met 2 tot 12 koolstofatomen of afgeleid van een koolwaterstof met 2 tot 12 koolstofatomen. "Afgeleid van" 30 heeft hierbij dezelfde betekenis als hiervoor werd vermeld ten aanzien van de alkoholen. Klassenvan polyhydroxylverbindingen waaraan de voorkeur wordt gegeven zijn de polyhydroxylverbindingen met 2 tot 7 koolstofatomen en liefst 2 tot ^ koolstofatomen.
In de smeermiddelmengsels kunnen de oleaten zijn afgeleid van 35 êén enkele polyhydröxylverbinding of ze kunnen zijn afgeleid van 81 0 2 6 62 11 s.
meer dan een polyhydroxylverbinding. In een klasse van bij voorkeur toegepaste oleaten zijn de oleaten verschillende polymere vormen van dezelfde polyhydroxylverbinding met oliezuur, dat vil zeggen het monooleaat, dioleaat, trioleaat enz. In een 5 sneermiddelmengsel waaraan de voorkeur wordt gegeven bestaan de oleaten uit het monooleaat en dioleaat van dezelfde G^-C^-polyhydroxylverbinding. In dit smeermiddelmengsel waaraan de voorkeur wordt gegeven zijn deze oleaten aanwezig in een aanzienlijke en ongeveer gelijke hoeveelheid. Bij deze voorkeurs-10 klasse van smeermiddelmengsels kunnen als er tenminste twee oleaten in ongeveer gelijke hoeveelheid aanwezig zijn, ook andere aanwezig zijn en deze worden in elk geval niet uitgesloten.
De oleaten of esters kunnen ook het reaktieprodukt zijn van metaalbasen en oliezuur, zodat de oleaten ein of meer van de 15 metaalionen magnesium, strontium, zink of cadmium bevatten.
ïïormaliter dienen sterk oplosbare vormen van calcium (oleaten) te worden vermeden daar in sommige toepassingen de calciumionen een vet vormen dat niet verenigbaar is met bepaalde toevoegsels van boorvloeistoffen en het bariet kunnen "uitvetten” of een 20 zeep vormen en het bariet of andere componenten van de boorvloei-stof kunnen coaguleren. De oleaten dienen in aanzienlijke hoeveelheid in het smeermiddelmengsel aanwezig te zijn, dat wil zeggen in een hoeveelheid" van tenminste circa 10 gev,% en bij voorkeur in een hoeveelheid van circa 5 tot 60 gev,% en liefst van circa 25 5-^0 % of nog beter van 10-30 gev.%. Het oliezuur dat wordt gebruikt voor reaktie met de polyhydroxyverbindingen of organische base onder vorming van de oleaten voor de smeermiddelmengsels volgens de uitvinding kan hetzij betrekkelijk zuiver oliezuur zijn of een ruw mengsel van oliezuren of oliezuur met andere 39 componenten zoals andere soortgelijke vetzuren, verdunningsmiddelen, relatief inerte koolwaterstoffen met lange keten en dergelijke.
Ook kan het oliezuur kleine hoeveelheden gepolymeriseerd oliezuur of andere vetzuren zoals dimeren, trimeren en dergelijke bevatten.
Voor bereiding van de oleaten of esters die in de 35 sneermiddelmengsels volgens de uitvinding worden gebruikt kan het 8102662 12 oiiezuur de vorm hebben van zuurequivalenten die hetzij rechtstreeks reageren of door vorming van de esters en oleaten of via een reeks van trappen reageren die leiden tot hetzelfde type oleaat of ester. De zuurequivalenten kunnen bijvoorbeeld 5 bestaan uit anhydride, esters die hydrolyseren onder vorming van het zuur, zouten die reageren onder vorming van oiiezuur en andere equivalenten. De equivalenten kunnen hetzij in een afzonderlijke reaktie worden omgezet in het oiiezuur of in dezelfde reaktie als het zoute mengeel waarin het oleaat of de 10 ester wordt gevormd.
Voorbeelden van polyhydroxyl- of hydroxy1-verbindingen die gebruikt kunnen worden bij de vorming van de oleaten of esters voor de mengsels volgens de uitvinding zijn de diolen, triolen, tetraolen en dergelijke die primaire, 15 secundaire en/of tertiaire hydroxylgroeoen bevatten. Dergelijke verbindingen zijn o.a. etbyleenglycol, glycerol, polyethylesn-glycol, butaandiol, trimethyleenglycol, tetramethyleenglycol, amyldiol, pentaandiol. Hiertoe behoren ook de andere isomeren en homologen van deze verbindingen, glucose, hexaandiol, hexaan-20 triol, heptaandiol, de di- en polyolen welke werden beschreven als geschikt kunnen voorbeelden van de klasse van de alkoholen, alsmede alle andere isomeren en homologen daarvan. De poly-hydroxylverbindingen kunnen andere substituenten bevatten die de reaktiviteit van tenminste twee bydroxylgroepen met olie-25 zuur niet wezenlijk wijzigen en die het hydrofobe-hydrofiele evenwicht van de polyhydroxylverbinding of van de daaruit gevormde esters niet wezenlijk wijzigen en die niet leiden tot een belangrijke mate van onverenigbaarheid van de polyhydroxylverbinding of de resulterende esters.
30 De smeermiddelmengsels of toevoegsels volgens de uitvinding dienen te worden toegepast in een waterige boor-vloeistof of spoeling en kunnen daarin worden opgenomen door eenvoudig mengen van het toevoegsel met de boorvloeistof of spoeling terwijl deze in circulatie wordt gehouden om het 35 smeermiddel gelijkmatig te dispergeren in en te mengen met de 81 0 2 6 62 13 boorvloeistof of spoeling. Dit mengen en circuleren kan tot stand worden gebracht terwijl de boorvloeistof in het boorgat wordt gebruikt hetzij voor boren, voor afwerken of voor een of andere andere typische funktie. Het smeermiddel kan ook worden 5 gemengd met de spoeling in opslagbekken of voorraadhouders onder toepassing van conventionele mengorganen zoals propellor-mengers. Het smeermiddel dient te worden opgenomen in een hoeveelheid tot circa 5 % of circa 0,9-2,7 kg per vat (van 159 l) boorvloeistof.
to Het smeermiddelmengsel kan ook aanwezg zijn in de boorvloeistof in een hoeveelheid tot circa 5 gew.jC.
De verschillende voorkeurssamenstelling en werkwijze voor de bereiding en toepassing van de mengsels worden in de hierna volgende beschrijving, voorbeelden en tabellen 15 nader toegelichfc.
Beproeving van smerend vermogen
De effektiviteit in de vermindering van de torsie-kracht of wrijving wordt op twee wijzen gemeten. Een smerings-coëfficient wordt gemeten met het "Lubricity Coefficient Instrument" 20 volgens de methode die wordt beschreven in API Method RP-13B. Hiermee wordt de wrijvingscoëfficient op de motor-ampèremeter geregistreerd die zo is gecalibreerd dat daarmee de torsiekracht wordt aangegeven. De motor laat een stalen ring tegen een stationair stalen blok roteren. Tussen de ring en het blok wordt 25 een belastingskracht uitgeoefend van 667,2 N. Het instrument is gecalibreerd met leidingwater voor een coefficient van circa 0,33. De roterende ring en het blok worden gedompeld in water of in de vloeistof die wordt beproefd tot een stabiele aflezing is bereikt of totdat het monster kapot gaat. Hoe lager de 30 smeringscoefficient, hoe beter de smerende of torsieverminderende eigenschappen van het vloeistoftnonster.
Voor de tweede wrijvingsmeting wordt een Falex-meter gebruikt, dat is een meter van een model met een roterende pen en een V-blok. Een stalen pen van 31,25 mm met een diameter 35 van U,76 mm wordt concentrisch bevestigd in een aandrijfas door 81 0 2 6 62 V * v 14 middel van een dwarspen van messing met een diameter van 3,18 mm. De stalen pen wordt ingeklemd tussen twee cylindrische blokken met een V-vormig keff die tegen de roterende stalen pen aangedrukt worden gehouden door middel van scharnierende armen 5 die zo zijn afgesteld dat ze een belasting van 3115 N uitoefenen. De pen wordt geroteerd met 180 omwentelingen/min. en zowel de roterende pen als de V-blokken worden in de onderzochte vloeistof gedompeld die wordt gekoeld zodat ze op kamertemperatuur blijft.
Elk monster wordt beproefd volgens de ASTM methode D-267O-67.
10 De kracht die nodig is om de stalen pen te roteren geeft de torsiekracht op de pen aan. Als de vloeistof niet voldoet als smeermiddel kan de stalen pen aan de V-blokken vastsmelten of kan de pen van messing doorgebogen worden waarbij de proef eindigt. De tijdsduur en de aard van het mislukken, de instellingen 15 van de torsiekracht (het aantal tandjes dat moet worden gedraaid om de belasting van 3115 N te handhaven) en het amperage of de torsiekracht geven de efficiëntie van de vloeistof die wordt beproefd aan. Hoe langer de proef voortgaat en hoe minder tandjes verdraaiing nodig is om de belastingsinstelling in te stellen 20 voor het monster, hoe beter het monster is waarop het slechts het verminderen van torsiekracht of wrijving of hoe effektiever de vloeistof is voor het smeren van stalen pennen en blokken.
Kleefproeven "Stick-O-Meter" proeven bepalen het vermogen tot 25 het opbouwen van een koek en de aantrekking en weerstand voor beweging tussen die koek en een roestvast stalen oppervlak.
De proef wordt uitgevoerd met een roestvast stalen drukcel waarin een stuk filtreerpapier Whatman no. 50 op een zeef met een diameter van 6,35 cm kan worden geplaatst. De cel heeft een 30 diameter van circa 8,9 cm en er kan tenminste 175 ml te onderzoeken vloeistof in.. Een plaat die net het stuk filtreerpapier van 6,35 cm afdekt wordt boven de zeef op het filtreerpapier geplaatst zodat deze plaat omlaaglan bewegen tegen het filtreerpapier aan en wordt geroteerd om een as op het draaimoment in J te bepalen 35 dat nodig is om de plaat te draaien als deze aan de filterkoek 8102662 15 hecht.
Om het koekvormende vermogen en de neiging tot klèven van een vloeistof te bepalen wordt een vloeistofmonster in de cel gebracht en wordt op de vloeistof een gasdruk gezet 5 van 3500 KpA. Nadat gedurende 30 min. filtraat door het filter is gegaan wordt de plaat omlaag gedrukt tegen de filterkoek op het filtreerpapier aan en gedurende 3 min. naar beneden gehouden met behulo van een hefboom en een gewicht dat op de as van de plunjer of plaat een kracht uitoefent van circa 213,5 N. Na 3 min. wordt ΙΟ het gewicht weggenomen. Als de plunjer omhoog komt laat men nog gedurende 5 min. filtraat door het filter gaan waarna opnieuw wordt bepaald of de plunjer blijft hechten. Als de plunjer daarna opnieuw omhoog komt wordt opnieuw telkens gedurende 10 min. gefiltreerd en de proef herhaald tot de plaat wel aan de filter--J5 koek blijft kleven. Als de plaat aan de filterkoek begint te kleven wordt de weerstand tegen bewegen gemeten in J na elke filtratie-neriode met behulp van een standaarddraaimomentmeter op de as van de plaat. Het draaimoment wordt met tussenpozen telkens opnieuw gemeten tot het draaimoment bij drie opeenvolgende metingen 20 constant is.
Rheologische proeven en vloeistofverlies De rheologische eigenschappen van elk vloeistofmonster worden gemeten met behulp van een direkt afleesbare rotatieviskosimeter bijvoorbeeld een Fann Model 35 of een IMC0 25 viscosiemeter zoals beschreven in API Method RP-13B. De viskositeit van de vloeistof in centipoise wordt rechtstreeks gemeten door de huls van de viscosiemeter en de slinger in de vloeistof te steken. De huls wordt geroteerd met 3 en met 600 omwentelingen/min. en de vloeistofwrijving op de slinger geeft een aflezing in 30 centipoises. De afgelezen waarde bij 3 omwentelingen/min. wordt gebruikt voor het bepalen van de 10 s en de 10 min. gelsterkte.
De plastische viskositeit wordt berekend door de aflezing bij 300 omwentelingen/min. af te trekken van de aflezing bij 600 omwentelingen/min. De elasticiteitsgrens is gelijk aan de 35 aflezing bij 300 omwentelingen/min. minus de plastische viskositeit.
81 0 2 6 62 16
De schijnbare viskositeit is gelijk aan de aflezing bij 600 omwente-lingen/min. gedeeld door 2. Het vloei stofverlies of API filtraat bij 700 kPa in ml per 30 min. en het vloeistofverlies bij hoge temperatuur en hoge druk ( HTHP) in ml bij 149°C en bij 5 3500 kPa worden gemeten onder toepassing van filtreerpapier
Whatman no.50 met een diameter van 9 cm resp. 6,35 cm en onder toepassing van de apparatuur en werkwijze die worden beschreven in de API Method bij 13B. Andere bepalingen zoals de pH, de dichtheid worden eveneens litgevoerd met standaardmethoden.
10 Er werden m onsters van een basis boorvloeistof bereid en gemengd met verschillende toevoegsels en mengsels van toevoegsels. Het smerend vermogen, de rheologie en andere eigenschappen van de basisboörvloeistof en van de basisboorvloei-stof gemengd met de toevoegsels werden bepaald. De resultaten 15 van die proeven zijn in deze aanvrage samengevat. De meeste monsters bevatten toevoegsels in een totale concentratie van 0,9 kg per vat van 159 1. Voor de basisboorvloeistof met een dichtheid van circa 1,224 (g/ml),kwam de concentratie van 0,9 kg per 159 1 overeen met ongeveer 0,467 gew.%. Proeven bij andere 20 concentraties zijn aangegeven met cijfers. Voor de proeven was de samenstelling van de basisboorvloeistof praktisch steeds gelijk; de hoeveelheid bariet (bariumsulfaat) werd echter gevarieerd om de dichtheid van de basisboorvloeistof te variëren tussen ongeveer 1,08 - 1,44 g/ml zoals aangegeven bij de cijfers.
25 Voor de proefmonsters is 1 g per 350 ml water of boorvloeistof equivalent met 0,9 kg per vat van 159 1· met boorvloeistof.
A 4 Λ". Λ ' ±? Η K 1 y Π h / \j l ν J v a* η
Tabel A
Beoordelingsproeven Proef no. 1
Monster no. 1: basisboorvloeistof 350 ml leidingwater 5 10 g NaCl 20 g bentonietklei 15 g calciumcarbonaat 2k g bariet
Falex proef - Stalen pen begaf het na 9 min. bij een belasting van 3115 N.
3£ e 10 nroef snerend vermogen Stick-O-Meter_ - tijd vloeistof- draaimoment
begin 0,32 min. verlies J
ml 1 min. 0,38 30 1*1,0 - 15 5 min. 0,1*2 33 1*3,2 - 38 kk,2 1*8 k6,1* kleeft 58 1*7,8 20 68 52,2 20 20 78 53 Λ 20 uitgedrukt als smenngscoefficient Proef no. 2
Monster no. 2: basisboorvloeistof + 1,9 kg van een 80 %*s mengsel van twee fosfaatesters 20 % oliezuur 25 op een vat van 159 1.
Falexproef - Stalen pen werd afgeschoven en laste vast na U min. onder een belasting van 3115 N.
Mengsel werd vast na 2h h en daarom werden geen 30 verdere proeven uitgevoerd.
Proef no. 3
Monster no. 3: 70 %'s mengsel van twee fosfaatesters 20 % oliezuur 10 % A.M.P. (2-amino-2-methyl-1-propanol) 81 0 2 6 62 18
Werd direkt vast. Geen proeven uitgevoerd.
Proef no. b
Monster no. 50 % glycerolmonooleaat 10 % T.E.A. (trietlylamine) 5 3b % ^0 6 % stearinezuur gaf na 30 min. fasenscheiding. Geen proeven uitgevoerd.
Proef no. 5 10 Monster no. 5: 50 % mengsel van Cq-C^ hydrofiele fosfaat- esters 10 % T.E.A. (triethylamine) % water 6 % stearinezuur 15 na 30 min. fasenscheiding. Geen proeven uitge voerd.
Proef no. 6
Monster no. 6: 50 % fosfaatesters 10$ T.E.A. (triethylamine) 2 0 31+ $ Hg0 6 % stearinezuur fasescheiding na 30 min. Geen proeven uitgevoerd.
Proef no. 7
Monster no. 7: 30 $ glycerolmonooleaat 25 20 $ mengsel van Cg-C12 hydrofiele fosfaatesters 50 $ decylalkohol (C^ q) 5 gev.% aluminiumstearaat direkt fasenscheiding. Geen proeven uitgevoerd.
Proef no. 8 30 Monster no. 8: 30 $ glycerolmonooleaat 20 % mengsel van C^g-C,,,, lipofiele vetzuur-fosfaatesters 30 % decylalkohol (C^ q) 20 % H20 35 fasenscheiding toen H^O werd toegevoegd. Geen proeven uitgevoerd.
8102662 19
Proef no. 9
Monster no. 9’ 20 % glycerolmonooleaat 8θ % ethyleenglycol direkt fasenscheiding. Geen proeven uitgeroerd.
5 Proef no. 10
Monster no. 10: mengsel van Cg alkoholen
Falex proef - stalen pen gaf af schuiving te zien bij belasting van 3115 N. Verdere proeven geen zin.
Proef no. 11 10 Monster no. 11: Basisboorvloeistof + 1,8 kg per 159 1 van een mengsel van 60 % glycerolmonooleaat en kQ % van een mengsel van alkoholen Falex proef - stalen pen gaf afschuifverschijnse-len te zien na 11 min. bij 3115 N. Geen verdere proeven uitge- 15 voerd.
Proef no. 12
Monster no. 12: Basisboorvloeistof + 1,8 kg per 159 1 vaneen mengsel van 60 % glycerolmonooleaat kQ % decylalkohol (C10) 20 Falex proef - de pen van messing begaf het na 18 min. bij een belasting van 3115 N. Geen verdere proeven.
Proef no. 13
Monster no. 13: Basisboorvloeistof + 1,8 kg van een mengsel van 60 % glycerolmonooleaat 25 1*0 % decylalkohol 5 gev.J» stearinezuur
Falex proef - pen van messing begaf het na 13 min. bij belasting van 3115 N. Geen verdere proeven.
Proef no. 1U
30 Monster no. 1U: Basisboorvloeistof + 1,8 kg per 159 1 van een mengsel van 60 % glycerolmonooleaat kQ % decylalkohol 5 gev.% aluminiumstearaat Falex proef - stalen pen vertoonde afschuifver- 35 schijnselen en lastte vast na 20 min. bij een belasting van 8102662 20 3115 N. Geen verdere proeven.
Proef no. 15
Monster no. 15: Basisboorvloeistof + 6 % raapolie
Falex proef - Stalen pen vertoonde afschuifver-5 schijnselen en lastte vast na 25 min. bij 3115 N. Geen verdere proeven.
Proef no. 16
Monster no. 16: Basisboorvloeistof + 1,6 kg van eenmsngsel van kO % glycerolmonooleaat 10 60 % raapolie
Falex proef - Stalen pen vertoonde afschuifver-schijnselen na 12 min. bij 3115 N. Geen verdere proeven.
Proef no. 17
Monster no. 17: Basisboorvloeistof +1,8 kg van een mengsel van 15 30 % glycerolmonooleaat 4 10 % oliezuur 60 % raapolie
Falex proef - Stalen pen vertoonde afschuifver-schijnselen na 8 min. bij 3115 N. Geen verdere proeven.
20 Proef no. 18
Monster no. 18: Basisboorvloeistof + 1,8 kg van een mengsel van 30 % glycerolmonooleaat 30 % raapolie hO % decylalkobol (C·^) 25 Falex proef - Stalen pen vertoonde afschuifver- schijnselen en lastte vast na 1H min. bij 3115 N. Geen verdere proeven.
Proef no. 19
Monster no. 19: Basisboorvloeistof + 1,8 kg per 159 1 van een 30 mengsel van kO % glycerolmonooleaat 60 % van een mengsel van alkoholen
Falex proef - Stalen pen vertoonde afschuif-verschijnselen na 13 min. bij 3115 N. Geen verdere proeven.
35 Proef no. 20 8102662 21
Monster no. 20 : Basisboorvioeistof + 1,8 kg per 159 1 van een mengsel van 50 % oliezuur dimeer 50 % Cg alkohol
Falex proef - Stalen pen vertoonde afschuifver-5 schijnselen bij 3115 N. Geen verdere proeven.
Proef no. 21
Monster no. 21: Basisboorvioeistof + 1,8 kg per 159 1 van een mengsel van kO % oliezuur dimeer 60 % Cg alkohol 1 o Falex proef - Stalen pen vertoonde afschuifver- schijnselen bij 3115 N. Geen verdere proeven.
Proef no. 22
Monster no. 22: Basisboorvioeistof + 1,8 kg per 159 1 van een mengsel van 60 % oliezuur dimeer 15 U0 % Cg alkohol
Falex proef - Stalen pen vertoonde afschuifver-schijnselen bij 2670 N. Geen verdere proeven.
Proef no. 23
Monster no. 23: Basisboorvioeistof + 1,8 kg per 159 1 van een 20 mengsel van 80 % oliezuur 20 % A.M.P. (2-amino-2-meth3rl-;i-propanol)
Falex proef - ging goed gedurende 1h bij 3115 N. Verstelling nodig van 60 tandjes. Overmatig schuimen van de 25 boorvloeistof. Geen verdere proeven.
Proef no. 2h
Monster no. 2U: Basisboorvioeistof + 1,8 kg per 159 1 van een mengsel van 85 % oliezuur 15 % A.M.P. (2-amino-2-methyl-1-30 nropanol).
Falex proef - na 7 min. was de proef mislukt door afschuifverschijnselen bij 3115 N. Geen verdere proeven. Proef no. 25
Monster no. 25: Basisboorvioeistof + 1,8 kg per 159 1 van een 35 mengsel van 25 % oliezuur 81 0 2 6 62 22 75 % A.M.P. (2-amino-2-met hyl-1-propanol)
Falexproef - ging door gedurende 1 h 'bij 3115 Nj verstelling nodig van 88 tandjes. Overmatige schuimvorming van 5 de boorvloeistof. Geen verdere proeven.
Proef no. 26
Monster no. 26: Basisboorvloeistof + 1,8 kg per 159 1 van een mengsel van 50 % oliezuur 50 % A.M.P. (2-amino-2-methyl-1-10 propanol)
Falex proef - Mislukte door afschiifverschijnselen na 27 min. bij 3115 N. Geen verdere proeven.
Proef no. 27
Monster no. 27: Basisboorvloeistof + 1,8 kg per 159 1 van een 15 mengsel van 50 % glyceroldioleaat 50 % Cg alkohol
Falex proef - Ging goed gedurende 1h bij 3115 N; verstelling nodig van 55 tandjes.
Proef over smerend vermogen Stick-O-Meter - tijd vloeistof- draaimoment
begin 0,28 min. verlies J
ml
1 min. 0,26 30 U8,U
5 min. 0,2U 33 ^9,6 kleeft 25 k3 51,2 9,6 53 52 Λ 13,6 63 53,U 13,6 73 5¾ ,8 13,6
Proef no. 28 30 Monster no. 28: Basisboorvloeistof + 1,8 kg van een mengsel van 50 % glyceroldioleaat 50 % CQ alkohol
Falex proef - ging gedurende 1h bij 3115 N; verstelling nodig van 61 tandjes.
81 0 2 6 62 23
Proef smerend vermogen _Stick-O-Meter_ . . _ _n tijd vloeistof- draaimoment begin 0,28 . ,. _
° mm. verlies J
ml
1 min. 0,26 30 50,U
5 min. 0,26 33 51,6 kleeft b3 52,8 5,65 53 5k,k 9,0 63 55,8 12,h 73 56,8 12,1^ 83 58,0 12,k
Proef no. 29
Monster no. 29: Basisboorvloeistof + 1,8 kg van een mengsel van 50 % sorbitan sesquioleaat 50 % Cq alkohol
Palex proef - ging 1h bij 3115 N; verstelling nodig van 53 tandjes
Proef smerend vermogen _Stick-0-Meter_ . . _ tijd vloeistof- draaimoment
besin °>Λ min. verlies J
_ml_ 1 min. 0,2U 30 1*9,6 5 min. 0,20 33 51,0 kleeft h3 52,2 5,6 53 53,6 6,8 63 5M 10,2 73 55,8 10,2 83 57,0 10,2
Proef no. 30
Monster no. 30: Basisboorvloeistof + 1,8 kg van per 159 1 van een mengsel van 30 % sorbitan sesquioleaat 70 % Cg alkohol
Falex proef - ging 1h bij 3115 N;verstelling nodig van 56 tandjes.
8102662 2b *·
Proef smerend vermogen _Stick-Q-Meter Λ tijd vloeistof- draaimoment
he8ln °’2k min. verlies J
_ml _ 1 min. 0,22 30 1*8,8 5 min. 0,2** 33 1*9,8 kleeft 1*3 51,1* 5,6 53 52,6 9,0 63 53,6 10,2 73 5¾.8 11,3 83 55,6 11,3 93 56,6 11,3
Proef no. 31
Monster no. 31: Basisboorvloeistof + 1,8 kg van een mengsel van 1*0 % oliezuur 10 % A.M.P. (2-amino-2-methyl-1-propanol) 50 % ethyleenglycol
Falexproef - ging 1h bij 3115 N; verstelling nodig van 58 tandjes.
Proef smerend vermogen _Stick-Q-Meter__ , . Λ tijd vloeistof- draaimoment
a * mm. verlies J
_ml _ 1 min. 0,32 30 32,5 5 min. 0,32 33 35,0 38 37,5 1*8 1*1,5 58 1*5,0 68 1*9,5 kleeft 78 50,0 7,3 88 50,2 11 ,9 98 50,1* 11,9 108 50,8 11 ,9
Proef no. 32
Monster no. 32: Basisboorvloeistof + 1,8 kg van 159 1 met een mengsel van 20 % glyceroldioleaat 20 % glycerol monooleaat 60 % CQ alkohol 8102662 25
Falex proef - ging 1 la bij 3115 N; verstelling nodig van 1*2 tandjes.
Proef smerend vermogen _Stick-Q-Meter_ . Λ tijd vloeistof- draaimoment begin 0,20 ^ verlies j ml _ 1 min. 0,18 30 1*6,0 5 min. 0,11* 33 1*8,5 kleeft 1*3 50,5 2,3 53 51,5 ^,0 63 52,0 6,2 T3 52,5 6,2 83 52,? 6,2 93 53,0 6,2
Proef no. 33
Monster no. 33: Basisboorvloeistof + 1,8 kg per 159 1 van een mengsel van 15 % glyceroldioleaat 15 % glycerolmonooleaat 10 % kokosvetzuurester 60 % Cg alkohol
Falex proef - ging 1h bij 3115 N; verstelling nodig van 1*9 tandjes.
Proef smerend vermogen _Stick-O-Meter_ begin 0,20 tijd vloeistof- draaimoment
min. verlies J
ml_^_ 1 min. 0,20 30 1*9,5 5 min. 0,l6 33 1*1,0 kleeft 1*3 1*2,0 5,6 53 1*3,5 8,5 63 U,5 11,3 73 1*5,0 11,3 83 1*5,2 11,3
Proef no. 3l*
Monster no. 3l*: Basisboorvloeistof + 1,8 kg per 159 1 van een mengsel van 20 % glyceroltrioleaat 20 % glycerolmonooleaat 81 0 2 6 62 26 6θ % Cg alkohol
Falex proef - ging 1 h bij 3115 N; verstelling nodig van 36 tandjes
Proef smerend vermogen Stick-O-Meter . _ tijd vloeistof- draaimoment
°'22 min. verlies J
_ml_ 1 min. 0,18 30 35 »0 5 min. 0,lU 33 36,0 kleeft 1*3 37,0 5,6 53 37,5 9,6 63 38,0 10,7 73 38,5 10,7 83 39,2 10,7
Proef no. 35:
Monster no. 35: Basisboorvloeistof + 1,8 kg per 159 1 van een mengsel van 15 % sorbitan sesquioleaat 15 % glycerolmonooleaat 10 % kokosester 60 % Cg alkohol Proef smerend vermogen begin 0,26 Verdere proeven hadden 1 min. 0,21* geen zin‘ 5 min. 0,22
Proef ne, 36:
Monster no* 36: Basisboorvloeistof + 1,8 kg per 159 1 van een mengsel van 20 % sorbitan sesquioleaat 20 % glycerolmonooleaat 60 % Cg alkohol Proef smerend vermogen begin 0,2¾ Verdere proeven 1 min. 0,22 geen Zln* 5 min. 0,18 <? 81 0 2 6 62 27
Proef no. 37
Monsber no. 37: Basisboorvloei sbof + 1,8 kg per 159 1 van een mengsel van 20 % glyceroldioleaat 20 % glycerolmonooleaat 5 6θ % Cg alkohol
Proef smerend vermogen begin 0,22 Verdere proeven geen zin.
1 min. 0,22 5 min. 0,18 10 Proef no. 38
Monster no. 38: basisboorvloeistof + 1,8 kg per 159 1 van een mengsel van 20 % glycerolmonooleaat 20 % kokosester 60 % Cg alkohol 15 Proef no. 39
Monster no. 39: Basisboorvloeistof + 1,8 kg per 159 1 van een mengsel van 60 % glycerolmonooleaat 1*0 % Cg alkohol
Proef smerend vermogen 20 monster basis basis + basis + fosfaat basis + _monster 38 monster 39 esters monsber 32 begin 0,32 0,26 0,26 0,3^ 0,20 1 min. 0,38 0,2U 0,28 0,3U 0,18
5 min. 0,^2 0,18 0,26 0,3^ 0,1U
25 Falex proeven
Basismengsel - stalen pen vertoonde afdchuifver-
schijnselen na 9 min. bij 3115 N
Basismengsel + monster 32 - ging 1h bij 3115 N; verstelling nodig van h2 tandjes.
30 Basismengsel + monster 38 - ging 1h bij 3115 N; verstelling nodig van 51 tandjes
Basismengsel + monster 39 - ging 1h bij 3115 N; verstelling nodig van 51 tandjes
Basismengsel + fosfaatesters - faalde door vast-35 lassen bij 3115 N.
8102662 28
Stick-O-Meter _Basismengsel Basis + monster 38_ tijd vloeistof- draaimoraent tijd vloeistof- draaimoment
min. verlies J min. verlies J
ml ml 30 1*1,0 - 30 UT,0 33 1*3,2 - 33 1*9,0 kleeft 38 1*U,2 - 1*3 50,0 7,9 1*8 1+6,1* kleeft 53 51 ,0 11,3 58 1*7,8 16,9 63 51,5 11*,1 68 52,2 16,9 73 51,7 lU,1 78 53,1* 16,9 83 52,0 lU,1
Basis + fosfaatesters_ _Basis + monster 32_ tijd vloeistof- draaimoment tijd vloeistof- draaimoment
min. verlies J min. verlies J
ml ml 30 61*,0 - 30 37,0 33 66,5 kleeft 33 38,5 kleeft !*3 70,0 5,6 1*3 39,8 9,6 53 70,0 9,6 53 1*0,0 11*,1 63 70,2 10,7 63 1*0,7 16,9 73 73,0 12,1* 73 1*1,0 16,9 83 7l*,Q 12,1* 83 1+1,2 16,9
Basis + monster 39 tijd vloeistof- draaimoment
min. verlies J
ml 30 1*6,0 33 1*8,5 kleeft 1*3 50,5 2,3 53 51,5 2,8 63 52,0 l* 73 52,5 6,2 83 52,7 6,2 93 53,0 6,2
Proef no. 1*0
Proeven uitgevoerd aan standaard basisboorvloei- 8102662 29 stof met 1,8 kg per 159 1 toevoegselmeng sel - Falexproef, proef op smerend vermogen en Stick-O-Meter proeven.
Smerend vermogen monster basis basis + basis + basis + 5 _monster 32 monster 33 monster 34 begin 0,32 0,20 0,20 0,22 1 min. 0,38 0,18 0,20 0,18 5 min. 0,42 0,14 0,16 0,14
Falex proeven 10 Basismengsel - Stalen pen vertoonde afschuifver-
schijnselen na 9 min. bij 3115 N
Basismengsel + monster 32 - liep 1h bij 3115 N, verstelling nodig van 42 tandjes.
Basismengsel + monster 33 - ging 1h bij 3115 N; 15 verstelling nodig van 49 tandjes
Basismengsel + monster 34 - ging 1h bij 3115 N; verstelling nodig van 36 tandjes.
_Basis_ _Basis + monster 32_
tijd vloeistof- draaimoment tijd vloeistof- draaimoment min. verlies J min. verlies J
20 ml ml 30 41,0 - 30 46,0 33 43,2 - 33 48,5 kleeft 38 44,2 - 43 50,5 2,3 25 48 46,4 kleeft 53 51,5 2,8 58 4?,8 16,9 63 52,0 4 68 52,2 16,9 73 52,5 6,2 78 53,4 16,9 83 52,7 6,2 93 53,0 6,2 8102662 __ 30 basis + monster 33 basi s -fr monster 3l*
tijd vloeistof- draaimoment tijd vloeistof- draaimoment min. verlies J min. verlies J
ml J
5 30 39,5 - 30 35,0 33 Ui ,0 kleeft 33 36,0 kleeft 1*3 1*2,0 5,6 1*3 37,0 5,6 53 1*3,5 8,5 53 37,5 9,6 63 1*1*, 5 11,3 63 38,0 10,7 10 73 1*5,0 11,3 73 38,5 10,7 83 1*5,2 11,3 83 39,2 10,7
Conclusie
Monster 3l* gaf soort gelijke resultaten te zien bij een bepaling van het smerend vermogen en iets beter resultaat 15 bij de Falex proef dan monster 32 maar werd voorbij gestreefd door monster 32 op de Stick-0-Meter. Terwijl monster.. 3l* een draaimoment had van 10,7 J, had monster 32 een draaimoment van 6,2 J.
Monster 32 had geen schadelijke invloed op de 20 Theologische eigenschappen van de verschillende boorvloei stof-systemen die bij de proeven werden gebruikt. Hst gaf blijvend goede eigenschappen te zien in hst boorvloeistofsysteem met een laag gewicht aan lignosulfonaat waarbij het 1* dagen statisch werd verouderd bij 11*9°C en 1* dagen warm werd gerold bij 121°C.
25 Het gaf goede smerende eigenschappen te zien na de l+ dagen durende proeven zonder schadelijke invloeden op het boorvloeistofsysteem. Hst verlaagde echter wel het HT-HP vloeistofverlies van 58,8 ml tot 53,0 ml bij hst statische verouderde monster en van 1*5,2 tot 1*0,8 bij het warm gerolde monster.
30 Monster 32 is derhalve een voorbeeld van een voorkeurssamenstelling en van een in hoge mate synergistisch smeermiddel.
8102662 31
Tabel B
Proeven met alkoholen en oleaten 1,36 kg per vat van 159 1 van elk monstermengsel verden toegevoegd aan de standaardbasisboorvloeistof voor de 5 proeven ten aanzien van het smerend vermogen. De proefresultaten zijn uitgedrukt in de smeringscoefficient.
Proef no. Ui
Instrument gecalibreerd met vat er Beginaflezing - 0,33
10 na 1 min. - 0,3U
na 5 min. - 0,3¾
Proef no. U2
Monster no. U0: 20 % glycerol monooleaat 20 % glycerol dioleaat 15 60 % alkohol
Beginaflezing - 0,33 na 1 min. - 0,30 na 5 min. - 0,2¾
Proef no. U3 20 Monster no, Ut: 20 % glycerol monooleaat 20 % glycerol dioleaat 60 % C_ alkohol 5
Beginaflezing - 0,38 na 1 min. - 0,36 25 na 5 min. - 0,31
Proef no. UU
Monster no. U2: 20 % glycerol monooleaat 20 % glycerol dioleaat 60 % C1Q alkohol 30 Beginaflezing - 0,21 na 1 min. - 0,20 na 5 min. - 0,18
Proef no. U5
Monster no. U3: Uo % Mg oleaat 35 60 % ethyl hexanol 8102662 f \ % 32
Beginaflezing - O,26 na 1 min. - 0,22 na 5 min. - 0,20
Proef no. kS
5 Monster no. Mi: 20 % Mg oleaat 20 % glycerol dioleaat 6o % ethylhexanol
Beginaflezing - 0,26 na 1 min. - 0,2¾ 10 na 5 min. - 0,18
Proef no. U7
Monster no. U5s bO % oliezuuramide 6o % ethylhexanol
Beginaflezing - 0,39 15 na 1 min. - 0,36 na 5 min. - 0,30
Proef no. U8
Monster no. U6: kO % propyleenglycol monooleaat 60 % ethylhexanol 20 Beginaflezing - 0,28 na 1 min. - 0,30 na 5 min. - 0,33
Proef no. k9
Monster no. ^7: 20 % propyleenglycólmonooleaat 25 20 % glyceroldioleaat 60 % ethylhexanol
Beginaflezing - 0,35 na 1 min. - 0,30 na 5 min. - 0,26 30 Conclusie s:
De monsters no. 40, Ui en k2 geven de resultaten weer van verschillende alkoholen. en alkoholen geven een zekere verbetering te zien en een synergistisch effekt in het smeermiddelmengsel, maar ethylhexanol (Cq) is blijkens de proeven 35 beter. C1Q alkohol is ook effektief als synergistisch toevoegsel 81 0 2 6 6? + ........ _____________________________ 33 in een smeermiddelmengsel.
De monsters no. 43, 44, 45, 46 en 47 geven resultaten voor andere typen oleaten.
Tabel C
^ Proeven over smerend vermogen
Proef no. 50
Basisboorvloeistof
Wrijving scoefficient KLeefcoefficient na 9 min. met een belasting van 3115 Ν’ na 48 min. bleef de .jQ vertoonde de stalen pen afschuifver- plaat vastzitten schijnselen na 58 min. 0,14 na 68 min. 0,14 na 78 min. 0,14
Proef no. 51 ^ Basisboorvloeistof plus 1,8 kg per 159 1 van smeer- middelmengsel no. 32
Wrijvingscoefficient KLeefcoefficient na 1 uur met een belasting van na 33 min. bleef de plaat 3115 N - 0,021 vastkleven 20 na 43 min. 0,019 na 53 min. 0,024 na 63 min. 0,033 na 73 min. 0,053 na 83 min. 0,053 25 na 93 min. 0,053
Proef no. 52
Basisboorvloeistof plus 1,8 kg per 159 1 van smeermiddelmengsel 33
Wrijvingscoefficient KLeefcoefficient 30 na 1 uur met een belasting van na 33 min, plaat blijft 3115 N = 0,021 kleven na 43 min. 0,048 na 53 min. 0,072 na 63 min. 0,096 35 na 73 min. 0,096 na 83 min. 0,096 81 C 2 c - ? 3k
Proef no. 53
Basisboorvloeistof + 1,8 kg per 159 1 van een smeermiddelmengsel 3^
Wri.ivingscoefficient KLeefcoefficient 5 na 1 uur met een belasting van na 33 min. plaat blijft 3115 N = 0,019 kleven na U3 min. 0,0U8 na 53 min. 0,081 na 63 min. 0,091' 10 na 73 min. 0,091 na 83 min. 0,091
Proef no. 5^
Basisboorvloeistof + 1,8 kg per 159 1 van smeermiddelmengsel 28 15 Wrijvingscoefficient Kleefcoefficient na 1 uur bij 3115 N = na 33 min. plaat blijft 0,028 kleven na U3 min. 0,081 na 53 min. 0,115 20 na 63 min. 0,115 na 73 min. 0,115
Proef no. 55
Basisboorvloeistof + 1,8 kg per 159 1 van smeermiddelmengsel 30 25 Wri.ivingscoefficient Kleefcoeffi c i ent na 1 uur met 3115 N “ na 33 min. plaat blijft 0,021 kleven na U3 min. 0,0^8 na 53 min. 0,076 30 na 63 min. 0,086 na 73 min. 0,096 na 83 min. 0,096 na 93 min. 0,096 35 81 0 2 6 62 * 35
Tabel D
Vergelijking van verschillende formuleringen 1,36 kg van verschillende smeermiddelmengsels werden toegevoegd aan een vat (159 l) van een basisboorvloeistof 5 en daarmee grondig gemengd. Het proefmonster werd daarna onder zocht in het instrument voor het bepalen van het smerend vermogen. De proefresultaten zijn vermeld als smeercoefficient. Er werd een draaimoment aangelegd tussen ring en blok van 16,9 J·
Proef no. 56 10 Instrument gecalibreerd met leidingwater
Beginaf lezing - 0,33 na 1 min. - 0,3¾ na 5 min. - 0,3¾
Proef no. 57 1U Basisboorvloeistof
Beginaf le zing - 0^2 na 1 min. - 0^7 na 5 min. 0>k6
Proef no. 58 2o Monster no. ¾8: Basisboorvloeistof + 0,5¾ kg per 159 1 glycerol monooleaat
Beginaflezing - 0,28 na 1 min. - 0,27 na 5 min. - 0,27 25 Proef no. 59
Monster no. ¾9: Basisboorvloeistof + 0,5¾ kg per 159 1 glyceroldioleaat
Beginaflezing - 0,28 na 1 min. - 0,27 na 5 min- - 0,27 30
Proef no. 60
Monster no. 50: Basisboorvloeistof + 1,36 kg per 159 1 ethylhexanol
Beginaflezing - 0,37 na 1 min. - 0^1 35 na 5 min. - 0^2 8102662
Proef no. 61 36
Monster no. 60: Basisboorvloeistof + 1,36 kg van 159 1 van een mengsel van 40 % glycerolmonooleaat en 60 % ethylhexanol 5 Beginaflezing - 0,27 na 1 min. - 0,28 na 5 min. - 0,28
Proef no. 62
Monster no. 61: Basisboorvloeistof + 1,36 kg per 159 1 10 van een mengsel van 40 $ glyceroldioleaat en 60 % ethylhexanol
Beginaflezing - 0,29 na 1 min. - 0,25 na 5 min. - 0,23
Proef no. 63 15 Monster no. 62: Basisboorvloeistof + 1,36 kg per 159 1 van een mengsel van 50 % glycerolmonooleaat en 50 % glyc eroldi oleaat
Beginaflezing - 0,31 na 1 min. - 0,32 20 na 5 min. - 0,32
Proef no. 64
Monster no. 63: Basisboorvloeistof + 1,36 kg per 159 1 van een mengsel van 20 % glycerolmonooleaat, 20 % glyceroldioleaat en 60 % ethylhexanol 25 Beginaflezing - 0,35 na 1 min. - 0,29 na 5 min. - 0,22
Proef no. 65
Monster no. 64: Basisboorvloeistof + 1,36 kg per 30 159 1 van een mengsel van 10 % glycerolmonooleaat, 30 % glycerol dioleaat en 60 % ethylhexanol
Beginaflezing - 0,24 na 1 min. - 0,23 na 5 min. - 0,21 81 0 2 6 62 37
Proef no. 66
Monster no. 65: Basisboorvloeistof + 1,36 kg per 159 1 van een mengsel van 30 % glycerolmonooleaat, 10 % glycerol-dioleaat en 60 % etlylhexanol 5 Beginaflezing - 0,35 na 1 min. - 0,27 na 5 min. - 0,25
Proef no. 67
Monster no. 66: Basisboorvloeistof + 1,36 kg per 10 159 1 van een mengsel van 10 % glycerolmonooleaat, 10 % glycerol dioleaat en 80 % ethylhexanol
Beginaflezing - 0,26 na 1 min. - 0,2^ na 5 min. - 0,21 15 Proef no. 68
Monster no. 67: Basisboorvloeistof + 1,36 kg per 159 1 van een mengsel van ho % glycerolmonooleaat, ^0 % glycerol dioleaat en 20 % ethylhexanol
Beginaflezing - 0,26
20 na 1 min. - 0,2U
na 5 min. - 0,21
Proef no. 69
Monster no. 68: Basisboorvloeistof + 1,36 kg per 159 1 van een mengsel van 20 % glycerolmonooleaat, 20 % glycerol 25 dioleaat en 60 % isopropanol
Beginaflezing - 0,33 na 1 min. - 0,31 na 5 min. - 0,25
Proef no. 70 30 Monster no. 69: Basisboorvloeistof + 1,36 kg per 159 1 van een mengsel van 20 % glycerolmonooleaat, 20 % glycerol dioleaat en 60 % Neodal 91 - alkohol
Beginaflezing - 0,19 na 1 min. - 0,21 35 na 5 min. - 0,27 8102662
Proef no. 71 38
Monster no. 70: Basisboorvloeistof + 1,36 kg per 159 1 van een mengsel van 20 % glycerolmonooleaat, 20 % glyceroldioleaat, 60 % ethylhexanol en 0,02 % aromatische olie* 5 Beginaflezing - 0,25 na 1 min. - 0,20 na 5 min. - 0,16 een synthetische etherische olie die aanzienlijke concentraties aan limoneen, linalylacetaat en linalool bevatte.
Proef no. 72
Monster no. 71: Basisboorvloeisfcof+ 1,36 kg per 159 1 "Torq Trim
Beginaflezing - 0,22 ^ na 1 min. - 0,21 na 5 min. - 0,21
Proef no. 73
Monster no. 72: Basisboorvloeistof + 1,36 kg per 159 1 ”Lubri-Sal” 20 Beginaflezing — 0,U2 na 1 min. - 0,^3 na 5 min. 0,U1
Proef no. 7^
Monster no. 73: Basisboorvloeistof + 1,36 kg per 25 159 X "Magcolube”
Beginaflezing - 0,23 na 1 min. - 0,22 na 5 min. - 0,19
Proef no. 75 o f)
Monster no. 7^: Basisboorvloeistof + 1,36 kg per 159 1 ”D.C. Tork Ease”
Beginaflezing - 0,35 na 1 min. - 0,37 na 5 min. - 0,37 35 8102662 \ 39
m bO
a fi
•H i -η M P
H ca Η Μ «>
4) *rl IU co H -P U
ogO'^w *a « *so g* p S'1" £λ o h t- «- m vo ia t- co t- ^ ^ S +'-Swcvi*-*-'- giü •H 4»
WbO οχ ΛΟΙΆ M’Q
rf , β . CVJ CVI CVJ *rl m 'm H KJiOWVOWUNtOvfl o" o O* « * Η -H 4) s W " " *" ^ J. ϊΐ
S Q, IA t— CM ” VS
cd O Pi „ * CM OV
^ “ B M t— *- m vo ia t— t— c— * *
CM CM *- *“ *” *“ CJ
bO «
C Η I
•H VD j· (Μ K
HO\W Ο-d’ CM CM CM ® 43 Qj·^. β CCCMC’OVOOV-d-lAVO’-lA 000_j
a 4) StACOt-VO*-*-’- P
cd ra X +3 «” s fi -H® « ... * «3 o CO “ fi ‘A „ 3
Η β p *” g ,-V0 1AlA*-tAt-’- PQU
3 .H + H IA CO t- VO CM - δ°0Μ « r4 CO CO CO >00 8 S g « “ w.w.w. λ'· H n ai g ca co t- c— *- *- *- .H p # o *“ vo Ή * ·Η £· co ia cd Λ
> 2 M « OV +J VO
ftóp.2 co C— OV’-VOVO t-<~ ' “ ““'S 5 MtACOt-e-·-’-·- ^ ,
C bO bC Cd *" CO VO CM
M > 8 Ί ^ g «A IA ® W.CM^CM g ^ β | o\«-j-cocoroovo o ooo p 2 bc°° K 4 n w - - Λ
cd P -¾ ft ** ip. en O VO CM 00 VO
E-i M “i «,« CMCM’-f •H -¾ CCOt-i-VOr-j-t-0 M 'o*' 55 τ-β tó ^ W W Π r. CM t- IA 000¾
•f* ,2 ‘O. OV0^ ,4t -=f CM O
g e «ovj-oviaovj-cOj^ov ci °i w. go° cd 03 H KcOCM*_T“ Al o O O t£ t— jQ +3 ·Η _ N_ hcajbcracv ‘A „ p C β·Η H c- Ov ® CO ^ t- IA CM S;h- OOH m W J-C04· fe S S m e °i. "i"’.-».. , >««-H ^ · 000 ^ o ca H B 3f W CM >- 00»- -=f g cü « w j-vc o ¥*K n IA IA co cn co J- •HESP. i. «. m « · β
Hp" COVCAON^T-J-WO ® 000 *dj *|-ö δ CO CM - - - ** *- ^ o cm J· ttf
rtï ^ πί LT\ O O ^ -iS* rQ
OS u JL r. ft Λ * '
Μ ” OJOvOnJ-OOVIAOvCMCN o ° ° I
bC KcMt-T-T- *“ *“ C H
Ö Hf S
β « CM tjf H HVOJCOCMWf-mCM Aio CO CM - ** *~ *" g ^ . Ü J S 1 ΐ l V « ï . « p <o c o
Η β CM PHObCP'H O
.Η «H 43 H Cd ·Η O C «1 N 43
Ni ë Ê ?(H4> Λί4σ»·ΗΡ«υ C * <_ -C. „OM P -=J" H 2 * ’ 4> p '5 p C £ > CO 03 o ® · SpJ^oee-rf-gg 1*5 si I I & 8* c: g .S S «5& ^ e * * -s cc ’wSoQ - ~ 01 ^ Μ E4 ^ΟΜ^μ£? II *||gsg;|2SS5i»iflai:^g§*e 8102662
Uo 60 c
•H
Λ OJ ·Ρ C\J C OO 3 4) Λ
o) P) ft O
C DM
C -P ¾ λι +> c w c K “i SS 5! 2 .5 3 ! 0 '«SSSï:”'·"^ o" o o" 0 S"*S,· a) £ **- C ia S _ ö C tl r· CM1I i- S H C rl ** ΙΛ H <" m+i H O -- Ö m
w + B Ai ft «θ'". -P
Λ) m CO — C ·Ρ 60 Μ ·>-ί
,g .2 H i ft 60 60 ,Ω A3 -H
ft ^ H ® W φνο ^ W ® ,H in Ê 60 co * P
! 5Ï: ui h ® fi b ή ·
ft'0 SCOC*P»-OC
ï ‘ I O ft > > ft ·Ρ ft O ft ft ·Η + O fi 2 I ra ·* C 60 ft w·, c\J c\lOVOAicflxra,cwcn .2 S' * J· J- J- O.H H|.H O-rl^Jt «S ·Η pgOtnot-VO-Ï-CO * * * ·Η « H « “ M «j .
gH ·“ ° O O
1u m1 .
ή ca ιλ on g Η
C’wWlAOt-LAlA00t-00 ' fi S
S’-’- ^ ^ cl *“ CO)
3 N
I 'Ö _, ft O ft Ti
(D C (D H
p 60 > <D
Λ (S-H ra W 5rl-P Sh η, pT OJ OJ 60 _ C ·*-3
•^rn σ» o OJOJCVJ ώ c g C bp-H
fen * * * ** Λ C ·Ρ O C rt O *P
Ajft«V00\C0t-010JC0OCr\ O O O p . h ft δ p H ft ütc«- ^ . C C ,C Η ·Ρ 0) ‘",-β ·Ρ Η Ο 3 60 60 ' .“’“S ^ Η 60 Μ 60 ΙΑ 60 β j. § -Ρ *
j+B ft Ο Ο CO »- W
5 „ Ο C ΙΓ\ OJ
'μ ·Η Η *> <ϋ m poicsHOCjooo-^-oj^w >ri • Η <0 ΙΑ CVJ r- r- *·" * K ? *" ft 60 60
Q Φ 0 C
s \0 (O CO ^·Η·Κ ° gi ^ w. w. w. I % a
C-H gVOONCOt-CM^^-COO ° O O ^ O C
H C ^ * g 3
g g, -s .s- S
SI O 5 2 5 8 ” .2 * o ra p to ra hOwoco4o04W '
g w - - <” ft I
u. %> 'Ö -P 8 -P
rP C fi CÖ -P C
~ O C Λ S ttJ -P ·Η
§ O H <D -P bC-P Cfl C
S r~ g 6L 6u CQ -C ÖÖO
*trt · \ *v O C 0) tiD«rl O Η ·Ρ H
ft . c η p ë e ·ρ o c >c p s c c ΛΕί-Η HH 6} & ft N 4J .ri.rifift®ti
60-P-PB COC® 03-0 CC „ d ü S S ·° 'S
e ^ g *0. é » 60 ft ft·!-)*· c HHPeS 'H
.5 c < ♦ δ 43 ^ <p c c λ c, ^ ft e hSj3^>eeft · · HË 'S'^'ri'd H ^ Si'i c-HüEËP<Pi6ooc v'fi 2 52 ^ ft *d
4J3l0OOOO*rlC*H 4-t «rt CC ·Η fi_ ®0-lA Ë C
w'b.H cmd ü . ft . P T-. IA ra go o M
ccmoo - ^ o Η H 6C C 60 >> flA0 'H ft ii es au s ï,s s ils i « s *c i'0'·0&.? 8102662 U1 • -p g ‘ö S o iavo o\ o\ o\ S§ H -=r tn c— t- t— H -3 8 * 3 “ l • H V< o 5 ta Λ·νοα5οονονο\£> O O J· W >5 Md} ΛΛΛΛ«*^»***Λ#1β % **j .M -4 ^twCJCVlO\CM-2fVOb-QOO\ ^ Sh B IA IAVO fc- t—CO 00 CO 00 co 00 O u
«H
t 8S« „ I t
•H * » * . O +3 O -P Aj VO
£ O ° ° .i £ Vi H Vi H
•2 SS «oj^-’-’-eir 3 . S” "" 1 *IS5uC«V‘ 1 s 1188 | *
, ft -P
-° k U o «H
« F n « ·Η η H O >r^ ^ j* η! SI ^ £ ra « oojj-j-vo Cu co -s· vo co co · £ ο ο',-ΤγΓ ωίίρ-ι ^i-vDcoi-cnvDt-c3\0’-cvi ·η ί* « β S ° ° ° 5¾¾ ^^«.Μ-ΑΙΛΙΛ · -Η & I δ S 2 Ο +3 h -Ρ ε . «ο 2 ο β> «β . ® .1 2 £ h Ν Ρ=* > g «5S . ο ro -=f 3 -ρ « Ή ^ h w Ο « Σ ^ § 1-3 ΙΙ·Ι Η CU CO Pt Pf -3- μ > 3
$ S % Γ- Q <% % s - « c S
3 ?-( σ' οοο ia > 3 ·* Ο Ο ^ Ο «
5 64 3 1 ο ω Έ § I
ra To mo; CMVDJ-VDCMCVIVDVOCOCOO « -β <4 ».4 ·ι4 ««λ».·.·'*'*'···»#' « ·Η « Π § «Hr-! cocr\OJvQO\i-cucnp3;ir\c— Η jg η Ü § Ο U Ε (Π ΓΟ Pt Pt pf ΙΑ trslA ΙΑ Ιί\ u\ δ* 5 Μ Η « 5 7ί hr
u Ο Pt 0J >>- ,8 c C
« 0J r- r- 43 3 ·Η ί o°‘o . s 3 3 1 1 62 β 5
6 § 43 43 W
g 43 ο σ» σ\ η ·η c
<ν « S” 1 ' ' ««I
c ϊ ^ A SS” •rj *ί ** Λ 43 4» Η η Μ ω Ο « (-ί £ . « « ο 2 ^ cip ƒ ί ► g ‘TL **1 **. Ê ο « -° ö ra o o o ® -g « « w ·η·η αονο^o^op*^ £ $. o ΐ fl ck r- cn irwo t-oo i> > h « * * 4» « a c .
W ·Η ·Η *H JO 00 00 2 Jf B B ·Η·5 o PO 00 CO ¢0 0)00 00¾ O r- g ft ,- IT\ 43 g OO 0Π OO-a- ΙΑΌ t-oo O* r~ 81 0 2 6 62 k2
IA Ον 4 W
It Λ <* Λ <t> t— t*-mot— -4t—»-tA £-
p E 4 N N W CM
+ p a
H
W Ο .
•HO IA t- 01 6£ * _ ** el ti t— l— CO ° t- 4 1Λ w B2 η 4 W (\1 W *- c fl) ΙΛ CM O VO p
It n « A H *
S S3 B 5 § " " 2 " RS S
« + I? .5 3 O TO -H _ . Ö Μ ·Η It -P Θ
Lui ** to M
tjejp 00C0.4OC0mV0CM 0) ® g BlP H 4 W (M W +3 Ï A) I Λ 2 feo tn g β ·Η g ο »h it o> to S „ W It <D ·Η H <u a 4J IA VOCMC0O-P04i*'-s'd0^
Zj » "" '“ΒβΗ-Ρ It VO
0 S PS IA VO CM On t— fO 4 C\l ΙΛ CM Wa prf'ÖH * + .H a 4 cm N v *- m a? 5 £ ¥ jq be lt β β ω i2 ®2 & ^
β to &J ¢) ·Η ·Η m »β O
•Η -Η I Ό C -P Vl ·Ό ^ H So be *H o o mo p ·Η be Q) cd It vo β 0> Η -P ·η ο ·Η It ,ο r_i ΟΡΡΟ _ ** Ή HUCKÜI ft ο Q ÉH VOVOmOvO CM -4 CM It ij ®irf ί ί j) Λ g £ μ Η 4 W W W - HSifiüP Μ ^ g .¾ $ O^bDbDbDbObOb^'” - 31 « § 3 fc § 3 " ' f i o 8
3 S ï 8} “i *- °- 8 - - S
,0 05 ffi CM -4 — 00 vo m IA CM IA TT&d _
ti p+.itffi-4,CMCM'-' *- mboB
e_i .Ij fli '•v. CM tu ^ Ö w -p * bD CM α> Ή 01 -P ** -β I w C IA t— β CO „
t8 O * Λ O CM II
KAS t-cOmONOVCMVOCM *H ·”· SP
C HJ-CMCM— — Ο ββ
.Ij ·Η ·- ·Η W
H Vt r-4
<D S-t · O
O Ω <U bO O
α c— vo o o . Ρνβ U ·> ·> ·> o to 03 ·Η
03 β(Μ4-05\£1 1*14014 £ ft _ . JP
•H S 4 CM W r. r- CO O * Λ g 03 0) qD ^ rö $ .3 _ 8 .3 i »
0} * 03 0) Η H
A vovomovo CM VO CM H O 03 H 4 « W W *“ «5 O, 2 to Ό β to ·Η « 0) ·Η E *β «Ö CM '— ^ 03 Η β a o +> h a> ö (ütó
S OVI Ή bo 4> 03-P
+> ·- w+3oa> B to to . . «v oJ O bO B to 4) 0)ββ H +3 dCv P o 0·Η·Η " Η Η g 14 C -ri £J +3 jjBB Mdidi e 43 « ® I m »< < BbDbO It Η -P O ,¾
«.. Ο) +»Ή·οΛ+> It »P
It jp^&ttOtOlt ·· Η^η·Η+>Λ W Ο S-ÏggPtPtbttoB r* t0 d & “ +j to Ο Ο Ο Ο ·Η 0) <H It fc PO 2 ·Η tQ.H <U tOB m — to A Si
r* WOO *v Ο Λ ΜΙΗΦΛ Q
I Ξ Ξ % Si ë3 .-“c^ r?sf 81 0 2 6 62 1*3
Voorbeeld I
In een proefboring in Alaska namen het draaimoment en de wrijving toe toen het onder 1*5° gerichte boorgat werd geboord. Tenslotte op 3637 m was het onmogelijk de boorkolom 5 voldoende hoog op te trekken om de volgende sectie boorpijp erop te plaatsen, hoewel de boorkolom niet echt vast bleef zitten.
300 vaten (van 159 l) van de boorspoeling waaraan 1,8 kg per 159 1 smeermiddel 32 waren toegevoegd werden in het boorgat geponst tot onderaan toe rondom de boormof. De boorkolom raakt snel los 10 en het boren ging weer voort. Aan de rest van de boorspoeling werd 0,9 kg/159 1 smeermiddel 32 toegevoegd door grondig mengen van het smeermiddel met de boorspoeling en het boorgat werd verder geboord tot de beoogde diepte van 37^2 m. totale diepte (TD) zonder dat verdere problemen optraden door wrijving of 15 kleefverschijnselen. Maar de eerste pogingen om het boorgat te loggen bleven echter zonder succes toen de gereedschappen voor het loggenzich op 2775 m bevonden. De boorpijpen werden weer in het boorgat gebracht en in het boorgat op en neer gehaald terwijl boorspoeling waaraan 0,1*5 kg/159 1 smeermiddel 32 was 20 toegevoegd in het boorgat circuleerde. De belasting op de rotariekraan nam af met 222 1*00 N als de boorpijp op® neer werd gehaald de boorspoeling met toevoeging werd gecirculeerd.
Bij de volgende poging tot loggen werden de log-gereedschappen ruim bedekt met smeermiddel 32 en de gereedschappen gingen het 25 boorgat in tot de TD met weinig moeilijkheden.
Voorbeeld II
Bij een proef in South Louisiana, ondervond een sterk gedefinieerd boorgat op 3565 m diepte een grote torsie en wrijving die er toe leidde dat de pijp los geschroefd werd en 30 in delen uiteenviel. De "fish" dat wil zeggen de onderste sectie van de boorkolom die was losgedraaid bevond zich gedurende meer dan 6h op de bodem. Terwijl de boorkolom werd opgevist, werd aan de boorspoeling smeermiddel 32 toegevoegd ter vermindering van de wrijving en om te helpen bij het terugkrijgen van 35 de "fish". Na het conditioneren met smeermiddel 32, kon de 8102662 < ? kk ’’fish" gemakkelijk weer worden vastgehaald en met een minimum aan wrijving worden teruggetrokken. Het boren ging voort met verminderde torsie en wrijving.
Voorbeeld III
5 In een offshore boorput bij Louisiana met een deviatie van 22° en een diepte van 3111 m, ondervond de boorkolom een sterke torsie tijdens het boren waarbij in sterke mate kleven optrad en een grote wrijving optrad op de toren.
Aan de boorspoeling werd toegevoegd 1,8 kg/159 1 smeermiddel 32.
10 Nadat de eerste maal deze boorspoeling door de put was gecirculeerd was er een significante vermindering in de elektrische stroom die werd opgenomen door de rotary tafelmotor. Het uitsnijden van materiaal vond krachtiger plaats met minder vastkleven van "shale" aan de beitel en stabilisatoren en de snelheid waarmee 15 verder werd geboord nam toe 1,5 m/h.
Voorbeeld IV
In een offshore put bij Texas op 1830m diepte met een 915 m diep niet gebuisd gat, trad overmatig kleven en wrijving op bij het maken van verbindingen aan de boorkolom en 20 op de toeren. Aan de boorspoeling werd toegevoegd 1,8 kg/159 1 smeermiddel 32 en 37,8 1 (circa 31,8 kg) smeermiddel 32 werden toegevoegd tijdens elke toer. De sterke torsie en wrijving namen wezenlijk af en er werden verder geen kleef waargenomen.
25 8102662

Claims (29)

1. Werkwijze voor het verminderen van wrijving tussen roteerbaar metalen voorwerp en een aangrenzend oppervlak waarbij men als smerend medium een waterige vloeistof opbrengt 5 die een toevoegsel bevat, met het kenmerk, dat de waterige vloeistof tot circa 5 gew.J» van een toevoegsel bevat bestaande uit een mengsel van tenminste een ester van oliezuur en tenminste êên metaal, tenminste een hydroxylverbinding of een combinatie daarvan, waarbij de hydroxylverbinding tenminste twee hydroxyl-10 groepen bevat en deze hydroxylverbinding is afgeleid van een Cg-C^, koolwaterstof, een alkohol met klein molekuulgewicht afgeleid van een c2”Ci2 ko°lwa^ers'fcof en een naskeermiddel.
2. Werkwijze volgens conclusie 1„met het kenmerk, dat het toevoegsel in de waterige vloeistof aanwezig is ineen 15 hoeveelheid tot circa 5 gew.%.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het toevoegsel tenminste twee esters van oliezuur en tenminste éên hydroxylverbinding bevat. U. Werkwijze volgens conclusie 1-3, 20 met het kenmerk, dat het toevoegsel twee e sters van oliezuur en een hydroxylverbinding bevat.
5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het toevoegsel twee esters van oliezuur en een hydroxylverbinding bevat waarbij de twee esters aan- 25 wezig zijn in ongeveer gelijke hoeveelheden, de alkohol van klein molekuulgewicht aanwezig is in het toevoegsel in een aanzienlijke hoeveelheid en het maskeermiddel aanwezig is in het toevoegsel in een hoeveelheid tot circa 5 gev.%.
6. Werkwijze voor het verminderen van de wrijving 30 tussen het oppervlak van een metalen voorwerp en de wand van een boorgat in een boorgat dat een waterige boorvloeistof of spoeling bevat, met het kenmerk, dat men met de waterige boorspoeling vermengt een mengsel omvatten tenminste éên ester van oliezuur en tenminste éên polyhydroxylverbinding afgeleid van C^-C^ 35 koolwaterstof van de klasse omvat door de formule 1, waarin 8102662 k6 R.j en R^ onafhankelijk vanelkaar zijn waterstof, mettyrlgroepen, methyleengroepen of een combinatie daarvan met 0 tot 5 koolstof-atomen, Rg een rechtstreekse binding kan voorstellen (dat wil zeggen niét bestaat) of een methylgroep, methyleengroep of een 5 combinatie daarvan met 0 tot 5 koolstofatomen voor stelt, X en Y onafhankelijk gehele getallen voorstellen waarbij hun som gelijk is aan tenminste twee en het totale aantal koolstofatomen in de formule ligt in het trajekt van circa 2 tot 7, een alkohol van klein molekuulgewicht afgeleid van Cg-C^ koolwaterstoffen 10 plus een maskeermiddel en dat men deze waterige vloeistof in het boorgat laat circuleren.
7. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat er tenminste twee esters afgeleid van dezelfde polyhydroxyl-verbinding worden toegepast'welke esters aanwezig zijn in 15 nagenoeg of geheel gelijke hoeveelheden.
8. Werkwijze volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat er slechts twee esters aanwezig zijn afgeleid van dezelfde polyhydroxylverbinding die in de combinatie aanwezig zijn in nagenoeg of geheel gelijke hoeveelheden.
9. Werkwijze volgens conclusie 6.met het kenmerk, dat de som van X en Y tenminste 3 bedraagt.
10. Werkwijze voor het verminderen van de wrijving tussen een beweegbaar metalen oppervlak en een aangrenzend oppervlak, waarbij men als smeermiddel een waterige vloeistof 25 toepast die een toevoegsel bevat, met het kenmerk, dat de waterige vloeistof tot circa 5 gew.$ bevat van een mengsel omvattende (1) een maskeermiddel en (2) tenminste een ester van oliezuur en tenminste een metaal, tenminste êên hydroxylverbinding of een combinatie daarvan, waarbij de hydroxylverbinding tenminste twee 30 hydroxylgroepen bevat, welke hydroxylverbinding is afgeleid van C^-C^ koolwaterstoffen en welke hydroxylverbinding beantwoordt aan de formule 1, waarin R1 en R^ onafhankelijk van elkaar voorstellen, waterstof, methylgroepen, methyleengroepen of een combinatie daarvan met 0 tot 5 koolstofatomen, R2 een rechtstreekse 35 binding voor kan stellen (dat wil zeggen afwezig kan zijn) of 8102662 ut kan voorstellen metfcylgroepen, methyleengroepen of een combinatie daarvan met O tot 5 kool sfco fat omen, X en Y onafhankelijk van elkaar voorstellen gehele getallen waarvan de som gelijk is aan tenminste twee en het totale aantal koolstofatomen in de formule 5 ligt in het trajekt van circa 2 tot 7, en (3) een alkohol van klein molekuulgewichfc afgeleid van ^“^12 k°olwaterstoffen welke alkohol beantwoordt aan de formule 2, waarin R^ en Rg onafhankelijk van elkaar voorstellen waterstof, koolwaterstof, methylgroepen, methyleengroepen of een combinatie daarvan 10 met een 0-5 koolstofatomen, R,. een rechtstreekse binding voor kan stellen (dat wil zeggen kan ontbreken) of een methylgroep, methyleengroep of een combinatie daarvan met 0 tot 5 koolstofatomen voorstelt, ü of V onafhankelijk van elkaar gehele getallen zijn waarbij hun som gelijk i s aan tenmin ste 1 en waarbij de 15 verhouding van hydroxylgroepen tot koolstofatomen tenminste 1:5 is en het totale aantal koolstofatomen in de formule ligt in het trajekt van circa 2 - 12, welke alkohol in water oplosbaar is.
11. Toevoegsel voor het verminderen van de wrijving tussen het onpervlak van een metalen voorwerp en de wand van een 20 boorgat in een boorgat dat een waterige boorspoeling bevat, met het kenmerk, dat het bestaat uit een mengsel van tenminste twee esters van oliezuur en tenminste êên polyhydroxylverbinding afgeleid van een Cg-C.^ koolwaterstof met tenminste een alkohol met per molekuulgewicht afgeleid van Cg-C^ koolwaterstoffen en 25 met een maskeerraiddel.
12. Toevoegsel volgens conclusie 11 .met het kenmerk. dat de esters aanwezig zijn in ongeveer gelijke hoeveelheden, de alkoholmn klein molekuulgewic ht aanwezig is in een aanzienlijke hoeveelheid in het maskeermiddel aanwezig is in een onder-3 0 geschikte hoeveelheid.
13. Toevoegsel volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk, dat de esters elk aanwezig zijn in ongeveer gelijke hoeveelheden in het trajekt van circa 5 tot 60 gev.% van het totale mengsel, de alkohol van klein molekuulgewic ht 35 aanwezig is in een hoeveelheid van circa 10 tot 60 gev,% en het 8102662 T .1 k8 maskeermiddel aanwezig is in een hoeveelheid tot circa 5 gev.%.
14. Toevoegsel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de esters aanwezig zijn in ongeveer gelijke hoeveelheden tussen circa 5 en kO gev.% 5 berekend op het totale mengsel, dealkoholvan-klein raolekuul- gewicht aanwezig is in een hoeveelheid van circa 30 tot 90 gev.% en het maskeermiddel aanwezig is in een hoeveelheid van minder dan 5 gev.%.
15· Toevoegsel volgens een der conclusies 11 of 10 12, met hetlenmerk, dat de esters elk onafhankelijk aanwezig zijn in een hoeveelheid in het trajekt van circa 5 tot 6 0 gew.$, de alkohol van klein molekuulgewicht aanwezig is in een hoeveelheid van circa 30 tot 90 gev.% en het maskeermiddel aanwezig is in een hoeveelheid tot circa 5 gev.%.
16. Toevoegsel volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk, dat de esters elk aanwezig zijn in ongeveer gelijke hoeveelheden tussen ongeveer 5 en 6θ gev.% en de poly-hydroxyl verbindingen zijn afgeleid van C^-C^ koolwaterstoffen en de alkohol met klein molekuulgewicht aanwezig is in een hoeveel-20 heid van circa 10 tot 60 gev.% en is afgeleid van C^-C^ kool waterstoffen en het maskeermiddel aanwezig is in een hoeveelheid tot circa 5 gev.%.
17. Toevoegsel volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat er slechts twee esters aanwezig zijn in 25 een aanzienlijke hoeveelheid.
18. Toevoegsel voor het verminderen van de wrijving tussen het oppervlak van een metalen voorwerp en de wand van een boorgat dat een waterige boorspoeling bevat, met het kenmerk, dat het toevoegsel bestaat uit een mengsel van tenminste een 30 ester van oliezuur en een polyhydroxylverbinding afgeleid van Cg-C^ koolwaterstof, en van een alkohol met klein molekuulgewicht afgeleid van tenminste een C^-C^ koolwaterstof, en van een maskeermiddel,
19. Toevoegsel volgens conclu ae 18 voor het 35 verminderen van de wrijving tussen het oppervlak van een metalen 8102662 1*9 * voorwerp en de wand van. een boorgat in een boorgat dat een waterige boorspoeling bevat, met let kenmerk, dat het toevoegsel een sjmergistisch mengsel is van een maskeermiddel, een alkohol met klein molekuulgewicht afgeleid van tenmin Éte één C^-C.^ 5 koolwaterstof, een eerste ester van oliezuur en tenminste êên polyhydroxylverbinding afgeleid van een C^-C^ koolwaterstof en een tweede oleaat van oliezuur met Mg ion of met tenminste één hydroxylverbinding afgeleid van Cg-C^ koolwaterstof met tenminste twee lydroxylgroepen per molekuul, waarbij het tweede oleaat 10 tenminste twee oliezuurgroepen per oleaatmolekuul bevat en waarin het eerste en tweede oleaat aanwezig zijn in ongeveer gelijke hoeveelheden en de alkohol aanwezig is in een hoeveelheid gelijk aan of groter dan die van het mengsel van oleaten.
20. Toevoegsel voor het verminderenden de wrijving 15 tussen het oppervlak van de metalen voorwerp en de wand van een boorgat welk boorgat een waterige boorspoeling bevat, met het kenmerk, dat het toevoegsel bestaat uit een mengsel van tenminste twee esters van oliezuur en tenminste een polyhydroxyl-verbinding afgeleid van een C^-C^, koolwaterstof, tezamen met een 20 maskeermiddel.
21. Waterige boorspoeling die een toevoegsel bevat voor het verminderen van de wrijving tussen de wand van het boorgat en een metalen voorwerp, met het kenmerk, dat het toevoegsel bestaat uit een mengeel van tenminste éên ester van 25 oliezuur en tenminste een polyhydroxylverbinding afgeleid van een koolwaterstof, van een alkohol met klein molekuul- gewichfc afgeleid van tenminste één Cg-C^ koolwaterstof en van een maskeermiddel.
22. Waterige boorspoeling volgens conclusie 21, 30 met het kenmerk, dat het toevoegsel tenminste twee esters van oliezuur en een polyhydroxylverbinding bevat en het maskeermiddel aanwezig is in het toevoegsel in een hoeveelheid tot circa 5 gew./S.
23. Waterige boorspoeling volgens conclusie 21, 35 met het kenmerk, dat het toevoegsel tenminste twee esters van 8102662 6 «* oliezuur en tenminste éên polyhydroxylverbinding bevat en de esters aanwezig zijn in ongeveer gelijke hoeveelheden, de alkohol met klein molekuulgewicht aanwezig is in een aanzienlijke hoeveelheid in het toevoegsel en het maskeermiddel aanwezig is 5 in een hoeveelheid tot circa 5 gew.$ van het toevoegsel. - 2b. Werkwijze voor het bewegen van een metalen oppervlak in een boorgat dat een waterige boorspoeling bevat, met het kenmerk, dat men een conditioneermiddel met de waterige boorspoeling mengt om de boorspoeling te modificeren en de 1 o wrijving tussen het metalen oppervlak en het boorgat te verminderen, waarbij het conditioneermiddel bestaat uit een synergistisch mengsel van een maskeermiddel, een in water oplosbare alkohol met klein molekuulgewicht afgeleid van Cg-C^ koolwaterstoffen en uit tenminste twee oleaten die het reaktie-15 produkt zijn van oliezuur met êên of meer van de metaalionen Mg, Sr, Zn of Cd, tenminste een hydroxylverbinding afgeleid van Cg-C^ koolwaterstof met tenminste twee hydroxylgroepen per molekuul of een mengsel daarvan.
25. Werkwijze voor het verminderen van de wrijving 2o tussen het oppervlak van de metalen voorwerp en de wand van een boorgat dat een waterige boorspoeling bevat, met het kenmerk, dat men de waterige boorspoeling mengt met een combinatie bestaande uit een maskeermiddel, een alkohol Tan klein molekuulgewicht afgeleid van C2"C12 koolwaÏers'to:f,^en en tenminste... êén 25 ester van oliezuur en tenminste eén metaalion of tenminste een polyhydroxylverbinding afgeleid van een Cg-C^ koolwaterstof en dat men deze waterige boorspoeling in het gat laat circuleren.
26. Werkwijze volgens conclusie 25, met het kenmerk, dat de combinatie bevat tenminste twee ver-30 schillende esters die aanwezig zijn in ongeveer gelijke hoeveelheden, de alkohol van klein molekuulgewicht aanwezig is in een aanzienlijke hoeveelheid en het maskeermiddel aanwezig is in een aanzienlijke hoeveelheid tot circa 5 gew.% van de betreffende combinatie.
27. Werkwijze volgens conclusie 26, 81 0 2 6 62 met het kenmerk, dat de combinatie aan de waterige boorspoeling wordt toegevoegd in een hoeveelheid van circa 0,09-2,7 kg per vat van 159 1 van de boorspoeling en elke ester in de combinatie aanwezig is in een hoeveelheid van circa 5 tot 60 gev.% en de 5 alkohol in een combinatie aanwezig is in een hoeveelheid van circa 10-60 gev.%.
28. Werkwijze volgens conclusie 27, met het kenmerk, dat het metaalion bestaat uit Mg, Sr, Zn, Cd of een mengsel daarvan.
29. Werkwijze volgens conclusie 28, met het kenmerk, dat de esters een eerste ester omvatten bestaande uit tenminste een monooleaat en een tweede oleaat bestaande uit tenminste êên oliezuur met een Mg-metaalion, een dioleaat, een trioleaat of een mengsel daarvan, waarbij de 15 eerste ester en de tweede ester aanwezig zijn in ongeveer gelijke hoeveelheden en waarbij de alkohol aanwezig is in een hoeveelheid gelijk aan of groter dan die van het totale mengsel aan esters. 81 02 6 62 -i Γ*
52 Erratablad 3 O jggj Verbetering van errata in de beschrijving behorende bij de octrooiaanvrage no. 8102662 Ned. voorgesteld door aanvrager dd. Bladzijde 39 nieuwe tabel E Bladzijde 40 "Fysische toestand" schrappen. B. v. d I E. 30JUN198! Λ f / 1/ '! vdS/RR i | * 8102662 ( - 39 - ) 53 Brratablad 00. d en •η m cm _ τ-t — 00 SP ο "oo m srcocMvocMmcovo Η ft,M <U g <N <N — — — r-4 CO -U CC „ a) 03 CO ¢0 in λ a a - o r^ — co Ό in r·^ oo r- OT <0 6 μ N M " —_ M rQ +___—---------a\ <t CM VO n jJ - N Μ N I ,.S*S2S!'e2,''2'0 ooo ^ “ ω W *n - 3 S a r- — «o^omr-r^r". * g__J C0| hi n n ^^_—----- — hftSPrt! osf o -i n i, .5 12 CM ft m co vo eg sr m o - m 0“ o © 1HH ft — 05 N Ο « — — w r-4 0) O 00 s) O ft ft P ,. -. a ft a a) m ^ O 03 CQ GO U ^ Λ ^ - c w -η - « h mvoinin — mr* — ooft ca - d - co p- vo cm -- •rl ·ι-Ι CÖ o ___- «”· ? & + «---------Jsj CM 00 00 00 £ ' ^ -- CM CM CM öSffl op ftl mcMvoocMmcn-m 0Λ 0“ o“ <u oo oo id ju— oot^p'— — — >«·-) §o« *«d _ « S cUi § -no. h _=2__— pq co_ «_—=5—so—Es—Ei—=-=- Ό 1-1 LO tooo CO vO CM •H _ ,, “1 - - CM CM CM || 2 Ϊ 5 2 r S 2 5 ooo <! 3 £3 u- COO vO CM GO H CO 00W in -- CM CM — .§ co ^355552::^552 £ ooo S 3 -8 in <* N- £ S £ Is +¾ g ooo" o CO -U 33 <h -π n in d ¢0 § § smcoci'-f'Oci m d ft g Hcn<N--- " ~ ....... —. 2 r·* cm <r oo < g, 'T* P-. - - oo co <r § ScMr^-mcMsfino in Λ a ispcmcm-- <n - <r ooo sl - S “i “1 " a s S “I 1 a 8 a 2 2 = * 3 2 S ooo “ £ ^ to OO OCMvP 3-22 « -- -c m sf hm a pdoNO^-o^inocsic^ ο“ο“οΛ QQ W CM — — - — — OOO 01 _ ra ol VOMJ-OOCMCMP»COCM M M co CM — — — — —----g-|---- -- <u 00 Tg u g μ H « ^ J) g to oo > CM S-l 00 . . 4J - +j O 00 T3 d c C in ·-> '“•O d d ·Η .¾ .¾ co ·η ·η a n
60 Ji Sg O ι-I r-t CO >H ft Η n 0) ü K o a) <u n <r <u 2 i-i · « •iH qj -r) · · — 00 00 4J«— OgiWdd J-lO ^-dSSMffl-v»·· rM ft ft W « *H OJ.rl CJ CO g g ft ft 25 ΐϋίΜ"Ι7Μιυΰ3^^ I 1 r^\ rf) 1Λ Q Q Ü CJ <ui Q} ·Η Ή !S ·Η ΜΗ η _ « -5 ° ^ « S μ oi ο ω ” II ί2 g S 5 £ § Ξ 2 S s iï.· ί ί S ί 8102662 ? ,Ί* (- 39a, - ) 54 Erratablad. x fysische toestand I - begin HR “ heet gerold 16 h bij 71 °C SA - statisch verouderd 96h bij 182 °C HR-HT - heet gerold 96 h bij 121 °C Falex proeven: Falex proef: basisspoeling heet gerold- basisspoeling, stalen pen, afschuiving bij 3115N heet gerold, falen door af-basisspoeling + 1,8 kg/159 1 van schuiving bij 2670 N. monster 32, heet gerold liep 1 h Basisspoeling + 1,8 1/159 1 bij 3115 N, van monster 32, heet gerold, verstelling 133 tandjes liep lh bij 3115 N, verstelling 13 tandjes Stick-O-Meterproef; basisspoeling kleeft niet na 2 h Stick-O-Meterproef: basisspoeling kleeft niet na 2 h. Samenstelling: 350 ml verzadigde NaCl-oplos-sing 15. attapulgietklei 3 g zetmeel 10 g "Dixie Bond" klei. 81 0 2 6 62 t R<--CH — Rg — “ CH — I I OH OH y 4 L 4x L ->Y 1 Ri--CH--R s--CH--R4 I I -0H J u L 0H J v 2 0 >> i Halliburton Company, te Duncan, Oklahoma, Verenigde Staten van Amerika 81 0 2 6 6 2
NL8102662A 1980-06-02 1981-06-02 Werkwijze voor het verminderen van de wrijving tussen een roteerbaar metalen voorwerp en een aangrenzend oppervlak, boorvloeistof waarmee wrijving kan worden verminderd en toevoegsels voor een dergelijke boor- vloeistof of spoeling. NL8102662A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US15588580 1980-06-02
US06/155,885 US4409108A (en) 1980-06-02 1980-06-02 Lubricating composition for well fluids

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8102662A true NL8102662A (nl) 1982-01-04

Family

ID=22557171

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8102662A NL8102662A (nl) 1980-06-02 1981-06-02 Werkwijze voor het verminderen van de wrijving tussen een roteerbaar metalen voorwerp en een aangrenzend oppervlak, boorvloeistof waarmee wrijving kan worden verminderd en toevoegsels voor een dergelijke boor- vloeistof of spoeling.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US4409108A (nl)
JP (1) JPS57164185A (nl)
BR (1) BR8103478A (nl)
FR (1) FR2483453A1 (nl)
GB (1) GB2077327B (nl)
IT (1) IT1196924B (nl)
NL (1) NL8102662A (nl)
NO (1) NO811850L (nl)

Families Citing this family (31)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3622826A1 (de) * 1986-07-08 1988-01-21 Henkel Kgaa Pulverfoermige schmiermittel-additive fuer bohrspuelungen auf wasserbasis
US4830765A (en) * 1987-12-04 1989-05-16 Baker Hughes Incorporated Modified non-polluting liquid phase shale swelling inhibition drilling fluid and method of using same
US4963273A (en) * 1987-12-04 1990-10-16 Baker Hughes Incorporated Modified non-polluting liquid phase shale swelling inhibition drilling fluid and method of using same
US4941981A (en) * 1987-12-04 1990-07-17 Baker Hughes Incorporated Modified non-polluting liquid phase shale swelling inhibition drilling fluid
DE3801476A1 (de) * 1988-01-20 1989-08-03 Henkel Kgaa Zusammensetzungen zur befreiung festgesetzter bohrgestaenge
USRE36066E (en) * 1988-12-19 1999-01-26 Henkel Kgaa Use of selected ester oils in drilling fluids and muds
DE3903784A1 (de) * 1989-02-09 1990-08-16 Henkel Kgaa Monocarbonsaeure-methylester in invert-bohrspuelschlaemmen
US5318954A (en) * 1989-03-08 1994-06-07 Henkel Kommanditgesellschaft Auf Aktien Use of selected ester oils of low carboxylic acids in drilling fluids
US5318955A (en) * 1989-04-07 1994-06-07 Henkel Kommanditgesellschaft Auf Aktien Use of selected ethers of monofunctional alcohols in drilling fluids
DE3911238A1 (de) * 1989-04-07 1990-10-11 Henkel Kgaa Oleophile alkohole als bestandteil von invert-bohrspuelungen
US5318956A (en) * 1989-05-16 1994-06-07 Henkel Kommanditgesellschaft Auf Aktien Use of selected ester oils in water-based drilling fluids of the O/W emulsion type and corresponding drilling fluids with improved ecological acceptability
DE3915875A1 (de) * 1989-05-16 1990-11-22 Henkel Kgaa Verwendung ausgewaehlter oleophiler alkohole in wasser-basierten bohrspuelungen vom o/w-emulsionstyp sowie entsprechende bohrspuelfluessigkeiten mit verbesserter oekologischer vertraeglichkeit
DE3916550A1 (de) * 1989-05-20 1990-11-22 Henkel Kgaa Verwendung ausgewaehlter oleophiler ether in wasser-basierten bohrspuelungen vom o/w-emulsionstyp sowie entsprechende bohrspuelfluessigkeiten mit verbesserter oekologischer vertraeglichkeit
CN1034081C (zh) * 1991-01-22 1997-02-19 四川石油管理局川西南矿区 多功能双向防塌润滑剂及其生产方法
CN1034082C (zh) * 1991-11-30 1997-02-19 川西南矿区职工技术协作委员会 多功能高效灭泡润滑乳及其生产方法
US5587354A (en) * 1992-09-25 1996-12-24 Integrity Industries, Inc. Drilling fluid and drilling fluid additive
US5547925A (en) * 1992-09-25 1996-08-20 Integrity Industries, Inc. Low toxicity terpene drilling fluid and drilling fluid additive
US5559085A (en) * 1992-09-25 1996-09-24 Integrity Industries, Inc. Organic liquid base drilling fluid with terpene
FR2727126B1 (fr) * 1994-11-22 1997-04-30 Inst Francais Du Petrole Composition lubrifiante comportant un ester. utilisation de la composition et fluide de puits comportant la composition
US5676763A (en) * 1995-06-07 1997-10-14 Well-Flow Technologies, Inc. Process for cleaning pipe dope and other solids from well systems
EP0770661A1 (en) * 1995-10-27 1997-05-02 B W Mud Limited Lubricant for drilling mud
US5945385A (en) * 1996-07-10 1999-08-31 Naraghi; Ali Method and composition for reducing torque in downhole drilling
CA2186203C (en) * 1996-09-23 2000-02-08 James Darrell Masikewich Method for reducing formation damage when drilling for oil and gas
DE19647598A1 (de) * 1996-11-18 1998-05-20 Henkel Kgaa Verwendung ausgewählter Fettalkohole und ihrer Abmischungen mit Carbonsäureestern als Schmiermittelkomponente in wasserbasierten Bohrspülsystem zum Erdreichaufschluß
FR2773816B1 (fr) * 1998-01-19 2001-05-04 Inst Francais Du Petrole Fluide et methode pour liberer des elements tubulaires coinces dans un puits
DE19852971A1 (de) * 1998-11-17 2000-05-18 Cognis Deutschland Gmbh Schmiermittel für Bohrspülungen
FR2811326B1 (fr) * 2000-07-05 2003-09-05 Inst Francais Du Petrole Methode et fluide pour controler la saturation d'une formation aux abords d'un puits
US7238647B2 (en) * 2000-07-05 2007-07-03 Institut Francais Du Petrole Method and fluid for controlling the saturation of a formation around a well
US20060111245A1 (en) * 2004-11-23 2006-05-25 Carbajal David L Environmentally friendly water based mud deflocculant/ thinner
WO2008155333A1 (en) * 2007-06-20 2008-12-24 Akzo Nobel N.V. A method for preventing the formation of calcium carboxylate deposits in the dewatering process for crude oil/water streams
FR3075814B1 (fr) * 2017-12-27 2020-01-17 Oleon Nv Additif lubrifiant solide

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3007864A (en) * 1957-11-06 1961-11-07 Puget Sound Pulp & Timber Co Drilling muds and the like incorporating a treated sulfonated lignin containing material, and process for producing same
US3047493A (en) * 1958-05-26 1962-07-31 Gulf Research Development Co Drilling process and water base drilling muds
US3047494A (en) * 1959-04-16 1962-07-31 Milwhite Mud Sales Company Method of controlling the extra pressure lubrication of drilling muds
FR1279744A (fr) * 1961-01-25 1961-12-22 British Petroleum Co Boue de forage pour puits de pétrole et de gaz
US3712393A (en) * 1971-01-20 1973-01-23 Atlantic Richfield Co Method of drilling
US3761410A (en) * 1971-03-22 1973-09-25 Nl Industries Inc Composition and process for increasing the lubricity of water base drilling fluids
CA1023239A (en) * 1973-05-01 1977-12-27 Leroy L. Carney Water-in-oil emulsions and emulsifiers for preparing the same
CA1069290A (en) * 1974-08-27 1980-01-08 Leroy L. Carney Oxazolidine friction reducing additives for aqueous drilling fluids
US4181617A (en) * 1978-02-13 1980-01-01 Milchem Incorporated Aqueous drilling fluid and lubricant composition

Also Published As

Publication number Publication date
US4409108A (en) 1983-10-11
NO811850L (no) 1981-12-03
GB2077327B (en) 1984-05-10
FR2483453A1 (fr) 1981-12-04
GB2077327A (en) 1981-12-16
IT8122100A0 (it) 1981-06-02
IT1196924B (it) 1988-11-25
JPS57164185A (en) 1982-10-08
BR8103478A (pt) 1982-02-24

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8102662A (nl) Werkwijze voor het verminderen van de wrijving tussen een roteerbaar metalen voorwerp en een aangrenzend oppervlak, boorvloeistof waarmee wrijving kan worden verminderd en toevoegsels voor een dergelijke boor- vloeistof of spoeling.
US10538692B2 (en) Development of anti-bit balling fluids
DE68927867T2 (de) Verwendung von Polyalphaolefinen beim Bohren von Bohrlöchern
US5057234A (en) Non-hydrocarbon invert emulsions for use in well drilling operations
US7231976B2 (en) Method of treating an oil or gas well with biodegradable low toxicity fluid system
EP2280051B1 (en) Secondary emulsifiers for inverted emulsion fluids and methods for making an using same
EP0398113B1 (de) Verwendung ausgewählter Esteröle in Wasser-basierten Bohrspülungen vom O/W-Emulsionstyp sowie entsprechende Bohrspülflüssigkeiten mit verbesserter ökologischer Verträglichkeit
US20060096758A1 (en) Method of treating an oil or gas well with biodegradable low toxicity fluid system
EP0512501B1 (de) Verwendung von Acetalen
CA3015229A1 (en) Lubricant for drilling and drill-in fluids
WO2014004968A1 (en) Environmentally friendly solvent systems/surfactant systems for drilling fluids
GB2461798A (en) Method of increasing lubricity of brine-based drilling fluids and completion brines
FR2563228A1 (fr) Composition de fluides de forage de type inverse a base d&#39;huile
GB2283036A (en) Drilling fluid
EP1862523A1 (de) Bohrspülung mit geringer Toxizität
WO1983002949A1 (en) Drilling fluids and methods of using them
MXPA05002030A (es) Agente de suspension.
EP0753034A1 (en) Drilling mud
US2667457A (en) Method for producing gels
DE2132058A1 (de) Methylalkylsilikonfettzusammensetzung
EP1697482B1 (fr) Fluide de puits à base d&#39; huile comprenant un système émulsifiant non-polluant, utilisable pour tout type d&#39; huile de base et stable vis-à -vis de la formation des hydrates de gaz
EP0134173A1 (fr) Compositions adjuvantes pour fluides de forage
DE19543185A1 (de) Flüssigkristallines Schmierfett
DE1594454A1 (de) Emulgierbare Masse
WO2024112545A1 (en) Liquid weighting agents for oil-based fluids

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: M-I DRILLING FLUIDS COMPANY

BV The patent application has lapsed