NL8102336A

NL8102336A - CLOTH.

Info

Publication number: NL8102336A
Application number: NL8102336A
Authority: NL
Original assignee: James Ind Ltd
Priority date: 1980-05-13
Filing date: 1981-05-12
Publication date: 1981-12-01
Also published as: DK186181A; DE3119040A1; JPS573607A; CA1154908A; GB2077579A; SE8102951L; AU537251B2; AU7020481A; NO811618L; FR2482453A1; NZ197051A; CH642533A5; DE3119040C2; GB2077579B

Description

v ï • p & cv ï • p & c

W 5631-2 Ned.dB/LvDW 5631-2 Ned.dB / LvD

DoekbedCloth bed

De uitvinding heeft betrekking op bedden van de soort waarin een patiënt wordt gesteund door een buigzame doek van netmateriaal, welke 5 is geslagen om twee in hoofdzaak evenwijdige assen, waarop-de einden van het doek worden opgewikkeld. Dergelijke bedden zijn bijzonder nuttig bij het voorkomen en het behandelen van het doorliggen van patiënten en worden hieronder verder aangeduid met "doekbedden".The invention relates to beds of the type in which a patient is supported by a flexible cloth of net material, which is wrapped about two substantially parallel axes, on which the ends of the cloth are wound. Such beds are particularly useful in preventing and treating patient bedsores and are further referred to herein as "cloth beds".

Zij vergemakkelijken ook het transport van gedragen patiënten, daar de 10 assen in de zelfde richting kunnen worden geroteerd voor het overbrengen van het doek van de ene as op de andere, waardoor een patiënt op het doek wordt omgerold en in die stand weer op het doek wordt geplaatst, of zij kunnen in tegengestelde richting worden geroteerd voor het omhoog- of het omlaag brengen van de patiënt ten opzichte van een 15 gebruikelijke matras of ander steunvlak lager dan het doek.They also facilitate the transportation of worn patients, as the 10 axes can be rotated in the same direction to transfer the canvas from one axis to the other, thus rolling a patient onto the canvas and then back onto the canvas or they can be rotated in opposite directions to raise or lower the patient relative to a conventional mattress or other support surface lower than the cloth.

Dergelijke .doekbedden worden algemeen gebruikt, maar de bevestiging van de doekeinden aan de assen geeft problemen. Deze bevestiging moet snel en eenvoudig kunnen plaatsvinden, maar moet vast en betrouwbaar zijn. De bekende bedden geven in het algemeen de veiligheid ten koste 20 van het gemak en de eenvoud.Such fabric beds are commonly used, but the attachment of the fabric ends to the shafts presents problems. This confirmation must be quick and easy, but must be firm and reliable. The known beds generally provide safety at the expense of convenience and simplicity.

Bij het opwikkelen van het doek na bevestiging aan een as is het belangrijk dat dit verloopt over de bovenzijde van de as en niet er beneden. In het laatste geval bestaat namelijk het gevaar dat de hand, van bijvoorbeeld de patiënt, geraakt tussen het doek en de as bij het 25 omhoog brengen of draaien van de patiënt op het doek. De op dit ogenblik gebruikte bevestigingswijzen geven geen bescherming tegen het onjuist opwikkelen van het doek op een as, in de verkeerde richting, door een ongeschoolde of haastige bedienende persoon.When winding the fabric after attaching it to an axle, it is important that it runs over the top of the axle and not below it. Namely, in the latter case, there is a danger that the hand, for example of the patient, gets caught between the cloth and the shaft when the patient is raised or rotated on the cloth. The mounting methods currently used do not protect against improperly winding the fabric on an axle, in the wrong direction, by an unskilled or hasty operator.

In de Nederlandse octrooiaanvrage 7906940 van de zelfde 30 Aanvraagster is een doekbed beschreven waarvan de assen een aandrijfkoppe- ling/remeenheid omvatten met een uitstekende aandrijfas, waarop een op- , // windkruk is gemonteerd. Deze eenheid remt de as af tegen beweging in een richting, wanneer niet aan de kruk wordt gedraaid, d.w.z. de richting waarin het gewicht van een op de juiste wijze ondersteunde patiënt de 35 as zou draaien. De as is vrij om te draaien in de andere richting en wanneer dus het doek onjuist is opgewikkeld zou een omhooggebrachte patiënt onder invloed van de zwaartekracht vrij naar omlaag vallen bij het loslaten van de krukken. Daarom is het bij deze overigens gunstige koppeling/reminrichting dubbel belangrijk dat het doek op de juiste wijze 40 op de assen is gewikkeld.In the Dutch patent application 7906940 of the same applicant, a cloth bed is described, the shafts of which comprise a drive coupling / braking unit with a protruding drive shaft, on which a wind-up crank is mounted. This unit brakes the shaft against movement in a direction when the crank is not turned, i.e. the direction in which the weight of a properly supported patient would turn the shaft. The shaft is free to rotate in the other direction and if the cloth is thus wound up incorrectly, an elevated patient would fall down freely under the influence of gravity when releasing the cranks. Therefore, in this otherwise favorable coupling / braking device, it is doubly important that the cloth is wound correctly on the shafts.

81 0 2 3 3 6 - 2 -81 0 2 3 3 6 - 2 -

Volgens de uitvinding heeft elke as van een doekbed een reeks vasthoudhaken, welke op onderlinge afstanden zijn aangebracht langs de werkzame lengte van de as en die zodanige afmetingen hebben dat zij in ingrijping kunnen komen met de openingen van het netmateriaal van het 5 doek dat moet worden opgewikkeld, welke haken zich dicht bij het oppervlak van de as bevinden en zijn gericht naar een zijde van de radiaal, zodat ij het doek slechts kan worden aangehaakt en op de as gewikkeld in een richting, waarbij de assen van het bed zijn uitgevoerd als rechtse en linkse as met betrekking tot de richting van de haken en zodanig, dat zij alleen 10 passen in de linkersteunen resp. re ch ter steunen van een frame van het bed.According to the invention, each axis of a fabric bed has a series of retaining hooks spaced along the effective length of the axis and sized to engage the openings of the fabric netting to be wound, which hooks are close to the surface of the shaft and are directed to one side of the radial, so that the cloth can only be hooked and wound on the shaft in a direction, the axes of the bed being designed as right and left axis with regard to the direction of the hooks and such that they only fit in the left supports respectively. right to support a frame of the bed.

Bij voorkeur zijn de vasthoudhaken aangebracht in op onderlinge afstand liggende groepen, waarbij elke groep is gevormd aan een vasthoud-plaat, welke is bevestigd aan het asoppervlak. De groep haken van elke plaat wordt bij voorkeur vervaardigd met een stans- en persbewerking en 15 de plaat kan aan een buisvormige as worden bevestigd door middel van blinde klinknagels.Preferably, the retaining hooks are arranged in spaced groups, each group being formed on a retaining plate attached to the shaft surface. The group of hooks of each plate is preferably made by punching and pressing, and the plate can be attached to a tubular shaft by means of blind rivets.

Het doek van het bed is bij voorkeur voorzien van drie gekleurde strepen, welke in de dwarsrichting van het doek zijn aangebracht, d.w.z. in de langsrichting van het bed, waarbij een streep met een kleur zich in 20 het midden van het bed bevindt en twee strepen van een andere kleur resp. zijn aangebracht op korte afstand van de beide einden van het doek. De eerste streep maakt het de bedienende persoon mogelijk het doek te centreren tussen de assen, terwijl de beide andere strepen een signaal geven, dat aanwijst dat het doek niet verder van de betreffende as moet 25 worden af gewikkeld. Wanneer dergelijke strepen niet zijn aangebracht, of wanneer men niet let op een eindstreep is het mogelijk dat het doek geheel wordt afgewikkeld, waardoor de patiënt zou vallen. Teneinde dit te voorkomen kan het doekbed volgens de uitvinding een eindz'ak hebben, waar doorheen de betreffende as verloopt teneinde het doek steeds vast 30 te houden. Dit is bijzonder gunstig met de haken volgens de uitvinding, daar, nadat het doek geheel is af gewikkeld, de afwikkelbeweging van de as kan doorgaan maar het doek en de patiënt niet vallen en de haken het doek loslaten, waardoor de as vrij in de zak kan draaien.The cloth of the bed is preferably provided with three colored stripes, which are arranged in the transverse direction of the cloth, ie in the longitudinal direction of the bed, a stripe with a color being in the middle of the bed and two stripes of a different color resp. are applied a short distance from both ends of the fabric. The first stripe allows the operator to center the cloth between the shafts, while the other two stripes give a signal indicating that the cloth should not be unwound further from the shaft concerned. If such stripes are not applied, or if a finishing line is ignored, the cloth may unwind completely, causing the patient to fall. In order to prevent this, the cloth bed according to the invention can have an end bag through which the relevant shaft extends in order to always hold the cloth. This is particularly advantageous with the hooks according to the invention, since after the cloth has been completely unwound, the unwinding movement of the shaft can continue but the cloth and the patient do not fall and the hooks release the cloth, leaving the shaft free in the bag can rotate.

Elk einde van het doek kan een met permanente steken gevormde 35 zak hebben, waar doorheen de as moet worden gestoken wanneer het doek aan de as wordt bevestigd, maar teneinde de noodzaak hiervan te vermijden kan een tijdelijke zak of kunnen een aantal korte zakdelen worden gevormd, nadat het einde van het doek aan de as is aangebracht. Hiertoe kan het doek worden gehaakt aan de as met haken volgens de uitvinding, 40 op enige afstand van het einde daarvan, waarbij het vrije einde van het 8102336 - 3 - doek wordt bevestigd aan het hoofdgedeelte van het doek door een buigzame strook of staaf, die wordt geregen door de openingen van het netmateriaal van het doek. Een aantal korte staafjes, bijvoorbeeld van nylon met een diameter van bijvoorbeeld drie milimeter, kunnen worden gestoken door 5 het doek op deze wijze, waardoor een aantal op onderlinge afstand liggende zakdelen aan de einden van het doek worden gevormd.Each end of the cloth can have a permanent stitched bag, through which the shaft must be inserted when the cloth is attached to the shaft, but in order to avoid the necessity of this, a temporary bag or a number of short bag parts can be formed , after the end of the cloth is attached to the shaft. To this end, the cloth can be hooked to the hook with a hook according to the invention 40 at some distance from its end, the free end of the 8102336-3 cloth being attached to the main body of the cloth by a flexible strip or rod, which is threaded through the openings of the net material of the cloth. A number of short rods, for example of nylon with a diameter of, for example, three millimeters, can be inserted through the cloth in this way, whereby a number of mutually spaced bag parts are formed at the ends of the cloth.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld van het doekbed volgens de uitvinding is weergegeven.The invention will be explained in more detail below with reference to the drawing, in which an embodiment of the cloth bed according to the invention is shown.

10 Fig. 1 is een aanzicht in perspectief van een compleet doekbed, gezien vanaf een einde.FIG. 1 is a perspective view of a complete fabric bed viewed from one end.

Pig. 2 toont een deel van een as van het bed van fig. 1, met doek_vasthoudorganen volgens de uitvinding, die een bepaalde wijze van bevestigen van het doek vertegenwoordigen.Pig. 2 shows part of an axis of the bed of FIG. 1, with fabric retaining members according to the invention representing a particular method of securing the fabric.

15 Pig. 3 toont het doek terwijl het wordt bevestigd aan een as.Pig. 3 shows the canvas as it is attached to an axle.

Pig. 4 toont een vasthoudplaat als weergegeven in fig. 2 en 3.Pig. 4 shows a holding plate as shown in FIGS. 2 and 3.

Pig. 5 is een dwarsdoorsnede volgens V-V van fig. 4.Pig. 5 is a cross section along V-V of FIG. 4.

Het weergegeven doekbed bestaat uit een buigzaam doek 1 van netmateriaal, 20 dat ook met net kan worden aangeduid en is aangebracht tussen twee evenwijdige opwikkelassen 2 en 3, waarop de einden van het doek 1 worden gewikkeld, zoals blijkt uit fig. 1. Een samenklapbaar steunframe 4, in hoofdzaak bestaande uit buizen, verschaft op onderlinge afstand liggende steunen 5 en 6 aan een einde van het frame en op gelijke afstanden liggen-25 cfe steunen 7, 8 aan het andere einde van het frame, in welke steunen de einden van de assen 2, 3 worden gesteund. De konstructie van het frame is beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage 7906940 en wordt hier niet verder besproken.The cloth bed shown consists of a flexible cloth 1 of net material 20, which can also be referred to as net, and is arranged between two parallel winding shafts 2 and 3, on which the ends of the cloth 1 are wound, as can be seen from Fig. 1. A collapsible support frame 4, mainly consisting of tubes, provides spaced supports 5 and 6 at one end of the frame and equidistant supports 7, 8 at the other end of the frame, in which supports the ends of axes 2, 3 are supported. The construction of the frame is described in Dutch patent application 7906940 and is not discussed further here.

De assen 2,3 zijn in detail weergegeven in fig. 1 en 3 en 30 bestaan elk uit een buis 9, waarom het betreffende einde van het doek 1 wordt gewikkeld en die verloopt tussen eindorganen 10, 11. Elk eind- orgaan 10 heeft een opwindkruk 12, waarmee de as kan worden gedraaid door middel van een aandrij fkoppeling/remeenheid 13. De eenheden 13 hebben een huis met een vierkant uitwendig profiel, zodat zij niet-draaibaar kunnen 35 liggen in de bijbehorende steunen 5, 6, die déze eenheden opnemen in rechthoekige uitsparingen.The shafts 2,3 are shown in detail in Figs. 1 and 3 and 30 each consist of a tube 9, around which the respective end of the cloth 1 is wound and which extends between end members 10, 11. Each end member 10 has a winding crank 12, with which the shaft can be rotated by means of a drive coupling / braking unit 13. The units 13 have a housing with a square external profile, so that they can lie non-rotatably in the associated supports 5, 6, which these units into rectangular recesses.

De assen 2, 3 zijn rechts of links uitgevoerd, zodat zij alleen passen aan de linkerzijde, resp. de rechterzijde van het frame 4. Daartoe heeft de steun 7, evenals het bijbehorende eindorgaan 11, andere afmetingen 40 dan de andere steun 7, waarin het andere eindorgaan 11 past. Elk eindor- 81 0 2 3 3 6 '5 - $ - 4 - gaan 11 omvat een getrapt ringvormig legeronderdeel dat rust in de bijbehorende steun 7 of 8 en een glijleger vormt, waardoor vrije rotatie mogelijk is van de as, wanneer deze wordt gedraaid met de bijbehorende kruk 12. De eindorganen 10, 11 van de assen zijn eveneens in detail be-5 schreven in de Nederlandse octrooiaanvrage 7906940, waarnaar hier wordt verwezen.The shafts 2, 3 are made on the right or left, so that they only fit on the left, respectively. the right side of the frame 4. For this purpose the support 7, like the associated end member 11, has different dimensions 40 than the other support 7, in which the other end member 11 fits. Each end member 81 0 2 3 3 6 '5 - $ - 4 - going 11 includes a stepped annular bearing member that rests in the associated support 7 or 8 and forms a sliding bearing, allowing free rotation of the shaft when rotated with the associated crank 12. The end members 10, 11 of the shafts are also described in detail in Dutch patent application 7906940, to which reference is made here.

De eenheden 13 werken zodanig, dat de krukken 12 in de beide richtingen kunnen worden gedraaid, afhankelijk van de vraag of het doek 1 moet worden opgewikkeld'of afgewikkeld op de eenheden 2, 3.The units 13 operate in such a way that the cranks 12 can be rotated in both directions, depending on whether the cloth 1 is to be wound or unwound on the units 2, 3.

10 In de ene richting vormt elke eenheid 12 een koppelingsaandrijving voor het opwikkelen van het doek 1, terwijl het geheel normaal wordt af geremd tegen rotatie in de andere richting tegen de zwaartekrachtbelasting van het doek 1, waarop de patiënt rust. Wanneer de kruk 12 in de juiste richting daartoe wordt gedraaid, bij het omlaag bewegen van de patiënt, 15 wordt de rem van de bijbehorende eenheid 13 vrijgemaakt, zodat de rotatie onder invloed van de zwaartekracht kan plaatsvinden. Daar de aandrijf-en remrichtingen verschillend zijn voor de beide eenheden 13 is het van belang dat de eenheden 2, 3 rechts resp. links zijn uitgevoerd, zoals beschreven, zodat zij alleen passen aan de juiste zijde van het frame 20 en het is duidelijk dat het verder wezenlijk is dat het net 1 wordt opgewikkeld over de bovenzijde van elke as, zoals weergegeven in fig. 1, zodat de remwerking van elke eenheid 13 de zwaartekrachtbelasting tegenwerkt.In one direction, each unit 12 forms a clutch drive for winding the cloth 1, while the whole is normally braked against rotation in the other direction against the gravitational load of the cloth 1, on which the patient rests. When the crank 12 is turned in the correct direction thereto, when the patient is lowered, the brake of the associated unit 13 is released, so that the rotation can take place under the influence of gravity. Since the drive and braking directions are different for both units 13, it is important that units 2, 3 on the right and on the left, as described, so that they only fit on the right side of the frame 20 and it is clear that it is further essential that the net 1 is wound over the top of each axis, as shown in fig. 1, so that the braking action of each unit 13 counteracts the gravitational load.

Het doek 1 heeft een ingeweven dwarse streep 14 van een bepaalde 25 kleur, die is aangebracht in het midden van de lengte van het doek, als hulpmiddel voor de bedienende persoon voor het centreren van het doek 1 tussen de assen 2, 3. Een korte afstand van elk einde heeft het doek ook een soortgelijke ingeweven streep 14' van een andere kleur, als signaal dat wanneer een van deze strepen verschijnt-, het doek niet verder 30 moet worden afgewikkeld van de betreffende as.The cloth 1 has a woven transverse stripe 14 of a certain color, which is arranged in the middle of the length of the cloth, as an aid for the operator to center the cloth 1 between the axes 2, 3. A short spaced from each end, the fabric also has a similar interwoven stripe 14 'of a different color, as a signal that when one of these stripes appears, the fabric must not be further unwound from the respective axis.

Voor het vasthouden van het doek heeft elke buisvormige as, zoals 9 volgens fig. 2, een daaraan bevestigde, axiaal op een lijn liggende rij op onderlinge afstand aangebrachte vasthoudplaten 15, die elk aan de as zijn bevestigd met blinde klinknagels 16, in gaten 17 in de platen, 35 waarvan er een in detail is weergegeven in fig. 4 en 5. Elke plaat 15 wordt vervaardigd door stansen en persen, waardoor een gebogen profiel 18 wordt verkregen met de zelfde straal als het buitenvlak van de as 9, evenals een rij van vier op afstand liggende getrapte haken 19, die, wan:-; neer de plaat is aangebracht, verlopen dicht bij het oppervlak van de as 40 9 en zijn gericht naar een zijde van de radiale richting. Het doek 1 kan 8102336 ίν ; - 5 - daardoor aan de as worden gehaékt en vastgehouden door de haken 19 op de wijze van fig. 3. De noodzaak om de assen 2, 3 rechts resp. links uit te voeren en van het opwikkelen van het doek 1 over de bovenzijde van de assen, is reeds verklaard en het is duidelijk dat.de platen 15 5 dus zodanig aan de assen moeten worden aangebracht, dat de haken 19 in de juiste richting steken, namelijk zodanig dat zij in de opwikkelrichting werken.For holding the cloth, each tubular shaft, such as 9 of FIG. 2, has an attached axially aligned row of spaced holding plates 15, each of which is attached to the shaft with blind rivets 16, in holes 17 in the plates, 35 one of which is shown in detail in fig. 4 and 5. Each plate 15 is manufactured by punching and pressing, whereby a curved profile 18 is obtained with the same radius as the outer surface of the shaft 9, as well as a row of four spaced stepped hooks 19, which, when: -; When the plate is mounted, it extends close to the surface of the shaft 40 9 and faces one side of the radial direction. The fabric 1 can be 8102336; - 5 - thereby be hooked to the shaft and held by the hooks 19 in the manner of fig. 3. The necessity to move the shafts 2, 3 right and to the left and of the winding of the cloth 1 over the top of the shafts has already been explained and it is clear that the plates 15 must therefore be arranged on the shafts in such a way that the hooks 19 protrude in the correct direction. namely such that they operate in the winding direction.

Fig. 3 toont het doek 1 terwijl het met een eindwand wordt bevestigd aan de betreffende vasthoudhaken 19 en met het oog op de aan-10 dra.jving in een richting, verschaft door deze haken, is het gewenst dat het einde van het doek 1 bevestigd blijft aan de as wanneer het doek geheel wordt afgewikkeld door een onervaren of onoplettende bedienende persoon. Het is duidelijk dat dit slechts een veiligheidsmaatregel is en niet essentieel is daar de gekleurde streep 14 bij het einde normaal 15 de bedieningspersoon moet waarschuwen. Wanneer het doek wordt bevestigd volgens fig. 3 kan het zijn voorzien van een aantal niet weergegeven eindlussen, bijvoorbeeld vier op onderlinge afstand liggende lussen, waar doorheen de as wordt gestoken, teneinde het afvallen van het doek te voorkomen.Fig. 3 shows the cloth 1 while it is attached with an end wall to the respective retaining hooks 19 and in view of the thread in a direction provided by these hooks, it is desirable that the end of the cloth 1 remain fixed on the shaft when the cloth is completely unwound by an inexperienced or unwary operator. It is clear that this is only a safety measure and is not essential as the colored stripe 14 at the end should normally warn the operator. When the fabric is attached as shown in Figure 3, it may include a number of end loops (not shown), for example four spaced loops, through which the shaft is inserted to prevent the fabric from falling off.

20 Fig. 2 toont schematisch een andere wijze waarop het zelfde resultaat kan worden bereikt. In dat geval wordt het doek bevestigd aan de haken op enige afstand van het einde van het doek en wordt het doek over de as geslagen terug op zichzelf, voor het verschaffen van een tijdelijke eindzak, die wordt gevormd door korte nylon staafjes 20 25 die worden geregen door de openingen van de beide lagen van het doek 1 op een aantal punten in de breedterichting daarvan. Hierdoor is het niet nodig de as in te steken door de aan het doek bevestigde eindlussen of door een permanent vastgenaaide eindzak, hoewel een dergelijke vaste zak of andere maatregelen kunnen worden toegepast, waardoor het einde van 30 het net wordt vastgehouden terwijl voortgaande rotatie van de as in de afwikkelrichting plaatsvindt.FIG. 2 schematically shows another way in which the same result can be achieved. In that case, the cloth is attached to the hooks some distance from the end of the cloth and the cloth is wrapped over the shaft back on itself, to provide a temporary end pocket which is formed by short nylon rods which are threaded through the openings of the two layers of the fabric 1 at a number of points in the width direction thereof. This eliminates the need to insert the shaft through the end loops attached to the fabric or through a permanently sewn end bag, although such a fixed bag or other measures may be employed, holding the end of the net while continuing rotation of the net. axis takes place in the unwinding direction.

81023368102336

Claims

Bed of the type in which a patient is supported on a flexible cloth of net material, provided with two substantially parallel axes, on which the ends of the cloth are wound, and of a frame with left and right supports at each end of the bed for the two shafts, characterized in that each shaft (9) has a series of retaining hooks (19) spaced along the working length of the shaft (9) and of such dimensions that they can engage in the openings of the net material \ l), which hooks (19) are located close to the surface of the shaft (9) and are directed to one side of the radial, such that the cloth (1) can only be hooked in one direction to the shaft and can be wound thereon, the two shafts (9) on the right and links are made with respect to the direction of the hooks (19) and in such a way that they each only fit in the correct of the left and right supports (5, 6).

Bed according to claim 2, characterized in that the retaining hooks (19) are arranged in spaced groups, each group being arranged on a retaining plate (15) attached to the respective shaft surface.

Bed according to claim 2, characterized in that the group of hooks 20 (19) of each holding plate (15) is produced by punching and pressing.

Bed according to claim 3, characterized in that the shafts (9) are tubular and each retaining plate (15) is attached to the respective shaft with blind rivets (16).

Bed according to any one of the preceding claims, characterized in that the flexible cloth (1) has three colored stripes (14, 14 ') arranged in the transverse direction of the cloth, ie in the longitudinal direction of the bed, namely a central stripe (14) of one color and two stripes (14 ') of a different color, each a short distance from one end of the fabric (1).

Bed according to any one of the preceding claims, characterized in that the cloth (1) has end pockets or end loops, through which the shafts (9) extend such that the cloth (1) is still held thereon when the whole has been unwound.

Bed according to claim 6, characterized in that a temporary bag or a number of short bag parts are formed at each end of the cloth (1) after attachment to the relevant shaft (9).

Bed according to claim 7, characterized in that each temporary bag or short pocket part is formed by attaching the free end part 8102336 -7% * 5y. of the cloth (1) to the main body thereof by means of a flexible strip or rod (20) / threaded through the openings of the net material of the cloth (1).

9. A net according to any one of the preceding claims, characterized in that the shafts have end members which fit into the supports of the frame and form bearings in which the shaft rotates when winding and unwinding the cloth, characterized in that the the end members (10) of the two shafts and the associated left and right supports (5, 6) have different dimensions.

10 --- ++ --- 8102336