NL8102238A - Werkwijze voor het maken van een ondergronds werk. - Google Patents

Description

* f. ^ -¾ -1- VO 1930

Werkwijze voor het maken van een ondergronds werk.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het maken van een ondergronds werk, in het bijzonder een tunnel voor een metrostation grond en volgens deze werkwijze vervaardigd werk.

Uit het Belgische octrooischrift 864.136 is een werkwijze 5 voor het vervaardigen van dergelijke werken bekend onder toepassing van gestutte en gebetonneerde sleuven, welke de vertikale wanden van het werk vormen en buizen welke evenwijdig aan die wanden in de grond worden gedrukt en het dak daarvan vormen.

Volgens een andere werkwijze worden buizen, welke het 10 dak vormen haaks op de langsas van het werk in de grond gedrukt en derhalve haaks op de vertikale wanden.

Volgens de bekende stand van de techniek worden deze buizen aangebracht uitgaande van een langsgang, die wordt gemaakt door uitgraven en vervolgens stutten.

15 De bekende methoden hebben bepaalde nadelen. De construc ties, welke de werkwijze mogelijk maken, vergen bij het opstellen veel tijd. In de fundering van de grond kunnen verzakkingen ontstaan in wegen, spoorwegen, en dergelijke, waaronder het werk moet worden gemaakt. Ook de veiligheid voor de arbeiders geeft problemen.

20 Het doel van de uitvinding is de geschetste nadelen te ondervangen en het maken van ondergronds werk te vereenvoudigen en te versnellen.

Daartoe verschaft de uitvinding een werkwijze voor het maken van ondergronds werk van het type, waarbij allereerst een eerst 25 longitudinaal kanaal wordt gevormd, vervolgens een eerste zijwand bij voorkeur uit beton, welke in hoofdzaak vertikaal staat en de eerste zijwand van het werk begrenst, welke wand wordt verkregen door het vullen van een gegraven sleuf of schacht, waaruit het eerste kanaal, het in de grond drijven van een eerste serie mechanische sterke buizen, 30 uitgaande van bedoeld kanaal, en bij voorkeur horizontaal en haaks op het vlak van de sleuf of schacht, welke buizen dienen ter vorming van het dak van het werk, het voor of na het indrijven van de buizen maken van een tweede ondergronds kanaal, dat in hoofdzaak evenwijdig loopt aan het eerste, aangrenzend aan bedoelde eerste buizen, het op 35 de wijze van de eerste vervaardigen van een tweede zijwand, welke nagenoeg vertikaal loopt en de andere zijwand van het werk begrenst en 8102238 -2- . het betonneren van die kanalen en de buizen, welke werkwijze gekenmerkt is doordat tenminste een van de kanalen wordt gevormd uit een serie tweede, mechanisch sterke buizen, welke in de grond worden gedreven, schachten worden gegraven, uitgaande van de eerste openingen aan de 5 onderzijde van de tweede buizen en uitgaande van tweede openingen in een zijde van die buizen, dè-.eerste buizen worden ingedreven.

Volgens een ander kenmerk van de uitvinding wordt als tweede kanaal een gestutte gallerij gemaakt, welke onder de eerste buizen ligt, welke gallerij wordt gevormd na het indrijven van de 10 eerste buizen, welke voldoende ver worden doorgedrukt om als bescherming voor de uit graving van de gallerij te dienen. Volgens een verder kenmerk van de uitvinding worden tegelijkertijd twee kanalen uit bedoelde tweede buizen gevormd, waarna de serie eerste buizen wordt ingedreven, hetzij uitgaande van een kanaal of van beide.

T5 Verdere bijzonderheden van de uitvinding worden onder verwijzing naar de tekening toegelicht. Daarin toont: figuur 1 schematisch een vertikale doorsnede van de eerste constructiefase van de tunnel volgens de bekende stand van de techniek; 20 · figuur 2 een vertikale dwarsdoorsnede van de werkfase van een tunnel volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitviding, figuur 3 een vertikale dwarsdoorsnede van een werkfase van een tunnel overeenkomstig een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding.

25 Teneinde een beter inzicht van de uitvinding te ver krijgen, wordt aan de hand van figuur 1 de bekende stand van de techniek besproken.

Door 1 is het grondvlak weergegeven, bijv. een weg in een stad, welke omgeven is door constructiedelen 2. De ingetekende 30 persoon geeft een indicatie van de schaal.

De bekende stand van de techniek omvat uitgaande van niet weergegeven toegangsputten, het graven van een horizontale gallerij 3, welke op bekende wijze bij t, 5 en 6 wordt gestut. Deze gallerij wordt uitgegraven onder bescherming van ingedreven buizen 7,welke een kleine 35 diameter hebben.

De gallerij 3 heeft voldoende afmeting, zodat arbeiders zich daarin kunnen verplaatsen en de noodzakelijke werkzaamheden kunnen 8102238 . - »v -3- uitvoeren, in het bijzonder hij het graven van een gleuf of schacht 8, welke in hoofdzaak vertikaal staat.

Deze schacht wordt naarmate dieper wordt gegraven gestut of met stijve planken 9 met elementen 10 van bekend type geschoord.

5 Uitgaande van de gallerij 3worden bij voorkeur horizontaal en haaks op het vlak van de schacht 8 een serie buizen 11 door bekende middelen, zoals hydraulische vijzels in de grond gedreven. Ha het installeren van deze buizen wordt de grond, welke zich in het buisvormige kanaal bevindt, uitgegraven en vervolgens afgevoerd. Vervolgens 10 worden de buizen gewapend en gebetonneerd waarna zij het dak van de tunnel vormen. De verbindingselementen van bekend type kunnen worden toegepast om voldoende stijfheid tussen de rijen evenwijdig lopende buizen te verkrijgen.

Men graaft vervolgens een tweede in langsrichting verlo-15 pende gallerij 12, welke in hoofdzaak evenwijdig loopt aan de gallerij 3. Deze gallerij wordt eveneens gestut. De buizen 11 worden voldoende ver doorgedrukt om bij het graven van deze gallerij voldoende bescherming te geven. Vervolgens wordt een sleuf of schacht 13 gegraven en wordt deze gestut op de wijze als beschreven met betrekking tot schacht 20 of sleuf 8. Vervolgens worden de schachten 8 en 13 gevuld met beton, zodat zij de in hoofdzaak vertikaal lopende wanden gaan vormen, welke de twee zijden van de tunnel begrenzen. De gallerij en 3 en 12 worden eveneens gebetonneerd.

Tenslotte wordt de grond, welke zich bevindt tussen de 25 verkregen zijwanden als gevolg van het volstorten van de schachten of sleuven 8 en 13 en de buizen 11 weggegraven.

Deze bekende werkwijze heeft de hierboven omschreven bezwaren, terwijl zich voorts ook verzakkingen nabij de gallerij 3 kunnen voordoen.

30 De uitvinding wordt aan de hand van de hierna volgende figuren toegelicht, waaruit duidelijk blijkt, dat bezwaren van de bekende methode worden ondervangen.

Zoals blijkt uit figuur 2 wordt volgens de uitvinding de gestutte gallerij 3 vervangen door een buisvormig kanaal lh, dat in hoofd-35 zaak cylindrisch is en bestaat uit een aantal tweede buizen 15, welke mechanisch sterk zijn en bij voorkeur horizontaal in de grond zijn gedreven. Evenals bij het maken van een gestutte gallerij wordt vanaf het 8102238 JΤ' i -4- grondoppervlak een "bouwput tot op het gewenste niveau gegraven. De "buizen 15 worden vervolgens horizontaal in de grond gedreven door bijv. vijzels. Vervolgens wordt op de reeds beschreven wijze te werk gegaan.

In figuur 2 zijn voor delen, welke overeenstemmen met die volgens fi-5 guur 1, dezelfde verwijzingscijfers gebruikt. Openingen 16 worden aan de onderzijde van de buis 15 aangebracht en uitgaande van deze openingen wordt een schacht 8 gegraven, welke vervolgens wordt gestut en gebetonneerd. Een opening 17 wordt in een zijde van de buizen 15 aangebracht voor het inpèrsen van de buizen 11. Vervolgens wordt een 10 gallerij 12 en een schacht 13 gegraven.

De buizen, welke worden gebruikt voor het kanaal 1U zijn bij voorkeur van hetzelfde type als die voor de buizen 11, d.w.z. zij zijn vervaardigd uit geschikt mechanisch sterk materiaal bijv. uit staal, gewapend beton, voorgespannen beton, asbest cement of kunststof. De· T5 buizen 15 hebben een diameter, welke overeenstemt met die van het kanaal 4, zodat arbeiders zich daar gemakkelijk in kunnen verplaatsen en hun werk kunnen uitvoeren.

Het maken van een kanaal 14 uitgaande van buizen 15, heeft een aantal voordelen. Al..het handwerk, dat noodzakelijk is voor 20 het uitgraven, komt te vervallen, zo ook het stutten of schoren van de gallerij 3. De buizen 15 geven een zeer grote veiligheid, terwijl de buizen 7, welke worden gebruikt bij de bekende methode, kunnen vervallen. Verzakkingen nabij het kanaal 4 zijn ondervangen, zodat de werkzaamheden ook betrekkelijk dicht onder het grondoppervlak kunnen 25 plaatsvinden, althans veel dichter dan. bij de bekende methode.

Een ander belangrijk kenmerk van de nieuwe methode moet: worden bezien in het kanaal 4, dat wordt gemaakt uitgaande van de buizen 15, welke kunnen dienen als gallerij voor het maken van geschoorde schachten en voor het inpersen van buis 11, terwijl bij de bekende 30 methode na het inpersen slechts de schachten worden gegraven, welke dienen voor het maken van de zijwanden van het werk. Door de nieuwe methode wordt in elk geval het werk constructief vereenvoudigd.

Een tweede methode Voor het maken van ondergronds werk blijkt uit figuur 3. Daarbij worden uitgaande van buizen 20 en 21 ka-35 nalen 18 en 19 gevormd, welke buizen van hetzelfde type zijn als de buizen 15 volgens figuur 2. De twee kanalen 18 en 19 lopen in hoofdzaak evenwijdig en liggen in hetzelfde horizontale vlak. De kanalen 18 en 19 ~ 8102238 ί * -5- kunnen op hetzelfde moment worden vervaardigd door het gelijktijdig inpersen van de serie huizen 20 en 21, welke de kanalen moeten gaan vormen, alvorens de dwarshuizen 11 worden ingeperst.

Uitgaande van een opening onder in de buizen 20 en 21 5 worden schachten 8 en 13 gegraven, welke vervolgens met elementen 9 en 10 worden gestut. De buizen 11 worden uitgaande van de leiding 18 of de twee leidingen 18 en 19 tegelijkertijd ingeperst, in welk geval de buizen 21 voldoende afmetingen hebben, tenminste gelijk aan die van de buizen 20.

10 In het geval dat de buizen 11 uitgaande van slechts een kanaal, bijv. het kanaal 18 wordt ingeperst, dan wordt de contactomtrek tussen de buizen 11 en de buizen 21 door spleten in de buizen 21 gemerkt, bijv. met een snijbrander.

Wanneer het contact is vervormd in het bijzonder na het 15 betonneren van de buizen 11, kunnen uitgaande van het kanaal 19 het gedeelte van de buis 21 dat deze van de naburige buis 11 scheidt, worden afgesneden. Zoals reeds opgemerkt, worden daar de merktekens op de beschreven wijze aangebracht.

De afdichting tussen de buis 21 en de buis 11 kan worden 20 verkregen met een koker van geschikte vorm of door het injecteren van afdichtend materiaal.

Men kan ook een verbindingsarmatuur 22 van bekend type aanbrengen tussen het dak van het werk, in het bijzonder de buis 11 en de stutten in de schachten 8 en 13.

25 Buizen 20 of 21 kunnen bijv. door wapeningen 23 worden versterkt, welke zich bevinden ter weerszijden van de in de buizen gesneden openingen in het bijzonder voor het graven van de vertikale schachten en het indrijven van de buizen 11. Uiteraard kunnen de buizen 11, welke bij de eerste uitvoeringsvorm worden toegepast, ook bij 30 die volgens figuur 2 worden gebruikt en wordt voorzien van wapeningen of dergelijke.

De nieuwe methode, waarbij gebruik wordt gemaakt van twee symmetrische kanalen uit buizen, welke in de grond zijn gedreven, is uitermate doelmatig. Er kan veel aan tijd worden bespaard, in het bij-35 zonder omdat het werk symmetrisch kan worden uitgevoerd. Voorts kan een doorlopende wapening worden toegepast, welke de vertikale wanden en het dak via de buizen 20 en 21 kan verbinden, waardoor een sterke en 81 0 2 2 3 8 «C· -6- symmetrische verbinding tussen de wanden en het dak wordt gevormd.

Uiteraard is de uitvinding niet beperkt tot de beschreven en getekende uitvoeringsvormen. Ook andere in de techniek bestaande equivalenten kunnen worden gebruikt zonder buiten het kader van de 5 uitvinding te treden.

t 8102238

Claims (6)

1. Werkwijze voor het maken van ondergronds werk, in het bijzonder een tunnel, waarbij een longitudinaal, eerste kanaal onder hèt grondvlak wordt gevormd, een eerste zijwand bij voorkeur uit beton 5 wordt gevormd, welke nagenoeg vertikaal staat en een eerste zijde van het werk vormfc-.en verkregen wordt door het volstorten van een holle schacht, uitgaande van dat eerste kanaal, een serie eerste mechanische sterke buizen in de grond wordt gedreven, uitgaande van genoemd kanaal, bij voorkeur in horizontale richting en haaks op het vlak, van die 10 schacht, welke buizen bestemd zijn om het dak van het werk te vormen, voor of na genoemd inpersen het tweede kanaal onder grond wordt gemaakt, dat evenwijdig loopt aan het eerste nabij de bedoelde eerste buizen, op dezelfde wij ze als de eerste en tweede zijwand wordt gevormd, welke nagenoeg vertikaal staat en de andere zijde van het werk 75 vormt, waarna de kanalen en buizen met beton gevuld worden, met het kenmerk, dat tenminste een van de kanalen wordt gevormd uit een serie tweede, mechanisch sterke buizen, welke in de grond worden gedreven, schachten worden gegraven, uitgaande van eerste openingen aan de onderzijde van de tweede buizen en uitgaande van tweede openingen in een 20 zijde van die buizen, dé eerste buizen worden ingedreven.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat als tweede kanaal een gestutte gallerij wordt gemaakt, welke onder de eerste buizen ligt, welke gallerij wordt gevórmd na het indrijven van de eerste buizen, welke voldoende ver worden doorgedrukt als bescher-25 ming voor de uitgraving van de gallerij te dienen.

3- Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat tegelijkertijd twee kanalen uit bedoelde tweede buizen worden gevormd, vervolgens de serie eerste buizen wordt ingedreven, hetzij uitgaande van een kanaal of van beide.

4. Werkwijze volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat verbindingswapeiing wordt aangebracht tussen het dak van het werkstuk in het bijzonder de eerste buizen en de vertikale wanden.

5· Werkwijze volgens conclusies 1-4, met het kenmerk, dat het omtrekscontact tussen de eerste en tweede buizen wordt gemarkeerd 35 door spleten in de tweede buizen, welke bijv. door een snijbrander worden aangebracht.

6. Werkwijze volgens conclusies 1-5, met het kenmerk, dat 8102238 tf- - -« -8- een afdichting op de contactvlakken tussen de eerste en de tweede huizen wordt gevormd door een koker of door het inspuiten van afdichtend materiaal. T. Ondergronds werk, in het bijzonder een tunnel, ver-5 vaardigd onder toepassing van de in conclusies 1-6 omschreven werkwijze. 8102238