NL8101788A - Panelenstel voor het vormen van warmte isolerende wanden. - Google Patents

Description

Λ " Ν.0. 30064 -1-

Panelenstel voor het vormen van warmte isolerende wanden.

De uitvinding heeft betrekking op een panelenstel voor het vormen van warmte isolerende wanden, waarbij elk paneel een centrale kem uit isolerend kunststofmateriaal bevat tussen twee stijve in hoofdzaak plaatvormige zijconstructies, waarbij elk 5 paneel randen bezit die kunnen worden geplaatst tegen de randen van andere panelen. De uitvinding heeft ook betrekking op een koppelingsinrichting voor panelenstellen.

Panelen van de hierboven genoemde soort zijn reeds bekend, waarbij de verbinding tussen panelen tot stand wordt gebracht door 10 ïï-vormige organen. Hierin dringt elke poot van de ïï door in respectievelijke spleten in de stijve zijconstructies die de centrale kernen van twee aangrenzende panelen bedekken terwijl het genoemde orgaan zich over een aanzienlijke afstand uitstrekt vanaf de verbinding tussen panelen, waarbij ook voor elk paar panelen 15 aan elke zijde daarvan twee ïï-vormige organen nodig zijn.

Bij een dergelijk systeem is het nodig dat de genoemde zij-eonstructie een speciale vorm bezit, omdat het nodig is dat deze is voorzien van de genoemde spleten terwijl de ïï-vormige organen op hun plaats moeten worden bevestigd door bouten, waardoor op 20 zijn beurt geschikte moeren nodig zijn om deze te ontvangen. Ook moeten, als een paneel moet worden geplaatst tegen andere vier panelen, waarvan er aan elke rand daarvan één ligt, de genoemde spleten worden aangebracht langs de genoemde randen en, zoals reeds vermeld, aan beide zijden daarvan.

25 Het is niet gemakkelijk om de panelen samen te stellen omdat zij tegen elkaar aan moeten worden gehouden terwijl de ïï-vormige organen worden aangebracht en omdat het nodig is om praktisch tegelijkertijd aan beide zijden van de wand te werken die wordt gevormd met de panelen.

3O” Om de bij de hierboven genoemde en andere bekende uitvoerings vormen bestaande nadelen te vermijden is een panelenstel van de hiervoor beschreven soort ontwikkeld, dat in wezen is gekenmerkt doordat elk paneel daaraan bevestigd een element van tenminste één koppelingsinrichting gevormd uit twee in elkaar passende ele-35 menten bezit, namelijk een intredend element dat een zich naar buiten uitstrekkend werkzaam orgaan bezit en een ontvangend 81 01788

V

• ΐ -2- element met een zich naar "binnen uitstrekkend werkzaam orgaan voorzien van een inlaat opening, waarbij de in elkaar passende elementen één en een zelfde koppelingsinrichting vormen aan twee afzonderlijke panelen terwijl het werkzame ontvangend orgaan 5 zodanig is dat dit het werkzame intredend orgaan ontvangt als de panelen tegen elkaar aan worden geplaatst terwijl het ontvangend element een verstelbare terugtrekbare veerkrachtige aanslag bezit die bestemd is om het in elkaar steken en het uit elkaar halen van de panelen mogelijk te maken en om de tegen elkaar aan geplaatste 10 panelen dichter tegen elkaar aan te drukken.

De uitvinding zal thans nader worden uiteengezet aan de hand van de tekening waarin bij wijze van voorbeeld een uitvoeringsvorm van een panelenstel volgens de uitvinding is weergegeven;

Pig. 1 geeft een perspectivisch aanzicht weer van een panelen- .

15 stel volgens de uitvinding, welke een warmte isolerende wand vormt en aanligt tegen een vloer en een wand weergegeven in dwarsdoorsnede .

Pig. 2 geeft een perspectivisch aanzicht op vergrote schaal weer van een paneel voorzien van intredende elementen.

20 Pig. 3 geeft een perspectivisch aanzicht weer van een deel van een paneel met een ontvangend element.

Pig. 4 geeft een dwarsdoorsnede weer volgens de lijn IY-IY in ' ;··' Pig. 2. ·: · · ·.· . ··. · . : ·· · -··. · · · · ·...

Pig. 5 geeft een dwarsdoorsnede weer volgens de lijn Y-Y in 25 Pig. 3·

Pig. 6 geeft op vergrote schaal een bovenaanzicht weer van het intredend element van de koppelingsinrichting.

Pig. 7 geeft een zijaanzicht weer van het genoemde intredend element.

30 Pig. 8 geeft een zijaanzicht weer van het ontvangend element van de koppelingsinrichting.

Pig. 9 geeft een bovenaanzicht weer van het genoemde ontvangend element.

Pig.10 geeft een dwarsdoorsnede weer volgens de lijn X-X in 35 Pig. 9» waarbij de stift van het intredend orgaan is gestoken in de spleet van het ontvangend orgaan, terwijl de veer iets is gespannen.

Pig.11 geeft een zelfde aanzicht als ^ig. 9> waarbij echter 8101788 J -k -3- de veerkrachtig terugtrekbare aanslag is weergegeven in een positie waarbij de veer zeer is gespannen.

Fig.12 geeft een zijaanzicht weer van de aanslag.

In de figuren is in de eerste plaats een stel panelen 1 weer-5 gegeven gevormd door een aantal met aan hun randen tegen elkaar liggende panelen, welk stel gedeeltelijk een wand vormt met warmte isolerende eigenschappen, dat wil zeggen dat deze de doorgang van hitte voorkomt tengevolge van de eigenschappen van de panelen die later worden beschreven. In Fig. 1 steunt de warmte isolerende 10 wand gevormd door de panelen op een vloer S en tegen een wand P.

Bij een voorkeursuitvoeringsvorm bevat elk paneel 1 een centrale kern 2 van licht,isolerend kunststofmateriaal, bij voorkeur ingespoten polyurethaan schuim. Deze centrale kern 2 is opgesloten tussen twee stijve zij-constructies 3 welke de noodzakelijke sterk-15 te en stijfheid aan het paneel en aan de wand gevormd door een stel daarvan verschaft. Bij voorkeur zijn de zij-constructies 3> welke in hoofdzaak plaatvormig zijn, gevormd door metalen platen welke de voorwanden van het paneel bedekken en zijn voorzien van loodrecht daarop staande flensen 4 welke een rand-gedeelte van de 20 rand 5 van het paneel bedekken. De afmetingen van de voorzijde van het paneel zijn afgestemd voor de toepassing daarvan, hoewel de panelen een afmeting kunnen hebben van 30 x 30 cm tot $0 x 450 cm. De panelen zijn vlak, hoewel rechthoekig omgezette panelen voor het vormen van de hoeken van de warmte isolerende wanden ook moge-25 lijk zijn.

Elk paneel is voorzien van tenminste één element van een kop-pelingsinrichting (welke in zijn geheel in doorsnede in Pig. 10 is weergegeven) gevormd door twee in elkaar passende elementen, waarvan er één een intredend element 6 en het andere een ontvangend 30 element 7 is.

Niettemin is het, met uitzondering van de panelen met kleinere afmetingen, gewenst dat één en dezelfde rand 5 van een paneel 1 is voorzien van een aantal elementen van één en dezelfde soort terwijl de tegenover liggende rand is voorzien van daarin passende 35 elementen, terwijl het zelfde geldt voor de randen tussen de genoemde tegenover elkaar liggende randen. Bovendien verdient het de voorkeur dat dergelijke elementen zodanig zijn geplaatst dat als één paneel met zijn rand wordt geplaatst tegen het andere 8101788 -4- paneel, de inelkaar passende elementen zodanig in elkaar passen dat elk paar in elkaar passende elementen, één op het ene paneel en het andere op een daar tegen geplaatst paneel, een koppelings-inrichting vormen.

5 Bij voorkeur zijn de panelen, die zijn "bestemd om een "bepaal de isolerende wand te vormen, alle hetzëlfde, zodat men niet elke keer het gewenste paneel "behoeft uit te zoeken.dat moet worden geplaatst tegen een ander paneel. Het zal duidelijk zijn dat voor het bovenstaande een uitzondering geldt voor de panelen die zijn 10 geplaatst aan twee aangrenzende randen van een warmte isolerende wand, in afhankelijkheid van de afmetingseisen van de twee wanden P en de vloer S en het plafond die de afmeting van de warmte isolerende wand kunnen beperken. Bovendien wordt herinnerd aan de uitzondering van de panelen voor het vormen van hoeken.

15 Ook verdient het de voorkeur om de elementen aan één en de zelfde rand symmetrisch ten opzichte van de einden van de rand zelf te plaatsen en ook dat de afstand van één eind-element vanaf het uiteinde van de rand de helft is van de afstand tussen twee opvolgende elementen.

20 De randen 5 die elementen van één en dezelfde soort bevatten zijn convex gevormd met afmetingen die passen bij die van de concaaf gevormde randen welke de in de genoemde elementen passende ·'·''élementen -bevatten, 'waardoor een· betere afdichting van- de warmte-isolerende wand gevormd door een stel panelen wordt verschaft.

25 Dij voorkeur zijn de convexe randen voorzien van de intredende elementen en de concave randen van de ontvangende elementen.

Het intredende element 6 is voorzien van een verankerings deel 8 dat is opgesloten in de centrale kern 2 van het paneel 1 en van een werkzaam intredend orgaan of stift 9 die zich naar bui-50 ten toe vanaf de rand 5 uitstrekt. Bij voorkeur is de stift 9 voorzien van afgeschuinde hoeken 10. De stift 9 is ook voorzien van tenminste één flank 11 met een naar binnen toe taps lopend oppervlak, waarbij de dikte van de stift wordt verkleind in de richting van het verankerings deel. 3?ig. 2 geeft de stift 9 weer voorzien 55 van één enkele flank 11 met de hierboven genoemde kenmerken, terwijl Pig. 7 en. 10 de stift 9 weergeven met twee flanken 11 met deze kenmerken, waarbij de flanken in dit geval symmetrisch zijn ten opzichte van een middenvlak, De voordelen die worden verkregen ' 8101 788 -5- door deze vorm van de flanken zullen hierna nader worden beschreven.

Anderzijds is het ontvangend element 7 voorzien van een ontvangend orgaan of spleet 12 met een opening 13· Deze spleet 12 5 heeft een voldoende afmeting om insteking daarin van de stift 9 met speling mogelijk te maken. In het paneel 1 is het ontvangend element opgesloten in de centrale kern 2 van het paneel terwijl de opening 13 in één vlak ligt met de rand 5 van het paneel.

Het ontvangend element is ook voorzien van een boring 14 10 welke gedeeltelijk van schroefdraad is voorzien en welke is voorzien van een eerste open einde 15 aan de buitenzijde van het ontvangend element 7 en een tweede open einde 16 in de spleet, waarbij dit tweede open einde 16 kleiner is dan het eerste open einde 15. In de boring 14 is een veerkrachtig terugtrekbare aanslag 17 15 ondergebracht met een in hoofdzaak afgeknot kegelvormig einde 18 dat dringt in de spleet 12 via het open einde 16. Dit afgeknot kegelvormig einde 18 strekt zich uit vanaf een schijf 19 met een diameter die groter is dan die van het open einde 16, waardoor deze niet kan doordringen in de spleet 12.

20 Aan het andere einde van de boring 14 bevindt zich de van schroefdraad voorziene tap 20 die is geschroefd in de boring terwijl zich daartussen een veer 21 bevindt, die in de weergegeven uitvoeringsvorm bestaat uit een schroefveer die de neiging heeft de aanslag 17 en de van schroefdraad voorziene tap van elkaar 25 af te drukken. Het deze tap kunnen vanaf de buitenzijde van het paneel 1 handelingen worden verricht, waartoe het paneel is voorzien van een spleet 22.

De boring is zodanig gemaakt dat als de stift 9 in de spleet 12 is gestoken het einde 18 van de veerkrachtig terugtrekbare aan-30 slag 17 steunt tegen de flank 11, waardoor de kracht van dit einde op de schuin lopende flank 11 een component opwekt in de insteek richting welke de neiging heeft om de in elkaar passende elementen samen te drukken en daardoor de panelen die zijn bevestigd aan de in elkaar passende elementen ook ,samen te drukken.

35 De intredende en ontvangende elementen zijn bij voorkeur ver vaardigd uit kunststofmateriaal, zoals nylon, welke een grote stijfheid en sterkte bezit, waardoor, omdat dergelijk materiaal geen goede warmtegeleider is, de mogelijkheid van warmteverliezen 8101788 -6- door dergelijke elementen wordt vermeden.

De elementen 6, 7 kunnen niettemin ook bestaan uit metaal, waarbij het echter nodig is dat dergelijk metaal roestvrij is. In een dergelijk geval kunnen warmteverliezen.: daardoor heen ontstaan, 5 maar deze zijn klein, omdat de overdrachtsoppervlakken die de elementen bezitten zeer klein zijn in vergelijking met het totale paneeloppervlak. Er moet nochtans als metalen elementen worden gebruikt, voor worden gezorgd dat zij niet in aanraking staan met het metalen plaatwerk dat de zij-constructies 3 vormt, door daar-10 tussen kunststof materiaal van de centrale kern 2 te plaatsen. Op deze wijze wordt ongewenste damp condensatie in de gebieden van het paneeloppervlak dat in aanraking staat met de elementen 6 en 7, dat zou ontstaan bij een temperatuur die verschilt van de temperatuur van de rest van het paneel, vermeden.

15 ïïit het voorgaande kan gemakkelijk worden afgeleid op welke wijze het panelenstel wordt samengesteld. Door twee panelen via de randen voorzien van in elkaar passende elementen tegen elkaar te plaatsen wordt de stift van de intredende elementen gestoken in de spleet van de ontvangende elementen. Gedurende het insteken 20 steunen de afschuiningen 10 van de kop van de stifb9 tegen het afgeknotte kegelvormige einde 18 van de veerkrachtig terugtrekbare aanslag 17> waardoor de kracht van de veer wordt overwonnen, waardóór dé aanslag '17 wordt'teruggetrokken en de volledige insteking van de stift 9 mogelijk is, waarna de terugtrekbare aanslag 17 25" weer naar voren beweegt en steunt tegen de flank 11, waardoor de in elkaar passende elementen samen worden gedrukt, met daaruit volgend een samendrukken van de panee lranden 5> waardoor .de afdichting van het stel panelen wordt verbeterd.

Om de panelen de demonteren is het voldoende om deze van el-50 kaar te scheiden, waardoor de flank 11 de aanslag 17 in de boring 14 drukt tegen de kracht van de veer 21 in. Niettemin is, zoals hierboven vermeld, de terugtrekbare aanslag 17 verstelbaar door de van schroefdraad voorziene tap 20. Daardoor kan de tap 20, als deze in de boring 14 wordt geschroefd, de positie bereiken zoals 35 weergegeven in Eig. 11, waarin de schroefveer volledig.is samengedrukt, waardoor het terugspringen van de aanslag I.7 wordt voorkomen en ook; de mogelijkheid van elkaar scheiden van de panelen ook wordt verhinderd. In deze positie van maximale spanning van de 8101788 * -7- veer 21 is de kracht van de aanslag 17 tegen de flank 11 van de stift 9 groter en dientengevolge de component die de panelen samendrukt ook groter.

Om de panelen te demonteren is het voldoende om de van schroef-5 draad voorziene tap 20 los te draaien en dientengevolge de druk van de veer 21 te verminderen, waardoor het intredende element van het ontvangende element kan worden gescheiden, zoals hiervoor vermeld.

ïïit het voorgaande zullen de voordelen van het panelenstel en de koppelingsinrichting volgens de uitvinding duidelijk zijn.

10 Dergelijke voordelen kunnen als volgt worden opgesomdi gemakkelijk samenstellen door eenvoudig de paneelranden tegen elkaar te plaatsen; direkt vasthouden van de stift van het intredend element in de spleet van het ontvangend element door middel van de terug-trekbare aanslag; de neiging van de in elkaar passende elementen 15 om samen te worden gedrukt door het einde van de aanslag dat steunt tegen de flank van de stift; gemakkelijke instelling van de veerdruk,met de mogelijkheid om terugspringen van de aanslag onmogelijk te maken; vereenvoudiging van de werkzaamheden die nodig zijn voor het demonteren van de panelen en bovendien hebben de 20 warmte isolerende wanden,gevormd door de panelen, een glad oppervlak.

- Conclusies - 8101788

Claims (9)

1. Panelenstél voor het vormen van warmte isolerende wanden, waarbij elk paneel een centrale kern van isolerend kunststofmatë-riaal tussen twee stijve in hoofdzaak plaatvormige zij-constructies bevat, waarbij elk paneel randen bezit die kunnen worden geplaatst 5 tegen de randen van andere panelen, m et het kenmerk, dat elk paneel vast daaraan bevestigd één element bezit van tenminste één koppelingsinrichting gevormd door twee in elkaar passende elementen, een intredend element met een zich naar buiten uitstrekkend werkzaam orgaan en een ontvangend element met een zich 10 naar binnen uitstrekkend werkzaam orgaan voorzien van een inlaat-opening, waarbij de in elkaar passende elementen één en eenzelfde koppelingsinrichting vormen aan twee afzonderlijke panelen, terwijl het werkzame ontvangend orgaan zodanig is dat deze instekend het werkzame intredend orgaan ontvangt als de panelen tegen elkaar 15 worden geplaatst terwijl het ontvangend element een. verstelbare veerkrachtig terugtrekbare aanslag bezit welke het genoemde insteken mogelijk maakt en de panelen samen kan vasthouden en tegen elkaar geplaatste panelen dichter tegen elkaar aandrukt.

2. Panelenstel volgens conslusie 1,met het ken-20 merk, dat elk element van een koppelingsinrichting is opge- "" . sloten in'de· centrale kern van’'een'paneel, waarbij het werkzame ' orgaan van elk intredend element zich vanaf één rand van het paneel naar buiten toe uitstrekt, terwijl de inlaat opening van het werkzame orgaan van elk ontvangend element zich aan één rand 25 van het paneel bevindt.

3. Panelenstel .volgens conclusie 2, met het kenmerk , dat het intredend element een verankeringsdeel . bevat dat is opgesloten in de centrale kern van het paneel, terwijl het zich naar buiten uitstrekkend orgaan bestaat uit een stift met 30 tenminste één flank met een naar binnen taps toelopend oppervlak, waarbij de dikte van de stift afneemt in de richting van het verankeringsdeel .

4· Panelenstel volgens conclusie 1,met het kenmerk, dat de rand welke één of meer elementen van één en de-35 zelfde soort bevat concaaf is terwijl de rand die één of meer 8101788 -9- daarin passende elementen "bevat convex is met afmetingen die overeenkomen met de genoemde concaafheid.

5- Panelenstel volgens conclusie 1,met het kenmerk, dat de afstand tussen twee opvolgende elementen aan één 5 en dezelfde rand constant is en in hoofdzaak twee maal zo groot is dan de afstand van een eind element ten opzichte van het einde van de rand.

6. Panelenstel volgens conclusie 3,met het ken- twee merk, dat de stift t flanken bezit elk voorzien van een naar 10 binnen taps toelopend oppervlak, waarbij de dikte van de stift afneemt in de richting van het verankeringsdeel, waarbij deze flanken symmetrisch zijn.

7. Panelenstel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het werkzame ontvangend orgaan van het ontvangend 15 element bestaat uit een spleet met een zodanige afmeting dat daarin het intredend element met speling wordt opgenomen, terwijl ook een gedeeltelijk van schroefdraad voorziene boring aanwezig is met een eerste open einde aan de buitenzijde van het ontvangend orgaan en een tweede open einde in de spleet, terwijl in de boring 20 gedeeltelijk een veerkrachtig terugtrekbare aanslag is ondergebracht voorzien van een in hoofdzaak afgeknot kegelvormig einde gestoken in de spleet door het genoemde tweede open einde, ter-wijl in de-boring ook een-van schroefdraad voorziene tap is bevestigd alsmede een veer die de neiging heeft om de veerkrachtige 25 aanslag en de van schroefdraad voorziene tap van elkaar af te drukken, waarbij met de tap handelingen kunnen worden verricht vanaf de buitenzijde van het paneel voor het verstellen van de veer spanning.

8. Panelenstel. volgens conclusie 3 t/m 7> & e t het 30 kenmerk, dat bij het insteken van de stift in de spleet het in hoofdzaak kegelvormige einde van de aanslag steunt tegen de genoemde stiftflank die is voorzien van het naar binnen taps toelopende oppervlak.

9· Koppelingsinrichting voor het panelenstel volgens con-35 clusie 1, m e t het kenmerk, dat de koppelingsinrichting een intredend element en een ontvangend element bevat, waarbij het intredend element is voorzien van een verankeringsdeel en een stift die zich vanaf het verankeringsdeel uitstrekt en 8101788 *· "C -10- welke tenminste één flank bezit met een naar binnen taps toelopend oppervlak waarbij de dikte van de stift afneemt in de richting van het verankerings deel terwijl het ontvangend element is voorzien van een spleet met een zodanige afmeting dat het intre-5 dend element met een speling daarin kan worden aangebracht, een gedeeltelijk van schroefdraad voorziene boring met een eerste open einde in de buitenzijde van het ontvangend element en een tweede •open einde in de spleet, een veerkrachtig terugtrekbare aanslag, die gedeeltelijk is ondergebracht in de boring en die een in 10 hoofdzaak afgeknot kegelvormig einde bezit welke in de spleet is gestoken door het tweede open einde heen, een van schroefdraad voorziene tap in de boring,waarmee vanaf de buitenzijde van het element handelingen kunnen worden verricht en een veer die is ondergebracht in de boring welke de neiging heeft om de veer-15 krachtige aanslag en de van schroefdraad voorziene tap van elkaar af te drukken, en wel zodanig dat als de stift in de spleet wordt gestoken het in hoofdzaak afgeknot kegelvormige einde van de . . aanslag steunt tegen de stiftflank met het tapse oppervlak. 8101788