NL8101644A - Werkwijze voor het vastzetten van een leidingbuis in een lasdoostuit en daarvoor bestemd grendelonderdeel. - Google Patents

Description

Lx 5792

Werkwijze voor het vastzetten van een leidingbuis in een lasdoostuit, en daarvoor bestemd grendelonderdeel.

Bij het aanleggen van elektrische leidingstelsels met lei-•dingbuizen worden buizen in tuiten van lasdozen gestoken, waarin verbindingen tussen door de buizen gevoerde leidingdraden kunnen worden gemaakt, terwijl voorts dergelijke dozen ook worden, gebruikt, voor het 5 onderling koppelen van eenheidslengten van leidingbuizen» De tuiten van dergelijke dozen hebben een binnenmiddellijn, die iets groter is dan de buitenmiddellijn van de buizen, doch tengevolge van maatsprei-dingen in de tuiten en. de· buizen kan de speling tussen beide tamelijk sterk uiteenlopen, zodat een buis soms tamelijk stevig in de tuit 10 wordt geklemd, en in andere gevallen zeer los er in zit.

Dit is op zichzelf geen bezwaar, wanneer de buizen en dozen bijvoorbeeld vast tegen een wand worden bevestigd, zodat dan geen gevaar bestaat, dat de buizen losschieten* Wanneer echter de buizen en dozen in gewapend beton moeten worden opgenomen, waarbij dan de 15 buizen tussen wapeningsstaven worden gelegd voordat het beton wordt gestort, waarbij de buizen dikwijls worden gebogen, en niet of slechts in weinig punten worden vastgezet, bestaat het gevaar, dat bij het storten van het beton een buis uit een lasdoostuit schiet. Het is dan later niet meer mogelijk leidingdraden door een dergelijke buis 20 te trekken, zodat dan het beton moet worden opengehakt om de verbinding te kunnen herstellen. Ook bij het plaatsen van dozen in holle wanden, waarbij de buizen los in de wandholte liggen, kunnen soortgelijke moeilijkheden worden ondervonden..

Om het losschieten van buizen te voorkomen is reeds voor-25 gesteld de buizen in de lasdoostuiten vast te klemmen. In NL-C

157 676 is een lasdoos beschreven, die van dubbele tuiten is voorzien, waarbij in de tussenruimte tussen.de tuiten een spleet is aangebracht, die zich tot in de tuitholten uitstrekt, in welke spleet een metalen wig kan' worden gestoken, die een in een aangrenzende tuit gestoken 50 buis enigszins elastisch kan vervormen, waardoor· de buis krachtig tegen het tegenoverliggende gedeelte van de tuitwand wordt gedrukt, ' zodat de wrijving dienovereenkomstig'wordt vergroot, terwijl voorts de wrijving tussen het vervormde büisgedeelte en de wig tot het tegenhouden van de buis bijdraagt.·In het geval van buigzame gekartel-55 de leidingbuizen zal een dergelijke wig tussen twee kartelingen van 8101644 < a * - 2 - de buis worden gestoken, waardoor de buis in de tuit wordt verankerd.

Een dergelijke vergrendeling is op zichzelf zeer doeltref-fend, en wordt dan ook veel toegepast..Een nadeel is echter, dat altijd bijzondere lasdozen met dubbele tuiten moeten worden toegepast.-5 Daar echter meestal slechts enkele tuiten van een doos worden gebruikt, betekent dit in.feite een materiaalverspilling. Bovendien vereist het vormen van de spleet een bijzondere matrijs, hetgeen tot een bijkomende kostenverhoging leidt.

De uitvinding verschaft een oplossing, die bij elke wille-10 keurige tuit van een lasdoos of dergelijke kan worden toegepast.

De werkwijze volgens de uitvinding voor het vastzetten van een leidingbuis in een dergelijke tuit onder toepassing van een afzonderlijk grendelonderdeel, dat door plaatselijke vernauwing van de doorgang van de tuit de vastklemming van de buis bewerkstelligt, 15 heeft als kenmerk, dat een grendelonderdeel in de vorm van een in het bijzonder uit metaal bestaande strook vanaf de voorzijde in de tuit wordt gestoken voordat of terwijl de buis in de tuit wordt gevoerd, waarbij in het bijzonder deze strook op de tuit en eventueel ook op de buis wordt- vastgezet, bijvoorbeeld door vastklemming en/of 20 verankering in het materiaal daarvan.

Op deze eenvoudige wijze wordt verzekerd, dat de buis doeltreffend wordt vastgeklemd,, hetgeen bij elke soort tuit· kan geschieden, zodat geen bijzondere dozen meer behoeven te worden gebruikt, hetgeen een aanmerkelijke besparing kan betekenen, waarbij in het 25 bijzonder ook dozen, kunnen worden gebruikt, waarvan het aantal tuiten niet groter 'dan nodig is*·

Het grendelonderdeel voor het uitvoeren van deze werkwijze heeft als kenmerk, dat het bestaat uit een strook met een dikte, die tenminste gelijk is aan de voorkomende tussenruimten tussen een lei-50 dingbuis en een tuit, welke strook is voorzien van middelen voor het vastzetten daarvan ten opzichte van de tuit en/of van de buis. In het bijzonder is de strook uit een veerkrachtig-materiaal vervaardigd, en voorts zodanig IJ-vormig gebogen,- dat het verend klemmend tegen de binnen- en buitenwand van de tuit kan komen te liggen, waar-55 bi3 voorts weerhaakvormige uitsteeksels daarop kunnen zijn aangebracht, die in het materiaal van de tuit en eventueel van de buis kunnen dringen, terwijl dit onderdeel in het bijzonder een in de tuit te steken veerkrachtig vervormbaar gedeelte kan omvatten, dat bij het insteken van de buis veerkrachtig naar de buiswand wordt ge- 81016 44 - 3 -

ï f *C

f * bogen, waarbij het vrije uiteinde daarvan vergrendelend met de buis in aangrijping kan komen*

Teneinde het aanbrengen van een dergelijk grendelonderdeel te vergemakkelijken, kan het soms aanbeveling verdienen in de binnen-5 wand van een lasdoostüit een in de langsrichting gerichte uitsparing aan te brengen, waarin een grendelonderdeel past, zodat ook bij een nauwe passing van de buis in de tuit ruimte voor het aanbrengen van een dergelijk grendelonderdeel aanwezig is*

De uitvinding zal in het onderstaande nader worden toege-10 licht aan de hand van een tekening; hierin toont: fig* 1 een afbeelding in perspectief op sterk vergrote schaal van een uitvoeringsvorm van het grendelonderdeel volgens de uitvinding; fig. 2 een doorsnede op kleinere schaal van een lasdoos-15 tuit met een door middel van een onderdeel· volgens fig. 1 daarin vastgezette gladde leidingbuis; fig. 3 een met fig. 2 overeenkomende deeldoorsnede van een tuit met een daarin met een dergelijk onderdeel vastgezette gekartelde leidingbuis; en 20 fig. en 5 een Aanzicht resp· deeldoorsnede van bijzondere lasdoostuiten voor toepassing bij een dergelijk grendelonderdeel.

Het in fig. 1 afgebeelde grendelonderdeel 1 volgens de uitvinding bestaat uit een strook verenstaal, die bij 2 U-vormig is omgebogen. Het ene uiteinde 3 is enigszins naar buiten toe omgezet. Na-25 tij het andere uiteinde is een lip k naar binnen toe uitgeponst, waarbij de eindrand van deze lip 4 naar de bocht 2 is gericht.

Een dergelijk onderdeel kan op de wijze van fig. 2 en 3 worden gebruikt.

Fig. 2 toont een lasdoostüit 5* waarbij het onderdeel 1 op 30 het uiteinde van de tuit is gestoken, en met het afgebogen uiteinde 3 binnen de tuit is gelegen. De eindrand van de lip k kan daarbij enigszins in de buitenwand van de tuit dringen, waardoor het onder-« deel 1 op de tuit 5 wordt verankerd.

Nadat het grendelonderdeel 1 aldus op de tuit is vastgezet, 35 kan een leidingbuis 6 naar binnen worden gestoken, waarbij het afgebogen uiteinde 3 veerkrachtig naar binnen wordt gedrukt, terwijl ook de buis enigszins elastisch zal worden ingedrukt, en wel des te meer, naarmate de speling tussen de buis 6 en de tuit 5 kleiner is. De buis 6 wordt daardoor krachtig tegen de tegenoverliggende wand van 8101644 ... ♦ - k - de tuit gedrukt» en wordt door wrijving stevig vastgehouden. Bovendien kan de eindrand van het uiteinde 3» wanneer de buis 6 wordt teruggetrokken, zich enigszins in het buismateriaal insnijden, waardoor een bijkomende verankering van de buis 6 wordt verkregen.

5 Fig. 3 toont het geval van een buigzame gekartelde leiding- buis 7· Daarbij kan het uiteinde 3 in een insnoering 8 van deze buis snappen, zodat de buis tegen terugtrekken wordt geborgd.

De uitwendige verankering door middel van de lip k verhindert, dat, wanneer zeer krachtig aan de buis 6 of 7 wordt getrokken, 10 het onderdeel 1 met de buis zou worden losgetrokken.

Het onderdeel 1 wordt bij voorkeur uit varenstaal vervaardigd, daar dit de vereiste veerkracht en hardheid heeft, en op eenvoudige wijze in de gewenste vorm kan worden gebracht. Het zal echter duidelijk zijn, dat ook geschikte kunststoffen kunnen worden gebruikt. 15 Fig. toont een aanzicht van een lasdoostuit 5*» die aan het gebruik van dergelijke grendelonderdelen is aangepast. In de binnenwand van de tuit 5’ is een in de langsrichting verlopende uitsparing 9 in de vorm van een spiebaan aangebracht, waarvan de breedte tenminste gelijk is aan die van een onderdeel 1. De diepte van deze 20 uitsparing is zodanig, dat, wanneer een buis met nauwsluitende passing in de tuit wordt gestoken, er nog juist voldoende ruimte is voor het opnemen van het uiteinde 3* Een dergelijke uitsparing kan op eenvoudige wijze in een kunststofdoos worden gevormd, en vereist alleen het aanpassen van de bij het vervaardigen gebruikte vulstukken.

2^ Fig·5 toont een deeldoorsnede door oen lasdoostuit 5, die aan de buitenzijde van een uitstekende aangevormde nok 10 is voorzien, waarop een onderdeel 1 kan worden vastgehaakt, dat niet van een uit-gepanste lip 4 doch van een overeenkomstige opening M is voorzien, waarvan de vorm aan de doorsnedevorm van de nok 10 kan zijn aangepast. jq Het zal duidelijk zijn, dat binnen het kader van de uit vinding nog vele wijzigingen mogelijk zijn. Zo kan bijvoorbeeld de weerhaak k ook in het in de tuit te steken gedeelte worden aangebracht, terwijl dit gedeelte ook van een soortgelijke met de buis in % aangrijping komende weerhaak kan zijn voorzien.

35 Voorts kan het soms al voldoende zijn een enkelvoudige strook in de tuit te steken, die zonodig met behulp van een kleef- . stoflaag in de tuit kan worden vastgezet totdat de leidingbuis in de tuit is gestoken.

8101644

Claims (6)

1. Werkwijze voor het vastzetten van een leidingbuis in een tuit van een lasdoos of dergelijke met behulp van een afzonderlijk grendelonderdeel, dat door plaatselijke vernauwing van de doorgang van de tuit de vastklemming van de buis bewerkstelligt, met het 5 kenmerk, dat een grendelonderdeel in de vorm van een strook vanaf de voorzijde in de tuit wordt gestoken, voordat of terwijl de buis in de tuit wordt gevoerd·

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het grendelonderdeel op de tuit en/of de buis wordt vastgezet· 10 3· Grendelonderdeel voor het uitvoeren van de werkwijze van conclusie 2, met het kenmerk, dat het bestaat uit een strook met een dikte, die tenminste gelijk is aan de voorkomende tussenruimten tussen een leidingbuis en een tuit, en dat deze strook is voorzien van middelen om deze op de tuit en/of de buis vast te zetten. 15 *l·· Grendelonderdeel volgens conclusie 3i met het kenmerk, dat de strook uit een veerkrachtig materiaal bestaat, en zodanig U-vormig is gebogen, dat het onderdeel verend klemmend tegen de binnen-en buitenwand van. de tuit komt te liggen·

5· Grendelonderdeel volgens conclusie 3 of 4, met het ken-20 merk, dat de strook uit een materiaal met een. grotere hardheid dan het lasdoosmateriaal bestaat, en van een of meer weerhaakvormige uitsteeksels is voorzien, die in het tuitmateriaal kunnen dringen, en het terugtrekken van het onderdeel verhinderen.

6. Grendelonderdeel volgens een van de conclusies 3»»5j met 25 kenmerk, dat het in de tuit te steken gedeelte van het grendelonderdeel een veerkrachtig vervormbaar gedeelte omvat, dat bij het insteken van de buis veerkrachtig naar de tuitwand kan worden gebogen.

7· Grendelonderdeel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het vrije uiteinde van het vervormbare gedeelte een weerhaak 30 vormt, die het terugtrekken van de buis verhindert.

8. Lasdoostuit, bestemd voor het gebruik van een grendelonderdeel volgens een van de conclusies 3··7, met het kenmerk, dat in de binnenwand ervan een in de langsrichting gerichte uitsparing is aangebracht, waarin een grendelonderdeel past, waarbij de diepte er-35 v&n ongeveer gelijk is aan de materiaaldikte van het grendelonderdeel. 9* Lasdoostuit, bestemd voor het gebruik van een grendelonderdeel volgens een van de conclusies 3··7, gekenmerkt door een uitstekende nok, die in een opening van dit onderdeel past# 8101 644