NL8101484A - Schermdoekinstallatie. - Google Patents

Description

*· * * r 81.5046/Ti/Rdm/sme

Korte aanduiding: Schermdoekinstallatie.

De uitvinding heeft betrekking op een schermdoekinstallatie te gebruiken in een kweekkas, waarbij een of meer banen van plooibaar materiaal in een horizontaal vlak uitspreidbaar zijn.

Schermdoeken worden in kweekkassen boven het gewas 5 en onder de kap gebruikt om overmatig binnenvallend zonlicht af te schermen maar ocrfc in het bijzonder ter besparing van energie teneinde de ruimte boven het gewas in de kweekkas af te schermen en de holle ruimte onder de kap niet onnodig te verwannen gedurende die perioden dat geen zonlicht aanwezig of noodzakelijk is. Het te TO verwarmen volume van de kweekkas wordt hierdoor aanmerkelijk verkleind, zodat de warmte die noodzakelijk is voor het gewas uitsluitend in het onderste gedeelte van de kweekkas blijft en niet direct onder de kap wordt afgekoeld.

Kweekkassen, in het bijzonder warenhuizen zijn opge-15 bouwd uit op kolommen ondersteunde dragendegoten, die evenwijdig aan elkaar verlopen waarbij de kapsecties steeds tussen twee naburige goten verlopen. De horizontale afstand tussen twee naburige goten bedraagt meestal 6,40 m.

Tot nu toe was het gebruikelijk een groot aantal van 20 goot naar goot verlopende draden te spannen, waarop een schermdoek dat zich over de gehele lengte van een kapsectie uitstrekt van de ene goot naar de andere getrokken kan worden. Indien zonlicht op het gewas gewenst is, wordt het schermdoek over een de gehele lengte van de kapsectie naar één goot toegetrokken en hoopt zich bij deze 25 goot op onder het vormen van plooien, waarbij het opgehoopte doek op de gespannen draden blijft rusten. Doordat het ophopen of samenplooien van het schermdoek nabij één goot willekeurig geschiedt, ontstaat een betrekkelijk grote opeenhoping, die zich voorbij de zijranden van de goot uitstrekt, waardoor veel slagschaduw door het 30 opgehoopte doek ontstaat en dus zonlicht verloren gaat. Een ander 8101484 ί 1 - 2 - bezwaar van deze bekende schermdoekinstallatie is het glijden van het doek over de stilstaande gespannen draden, waardoor het doek aan sterke slijtage is blootgesteld. Ook het spannen van een groot aantal draden is bij het aanbrengen van het schermdoek tijdrovend 5 en dus kostbaar.

Men heeft getracht het schermdoek op een evenwijdig aan en onder de goot verlopende rol te wikkelen, doch dit was niet succesrijk omdat de ondersteuning van de rol moeilijkheden veroorzaakt e. Immers het oprollen van een schermdoek over een betrekkelij-10 ke lange rol geeft doorbuiging van de rol en indien de opwikkelrol op tussenpunten op bijvoorbeeld rollen is ondersteund, geven deze steunrollen veel wrijving, waardoor het doek niet gelijkmatig op de rollen gewikkeld kan worden en stagnatie veroorzaakt.

0e uitvinding heeft tot doel een schermdoekinstallatie 15 te verbeteren zonder dat de bezwaren van de bekende schermdoekinstallatie aanwezig zijn.

Volgens de uitvinding wordt dit bereikt met een schermdoekinstallatie te gebruiken in een kweekkas, waarbij een of meer banen van plooibaar materiaal in een horizontaal vlak uitspreidbaar 20 zijn en daardoor is gekenmerkt, dat een aantal op rollen geplaatste banen evenwijdig aan elkaar tussen een opgerolde en een ontrolde toestand beweegbaar zijn, waarbij bij elke baan een afzonderlijk ondersteunde rol behoort. Hierdoor kunnen relatief korte rollen worden toegepast, die slechts aan hun vrije einden ondersteund be-25 hoeven te worden, terwijl hierdoor relatief smalle banen ontstaan .die gemakkelijk oprolbaar zijn.

De banen met hun rollen kunnen hier afwisselend in een kweekkas worden geplaatst doordat de schermdoekinstallatie volgens de uitvinding voorts zodanig is uijgevoerd, dat een aantal even-30 wijdig aan elkaar in eenzelfde richting oprolbare banen op een afstand van elkaar zijn aangebracht en zijn afgewisseld door evenwijdig hieraan verplaatsbare banen, die in tegengestelde richting oprolbaar zijn.

8101484 « % - 3 -

Een goede ondersteuning van het afgerolde en gespannen doek is volgens de uitvinding mogelijk, doordat trekdraden voor de schermen hieronder in gespannen toestand zijn aangebracht en bij het af- en oprollen van de banen gelijk en in dezelfde richting be-5 weegbaar zijn. Hierdoor ontstaat geen schuren van het doek over de draden tijdens het oprollen en afwikkelen van de banen.

De uitvinding wordt aan de hand van de bijgaande tekening nader toegelicht, waarin: fig. 1 een schematisch aanzicht in perspectief van een 10 schermdoekinstallatie in half geopende toestand, waarbij de positie van het schermdoek ten opzichte van een overkapping van een kweek-ruimte eveneens schematisch is aangegeven; fig. 2 een verticale doorsnede door een helft van een / goot van een kapconstructie van een kweekkas met een hieronder aan-15 gebrachte rol van de schermdoekinstallatie; en fig. 3 een schematisch bovenaanzicht waaruit het verloop van de trekdraden voor de banen van de schermdoekinstallatie blijkt.

Een kweekkas is gevormd uit op rijen geplaatste kolom-20 men 1 en la, wacubij elke rij kolommen een goot 2 draagt. Tussen de goten bevinden zich telkens kapsecties 3. De goten 2 maken deel uit van de dragende constructie voor de kap van de kweekruimte en een bepaalde mate van schaduwwerking hierdoor is niet te vermijden.

Een schermdoekinstallatie, ook wel energiescherm genoemd, wordt 25 dus bij voorkeur samengepakt onder de goten 2, teneinde geen extra schaduwwerking te verkrijgen. Hiertoe is volgens de uitvinding aan de ene zijde onder de goot een aantal in eikaars verlengde geplaatste opwikkelrollen 4a en aan de andere zijde van de goot en dus van de rij kolommen 1 en la een aantal in eikaars verlengde geplaatste 30 opwikkelrollen 4b aangebracht. Op elke rol 4a of 4b is een baan oprolbaar materiaal aangebracht en voor de rollen 4a zijn in fig. 1 de banen 5a en voorts voor de rollen 4b de banen 5b aangegeven.

8101484 * w - 4 -

De rollen 4a zijn onderling met elkaar gekoppeld door tussenassen 6a. Eveneens zijn de rollen 4b onderling gekoppeld door tussenassen 6b;

De koppeling van de rollen met elkaar is zodanig dat zij draaiings-vast met elkaar zijn verbonden over bij voorkeur de gehele lengte 5 van een kapsectie. Alle op de rollen 4a gewikkelde banen 5a zullen dus gelijktijdig opgewikkeld worden dan wel met behulp van trekdra» den 7a van de rollen 4a worden afgewikkeld. Ditzelfde is van toepassing voor de banen 5b met hun rollen 4b en de hierbij behorende trekdraden 7b. Als materiaal voor de rollen kan geprofileerde buis 10 worden toegepast zoals deze in standaardlengten voor zonneschermen beschikbaar zijn. Het ondersteunen van de rollen kan geschieden in lagers op de verbindingsassen 6a en-6b, welke lagers zijn ondergebracht in aan de goten 2 te bevestigen steunplaten 8.

Zoals uit fig. 1 blijkt, zijn dus een aantal op rollen 15 4a en 4b geplaatste banen 5a resp. 5b evenwijdig aan elkaar tussen een opgerolde en een ontrolde toestand beweegbaar, waarbij bij elke baan een afzonderlijk ondersteunde rol behoort.

Voorts blijkt uit fig. 1 dat een aantal evenwijdig aan elkaar in eenzelfde richting oprolbare banen 5a op een afstand 20 van elkaar aangebracht en zijn afgewisseld door evenwijdig hieraan verplaatsbare banen 5b die in tegengestelde richting oprolbaar zijn.

Verder blijkt uit fig. 1 dat in de bewegingsrichting van de banen 5a of 5b een aantal oprolbare banen 5a resp. 5b achter elkaar zijn aangebracht, die in dezelfde bewegingsrichting oprolbaar 25 zijn.

Hierdoor wordt bereikt, dat in ongeveer half opgerolde toestand van de banen het af te schermen oppervlak in een kweekkas zowel in een richting evenwijdig aan hun bewegingsbaan dan wel in een richting loodrecht daarop evenwijdig aan de rollen 4a en 4b in 30 afwisselende velden van bedekte en onbedekte gebieden is verdeeld. Elke baan is aan zijn voorzijde voorzien van een stijve lijst 9, die is gekoppeld met onder de baan gespannen trekdraden. Verder zijn 8101484 Γ « - 5 - dwars over de baan op verschillende plaatsen baleinen 10 aangebracht, welke baleinen in de vorm van een ronde staaf in een bevestigings-naad van stroken materiaal, waaruit de baan is samengesteld, zijn gestoken. De baleinen 10 worden met de baan op een rol gewikkeld, 5 omdat de baleinen 10 evenwijdig aan de as van de rol verlopen. Doordat elke lijst 9 aan de bij een baan behorende trekdraden is verbonden en deze trekdraden als steundraden voor de banen hieronder in gespannen toestand zijn aangebracht en bij het af- en oprollen van de banen gelijk en in dezelfde richting beweegbaar zijn, ontstaat 10 geen schurende werking tussen de trekdraden en het materiaal van de banen. De trekdraden kunnen zich hierbij over een aantal kapsecties uitstrekken, doordat de trekdraden voor de banen die in één rij achter elkaar in dezelfde richting oprolbaar zijn in een andere rij van achter elkaar aangebrachte banen zijn terug geleid en zich in 15 tegengestelde richting tezamen met de banen in deze rij bewegen.

Een en ander is in fig. 3 nader afgebeeld. De trekdraden 7a bewegen zich in een richting die met een pijlpunt op deze draden is aangegeven en lopen vervolgens om keerrollen 11 om over te gaan in een evenwijdig aan een goot 2 verlopend gedeelte 7, waarna nadat zij 20 weer keerrollen zijn gepasseerd overgaan in trekdraden 7b, die zich in tegengestelde richting bewegen. Het is niet noodzakelijk dat eenzelfde trekdraad zich in de lengterichting van een kapsectie roeandervormig uitstrekt, doch er kunnen een aantal groepen trekdraden over de lengte van de kapsecties zijn aangebracht, en een andere 25 groep trekdraden is in fig. 3 van een accent voorzien. Ook in de lengterichting van de trekdraden kunnen deze zich over verschillende kapsecties uitstrekken en zij kunnen gemeenschappelijk aangedreven worden bijvoorbeeld door middel van een draaibaar ondersteunde aandrijfas 12, waaromheen de trekdraden zijn geslagen dan wel dat de 30 trekdraden afzonderlijk op een gemeenschappelijke as aangebrachte trommels zijn gewikkeld. Het aandrijven van de trekdraden kan motorisch geschieden, waarbij de verschillende trekdraden 7a, 7b zich 8101484 - 6 - bewegen in een richting waarin ook het doek zich beweegt, dus of wel bij het opwikkelen dan wel in tegengestelde richting bij het afwikkelen van het doek. Het opwikkelen van het doek op de rollen kan ook motorisch geschieden en wel met behulp van in de rollen of 5 in een samenstel van rollen aan te brengen motoren. Ook is het mogelijk een opwikkelen van de banen op de rollen tot stand te brengen met behulp van een voorgespannen veerinrichting, welke veerinrichting bij het afwikkelen van het doek verder wordt gespannen teneinde de nodige opwikkelkracht te verkrijgen. Een en ander is bekend bij op-10 wikkelrollen van zonneschermen. Voor elke rij rollen kan een aandrijf inrichting worden toegepast, doordat de op een afstand van elkaar en in eikaars verlengde liggende rollen met behulp van tussen-assen 6a of 6b zijn gekoppeld, welke tussenassen samenwerken met lagers en de rollen door de tussenassen zijn ondersteund, zoals 15 hiervoor is beschreven. Door de tegengestelde werking van de naast elkaar liggende banen is het mogelijk, dat de zijrandgedeelten van de naburige banen in ontrolde toestand elkaar overlappen. Eventueel kan hier ter plaatse een afzonderlijke steundraad worden toegepast, waarbij ook een enigszins onder een hoek ten opzichte van de bewe-20 gingsrichting van de baan schuin geplaatste draad boven de banen kan zijn toegepast om een eventueel opwaaien van de randen ten gevolge van bepaalde luchtstromingen te verhinderen.

Wanneer voor het opwikkelen van het doek op de rollen 4a en 4b deze motorisch worden aangedreven, kan volstaan worden 25 met een enkele gemeenschappelijk aandrijfas 12 in fig. 3, waarop een motorreductor 13 is aangesloten. Via kettingen 14 en 15 of snaren worden dan de rollen 4a en 4b aangedreven. Het is noodzakelijk dat de rollen 4a en 4b bij elke goot een tegengestelde draairichting hebben. Dit kan geschieden bijvoorbeeld door de heen- en teruglopen-30 de parten van de ketting 14 evenwijdig aan elkaar en van de ketting 15 gekruist te laten verlopen.

Alle rollen 4a en alle rollen 4b kunnen hierbij langs 81014 84 * - 7 - de voor en achtergevel van de kweekkas met elkaar zijn gekoppeld,

De aandrijfas 12 kan met behulp van de motorreductor 13 ook in tegengestelde richting worden aangedreven voor het opheffen van de wrijving bij het van de rollen afwikkelen van het doek.

8101484

Claims (7)

1. Schermdoekinstallatie te gebruiken in een kweekkas waarbij een of meer banen van plooibaar materiaal in een horizontaal vlak uitspreidbaar zijn, met het kenmerk, dat een aantal op rollen geplaatste banen evenwijdig aan elkaar tussen een opgerol- 5 de en een ontrolde toestand beweegbaar zijn, waarbij bij elke baan een afzonderlijk ondersteunde rol behoort.

2. Schermdoekinstallatie volgens conclusie 1, «et het kenmerk, dat een aantal evenwijdig aan elkaar in eenzelfde richting oprolbare banen op een afstand van elkaar zijn aan- 10 gebracht en zijn afgewisseld door evenwijdig hieraan verplaatsbare banen die in tegengestelde richting oprolbaar zijn.

3. Schermdoekinstallatie volgens conclusies 1 en 2, met het kenmerk, dat in de bewegingsrichting van de banen een aantal oprolbare banen achter elkaar zijn aangebracht, die in de- 15 zelfde bewegingsrichting oprolbaar zijn.

4. Schermdoekinstallatie volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat in ongeveer half opgerolde toestand van de banen het af te schermen oppervlak in een kweekkas zowel in een richting evenwijdig aan hun bewegingsbaan dan wel in een richting 20 loodrecht daarop evenwijdig aan de rollen in afwisselende velden van bedekte en onbedekte gebieden is verdeeld.

5. Schermdoekinstallatie volgens een of meer van de concJasi.es 1-4, met het kenmer k, dat trek draden voor de banen hieronder in gespannen toestand zijn aangebracht en bij het 25 af- en oprollen van de banen gelijk en in dezelfde richting beweegbaar zijn. 8101484 — 9 — < é. Schermdoekinstallatie volgens een of meer van de con clusies 1-5, met het kenmerk, dat trekdraden voor de banen die in een rij achter elkaar in dezelfde richting oprolbaar zijn, in een andere rij van achter elkaar aangebrachte banen zijn 5 teruggeleid en zich in tegengestelde richting tezamen met de banen in deze rij bewegen.

7. Schermdoekinstallatie volgens conclusie 1 of 2, m e t het kenmerk, dat op een afstand van elkaar en in eikaars verlengde liggende rollen met behulp van tussenassen onderling zijn 10 gekoppeld, welke tussenassen sanenwerken met lagers en de rollen door de tussenassen zijn ondersteund.

8. Schermdoekinstallatie volgens een of meer van de conclusies 1-7, met het kenmerk, dat de zijrandgedeelten van naburige banen in ontrolde toestand elkaar overlappen. 8101484