NL8101408A - Elektrische inrichting voorzien van tenminste een lagedrukkwikdampontladingsbuis. - Google Patents
Elektrische inrichting voorzien van tenminste een lagedrukkwikdampontladingsbuis. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8101408A NL8101408A NL8101408A NL8101408A NL8101408A NL 8101408 A NL8101408 A NL 8101408A NL 8101408 A NL8101408 A NL 8101408A NL 8101408 A NL8101408 A NL 8101408A NL 8101408 A NL8101408 A NL 8101408A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- discharge tube
- voltage
- low
- electrical device
- mercury vapor
- Prior art date
Links
- QSHDDOUJBYECFT-UHFFFAOYSA-N mercury Chemical compound [Hg] QSHDDOUJBYECFT-UHFFFAOYSA-N 0.000 title claims description 46
- 239000003990 capacitor Substances 0.000 claims description 29
- 229910052753 mercury Inorganic materials 0.000 claims description 11
- 229910052756 noble gas Inorganic materials 0.000 claims description 4
- 229910052743 krypton Inorganic materials 0.000 claims description 3
- DNNSSWSSYDEUBZ-UHFFFAOYSA-N krypton atom Chemical compound [Kr] DNNSSWSSYDEUBZ-UHFFFAOYSA-N 0.000 claims description 3
- 239000007858 starting material Substances 0.000 description 10
- XKRFYHLGVUSROY-UHFFFAOYSA-N Argon Chemical compound [Ar] XKRFYHLGVUSROY-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 2
- 239000007789 gas Substances 0.000 description 2
- 239000000203 mixture Substances 0.000 description 2
- 238000004804 winding Methods 0.000 description 2
- 229910000497 Amalgam Inorganic materials 0.000 description 1
- 229910052786 argon Inorganic materials 0.000 description 1
- 238000006243 chemical reaction Methods 0.000 description 1
- 238000010616 electrical installation Methods 0.000 description 1
- 239000000945 filler Substances 0.000 description 1
- 238000010304 firing Methods 0.000 description 1
- 230000004907 flux Effects 0.000 description 1
- 239000011521 glass Substances 0.000 description 1
- 238000010438 heat treatment Methods 0.000 description 1
- 150000002835 noble gases Chemical class 0.000 description 1
- 230000005855 radiation Effects 0.000 description 1
Classifications
-
- H—ELECTRICITY
- H05—ELECTRIC TECHNIQUES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- H05B—ELECTRIC HEATING; ELECTRIC LIGHT SOURCES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; CIRCUIT ARRANGEMENTS FOR ELECTRIC LIGHT SOURCES, IN GENERAL
- H05B41/00—Circuit arrangements or apparatus for igniting or operating discharge lamps
- H05B41/02—Details
- H05B41/04—Starting switches
- H05B41/042—Starting switches using semiconductor devices
- H05B41/044—Starting switches using semiconductor devices for lamp provided with pre-heating electrodes
- H05B41/046—Starting switches using semiconductor devices for lamp provided with pre-heating electrodes using controlled semiconductor devices
Landscapes
- Discharge Lamps And Accessories Thereof (AREA)
- Circuit Arrangements For Discharge Lamps (AREA)
Description
, * 0 * » H3N 9984 1 N.V. Philips' Gloeilanpenfabrieken te Eindhoven "Elektrische inrichting voorzien van tenminste êên lagedrukkwikdamp- ontladingsbuis"
De uitvinding heeft betrekking op een elektrische inrichting voorzien van tenminste êên lagedrukkwikdanpontladingsbuis en van twee ingangskleranen, waarbij die ingangskleranen bestemd zijn om te worden aangesloten op een wisselspanningsbron waarvan de frequentie 5 50 a 60 Hertz bedraagt, en die ingangskleranen met elkaar verbonden zijn door een serieschakeling van althans de lagedrukkwikdampontla-dingsbuis een kondensator en een spoel, waarbij bij de aangegeven frequentie de kondensatorinpedantie groter is dan de spoelinpedantie, en waarbij in de bedrij fskonditie de (gezamenlijke) hoogspanning van 10 de tot de serieschakeling behorende lagedrukkwikdampontladingsbuis (buizen) gelegen is tussen 80% en 110% van de nominale spanning tussen de ingangskleranen.
Een bekende elektrische inrichting van de aangeduide soort is bijvoorbeeld beschreven In de Nederlandse octrooiaanvrage 7.415.839 15 (PHN 7800). Een nadeel van die bekende inrichting is, dat er een tweede spoel aanwezig is. Die tweede spoel staat parallel aan de ontladings-buis (ontladingsbuizen) geschakeld. Die tweede spoel leidt tot extra elektrische verliezen, in de bedrijfstoestand van de ontladingsbuis (huizen), van die elektrische inrichting,, 20
De uitvinding beoogt een elektrische inrichting van de in de aanhef aangeduide soort aan te geven waarbij in de bedrijf stoestand ên geen parallelspoel nodig is ên de elektrische verliezen klein zijn.
Een elektrische inrichting volgens de uitvinding voorzien van tenminste êên lagedrukkwikdampontladingsbuis en van twee ingangs-25 kleumen, waarbij die ingangskleranen bestand zijn cm te worden aangesloten op een wisselspanningsbron waarvan de frequentie 50 a 60 Hertz bedraagt, en die ingangskleranen met elkaar verbonden zijn door een serieschakeling van althans de lagedrukkwikdampontladingsbuis een kondensator en een spoel, waarbij bij de aangegeven frequentie de kon-30 densatorimpedantie groter is dan de spoelimpedantie, en waarbij in de bedrijf skonditie de (gezamenlijke) hoogspanning van de tot de serieschakeling behorende lagedrukkwikdampontladingsbuis (buizen) gelegen is tussen 80% en 110% van de nominale spanning tussen de ingangskleranen, 81014 08 ί * ΡΗΝ 9984 2 is daardoor gekenmerkt, dat elke tot de serieschakeling behorende lage-drukkwikdampontladingsbuis van een type is, dat: a) op een Referentieballast volgens IEC publikatie No. 82 bedreven een ot lamp heeft die gelegen is tassen 0,5 en 0,85 indien 5 de effektieve spanning tussen twee uiteinden van een serieschakeling van de referentieballast en de lagedrukkwikdairpontladingsbuis het circa tweevoudige is van de hoogspanning van de ontladingsbuis; alsmede b) bij het aanwezig zijn van de nominale spanning tussen de ingangsklemmen van de elektrische inrichting, een benodigde heront-steekspanning heeft die kleiner is dan --¾ van de effektieve nominale spanning tussen de ingangsklemmen van de elektrische inrichting, waarin n het aantal lagedrukkwikdampontladingsbuizen in de serieschakeling van de elektrische inrichting voorstelt.
Een voordeel van deze elektrische inrichting is dat er in de 15 bedrijfstoestand van de ontladingsbuis (buizen) ên geen parallelspoel nodig is ên de elektrische verliezen klein zijn. Een verder voordeel is dat - ondanks de afwezigheid van de parallelspoel - de ontladingsbuis (buizen) ook bij kleine afwijkingen van de nominale spanning, tussen de ingangsklenmen van de elektrische inrichting, toch blijft (blijven) 20 funktioneren. Daarop zal straks verder worden ingegaan. Eerst komt echter de IEC publikatie alsmede het begrip OC lamp ter sprake.
De bovengenoemde publikatie No. 82 van het IEC (International Electrotechnical Commission) is getiteld: "Ballasts for tubular fluorescent lamps" ("Ballasts pour lampes tubulaires a fluorescence) 25 4e druk, 1980. Een referentieballast is, in het kort gezegd, een induk-tieve ballast met een nagenoeg konstante verhouding tussen de spanning over die ballast en de stroom door die ballast.
Onder DC lamp wordt verstaan: A. J i.v. dwt 30 het quotiënt —^--, I.V.
daarin is: i de momentele waarde van de stroon, in ampère, door de ontladingsbuis; 35 v de momentele waarde van de spanning, in volt, over de ontladingsbuis ; w = 2Tf, waarin f de frequentie, in Hertz, voorstelt; t de tijd in sekonden; 81 01 408 / \ PHN 9984 3 I de effektieve s troon/ in airpêre, door de ontladingsbuis ; V de effektieve spanning, in volt, over de ontladingsbuis.
¢( lamp is een vervormingsfaktor van de elektrische streem, welke betrekking heeft op de ons tandigheid dat een cntladings-5 buis een andere elektrische belasting is dan bijvoorbeeld een ohmse weerstand. Het begrip " 0C lamp" is bijvoorbeeld beschreven in "Fluorescent lamps", W. Elenbaas, Philips' Technical Library 1971, bladzijde 108. Bij een konbinatie van een praktisch kons tante spanning v over de ontladingsbuis roet een sinus vormige verandering van de stroom.
10 i door de ontladingsbuis bedraagt üo lamp: 0,9.
Een kleinere (X lamp, bij het bedrijven op een referentie-ballast, kan bijvoorbeeld warden verkregen door de dwarsdoorsnede van de ontladingstuis klein te kiezen. Ook kan de ontladingsbuis bijvoorbeeld gevuld warden met glaswal. Zie daartoe bijvoorbeeld het Neder-15 landse octrooi 163.669 (EHN 7635).
Onder de "benodigde herentsteekspanning" wordt verstaan de momentele spanning, over de ontladingsbuis, die bij elke halve periode van de voeding van die ontladingsbuis tenminste aanwezig moet zijn on die ontladingsbuis te doen herontsteken. Bij een elektrische inrichting 20 volgens de uitvinding heronts teeekt de ontladingsbuis qp een konbinatie van de momentele netspanning en een restspanning op de ballastkondensa-tor. De benodigde herentsteekspanning van een lagedrukkwikdampontladings-buis is onder meer afhankelijk van de samenstelling van het vulgas, dat bijvoorbeeld uit een mengsel van edelgassen bestaat. Ook de druk 25 van het vulgas beïnvloedt de benodigde herontsteekspanning.
Ter toelichting aangaande de uitvindingsgedachte diene het volgende. De tweede spoel in een elektrische inrichting beschreven in de bovengenoemde Nederlandse octrooiaanvrage 7.415.839 (PHN 7800) dient cm, bij elke halve periode van de voeding, een hoge spanning over de 30 ontladingsbuis ter beschikking te stellen om die ontladingsbuis na een stroomuldoorgang te doen heronts teken.
Verrassenderwijs blijkt, dat in een elektrische inrichting volgens de huidige uitvinding de ontladingsbuis - ondanks de afwezigheid van de tweede spoel - vlot her ontsteekt. Het is denkbaar dat dit wordt 35 teweeggebracht door een naar verhouding grote restspanning op de kon-densator, kort na de nuldoorgang van de stroom door de ontladingsbuis.
Dit zou kunnen komen door een na die nuldoorgang hoogobmig zijn van de betreffende ontladingsbuis die een relatief kleine CC lamp tussen 0,5 8101 408 t r ‘V j PHN 9984 4 en 0,85 heeft. Dit hoogohraig zijn zou namelijk het wegvloeien van de lading op de kondensator blokkeren, waardoor de kcmbinatie van de momentele netspanning en de restspanning op de kondensator In korte tijd stijgt tot de benodigde herontsteekspanning van de ontladingsbuis.
5 Daarop herontsteekt die ontladingsbuis. Indien de oclamp groter is dan 0,85 herontsteekt de larrp niet, of althans minder betrouwbaar. Een OL lamp van minder dan 0,5 heeft het nadeel dat het systeemrendement van de inrichting - bijvoorbeeld uitgedrukt in luiten per Watt - relatief laag wordt.
10 De benodigde herontsteekspanning van de ontladingsbuis, van een elektrische inrichting volgens de uitvinding, dient onder een bepaalde waarde te blijven, volgens de bovengenoemde voorwaarde b. Die benodigde herontsteekspanning dient namelijk kleiner te zijn dan de - ten behoeve van het herontsteken - ter beschikking te stellen spanning 15 over de ontladingsbuis.. De ter beschikking te stellen spanning is onder meer afhankelijk van het aantal (n) ontladingsbuizen in de serieschake-ling. Deze spanning is des te kleiner naarmate n groter is.
Het blijkt, dat ook bij een spanning tussen de ingangsklem-men, van een elektrische inrichting volgens de uitvinding, die een 20 kleine afwijking heeft van de nominale spanning tussen die klemmen de ontladingsbuis (buizen) blijven funktioneren.
De uitvinding berust dan ook op de gedachte, on door de keuze van de lagedrukkwikdarrpontladingsbuis met relatief kleine OC lamp en met een in verhouding kleine benodigde herontsteekspanning 25 een eenvoudig bedrijfscircuit te verwezenlijken. Kleine afwijkingen van de nominale ingangsspanning blijken daarbij de ontladingsbuis nog niet te doen doven.
Opgemerkt zij, dat een elektrische inrichting voorzien van een hogedrukkwikdampontladingsbuis en van twee ingangsklemmen, waarbij 30 die ingangsklemmen bestemd zijn cm te worden aangesloten qp een wis-selspanningsbron waarvan de frequentie 50 a 60 Hertz bedraagt, en die ingangsklemmen met elkaar verbonden zijn door een serieschakeling van althans de hogedrukkwikdampontladingsbuis, een kondensator en een spoel, waarbij bij de aangegeven frequentie de kondensatorimpedantie groter 35 is dan de spoelinpedantie, en waarbij in de bedrijfskonditie de hoogspanning van de hogedrukkwikdampontladingsbuis praktisch gelijk is aan de spanning tussen de ingangsklemmen, en waarbij de hogedrukkwikdampontladingsbuis van een type is waarvan de benodigde herontsteekspanning 81014 08 m t EHN 9984 5 beneden een bepaalde waarde is gelegen, op zichzelf bekend is uit het Britse octrooi 487.469 (PHZ 4945). Zoals cpgemerkt, betreft het echter geen lagedrukkwiManpontladingsbuis doch een hogedrukkwikdamp-ontladingsbuis. Bovendien is in dat Britse octrooi over de invloed van 5 netspanningsvariaties (¾) het blijven funktioneren van de ontladingsbuis geen informatie te vinden.
Bij een voorkeursuitvoering van een elektrische inrichting volgens de uitvinding, is de impedantie van de spoel bij de aangegeven frequentie zodanig klein gekozen- en daardoor de stroansterkte in elke jQ tot de serieschakeling behorende lagedrukkwikdampantladingsbuis zodanig groot - dat in de bedrijfskonditie bij nominale spanning tussen de in-gangskleranen de kwikdairpdruk in de ontladingsbuis tussen 0,4 en 2 Pascal gelegen is, en de ontladingsbuis van een type is waarvan de boogspan-n ingskMkdanpdrukkarakteristiek een maximum vertoont in het drukgebied van 0,4 tot 2 Pascal.
Een voordeel van deze voorkeursuitvoering is, dat bij de gebruikelijke netspanningsvariaties (in het gebied tussen 90% en 110% van de nominale netspanning) een zeer betrouwbaar herontsteken van deze ontladingsfcuis (buizen) verkregen kan worden. Een verder voordeel is 20 dat de specifieke lichtstroom (bijvoorbeeld uitgedrukt in lumen/watt) relatief groot is.
Opgemerkt zij, dat het bekend is dat in een lagedrukkwikdanpontladingsbuis een optimale omzetting van elektrische energie in straling plaatsvindt bij een kwikdairpdruk van circa 0,75 Pascal.
25 Het is denkbaar, dat de lagedrukkwikdanpontladingsbuis van een elektrische inrichting volgens de uitvinding van een amalgaam is voorzien.
Bij een volgende voorkeursuitvoering van een elektrische inrichting volgens de uitvinding is elke tot de serieschakeling beho-3(J rende lagedrukkwikdanpontladingsbuis cirkelcylindrisch en heeft een inwendige diameter van circa 24 ran, en bevat die ontladingsbuis een edelgas met tenminste 50 at.% Krypton waarvan de vuldruk 100 tot 300 Pascal bedraagt.
Een voordeel van deze voorkeursuitvoering is dat het systesn-35 rendement van de elektrische inrichting relatief groot is.
Bij een verdere voorkeursuitvoering van een elektrische inrichting volgens de uitvinding, die bestemd is te worden aangesloten op een wisselspanningsbron met een nominale spanning van 220 volt en 50 Hz, 8101 408 ΡΗΝ 9984 6 t
i 'V
is de serieschakeling van de elektrische inrichting met twee - praktische gelijke - lagedrukkwikdanpcntladingsbuizen uitgerust, en is de hoogspanning; van elk van die ontladingsbuizen 100 a 110 volt.
Een voordeel van deze voorkeursuitvoering is dat de elektrische 5 inrichting kan warden uitgerust met lagedrukkwikdanpontladingsbuizen van een gangbaar type.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een tekening. Hierin toont: fig. 1 een elektrische inrichting volgens de uitvinding voorzien van een lagedrukkwikdampontladingsbuis; fig. 2 een tweede elektrische inrichting volgens de uitvinding, voorzien van twee in serie geschakelde lagedrukkwikdanpontladingsbuizen; fig. 3 de boogspannings-kwikdairpdrukkarakteristiek van de gezamenlijke ontladingsbuizen van fig. 3.
15 In fig. 1 zijn 1 en 2 ingangsklemmen die bestemd zijn om te worden aangesloten op een voedingsspanning van circa 118 volt, 60 Hz.
De klerrmen 1 en 2 zijn met elkaar verbonden door een serieschakeling van een kondensator 3, een spoel 4 en een lagedrukkwikdairpontladingsbuis 5 van circa 36 watt. De tuis 5 is voorzien van twee voorverhitbare elek-20 traden 6 en 7. De van de klemmen 1 en 2 afgewende zijden van de elektroden 6 en 7 zijn met elkaar verbonden door een starter 8. De starter is bijvoorbeeld van een relais type zoals beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage 7.700.764 (PHN 8660) of van een -type zoals aangeduid bij fig. 2.
25 Indien de klemmen 1 en 2 op de betreffende voedingsbron zijn aangesloten vloeit eerst een stroom in de keten 1, 3, 4, 6, 8, 7, 2.
Deze geeft een verhitting van de elektroden 6 en 7 van de ontladingsbuis 5. Na enige tijd zal de starter 8 ongeleidend worden waardoor, via een daardoor in de spoel 4 opgewekte spanningspiek, een hoge spanning tussen 30 <je elektroden 6 en 7 komt te staan waarop de buis 5 ontsteekt. De starter 8 blijft dan verder buiten werking. Dan is slechts de keten 1, 3, 4, 6, 7, 2in bedrijf. Na elke stroomnuldoorgang herontsteekt de ontladingsbuis 5 op de kcmbinatie van de restspanning op de kondensator 3 en de momentele waarde van de ingangsspanning tussen de klemmen 1 en 35 2. In een praktisch uitvoeringsvoorbeeld is de kondensator circa 5,8^u
Farad, de spoel 4 circa 0,47 Henry. De cirkelcylindrische lagedrukkwikdampontladingsbuis 5 heeft: een elektrodenafstand van circa 112 cm., 8101408 EHN 9984 7 een Inwendige diameter van circa 2,4 cm kwik in de ontladingsbuis circa 15 mgram edelgas in de ontladingsbuis:
Krypton 75 at.% 5 Argon 25 at.%.
De vuldruk (bij 300 Kelvin) is circa 200 Pascal.
Boogspanning circa 103 Volt.
De lamp van de ontladingsbuis 5 is bij bedrijf op een referentieballast volgens de IEC publikatie no. 82 circa 0,8. Dat is 10 dan ook gelegen tassen 0,5 en 0,85.
De benodigde hercntsteekspanning van de ontladingsbuis 5 is, bij het voorhanden zijn van de nominale spanning van 118 Volt, 60 Hz, tussen de ingangsklemmen 1 en 2, circa 180 Volt. Dat wil zeggen 170 kleiner dan % van 118 Volt = 200 Volt, met n = 1 in het geval van 15 f:i€T. 1 -
Het systeemrendement van deze elektrische inrichting is circa 84 lumen/Watt.
In fig. 2 zijn 40 en 41 ingangsklemmen van een tweede elektrische inrichting volgens de uitvinding. De klanten 40 en 41 zijn be-2o stand cm te worden aangesloten qp een voedingsspanning van nominaal 220 Volt, 50 Hz. De klatmen 40 en 41 zijn met elkaar verbonden door een serieschakeling van een kondensator 43, een spoel 44 en twee net elkaar in serie geschakelde lagedrukkwikdarnpontladingsbuizen 45 en 46. Elk van de huizen 45 en 46 is voorzien van twee voorverhitbare elektroden 47, 48 25 respektievelijk 49, 50. De elektroden 47 en 50 zijn net elkaar verbonden via een lamps tarter 60. Nu volgt een beschrijving van de lamp-starter 60.
De starter 60 is voorzien van zes ingangsklemmen: A, B, C, D, E, F. De kien A is aangesloten (¾) een verbindingspunt tussen de spoel 44 30 en de elektrode 47. De klem B is aangesloten op de van de klem 40 af gekeerde zijde van de elektrode 47. De klem C is aangesloten qp de elektrode 48, en de klem D qp de elektrode 49. De klem E is verbonden net de van de klem 41 af gekeerde zijde van de elektrode 50. De klem F is verbonden met de ingangsklem 41.
35 De klem A is via een kondensator 70 verbonden net de klon C.
De klon D is via een kondensator 71 verhanden net de klem F.
Tussen de kleumen B en E is aangesloten een piekspannings-onderdrukker 72 alsmede een eerste diodebrug 73. Klem B is tevens net 81 01408 t PHN 9984 8 klem E verbonden door een serieschakeling van een kondensator 74, een weerstand 75, een tweede diodebrug 76, een weerstand 77 en een kondensator 78.
De uitgangsklemmen van de eerste diodehmg 73 zijn met elkaar 5 verbonden door een serieschakeling van een weerstand 79, een wikkeling 80 van een transformator, en een transistor 81, Een andere wikkeling 82 van die transformator verbindt de basis met de emitter van de transistor 81. Deze basis en emitter zijn tevens door een weerstand 83 met elkaar verbonden, 10 De basis van de transistor 81 is via een dubbelzijdig drempel- element (SBS) 84 aangesloten op de kollektor van een hulptransistor 85, De emitter van deze hulptransistor 85 is verbonden met de emitter van de transistor 81.
Parallel aan de serieschakeling 79, 80, 81 is aanwezig een 15 tweede serieschakeling van een weerstand 86, een zenerdiode 87 en een kondensator 88, als ook een derde serieschakeling van twee weerstanden 89 respektievelijk 90.
Een aftakpunt tussen de zenerdiode 87 en de kondensator 88 is via een weerstand 91 verbonden met een verbindingspunt tussen het 20 drempelelement 84 en de kollektor van de hulptransistor 85. Een aftakpunt tussen de weerstand 89 en 90 is aangesloten qp een diode 92.
Twee uitgangsklemmen van de tweede diodebrug 76 zijn met elkaar verbonden door een serieschakeling van twee weerstand 93 en 94. Weerstand 94 is overbrugd door een kondensator 95. De genoemde 25 twee uitgangsklemmen van de tweede diodebrug 76 zijn met elkaar verbonden door een serieschakeling van een diode 96, een zenerdiode 97 en een weerstand 98, De weerstand 98 verbindt de basis met de emitter van de hulptransistor 85. De kathode van de diode 92 is aangesloten op een verbindingspunt tussen de diode 96 en de zenerdiode 97.
30 De beschreven starter 60 vertoont enige overeenkomst met die van de Nederlandse octrooiaanvrage 7.502.053 (PHN 7892) .
Met de starter 60 worden eerst een aantal ontsteekpulsen met lage topwaarde opgewekt en daarna een aantal ontsteekpulsen met hoge topwaarde. Het geleidend worden van de hulptransistor 85 zet 35 de starter 60 na enige tijd buiten werking.
m een praktisch uitvoeringsvoorbeeld is: de kondensator 43 circa 3,7^uFarad de spoel 44 circa 1,3 Henry.
8101408 PHN 9984 9
De lampen 45 en 46 zijn van eenzelfde type als de buis 5 van de inrichting van fig. 1. Dat wil onder meer zeggen dat <X lamp qp de meergenoemde referentieballast: 0,8 bedraagt.
De kondensator 70 is circa 68 nF 5 de kondensator 71 is circa 22 nF
de kondensator 74 is circa 100 nF de kondensator 78 is circa 100 nF de kondensator 95 is circa 15^uF.
De overzetverhouding van de transformator 82-80 is circa 10 1 op 1.
De weerstand 75 is circa 270 k -O-de weerstand 77 is circa 270 k XI. de weerstand 86 is circa 20 k XL de weerstand 89 is circa 360 k_Q_
15 de weerstand 90 is circa 10 k XL
de weerstand 91 is circa 22 XL de weerstand 93 is circa 1,5 k XX de weerstand 94 is circa 120 k XX de weerstand 98 is circa 22 k XX
20 de zenerspanning van de zenerdiode 87 is circa 180 Volt de zenerspanning van de zenerdiode 97 is circa 15 Volt.
In dit uitvoer ingsvoorbeeld is de lamps troon circa 475 mA.
De benodigde herontsteekspanning van elk van de beide ontladingsbuizen 170 is kleiner dan % van 220 Volt = 187 Volt (n = 2 in dit geval).
25 Het systeemrendement is circa 90 lumen/Watt.
In fig. 3 is - metkurve 80 - uitgezet de gezamenlijke hoogspanning B in Volt, van de ontladingsbuizen 45 en 46 van het voorbeeld van fig. 2, tegen de kwikdampdruk P (in Pascal). Tevens is in fig. 3 uitgezet de temperatuur T, in °Celsius, van de koudste plek van de wand 30 van de cntladingstuis. Met twee streeplijnen zijn in fig. 3 aangegeven de grenzen van 0,4 en 2 Pascal. Uit deze figuur blijkt dat de hoogspanning een maximum vertoont in dat kwikdampdrukinterval.
Het kruisje op de kurve 80 toont het werkpunt in het geval tussen de ingangsklemmen 40 en 41 van de elektrische inrichting van fig.
35 2 de nominale spanning van 220 Volt, 50 Hz.aanwezig is.
De beschreven twee elektrische inrichtingen hebben slechts een kleine hallast, en ontsteken en hercntsteken betrouwbaar in het spanningsinterval van plus of min 10% van de nominale net^pann j ng.
81 01 4 08 V Λ ΕΗΝ 9984 10 Hét is denkbaar dat een elektrische inrichting volgens de uitvinding wordt uitgevoerd als een feirpeenheid zoals bijvoorbeeld beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage 7.906.203 (ΓΉΝ 9551).
5 10 15 20 25 30 35 81014 08
Claims (3)
1. Elektrische inrichting voorzien van tenminste één lagedruk- tonkdampontladingstuis en van twee ingangsklemmen, waarbij die ingangs-klemmen bestemd zijn cm te worden aangesloten op een wisselspannings-bron waarvan de frequentie 50 ê. 60 Hertz bedraagt, en die ingangsklent- g men met elkaar verbonden zijn door een serieschakeling .van althans de lagedrukkwikdampcntladingsbuis een kondensator en een spoel, waarbij bij de aangegeven frequentie de kondensator impedantie groter is dan de spoelimpedantie, en waarbij in de bedrijfskonditie de (gezamenlijke) hoogspanning van de tot de serieschakeling behorende lagedrukkwikdamp-10 ontladingsbuis (buizen) gelegen is tussen 80% en 110% van· de nnminaiA spanning tussen de ingangsklesmen, net het kenmerk, dat elke tot de serieschakeling behorende lagedrukkwikdampcntladingsbuis van een type is, dat; a) op een Referentieballast volgens IEC publikatie no0 82 15 bedreven een oC lamp heeft die gelegen is tussen 0,5 en 0,85 indien de effektieve spanning tussen twee uiteinden van een serieschakeling van de referentieballast en de lagedrukkwikdampontladingsbuis het circa tweevoudige is van de hoogspanning van de ontladingsbuis? b) bij het aanwezig zijn van de nominale spanning tussen de 20 ingangsklemmen van de elektrische inrichting, een benodigde herontsteek- 170 spanning heeft die kleiner is dan % van de effektieve nominale spanning tussen de ingangsklenmen van de elektrische inrichting, waarin n het aantal lagedrukkwikdanpontladingsbuizen in de serieschakeling van de elektrische inrichting voorstelt. 25
2. Elektrische inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de impedantie van de spoel bij de aangegeven frequentie zodanig klein is gekozen - en daardoor de strocmsterkte in elke tot de serieschakeling behorende lagedrukkwikdampontladingsbuis zodanig groot is - dat in de bedrijfskonditie bij nominale spanning tussen de in-30 gangsklemnen de kwikdampdruk in de ontladingsbuis tussen 0,4 en 2 Pascal gelegen is, en de ontladingsbuis van een type is waarvan de boogspanningskwikdanpdrukkarakteristiek een maximum vertoont in het drukgebied van 0,4 tot 2 Pascal.
3. Elektrische inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het 35 kenmerk, dat elke tot de serieschakeling behorende lagedrukkwikdampontladingsbuis cirkelcylindrisch is met een inwendige diameter van circa 24 mm, en die ontladingsbuis een edelgas bevat met tenminste 50 at.% Krypton waarvan de vuldruk 100 tot 300 Pascal bedraagt. 8101 4 08 ψ ΕΗΝ 9984 12 4ο Elektrische inrichting volgens conclusie 3, bestemd cm te worden aangesloten op een wisselspanningsbron roet een nominale spanning van 220 Volt en 50 Hertz, met hefe-kenmerk, dat de serieschakeling van de elektrische inrichting met twee - praktisch gelijke - lagedruk-5 kwikdanpontladingsbuizen is uitgerust, en de hoogspanning van elk van die ontladingsbuizen 100 a 110 Volt bedraagt. 10 15 20 25 30 8101408 35
Priority Applications (8)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8101408A NL8101408A (nl) | 1981-03-23 | 1981-03-23 | Elektrische inrichting voorzien van tenminste een lagedrukkwikdampontladingsbuis. |
US06/352,505 US4443739A (en) | 1981-03-23 | 1982-02-25 | Electric device comprising at least one low-pressure mercury vapor discharge tube |
DE8282200297T DE3263991D1 (en) | 1981-03-23 | 1982-03-08 | Electric device comprising at least one low-pressure mercury vapour discharge tube |
EP82200297A EP0061796B1 (en) | 1981-03-23 | 1982-03-08 | Electric device comprising at least one low-pressure mercury vapour discharge tube |
CA000398700A CA1178651A (en) | 1981-03-23 | 1982-03-18 | Electric device comprising at least one low-pressure mercury vapour discharge tube |
JP57043015A JPS57170498A (en) | 1981-03-23 | 1982-03-19 | Electric device with at least one low voltage mercury discharge tube and two input terminals |
HU82845A HU183859B (en) | 1981-03-23 | 1982-03-19 | Electric device containing at least one low-pressure mercury-arc discharge tube |
BR8201576A BR8201576A (pt) | 1981-03-23 | 1982-03-22 | Dispositivo eletrico compreendendo ao menos um tubo de descarga de vapor de mercurio de baixa pressao |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8101408A NL8101408A (nl) | 1981-03-23 | 1981-03-23 | Elektrische inrichting voorzien van tenminste een lagedrukkwikdampontladingsbuis. |
NL8101408 | 1981-03-23 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8101408A true NL8101408A (nl) | 1982-10-18 |
Family
ID=19837207
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8101408A NL8101408A (nl) | 1981-03-23 | 1981-03-23 | Elektrische inrichting voorzien van tenminste een lagedrukkwikdampontladingsbuis. |
Country Status (8)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4443739A (nl) |
EP (1) | EP0061796B1 (nl) |
JP (1) | JPS57170498A (nl) |
BR (1) | BR8201576A (nl) |
CA (1) | CA1178651A (nl) |
DE (1) | DE3263991D1 (nl) |
HU (1) | HU183859B (nl) |
NL (1) | NL8101408A (nl) |
Families Citing this family (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US5049789A (en) * | 1990-01-12 | 1991-09-17 | Council Of Scientific & Industrial Research | Electronic capacitive ballast for fluorescent and other discharge lamps |
US5449989A (en) * | 1992-07-31 | 1995-09-12 | Correa; Paulo N. | Energy conversion system |
US5825139A (en) * | 1995-11-02 | 1998-10-20 | Hubbell Incorporated | Lamp driven voltage transformation and ballasting system |
DE19741877A1 (de) | 1997-09-23 | 1999-03-25 | Hoechst Diafoil Gmbh | Biaxial orientierte Polyesterfolie, Verfahren zu ihrer Herstellung und ihre Verwendung |
EP1051060A1 (en) * | 1999-05-07 | 2000-11-08 | Yousef Husni Barikhan | Electronic starting device for fluorescent discharge lamps and the like,having improved characteristics |
HUP1000054A3 (en) * | 2010-01-26 | 2012-08-28 | Gradix Holdings Ltd | Ac voltage converter and switching equipment |
Family Cites Families (10)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2465031A (en) * | 1946-08-08 | 1949-03-22 | Nathanson Max | Fluorescent tube lighting system |
US2853653A (en) * | 1953-04-16 | 1958-09-23 | Gen Electric | Sequence boost circuit for discharge lamps |
US3324349A (en) * | 1963-04-16 | 1967-06-06 | Philips Corp | Device employing two gas- and/or vapour-discharge tubes |
NL7402779A (nl) * | 1974-03-01 | 1975-09-03 | Philips Nv | Inrichting voorzien van een gas- en/of damp- ontladingslamp. |
CH577779A5 (nl) * | 1974-10-23 | 1976-07-15 | Bbc Brown Boveri & Cie | |
NL7415839A (nl) * | 1974-12-05 | 1976-06-09 | Philips Nv | Elektrische inrichting voor het ontsteken en voeden van een gas- en/of dampontladingslamp. |
US4039895A (en) * | 1975-02-20 | 1977-08-02 | U.S. Philips Corporation | Device for starting and feeding a discharge lamp |
NL179779C (nl) * | 1977-01-26 | 1986-11-03 | Philips Nv | Inrichting voor het ontsteken en voeden van een gas- en/of dampontladingslamp. |
NL179622C (nl) * | 1978-06-27 | 1986-10-01 | Philips Nv | Inrichting voor het ontsteken en voeden van ten minste een gas- en/of dampontladingsbuis. |
NL7909128A (nl) * | 1979-12-19 | 1981-07-16 | Philips Nv | Elektronische hulpapparaat voor het starten en bij wisselspanning bedrijven van een gas- en/of dampontladingslamp. |
-
1981
- 1981-03-23 NL NL8101408A patent/NL8101408A/nl not_active Application Discontinuation
-
1982
- 1982-02-25 US US06/352,505 patent/US4443739A/en not_active Expired - Lifetime
- 1982-03-08 EP EP82200297A patent/EP0061796B1/en not_active Expired
- 1982-03-08 DE DE8282200297T patent/DE3263991D1/de not_active Expired
- 1982-03-18 CA CA000398700A patent/CA1178651A/en not_active Expired
- 1982-03-19 HU HU82845A patent/HU183859B/hu unknown
- 1982-03-19 JP JP57043015A patent/JPS57170498A/ja active Pending
- 1982-03-22 BR BR8201576A patent/BR8201576A/pt unknown
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
HU183859B (en) | 1984-06-28 |
EP0061796A1 (en) | 1982-10-06 |
US4443739A (en) | 1984-04-17 |
CA1178651A (en) | 1984-11-27 |
BR8201576A (pt) | 1983-02-08 |
DE3263991D1 (en) | 1985-07-11 |
JPS57170498A (en) | 1982-10-20 |
EP0061796B1 (en) | 1985-06-05 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US6037722A (en) | Dimmable ballast apparatus and method for controlling power delivered to a fluorescent lamp | |
US5925986A (en) | Method and apparatus for controlling power delivered to a fluorescent lamp | |
US6091208A (en) | Lamp ignitor for starting conventional hid lamps and for starting and restarting hid lamps with hot restrike capability | |
EP0132008B1 (en) | Power supply arrangement provided with a voltage converter for igniting and feeding a gas- and/or vapour discharge lamp | |
NL7806889A (nl) | Elektrische inrichting voorzien van tenminste een gas- en/of dampontladingsbuis. | |
EP0150536B1 (en) | Ballast adaptor for improving operation of fluorescent lamps | |
EP0358502A1 (en) | Ballast circuit | |
US5070279A (en) | Lamp ignitor with automatic shut-off feature | |
NL8101408A (nl) | Elektrische inrichting voorzien van tenminste een lagedrukkwikdampontladingsbuis. | |
US4134043A (en) | Lighting circuits | |
US4091307A (en) | Emergency lighting system for gaseous-discharge lamps | |
US4103209A (en) | Add-on instant restrike device for an hid lamp | |
US4117377A (en) | Circuits for starting and operating ionized gas lamps | |
EP0181666B1 (en) | High-pressure discharge lamp | |
US4236100A (en) | Lighting circuits | |
US4769578A (en) | High-pressure sodium discharge lamp | |
BE1007682A3 (nl) | Schakelinrichting. | |
NL8105046A (nl) | Elektrische inrichting voor het stapsgewijs regelen van de helderheid van een gas- en/of dampontladingslamp. | |
US3792310A (en) | Three-lamp lead lag rapid start ballast apparatus | |
US4513225A (en) | Fluorescent lamp series system | |
JP2002528884A (ja) | 回路配置 | |
US3399327A (en) | Plural gaseous electric discharge device starting circuit using an unignited discharge device as ballast | |
US4609849A (en) | High pressure sodium vapor lamp having D.C. resistive ballast circuits | |
US3898517A (en) | Ballast circuit | |
RU2139645C1 (ru) | Устройство для зажигания и питания люминесцентных ламп с шунтированными электродами |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BV | The patent application has lapsed |