NL8101339A

NL8101339A - Inrichting voor het afbeelden van digitale informatie met selektiemogelijkheid van beeldpagina's en/of resolutie uitbreiding.

Info

Publication number: NL8101339A
Application number: NL8101339A
Authority: NL
Original assignee: Philips Nv
Priority date: 1981-03-19
Filing date: 1981-03-19
Publication date: 1982-10-18
Also published as: JPS57167087A; JPH0420191B2; DE3267966D1; US4500875A; EP0061213A1; EP0061213B1

Description

* vr EHN 9978 1 N.V. PHILIPS' GLOEILAMPENFABRIEKEN TE EINDHOVEN.

" Inrichting voor het afheelden van digitale informatie met selectiemogelijkheid van beeldpagina's en/of resolutie uitbreiding".

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het afbeelden van digitale informatie als een verzameling van beeldpunten die binnen een tweedimensionaal gebied volgens een lijnenpatroon gerangschikt zijn, bevattende een beeldgeheugen voor het opslaan van de 5 af beeldinformatie, waarbij de informatie voor elk beeldpunt m bits (m > 1) bevat, welk beeldgeheugen een datauitgang heeft aangesloten op een adresingang van een kleurtabelgeheugen met programmeerbare inhoud, welk kleurtabelgeheugen een datauitgang heeft, voor het afgeven van kleur informatie.

10 Een dergelijke inrichting is bekend uit de engelse octrooi aanvrage no. 2.032.740.

Het beeldgeheugen en het kleurtabelgeheugen van deze inrichting worden door middel van een processor bestuurd. Een beeldpunt, op het scherm van een met de datauitgang van het kleurtabelgeheugen ver-15 bonden afbeeldtoestel, is gevormd door een m bits datawoord afkomstig vai het beeldgeheugen. Dit datawoord wijst een adres aan in het kleurtabelgeheugen. Op dit adres is een gekozen kleur geprogrammeerd, waardoor het beeldpunt in de gekozen kleur op het afbeeldtoestel wordt afgebeeld.

Door programmering van het kleurtabelgeheugen is het mogelijk om slechts 20 één of meerdere van de m bits van het af te beelden beeldpunt op het afbeeldtoestel af te beelden. Deze techniek toegepast op de beeldpunten van een af te beelden beeld wordt beeldpagina- selektie genoemd. De zo ontstane beeldpagina('s) is dan één of meer bits diep. Wanneer er nu een andere af te beelden pagina geselekteerd moet worden is het noodza-25 kelijk om met behulp van de processor het kleurtabelgeheugen volledig opnieuw te progrartmeren.

Dit is een omslachtige en tijdrovende handeling, zeker in het geval dat het kleurtabelgeheugen een grote inhoud heeft. Cok is het bij de beschreven inrichting noodzakelijk on de gehele inhoud van het kleurtabel-30 geheugen uit te lezen om te weten welke pagina wordt afgebeeld.

De uitvinding beoogt een inrichting te realiseren waarbij beeldpagina-selektie wordt verkregen zonder voor elke geselekteerde 8101339 r < PHN 9978 2 pagina telkens opnieuw het kleurtabelgeheugen te programmeren. Verder beoogt de uitvinding om met dezelfde inrichting resolutie uitbreiding te realiseren.

Een inrichting volgens de uitvinding heeft daartoe het ken-5 merk, dat er op tenminste één aansluiting tussen de datauitgang van het beeldgeheugen en de adresingang van het kleurtabelgeheugen, een poort-schakeling met een stuur ingang is aangebracht cm onder besturing van een eerste besturingssignaal de m bits van het af te beelden beeldpunt als een eerste adres voor het kleurtabelgeheugen door te laten en om onder 10 besturing van een tweede besturingssignaal een selekteerbaar deel van de m bits van het af te beelden beeldpunt als een tweede adres voor het kleurtabelgeheugen door te laten.

Door nu de bits welke bij de geselekteerde beeldpagina behoren uit te selekteren, dat wil zeggen alleen de bitwaarde van de geselekteerde bit 15 in beschouwing te naren en aan de niet geselekteerde bits eenzelfde waarde toe te kennen, is bereikt dat men alleen de geselekteerde pagina afbeeld en een andere plaats in het kleurtabelgeheugen adresseert. Resolutie uitbreiding wordt verkregen door een selektief afbeelden van de bits van elk beeldpunt.

20 Een voorkeursuitvoering van de inrichting volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de poortschakeling voor elke . par al lele aansluiting ten minste één logische poort bevat, waarvan de stuur-ingang verbonden is met een besturingssignaalgenerator, om onder besturing van het tweede besturingssignaal een eerste selekteerbaar deel van 25 de ia bits van het af te beelden beeldpunt door te laten, en onder besturing van een derde besturingssignaal een tweede selekteerbaar deel van de m-bits van het af te beelden beeldpunt door te laten, waarbij eerste en tweede selekteerbaar deel wederzijds exclusief zijn.

De door de besturingssignaalgenerator gegenereerde besturings-30 signalen geven aan welke beeldpagina ('s) af geheeld wordt en/of welke resolutie uitbreiding gerealiseerd is door het tweede en het derde besturingssignaal.

Een voorkeursuitvoering van een inrichting volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat genoemde besturingssignalen in de beeld-35 tijd van een af te beelden beeld invariant zijn, voor het afbeelden onder besturing van het eerste besturingssignaal van een eerste pagi-nabeeld met een data inhoud van m bits per beeldpunt, en voor het afbeelden onder besturing van het tweede besturingssignaal van ten minste 81013 3 9 FHN 9978 3 l· v één tweede pagina-beeld met een datainhoud van b bits per beeldpunt, waarbij b kleiner is dan nu Hierdoor is een eenvoudige inrichting voor beeldpaginaselektie gerealiseerd.

Een andere uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uit-5 vinding heeft het kenmerk, dat genoemde tweede en derde besturings-signaal voor een parallelschakeling van m logische poorten, voor elke aansluiting één poort, in fase zijn met de periode waarin een beeldpunt aan die parallelschakeling is aangeboden, welke periode ten minste twee niet-overlappende deelperiodes bevat, waarbij het tweede besturingssig-10 naai alleen gedurende een eerste deelperiode aktief is en het derde besturingssignaal alleen gedurende een tweede deelperiode aktief is.

Hierdoor is een eenvoudige inrichting voor een resolutieuitbreiding in horizontale richting gerealiseerd.

Een verdere voorkeursuitvoering van een inrichting volgens 15 de uitvinding heeft het kenmerk, dat genoemde tweede en derde besturingssignaal voor een eerste parallelschakeling van m logische poorten, voor elke aansluiting één poort, in fase zijn met de beeldperiode van een rasterpatrocn, waarbij het tweede besturingssignaal alleen aktief is gedurende de periode van een eerste raster en het derde besturingssignaal 20 alleen aktief is gedurende de periode van een tweede raster. Hierdoor is een eenvoudige inrichting voor een resolutieuitbreiding in vertikale richting gerealiseerd.

Een voorkeursuitvoering van een inrichting volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de poortschakeling tea minste één tweede 25 parallelschakeling van m logische poorten bevat, waarbij eerste en tweede parallelschakeling in serie geschakeld zijn, waarbij verder een vierde en een vijfde besturingssignaal voor de tweede parallelschakeling in fase zijn met de periode waarin een beeldpunt aan de tweede parallelschakeling is aangeboden, welke periode ten minste twee niet-overlappende 30 deelperiodes bevat, waarbij het vierde besturingssignaal alleen gedurende de eerste deelperiode aktief is en het vijfde besturingssignaal alleen gedurende een twsede deelperiode aktief is, cm onder besturing van het vierde besturingssignaal een derde selekteerbaar deel van de m-bits van het af te beelden beeldpunt door te laten en onder besturing 35 van het vijfde besturingssignaal een vierde selekteerbaar deel van de nr-bits door te laten, waarbij derde en vierde selekteerbaar deel wederzijds exclusief zijn.

81013 3 9 ΡΗΝ 9978 4 V ί

η I

Hierdoor is een inrichting voor een resolutieuitbreiding in horizontale en vertikale richting gerealiseerd.

Een voorkeursuitvoering van een inrichting volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de besturingssignaalgenerator een ge-5 heugen is, welk geheugen in fase te adresseren is met de periode waarin een beeldpunt aan de poortschakeling is aangeboden en/of met de periode van een rasterpatroon, voor het genereren van tweede en derde bestu-ringssignalen in die perioden.

Door gebruik van een geheugen als besturingssignaalgenerator 10 is een eenvoudige inrichting gerealiseerd voor zowel beeldpagina- selektie als resolutieuitbreiding.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening.

Fig. 1 geeft een inrichting aan voor het afbeelden van 15 digitale informatie volgens de stand van de techniek,

Fig. 2a illustreert de uitvindingsgedachte bij een inrichting voor het afbeelden van digitale informatie en

Fig. 2b geeft een voorkeursuitvoering van de uitvindingsgedachte bij zo'n inrichting, 20 Fig. 3 geeft een voorbeeld van een afbeelding in pagina- beelden volgens de mode "gemengd",

Fig. 4 geeft een voorbeeld van een afbeelding in pagina-beelden volgens de mode "over elkaar",

Fig.. 5 laat een uitvoeringsvoorbeeld ziëivan een inrichting 25 voor het afbeelden van digitale informatie met de mogelijkheid tot resolutie uitbreiding,

Fig. 6 laat een ander uitvoeringsvoorbeeld zien van een inrichting voor het afbeelden van digitale informatie met de mogelijkheid tot resolutie uitbreiding, 30 Fig. 7 laat enkele voorbeelden van resolutie uitbreiding met zo'n inrichting zien, en

Fig. 8 laat een algemene oplossing zien voor beeldpagina selektie en resolutie uitbreiding in een inrichting voor het afbeelden van digitale informatie.

35 Figuur 1 geeft een inrichting aan voor het afbeelden van digitale informatie volgens de stand van de techniek, waarbij kleur-mogelijkheden tegen beeldpagina's zijn uit te wisselen. In de verdere 8101 339 f 4 EHN 9978 5 beschrijving zal beeldpagina eenvoudigweg pagina worden genoemd.

Hierin is 1 een beeldgeheugen, voor het opslaan van de af te beelden informatie^ 3, 4 en 5 zijn digitaalanaloog cmzetters. Element 2 is een kleurtabelgeheugen wat ook wel Color jy&p genoemd wordt. Het 5 kleurtabelgeheugen wordt door een processor 6 bestuurd, die ook het beeldgeheugen 1 bestuurt, element 7 is een afbeeldtoestel.

Voor een system met een resolutie van X beeldpunten horizontaal en Y beeldpunten vertikaal alsmede m bits per beeldpunt is een geheugencapaciteit C = X.Y.m nodig. Een beeldpunt op het scherm van 10 het· afbeeldtoestel 7 is in de vorm van een m bits datawoord in het beeldgeheugen 1 opgeslagen. Dit irrbits datawoord vormt een m bits adres, dat een plaats in het kleurtabelgeheugen aanduidt. Op die plaats in het kleurtabelgeheugen is een kleur geprogrammeerd. Met zo'n m bits datawoord kunnen er dus 2111 plaatsen in het kleurtabelgeheugen worden aangeduid,

15 wat 2111 keuzemogelijkheden inhoudt. Het kleurtabelgeheugen is een RAM

welke door middel van de processor 6 programmeerbaar is. Een woord in het kleurtabelgeheugen is n bits breed (n > 1) waardoor er een keuzemogelijkheid is uit 2n kleuren.

Bij voorkeur is n een veelvoud van drie (n = 3 k) cm zodoende n te verde-20 len in k bits rood, k bits blauw en k bits groen. Het is mogelijk om bij elk beeld het kleurtabelgeheugen opnieuw te programmeren. Aangezien een plaats in het kleurtabelgeheugen 2 geadresseerd is door een m bits datajwoord uit het beeldgeheugen 1 impliceert dit beperkingen op het aantal te kiezen kleuren. Zo zijn er als m < n, alleen 2m mogelijke 25 kleuren uit de 2n kleuren van het kleurtabelgeheugen aan te duiden, en als m > n, dan wijzen verschillende adressen eenzelfde kleur aan.

Het is mogelijk om kleurmogelijkheden tegen pagina's uit te wisselen, zonder de inhoud van net beeldgeheugen 1 te variëren. Als er m bits per beeldpunt zijn in het beeldgeheugen 1, dan is het mogelijk cm 30 het beeldgeheugen op te vatten als bestaande uit maximaal m pagina's welke elk 1 bit diep zijn. Andere combinaties zijn natuurlijk ook mogelijk, onder de voorwaarde dat wordt voldaan aan de relatie 21 (ai pagina's x b^ bits) ^ m i 35 waarin a. en b. aantallen voorstellen en i het aantal groepen van pagi- ·*- *i_ _ na's. Zo'n pagina uit de i-de groep heeft dan 2i kleurmogelijkheden.

Zo is het bijvoorbeeld mogelijk als een beeldpunt uit het beeldgeheugen 8101339 V > PHN 9978 6 vijf bits bevat, cm 1 pagina x2 bits + 2 pagina's x 1 bit af te beelden op het afbeeldtoestel. Voor de twee pagina's van 1 bit zijn er dan twee kleuren, mogelijk en voor de andere pagina's zijn er vier kleuren mogelijk. Paginaselektie wordt volgens de stand van de techniek verkregen door het 5 op een bijzondere manier programmeren van het kleurtabelgeheugen.

Het kleurtabelgeheugen is dan zodanig geprogrammeerd dat alleen de bits uit de af te beelden pagina's, de digitaal analoog omzettersaktiveren.

Fig. 2a illustreert de uitvindingsgedachte bij een inrichting voor het afbeelden van digitale informatie waarbij kleurmogelijk-10 heden uit te wisselen zijn tegen zowel beeldpagina's als een uitbreiding van resolutie. In deze inrichting is ten minste één aansluiting tussen het beeldgeheugen 1 en het kleurtabelgeheugen 2 voorzien van een poortschakeling. Deze poortschakeling bevat ten minste één logische poort G met een stuur ingang, welke stuur ingang is aangesloten op een besturings· 15 s ignaalgenerator 8. Deze besturingss ignaalgenerator genereert hestu- ringssignalen waardoor de poort inrichting doorlatend of blokkerend werkt. Als de poortschakeling doorlatend is, dan is het datawoord aan de datauitgang van het beeldgeheugen gelijk aan het adreswoord dat wordt aangeboden aan het kleurtabelgeheugen. Werkt echter de poortschakeling 20 blokkerend:, door een besturingssignaal aan de stuuringang dan is het adreswoord verschillend van het datawoord en wordt er bijgevolg een andere plaats van het kleurtabelgeheugen geadresserd waardoor er een verschuiving in het kleurtabelgeheugen ontstaat en de informatie van de betreffende bit welke door de poortinrichting geblokkeerd is 25 niet wordt afgebeeld. Pagina's selektie is nu gerealiseerd door middel van bestur ingss ignalen welke statisch aangestuurd zijn aan de stuuringang van de poortschakeling. De besturingssignalen kunnen ook dynamisch worden aangestuurd , dat wil zeggen dat ze in fase zijn met de periode waarin de beeldpunten aan de poortschakeling worden aangeboden.

30 en/of met de periode van de rasters voor rastergewijze afbeelding, in dit geval wordt de resolutie van het af te beelden beeld uitgebreid.

Fig. 2b geeft een voorkeursinrichting volgens de uitvinding waarbij kleurmogelijkheden tegen pagina's worden uitgewisseld zonder dat daarbij de inhoud van het kleurtabelgeheugen 2 opnieuw geprogrammeerd 35 moet worden. Aan de elementen die analoog zijn aan diegene welke in figuur 1 afgebeeld zijn, is hetzelfde verwijzingscijfer toegekend.

In deze voorkeursuitvoering bevat elke aansluiting tussen 8101339 « * PHN 9978 7 de datauitgang van het beeldgeheugen 1 en de adresingang van het kleur-tagelbeheugen een poortschakeling, welke een logische EN-poart (G) bevat.

Er zijn m parallel aansluitingen cm per af te beelden m bits beeldpunt één bit per aansluiting door te laten. Zodoende zijn er dan m logische 5 EN-poorten G(1), .......G (m) welke een parallelschakeling vormen.

De besturingslijnen Cj, ........Cm zijn met een uitgang van een buffer 8 (PIA= peripheral interface adapter, Motorola MC 6820) verbonden, welke buffer 8 op zijn beurt met de microprocessor 6 in verbinding staat, en als besturingssignaalgenerator werkt, to Selektie van één of meerdere pagina's is nu gerealiseerd door middel van een besturingssignaal op de besturingslijnen t/m C^, welk besturingssignaal statisch wordt aangestuurd, waarbij statisch betekent dat het besturingssignaal invariant is in de beeldtijd van een af te beelden beeld. Onder besturingssignaal is hier verstaan een geheel 15 van m signalen, elk (¾) één besturingslijn. Door het toevoeren van zo'n besturingssignaal wordt een geselekteerd aantal logische EN-poorten G(i's) doorlatend. Het kiezen van een andere pagina of van andere pagina's geschiedt eenvoudig door de inhoud van het buffer 8 te veranderen waardoor een ander besturingssignaal met een andere inhoud wordt 20 toegevoerd aan de besturingslijnen t/m C . In dit uitvoeringsvoor-beeld wordt het selekteren van een pagina bepaald door één variabele, namelijk de bitwaarde van het besturingsstuursignaal op de bijbehorende besturingslijn C^. Cm te weten te kenen welke pagina ('s) uit het geheugen op het scherm van het afbeeldtoestel 7 wordt af geheeld, volstaat 25 het de inhoud van het buffer 8 uit te lezen.

Het aan de uitgang van de parallelschakeling van logische poorten Gy .......Gm gevormde datawoord is een adres voor het kleur- tabelgeheugen. Op dit adres is dan in het kleurtabelgeheugen een kleur geprogrammeerd. Zo is bijvoorbeeld voor het afbeelden van één 30 pagina die 3-bits diep is en één pagina die 1 bit diep is, een keuze- 3 mogelijkheid uit 2 =8 kleurmogelijkheden voor de 3-bits diepte 1 pagina en uit 2 = 2 (bijvoorbeeld zwart en wit) kleurmogelijkheden voor de 1 bits diepe pagina.

Wanneer meerdere pagina's tesamen afgeheeld worden wordt 35 de kleur van de gemeenschappelijke beeldpunten op het scherm van het afbeeldtoestel door de inhoud van het kleurtabelgeheugen bepaald. Er zijn twee control modes nl. "over elkaar" ai "gemengd".

8101339 PHN 9978 8 + « • t

Fig. 3 geeft een voorbeeld van de mode "gemengd". Stel bijvoorbeeld dat het kleurtabelgeheugen volgens onderstaande tabel geprogrammeerd is, en dat de beeldpunten uit het beeldgéheugen 4 bits diep zijn (m = 4).

5 _ '__ ADRES kleurtabel- PAGINA uit KLEUR in kleurtabelgeheugen het geheugen geheugen op geselékteerd adres 0000 geen zwart T° 0001 1 rood 0010 2 groen 0011 1+2 geel

Stel verder dat het beeld uit twee loodrecht op elkaar staande balken 15 bestaat. Bij een indeling in pagina's van het geheugen staat dan bijvoorbeeld op de eerste pagina de horizontale balk en op de tweede pagina de vertikale balk. Als nu alleen het signaal op bijvoorbeeld de eerste besturingslijn hoog is (PI, adres 0001) en op alle overige besturingslijnen laag is wordt alleen de eerste pagina afgebeeld. Op 2Q het scherm van het afbeeldtoestel 7 verschijnt dan een rode horizontale balk op een zwarte achtergrond. De zwarte achtergrond ontstaat doordat alle andere verbindingslijnen drager van een laag signaal zijn, waardoor de plaats 0000 (zwarte kleur) van het kleurtabelgeheugen wordt geadresseerd, voor die beeldpunten welke niet deel uit maken van de 2g horizontale balk. Als nu alleen het signaal op bijvoorbeeld de tweede verbindingslijn C2 hoog is (p2, adres = 0010) wordt op het scherm een groene vertikale balk op een zwarte achtergrond afgebeeld. Als nu op bijvoorbeeld beide verbindings-lijnen en C2 het signaal hoog is (p1 + p2 = p1 +2, adres 0011) dan worden er op het scherm van het 3Q afbeeldtoestel twee loodrecht op elkaar staande balken afgebeeld, waarvan het overlappende stuk een gele kleur heeft, de horizontale eindstukken rood en de vertikale eindstukken groen zijn.

Fig. 4 geeft een voorbeeld van de mode "over elkaar". Stel bijvoorbeeld dat het kleurtabelgeheugen volgens onderstaande tabel ge-programmeerd is.

8101 339 * » EHN 9978 9

. ADRES PAG. KLEUR ADRES PAG. KLEUR

__P P

5 0000 0 zwart 0100 3 blauw 0001 1 rood 0101 3+1 blauw 0010 2 groen 0110 3+2 blauw 0011 1+2 groen 0111 3+2+1 blauw 10 Stel verder dat het beeld bestaat uit drie elkaar overlappende rechthoeken, welke elk op één pagina van het beeldgeheugen staan. Door het kleurtabelgëheugen zodanig te programmeren is het mogelijk prioriteiten aan bepaalde pagina's te geven. Bij het afbeelden van p1 + p2 = p1 +2, adres 0011 (signaal hoog op bijvoorbeeld besturingslijnen C.j en C2)is 15 groen de kleur net de hoogste prioriteit (0010 en 0011) vandaar dat een deel van de eerste pagina p1, adres 0001, rode kleur) overlapt is door de tweede pagina (p2, adres 0010, groene kleur). Bij het afbeelden van p2 + p3 = p2 + 3, adres 0110 is blauw de kleur met de hoogste prioriteit (0100 en 0110) vandaar dat een deel van de groene pagina over-20 lapt wordt door de blauwe pagina. Bij het afbeelden van alle drie de pagina's simultaan (p1 + p2 + p3 = p9 + 2 +1, adres 0111) is blauw de dominerende kleur (0100 en 0111).

De inrichting volgens de uitvinding is ook te gebruiken cm kleurmogelijkheden uit te wisselen tegen uitbreiding van resolutie.

25 Zowel de resolutie in horizontale als vertikale richting kan worden uitgebreid. Een capaciteit C - XY m voor het beeldgeheugen (X beeldpunten horizontaal, Y beeldpunten vertikaal, m-bits per beeldpunt) wordt bij een uitbreiding voor de horizontale resolutie van X naar Ax (met aeN) en bij een uitbreiding van de vertikale resolutie van Y naar bY (met 30 b*N) dan als volgt ingedeeld C = aX by .

In dit geval zijn er dan nog kleurmogelijkheden voor een af te beelden beeldpunt. Het is ook mogelijk cm alleen een uitbreiding van de resolutie in horizontale richting of alleen in vertikale richting of ook een combinatie van resolutie uitbreiding en 35 pagina-beelden te verkrijgen. Zo zijn bijvoorbeeld als X = Y = 256 beeldpunten en m = 8 bits onder meer de volgende combinaties mogelijk voor resolutie uitbreiding.

8101339 EHN 9978 10 * % * * C = (256) x (256) x 8 normale situatie C = (2 x 256) x (2 x 256) x 2 verdubbeling hor. en vert.

C = (2 x 256) x (256) x 4 verdubbeling horizontaal C = (256) x (2 x 256) x 4 verdubbeling vertikaal.

5 De uitbreiding in vertikale richting is begrensd door het aantal TV-lijnen wat gebruikt wordt om één punt af te beelden. Meestal is dit één lijn per raster voor toestellen die volgens een rasterpatroon werken.

Fig. 5 laat een uitvoer ingsvoorbeeld zien van een inrichting IQ voor het afbeelden van digitale informatie waarin kleurmogelij kheden uitgewisseld worden tegen een verdubbeling van de resolutie zowel in horizontale als in vertikale richting.

De datauitgang van het beeldgeheugen 1 is via m parallelle aansluitingen met de adresingang van het kleurtabelgeheugen 2 aangeslo-15 ten. Elke aansluiting bevat een eerste GH en een tweede GV logische EN-poort welke in serie geschakeld zijn, dat wil zeggen dat een uitgang van de eerste logische EN-poort met een ingang van de tweede logische EN-poort verbonden is. Alle eerste logische EN-poorten GH(1), GH (2), ....... GH(m) van alle m aansluitingen vormen een eerste paral- 20 lelschakeling en alle tweede logische EN-poorten GV(1), GV(2) .........., GV(m) vormen een tweede parallelschakeling.

Het verdubbelen van de resolutie in horizontale richting is gerealiseerd door besturingssignalen op de besturingslijnen 19 en 20. Besturingslijn 19 is verbonden met de stuuringangen van een eerste helft 25 (31(1) tot en met GH(m/2) van de logische EN-poorten van de eerste parallelschakeling, besturingslijn 20 is verbonden met de stuuringangen van een tweede helft GH {m/2+λ) tot en met GH (m) van de logische EN-poorten van de eerste parallelschakeling. Verondersteld is hier dat m een even getal is. Als m een onevengetal is, dan zijn er voor de 30 beide delen een verschillend aantal kleuren. De besturingslijnen 19 en 20 zijn verbonden met een uitgang van logische NAND-poorten 13A en 13B. Een eerste ingang (ingang A) van de logische NAND-poorten 13A en 13B is verbonden met een verbindingslijn 11 die drager is van een signaal ENH (enable horizontal) afkomstig van het buffer 8. Het aanwezig zijn 35 van het signaal ENH op de verbindingslijn 11 aktiveert de verdubbeling van de resolutie in horizontale richting. Voor een verdubbeling van de resolutie in horizontale richting moeten de besturingssignalen op 8101339

r I

EHN 9978 11 de besturlngslijnen 19 en 20 synchroon zijn met de beeldpuntfrequentie. Hiertoe wordt het beeldpuntfrequentiesignaal aan een tweede ingang (ingang B) van de logische NSND-poort 13A via de verbindingslijn 17 direkt aangeboden en via een inverterende poort 15 aan een tweede in-5 gang van de logische NAND-poart 13B aangeboden. Onder beeldpuntfrequen-tie wordt hier verstaan de frequentie waarmee de in bits van het af te beelden beeldpunt aan de ingang van de poortschakeling, in deze uitvoering de eerste parallelschakeling, wordt aangeboden.

Aangezien frequentie en periode, zoals bekend uit de natuurkunde, met 10 elkaar in verband staan, kan de beschrijving ook geschieden aan de hand van de periode waarin de m bits van het af te beelden beeldpunt aan de ingang van de poortschakeling wordt aangeboden. De besturings-signalen voor een uitbreiding van resolutie in horizontale richting moeten dan in fase zijn met die periode.

15 Zodoende is bijvoorbeeld in de eerste helft van de periode het beeldFuntfrequentiesignaal hoog aan een tweede ingang (ingang A) van poort 13A en in de tweede helft van de periode het signaal hoog aan een tweede ingang van poort 13R.

De tabel hieronder heeft het uitgangssignaal aan de poorten 13A en 13B.

20 POORT Ï3A Π Ï3B

™ b a n b ™ b b a.....Π Έ LIJN 11 17 19___11 17 17' 20 25 0 0 1 0 0 1 1 0 11 0 10 1 10 1 10 10 1 1 0 11 1 I 1 0 1

Als er geen resolutie uitbreiding in horizontale richting verlangd wordt 30 (A - "O" of ENH = "O") dan zijn de uitgangen van de NAND-poorten 13A en 13Β altijd hoog ("1") onafhankelijk van het signaal aan de ingangen Β van 13A en 13B. Zodoende zijn alle EN-poorten GH(1) t/m GH(m) door-latend en^er zijn 2111 kleurmogelijkheden voor elk beeldpunt als er althans/resolutie uitbreiding in vertikale richting gerealiseerd wordt.

35 Wanneer nu de resolutie in horizontale richting verdubbeld wordt (A = "1", signaal ENH op verbindingslijn 11), dan is in het geval dat het beeldpuntfrequentiesignaal hoog is (B = "1"), bijvoorbeeld in de eerste halve periode, NAND-poort 13Β doorlatend, (&ητ= ij.

8101339 ΡΗΝ 9978 12 Λ >·

Hierdoor zijn de poorten GH(j + 1) t/m GH(m) doorlatend. In het kleur-tabelgeheugen wordt nu die plaats geadresseerd waarvan het adres is samengesteld uit xa/2 nullen en m/2 bits van het m-bits datawoord aan de uitgang van het beeldgeheugen 1 (00____0, xx____x). Als het 5 beeldpuntfrequentiesignaal nu laag wordt, (B = "0"f B = "1") in de tweede helft van de periode bijvoorbeeld, dan wordt de NAND-poort 13A doorlatend (A h l = 1) en zijn hierdoor de poorten GH(1) t/m GH(m/2) doorlatend. De plaats met adres, samengesteld uit de overige m/2' bits van het m bits datawoord en ia/2 nullen, van het kleurtabelgeheugen is 10 nu geadresseerd (xx ....x, 00..... 0). Het is noodzakelijk voor de kleur van het beeld dat de beide zO gevormde adressen eenzelfde kleur aanduiden anders is het af geheelde beeldpunt tweekleurig. Voor het kleurtabelgeheugen impliceert dit dat op beide adressen (00......Oxx......2$ en (xx......xOO......t0) eenzelfde kleur geprogrammeerd moet zijn.

15 Een verdubbeling van de resolutie in vertikale richting is gebaseerd op een analoog principe als hiervoor beschreven. Een verdubbeling in vertikale richting wordt geaktiveerd door een signaal ENV (enable vertical) op de besturingslijn 12.

Resolutie uitbreiding in vertikale richting moet synchroon gaan met de 20 raster-frequentie of in fase zijn met dè beeldperiode van een raster-patroon, daarom wordt op de besturingslijn 18 de rasterfrequentie aangeboden. Aangezien een video-beeld uit een even en een oneven raster bestaat is het belangrijk dat de besturingslijn 21 en 22 aan de uitgangen van de NAND-poorten 14A en 14B met de juiste logische EN-25 poorten GV(i) van de tweede parallelschakeling verbonden zijn.

Het is ook mogelijk cm met deze inrichting de resolutie, hetzij in horizontale, hetzij in vertikale richting indien mogelijk in verband met rasterpatroon te verviervoudigen. Hiervoor is het dan noodzakelijk cm de geschikte frequentiesignalen op de besturingslijnen 17 en 18 30 alsmede de bijbehorende enable signalen op de besturingslijnen 11 en 12 aan te bieden. Wat met geschikt wordt bedoeld zal aan de hand van de beschrijving van Fig. 6 duidelijk worden.

Fig. 6 geeft een voorbeeld van een inrichting cm kleurmoge-lijkheden te ruilen tegen een mogelijke en toelaatbare resolutie-35 uitbreiding. Deze inrichting is bijzonder geschikt als m een positieve macht van twee is, m = 2m, het systeem bevat dan n-parallelschakelingen van m-logische poorten. De lijnen Sj t/m zijn besturingslijnen 8101 339 EHN 9978 13 welke drager zijn voor besturingssignalen. Deze besturingssignalen lopen synchroon in de tijd met de beeldpuntfrequentie of een geheel veelvoud daarvan voor resolutie-uithreiding in horizontale richting 4» (geschikte frequentiesignalen). Voor resolutie-uithreiding in vertikale 5 richting lopen de besturingssignalen synchroon in de tijd met de raster-frequentie. Eesolutie-uitlxeiding in vertikale richting is begrensd door het aantal gebruikte TV-lijnen per raster, zo is het dan dat als er slechts 2 TV-lijnen, één voor het even en één voor het oneven raster gebruikt wordt de resolutie alleen verdubbeld kan worden in vertikale 10 richting.

Een veelvoud van de beeldpuntfrequentie wordt verkregen door bijvoorbeeld de beeldpuntfrequentie door middel van een vermenigvuldi-gingselement met de geschikte faktor te vermenigvuldigen, of indien de beeldpuntfrequentie is afgeleid van een signaal met hogere frequen-15 tie, door deling van dat signaal met hogere frequentie.

Fig. 7 laat ter illustratie enkele voorbeelden van resolutie-uithreiding zien die te realiseren zijn met een inrichting volgens fig. 6.

a) Als nu het signaal op alle lijnen Si hetzelfde is, nl. = S2 ..

2° ... = = "1" dan is er geen resolutie-uithreiding en zijn er 2^1 kleurmogelijkheden.

b) Als de beeldpuntfrequentie met een faktor 4 wordt verhoogd en 4-maal de beeldpuntfrequentie aan de lijnen en aangeboden in een vorm zodanig dat = S4, en verder 2 maal de beeldpuntfrequentie aan de 25 lijnen en S2 in een vorm zodanig dat = S2 en verder aan alle overige S. (i > 4) zodanig dat S. (i > 4) = "1" dan wordt de resolutie met een faktor 4 groter in horizontale richting en er zijn dan 2/4 kleurmogelijkheden.

c) Als de beeldpuntfrequentie met een faktor m wordt verhoogd en mr 30 maal de beeldpuntfrequentie van de lijnen en S^-j aangeboden in een vorm zodanig dat beeldpuntfrequentie aan de lijnen S2a-2 S2n-3 aani?el30^en in de vorm S2n_3 = S2n_2, en zo op analoge manier verder zodanig dat m = 2x beeldpuntfrequentie aan de lijnen S.

— 2 S2 in de vorm = S2 dan wordt de resolutie met een faktor m groter 35 in horizontale richting, er zijn dan nog slechts twee kleurmogelijkhedsi d) In dit voorbeeld is de resolutie in horizontale richting verviervoudigd en in vertikale richting verdubbeld. Viermaal de beeldpunt- 8101339 EHN 9978 . 14 € » frequentie is aan de lijnen en S4 aangeboden (S^ = S^), tweemaal de beeldpuntfrequentie aan de lijnen S1 en S2 (S-j = S2), on zodoende de resolutie in horizontale richting te verviervoudigen. Aan de lijn S2n 01 fn-1 de rasterfrec3uentie aangeboden in de vorm = S^~J" 5 om zodoende de resolutie in vertikale richting te verdubbelen.

Er zijn voor dit geval dan 2 kleurmogelijkheden.

Fig. 8 laat een algemene oplossing zien on kleurmogeljkheden tegen resolutie en/of pagina's uit te wisselen. De elementen die overeenkomstig zijn met die uit fig. 2[zijn met hetzelfde verwijzingscijfer 10 aangeduid.

Het element 10 is een geheugen, welke bijvoorbeeld een ROM of een PLA (programmable , logic array) is. De elementen 11 en 12 zijn arithmetische elementen bijvoorbeeld een vermenigvuldigings of delings-element die er voor zorgen dat het beeldpuntfrequentiesignaal of een 15 geschikt veelvoud daarvan alsmede de rasterfrequentie of een signaal afgeleid van de rasterfrequentie aan een ingang van het geheugen 10 wordt aangeboden.

Het selekteren van pagina's of de keuze uit mogelijke resolutie uitbreidingen horizontaal, vertikaal of een combinatie horizontaal, 20 vertikaal is nu slechts een kwestie van het geschikte geheugenadres met het passende beeldpuntfrequentie en rasterfrequentiesignaal aan te duiden. Een gekozen mogelijkheid is qp een bepaald adres in het geheugen 10 opgeslagen. Door middel van het buffer 8 wordt een adres van het geheugen 10 waarop de gekozen mogelijkheid is geprogrammeerd, 25 geadresseerd. Aan een datauitgang van het geheugen 10 wordt dan een besturingssignaal voor de logische EN-poorten G(1), G(2), ...... G(m) af gegeven. De verbindingslijnen T(1), T(2),....... T(m) verbinden de datauitgang van het geheugen 10 met de tweede ingangen van de logische poorten.

30 Voor pagina selektie wordt het geheugen 10 statisch aange stuurd, dat wil zeggen dat de besturingssignalen onafhankelijk van de beeldpunt-en de rasterfrequentie zijn. Voor de geselekteerde pagina's zijn nu de bijbehorende logische poorten G (i), door het gekozen besturingssignaal, geprogrammeerd op het geselekteerde adres, doorlatend. 35 Voor resolutie-uitbreiding wordt het geheugen 10 dynamisch aangestuurd, dat wil zeggen dat de besturingssignlaen synchroon zijn met de bijbehorende geschikte beeldpuntfrequentie en/of rasterfrequentie.

8101339

Claims

1. Inrichting voor het afbeelden van digitale informatie als een verzameling van beeldpunten die binnen een tweedimensionaal gebied volgens een lijnenpatroon gerangschikt zijn, bevattende een beeldgeheu-gen (1) voor het opslaan van de afbeeldinformatie, waarbij de infor- 5 matie voor elk beeldpunt nrisits (m>1) bevat, welk beeldgeheugen een data-uitgang heeft aangesloten pp een adresingang van een kleurtabel-géheugen (2) met programmeerbare inhoud , welk kleurtabelgeheugen een data-uitgang heeft, voor het afgeven van kleurinformatie, met het kenmerk, dat er pp ten minste één aansluiting tussen de data-uitgang van 10 het beeldgeheugen en de adresingang van het kleurtabelgeheugen, een poortschakeling (G) met een stuuringang is aangetracht cm onder besturing van een eerste besturingssignaal de m-bits van het af te beelden beeldpunt als een eerste adres voor het kleurtabelgeheugen door te laten en cm onder besturing van een tweede besturingssignaal een selec-15 teerbaar deel van de m-bits van het af te beelden beeldpunt als een tweede adres voor het kleurtabelgeheugen door te laten.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de data-uitgang van het beeldgeheugen via m parallelle aansluitingen met de adresingang van het kleurtabelgeheugen is aangesloten cm per af te beelden beeld- 20 punt één bit per aansluiting door te laten, met het kenmerk, dat de poortschakeling voor elke genoemde parallelle aansluiting ten minste één logische poort bevat, waarvan de stuuringang verbonden is met een besturingssignaalgeneratar (8), cm onder besturing van het tweede besturingssignaal een eerste selecteer baar deel van de m-bits van 25 het af te beelden beeldpunt door te laten, en onder besturing van een derde besturingssignaal een tweede séLecteerbaar deel van de m-bits van het af te beelden beeldpunt door te laten, waarbij eerste en tweede selecteerbaar deel wederzijds exclusief zijn.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat 30 genoemde besturingssignalen in de beeldtijd van een af te beelden beeld invariant zijn, voor het afbeelden onder besturing van het eerste besturingssignaal van een eerste paginabeeld met een data-inhoud van m— bits per beeldpunt, en voor bet afbeelden onder besturing van het twaede besturingssignaal van ten minste één tweede paginabeeld net een 35 data-inhoud van b-bits per beeldpunt, waarbij b kleiner is dan m.

4. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat genoemde tweede en derde besturingssignaal voor een parallelschakeling van m logische poorten, voor elke aansluiting één poort, in fase zijn net 8101 339 PHN 9978 16 de periode waarin een beeldpunt aan die parallelschakeling is aangeboden, welke periode ten minste twee niet-overlappende deelperiodes bevat, waarbij het tweede besturingssignaal alleen gedurende een eerste deelperiode actief is en het derde besturingssignaal alleen gedurende een tweede 5 deelperiode actief is.

5. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij het beeld volgens een rasterpatroon met ten minste twee onderling geïnterlinieerde rasters af te beelden is, met het kenmerk, dat genoemde tweede en derde besturingssignaal voor een eerste parallelschakeling van m logische poorten, 10 voor elke aansluiting êên poort, in fase zijn met de beeldperiode van een rasterpatroon, waarbij het tweede besturingssignaal alleen actief is gedurende de periode van een eerste raster en het derde besturingssignaal alleen actief is gedurende de periode van een tweede raster.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de poort-15 schakeling ten minste êên tweede parallelschakeling, van m logische poorten bevat, waarbij eerste en'tweede parallelschakeling in serie geschakeld zijn, waarbij verder een vierde en een vijfde besturingssignaal voor de tweede parallelschakeling in fase zijn met de periode waarin een beeldpunt aan de tweede parallelschakeling is aangeboden, 20 welke periode ten minste twee niet-overlappende deelperiodes bevat, waarbij het vierde besturingssignaal alleen gedurende de eerste deelperiode actief is en het vijfde besturingssignaal alleen gedurende een tweede deelperiode actief is, cm onder besturing van het vierde besturingssignaal een derde selecteerbaar deel van de m-bits van het af 25 te beelden beeldpunt door te laten en onder besturing van het vijfde besturingssignaal een vierde selecteerbaar deel van de m-bits door te laten, waarbij derde en vierde selecteerbaar deel wederzijds exclusief zijn.

7. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij het beeld volgens 30 een rasterpatroon met ten minste twee onderling geïnterlinieerde rasters af te beelden is, met het kenmerk, dat de besturingssignaalgenerator een geheugen is, welk geheugen in fase te adresseren is met de periode waarin een beeldpunt aan de pcortschakeling is aangeboden en/of met de periode van een rasterpatroon, voor het genereren van tweede en 35 derde besturingssignalen in die perioden. 8101339