NL8101279A

NL8101279A - Pocketmeter.

Info

Publication number: NL8101279A
Application number: NL8101279A
Authority: NL
Original assignee: Arnoldus Joseph Borst
Priority date: 1981-03-16
Filing date: 1981-03-16
Publication date: 1982-10-18
Also published as: ATE13972T1; DE3264371D1; EP0061218B1; JPS57161603A; CA1167634A; US4445857A; EP0061218A1

Description

-2- *' * zwenking tussen naaldhouder en steel zonder dat de op de bodem van de peridentale holte door de sondeernaald uitgeoefende kracht wezenlijk verandert. In de praktijk kan met een zwenkbeweging van de naaldhouder ten opzichte van de hartlijn van de steel in de orde van grootte van 5 45° worden volstaan.

Weliswaar kan aldus de toelaatbare sondeernaalddruk zeer nauwkeurig constant worden gehouden, echter de constructie met de Tensator-veer is ingewikkeld, kostbaar en omvangrijk, hetgeen zichtbelemmerend is, hetgeen gezien de plaats waar met het meetinstrument wordt gewerkt, 10 als een nadeel moet worden aangemerkt. Ook is het steriliseren van een dergelijke Tensator-veerconstructie niet eenvoudig en bij vervuiling van de gewikkelde veren is een goede werking van het meetinstrument niet meer gegarandeerd. De gekozen veerconstructie is, zoals reeds opgemerkt, ontleend aan de Tensator-motor, welke is ontworpen voor het 15 overbrengen van een constant koppel over vele asomwentelingen en derhalve onnodig gecompliceerd voor een meetinstrument van de onderwerpe- o lijke soort, waarbij een hoekverdraaiing van één as over maximaal 60 nodig is.

Ervan uitgaande dat weliswaar nauwkeurige dieptemeting van de 20 peridentale pocketholte gewenst is, echter per pocketholte reeds diepte-variaties zullen optreden en derhalve een nauwkeurigheid tot op 0,5 mm voor de dagelijkse praktijk voldoende zal zijn, beoogt de uitvinding een meetinstrument van de in de aanhef beschreven soort, welke constructief eenvoudiger is, welke compact is en daardoor eenvoudiger in het 25 gebruik en welke relatief goedkoop kan worden vervaardigd en ook gemakkelijk kan worden gesteriliseerd.

Hiertoe zijn volgens de uitvinding de naaldhouder en de steel elk bevestigd aan delen van een scharnier en zijn de scharnierdelen naar de gesloten stand van het scharnier voorgespannen door een veer 30 met althans binnen het beperkte zwenkgebied van het scharnier een in hoofdzaak vlakke veerkarakteristiek.

Een dergelijk scharnier kan compact en vooral plat zijn uitgevoerd waardoor de bediener van het instrument onder alle omstandigheden goed zicht heeft op de sonderingspositie. Aan de uitvinding ligt het 35 inzicht ten grondslag dat een vrijwel constante, de sondeernaaldbewe-gingen tegenwerkende veerkracht ook met constructief eenvoudige veer- 8101279 » ^ » -3- middelen kan worden verkregen, mits een veerontwerp wordt toegepast waarvan de althans binnen de door de beperkte naaldbewegingen bepaalde, beperkte vormveranderingen van de veer geen wezenlijke variaties van de veerkracht veroorzaken.

5 Er zijn diverse veerontwerpen die binnen het zo juist gedefini eerde beperkte zwenkgebied een in hoofdzaak vlakke, dat wil zeggen zich in hoofdsaak evenwijdig aan de veerweg-as van een kracht-weg-grafiek uitstrekkende karakteristiek heeft.

Zo kan volgens de uitvinding de voorspanveer een schroefveer zijn 10 die zich in de hol uitgevoerde steel van het meetinstrument uitstrekt. Door aldus gebruik te maken van de ruimte in de steel, in het bijzonder de lengte van deze ruimte, kan de voorspanveer een grote lengte hebben, althans een langsafmeting die groot is in verhouding tot de door de naaldzwenking veroorzaakte vormverandering van de veer..

15 Ook kan volgens de uitvinding de voorspanveer een in hoofdzaak omega-vormige bladveer zijn waarvan de einden aan weerszijden van de scharnieras op de respectieve scharnierdelen aangrijpen. Een dergelijke omega-bladveer kan compact worden uitgevoerd en in een daarvoor uitgespaarde ruimte in de scharnierdelen worden ohdergebracht.

20 In beginsel kan de voorspanveer ook een rolveer zijn, dat wil zeggen een bladveer, bestaande uit twee, door een brugstuk verbonden, tegengesteld gewikkelde spiraaldelen, waarvan de naar elkaar toegekeerde omtrekszones op daartussen gelegen scharnierdelen een van de vormverandering van de veer vrijwel onafhankelijke klemkracht uitoefenen. De 25 spiraalveerdelen zijn niet aan enige as bevestigd en bij het uit elkaar bewegen van de spiraaldelen, veroorzaakt door de sondeemaaldbeweging zal het brugstuk zodanig worden verbogen dat de kromtestraal daarvan toeneemt. Als reactie hierop zullen de spiraalveerdelen zich ontrollen, waardoor het brugstuk in we2en wordt verlengd, hetgeen resulteert in een 30 vrijwel constante klemkracht.

Een ander type veer met een vrijwel vlak traject in de karakteristiek is een schroefveer, die door de bewegende scharnierdelen op buiging wordt belast.

Ter verduidelijking van de uitvinding zullen, onder verwijzing 35 naar de tekening, enige uitvoeringsvoorbeelden van het meetinstrument voor de diepte van de peridentale holte worden beschreven.

8101279 -4-

Fig. la en lb tonen het meetinstrument in een eerste uitvoeringsvorm in de gesloten, onbelaste, respectievelijk geopende belaste toestand; fig. 2 is een langsdoorsnede van het meetinstrument in de uit-5 voeringsvorm volgens fig. la en lb; fig. 3, 4 en 5 tonen schematisch een aantal variant-uitvoeringen van het meetinstrument met diverse voorspanveertypen.

Het meetinstrument volgens de uitvinding is voorzien van een handvat of steel 1, een sondeernaald 2 en een naaldhouder 3. De sondeer-10 naald kan op bekende wijze zijn voorzien van een schaalverdeling voor het aflezen van de gemeten diepte van een peridentale holte.

Volgens de uitvinding zijn de steel 1 en de naaldhouder 3 elk verbonden met een deel van een scharnier 4, welke scharnierdelen 5 en 6 onderling zijn verbonden door een scharnieras 7.

15 In de uitvoeringsvorm volgens de fig. la, lb en 2 worden de schar nierdelen 5 en 6 naar de in fig. la afgeheelde gesloten stand voorgespannen door een trekveer 8, waarvan een einde door middel van een flexibele draad 9 met het schamierdeel 6 is verbonden, terwijl het andere einde aan het van het scharnier 4 afgekeerde einde van de steel 20 vast kan zijn bevestigd, echter bij voorkeur is het betreffende einde van de veer 8 verbonden met een instelmechanisme voor de voorspankracht bestaande uit een schroefbusconstructie 11 en een bedieningsknop 10. Gezien de relatief grote lengte van de veer 8 zal de vormverandering van de veer bij de overgang van de in fig. la naar de in fig. lb af-25 geheelde situatie dermate gering zijn dat met een in hoofdzaak lineaire en vlakke veerkarakteristiek kan worden gerekend, derhalve de op de punt van de naald 2 uitgeoefende kracht, zodra deze de voor het uitrekken van de veer 8 vereiste waarde heeft bereikt, tijdens het uitzwenken van het schamierdeel 6 van het schamierdeel 5 af, -vrijwel 30 constant zijn.

Het scharnier 4 kan in verhouding compact en plat zijn uitgevoerd, zodat het zich van degene die het intrument bediend op de positie waar de sondering wordt uitgevoerd, niet of nauwelijks wordt beperkt.

Ook het steriliseren van het meetinstrument kan op eenvoudige wijze 35 grondig geschieden.

8101279

f V

-5-

Door gebruik te maken van een flexibele verbindingsdraad 9 tussen de veer 8 en het scharnierdeel 6 kan het traject van de draad 9 gebogen zijn zonder dat dit merkbare invloed heeft op de karakteristiek van de veer 8. Derhalve kan, indien het om enigerlei redenen gewenst is, het 5 scharnierpunt 7 in het verlengde van de hartlijn van de steel 1 worden aangebracht, bijvoorbeeld door de steel 1 in een bocht te laten lopen zoals in fig. lb gestippeld is aangegeven.

In fig. 3 is een uitvoeringsvorm weergegeven waarbij gebruik wordt gemaakt van een omega-vormige bladveer 12, waarvan de uiteinden 10 met de respectieve scharnierdelen 5 en 6 zijn verbonden.

Fig. 4 toont schematisch een uitvoeringsvorm waarbij voor het voorspannen gebruik wordt gemaakt van een rolveer 13 en fig. 5 toont een uitvoeringsvorm waarbij het voorspannen geschiedt met behulp van een op buiging belaste schroefveer 12. De fig. 3, 4 en 5 geven slechts 15 een werkingsprincipe onder toepassing van specifieke veren aan. Het is duidelijk dat de veren 12, 13 en 14 geheel of gedeeltelijk kunnen zijn ondergebracht in ruimten, uitgespaard in een scharnier van het in fig. 1 afgeheelde type.

8101279

Claims

1. Meetinstrument voor de diepte van de peridentale holte, voorzien van een sondeernaald, een naaldhouder en een steel, waarbij de naald met de naaldhouder vanuit een door een aanslag bepaalde uitgangsstand, beperkt zwenkbaar is tegen de werking in van een voorspanveer, waarvan 5 de door de naaldbeweging veroorzaakte vormverandering geen verandering van betekenis van de veerkracht tot gevolg heeft, met het kenmerk, dat de naaldhouder en de steel elk zijn bevestigd aan delen van een schar-• nier en de schamierdelen naar de gesloten stand van het scharnier zijn voorgespannen door een veer met althans binnen het beperkte zwenkgebied 10 van het scharnier een in hoofdzaak vlakke veerkarakteristiek.

2. Meetinstrument volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de voorspanveer een schroefveer is die zich in de hol uitgevoerde steel uitstrekt.

3. Meetinstrument volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de voor-15 spanveer een in hoofdzaak omega-vormige bladveer is, waarvan de einden aan weerszijden van de scharnieras op de respectieve scharnierdelen aangrijpen.

4. Meetinstrument volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de voorspanveer een rolveer is, dat wil zeggen een bladveer, bestaande uit 20 twee, door een brugstuk verbonden, tegengesteld gewikkelde spiraaldelen, waarvan de naar elkaar toe gekeerde omtrekszones op daartussen gelegen scharnierdelen een van de vormverandering van de veer vrijwel onafhankelijke klemkracht uitoefenen.

5. Meetinstrument volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de voor-25 spanveer een schroefveer is, die door de bewegende scharnierdelen op buiging wordt belast. 81012 7 9