NL8100787A - Ferromagnetisch juk en een afbuigeenheid voor een televisieweergeefbuis voorzien van een dergelijk juk. - Google Patents

Description

/ t * PHN 9963 1 N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven

Ferromagnetisch juk en een afbuigeenheid voor een televisieweergeefbuis voorzien van een dergelijk juk.

De uitvinding heeft betrekking op een ringvormig ferromagnetisch juk bestemd als juk voor afbuigeenheden voor televisieweergeefbuizen, met een konisch binnenoppervlak dat een longitudinale as definieert, en net een buitenoppervlak waarin een eerste en een tweede stel in de richting 5 van de longitudinale as verlopende groeven symmetrisch ten opzichte van een eerste vlak door de longitudinale as zijn aangebracht.

Een dergelijk ringvormig juk is bekend uit het artikel "Large screen colour television with intrinsically convergent 110° deflection" van de hand van P.G.J. Barten en J. Kaashoek dat verschenen is in 10 Electronic Applications Bulletin 33, No. 2, bladzijden 75-88. In figuur 12 van dit artikel wordt een ringvormig juk getoond dat bestaat uit twee samengevoegde jukhelften, die in het algemeen door in tweeën breken of laten springen van een als een enkele ring gevormd gesinterd juk worden verkregen. De helften worden samengehouden door middel van twee klemr 15 veertjes die aan zich in de richting van de longitudinale as uitstrekkende aanslagvlakken nabij de aanrakingsvlakken van de jukhelften aangrijpen.

Deze aanslagvlakken worden gevormd door zijwanden van groeven die bij het persen in de jukring zijn aangebracht, of door zijwanden van rillen of vleugels die op de jukring zijn geperst. Zoals bekend vervormt een ring 20 zich echter bij het sinteren,, zodat de binnenoppervlakken van gesinterde jukringen in het algemeen niet zuiver cirkelsyirmetrisch zijn, terwijl bovendien de diameter van de jukringen onderling varieert. De aanwezigheid van ingeperste groeven, springnaden en wikkelrokken, respectievelijk van opgeperste rillen leidt tengevolge van de daarmee gepaard gaande 25 variatie in de wanddikte van een jukring nog tot een verslechtering van deze condities. Het vorenstaande maakt het noodzakelijk cm de binnenzijde van de gesinterde jukringen nauwkeurig na te bewerken. Deze nabewerking (slijpen) is des te ingrijpender hoe groter de vervorming van een gesinterde jukring is. Echter, hiermee is men er nog niet. Bij de montage 30 moet de inwandig zuiver cirkelsyirmetrisch geslepen ring via het niet meer met het binnenoppervlak concentrische buitenoppervlak cm de rest van de afbuigeenheid gecentreerd worden. Hierbij gaat het voordeel van het slijpen van het binnenoppervlak gedeeltelijk verloren.

81 00 78 7

é ‘V

PHN9963 2

De ontwikkeling van beeldweergeefbuizen heeft zich juist in de laatste jaren in belangrijke mate gericht op het construeren van beeldbuizen met in axiale richting steeds geringere afmetingen. Daartoe worden de in een e lektroden-systeem opgewekte elektronenbundel of bundels over 5 een steeds grotere hoek af gebogen. Beginnend met een afbuighoek van 70°, heeft deze ontwikkeling zich via een afbuighoek van 90° doorgezet tot de tegenwoordig gebruikelijke constructies net afbuighoeken van ongeveer 90° tot ongeveer 110°. De met deze ontwikkeling gepaard gaande problemen betreffen niet alleen de constructie van de ferromagnetische jukring, doch 10 ook de positionering van toroïdaal gewikkelde afbuigspoelen daarop en de uitrichting van de (met spoelen bewikkelde) jukring ten opzichte van de rest van de afbuigeenheid. Naarmate de afbuighoek groter is worden strengere eisen gesteld aan de nauwkeurigheid waarmee de jukring niet alleen in axiale, maar in het bijzonder ook in radiale richting kan worden geposi-15 tioneerd. In het bijzonder bij afbuigeenheden voor combinatie met kleuren-televisiebeeldbuizen is het belangrijk dat de positionering van de afbuigspoelen op de jukring en de centrering van de jukring zo nauwkeurig mogelijk geschiedt teneinde kleurfouten ten gevolge van mislandingen van een elektronenbundel op het beeldscherm tot een minimum te beperken.

20 De uitvinding beoogt een ringvormig ferromagnetisch juk van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen dat zowel op eenvoudige wijze met grote nauwkeurigheid vervaardigd kan worden als de mogelijkheid biedt van nauwkeurige uitrichting bij de montage, respectievelijk de mogelijkheid om er afbuigspoelen nauwkeurig op te positioneren.

25 Daartoe vertoont een juk volgens de uitvinding het kenmerk, dat de groeven nauwkeurig geslepen begrenzingen hebben die referentievlakken vormen waardoor de positie van de longitudinale as wordt vastgelegd.

Indien men bij verdere bewerkingen uitsluitend gebruik maakt van deze geslepen vlakken en geen enkel ongeslepen deel van de jukring 30 als referentie gebruikt, komt het keramische (in het algemeen onronde) binnenoppervlak steeds in dezelfde, bij het slijpen van de groeven één- ' malig bepaalde, gunstige positie ten opzichte van de as van de ring. Dit leidt tot een aanzienlijke vergroting van de nauwkeurigheid bij het be-wikkelen en centreren van de jukring zonder dat er een verhoging van de 35 kosten mee gepaard gaat. Cmdat de benodigde groeven in het gesinterde produkt worden ingeslepen, kan nu uitgegaan worden van een persprcdukt net gladde wanden, wat het uitvalpercentage en de slijtage van de persstempels sterk vermindert. Bovendien is de variatie in diameter van gesinterde 8 1 0 0 78 7 2 £HN 9963 3 ringen met gladde warden geringer dan die van ringen met gecompliceerd gevormde wanden,· zodat de slijpbewerking van bet binnenoppervlak achterwege kan blijven. De hierfceschreven kostenbesparing weegt op tegen de kostenverhoging die het nauwkeurig inslijpen van groevenstellen met be-S grenzingen die referentievlakken vormen met zich meebrengt.

Een praktische uitvoering van het ringvormige juk volgens de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat elk groevenstel drie met dezelfde steek aangebrachte groeven met nagenoeg rechthoekige doorsnede omvat.

Een goede referentie naar de as van het juk wordt verkregen als 10 de referentievlakken volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding op twee stellen elkaar loodrecht snijdende vlakken liggen.

Bij voorkeur is het juk volgens de uitvinding zodanig uitgevoerd dat aan tenminste één uiteinde de bodem en een zijwand van de groeven evenwijdig zijn aan de longitudinale as.

15 De uitvinding heeft tevens betrekking op een ringhelft voor een juk als bovenbeschreven,en op een afbuigeenheid voor een televisieweer-geefbuis voorzien van een juk als bovenbeschreven.

De uitvinding zal bij wijze van voorbeeld worden toegelicht aan de hard van de tekening. Hierin is 20 figuur 1 een schematische langsdoorsnede van een kleurenbeeld- buis, voorzien van een afbuigeenheid; figuur 2 een afbeelding in perspektief van een ringvormig juk; figuur 3 een dwarsdoorsnede door een bekend ringvormig juk; figuur 4 een dwarsdoorsnede door het ringvormige juk van figuur 25 2.(echter op een andere schaal); en figuur 5 een dwarsdoorsnede door een ringhelft volgens de uitvinding.

In figuur 1 is schematisch in langsdoorsnede een beeldbuis 1 voor monochroom of kleurentelevisie aangegeven. Deze bestaat uit een cilinder-30 vormig halsgedeelte 2 en een daarop aansluitend, zich trampetvormig verwijdend gedeelte 3 dat aan de voorzijde (links in figuur 1) is afgesloten door een beeldscherm 4. In het halsgedeelte 3 bevindt zich een schematisch weergegeven elektrodensysteem 5 waarmee één elektrodenbundel (in bet geval van een monochrome beeldbuis) of drie in één vlak ver-35 lopende elektronenbundels (in het geval van kleurentelevisie) kunnen worden opgewekt. Op de huis 1 is, ter plaatse waar het halsgedeelte 2 overgaat in het trcmpetvormige gedeelte 3 een de buis 1 coaxiaal omgevend afbuig-spcelenstel 6 aangebracht dat bestaat uit een eerste paar (zadelvormige) 8100787 e· PHN 9963 4 afbuigspoelen 7, 7' voor afbuiging van de elektronenbundels in horizontale richting, een tweede paar (toroïdale) afbuigspoelen 8, 8' voor afbuiging van de elektronenbundels in vertikale richting en een het spoelen-paar 8, 8' dragende ringkem 9. Zoals figuur 1 laat zien, is de vorm van 5 de afbuigspoelen 7, 7' en van de ringkem 9 aangepast aan de trompet-vorm van de beeldbuis 1. De horizontale afbuigspoelen 7, 1' liggen aan weerszijden van een horizontaal afbuigvlak dat samenvalt met het eerder genoemde vlak waarin de drie elektronenbundels verlopen, De vertikale afbuigspoelen 8, 8' liggen eveneens aan weerszijden van dit .horizontale 10 afbuigvlak. Het vertikale afbuigvlak staat hier loodrecht op en valt dus samen met het vlak van de tekening.

De ringkern 9 is uit ferramagnetisch materiaal, waarvoor in het bijzonder zacht-magnetische ferrieten zeer geschikt zijn, vervaardigd. Hij verwijdt zich naar voren toe trampetvormig zodat hij net 15 weinig speling on het afbuigspoelenpaar 7, 7' past. In figuur 2 is net 10 een perspectivisch aanzicht van een jukring volgens de uitvinding weergegeven.

De eisen, waaraan de windingsverdeling en de vorm van de afbuigspoelen 7, 7', 8, 8' moet voldoen an met eenvoudige middelen een goede 20 convergentie van de door de elektronenkanonnen 5 opgewekte elektronenbundels te verkrijgen, ook wanneer de bundels worden af gebogen, zodat zij het beeldscherm 4 op een willekeurige plaats treffen, zijn bekend en hierop zal dan ook niet nader worden ingegaan.

In jukring 10 (figuur 2) zijn twee stellen van drie in de 25 richting van de longitudinale as 15 verlopende groeven 11, 11*, 11”, respectievelijk 12, 12', 12" ingeslepen waarvan alleen het stel 11, 11", 11" geheel zichtbaar is. Waar in het volgende over de groeven 11, 11', 11" wordt gesproken, geldt echter hetzelfde voor de groeven 12, 12', 12". De ligging van de groeven 11, 11 ·, 11" is zodanig dat het sym-30 metrischvlakmidden door de middelste groef 11' loopt. Op deze wijze is de bovenste ringhelft 13 voorzien van een dam of ril 16 die tussen de ingeslepen groeven 11 en 11' is gevormd en is de onderste ring-helft 14 voorzien van een dam of ril 17 die tussen de ingeslepen groeven 111 en 11" is gevormd. Een en ander is duidelijker zichtbaar in figuur 4 35 die een dwarsdoorsnede door de jukring 10 aan de zijde net de kleinere diameter toont. De schaal verschilt vaii die van figuur 2.

Bij het inslijpen van één groevenstel kan men gebruik maken van drie evenwijdig opgestelde slijpschijven die van het uiteinde met de 81 0 0 78 7 EHN 9963 5 kleinere diameter (het halseird) naar het uiteinde net de grotere diameter (het kelkeimd) langs een van te voren bepaald profiel door het buitenoppervlak bewogen worden terwijl de nog ongedeelde jukring op een doorn (een omwentelingslichaam) is opgespannen waarvan de as zo nauwkeurig 5 mogelijk samenvalt met de as van de jukring. Nadat het eerste groeven-stel ingeslepen is kan men de doom met de jukring 180° draaien en het tweede stel op dezelfde wijze inslijpen. Tegelijkertijd of tijdens een afzonderlijke slijpbewerking kunnen nog springnaden 19, 19' (figuur 4) ingeslepen worden waarlangs men de jukring 10 in twee helften kan laten 10 springen. (Een dwarsdoorsnede door een resulterende ringhelft is schematisch getoond in figuur 5.) Als men de springnaden apart inslijpt heeft men het voordeel dat men de daarbij te gebruiken slijpschijf een ander profiel kan laten volgen, met name een profiel dat gerelateerd is aan het - in het algemeen bij benadering cirkelvormige - binnenprofiel, terwijl men 15 de groeven 11, 11' 11” en 12, 12*, 12” niet over de hele lengte van de jukring behoeft te laten doorlopen, wat voor de springnaden 19, 19’ juist wel noodzakelijk is.

De groeven 11, 11', 11” en 12, 12’, 12” hebben een nagenoeg rechthoekige doorsnede en zijn bij voorkeur zodanig ingeslepen dat ze 20 zowel aan de zijde met de grotere diameter als aan de zijde met de kleinere diameter van de jukring 10 evenwijdig zijn aan de as 15 (natuurlijk binnen de met slijpen te behalen - op zich nauwe - toleranties). Dit betekent dat men bij verdere bewerkingen aan de jukring 10 per ringhelft over vier geslepen referentievlakken kan beschikken die evenwijdig zijn 25 aan de as 15 (twee aan de voorzijde:22, 23 en twee aan de achterzijde: 24, 25) en over vier referentievlakken die daar loodrecht op staan (twee aan de voorzijde: 26, 27 en twee aan de achterzijde: 28, 29). Al deze vlakken zijn gerefereerd aan de as 15.

Ringhelft 13 (figuur 5) wórdt met behulp van de tussen de 30 groeven 11 en 11' gevormde ril f6 in een wikkelmachine ingeklemd om er een spoel 30 op te wikkelen en ringhelft 14 met behulp van de ril 21 De aanwezigheid van de genoemde referentievlakken maakt het nu mogelijk dat de spoelen na samenvoegen van de twee ringhelften, waarbij gebruik wordt gemaakt van - niet getekende - klemveertjes die in de groeven 11 35 en 11 ” en in de groeven 12 en 12” aangrijpen, zich recht tegenover elkaar gevinden.

Hiermee is men tevens af van de vroeger gebruikelijke wikkelnok-ken die aan de hals en kelkzijde ingeperst werden, problemen gaven bij het 8100787 PHN 9963 6

rf* V

persen (stempelslijtage) en sinteren (optreden van scheuren) en niet een nauwkeurige uitrichting van de spoelen konden garanderen omdat ze niet aan de longitudinale as gerefereerd waren.

Behalve bij het bewikkelen van de ringbelften kunnen de ge-5 noemde referentievlakken ook met voordeel gebruikt worden bij het centreren van een jukring op een afbuigeenheid. Men beschikt dan namelijk aan de buitenzijde van de ring over referenties die de ligging van de as van de ring aangeven. Met behulp van een gereedschap (bijvoorbeeld 2 vorkjes) dat tegen de aanslagvlakken van de groeven 11, 11" en 12, 10 12" aanligt kan de ring op nauwkeurige wijze zodanig gepositioneerd worden dat zijn as samenvalt met de as van de afbuigeenheid waar hij een deel van vormt en daarna vastgezet worden.

De jukring volgens de uitvinding kan overigens met voordeel toegepast worden in alle gevallen dat gedeelde jukringen gebruikt warden. 15 Dit betreft niet alleen toroïdaal bewikkelde jukringen, maar ook onbe-wikkelde jukringen die in combinatie met twee stellen zadelspoelen gebruikt worden.

Ter vergelijking net de vroegere situatie diene figuur 3 die een schematische dwarsdoorsnede toont door een. jukring van een bekende 20 constructie met van te voren ingeperste groeven 31 , 32, 33, 34 waardoor zogenaamde "oren" 35, 36 gevormd worden die dienen als bevestigingspunten voor klemveertjes 37, 38 waarmee de helften van de ring 39 bij elkaar gehouden worden.·.

25 30 35 8100787

Claims (9)

1. Ringvormig ferrcmagnetisch juk bestemd als juk voor afbuig- eenheden voor televisieweergeefbuizen, met een konisch binnenoppervlak dat een longitudinale as definieert, en met een buitenoppervlak waarin een eerste en een tweede stel in de richting van de longitudinale as 5 verlopende groeven syirmetrisch ten opzichte van een eerste vlak door de longitudinale as zijn aangebracht, met het kenmerk, dat de groeven nauwkeurig geslepen begrenzingen hebben die referentievlakken vonten waardoor de positie van de longitudinale as wordt vastgelegd.

2 Ringvormig ferrcmagnetisch juk volgens conclusie 1, met het 10 kenmerk, dat elk groevenstel drie met dezelfde steek aangebrachte groeven met nagenoeg rechthoekige doorsnede omvat.

3. Ringvormig ferrcmagnetisch juk volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de referentievlakken liggen op twee stellen elkaar loodrecht snijdende vlakken.

4. Ringvormig ferrcmagnetisch juk volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat aan tenminste één uiteinde de bodem en een zijwand van de groeven evenwijdig zijn aan de longitudinale as.

5. Ringvormig ferrcmagnetisch juk volgens conclusie 1, 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat het uit twee ringhelften bestaat die worden samen- 20 gehouden door kleraveertjes die elk in een groef van het eerste stel en in een groef van het tweede stel aangrijpen die zich aan weerszijden van de verbindingsvlakken van de afzonderlijke ringhelften bevinden.

6. Ringvormig ferrcmagnetisch juk volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de klemveertjes nabij het midden van het juk zijn aange- 25 bracht teneinde de uiteinden van de groeven vrij te houden cm als referentie te dienen bij montage van het juk.

7. Ringvormig ferrcmagnetisch juk volgens conclusie 2, 3, 4, 5 of 6, met het kenmerk, dat het juk in tweeën is gedeeld lang vlakken die door de middelste groeven van de groevenstellen lopen.

8. Ringhelftvoor een ferrcmagnetisch juk volgens conclusie 5, 6 of 7.

9. Afbuigeenheid voor een televisieweergeefbuis met een lijnaf- buigspoelenstel en een beeldafbuigspoelenstel, voorzien van een ringvormig ferrcmagnetisch juk volgens één van de conclusies 1-7. 35 8100787