NL8100776A

NL8100776A - Isolatiebuisdeel, alsmede geisoleerde aftakbuisverbinding.

Info

Publication number: NL8100776A
Application number: NL8100776A
Authority: NL
Original assignee: Wavin Bv
Priority date: 1981-02-17
Filing date: 1981-02-17
Publication date: 1982-09-16
Also published as: FI820512L; DE3266734D1; US4488739A; JPS57149695A; DK68882A; EP0059017B1; ATE16040T1; EP0059017A1; NO820487L

Description

if X Λ \ -1-

Korte aanduiding: Isolatiebuisdeel, alsmede geïsoleerde aftakbuis- verbinding.

Door Aanvraagster wordt als uitvinder genoemd T. de Lange.

De uitvinding heeft betrekking op een isolatiebuisdeel voor het isoleren van een aftakbuisdeel.

Het is algemeen bekend om aftakbuisdelen te isoleren door het aanbrengen van isolatieschalen met afdichtingsmaterialen rondom deze 5 aftakbuisdelen. Een bezwaar van dergelijke·schalen is dat het aanbrengen zeer arbeidsintensief is, door vakkundig personeel moet plaatsvinden, en bovendien bijzondere voorzieningen nodig zijn voor het vastzetten van de schalen ten opzichte van elkaar.

De uitvinding beoogt nu een isolatiebuisdeel voor het isoleren 10 van een aftakbuisdeel te verschaffen waarbij de bovengenoemde bezwaren niet optreden.

Dit oogmerk wordt volgens de uitvinding bereikt doordat het isolatiebuisdeel tenminste twee tegenover elkaar gelegen isolatie-buisdeelstompen omvat, alsmede een derde onder een hoek ten opzichte 15 van deze twee isolatiebuisdeelstompen verlopende aftakisolatiebuisdeel-stomp, waarbij het gedeelte van de wand tegenover de aftakisolatie-buisdeelstomp, die tussen de uiteinden van deze twee isolatiebuisdeelstompen verloopt, van een wanddoorsnijdende sleuf voorzien is en de derde aftakisolatiebuisdeelstomp met gesloten wand één geheel 20 vormt met de twee andere tegenover .elkaar gelegen isolatiebuisdeelstompen.

Een dergelijk isolatiebuisdeel biedt het grote voordeel, dat het zeer eenvoudig om een aftakbuisdeel aangebracht kan worden door de wanden van het isolatiebuisdeel ter weerszijden van de sleuf uit 25 te buigen en vervolgens over het aftakbuisdeel te plaatsen, waardoor het nauwkeurig tegen elkaar plaatsen van isolatieschalen vervalt.

Na het aanbrengen van een dergelijk isolatiebuisdeel kan men zeer eenvoudig de genoemde wanddoorsnijdende sleuf aan de buitenzijde afsluiten om binnendringen van vocht tegen te gaan.

8t00776 ΐ· -2-

Volgens een bepaalde uitvoeringsvorm is het isolatiebuisdeel uit kunststof relatief dunwandig uitgevoerd.

Volgens een voordelige uitvoeringsvorm bestaat het isolatiebuisdeel uit een isolerende schuimkunststof, in het bijzonder een 5 integraal schuim met gesloten oppervlakken, meer in het bijzonder een polyurethaanschuim.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een geïsoleerde aftakbuisverbinding, omvattende een aftakbuisdeel omvattende twee tegenover elkaar gelegen aftakbuisdeelstompen en een derde hierop 10 aansluitende aftakbuisdeelstomp, voorzien van een isolatiemantel, welke gekenmerkt is doordat de isolatiemantel bestaat uit een isolatiebuisdeel met een doorlopende wanddoorsnijdende sleuf in het gedeelte van de wand tegenover een derde aftakisolatiebuisdeelstomp en de wanddoorsnijdende sleuf vochtdicht afgesloten is.

15 Bij voorkeur zijn hiertoe op elk van de twee tegenover elkaar gelegen isolatiebuisdeelstompen hulzen aangebracht die klemmend samenwerken met de tegenover elkaar gelegen isolatiebuisdeelstompen onder vochtdicht afsluiten van de genoemde wanddoorsnijdende sleuf.

De hulzen zijn met voordeel door warmte opgekrompen hulzen.

20 De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van een uit- voeringsvoorbeeld met behulp van de tekening, waarin fig. 1 een isolatiebuisdeel volgens de uitvinding toont; fig. 2 een doorsnede volgens de lijn II-IX en fig. 3 een gerede geïsoleerde aftakbuisverbinding volgens de 25 uitvinding; - fig. 4 een variant van een gerede geïsoleerde aftakbuisverbinding en fig. 5 een doorsnede van een isolatiebuisdeelvariant.

In fig. 1 is een isolatiebuisdeel 1 weergegeven, omvattende 30 twee tegenover elkaar gelegen isolatiebuisdeelstompen 2 en 3, alsmede een derde loodrecht daarop verlopende aftakisolatiebuisdeelstomp 4. De wand van de derde aftakisolatiebuisdeelstomp 4 is een gesloten wand en vormt één geheel met de wanden van de twee tegenover elkaar gelegen isolatiebuisdeelstompen 2 en 3, welke op zich 8100776 è j -3- t zelf ook één doorgaande wand vormen.

Aan de onderzijde is een doorlopende sleuf 5 aangebracht, die zich uitstrekt tussen de uiteinden 17 en 18 van de beide tegenover elkaar gelegen isolatiebuisdeelstompen 2, 3.

5 Voor het aanbrengen van een dergelijk isolatiebuisdeel op een aftakbuisdeel 13 met twee tegenover elkaar gelegen aftakbuisdeelstom-pen 14, 15 en een derde hierop aansluitende aftakbuisdeelstomp 16, wordt het onderste gedeelte van het isolatiebuisdeel langs de doorgaande sleuf 5 opengebogen en tegelijkertijd het geheel over de derde 10 aftakbuisdeelstomp 16 naar beneden geschoven tot de isolatiebuisdeelstompen 2, 3 de aftakbuisdeelstompen 14, 15 omsluiten.

Om binnendringen van vocht in het isolatiebuisdeel 1 te voorkomen, brengt men over elke tegenover elkaar gelegen isolatiebuis-deelstomp 2, 3 een huls 6, 7 aan met een afgeschuinde voorzijde 6a, 8.

15 Daarna schuift men deze hulzen 6, 7 over de isolatiebuisdeelstompen 2, 3 tot zij elkaar in hun onderste gedeelten overlappen, waardoor een optimale afsluiting verkregen kan worden van de doorlopende sleuf 5, bij het door warmte op de isolatiebuisdeelstompen 2, 3 krimpen van de hulzen 6, 7.

20 De hulzen 6, 7 worden tevens gekrompen op de mantelbuis 11a om de isolatielaag 11, die zich bevindt op de buitenzijde van buislei-dingen die verbonden zijn met het genoemde aftakbuisdeel.

Tenslotte wordt nog een derde huls 12 toegepast, die eveneens klemmend samenwerkt met de buitenzijde van de mantelbuis 11a om de 25 isolatielaag 11 op een derde buisleiding die verbonden is met de derde aftakbuisdeelstomp 4 van het isolatiebuisdeel.

Zoals reeds vermeld, is huls 6 aan de voorzijde door afschui-ning 6a afgeschuind, terwijl de huls 7 ook een afschuining 8 bezit, beide bij voorkeur onder een hoek van 45°.

30 De afschuiningen zijn zodanig uitgevoerd dat tenminste de ΗθΊμ helft van de stompen 2 en 3 omvattende gedeelte van het isolatiebuisdeel omsloten is door de overlapping van de twee eindgedeelten 19 en 20 van de hulzen ó en 7.

De hulzen 6 en 7 worden over de stompen 2 en 3 geschoven tot 8100776 _

& V

-4- zij in hoofdzaak tegen de derde stomp 4 aanliggen.

De uit thermoplastisch materiaal bestaande hulzen 6, 7 en 12, bij voorkeur polyetheen of polypropeen worden door middel van warmte op de stompen 2, 3 en 4 van het isolatiebuisdeel 1 gekrompen en ander-5 zijds op de buitenzijde van de mantelbuizen 11a om de isolatielagen 11 op de buisleidingen 9, 10 en 19.

Men verkrijgt op deze wijze een uitstekende afsluiting van de sleuf 5.

De hulzen 6, 7 en 12 zijn met voordeel aan de binnenzijde voor» 10 zien van een bitumen bekledingslaag.

De ruimte 30 omsloten door de isolatiebuisdeelstompen 2 en 3 alsmede aftakisolatiebuisdeelstomp 4 kan gevuld worden met isolatiemateriaal zoals kunststofschuim dat in de ruimte in situ gevormd wordt. Men kan echter voor het aanbrengen van het isolatiebuisdeel ook T-15 vormige halve isolatieschaien van isolatiemateriaal aanbrengen.

In fig. 4 en 5 is een variant van een isolatiebuisdeel volgens de uitvinding weergegeven, waarbij de wanden van de isolatiebuisdeel-stompen 2, 3 en 4 gedeeltelijk uitgevoerd zijn als kunststofschuim 22 met gesloten oppervlakken 21 en 21a. Het kunststofschuim 22 met de 20 gesloten oppervlakken 21, 21a bestaat uit polyurethaanschuim.

Voor het uitbuigen van de isolatiebuisdeelstompen 2 en 3 volgens sleuf 5 moet plaatselijk 23 en 24 de wand van deze isolatiebuisdeelstompen 2 en 3 dunwandig zijn.

De schuimdelen 22 vormen één geheel en strekken zich gedeelte-25 lijk over de stompen 2 en 3 en stomp 4 uit. De lengte van het isolatiebuisdeel gemeten vanaf de uiteinden 17 en 18 is groter dan de afstand tussen de vrije kopse zijden 25 en 26 van de isolatielagen Π op de leidingen 9 en 10, waardoor deze uiteinden 17, 18 in de gerede buisverbinding op de mantelbuizen 11a liggen. Dit leidt echter niet 30 tot onaanvaardbare verdikkingen 17a, 18a doorde geringe wanddikte van het polyetheen isolatiebuisdeel.

Om dit te bereiken bij een isolatiebuisdeel uit integraal schuim is het noodzakelijk dat de einden 27, 28 en 29 van de stompen 8100776 -5- * Λ 2, 3 en 4- uit integraalschuim dunwandig uitgevoerd zijn (zie fig. 4).

De ruimte 30 omvat door de stompen 2, 3 en 4, waarbinnen zich het aftakbuisdeel bevindt behoeft niet opgevuld te zijn met isolatiemateriaal, daar de warmteverliezen ook in dat geval klein blijven.

8100776

Claims

1. Isolatiebuisdeel, voor het isoleren van een aftakbuisdeel, met het kenmerk, dat het isolatiebuisdeel tenminste twee tegenover elkaar liggende isolatiebuisdeelstompen (2, 3) omvat, alsmede een derde onder een hoek ten opzichte van deze twee isolatiebuisdeelstompen 12, 3) 5 verlopende aftakisolatiebuisdeelstomp (4), waarbij het gedeelte van de wand tegenover de aftakisolatiebuisdeelstomp (4) die tussen de uiteinden (17, 18) van deze twee isolatiebuisdeelstompen (2, 3) verloopt, van een wanddoorsnijdende sleuf (5) is voorzien en dat de derde aftakisolatiebuisdeelstomp (4) met gesloten wand één geheel 10 vormt met de twee andere tegenover elkaar gelegen isolatiebuisdeelstompen (2, 3).

2. Isolatiebuisdeel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het isolatiebuisdeel uit een dunwandige kunststofmantel bestaat.

3. Isolatiebuisdeel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het 15 isolatiebuisdeel uit een isolerende schuimkunststof bestaat, bij voorkeur een schuimkunststof met gesloten oppervlak.

4. Isolatiebuisdeel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de isolatiebuisdeelstompen (2, 3) plaatselijk (23, 24) dunwandig uitgevoerd zijn.

5. Isolatiebuisdeel volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de schuimkunststoflaag (22) gelegen is binnen het cylindrisch buitenoppervlak van de isolatiebuisdeelstompen (2, 3).

6. Geïsoleerde aftakbuxsverbinding omvattende een aftakbuisdeel met twee tegenover elkaar gelegen aftakbuisdeelstompen en een derde 25 hierop aansluitende aftakbuisdeelstomp voorzien van een isolatie, met het kenmerk, dat de isolatiemantel bestaat uit een isolatiebuisdeel met een doorlopende wanddoorsnijdende sleuf (5) in het gedeelte van de wand tegenover een derde aftakisolatiebuisdeelstomp (4), welke derde aftakisolatiebuisdeelstomp (4) met de gesloten wand één geheel 30 vormt met de wanden van de twee tegenover elkaar gelegen isolatiebuisdeelstompen (2, 3) en op elk van de twee tegenover elkaar gele- 8 1 0 0 77 6 -7- ψ gen isolatiebuisdeelstompen (2, 3) hulzen (é, 7) aangebracht zijn die klemmend met de tegenover elkaar gelegen isolatiebuisdeelstompen (2,3) samenwerken onder vochtdicht afsluiten van de genoemde wanddoorsnij-dende sleuf (5).

7. Geïsoleerde aftakbuisverbinding volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de genoemde sleuf 5 vochtdicht afgesloten is.

8. Geïsoleerde aftakbuisverbinding volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de hulzen (ó, 7) door warmte opgekrompen hulzen zijn.

9. Geïsoleerde aftakbuisverbinding volgens conclusie 7 of 8, met 10 het kenmerk, dat tenminste één huls (6) een afgëschuinde voorzijde (6a) bezit, zodanig dat deze de tegenoverliggende huls (7) in het gedeelte van de wand van het isolatiebuisdeel waar zich sleuf(5) bevindt, kan overlappen.

10. Geïsoleerde aftakbuisverbinding volgens conclusie 7 tot 9, 15 met het kenmerk» dat de beide hulzen (ó, 7) afgeschuinde voorzijden (6a, 8) bezitten.

11. Geïsoleerde aftakbuisverbinding volgens conclusies 7 tot 10, met het kenmerk, dat de hulzen (6, 7) klemmend samenwerken met de buitenzijde van mantelbuizen (11a) van op de aftakbuisdeelstompen 20 aangesloten met isolatielaag (11) geïsoleerde leidingen (9, 10)

12. Geïsoleerde aftakbuisverbinding volgens conclusies 6-11, met het kenmerk, dat de derde isolatiebuisdeelstomp (4) aan zijn buitenzijde klemmend samenwerkt met een derde huls (12) die eveneens klem_ mend samenwerkt met de buitenzijde van de mantelbuis (11a) om een 25 isolatielaag (11) op een derde buisleiding (19) die verbonden is met de aftakbuisdeeistomp.

13. Geïsoleerde aftakbuisverbinding volgens één of meer der conclusies 6-12, met het kenmerk, dat de hulzen uit thermoplastisch materiaal, bij voorkeur polyalkenen bestaan.

14. Geïsoleerde aftakbuisverbinding volgens één of meer der voor gaande conclusies 6-12, met het kenmerk, dat het isolatiebuisdeel 81 0 0 77 6 -8- ψ % uit een dunvandige kunststofmantel bestaat of uit een kunststof· schuim, in het bijzonder een schuim (22) met gesloten oppervlakken (21 en 21a).

15. Geïsoleerde aftakbuisverbinding volgens conclusie 7-14, met 5 het kenmerk, dat de hulzen aan de binnenzijde voorzien zijn van een bitumenlaag. 1 8100776