NL8100652A - Speeltoestel als leermiddel en werkwijze voor het vergemakkelijken van het leren, en in het bijzonder op een dergelijk toestel en een dergelijke werkwijze waarbij een kind wordt aangemoedigd een bepaald prentje in overeenstemming te brengen met een bepaalde reeks aanslagen op een toetsenbord. - Google Patents

Description

Speeltoestel als leermiddel en werkwijze voor het vergemakkelijken van het leren, en in het bijzonder op een dergelijk toestel en een dergelijke werkwijze waarbij een kind wordt aangemoedigd een bepaald prentje in overeenstemming te brengen met een bepaalde reeks aanslagen op een toetsenbord.

Bekend zijn ingewikkelde en kostbare, met een computer uitgeruste leersystemen die zijn bestemd voor gebruik in de . klas, waarbij elke leerling is voorzien van een paneel dat is uitgerust met een toetsenbord als van een schrijfmachine dat dient 5 voor het invoeren van data aan de computer, en met een kathode- straal-beeldscherm voor het weergeven van data als uitvoer uit de computer. Dergelijke systemen werken gewoonlijk onder de besturing van een vastgelegd software-programma dat is verbonden met een grote digitale computer voor algemeen gebruik. Indien bijvoorbeeld 10 een dergelijk systeem is voorgeprogrammeerd voor het geven van wiskundelessen, zal elke leerling wiskunde-problemen voorgelegd krijgen voor welke hij de respectievelijke antwoorden op zijn toetsenbord dient uit te schrijven en hij zal hetzij verdergaan met een nieuwe les of ouder lesmateriaal gaan herhalen afhankelijk 15 van de omstandigheid of zijn antwoord al dan niet juist was.

Ook zijn verkrijgbaar zo-genoemde geprogrammeerde leerboeken waarbij aan een leerling een reeks gedrukte meer keuzevragen worden gesteld en hij zal dan worden geleid naar verschillende bladzijden van het boek die behoren bij verschillende les-blokken 20 afhankelijk van de omstandigheid welke van de twee of drie keuzen hij veronderstelde juist te zijn.

Ook zijn bekend met een computer uitgeruste systemen voor het terugvinden van specifieke informatie waarin in responsie op het met de hand invoeren van een aantal indexgetallen, sleu-25 telwoorden of andere identificatie-data door middel van een toesen-bord bij een gebruikerterminal die is aangesloten aan een grote digitale computer relevante informatie die is vastgelegd in de "databank” van de computer wordt weergegeven op het scherm van de 8100652 2 terminal in de volgorde van van zijn kennelijke relevantie.

Echter zijn dergelijke "bekende op een computer gebaseerde instructie-schema's en dergelijke bekende op een computer gebaseerde informatie-terugvindschema's in het algemeen gesproken 5 voor zeer specifieke doeleinden uitgevoerd; bovendien vereisen dergelijke systemen grote digitale computers voor algemeen gebruik voor het bedienen van de bijbehorende gebruikertoetsenborden en data-terminals en katho de straalbuis-veergee fs c hermen, alsmede voor het vastleggen van de vereiste software, instructie-tekst en op 10 de computer gebaseerde data-bestanden.

Geprogrammeerde instructieboeken hebben het bezwaar dat zij veel omvangrijker zijn dan gebruikelijke boeken omdat veel van de bladzijden materiaal bevatten dat de gemiddelde leerling nooit zal zien bij zijn voortgang door het voorgeprogrameer-15 de lesplan, terwijl andere bladzijden slechts een of twee regels relevant instructie-materiaal bevatten.

Voorts combineren geen van de hierboven beschreven bekende geprogrammeerde instructie- of informatieterugvindsystemen het vinden van de overeenkomst en het leren op een manier die 20 berekend is op het vasthouden van de belangstelling van de jongere leerling, zoals een kind van de kleutersehoolleeftijd, gedurende een enigszins langere tijd.

Ook zijn bekend speeltoestellen die zijn ontworpen voor gebruik door kleine kinderen en die zijn voorzien van een op-25 windmotor, van negen eijfertoetsen die overeenkomen met de cijfers 1 tot en met 9» met een ,,=,,-toets en met een venster. Indien de motor is opgewonden, êên van de eijfertoetsen wordt ingedrukt en vervolgens de "="-toets wordt ingedrukt, komt een overeenkomstig aantal beelden in het venster te zien.

30 Een ander soort speeltoestel dat bedoeld is voor jonge kinderen, bevat een te voren vastgelegde geluidsregistratie met een aantal sporen. Indien een wijzer wordt gesteld op een bepaald prentje dat tot een aantal prentjes behoort en het toestel wordt ingeschakeld, wordt een zin die bij dat bepaalde prentje hoort, 35 hoorbaar gemaakt.

8100652 3

Der gelijke bekende speeltoestellen ontbreekt het aan de veelzijdigheid en geschiktheid voor het leren van iets anders dan de meest eenvoudige ideeen.

Het is dus in ruime zin doel van de uitvinding een 5 sorteer/leertoestel te verschaffen dat de belangstelling van de leerling gedurende een lange tijdsduur zal vasthouden.

Een tweede doel in ruime zin van de uitvinding is het verschaffen van een werkwijze voor het geven van instructie waarbij de leerling leert een bepaald prentje te vinden bij een 10 bepaalde opeenvolging van invoertoetsen en daardoor voorstellingen van uiteen lopende moeilijkheidsgraad leert. Een meer specifiek doel van de uitvinding is het verschaffen van een nieuw en bruikbaar toestel en een nieuwe en bruikbare werkwijze waardoor een kind of een andere leerling wordt geconfronteerd met een stel beelden 15 die overeenkomen met gewone voorwerpen, en met een toetsenbord dat is gemerkt met de letters van het alfabet, en waardoor hij of zij wordt aangemoedigd om elk bepaald beeld te associëren met een bepaalde reeks letters van het alfabet door te leren elk dergelijk beeld te laten passen bij een bepaalde volgorde van letters 2Ó waardoor hij of zij leert te spellen.

Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een werkwijze en een toestel voor het aan een kind leren van fundamentele begrippen van de grammatica door het kind aan te moedigen met elk van een aantal verschillende beelden een andere 25 bepaalde grammaticale fase of zin te associëren die is gevormd door het achtereenvolgens bedienen van op toepasselijke wijze geïdentificeerde toetsen.

Weer een ander doel van de uitvinding is het helpen en aanmoedigen van een leerling historische, geografische en andere 30 informatie van een opvoedkundig karakter te leren door de leerling aan te moedigen een prentje dat verband houdt met bepaalde omstandigheden, zoals plaatsen, gebeurtenissen, tijdsintervallen, persoonlijkheden, oorzaken en/of effecten in verband te brengen met het bedienen van de "juiste” volgorde van toetsen die êén of 35 meer van dergelijke feiten definiëren.

8100652 1+

Nog een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een nieuwe en bruikbare werkwijze en een nieuw en bruikbaar toestel voor het aanmoedigen van een leerling tot het leren vinden van overeenstemming tussen een vidueel symbool en een 5 bijbehorende verbale uitdrukking door herhaaldelijk te pogen een prentje dat een bepaald symbool voorstelt, te zoeken bij de bepaalde volgorde van toetsen op een toetsenbord die overeenstemt met de "juiste" ^hse, waarbij elke individuele toets is geassocieerd met een letter, een bepaalde reeks letters, een woord of een 10 frase, zulks in overeenstemming met de op een dekplaat van het toetsenbord aangegeven aanduiding.

Weer een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een nieuw en bruikbaar leer- en vergelijkingstoestel voor het uitlezen van data uit een datagebied dat lijfelijk is 15 verbonden met een bepaald prentje, en voor het vergelijken van deze data met een opeenvolging van met de hand ingevoerde toetsenbord-gegevens om vast te stellen of al dan niet de met de hand ingevoerde gegevens op de juiste wijze overeenstemmen met het bepaalde prentje.

20 Een ander meer specifiek doel van de uitvinding is het verschaffen van een toestel van de beschreven soort waarbij de vergelijking tussen de data bij het prentje en de toetsenborddata kan worden uitgevoerd nadat de leerling het invoeren van de bedoelde toetsenborddata met de hand heeft voltooid.

25 Nog een ander specifiek doel van de uitvinding is het verschaffen van een toestel van de beschreven soort waarbij tussentijds dergelijke vergelijkingen kunnen worden gemaakt bij het indrukken door de leerling van elk bijkomend toetsteken waardoor de leerling wordt geholpen bij het vinden van een "juiste" opeenvolging 30 van toetsen.

log een ander specifiek doel van de uitvinding is het verschaffen van een toestel waarbij in reactie op een enkele invoer van data met de hand, bestaande uit een reeks toetsaanslagen, de machine dergelijke met de hand ingevoerde data kan vergelijken met 35 een opeenvolging van verschillend gecodeerde data die zijn verbonden 0 0 6 5 2 5 met -verschillende prentjes.

Weer een ander specifiek doel van de uitvinding is het verschaffen van een toestel voor vergelijking en leren -waarbij het bepaalde prentje dat moet -worden gevonden bij de met de 5 hand door de leerling uitgevoerde invoer op het toetsenbord, op basis van toeval wordt gekozen uit een aantal prentjes.

• Een doel van de uitvinding dat is verbonden met het voorafgaande, is het verschaffen van een toestel met een weergeef-venster voor het weergeven van een bepaald prentje dat behoort tot 10 een stel prentjes die zijn verbonden met een bepaald onderwerp, en met een toetsenbord dat is voorzien van een dekblad dat eveneens in verband staat met het gegeven onderwerp.

Nog een ander hiermee in verband staand doel van de uitvinding is het verschaffen van een toestel waarin een bepaald 15 stel prentjes die verband houden met een bepaald onderwerp, en een bijbehorende dekplaat van het toetsenbord uit het toestel kunnen worden verwijderd en kunnen worden vervangen door een ander stel prentjes die verband houden met een ander onderwerp, en door een ander bijbehorend dekblad voor het toetsenbord.

20 De hierboven genoemde doelen (en andere soortgelijke of op andere wijze verbonden doelen die duidelijk zullen worden bij het lezen van de volgende beschrijving van een voorkeursuitvoering) worden gezamenlijk en afzonderlijk bereikt en bevredigd met een op dit ogenblik de voorkeur hebbende uitvoering die kort samengevat 25 als volgt kan worden beschreven: een op dit ogenblik de voorkeur hebbende uitvoering is geschikt gemaakt om op twee geheel verschillende manieren te worden gebruikt die niettemin doeltreffend kunnen worden gecombineerd in een enkele uitvoering van het toestel om zo nog meer va-30 riatie in het vergelijkings/leer-proces te brengen en belangstelling daarvoor op te roepen. De eerste manier is die waarbij de machine begint, waarbij een bepaald prentje dat een visueel waarneembaar beeld draagt, wordt geselecteerd en achter een weergeefvenster wordt geplaatst welk venster deel uitmaakt van het toestel, en vervolgens 35 de leerling poogt data in te voeren waarvan hij aanneemt dat deze op 8100652 6 de juiste wijze overeenstemmen met het weergegeven beeld, waarna vervolgens het toestel de leerling meedeelt of de door hem ingevoerde data een "juist" antwoord waren zoals gedicteerd door data in machine, leesbare gecodeerde vorm die te voren lijfelijk met 5 het bepaalde prentje werden verbonden, zoals bijvoorbeeld door de data in optisch leesbare vorm naast het prentje af te drukken.

De tweede manier van werken van een dergelijk de voorkeur hebbende uitvoering is die waar de leerling begint, waarbij de leerling met de hand zijn invoerdata inbrengt die vervolgens 10 worden vast gelegd door het toestel en worden vergeleken met de data die zijn gecodeerd in de datagebieden die zijn verbonden met de respectieve prentjes. Indien de machine een correct paar detecteert wordt aan de leerling een zichtbare aanwijzing van deze omstandigheid gegeven en blijft het prentje dat behoort bij de gecodeerde data 15 die passen bij de door de leerling ingevoerde data, in het weergeef-venster van het toestel staan.

Naast verschillende wijzen van bediening kan de beschreven voorkeursuitvoering ook naar keuze werken in êên van twee verschillende modussen. In de eerste modus wacht de machine 20 totdat de van de leerling afkomstige ingevoerde data compleet zijn en vergelijkt de machine vervolgens de gecodeerde data die behoren bij een bepaald visueel plaatje in hun geheel met de door de leerling ingevoerde data. De gelijkheid moet exact zijn voor een uitgangssignaal "Yes"; in andere gevallen is het uitgangssignaal "No".

25 Het maakt hierbij niet uit of bij de vergelijking het verschil niet meer dan een cijfer of een enkel teken blijkt te zijn, of dat de goede toetsen worden ingedrukt in de verkeerde volgorde of indien er absoluut geen enkele betrekking bestaat tussen de gecodeerde data en de door de leerling ingevoerde data.

30 In de tweede modus wordt een nieuwe vergelijking uitgevoerd telkens wanneer de leerling een individueel teken toevoegt aan zijn invoerdata door middel van het eenmaal indrukken van een toets van het toetsenbord, en de leerling wordt medegedeeld of al dan niet dat teken past bij het overeenkomstige teken van de 35 gecodeerde data die zijn verbonden met een bepaald prentje. Indien 8100652 τ de vergelijking niet een preciese gelijkheid oplevert krijgt de leerling de gelegenheid het laatste ingevoerde teken te corrigeren totdat gelijkheid wordt verkregen, waarbij de machine na elke poging tot invoer van éên enkel teken aangeeft of een dergelijke 5 invoer resulteerde in een gelijkheid of een ongelijkheid.

De hierboven beschreven wijzen van werking en modus-sen en de daarmee verbonden functies zijn geïmplementeerd volgens de op dit ogenblik de voorkeur hebbende uitvoeringsvorm in een inrichting met een grondplaat waarop op een in het algemeen platte 10 schikking een toetsenbord is gemonteerd dat is uitgevoerd voor het opnemen van verschillende dekbladen voor het toetsenbord en dat voldoende individuele toetsgebieden bezit dat elke letter van het Engelse alfabet kan worden ingevoerd door middel van het indrukken van een individuele toets, waarbij het toestel ook nog is voorzien 15 van een weergeefvenster naast het toetsenbord waarin verschillende visueel waarneembare beelden kunnen worden vertoont aan de leerling die het toetsenbord gebruikt.

In de hier beschreven voorkeursuitvoering wordt gebruik gemaakt van een leerschijf met daarin een aantal prentjes 20 die elk -zijn voorzien van het bijbehorende datagebied waarin verband houdende gecodeerde data in optisch leesbare vorm kunnen worden ondergebracht. Een dergelijke voorkeursuitvoering kan dienovereenkomstig op geschikte wijze zijn voorzien van een orgaan voor het automatisch ronddraaien van de leerschijf zodat opeenvolgende 25 prentjes achtereenvolgens in het venster worden vertoond, en van een optische data-lezer die is geplaatst tegenover de leerschijf nabij de rand daarvan zodat kloktekens, datatekens en positietekens die zich bevinden in concentrische sporen langs de omtrek van de schijf, automatisch kunnen worden omgezet in elektrische signalen 30 voor het besturen van de werking van de machine.

De hier beschreven uitvoering is tevens voorzien van twee schuifregisters met seriele invoer (een voor elk dataspoor op de schijf) voor het vastleggen van de gecodeerde data behorend bij het op het bewuste tijdstip achter een weergeefvenster staand 35 prentje, van een aantal dataregisters voor het vastleggen van de 8100652 8 respectieve datatekens die met de hand zijn ingevoerd door de leerling door middel van het toetsenbord, en van een vergelijkingsschakeling voor het vergelijken van de data vastgelegd in de schuif-registers met seriele invoer met de data die zich bevinden in de 5 dataregisters voor invoer met de hand, -waarbij de vergelijkings- bewerking naar keuze wordt uitgevoerd hetzij met iên teken tegelijk (modus "2"), of zo dat de ingevoerde gecodeerde data in hun geheel worden vergeleken met de met de hand ingevoerde data in hun geheel (modus ”1").

10 Het beschreven uitvoeringsvoorbeeld is verder voor zien van een orgaan voor het laten beginnen van het ronddraaien van de leerschijf en voor het laten stoppen met een op basis van toeval gekozen prentje zichtbaar door het weergeefvenster, of indien te voren met de hand data werden ingevoerd, om de leerschijf 15 te laten stoppen bij het prentje (indien het bestaat) dat overeenkomt met zodanige met de hand ingevoerde data wanneer dat door het venster heen zichtbaar is.

«*

Weer een andere uitvoeringsvorm wordt nog beschreven waarbij het automatisch bestuurde met een aantal prentjes 20 uitgevoerde leerschijf van de eerste voorkeursuitvoering is vervangen door een met de hand plaatsbare rechthoekige kaart die of een enkel prentje kan dragen en een enkel daarmee verbonden gecodeerd datagebied, of anders een aantal prentjes en een overeenkomstig aantal bijbehorende datagebieden.

25 De nu volgende beschrijving van de twee voorbeelden van de voorkeursuitvoering verwijst naar een tekening.

Fig. 1 geeft een perspectivische schets van het toestel dat de toestel-aspecten van de uitvinding belichaamt, en dat is voorzien van een leerschijf en een bijbehorend toetsenborddek-30 blad op zijn plaats.

Fig. 2 is een doorsnede door het toestel volgens fig. 1 langs de in fig. 1 aangegeven lijn II - II.

Fig. 3 geeft een andere doorsnede van het toestel volgens fig. 1, nu genomen langs de lijn III - III in fig, 2, 35 welke doorsnede in het bijzonder een voorbeeld toont van de leer- 8100652 9 schijf en van de daarbij behorende aandrijving.

Fig. k geeft in bijzonderheden een aanzicht van een deel van de leerschijf die is getekend in fig. 3 waarbij de plaats van het gebied voor de prentjes en het gebied voor de optisch te 5 lezen data langs de omtrek van de schijf duidelijk zijn te zien.

Fig. 5 geeft een verbijzonderd en vergroot aanzicht van het gebied met optisch leesbare data dat in fig. U is getekend, waarbij de afzonderlijke tekens die het woord "elephant" vormen, duidelijk kunnen worden waargenomen.

10 Fig. 6 met een linker deel fig. 6A en een rechter deel fig. 6B die bij elkaar kunnen worden gevoegd om op de aangegeven manier êên enkele figuur te vormen, is een functioneel blok-schema van de verschillende digitale logische ketens die worden gebruikt in het toestel volgens fig. 1, waarbij zichtbaar is hoe 15 datasignalen en besturingssignalen van het ene ketenelement naar een ander ketenelement gaan.

Fig. 7 is een aanzicht van een uitvoering van een vergelijkings/leertoestel dat, hoewel gelijkend op het in fig. 1 getekende toestel gebruik maakt van een met de hand plaatsbare 20 leerstrook met een aantal prentjes in plaats van een automatisch ronddraaiende leerschijf, welke schets bovendien een dekblad voor een toetsenbord toont en een stel prentjes waarvan de inhoud anders is dan van de in fig. 1 weergegeven prentjes.

Fig. TA toont een kaart met êên enkel prentje die 25 kan worden gebruikt met de inrichting volgens fig. J als een alternatief voor de in fig. 7 getekende leerstrook met een aantal prentjes.

Voorts wordt verwezen naar de volgende tabellen die in de beschrijving zijn opgenomen, namelijk: 30 Tabel A is een opeenvolgende opsomming van binaire getallen 00000 tot en met 11111, alsmede een als voorbeeld dienend stel decimale en alfabetische gedecodeerde equivalenten; en

Tabel B laat zien hoe het woord "elephant" kan worden gecodeerd met gebruikmaking van de binaire code volgens tabel A.

35 In fig. 1 die in een perspectivische schets een voor- 8100652 10 keursuitvoeringsvoorheeld van het toestel dat voldoet aan de ver-• schillende doeleinden van de uitvinding, toont is duidelijk dat het •weergegeven toestel omvat een huis 10, een zo-genoemde "leer-schijf" 12 en een toetsenbord-dekhlad 1U.

5 Teneinde aan het toestel meer flexibiliteit te geven zijn de leerschijf 12 en het toetsenborddekblad 1U losneembaar uitgevoerd zodat zij kunnen worden verwisseld met andere dergelijke schijven en dekbladen. Echter kan het toestel ook worden geconstrueerd zodanig dat de leerschijf en het toetsenborddekblad permanent op 10 hun plaats zijn bevestigd. Een ander alternatief is dat een andere functioneel equivalente constructie in de plaats kan worden gesteld voor de leerschijf 12 en/of voor het toetsenborddekblad lU zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de kern van de uitvinding, zoals hierna nog wel duidelijk zal worden.

15 Het huis 10 dat in fig. 1 in perspectief en in fig. 2 in doorsnede is getekend, omvat een grondplaatdeel 11 met een enigszins naar beneden hellend, in het algemeen vlak uitgevoerd toetsen-bordoppervlak 16 dat een naar buiten uitstekende rechthoekige lijst 18 bepaalt die is voorzien aan zijn rechter uiteinde van een ruimte 20 voor het insteken van een vinger, op welke wijze het toetsenbord 1U gemakkelijk kan worden gepakt en verwijderd, In een andere uitvoering kan de lijst 18 zijn voorzien van meer of minder horizontale sleuven die naar binnen uitsteken langs de twee lange randen om de overeenkomstige randen van het dekblad ih· steviger op hun 25 plaats te houden (maar wellicht het verwijderen minder gemakkelijk makend) dan de in de tekening weergegeven inleg-opstelling, of weer anders zou de lijst een afzonderlijk stuk kunnen zijn dat permanent is bevestigd aan het verwijderbare bovenblad.

Het bovenblad van het toetsenbord ligt, wanneer het 30 op zijn plaats is, rechtstreeks boven een drükgevoelige contactop-stelling 22 in de vorm van een 10 bij 3 matrix die permanent is bevestigd op een elektrisch printplaat-samenstel 2k.

De elektrische en de mechanische constructie van het matrixschakelaarsamenstel 22 kan geheel zoals gebruikelijk zijn en 35 zal hierna niet met meer bijzonderheden worden beschreven. Hier is 8100652 11 voldoende op te merken dat het indrukken van een van de 30 afzonderlijke gebieden die overeenkomen met de uit drie horizontale rijen met elk tien elementen "bestaande rechthoek van het dekblad 14 daarboven die respectievelijk zijn aangeduid met "A, B, C, ..., Z, 5 ,1,2, CLR", resulteert in het sluiten van telkens een ander paar elektrische contacten waarbij een van de contacten overeenkomt met de rij en het andere van de contacten met de bepaalde kolom in de rij. Een gebruikelijke matrix-aftastende en coderende logika kan dan worden gebruikt voor het genereren van telkens een ander 10 vijf bits-digitaal woord iedere keer dat een ander paar van de hiervoor genoemde 30 afzonderlijke paren van de matrixschakelaar wordt ingedrukt. Anders kan elk van de 30 afzonderlijke gebieden zijn eigen elektrisch sehakelelement hebben met zes elektrische contacten (overeenkomend met de vijf bits van de uitvoer plus een 15 gemeenschappelijke invoer) en het toetsenbord kan dus van het zogenoemde zelf-coderende type zijn waarbij de verlangde combinatie van 1'nen en 0’ len die een afzonderlijk en ander 5 bits uitvoer wordt vormen voor elk afzonderlijk gebied (5 bits zijn voldoende om 32 verschillende binaire woorden te definiëren) rechtstreeks wordt 20 uitgevoerd door het toetsenbordmatrix-schakelaarsamenstel zonder dat de buiten een afzonderlijke logische schakeling nodig is.

Ofschoon in de tekening de dekplaat 14 is voorgesteld als een enkelvoudig rechthoekig blad van buigzaam kunststof-materiaal met op het ene oppervlak daarvan de letters van het alfa-25 bet of andere toetsenbordaanduidingen gedrukt, kan de plaat 14 anders zijn uitgevoerd en wel met buigzame delen direkt boven de aktieve schakelaargebieden die door stijve delen zijn gescheiden, waardoor het kind of de leerling die het toestel gebruikt, geen gelegenheid krijgt het oppervlak van de matrixschakelaarlaag tussen 30 twee bepaalde aktieve gebieden in te drukken met als resultaat een mogelijk fout signaal (bijvoorbeeld wordt de invoer door de leerling gecodeerd als een "P" terwijl hij in werkelijkheid bedoelde de letter "Q" in te drukken).

Bovendien kan het toestel zijn voorzien van een luid-35 spreker of een andere geluidsomzetter (niet in de figuren getekendj 8100652 12 die is aangesloten aan het toetsenbord via een geschikte elektronische schakeling, waardoor de leerling een roerbaar signaal kan krijgen telkens wanneer hij een "toets” indrukt.

De in fig. 1 getekende bepaalde uitvoering van de 5 dekplaat 1¾. en van het leerwiel 12 dienen voor een spellingsspel of spellingsles en dus zijn alle 26 letters van het alfabet op de dekplaat gedrukt met daarbij nog het symbool voor spatie; de dekplaat is ook nog voorzien van vierkanten met de aanduiding "1", "2" en "CLR". Deze laatste drie vierkanten dienen, zoals hierna dui-10 delijker zal worden, voor het kiezen van de modus van werking van het toestel en voor het uitwissen of wegwerken van een invoer van het toetsenbord. Ofschoon getekend alsof zij lijfelijk deel uitmaken van het toetsenbordmatrix-schakelsamenstel kunnen zij met evenveel voordeel afzonderlijke schakelaars zijn die zijn gemon-15 teerd in het lichaam van het huis 10 op dezelfde wijze als een aan/uit schakelaar 26, aangezien de "1", "2" en "CLR" toetsen niet worden gebruikt voor het later invoeren van invoerdata, maar meer voor het besturen van de werking van het toestel.

Het grondplaatdeel 11 van het huis 10 is ook voor-20 zien van twee verlichte verklikkers, de.eerste met het opschrift "Yes" en groen van kleur (aangegeven met het verwijzingsgetal 32) en de tweede met het opschrift "Ho" en rood van kleur (aangegeven door het verwijzingsteken 3^). Een groen licht dat verschijnt in de "Yes" verklikker 32, geeft een gelijkheid aan tussen de data op de 25 schijf die behoren bij het bepaalde prentje dat op dat ogenblik zichtbaar is via het weergeef scherm 30, en de data die met de hand zijn ingevoerd door de leerling via het toetsenbord. Een rood licht dat verschijnt achter de "Ho" verklikker 3^, geeft een aanwijzing dat hetzij geen passend prentje aanwezig is op de leerschijf 12 30 (in het geval dat zojuist de toets "1" of "2" is ingedrukt) of anders dat de invoer door de leerling fout is (in het geval dat de leerling heeft geprobeerd data vanaf het toetsenbord in te voeren die overeenkomen met het beeld dat op dat moment wordt weergegeven).

Het beschreven toestel is ingericht om op twee geheel 35 verschillende wijzen te worden bediend, waarvan de eerste hierna zal 8100652 13 worden aangeduid als "gestart door de leerling" en de tweede als "gestart door de machine".

In de modus "gestart door de leerling" drukt de leerling eerst de toets "CLR" in waardoor alle te voren met de hand 5 via het toetsenbord ingevoerde data worden gewist en voert hij vervolgens zijn vraag in door de overeenkomstige reeks datatoetsen die verbonden zijn met een bepaalde dekplaat van het toetsenbord, in te drukken. In de hier beschreven uitvoering bedraagt de maximale lengte van een dergelijke vraag of frase die met de hand vanaf 10 het toetsenbord kan worden ingevoerd acht opeenvolgende toetsindruk-kingen (in overeenstemming met de aanwijzingen op de verschillende dekplaten kan elke afzonderlijke toets een cijfer, een getal, een letter, een lettergreep, een woord, een zinsdeel, een musikale toon of een abstract begrip voorstellen); echter behoeft de leer-15 ling niet steeds alle acht toetsen voor elke vraag in te drukken.

Ha het invoeren van zijn vraag (voor het moment aannemende dat de leerling de letters "CUP" invoert, drukt hij vervolgens hetzij de toets "1" in of de toets "2". De toets "1" laat het "Yes" licht 32 opflitsen indien en alleen indien alle acht tekens die in het 20 datagebied dat behoort bij êên van de prentjes op de schijf zijn gecodeerd nauwkeurig gelijk is aan de invoer van de leerling, in welk geval de schijf dan zal stoppen met het bijbehorende prentje achter het venster 30. In het hier besproken voorbeeld zijn, indien êén van de prentjes van de leerschijf 12 een afbeelding is van een 25 kop, de met het prentje dat de kop voorstelt, verbonden gecodeerde optisch leesbare data de gecodeerde voorstelling van de letters "KOP", gevolgd door vijf spaties (indien de leerling minder dan acht tekens invoert, voegt de machine automatisch spaties toe aan de door de leerling ingevoerde rij tekens zodat deze voor de verge-30 lijking werkelijk acht tekens bevat); de machine begint de twaalf datagebieden op de leerschijf af te lezen, en wel êên voor êên, waarbij elk daarvan teneinde een identiteit vast te steller wordt vergeleken met de door de leerling ingevoerde rij tekens; aangezien er een bijpassend prentje is laat de machine de schijf 12 stoppen 35 met het prentje dat een kop voorstelt, op de plaats achter het beeld- 8100652

1U

weergeefvenster 30.

Indien echter de schijf 12 niet een voorstelling van een kopje draagt en daarbij de letters "KOP " op passend gecodeerde -wijze, maar daarentegen wel de voorstelling van een 5 koplamp en daarbij de letters "K0PLAMP_" dan zal het nauwkeurig bij elkaar passen niet kunnen worden vastgesteld en na tenminste êên omwenteling zal het wiel stoppen op een willekeurige plaats waarbij het "NO" verklikkerlicht 3^ oplicht, waarna de leerling de toets "CLR" kan indrukken en opnieuw kan proberen als te voren. Anders 10 kan hij de voorstelling die juist op basis van toeval door de inrichting is-gekozen, behandelen als een door de machine opgeworpen vraag die de leerling moet beantwoorden (zoals hierna in bijzonderheden wordt beschreven), of hij zou de procedure "door de leerling gestart" kunnen herhalen, waarbij hij deze keer naar wens de 15 "twee" toets gebruikt die nu zal worden beschreven.

Bij het indrukken van de "twee" toets vergelijkt de logische schakeling in de machine slechts zo veel van de rij tekens als reeds door de leerling is ingevoerd, met het overeenkomstige deel van gegevens die zijn gecodeerd op de leerschijf en geeft de 20 machine aan de leerling de gelegenheid tot experimenteren door verandering van het laatste ingevoerde teken (zonder eerst de gehele rij te hebben gewist) terwijl hij kijkt naar de "YES" en "NO" verklikkers om te zien of hij het volgende juiste teken heeft gevonden. Aldus zal indien de leerling alleen maar de letter "K" invoert en 25 vervolgens de "twee" toets indrukt, de leerschijf 12 bij het eerste prentje waarvan de naam begint met de letter "K" (een kop, een kruk, een klok) stoppen. Indien vervolgens de leerling de toets "A" in-drukt en daarna weer de "twee" toets, gaat het wiel ronddraaien, stopt het op een willekeurige plaats en het rode "HO" licht gaat aan 30 om aan te geven dat de "A" een verkeerde keus was voor de tweede letter en dat de leerling opnieuw moet proberen. Indien hij dan de letter "R" invoert en opnieuw de "twee" toets indrukt, zal de machine de gecodeerde voorstellingen van de eerste twee letters bij elk prentje vergelijken met de rij "KR" en dienovereenkomstig 35 het wiel laten stilstaan bij het prentje van een KRUK en het groene 8100652 15 "YES" licht zal weer aangaan.

Aangezien de afbeelding van een kruk reeds achter het venster 30 staat en de daarmee overeenstemmende gecodeerde data dus reeds zijn ingevoerd in de vergelijkingsschakeling, blijft het 5 groene licht aan zolang de student op de juiste wijze voortgaat het woord "K-R-U-K" te spellen.

Telkens wanneer het rode licht aangaat heeft de leerling de keus of hij opnieuw de "twee" toets zal indrukken om te zoeken naar een mogelijk ander prentje op de schijf dat behoort bij 10 dezelfde begintekenrij als die hij zojuist heeft ingevoerd, of hij kan de schijf laten waar hij is en proberen de volgende juiste letter (of ander symbool) te kiezen dat behoort bij het op dat ogenblik vertoonde prentje.

Indien daarantegen de leerling de "CLR" toets zou 15 indrukken en vervolgens de "twee" toets, dan zou hij de machine gebruiken om deze een "door de machine gestarte" vraag te laten stellen. Aangezien het indrukken van de "CLR" toets het wissen van iedere eerdere met de hand gedane invoer heeft geeffectueerd, zal er in de "twee" modus niets zijn om mee te vergelijken en de schijf 20 zal op een willekeurige plaats stoppen, het groene licht zou aangaan en zolang aanblijven totdat de leerling vervolgens de juiste letters in de juiste volgorde invoert overeenkomend met het op deze wijze op basis van toevoer gekozen en weergegeven prentje.

Het indrukken van de "CtR" toets, gevolgd door het 25 indrukken van de "1" toets zou eveneens de machine een bepaald prentje op basis van toeval laten selecteren, maar deze keer zal het rode licht aanblijven totdat en mits de leerling alle acht tekens van de rij tekens die is verbonden met het dan vertoonde prentje heeft ingevoerd (indien de leerling fout is kan hij zijn gehele in-30 voer wissen door de "CLR" toets in te drukken en vervolgens acht andere tekens of een andere volgorde te proberen).

Het zal dus duidelijk zijn dat een reitererende vorm van instructie plaatsvindt. De machine kan een rij vragen in willekeurige volgorde stellen die elk op de juiste wijze door de leerling 35 worden beantwoord (aangegeven doordat een groen licht brandt nadat 8100652 16 het juiste antwoord door de leerling is ingevoerd) totdat tenslotte de leerling een onjuist antwoord invoert. De leerling kan dan de "CLR" toets indrukken en opnieuw proberen (deze keer de toets voor de modus "2", een teken tegelijk). Anders kan hij door de 5 "1" toets, of de ”2" toets te gebruiken maar dan niet voorafgegaan door het indrukken van de ’’CLR" toets, controleren om te zien of hij een juist antwoord op een andere vraag uit zijn geheugen opdiepte (dat wil zeggen of hij door eerdere ervaring wist dat "L-A-M-P" de juiste spelling was van één van de plaatjes op de schijf, maar 10 bij vergissing "LAMP" invoerde toen "STOL" werd vertoond, kan hij het wiel laten draaien totdat het prentje van de lamp verschijnt alleen door de "1" toets in te drukken).

Uit fig. 2 en fig. 3 blijkt dat het instructie-wiel 12 langs zijn buitenrand wordt gedragen door een vrijlopend wieltje 15 42 en door een aangedreven wieltje 44 met een oppervlak van rubber, en dat het verder wordt ondersteund door een geleide-sleuf 48 achteraan de grondplaat 12 en door de kanten van een op geschikte wijze gedimensioneerde sleuf 50 eveneens aan de achterkant van de grondplaat. Het aangedreven wieltje 44 draait om een spil 20 52 en is voorzien van een recht tandwiel 54 dat past in een bijbe horend tandwiel 56 op de uitgangsas van een elektromotor 58. Wanneer dus elektrische energie wordt toegevoerd aan de elektromotor 58 zal de leerschijf 12 beginnen te draaien en wullen de prentjes achter elkaar êên voor êén verschijnen achter het weergeefvenster 25 30. Het wiel 44 is bij voorkeur gevormd als een snaarschijf, zoals in fig. 2 ook is aangegeven.

De energie voor de motor, voor de elektronische schakelingen die zijn gemonteerd op de printplaat 24 en voor een vier-spoors-optische lezer 60 wordt geleverd door een droge batterij 64 30 welke batterij kan zijn een normale 9 volt transistorbatterij indien het stroomverbruik van de verschillende elementen van de schakeling gering is en anders kan de batterij 64 bestaan uit een aantal miniatuur-flitslampcellen die in serie zijn geschakeld om de nodige spanning te leveren voor de juiste werking van de elektro-35 nische en elektrische onderdelen. Ofschoon in fig. 1 en fig. 2 de 81 0 0 6 5 2 rr 4-spoors-optische lezer 60 is getekend tegenover het deel van de leer schijf 12 onmiddellijk naast het prentje op de schijf dat op dat ogenblik door het venster 30 wordt vertoond, kan de U-spoors-optische lezer 60 eveneens zijn gemonteerd op andere plaatsen in 5 het huis 10, bijvoorbeeld in de nabijheid van de geleidesleuf 48 waarbij de enige verandering die nodig is, is het verplaatsen van de registratie van de hoekstand van de data die zich bevinden langs de rand 62, met betrekking tot een bepaald prentje 28, en wel over dezelfde hoekafstand als de optische lezer is verplaatst ten op-10 zichte van de in de figuren getekende stand (dat wil zeggen over 90° indien de verplaatsing is naar een positie ongeveer in het midden van de geleidesleuf 48).

In het rechter deel van de in fig. 3 weergegeven leerschijf 12 is te zien dat het deel dat het prentje 28 met een 15 appel, het prentje 66 daarboven dat een kop vertoont en het prentje 68 daaronder met de voorstelling van een ster, in bijzonderheden in fig. 4 zijn weergegeven. Uit fig. 4 is het duidelijk dat het leerwiel niet alleen een aantal prentjes draagt (zoals het prentje 28 met de appel) om afzonderlijke voorstellingen in beeldvorm te 20 geven, maar ook is voorzien van een digitaalöatagebied 70 dat zich bevindt langs de buitenomtrek 62 van het wiel en dat een patroon van donkere en lichtere gebieden draagt die zijn gerangschikt in vier naast elkaar gelegen sporen zodat zij kunnen worden gelezen door de vier elementen met een lucht uitzendende diode en 25 een fotoweerstand van de 4-spoors-optische datalezer 60.

Om compleet te zijn zullen nu de twaalf voorstellingen van de twaalf prentjes op het in de figuren 1 en 3 voorgestelde leerwiel achtereenvolgens in de richting van de wijzers van een klok worden opgesomd te beginnen met het prentje 28 dat de voorstelling 30 van een appel geeft, samen met de correcte spelling van de Engelse woorden die daarmee overeenstemmen: 8100652 5 18

1. APPLE

2. STAB

3. MUSHROOM it·. HAT

5. LAMP

6. FISH

7. MOOR

8. CLOCK

9. TABLE

10 15 20 25 30 35

10. ELEPHANT

11. CHAIR

12. CUP

Opgemerkt dient te worden dat acht achtereenvolgende aanslagen van de toetsen van de bepaalde alfabetische toetsenbord-dekplaat 1U die in fig. 1 is getekend, het maximum is nodig voor het spellen van iên van de hiervoor opgesomde Engelse voorden die overeenkomen met de twaalf verschillende getekende voorstellingen. Aangezien de matrix is ontworpen om te passen bij een dergelijke alfabetische dekplaat voor spellen in de Engelse taal moet hij in staat zijn tenminste 26 verschillende binaire codes te laten ontstaan éên voor elke letter van het Engelse alfabet.

Bij het bestuderen van de tabel A die de decimale getallen van 0 tot en met 31 opsomt en de bijbehorende binaire equivalenten, is het duidelijk dat een vijf-bits binaire code adequaat is voor een dergelijke toepassing en de tabel A specificeert een bepaalde vijf bitsbinaire code die kan worden gebruikt voor het voorstellen van de 26 letters van het Engelse alfabet.

In de hier beschreven voorkeursuitvoering is dus het datagebied dat de data die zijn gerelateerd aan een bepaald prentje bevat ingericht voor het opnemen van tenminste acht digitale woorden (tekens), elk vijf bits lang, hetgeen een totaal van L0 bits data per prentje oplevert. Als voorbeeld van de inrichting van een dergelijk datagebied dat binaire data in optisch leesbare vorm bevat die behoren bij het prentje (zichtbaar bovenin fig. 1 en fig. 3) dat de voorstelling van een olifant bevat, is weergegeven in fig. 5„ 8100652 19

Met verwijzing naar de tabellen A en B zal het duidelijk zijn dat het woord '’ELEPHANT" kan worden voorgesteld door de in tabel A weergegeven binaire code op de volgende wijze: 00100110000101100000100010111010100 5 Aangezien er twaalf prentjes zijn aan de ene kant van het leerwiel en 360° in een volle cirkel zijn er dus 30° langs de omtrek van het wiel waarin de data kunnen worden voorgesteld. Van deze 30° worden 6° gebruikt voor het aangeven van een stopteken 100 waarvan de functie hierna duidelijk zal worden 10 gemaakt. Het stopteken 100 bevindt zich in een "stop"spoor 102 het binnenste van de vier concentrische datasporen die langs de omtrek 62 van het leerwiel 12 zijn aangebracht. De andere optische sporen zijn het klok-spoor 104, het data 1-spoor 106 en het data 2-spoor 108.

15 Allereerst kijkend naar het klok-spoor 10k is het duidelijk dat dit klokspoor 20 radiaal gerichte donkere rechthoekige kloktekens 110 bevat die op gelijke afstanden zijn geplaatst over de eerste 2k° van het datagebied, gevolgd door 6° waak-ruimte.

Elk van de kloktekens 110 bepaalt een afzonderlijk data-bitgebied 20 in de twee datakanalen (data 1-kanaal 106 en data 2-kanaal 108). De blanco ruimten 112 tussen naast elkaar gelegen kloktekens 110 hebben geen speciale betekenis opzichzelf en evenmin tezamen, maar worden alleen gebruikt om het begin en het eind van de werkelijke tekens te bepalen.

25 Zoals gezegd bevat de optische datalezer 60 vier lichtuitzendende diodes (LED's), bij elk waarvan een foto-weerstand behoort. Door de LED's te ontsteken met een geschikte energiebron (zoals een droge cel-batterij) en de elk van de fotoweerstanden aan te sluiten aan een constante stroombron zal de niet-geaarde 30 uitgangsklem van elke fotoweerstand zich op een eerste spannings-potentiaal (die een binaire 1 voorstelt) bevinden wanneer het licht dat afkomstig is van de bijbehorende LED wordt geabsorbeerd door een donker teken op een bijbehorend dataspoor van de leerschijf, en op een tweede spanningspotentiaal (die een binaire nul voorstelt) 35 wanneer het licht dat afkomstig is van de LED, wordt gereflecteerd 8100652 20 naar de 'bijbehorende fotoweerstand door een lichtgehied van het bijbehorende dataspoor op de schijf. Fanneer dus de 20 kloktekens die met een bepaald prentje zijn geassocieerd, achtereenvolgens voor het LED-fotoweerstand-element langsgaan dat is geplaatst 5 tegenover het klokspoor 1 Oh-, wordt een regelmatige opeenvolging van binaire 1'en en 0’len opgewekt die kunnen dienen als klokpul-sen en die worden gebruikt door ,de elementen in de elektronische schakeling die in fig. 6 zijn getekend, en wel voor het decoderen van de donkere en blanco gebieden van de data 1- en data 2-sporen 10 naar twee respectieve data-reeksen, elk met een lengte van 20 bits.

Weer kijkend naar het bepaalde deel van de vier optische sporen dat in fig. 5 is weergegeven, en beginnend met het deel daarvan direkt boven het klokteken dat het verwijzingsteken 106 draagt, is het duidelijk dat het data 1-spoor in gecodeerde 15 binaire vorm de 20 binaire tekens 001010111000010110000 vormen die (zie de tabellen A en B) de gecodeerde voorstelling vormen van de eerste vier letters van de correcte Engelse spelling voor het woord oliefant, namelijk "ELEP" onmiddellijk daar boven in het data 2-spoor is gecodeerd het binaire getal,r01000000010111010100" 20 dat de gecodeerde voorstelling is voor het tweede stel van vier letters van het woord, namelijk "KANT".

Bij beschouwing van fig. 6 die feitelijk bestaat uit twee afzonderlijke figuren, een linker deel fig. 6A en een rechter deel fig. 6b, blijkt dat de verschillende door het toestel volgens 25 ie hier beschreven voorkeur suit voering uitgevoerde handelingen kunnen worden geïmplementeerd door elektronische schakelingen zoals schuifregisters,flip-flops, EN-pporten, 0F-poorten, vergelijkings-ketens, besturende logische ketehs en anti-denderketens en het toestel kan gemakkelijk worden geassembleerd met gebruikmaking van 30 in de handel verkrijgbare componenten. (Sommige of alle functies die worden uitgevoerd door de getekende voor-geprogrammeerde hard-bedrade logische ketens kunnen kennelijk ook worden geïmplementeerd door middel van een gebruikelijke microprocessor onder de besturing van een vastgelegd programma.) 35 In het bijzonder verwijzend naar de in de figuren 8100652 21 6A en 6B getekende implementatie is al eerder gesteld dat de optische datalezer 60 vier LED’s hevat en vier daarbij behorende lichtgevoelige weerstanden die aangesloten zijn aan de geschikte stroombron om een logisch "l" digitaal signaal te verschaffen wan-5 neer een donker teken is geplaatst voor het samenstel van LED en fotoweerstand, alsmede een logisch "O" digitaal signaal wanneer een licht-reflecterend gebied staat voor het genoemde samenstel.

In de linker bovenhoek van fig. 6A verwijst dus het getal 200 naar de optische leesschakeling die is opgesteld tegenover het stop-10 spoor 102 aan de omtrek 62 van de leerschijf 12. De uitgang van dit lees-samenstel is aangegeven met het getal 202.

De keten 200 levert als uitgangssignaal een "1" wanneer het registratie-teken 100 van het prentje (of enig ander soortgelijk registratieteken dat overeenkomt met een ander van de 15 twaalf afzonderlijke prentjes die zich bevinden op een enkele kant van een leerschijf) direkt voor de met het stopteken overeenkomende LED/fotoweerstand staat. Anders zal het uitgangssignaal op de leiding 202 uit de standleesketen 200 "0" zijn.

De uitgangsleiding 202 gaat rechtstreeks naar een 20 EN-poort 204 (die in fig. 6A is getekend met de gebruikelijke sym-bool-taal voor digitale logische schakelingen en wel gemerkt met een stip, waarbij een EN-poort zodanig is uitgevoerd dat zijn uitgangssignaal een ”1" is indien en alleen indien alle ingangssignalen "l"’en zijn; een 0F-poort wordt gebruikelijk gemerkt "+" en is zo-25 danig dat zijn uitgangssignaal een H0" is indien en alleen indien alle ingangssignalen "0" zijn.) Het andere ingangssignaal naar de EïT-poort 204 is het uitgangssignaal 206 uit de OF-poort 208; de OF-poort 208 op zijn beurt heeft twee ingangen waarvan de eerste is voor het "YES" uitgangssignaal 210 uit een vergelijkingsketen 30 212 en de tweede ingang 214 het stop-uitgangssignaal is uit een generatorketen 216 voor een tijdvertraging met een toevallige duur. Het uitgangssignaal uit de eerstgenoemde EH-poort 204 wordt aangeboden aan de terugstelingang 218 van een motor-flip-flop 200 waarvan de Q-uitgang 222 een elektromotor 58 aandrijft. Wanneer de 35 terugstelingang 218 van de flip-flop 220 in de hoge stand komt, gaat 8100652 22 de Q-uitgang 222 van deze flip-flop naar laag en wordt de stroomtoevoer naar de motor 58 af gekapt. De terugstelingang 218 gaat naar hoog wanneer zowel (a) de standspoorlezer 200 recht tegenover een eonker registratieteken 100 staat waardoor de uitgangslei-5 ding 202 naar hoog 'gaat, en (h) de 0F-poort 208 eveneens een "1” levert aan de EH-poort 20^. Deze laatste voorwaarde zal alleen zijn vervuld indien (a) de uitgang van de vergelijkingsketen 212 een YES is (dat wil zeggen dat de uitkomst van de vergelijking die wordt uitgevoerd door deze keten, positief is), of anders indien 10 (b) de door de tijdvertragingsketen 216 vastgestelde tijdvertragings duur is verlopen. (Het is de moeite waarde hier op te merken dat het door de tijdvertragingsketen 2l6 vastgestelde tijdsinterval, hoewel dit op toeval berust, steeds voldoende lang is om ervoor te zorgen dat de motor 58 de leerschijf 12 tenminste êên voor-omwen-15 teling kan aandrijven.) Deze vertragingsketen 216 heeft als tweede uitgang een START-uitgang 22^ die is aangesloten aan de stel-ingang van de motor-flip-flop 220 waarbij deze stel-ingang de flip-flop de motor 58 laat inschakelen door een tT 1,f te laten verschijnen aan de Q-uitgang 222.

20 De tijdvertragingsketen 216 begint zijn werking (het genereren van een tijdsinterval met een duur die op toeval berust, welk tijdsinterval begint met een START-puls aan zijn START-uitgang en eindigt met het opwekken van een STOP-signaal aan zijn STOP-uitgang) reagerend op een prikkel door het uitgangssignaal 25 226 uit de 0F-poort 228 waarvan de ingangssignalen zijn de "in toets en de "2"-toets.

Aldus samengevat, bij het indrukken van hetzij de "1"-toets of de "2"-toets begint de motor 58 te draaien hetgeen op zijn beurt oorzaak is dat de leerschijf 12 gaat ronddraaien en 30 deze ronddraaiing eindigt alleen nadat de vergelijkingsketen 212 een positief vergelijkingsresultaat oplevert, of totdat een tijdsinterval van onbekende duur die volgt op iedere dergelijke toetsaanslag, is verlopen en de STOP-uitgang 21.it- naar hoog is gegaan (waarbij elk van deze voorwaarden oorzaak, is dat de tweede ingang 35 206 naar de EH-poort 20it naar hoog gaat), waarna het wiel tot 8100652 23 stilstand zal komen met het eerstvolgende standteken tegenover de spoorlezer 200.

De vergelijkingsketen 212 heeft ook nog een ΊίΟ"-uit gangslei ding 23Q die wanneer hij hoog is, een lamp 232 laat 5 branden die is verbonden met de HO-verklikker 3^··’ de YES-uitgang 210 is bovendien verbonden met een bijbehorende YES-lamp 23^· die gaat branden wanneer de YES-uitgang naar hoog gaat.

Een eerste stel ingangssignalen aan de vergelijkingsketen 212 wordt geleverd door een bus die Uo data-bits parallel 10 draagt (hetgeen symbolisch is voorgesteld bij 236) welke bits afkomstig zijn uit een eerste 20-bitsschuifregister 238 en een tweede dergelijk register 239.

Het eerste register 238 is verbonden met het data 1-spoor 106 en de daarbij behorende optische lezerketen 2k0 met een 15 LED en een fotoveerstand welke keten data in serievorm toevoert aan de bitplaats 2k2 voor het minst betekenende bit (LSB) van het eerste schuif register waarbij elke doorschuiving over êén bit van data door het register plaatsvindt in reactie op êén enkele klok-puls die verschijnt op de klok-leiding 2kk die zijn oorsprong 20 heeft in het klokspoor 106 op de buitenrand van de leerschijf 12 en opgewekt door de kloklezer 2k6 die, zoals eerder besteld, een uitgangssignaal "l" zal geven telkens wanneer een klokteken 106 langs gaat voorbij het samenstel van LED en fotoweerstand dat is opgesteld voor het klok-spoor 10^.

25 Op een identieke wijze worden data die zich bevinden op het data 2-spoor 108, gelezen door de optische lezerketen 2U8 voor het data 2-spoor- naar de LSB-cel 250 van het tweede seriele schuifregister 239 in reactie op dezelfde processie van klokpulsen die verschijnen op de klokleiding 2kk. Aldus zijn, nadat de 20 klok-30 tekens die zijn verbonden met de data die betrekking hebben op één enkel prentje, voor de klokspoorlezer en bijbehorende schakeling 2k6 zijn voorbij gegaan, 20 overeenkomstige bits van data uit het data 1-spoor 106 in het eerste schuifregister 238 ingelezen en 20 bits van data uit het data 2-spoor 108 in het tweede seriele schuif-35 register 239 en zijn dus alle kQ bits van data die betrekking hebben 8100652 2k op het "bepaalde prentje, beschikbaar genaakt via de invoerbus 236 voor de vergelijkingsketen 212.

De andere invoer van data naar de vergelijkingsketen 212 geschiedt via een tweede UO-bits databus 252 die zichtbaar is 5 in het rechter deel van fig. 6A en tevens in het linker deel van fig. 6b. In het bijzonder in fig. 6B is duidelijk te zien dat de data die de UO-bitsbus 252 ingaan, hun oorsprong hebben in acht 5-bits parallel-in/parallel-uit opslagregisters die in de figuur zijn aangeduid met 2$k, 256, 258, 260, 26^, 266 en 268.

10 Het eerste dergelijke 5-bitsopslagregister 25^ levert de vijf meest significante uitvoerbits aan de kO-bits 5-databus 252 en heeft een 5-bitsinvoerbus 272 die het eerste register 25^ opnieuw vult met vijf nieuwe bits telkens wanneer de bijbehorende WRTI-lijn 27h wordt bekrachtigd.

15 De besturing van de eerste 5-hitsbus 272 en de daar bij behorende inschrijflijn 27^ is de verantwoordelijkheid van de databesturingslogikaketen 276. Data die afkomstig zijn van de toetsen-bordcodeerketen 278, worden verwerkt door de anti-denderschakeling 280 waarna zij aankomen in de databesturingslogikaketen 276 via 20 de invoerdatabus 282 in een parallelle stroom die vijf bits breed is.

Zoals hierboven opgemerkt in verband met de beschrijving van de matrixschakelaar-inrichting 22, is het mogelijk een toetsenbord te verschaffen dat zelf-coderend is en waarbij het aanslaan 25 van êên enkele toets resulteert in de zelf-opgewekte passende 5-bits uitvoer zonder dat enige verdere logische schakeling nodig is.

Het is meer gebruikelijk dat een dergelijk matrix-toetseribord wordt afgetast en gecodeerd door middel van een afzonderlijke multiplex-codeerschakeling van een gebruikelijke uitvoering. In ieder geval 30 ontvangt de anti-denderketen 280 aan zijn ingangspoort 28k een 5-bits binair woord uit het toetsenbord/codeerorgaan 278 (gecodeerd in overeenstemming met tabel A) telkens wanneer êên van de toetsen die overeenkomen met een van de 26 letters van het alfabet, wordt aangeslagen, en het ontvangt een ander signaal (dat bijvoorbeeld 35 kan zijn "11111") telkens wanneer geen van de toetsen van het toet- 8100652 25 senbord is ingedrukt. Nadat de anti-denderketen 280 liet aanslaan van een van de toetsen op bet toetsenbord heeft gedetecteerd na een passende rusttijd en de code die overeenkomt met deze toets onveranderd is gebleven gedurende een vooraf bepaalde tijdsduur, 5 wordt een enkele vulpuls uitgevoerd over de vul-leiding 286 en hierna brengt de databesturingslogikaketen 276 de van dender-effecten ontdane data die verschijnen aan de invoerdatapoort 280, over naar het eerst beschikbare 5-bits dataregister via (in het geval van het eerste 5-bits register 25^·} het eerste 5-bits uit voerkanaal 10 272; de vulpuls (op geschikte wijze vertraagd) op de vul-leiding 286 wordt aangeboden aan de eerste uitvoerschrijfleiding 2jk en de gecodeerde data die overeenstemmen met de juist aangeslagen toets worden dan dus in het eerste register 25^ ingevoerd.

Opgemerkt zal worden dat de data-besturingslogika-15 keten 2j6 ook is voorzien van een besturingsingang die is gemerkt "NEXT" waaraan is aangesloten de uitgang van de OF-poort 288 die aan de rechter kant van fig. 6A is getekend. Een van de ingangen naar deze OF-poort is de Q-uitvoer 290 van de modus flip-flop 292, waarvan de stel-invoer 29^ rechtstreeks is aangesloten aan de "1" 20 toets. Indien dus de "1" toets kort te voren is ingedrukt zal de uitvoer van de modus-flip-flop 292 hoog zijn hetgeen op zijn beurt de uitvoer van de OF-poort 288 op hoog brengt en een "1" doet aanbieden aan de NEXT-invoer naar de data-besturingslogikaketen 276. Dit heeft het effect dat de databesturingslogikaketen telkenmale 25 dat weer een vul-puls wordt ontvangen over de vulbesturingsleiding 286, de data die verschijnen over de invoerbus 282, stuurt naar het eerstvolgende beschikbare 5-bitsregister hetgeen het eerste register 25^ dient te zijn indien geen andere datatoets is ingedrukt nadat voor het laatst de CLR-toets werd gebruikt en daarom wordt 30 het CLR-signaal eveneens toegevoerd aan de databesturingslogikaketen 276 via de terugstelinvoer 296. Indien dus acht toetsen van het toetsenbord achtereenvolgens zijn ingedrukt volgend op het bedienen van de "l"-toets en de "CLR"-toets zullen de gecodeerde voorstellingen van deze acht toets-aanslagen respectievelijk verschijnen in het 35 B-1 register 25^, het B2-register 256, enz. in die volgorde. Als 8100652 26 zij passen "bij de overeenkomstige Uo bits die zich bevinden in het eerste invoerschuifregister 238 en het tweede invoerschuif-register 239 en aan de invoerpoort naar de vergelijkingsketen 212 verschijnen, zal een YES-signaal optreden op de YES-uitvoer 210 5 en zal het lampje 23^ van de YES-verklikker 32 oplichten.

In het geval dat een leerling niet een woord met alle acht tekens heeft ingevoerd, maar bijvoorbeeld slechts de letters "KOP" dan zal door het indrukken van de "1"toets, die zoals zal worden opgemerkt, tevens een rechtstreekse invoer naar de databe-10 sturingslogikaketen 276 via de invoer die is gemerkt "BLAMS" en die het verwijzingsteken 298 draagt, de gecodeerde voorstelling voor de letters K, O en P worden vastgelegd, respectievelijk in het Bl-register, het B2-register en het B3-register, terwijl alle registers Bh tot en met B8 zullen worden gedwongen tot een "blanco" 15 toestand, en de YES-verklikker 32. zal gaan branden ofschoon tenminste in het geval van de hier besproken uitvoering de leerling het ronddraaien van de leerschijf gedurende een onbepaald aantal omwentelingen zal waarnemen alvorens de schijf opnieuw stopt met de visuele voorstelling van een kopje dat wordt vertoond achter 20 het weergeefvenster 30.

Indien de "2"toets de laatste was van de twee modus-toetsen die werd ingedrukt, kan worden vastgesteld dat de "2" toets de terugstel-aansluiting 300 van de modus-flip-flop 292 zal hebben geaktiveerd waardoor de Q-uitgang 290 van deze flip-flop 25 is. geblokkeerd. De uitgang van de OF-poort 288 die, zoals gezegd, het signaal levert dat verschijnt aan de "NEXT"-aansluiting 287 van de data-besturingslogika-keten 278, zal dus hoog zijn indien en alleen indien de YES-uitvoerlijn 210 van de vergelijkingslogika-keten 212 positief is. Nadat de "2"toets is ingedrukt, stuurt dus 30 de data-besturingslogikaketen 276 elk gecodeerd teken dat verschijnt aan zijn toetsenborddata-invoerpoort, naar het eerstvolgende beschikbare 5-bits register maar alleen indien de vergelijkingslogika 212 aangaf dat het onmiddellijk voorafgaande teken correct was. Anders gaat de data-besturingslogikaketen verder met het invullen 35 van elke nieuwe tekeninvoer vanuit het toetsenbord in hetzelfde 8100652 27 5-bits register totdat de (tussenresultaat}-uitvoer 210 van de vergelijkingsketen 212 naar koog gaat, waardoor de geschiktheid tot vergelijken van (indien de ”2" werd ingedrukt} van slechts die tekens die zijn vastgelegd in het eerste en het tweede seriele 5 invoerregister 238 en 239 die overeenkomen met tekens die reeds door de leerling zijn ingevoerd en waarvan, met uitzondering van het laatste teken in de in de tekenstreng te voren bekend is dat zij juist zijn. De vergelijkingsketen 212 die ook is aangesloten aan de Q-uitvoer 290 van de modus-flip-flop 292, welke uitvoer, zoals 10 reeds gesteld, hoog is indien en alleen indien de ”1" toets de laatste was van de twee modus-toetsen die werd ingedrukt. Indien het signaal op de modus-lijn hoog is, vergelijkt devergelijkings-keten 212 de gecodeerde voorstellingen bij alle acht invoertekens met alle acht gecodeerde tekens uit het toetsenbordcodeerorgaan 15 278. Indien daarentegen de ,f2"-toets de laatste modus-toets was die werd ingedrukt, zal de vergelijkingsketen 212 alleen de eerste tekenposities vergelijken indien er slechts éên enkele puls was verschenen aan de "ADVMCE" invoer 30^+; twee opeenvolgende pulsen die verschijnen aan de vergelijkingsketeninvoer 30k na het indrukken 20 van de 'tLR" toets, veroorzaken dat slechts de eerste twee tekenplaatsen worden vergeleken, enz. Een dergelijke stap-functie kan bijvoorbeeld tot stand worden gebracht door middel van een 8-bits schuifregistermasker waarbij elk niet-verschoven ”1” bit binnen het masker een bepaalde (tussen)-vergelijking bij êên enkele teken-25 plaats met "YESn forceert totdat overeenkomstige met de hand ingevoerde data zijn ingevuld door de data-besturingslogikaketen 276 in de bijbehorende 5-bits opslagregisters 25^, 256, enz., en het masker êên plaats is verschoven. Zoals gezegd zal de databe-sturingslogikaketen 276 terwijl de modus 2 wordt aangehouden, al-30 leen het eerstvolgende dergelijk 5-bitsregister in de rij invullen indien op de actuele tekenplaats een identiteit werd vastgesteld.

Het ,,ADVANCE"-signaal aan de invoer 30U wordt opgewekt door een M-poort 306, waarvan êên van de invoeren is aangesloten aan de NEXT-aansluiting 287 van de databesturingslogika 276, en waarvan 35 de andere is aangesloten aan de VUL-invoer 286 naar de data-bestu- 8100652 28 ringslogikaketen. Aldus telt de vergelijkingsketen 212 werkelijk het aantal enkelvoudige teken-registers 25b, 256, enz., die reeds zijn gevuld met toetsenhorddata in de "2"-modus, en zorgt er dus voor dat slechts de overeenkomstige tekens in de seriele 5 invoerschuifregisters daarmee worden vergeleken. Telkens wanneer de ',CLR"-toets wordt ingedrukt, wordt een CLR-signaal ingevoerd in de vergelijkingsketen 212 via de wis-aansluiting 308 en wordt het 8-hitstussenvergelijkingsmasker teruggesteld naar "11111111".

Fig. 7 toont een uitvoeringsvorm die een variant is 10 van de hierboven beschreven uitvoering, waarbij kan worden opgemerkt dat het toestel volgens fig. 7 eveneens is voorzien van een grondplaat 11A, een beeldweergeefvenster 30A, een YES-verklikker 32A, een 10-verklikker 3^A en een lijst 18A voor een toetsenbord-dekplaat waarbinnen een bepaalde toetsenborddekplaat ikA is gete-15 kend. Voorts is de grondplaat 11A voorzien van een aan/uit-schake-laar 2βΑ en is een optisch uitleeselement 60A geplaatst naast het weergeefvenster 30A.

Tot zover kan de uitvoering volgens fig. 7 in het algemeen als een parallel van de uitvoering volgens fig. 1 die 20 op dit ogenblik de voorkeur heeft, worden gezien. Echter zijn de "1 "-toets UOO, de "2"-toets k02 en de "CLR"-toets UqU niet langer werkelijk onderdelen van de toetsenbordmatrix maar zijn zij nu getekend als afzonderlijke tipcontact-drukknopschakelaars die zijn aangebracht boven het toetsenbord in de buurt van de YES-verklikker 25 32A en de U0-verklikker 3^A.

Op dezelfde wijze is de toetsenborddekplaat lUA in plaats van te zijn voorzien van de 26 letters van het Engelse alfabet en van een symbool voor "spatie", voorzien van de volgende toets-aanduidingen, te lezen van links naar rechts en te beginnen 30 in de bovenste rij: BLACK, YELLOW, BED, BLUE, een groen vlakje, een oranje vlakje, een paars vlakje, een grijs vlakje, HITS, LOWES; een maan, een bal, een meisje, een kat, een huis, een vlieger, een hond, een jongen, BARKS, JUMPS; OVER, AT, AMD, THE, ONE, TWO, THREE, FOUR, FIVE, SIX.

35 Gebruikmakend van deze bepaalde toetsenborddekplaat 8100652 29 is het mogelijk voor een kind (of andere leerling) die voor het toetsenbord is gezeten, korte zinnen of zinsdelen samen te stellen als volgt: THE DOG BARKS; THE BOY HITS THE BALL; THE DOG «JUMPS OVER THE MOON; THE THREE RED BALLS; THE FOUR BLUE KITES; THE 5 YELLOW MOOH; THE BOY AND THE GIRL; THE BOY AÏJD THE TWO GIRLS; THE ORANGE AND PURPLE BALL.

Opgemerkt moet worden dat het toetsenbord 30 toetsen omvat en dat dus de hiervoor beschreven 5-bits digitale code nog steeds voldoende is om elk van de toetsvlakjes voor te stellen, 10 en voorts dat elk van de hierboven genoemde zinnen of zinsdelen acht of minder toetsaanslagen vergt. De optische datasporen en klok-sporen in de configuratie volgens fig. 5 kunnen dus zonder enige wijziging van betekenis worden benut, behalve dan dat de afzonderlijke tekens, in plaats van dat zij zijn georienteerd langs de 15 straal van een schijf, loodrecht zijn georienteerd op de rand van een rechthoekige kaart 412. Bij het verwijzingsteken ko6 in fig. T worden de aldus gemodificeerde optisch leesbare gecodeerde data aangetroffen die zijn verbonden met een prentje 408 dat "THE YELLOW AND RED BALL·" laat zien, iets boven en links van het data-gebied 20 4θ6.

Op dezelfde wijze verwijst het verwijzingsteken MO naar gecodeerde data die het zinsdeel "THE DOG AND THE CAT" voorstellen en het teken 412 naar het bijbehorende prentje. Eveneenz zichtbaar op de rechthoekige kaart 412 is een deel van een prentje 25 4l4 dat voorstelt "ONE RED KITE" en van een prentje M6 dat zicht baar is achter het weergeefvenster 30A en dat de zin "THE DOG BARKS AT THE CAT" voorstelt.

Opgemerkt zal worden dat de vertikale kant van de kaart 412 die is afgekeerd van de vertikale kant waarlangs de 30 gecodeerde datagebieden 4θ6, 410, enz. zijn aangebracht, is voorzien van een aantal inkepingen waarvan een is aangegeven met het verwijzingsteken 4l8. Aangezien in de in fig. 7 voorgestelde uitvoering de elektromotor 58 uit de uitvoering volgens fig. 1 ontbreekt en zo ook de bijbehorende aandrijf- en plaatsings-schakeling, 35 is het niet nodig op de kaart 412 een optisch leesbaar STQP-spoor 8100652 30 te hebben. In plaats daarvan is een aantal inkepingen aangebracht (bijvoorbeeld de inkeping U18) die samenwerken met een veerklink 420 wanneer een bepaald prentje op de juiste wijze precies achter het venster 30A is geplaatst en de optische lezer 60A is geplaatst 5 in éên van de waakgebieden 422 die zijn aangebracht aan weerszijden van een gecodeerd datagebied.

Hoewel de leerkaart 412 die in fig. 7 is getekend, is voorgesteld als een enkele kaant die tenminste vier afzonderlijke prentjes draagt en daarbij vier afzonderlijke gecodeerde data-10 gebieden, is het duidelijk dat het mogelijk is om het voorgestel-de toestel te benutten met kleinere kaarten, zoals de in fig. JA getekende kaart k2k welke kaart k2k slechts éên enkel prentje 426 draagt (het prentje dat overeenkomt met het zinsdeel (THE BOY AMD THE GIRL”), en daarbij een optisch leesbaar datagebied 428 en een 15 enkele plaatsingsinkeping 1*30.

Aangezien de uitvoering volgens de figuren 7 en 7A gebruik maakt van hetzelfde optisch uitleesbare data-schema als de uitvoering in fig. 1, kan dezelfde elektronische schakeling die hiervoor is besproken in verband met fig. 6, worden gebruikt waar-20 bij de enige verandering is het achterwege laten van de positie-uitleesschakeling 200, de motor 5Ö, de motor-flip-flop 220, de vertragingsketen 216 en de daarbij behorende poorten 204, 208 en 228.

Ook kan worden opgemerkt dat, hoewel zowel de uitvoe-25 ring volgens fig. 1 als die volgens fig. 7 gebruik maken van optisch leesbare gecodeerde data die verbonden zijn met elk van de verschillende prentjes, duidelijk andere machinaal leesbare data-coderingsschema's kunnen worden benut die functioneel equivalent zijn met het besproken optisch leesbare data-schema.

30 Van dergelijke equivalente data-schema's kunnen de volgende worden genoemd: 1) een strook magnetisch oxyde zoals wordt gebruikt op de achterkant van vele credietkaarten van kunststof, 2) gedrukte streepjescodes die geschikt zijn om te worden gelezen met behulp van een lichtpen, zoals worden gebruikt in produktcode-35 stelsels voor supermarkten; 3) magnetisch leesbare gedrukte tekens 8100652 31 zoals die worden gebruikt door banken voor bet vaatleggen van data op cheques; 4} een geponste matrix van gaten en blanco-gebieden zoals worden aangebracht op prijskaartjes in warenhuizen voor het vastleggen van informatie voor het voorraadbeheer; en 5) langs de 5 rand geponste kaarten zoals die worden gebruikt door bibliotheken voor het in stand houden van uitleen-administraties.

Als voorbeelden van de manier waarop de hierboven beschreven toestellen kunnen worden gebruikt voor het ten uitvoer brengen van nieuwe en nuttige instructie-werkwijze, worden de vol-10 gende gegeven.

Voorbeeld I (spellen, aanvankelijk).

Stap 1" de leerling voorzien van een stel prentjes die een vooraf gekozen woordenschat die moet worden geleerd, voorstellen; 15 stap 2: het op basis van toeval kiezen van een bepaald woord uit de vooraf gekozen woordenschat; stap 3: het richten van de aandacht van de leerling -op het prentje dat met het gekozen woord overeenkomt; stap k: het vastleggen van een reels digitale voor-20 stellingen van de individuele letters die behoren tot de juiste spelling van het woord, en wel in een elektronische opslaginrich-ting; stap 5: het aan de leerling verschaffen van een met de hand te bedienen elektronisch toetsenbord met een aantal toetsen, 25 waarbij elke toets overeenstemt met een andere letter van het alfabet en een andere digitale voorstelling uitvoert; stap 6: de leerling laten proberen de eerste letter te kiezen van het gekozen woord door de betreffende toets op het toetsenbord die met deze eerste letter overeenkomt, in te drukken; 30 stap J: het vergelijken van digitale voorstelling van de letter die door de leerling in stap 6 is gekozen, met de digitale voorstelling van de eerste letter van de juiste spelling die in stap 4 is vastgelegd; stap 8: indien het resultaat van de vergelijking in 35 stap 7 positief is, de leerling gelegenheid geven te proberen de 8100652 32 volgende letter van het gekozen word te kiezen; stap 9' indien het resultaat van de vergelijking in stap 7 negatief is3 het aan de leerling aangeven dat de eerdere poging niet is geslaagd en hem opnieuw gelegenheid geven te pro-5 heren de juiste letter te kiezen; stap 10: het herhalen van de stappen J, 8 en 9 totdat het gekozen woord op de juiste wijze is gespeld door de leerling door alle juiste letters in de juiste volgorde te kiezen; stap 11: het herhalen van de stappen 2 tot en met 10 10 zo veel malen als de aandachtshoog van de leerling toestaat.

Voorbeeld II (spellen, gevorderd) stap 1: het verschaffen aan de leerling van een stel prentjes die een vooraf bepaalde woordenschat die moet worden geleerd, voorstellen; 15 stap 2: het op basis van toeval kiezen van een be paald woord uit de vooraf gekozen woordenschat; stap 3: het richten van de aandacht van de leerling op het prentje dat met het gekozen woord overeenstemt; stap U: het vastleggen van een reeks digitale voor-20 stellingen van de individuele letters die behoren tot de juiste spelling van het woord, in een elektronische opslaginrichting; stap 5: het verschaffen aan de leerling van een met de hand te bedienen elektronisch toetsenbord met een aantal toetsen, waarbij elke toets overeenkomt met een andere letter van het alfa-25 bet en een andere digitale voorstelling uitvoert; stap 6: de leerling laten pogen de eerste letter te kiezen van het gekozen woord door de bepaalde toets op het toetsenbord die met deze eerste letter overeenstemt, in te drukken; stap 7: het vergelijken van de digitale voorstelling 30 van de door de leerling in stap 6 gekozen letter met de digitale voorstelling van de eerste letter van de juiste spelling die in stap k is vastgelegd; stap 8: indien het resultaat van de vergelijking in stap 7 positief is, de leerling laten proberen de volgende let-35 ter van het gekozen woord te kiezen; 8100652 33 stap 9: indien het resultaat yan de vergelijking in stap T negatief is, de leerling aangeven dat de eerdere poging onjuist was en hem opnieuw laten proberen de juiste letter te kiezen; stap 10: het herhalen van de stappen 7, 8 en 9 totdat het gekozen woord door de leerling op de juiste wijze is gespeld door alle juiste letters in hun juiste volgorde te kiezen; stap 11: het herhalen van de stappen 2 tot en met 10 totdat de leerling alle woorden in de woordenschat correct kan spellen. Voorbeeld III (rekenkundig) stap 1: het verschaffen aan de leerling van een stel met het oog waarneembare heelden die een vooraf bepaald repertoir rekenkundige betrekkingen die moeten worden aangeleerd, voorstellen; stap 2: het op basis van toeval kiezen van een bepaalde betrekking uit het vooraf gekozen repertoir; stap 3·' het richten van de aandacht van de leerling op het beeld dat overeenkomt met de gekozen betrekking; stap 4: het vastleggen van een reeks digitale voorstellingen van de individuele symbolen en cijfers die de gekozen betrekking definiëren en het daarbij behorende antwoord in een elektronische opslaginrichting; stap 5: het verschaffen aan de leerling van een met de hand te bedienen elektronisch toetsenbord met een aantal toetsen, waarbij de verschillende toetsen overeenkomen met rekenkundige tekens waaronder verschillende symbolen en cijfers, waarbij elke toets een andere digitale voorstelling uitvoert die met een ander teken overeenkomt; stap 6: de leerling laten pogen de eerste letter te kiezen van een téken dat de gekozen betrekking definieert, en wel door de bijbehorende toets op het toetsenbord die met het eerste teken overeenkomt, in te drukken; stap 7: het vergelijken van de digitale voorstelling van het teken dat door de leerling in stap 6 is gekozen, met de digitale voorstelling van het eerste teken van de gekozen betrek- 8100652 3b king die in stap U is vastgelegd; stap 8: indien het resultaat van de vergelijking in stap 7 positief is, de leerling laten pogen het eerstvolgende teken van de betrekking te kiezen; 5 stap 9: indien het resultaat van de vergelijking in stap 7 negatief is, het aan de leerling aangeven dat de eerdere poging onjuist was en hem opnieuw laten pogen het juiste teken te kiezen; i 'v stap 10: het herhalen van de stappen 7, 8 en 9 tot-10 dat de gekozen betrekking op de juiste wijze door de leerling is gespecificeerd door alle tekens in hun juiste volgorde te kiezen; stap 11: de leerling laten pogen het eerste cijfer te kiezen van het juiste antwoord door de betreffende toets op het toetsenbord die met dit eerste cijfer overeenkomt, in te drukken; 15 stap 12: het vergelijken van de digitale voorstelling van het door de leerling in stap 6 gekozen cijfer, met de digitale voorstelling van het eerste cijfer van het juiste antwoord dat in stap b is vastgelegd; stap 13: indien het resultaat van de vergelijking in 20 stap 12 positief is, de leerling laten pogen het eerstvolgende cijfer van het juiste antwoord op de gekozen betrekking te kiezen; stap 1*l·: indien het resultaat van de vergelijking in stap 7 negatief is, het aan de leerling aangeven dat een eerdere poging onjuist was en hem opnieuw laten pogen het juiste cijfer te kie-25 zen; en stap 15: het herhalen van de stappen 12, 13 en lU totdat het juiste antwoord op de gekozen betrekking op de juiste iC' wijze door de leerling is ingevoerd^· en wel door alle correcte cijfers in hun correcte volgorde te kiezen.

8100652 binair - 35 -

Tabel A

decimaal alfabet 00000 00001 0 1 A 00010 2 B 00011 3 C 00100 4 D 00101 5 E 00110 6 F 00111 7 G 01000 8 H 01001 • 9 I 01010 10 J 01011 11 K 01100 12 L 01101 13 M 01110 14 N 01111 ' 15 0 10000 16 P 10001 17 Q 10010 18 R 10011 19 S 10100 20 T 10101 21 u 10110 22 V 10111 23 w 11000 24 X 11001 25 Y 11010 26 z . 11011 27 * 11100 28 * 11101 29 * 11110 30 * 11111 31 * * * niet nodig in Engelse taal ss niet beschikbaar 8100652 - 36 -

Tab el B

alfabet

E L E P H A N T

' binair 00101 01100 00101 10000 01000 00001 01110 10100 8100652

Claims (9)

1# Elektronisch hij zoek/leertoestel, gekenmerkt door (a) een huis; 5 (h) een toetsenbord met een aantal met de hand te bedienen toetsen die zijn geschikt in een in het algemeen vlakke opstelling die door een hovenoppervlak van het huis wordt gedragen, waarbij het toetsenbord is uitgerust met een orgaan voor aan de gebruiker aangeven van de betekenis van elk van de toetsen; 10 (c) een aantal les-modulen, elk met een prentjes- gebied dat een twee-dimensionale, met het oog waarneembare beeld-voorstelling bevat, en een bijbehorend datagebied dat data bevat die met de beeldvoorstelling zijn verbonden in een met een machine leesbare digitale vorm; 15 (d) een orgaan voor het vasthouden van een gekozen beeldgebied in een in het algemeen vaste positie ten opzichte van het toetsenbord voor het weergeven van het bijbehorende prentje aan een gebruiker die zich voor het toetsenbord heeft geplaatst; (e) een orgaan voor het vertolken van een reeks data 20 die met de hand zijn ingevoerd in de vorm van een rij toetsaanslagen waarbij elke aanslag overeenkomt met een enkele bediening van een enkele toets vanuit het toetsenbord, en wel in een eerste digitale frase, en het opslaan van de eerste digitale frase in een eerste elektronisch digitaal opslagregister waarbij elke andere com- 25 binatie van toetsaanslagen resulteert in een andere digitale frase; (f) een orgaan voor het lezen van de data die zich bevinden in het datagebied dat is verbonden met het gekozen beeld-voorstellingsgebied, het vertolken van deze data in een tweede digitale frase en het vastleggen van de tweede digitale frase in 30 een tweede elektronisch digitaal opslagregister; (g) een orgaan voor het vergelijken van de eerste digitale frase die is vastgelegd in het eerste elektronisch digitaal opslagregister, met de tweede digitale frase die is vastgelegd in het tweede elektronisch digitaal opslagregister; en 35 (h) een orgaan voor het aan de gebruiker meedelen of 8100652 het resultaat van de genoemde vergelijking positief is of negatief.

2. Toestel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat"het is ingericht voor het vergelijken van een bepaalde eerste digitale frase die vanuit het toetsenbord is ingevoerd, met een 5 reeks dergelijke lesmoduul-datagebieden totdat een positieve vergelijking is verkregen.

3. Toestel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het geschikt is om de vergelijkingsfunctie in stappen uit te voeren waarbij respectieve verhogingen van de eerste digitale frase en de 10 weede digitale frase worden vergeleken bij elke volgende verhoging van de tweede digitale frase door invoer met de hand door middel van het toetsenbord, en om ‘aan de gebruiker het resultaat van elke dergelijke volgende vergelijking te signaleren. Jt. Toestel volgens conclusie 39 gekenmerkt door een 15 blokkeerorgaan dat reageert op een signaal dat een bepaalde volgende vergelijking negatief uitviel, en dat dient voor het vergelijken van (a) opeenvolgende pogingen door het met de hand invoeren van een juiste verhoging van de tweede digitale frase, met (b) dezelfde respectieve verhoging van de digitale frase, totdat een 20 positieve vergelijking is verkregen.

5. Toestel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het geschikt is om de vergelijkingshandeling uit te voeren nadat de tweede digitale frase in zijn geheel met de hand is ingevoerd door middel van het toetsenbord en om aan de gebruiker het resultaat 25 van deze vergelijking te signaleren alleen nadat alle tweede digitale frasen zijn ingevoerd.

6. Toestel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat tenminste twee van de lesmodulen zijn opgenomen in een enkele leer-kaart, waarbij het huis omvat: 30 een bewegingsorgaan voor het bewegen van de leerkaart vanuit een eerste positie waarbij een eerste prentje op de leerkaart het gekozen voorstellingsgebied is dat in een vaste positie wordt gehouden ten opzichte van het toetsenbord, naar een tweede positie waarbij een tweede voorstellingsgebied het aldus vastgehouden 35 gekozen voorstellingsgebied is. 8100652 J. Toestel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat tiet huis een venster "bevat waardoorheen het gekozen voorstellings-gebied kan worden waargenomen.

8. Toestel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat 5 de leerkaart de vorm heeft van een schijf, waarbij de ermee verbonden datagebieden zich bevinden langs de ontrek van de schijf.

9. Toestel volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het orgaan voor het lezen van data een optische data-lezer is die zich bevindt in een vaste positie ten opzichte van het huis in 10 de nabijheid van de omtrek van de schijf, waardoor het ronddraaien van de schijf door het bewegingsorgaan oorzaak is dat de data in de datagebieden zich verplaatsen voorlangs de optische datale-zer en daardoor kunnen worden gelezen.

10. Toestel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 15 het toetsenbord tenminste 26 toetsen bevat die elk een andere letter van het alfabet voorstellen, en waarbij de reeks van met de hand in te voeren data een poging kan betekenen tot het spellen van enig woord in de Engelse taal met een lengte die minder is dan een vooraf bepaalde maximale lengte of ten hoogste daaraan gelijk 20 is, waartoe woorden behoren waarin dezelfde letter meer dan eenmaal wordt gebruikt.

11. Toestel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de data die zijn verbonden met elke voorstelling, in een bepaalde volgorde zijn geschikt en dat het toestel een orgaan bevat om de 25 datagebieden te geleiden langs het uitleesorgaan om zo het uitlees-orgaan de gelegenheid te geven een reeks data uit te lezen wanneer het met de datareeks verbonden voorstelling wordt verplaatst naar een door de gebruiker waar te nemen positie. 8100652