NL8100170A - Klapvouwdeur. - Google Patents

Description

• m 81.5002/M/Rdm/sme

Korte aanduiding: Klapvouwdeur.

De uitvinding heeft betrekking op een klapvouwdeur met verticaal scharnierbare panelen waarvan een bij een zijbegren-zing van een doorgang scharnierend te bevestigen vast paneel aan zijn zwenkbare zijrand een scharnierend opgehangen vluchtend paneel 5 bezit met een volgorgaan voor samenwerking met een geleidingsrail.

Deze klapvouwdeuren zijn bekend en worden meestal gebruikt voor grote toegangsdeuren van bedrijfsruimten, garages en dergelijke, waarbij aan weerszijden van de doorgang een vast paneel met een vluchtend paneel zijn aangebracht en waarbij de vrije randen 10 van de vluchtende panelen tegen elkaar in het midden van de doorgang kunnen sluiten. Bij grote doorgangen of deuropeningen waardoorheen vrachtauto's kunnen rijden, zijn deze deuren zwaar uitgevoerd en worden zij motorisch aangedreven, bijvoorbeeld met behulp van een pneumatisch cilinder-zuigersysteem, dat op een stuursignaal wordt 15 bekrachtigd. Hiertoe is het vaste paneel van een vaste arm voorzien, waarop bijvoorbeeld de zuigerstang van een aan een wand bevestigde cilinder aangrijpt. Boven bij de doorgang of deuropening bevindt zich een geleidingsrail, waaraan het vluchtende paneel met zijn vrije rand door middel van direct tegen dit paneel gemonteerde 20 looprollen is opgehangen. De looprollen rusten hierbij op naar elkaar toe gerichte flenzen van een in dwarsdoorsnede C-vormig geprofileerde geleidingsrail. Omdat het vluchtende paneel meestal een geringere breedte heeft dan het scharnierbare vaste paneel, ligt de geleidingsrail in het midden van de deur dichter bij het sluit-25 vlak hiervan dan nabij de zijden van de deuropening. Dit is ook gewenst om bij geopende deur op het vluchtende paneel een zijwaartse component uit te oefenen, wanneer het scharnierbare vaste paneel naar zijn gesloten stand wordt gezwenkt. Mede door het feit, dat door het gewicht van een gedeelte van de klapvouwdeur, de in de ge-30 leidingsrail lopende draagrollen een grote weerstand ondervinden, 8100170 ' *·#- - 2 - treden aanzienlijke wringingsmomenten op de deur op wanneer deze zich zowel bij het sluiten als bij het openen bij zijn geheel geopende stand bevindt. Het gevolg hiervan is, dat het openen en sluiten van de deur niet soepel verloopt en er reeds bij geringe 5 tegenwerking, bijvoorbeeld door vuil of wind, schade kan ontstaan aan de ophanging en de geleidingsrail.

De uitvinding heeft tot doel een dergelijke klapvouw-deur te verbeteren, zodat deze gemakkelijk en soepel geopend en gesloten kan worden ook in standen waarbij de deur geheel is geopend. 10 Volgens de uitvinding wordt dit bereikt met een klap- vouwdeur van de aan het begin beschreven soort, die daardoor is gekenmerkt, dat het volgorgaan van het vluchtende paneel op een afstand van dit paneel met geleidingsrail samenwerkt en wel bij geopende stand van de deur aan de van het vaste paneel afgekeerde 15 zijde van het vluchtende paneel.

Het verdient hierbij aanbeveling dat een vlak gaande door de scharnierassen van het vluchtende paneel en het volgorgaan bij gesloten deur een hoek maakt met het sluitvlak van de deur, die groter is dan de gemiddelde hoek die een verticaal vlak, gaande 20 door de geleidingsrail, met dit sluitvlak maakt. De scharnieren van de panelen zijn hierbij zo sterk uitgevoerd, dat het niet meer noodzakelijk is dat de deur met behJLp van looprollen aan de geleidingsrail wordt opgehangen en het volgorgaan slechts een om een verticale as draaibare rol kan zijn, die past in een U-vormige 25 geleidingsrail. De geleidingsrail bezit nabij de zijkant van de doorgang bij voorkeur een van het sluitvlak van de deur af gebogen gedeelte. Hierdoor ontstaat een belangrijk grotere zijv/aartse component bij het openen en sluiten van de deur nabij zijn geheel geopende stand en door toepassing van de om een verticale as draai-30 bare rol worden de v/rijvingskrachten belangrijk minder. Doordat de geleidingsrol niet bovenop of direct tegen het vluchtende paneel is aangebracht, maar zijwaarts hiervan, is het niet noodzakelijk 8100 17 0 V' £ - 3 - dat de deur vóór een deuropening wordt geplaatst, maar deze kan in zijn gesloten stand geheel binnen deze deuropening vallen.

De uitvinding zal aan de hand van de bijgaande teke-« ning nader worden toegelicht, waarin: 5 fig. 1 een aanzicht in perspectief van een deurope ning met een hiervoor aangebrachte bekende klapvouwdeur, waarvan één helft in gesloten stand en een andere helft in geheel geopende stand is getoond; en fig. 2 een schematisch bovenaanzicht van een klapvouw-10 deur of helft hiervan volgens de uitvinding in geheel geopende stand toont.

De klapvouwdeur bestaat uit verticale scharnierbare panelen, waarvan een bij een zijbegrenzing van een doorgang of deuropening scharnierend te bevestigen vast paneel 1 resp. la aan 15 zijn vrij zwenkbare zijrand een scharnierend opgehangen vluchtend paneel 2 resp. 2a bezit. Het vaste paneel 1 is met behulp van scharnieren 3 aan de muur 4 zijdelings van de deuropening bevestigd. Met behulp van de scharnieren 5 is het vluchtend paneel 2 schar-nierbaar aan de vrije rand van het vaste paneel 1 bevestigd. Het 20 vluchtende paneel 2 bezit aan zijn boveneind een volgorgaan 6, dat samenwerkt met een geleidingsrail 7. Voor het paneel 2a dient een volgorgaan 6a, dat samenwerkt met een geleidingsrail 7a. Bij de bekende uitvoering volgens fig. 1 zijn de vluchtende panelen 2 resp.

2a smaller dan de vaste scharnierend opgehangen panelen 1 resp. la.

25 De geleidingsrails 7 en 7a zijn daarom onder een hoek ten opzichte van het sluitvlak van de deur geplaatst. De vaste panelen 1 en la zijn elk van een vaste arm 8 voorzien waarop een zuigerstang 9 van een pneumatisch cilinder-zuigersysteem 10 scharnierbaar is gemonteerd, welk cilinder-zuigersysteem 10 aan de zijwaarts van de deur-30 opening aanwezige wand 4 resp. 4a is bevestigd. Met behulp van de cilinder-zuigersystemen 10 wordt de klapvouwdeur geopend resp, gesloten. De bekrachtiging van de cilinder-zuigersystemen 10 geschiedt 8100170 - 4 - op algemeen bekende wijze door middel van een stuursignaal en behoeft niet nader te worden toegelicht.

Doordat het volgorgaan 6 resp. 6a bovenop of direct tegen het paneel 2 is aangebracht, is het niet mogelijk de deur 5 geheel binnen de deuropening te plaatsen, omdat dan de rail 6 onder tegen de bovenbegrenzing van de deuropening aangebracht moet worden, waardoor boven de deur en onder deze begrenzing een spleet ontstaat. Voorts is het volgorgaan 6 resp. 6a als een stel loopwielen uitgevoerd, waarmede het vrije eind van het vluchtende pa-10 neel 2 resp. 2a aan de als looprail uitgevoerde geleidingsrail is opgehangen. Hierdoor ontstaan bij het openen en sluiten van de deur vooral in het gebied nabij de geheel geopende toestand, grote wrij-vingskrachten, die het openen en sluiten nadelig beïnvloeden. Door het bovenop of direct tegen de vluchtende panelen plaatsen van de 15 volgorganen onstaan met de geleidingsrail ongunstige hoeken om op het vluchtende paneel nabij de geheel geopende stand hiervan openen sluitkrachten te veroorzaken. Bovendien wordt bij geopende toestand de kracht nagenoeg dwars op de looprichting van de looprollen en de geleidingsrail uitgeoefend, hetgeen een grote weerstand ver-20 oorzaakt.

Volgens de uitvinding is het met de geleidingsrail 7* samenwerkende volgorgaan 6' van het vluchtende paneel 2 op een afstand van dit paneel met de geleidingsrail 7' gekoppeld en wel bij geopende stand van de deur aan de van het vaste paneel 1 afge-25 keerde zijde van het vluchtende paneel 2.

Het volgorgaan 6' is gemonteerd op een zich zijwaarts van het vluchtende paneel 2 uitstrekkende arm 11. Hierdoor wordt de hoek tussen de verbindingslijnen van de scharnieren 5 en het volgorgaan 6* en de geleidingsrail 7* of 7'b belangrijk groter dan 30 wanneer het volgorgaan direct op het vaste paneel 2 zou zijn aan- · gebracht. Deze hoek is in fig. 2 met b aangegeven. Goede resultaten worden bereikt wanneer deze hoek ongeveer 105° bedraagt. Dit is 8100170 - 5 - mogelijk doordat een vlak gaande door de scharnierassen van het vluchtende paneel en het volgorgaan bij gesloten deur, een hoek maakt met het sluitvlak van de deur die groter is dan de gemiddelde hoek die een verticaal vlak, gaande door de geleidingsrail, met dit 5 sluitvlak maakt. Het is duidelijk, dat wanneer de deur in zijn gesloten stand staat, zoals in fig. 2 met een stippellijn is aangegeven, de geleidingsrail 7' overeenkomstig de lengte van de arm 11 op een afstand van het sluitvlak van de deur geplaatst dient te worden. De scharnieren 3 en 5 van de panelen zijn van een zodanig 10 stevige constructie, dat het vluchtende paneel 2 geheel vrij dragend kan scharnieren zonder dat een extra ophanging van dit paneel aan de geleidingsrail 7' noodzakelijk is.

Indien ook bij de deur volgens de uitvinding dragende looprollen gewenst zouden zijn, is dit mogelijk door bij dit loop-15 rollenstel een om een verticale as draaibare geleidingsrol toe te passen. Bij voorkeur hebben de looprollen dan een zodanige zijdelingse speling in de geleidingsrail, dat de open- en sluitkrachten uitsluitend op de geleidingsrol werken. Dit is van voordeel indien de panelen maar vooral ook de scharnieren van licht materiaal zijn 20 vervaardigd.

Het is volgens de uitvinding dan ook mogelijk dat het volgorgaan 6' een om een verticale as draaibare rol is, die past in een U-vormige geleidingsrail 7', die nabij de zijkant van de deuropening een van deze deuropening afgebogen geleidingsrail 25 7*b bezit. Dit afgebogen gedeelte 7'b draagt er toe bij gedurende het openen en sluiten van de deur nabij zijn geheel gesloten stand een zijwaartse druk tegen het volgorgaan 6* in de vorm van een vrij draaiende geleidingsrol uit te oefenen, waardoor een gemakkelijk openen en sluiten zonder wringing op de panelen 1 en 2 wordt ver-30 kregen.

8100170

Claims (7)

1. Klapvouwdeur met verticaal scharnierbare panelen, waarvan een bij een zijbegrenzing van een doorgang scharnierend te bevestigen vast paneel aan zijn vrij zwenkbare zijrand een scharnierend opgehangen vluchtend paneel bezit met een volgorgaan voor 5 samenwerking met een geleidingsrail, met het kenmerk, dat het met de geleidingsrail samenwerkende volgorgaan van het vluchtende paneel op een afstand van dit paneel met de geleidingsrail samenwerkt en wel bij geopende stand van de deur aan de van het vaste paneel afgekeerde zijde van het vluchtende paneel.

2. Klapvouwdeur volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat een vlak gaande door de scharnierassen van het vluchtende paneel en het volgorgaan bij gesloten deur, een hoek maakt met het sluitvlak van de deur, die groter is dan de gemiddelde hoek die een verticaal vlak, gaande door de geleidingsrail, met 15 dit sluitvlak maakt.

3. Klapvouwdeur volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat het volgorgaan gemonteerd is op een zich zijwaarts van het vluchtende paneel uitstrékkende arm.

4. Klapvouwdeur volgens conclusies 1-3, met het 20 kenmerk, dat het volgorgaan een om een verticale as draaibare rol is die past in een U-vormige geleidingsrail.

5. Klapvouwdeur volgens conclusies 1-4, m e t het kenmerk, dat de geleidingsrail nabij de zijkant van de doorgang een van het sluitvlak van de deur afgebogen gedeelte bezit.

6. Klapvouwdeur volgens conclusies 1-3, met het 8100170 « - 7 - kenmerk, dat het volgorgaan met zijn montagearm op een afstand van de geleide zijrand van het vluchtende paneel is geplaatst.

7. Klapvouwdeur volgens conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de om een verticale as draaibare geleidingsrol 5 samenwerkt met een dragend looprollenstel dat een grotere zijdelingse speling met de geleidingsrail heeft dan de speling van de geleidingsrol met deze rail. 8100170