NL1003721C1 - Sluitinrichting voor een opening in een bouwwerk. - Google Patents

Sluitinrichting voor een opening in een bouwwerk. Download PDF

Info

Publication number
NL1003721C1
NL1003721C1 NL1003721A NL1003721A NL1003721C1 NL 1003721 C1 NL1003721 C1 NL 1003721C1 NL 1003721 A NL1003721 A NL 1003721A NL 1003721 A NL1003721 A NL 1003721A NL 1003721 C1 NL1003721 C1 NL 1003721C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
scissors
panels
panel
closing device
point
Prior art date
Application number
NL1003721A
Other languages
English (en)
Inventor
Theodorus Carolus Joha Schaars
Original Assignee
Schaars Aluminium En Kunststof
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Schaars Aluminium En Kunststof filed Critical Schaars Aluminium En Kunststof
Priority to NL1003721A priority Critical patent/NL1003721C1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1003721C1 publication Critical patent/NL1003721C1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B9/00Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
    • E06B9/02Shutters, movable grilles, or other safety closing devices, e.g. against burglary
    • E06B9/06Shutters, movable grilles, or other safety closing devices, e.g. against burglary collapsible or foldable, e.g. of the bellows or lazy-tongs type
    • E06B9/0607Shutters, movable grilles, or other safety closing devices, e.g. against burglary collapsible or foldable, e.g. of the bellows or lazy-tongs type comprising a plurality of similar rigid closing elements movable to a storage position
    • E06B9/0615Shutters, movable grilles, or other safety closing devices, e.g. against burglary collapsible or foldable, e.g. of the bellows or lazy-tongs type comprising a plurality of similar rigid closing elements movable to a storage position characterised by the closing elements
    • E06B9/0638Slats or panels
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B7/00Roofs; Roof construction with regard to insulation
    • E04B7/16Roof structures with movable roof parts
    • E04B7/163Roof structures with movable roof parts characterised by a pivoting movement of the movable roof parts
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B7/00Roofs; Roof construction with regard to insulation
    • E04B7/16Roof structures with movable roof parts
    • E04B7/166Roof structures with movable roof parts characterised by a translation movement of the movable roof part, with or without additional movements
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D13/00Special arrangements or devices in connection with roof coverings; Protection against birds; Roof drainage ; Sky-lights
    • E04D13/03Sky-lights; Domes; Ventilating sky-lights
    • E04D13/035Sky-lights; Domes; Ventilating sky-lights characterised by having movable parts
    • E04D13/0358Sky-lights; Domes; Ventilating sky-lights characterised by having movable parts the parts moving, in their own plane, e.g. rolling or sliding, or moving in parallel planes with or without an additional movement, e.g. both pivoting and rolling or sliding
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B9/00Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
    • E06B9/02Shutters, movable grilles, or other safety closing devices, e.g. against burglary
    • E06B9/06Shutters, movable grilles, or other safety closing devices, e.g. against burglary collapsible or foldable, e.g. of the bellows or lazy-tongs type
    • E06B9/0607Shutters, movable grilles, or other safety closing devices, e.g. against burglary collapsible or foldable, e.g. of the bellows or lazy-tongs type comprising a plurality of similar rigid closing elements movable to a storage position
    • E06B9/0646Shutters, movable grilles, or other safety closing devices, e.g. against burglary collapsible or foldable, e.g. of the bellows or lazy-tongs type comprising a plurality of similar rigid closing elements movable to a storage position characterised by the relative arrangement of the closing elements in the stored position
    • E06B9/0676Shutters, movable grilles, or other safety closing devices, e.g. against burglary collapsible or foldable, e.g. of the bellows or lazy-tongs type comprising a plurality of similar rigid closing elements movable to a storage position characterised by the relative arrangement of the closing elements in the stored position stored in a stacked configuration
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B9/00Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
    • E06B9/24Screens or other constructions affording protection against light, especially against sunshine; Similar screens for privacy or appearance; Slat blinds
    • E06B9/26Lamellar or like blinds, e.g. venetian blinds
    • E06B9/28Lamellar or like blinds, e.g. venetian blinds with horizontal lamellae, e.g. non-liftable
    • E06B9/30Lamellar or like blinds, e.g. venetian blinds with horizontal lamellae, e.g. non-liftable liftable
    • E06B9/302Lamellar or like blinds, e.g. venetian blinds with horizontal lamellae, e.g. non-liftable liftable without ladder-tape, e.g. with lazy-tongs, with screw spindle

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Electromagnetism (AREA)
  • Roof Covering Using Slabs Or Stiff Sheets (AREA)

Description

Korte aanduiding: Sluitinrichting voor een opening in een bouwwerk.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een sluitinrichting voor een opening in een bouwwerk, in het bijzonder een dak, volgens de aanhef van conclusie 1.
Een dergelijke sluitinrichting is bijvoorbeeld bekend uit 5 EP 0 469 291. Bij deze bekende sluitinrichting is de verbinding tussen een paneel en elk van de scharen gerealiseerd door een schaarelement te voorzien van een zich in het verlengde daarvan uitstrekkend verlengstuk, op welk verlengstuk het paneel is vastgezet.
10 Een nadeel van deze bekende sluitinrichting is dat, ten gevolge van de wijze van verbinden van de panelen met de scharen, het gewicht van de panelen grote krachten veroorzaakt in de scharen. Daarom moeten de schaarelementen constructief zwaar worden uitgevoerd. Verder moeten met name de scharnierpunten 15 tussen de schaarelementen met een hoge nauwkeurigheid en duurzaamheid worden vervaardigd, om, ook na een langere gebruikstijd van bijvoorbeeld meerdere jaren, door slijtage van de scharnierpunten veroorzaakte speling te vermijden. De scharen van de bekende sluitinrichting kunnen derhalve slechts 20 tegen een ongewenste hoge kostprijs worden vervaardigd. Ook is een nadeel van de bekende sluitinrichting dat er een ongunstige overbrengingsverhouding bestaat tussen de op de scharen uitgeoefende kracht bij het openen van de panelen en de daadwerkelijk naar de panelen overgebrachte kracht. Hierdoor 25 is de bekende inrichting ongeschikt om deel uit te maken van een dak met zware panelen, bij voorbeeld panelen van isolatieglas.
Uitgaande van de toepassing van neurenbergerscharen als mechanisme voor het verschaffen van de gelijktijdige kantel-30 en schuifbeweging van alle panelen, beoogt de onderhavige uitvinding een sluitinrichting te verschaffen met verbindingsmiddelen waarmee bovengenoemde nadelen kunnen worden vermeden. Met name beoogt de uitvinding het mogelijk te maken dat de sluitinrichting relatief grote en zware panelen kan omvatten.
Ί 00 372 1 - - 2 -
In het bijzonder beoogt de uitvinding een sluitinrichting te verschaffen in de vorm van een nagenoeg volledig te openen dak voor een bouwwerk, waarbij de panelen bij voorkeur uit in een kozijn gevat meerlaags-isolatieglas bestaan. De verbindings-5 middelen van de sluitinrichting volgens de uitvinding dienen een gunstige overbrengingsverhouding te verschaffen, zodat de zware dakpanelen tegen de zwaartekracht in kunnen worden geopend terwijl de scharen en de verbindingsmiddelen relatief licht en goedkoop kunnen worden uitgevoerd.
10 Deze oogmerken worden volgens de onderhavige uitvinding bereikt door een sluitinrichting volgens conclusie 1.
De maatregelen volgens het kenmerk van conclusie 1 bieden een technisch eenvoudig realiseerbare oplossing voor het verbinden van de panelen met de scharen. In het bijzonder is 15 het mogelijk de verbindingsmiddelen zo te dimensioneren dat een voordelige overbrengingsverhouding wordt verkregen, in het bijzonder bij het aanvangen van het openen van de panelen, waardoor de in de scharen optredende krachten gering zijn. Het is verder eenvoudig mogelijk de scharen en de verbindingsmiddelen 20 aan de zijkanten af te schermen, zodat geen gevaar voor beknellling van lichaamsdelen (vingers) aanwezig is en een visueel aantrekkelijk geheel wordt verkregen.
Verder voordelige uitvoeringsvormen van de sluitinrichting volgens de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies en 25 de navolgende beschrijving aan de hand van de tekening. Daarbij toont: fig. 1 schematisch in perspectief een dak volgens de uitvinding met drie naast elkaar liggende reeksen panelen, die zich respectievelijk in gesloten, gedeeltelijk geopende, en 30 maximaal geopende stand bevinden, fig. 2 schematisch in perspectief een deel van een reeks panelen van een dak volgens de uitvinding in gesloten stand, - fig. 3 de reeks panelen van fig. 2 in geopende stand, en fig. 4 schematisch een doorsnede over lijn IV-IV in fig.
35 1.
In figuur 1 is een sluitinrichting volgens de onderhavige 1 0 0 3 7 2 1 .
- 3 - uitvinding getoond, die een hellend dak vormt van een aanbouw van een woning, in het bijzonder van een serre. Het dak, dat is aangeduid met het verwijzingscijfer 1, omvat drie naast elkaar gelegen en in beginsel identiek uitgevoerde reeksen van 5 beweegbare panelen 2. In dit voorbeeld zijn de reeksen panelen 2 onafhankelijk van elkaar bedienbaar, maar er kan ook zijn voorzien in een bediening van alle reeksen tegelijk.
Elk paneel 2 bestaat uit een gelaagde isolatie-glasruit, die is gevat in een daaromheen gelegen kozijn 3, dat op 10 gebruikelijke wijze kan zijn samengesteld uit aluminium profielen. De opening die door elke reeks panelen 2 kan worden afgesloten, wordt aan weerszijden begrensd door twee langwerpige en slanke draagbalken 5. Teneinde de reeks panelen 2 te kunnen bewegen voor het gedeeltelijk of maximaal openen van het dak 15 1 is er in beide draagbalken 5 die bij de betreffende reeks panelen behoren een in hoofdzaak identiek uitgevoerd bedienings-mechanisme aanwezig dat verderop zal worden toegelicht.
Elk bedieningsmechanisme grijpt aan op de meest nabij gelegen langszijde van de panelen en beide bedieningsmechanismen van 20 een reeks panelen zijn onderling zodanig gekoppeld dat elk paneel aan beide langszijden dezelfde beweging krijgt opgelegd, zodat geen torsiekrachten op het paneel worden uitgeoefend. In het bijzonder bij glaspanelen zou torsie aanleiding kunnen geven tot het breken van de glasruit. De bedieningsmechanismen van 25 de sluitinrichting volgens de uitvinding zijn zodanig uitgevoerd dat alle daarmee verbonden beweegbare panelen van een enkele reeks gelijktijdig een gecombineerde kantel- en schuif be weging uit kunnen voeren.
In figuur 1 bevindt de rechter reeks zich in de gesloten 30 stand. In deze stand rusten de panelen 2 met hun door het kozijn 3 gevormde langsranden op de draagbalken 5, die aan weerszijden van de door de panelen 2 van de reeks afsluitbare opening liggen. Duidelijk te herkennen is dat de panelen 2 in de gesloten stand in één enkel vlak liggen, waarbij zij met hun dwarsranden aan 35 elkaar grenzen. Voor het voorkomen van tocht en lekkage is elk kozijn 3 aan beide dwarsranden voorzien van niet nader weergegeven afdichtorganen, die zijn ingericht om afdichtend 1003721.
- 4 - samen te werken met het afdichtorgaan dat aan het naburige kozijn 3 is aangebracht. Verder zijn de draagbalken 5 eveneens voorzien van afdichtorganen. Deze afdichtorganen van de draagbalken 5 werken in de gesloten stand van de panelen samen met de 5 langsranden van de panelen 2. Om een volledig betrouwbare afdichting te waarborgen is het voordelig dat het bedieningsme-chanisme in staat is de panelen 2 in de gesloten stand met kracht tegen de draagbalken 5 te trekken. Dit voorkomt het ongewenst openen van de panelen 2, bijvoorbeeld ten gevolge van de zuiging 10 die wordt veroorzaakt door harde wind.
De middelste reeks panelen in figuur 1 bevindt zich gedeeltelijk geopende stand. Een dergelijke stand is bijvoorbeeld gewenst voor het ventileren van de ruimte onder het dak. In een nog minder ver geopende stand kan de ruimte zelfs worden 15 geventileerd tijdens regen, omdat de verschuiving van de panelen langs de draagbalken dan zeer gering is, terwijl de panelen wel gedeeltelijk gekanteld zijn.
De linker reeks panelen in figuur 1 bevindt zich in de maximaal geopende stand nabij het punt waar de scharen van het 20 bedieningsmechanisme aan de draagbalken zijn vastgezet, zoals verderop zal worden toegelicht. In dit voorbeeld bevinden de panelen 2 zich aan één zijde van de opening, die door de panelen afsluitbaar is, dicht naast elkaar en in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar. Indien alle reeksen beweegbare panelen in deze stand 25 zijn gebracht kan zonlicht nagenoeg ongehinderd tot de ruimte onder het dak 1 toetreden. Alleen de draagbalken 5 geven een geringe schaduwwerking en daarom wordt er in het bij zonder bij deze toepassing als dak van de sluitinrichting naar gestreefd de draagbalken 5 slank uit te voeren.
30 In een niet weergegeven variant van het in figuur 1 getoonde dak kunnen de panelen 2 zodanig zijn gekoppeld dat één reeks van drie grote panelen wordt verkregen, waarbij elk groot paneel bestaat uit drie naast elkaar gelegen en aan elkaar bevestigde panelen 2.
35 De figuren 2 en 3 tonen zeer schematisch een deel van een uitvoeringsvoorbeeld van de sluitinrichting volgens de uitvinding in de eerder genoemde toepassing als het in fig. 1 getoonde 1003721.
- 5 - dak. Elk paneel wordt aan zijn beide langszij den door identieke en ten opzichte van het middenloodvlak van het paneel spiegelsynometrisch uitgevoerde mechanismen bediend. Daarom wordt in deze beschrijving volstaan met het tonen en bneschrijven 5 van een op een paneel aan één zijde aangrijpend deel van dat mechanisme.
In de figuren 2 en 3 is voor de duidelijkheid de in figuur 1 te herkennen draagbalk 5 weggelaten, waarbij wordt opgemerkt dat deze draagbalk 5 een relevant deel van de sluitinrichting 10 uitmaakt, omdat bij de sluitinrichting volgens de uitvinding de panelen in feite worden ondersteund door de draagbalk en de scharen slechts dienen voor het bewerkstelligen van de beweging van de panelen.
De draagbalken van de sluitinrichting bestaan bij voorkeur 15 uit een aluminium profiel. Voor het vergroten van de isolatiewaarde van het dak en voor het voorkomen van condensvorming is het voordelig tussen het met de buitenlucht in contact komende deel van een draagbalk en het met de warme lucht in de ruimte onder het dak in contact komende deel van 20 de draagbalk een thermische scheiding aan te brengen, bijvoorbeeld met behulp van kunststofbruggen. In een variant kan een draagbalk bestaan uit een aluminium profiel, waarin de schaar en bijbehorende geleidingsorganen zijn ondergebracht, en een met het aluminium profiel verbonden stalen steunbalk. 25 Dit is met name voordelig bij grote overspanningen.
In de figuren 2 en 3 is een vast gevelpaneel 20 aangeduid dat de aansluiting van een reeks beweegbare panelen 21, 22 en 23, op een vast deel, bijvoorbeeld de gevel van een gebouw, vormt. De panelen 21, 22 en 23 zijn aan de in de figuren 2 en 30 3 getoonde langszijde elk afzonderlijk via identiek uitgevoerde verbindingsmiddelen verbonden met een enkele neurenbergerschaar 25 van een gebruikelijk type. De schaar 25 omvat een groot aantal paren, telkens in hun middens scharnierbaar gekoppelde schaarelementen, waarbij elk paar schaarelementen aan zijn 35 uiteinden weer scharnierbaar is gekoppeld met een volgend paar schaarelementen.
De schaar 25 is op een aantal plaatsen door geleidingsmiddelen 1 00 3 7 2 1 .
- 6 - verschuifbaar geleid en ondersteunt in de bijbehorende draagbalk, bijvoorbeeld met een in een sleuf van de draagbalk schuivend glijblok van geschikt kunststof materiaal.
De schaar 25 is alleen bij punt 29 aan de draagbalk vastgezet, 5 welk punt 29 bij voorkeur verder van de gevel verwijderd ligt dan de rand van het aan de gevel grenzende gevelpaneel 20 om bij het sluiten van de panelen een beweging van het paneel 21 te bewerkstelligen die het afdichten van de naad tussen het gevelpaneel 20 en het naastgelegen paneel 21 eenvoudig mogelijk 10 maakt door samendrukking van een flexibele afdichtstrook.
De schaar 25 kan door niet weergegeven middelen worden bewogen tussen de in fig. 2 getoonde uitgestrekte stand en de in fig. 3 getoonde samengetrokken stand.
Aan de niet getoonde andere langszijde van de panelen is 15 de constructie van schaar, verbindingsmiddelen en panelen in beginsel identiek. Daarom wordt volstaan met een beschrijving van de in de fig. 2 en 3 weergegeven onderdelen.
De verbindingsmiddelen tussen elk van de panelen 21, 22 en 23 en de schaar 25 zijn telkens identiek en bestaan uit een 20 zich naast de schaar uitstrekkende arm 28, die via een starre verbinding 30 aan het betreffende paneel is aangebracht en die op een afstand van de starre verbinding 30 met het paneel via een eerste scharnierbare verbinding, die een zich loodrecht op het vlak van de schaar 25 uitstrekkende scharnierlijn 25 definieert, scharnierbaar is verbonden met een eerste punt 31, dat met de schaar 25 langs de bijbehorende draagbalk verplaatsbaar is.
De verbindingsmiddelen tussen elk van de panelen en een schaar bestaan verder uit een zich naast de schaar 25 uitstrekkende 30 duw-trekstang 35, die aan een einde via een tweede scharnierbare verbinding 36, die een ten opzichte van het paneel vaste en zich evenwijdig aan de scharnierlijn van de eerste scharnierbare verbinding 31 uitstrekkende scharnierlijn definieert, scharnierbaar aan het paneel is aangebracht. De duw-trekstang 35 35 is aan het andere einde via een derde scharnierverbinding, die een aan de scharnierlijnen van de eerste en tweede scharnierverbindingen evenwijdige scharnierlijn definieert, 1003721.
- 7 - scharnierbaar bevestigd aan een tweede punt 37, dat roet de schaar 25 langs de bijbehorende draagbalk verplaatsbaar is.
De aanduiding duw-trekstang, zoals deze in het kader van de onderhavige beschrijving wordt gebruikt, vloeit voort uit 5 de twee funkties van de stang 35. Bij de openingsbeweging van het paneel duwt de stang 35 tegen het paneel, in de stang 35 heerst dan een drukkracht. In de gesloten stand van het paneel kan de stang 35 echter dienen om het paneel met kracht tegen de draagbalk te trekken indien de schaar 25 roet kracht wordt 10 uitgestrekt. Hierdoor wordt het ongewenst openen van het paneel, bijvoorbeeld door zuiging bij harde wind, tegen gegaan.
Tussen het eerste punt 31 en het tweede punt 37 van bij één paneel behorende verbindingsmiddelen bevinden zich meerdere schaarelementen, zodat bij het samentrekken van de schaar 25 15 het tweede punt 37 dichter bij het eerste punt 31 komt te liggen, waardoor het samentrekken van de scharen er toe leidt dat elk van de panelen van de reeks gelijktijdig een door de duw-trekstang bewerkstelligde kantelbeweging om de eerste scharnierlijn en een door het samentrekken van de scharen 20 bewerkstelligde schuifbeweging langs de bijbehorende draagbalken in de richting van het vastgezette punt van de scharen uitvoert.
In de figuren 2 en 3 is te herkennen dat de duw-trekstang 35 niet rechtstreeks scharnierbaar is bevestigd aan de schaar 25 maar via een naast de schaar 25 gelegen koppelorgaan 40. 25 De koppelorganen 40 zijn bij voorkeur in lengterichting verschuifbaar geleid en ondersteund in de betreffende draagbalk, bijvoorbeeld zijn de koppelorganen 40 uitgevoerd als blokken van kunststof materiaal. Hierdoor worden de scharen niet belast met zijdelingse krachten en worden de krachten in de duw-30 trekstangen 35 grotendeels rechtstreeks naar de draagbalken overgebracht.
De koppelorganen 40 kunnen tevens dienen als geleiding en ondersteuning van de schaar 25 zelf ten opzichte van de draagbalk.
35 Te herkennen is dat elk van de duw-trekstangen 35 om scharnierpunt 37 ten opzichte van het koppelorgaan 40 kan scharnieren. Elk koppelorgaan 40 is op zijn beurt scharnierbaar 1 00 372 1 .
- 8 - verbonden met de schaar 25, bij voorkeur op punt 31, welk punt 31 identiek is aan het scharnierpunt van de arm 28 van het naastgelegen paneel ten opzichte van de schaar 25.
Door deze uitvoering worden dus ook eventuele zijdelingse 5 krachten op de panelen, via de armen 28, rechtstreeks overgebracht naar de draagbalken en worden de scharen niet met deze ongunstige krachten belast. Ook de in het vlak van de scharen gerichte krachten in de armen 28 worden grotendeels rechtstreeks overgebracht naar de draagbalken. Bij voorkeur 10 vallen de punten 31 samen met onderste scharnierpunten tussen de schaarelementen van de schaar, zoals in figs. 2 en 3 is getoond.
Door elk van de koppelorganen 40 wordt een vaste afstand gehandhaafd tussen naburige scharnierpunten 31 en 37 hetgeen 15 voordelig is voor het op elkaar aansluiten van de panelen van een reeks in de gesloten stand van de panelen. Dit is in te zien door beschouwing van figuur 2, waaruit blijkt dat de afstand tussen het bij paneel 21 behorende punt 31 en het bij paneel 23 behorende punt 31 volledig is bepaald door een keten van 20 in lengterichting van de draagbalk starre elementen. Deze keten bestaat uit de armen 28 van de panelen 21, 22, de vaste afstand tussen de verbindingen 30 en 36 van de panelen 21, 22, de duw-trekstangen 35 die bij de panelen 21 en 22 behoren, en de twee koppelorganen 40 die bij de panelen 21 en 22 behoren. Door deze 25 keten liggen de panelen in de gesloten stand ten opzichte van elkaar zeer nauwkeurig op hun plaats, zodat de voor een betrouwbare afdichting tussen de dwarsranden van de panelen gewenste nauwkeurigheid, in de praktijk enkele millimeters, kan worden gerealiseerd. De schaar 25 zelf maakt dus geen deel 30 uit van deze keten, hetgeen als belangrijk gevolg heeft dat de schaar 25, met name de scharnierpunten daarvan, een relatief grote vervaardigingstolerantie mogen vertonen, in ieder geval groter dan indien de schaar 25 zelf bepalend zou zijn voor de ligging van de panelen in de gesloten stand. Ook slijtage van 35 de schaar, waardoor er ongewenste speling ontstaat in de scharnierpunten, is dus niet van invloed op de afdichting tussen de dwarsranden van de panelen.
10037*1· - 9 -
Verder voorkomen de koppelorganen 40 elk risico van contact tussen de duw-trekstang 35 van het ene paneel en de naburige dwarsrand van het naastgelegen paneel.
In de figuren 2 en 3 zijn verder afstandhoudorganen 50 te 5 herkennen, die zijn verbonden met de koppelorganen 40. De funktie van de afstandhoudorganen 50 blijkt uit fig. 3, waarin te herkennen is dat in de maximaal geopende stand van het dak de ene afstandshouder 50 aanligt tegen het daaropvolgende koppelorgaan 40.
10 Door de afstandshouders 50 wordt bereikt dat de panelen 21, 22 en 23 in de maximaal geopende stand nauwkeurig evenwijdig naast elkaar komen. De bij neurenbergerscharen in de regel aanwezige speling in de scharnieren tussen de schaarelementen, die ook tijdens het gebruik door slijtage kan ontstaan of groter 15 kan worden, maakt dat een dergelijke evenwijdige stand zonder deze maatregel niet met zekerheid kan worden bereikt.
Een verder belangrijk voordeel van de in de figuren 2 en 3 getoonde verbindingsmiddelen is dat de lengte-afmetingen van de panelen enerzijds en de uitvoering van de schaar anderszijds 20 onafhankelijk zijn. Dit geeft de mogelijkheid om de lengte, dus de afmeting in de richting van de draagbalk, van een of meer panelen van de reeks aan te passen aan de af te sluiten opening zonder dat een specifiek aangepaste uitvoering van de schaar nodig is.
25 Figuur 4 toont schematisch een doorsnede ter plaatse van een draagbalk van de in figuur 1 getoonde sluitinrichting volgens de uitvinding. Voor de eenvoud wordt aangenomen dat het in figuren 2 en 3 getoonde bedieningsmechanisme is toegepast voor het bewegen van de panelen en daarom zijn dezelfde onderdelen 30 met dezelfde verwijzingscijfers aangeduid.
In figuur 4 zijn de panelen 2 van twee naast elkaar gelegen reeksen panelen te herkennen, waarbij de panelen bestaan uit een isolatoeglasruit, die rondom is gevat een uit twee door een kunststof brugdeel 61 thermisch gescheiden aluminium 35 profielen 62 en 63 samengestel kozijn 3.
Verder zijn in figuur 4 twee naast elkaar liggende en door een enkel aluminium profiel gevormde draagbalken 5 te herkennen.
1003721.
- 10 -
Het draagbalkprofiel heeft in hoofdzaak een L-vormige doorsnede voor het vormen van één van de draagbalken 5, waarbij het centrale vertikaal opstaande lijf van het profiel in hoofdzaak bepalend is voor de buigweerstand van de draagbalk en het 5 horizontale lijf dient als ondersteuning en geleiding voor het bedieningsmechanisme van de panelen.
In figuur 4 is te herkennen dat van elk paar schaarelementen van de scharen 25 er één dubbel is uitgevoerd, dat wil zeggen uit twee op een geringe afstand naast elkaar liggende onderdelen 10 bestaat, zodat het andere schaarelement bij het scharnierpunt in ligt tussen die twee onderdelen hetgeen een stevige scharnierconstructie oplevert. Verder is in fig. 4 te zien dat de koppelorganen 40 schuiven in een door het draagbalkprofiel gevormde langssleuf. De in figuur 4 zichtbare duw-trekstangen 15 36 zijn elk aan hun onderste einde scharnierbaar verbonden met een scharnieras 65, die vast is aangebracht in het koppelorgaan 40 en tevens een onderste scharnierpunt van schaarelementen van de schaar 25 vormt. De onderste einden van de schaarelementen van de schaar 25 zijn bijvoorkeur afgerond en steunen dan 20 rechtstreeks op een draagvlak van de draagbalk, zoals in figuur 4 is getoond. Het draagvlak is met voordeel bekleed met een laag glijlagermateriaal 66, bij voorkeur teflon.
De naar de af te dekken ruimte open zijkant van het draagbalkprofiel is afgesloten met een verwijderbare afdekplaat 25 67, die bijvoorbeeld een klikrand heeft, bij 68, waarmee deze aan het draagbalkprofiel kan worden vastgeklikt.
De bovenrand van de afdekplaat 67 heeft een naar boven open goot 69 voor het opvangen en afvoeren van eventuele condensdruppels. Om deze condensdruppels in de goot 69 te doen 30 belanden hebben de kozijnen een ribbe 70 vertikaal boven de goot 69.
Voor de langsranden van de kozijnen 3 van de panelen 2 vormt de draagbalk telkens een steunvlak 75, dat zodanig is opgesteld dat in de sluitstand de panelen aan de ene zijde tegen het 35 steunvlak 75 aanliggen en dat de scharen 25 zich aan de andere zijde van het steunvlak 75 bevinden.
Aan beide zijden heeft het draagbalkprofiel ruimte voor het 1 00 372 1 .
- 11 - opnemen van aandrij fmiddelen voor het uitstrekken of samentrekken van scharen 25. Bij voorbeeld omvatten deze aandrijfmiddelen bij elk van de scharen een eindloze riem, die om een bijbehorende meelopende rol aan het ene einde van de draagbalk en een 5 aandrijfbare rol aan het andere einde van de draagbalk is geslagen en zich langs de geleidingsbaan voor de schaar uitstrekt en op één punt met de schaar is verbonden, waarbij de aandrij fbare rollen van bij een zelfde reeks panelen behorende scharen zijn gekoppeld met een starre aandrijfas, die wordt 10 aangedreven door een elektrische aandrijfmotor met twee draairichtingen voor het in de gewenste richting draaien van de aandrijfas.
De onderhavige uitvinding voorziet tevens in een grendelmechanisme dat elk van de beweegbare panelen kan borgen 15 in de gesloten stand. Het grendelmechanisme kan bij voorbeeld een zich in lengterichting in de draagbalk uitstrekkende stang omvatten, welke stang in zijn lengterichting heen en weer verschuifbaar is. Door de stang te voorzien van grendelhaken en elk paneel aan de onderzijde te voorzien van bijbehorende 20 grendelopeningen, kunnen deze dan, als de panelen zich in hun sluitstand bevinden, met elkaar in ingrijping worden gebracht. Bij voorkeur is het grendelmechanisme zo uitgevoerd dat de panelen automatisch worden vergrendeld als zij in hun sluitstand komen.
25 1003721.

Claims (11)

1. Sluitinrichting voor een opening in een bouwwerk, in het bijzonder een dak, omvattende ten minste twee evenwijdige langwerpige balken (5), die zijn bestemd om aan weerszijden van de opening of op een afstand van elkaar in de opening in 5 het bouwwerk te worden geplaatst, waarbij bij elke balk een neurenbergerschaar (25) is voorzien, waarvan de schaarelementen in een vlak loodrecht op het vlak van de opening in het bouwwerk liggen en op ten minste een aantal plaatsen via met de balk samenwerkende geleidingsmiddelen in lengterichting van de balk 10 verplaatsbaar zijn geleid, waarbij elke schaar op één plaats (29) is vastgezet ten opzichte van de balk en waarbij beide scharen simultaan beweegbaar zijn, zodat elk van de scharen in de lengterichting van de bijbehorende balk kan uitstrekken en samentrekken, welke sluitinrichting verder een reeks 15 beweegbare panelen (2;21,22,23) omvat, waarbij elk paneel is gekoppeld met beide scharen via tussen het paneel en elk van de scharen aangebrachte verbindingsmiddelen, zodanig dat alle beweegbare panelen in een gecombineerde kantel- en schuifbeweging beweegbaar zijn tussen een sluitstand, waarin de scharen 20 uitgestrekt zijn en de panelen gezamenlijk de opening afsluiten, en een openingsstand, waarin de panelen zich in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar bevinden, met het kenmerk, dat de verbindingsmiddelen tussen elk van de beweegbare panelen (21,22,23) en een schaar (25) bestaan uit een zich naast de 25 schaar uitstrekkende arm (28), die via een starre verbinding (30) aan het paneel is aangebracht en die op een afstand van de starre verbinding (30) met het paneel via een eerste scharnierbare verbinding (31), die een zich loodrecht op het vlak van de schaar uitstrekkende scharnierlijn definieert, 30 scharnierbaar verbonden is met een eerste punt, dat met de schaar (25) langs de balk verplaatsbaar is, en dat de verbindingsmiddelen tussen elk van de panelen en een schaar verder bestaan uit een zich naast de schaar (25) uitstrekkende duw-trekstang (35), die aan een einde via een 35 tweede scharnierbare verbinding (36), die een ten opzichte van 1 0 0 3 7 2 1. - 13 - het paneel vaste en zich evenwijdig aan de scharnierlijn van de eerste scharnierbare verbinding (31) uitstrekkende scharnierlijn definieert, scharnierbaar aan het paneel is aangebracht en die aan het andere einde via een derde 5 scharnierverbinding (37), die een aan de scharnierlijnen van de eerste en tweede scharnierverbindingen (31,36) evenwijdige scharnierlijn definieert, scharnierbaar is bevestigd aan een tweede punt, dat met de schaar (25) langs de balk verplaatsbaar is, waarbij zich tussen het eerste punt (31) en het tweede punt 10 (37) van bij één paneel behorende verbindingsmiddelen meerdere schaarelementen bevinden, zodat bij het samentrekken van de schaar (25) het tweede punt (37) dichter bij het eerste punt (31) komt, zodat het samentrekken van de scharen bewerkstelligt dat alle panelen (21,22,23) gelijktijdig een door de duw-15 trekstang (35) bewerkstelligde kantelbeweging om de eerste scharnierlijn (31) en een door het samentrekken van de scharen bewerkstelligde schuifbeweging langs de balken (5) in de richting van het vastgezette punt (29) van de scharen uitvoeren.
2. Sluitinrichting volgens conclusie 1, waarbij de duw- trekstang (35) van een paneel en de naburige arm (28) van een naastgelegen paneel elk scharnierbaar zijn verbonden met een gemeenschappelijk koppelorgaan (40) , welk koppelorgaan op zijn beurt scharnierbaar is verbonden met een punt (31) , dat met 25 de schaar (25) langs de balk (5) verplaatsbaar is.
3. Sluitinrichting volgens conclusie 2, waarbij bij elk stel verbindingsmiddelen tussen een paneel en een schaar een afstandhoudorgaan (50) is voorzien, dat bij het samentrekken 30 van de schaar (25) een vooraf bepaalde afstand handhaaft tussen het bij een paneel behorende koppelorgaan (40) en het bij het naastgelegen paneel behorende koppelorgaan (40).
4. Sluitinrichting volgens conclusie 1, waarbij bij elk 35 stel verbindingsmiddelen tussen een paneel en een schaar een afstandhoudorgaan is voorzien, dat bij het samentrekken van de schaar een vooraf bepaalde afstand handhaaft tussen het derde 1003721. - 14 - scharnierverbinding van de trek-duwstang van een van de panelen en de derde scharnierverbinding van een naastgelegen paneel.
5. Sluitinrichting volgens een of meer van de voorgaande 5 conclusies, waarbij de beweegbare panelen vlakke panelen zijn en in de sluitstand met hun haaks op de balken gelegen dwarsranden aan elkaar grenzend in een vlak liggen, waarbij elk paneel aan zijn dwarsranden is voorzien van afdichtorganen, die in de sluitstand afdichtend op elkaar aansluiten. 10
7. Sluitinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de sluitinrichting ten minste een vast in het bouwwerk te plaatsen steunvlak (75) omvat, dat zodanig is opgesteld dat in de sluitstand de panelen aan de ene zijde tegen 15 het steunvlak (75) aanliggen en de scharen (25) zich aan de andere zijde van het steunvlak (75) bevinden.
8. Sluitinrichting volgen conclusie 7, waarbij de sluitinrichting twee steunvlakken (75) omvat, die zodanig zijn 20 opgesteld dat de panelen in de gesloten stand roet elk van hun langsranden tegen een steunvlak liggen, en waarbij de scharen zodanig zijn opgesteld dat zij binnen de steunvlakken liggen.
9. Sluitinrichting volgens conclusie 8, waarbij 25 afdichtorganen aanwezig zijn voor het afdichten van de naad tussen de panelen en de steunvlakken.
10. Sluitinrichting volgens een of meer van de voorgaande conlusies, waarbij ten minste een aantal van de beweegbare 30 panelen (2) bestaan uit een gelaagde isolatieglasruit, die rondom de omtrek is gevat in een kozijn (3), waarbij de verbindingsmiddelen aangrijpen op het kozijn.
11. Sluitinrichting volgens een of meer van de voorgaande 35 conclusies, waarbij de sluitinrichting voor het simultaan tussen de uitgestrekte en de samengetrokken stand bewegen van de scharen een aandrijfmechanisme omvat, dat bestaat uit twee, elk bij 1003721. - 15 - een schaar behorende eindloze riemen, die elk om een bijbehorende meelopende rol en een aandrijfbare rol zijn geslagen en zich langs de geleidingsbaan voor de schaar uitstrekken en op een punt met de schaar zijn verbonden, waarbij de aandrijfbare rollen 5 zijn gekoppeld met een starre aandrijfas, en uit een aandrijfmotor voor het in de gewenste richting draaien van de aandrijfas.
12. Sluitinrichting volgens conclusie 11, waarbij de 10 sluitinrichting voor elk paneel een grendel omvat, dat het paneel borgt in de sluitstand. 1 0 0 3 7 2 A -
NL1003721A 1996-08-01 1996-08-01 Sluitinrichting voor een opening in een bouwwerk. NL1003721C1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1003721A NL1003721C1 (nl) 1996-08-01 1996-08-01 Sluitinrichting voor een opening in een bouwwerk.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1003721 1996-08-01
NL1003721A NL1003721C1 (nl) 1996-08-01 1996-08-01 Sluitinrichting voor een opening in een bouwwerk.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1003721C1 true NL1003721C1 (nl) 1998-02-05

Family

ID=19763305

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1003721A NL1003721C1 (nl) 1996-08-01 1996-08-01 Sluitinrichting voor een opening in een bouwwerk.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1003721C1 (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2002033209A1 (en) * 2000-10-17 2002-04-25 Mike Cardinal Anti bandit shutter
WO2021000409A1 (zh) * 2019-07-03 2021-01-07 浙江一舟电子科技股份有限公司 一种自动复位天窗系统

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2002033209A1 (en) * 2000-10-17 2002-04-25 Mike Cardinal Anti bandit shutter
WO2021000409A1 (zh) * 2019-07-03 2021-01-07 浙江一舟电子科技股份有限公司 一种自动复位天窗系统

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4379478A (en) Folding overhead doors
US6328091B1 (en) Upward acting sectional door with pinch resistant edge profile between door panels
US8046954B2 (en) Outswinging window assembly having an operational mode and a wash mode and method of operation
US20040177934A1 (en) Garage door movement apparatus
US11453281B2 (en) Slat connecting system for a roll-up truck bed cover
NL8602265A (nl) Kabelgeleiding voor motorvoertuigschuifdaken.
EA025661B1 (ru) Подъемные ворота с подвижной направляющей полотна ворот
KR200487510Y1 (ko) 폴딩 도어의 단열 도어 프레임
NL1003721C1 (nl) Sluitinrichting voor een opening in een bouwwerk.
US5283993A (en) Hydraulically-operated scissor opening for stressed membrane structure
EP0031970B1 (en) Profiled hinge joint
US4609027A (en) Overhead door
NL2027639B1 (en) Roof ventilation system for a greenhouse
GB2359324A (en) A weatherproof roller shutter for roofs
NL1003566C2 (nl) Kas.
EP0205524A1 (en) Sliding door system
NL8701004A (nl) Warenhuis.
NL1016150C2 (nl) Warenhuis.
WO2004001168A1 (en) Sliding, pivoting panel system
NL8100170A (nl) Klapvouwdeur.
NL9300563A (nl) Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een ruit in een glasdek van een kas.
NL9000758A (nl) Tuinbouwkas met hoofdspant en regengoot.
FI91986B (fi) Kääntölaite nostolamelliovien yhteydessä
NL1030165C1 (nl) Scherminrichting en doeklijst voor een warenhuis, een warenhuis en een werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijk warenhuis.
NL1008551C1 (nl) Open kasdek.

Legal Events

Date Code Title Description
VD2 Lapsed due to expiration of the term of protection

Effective date: 20020801