NL8006894A - Voorwerp voor het distribueren van een was-conditioneermiddel. - Google Patents

Description

jr -1- vo. 1297

Voorwerp voor het distribueren van een was-conditioneermiddel

De uitvinding heeft betrekking op een voorwerp voor het distribueren van eenms-conditioneezmiddel, meer in het bijzonder op een dergelijk, voorwerp met eenheidsconstructie, welk voorwerp op voordelige^wijze geschikt gemaakt is voor herhaalde toepassing in een automatische was-5 machine, droger en andere soortgelijke houder van het roterende trommel-type voor wasgoed, en vooral op een desbetreffend voorwerp, waarin het middel voor het bevestigen ervan aan een inwendig metaaloppervlak van de genoemde houder zelf-uitvoerend is, waardoor iedere noodzakelijkheid voor de toepassing van een uitwendig bevestigingsmiddel wordt ondervangen.

10 Bij het wassen van textielgoederen, zoals wol, zijde, katoen, syn thetische stoffen, enz. is het gebruikelijk cm één of meer eonditioneer-middelen op een of ander punt in het proces toe te voeren, teneinde aan het wasgoed zachtheid, anti-statische eigenschappen, bestandheid tegen bacteriën, en dergelijke te geven of deze eigenschappen te versterken en 15 ongunstige effecten, zoals in de war raken, rimpelen, in de knoop raken enz. te verminderen. Conditioneermiddelen voor dergelijke toepassingen zijn bekend. In het algemeen wordt het middel toegevoegd aan de laatste spoeling van de was-cyclus. Bepaalde inherente nadelen hebben er echter toe aangespoord pogingen te doen cm de toevoeging van dergelijke midde-20 len op een ander punt in het wasproces dan in de wascyclus mogelijk te maken. Zo leidt het tezamen aanwezig zijn van een anionactief detergent en kationactief materiaal in het was- of spoel-milieu vaak tot de vorming van onooglijke, onoplosbare precipitaten en als gevolg daarvan tot de vorming van vlekken in het weefsel. Deze neiging beperkt de toepassing 25 van een kationactieve verzachter in ernstige mate. Toevoeging daarvan wordt noodzakelijkerwijze uitgesteld tot een punt in het wasproces, waarin de anionactieve stof ten minste in hoofdzaak is uitgeput. De gebruiker dient veelal bij de was-spoel-cyclus. van de bewerking aanwezig te zijn, teneinde het conditioneermiddel met het juiste interval toe te 30 voegen. Door dergelijke behandelingen in de droger uit te voeren, worden de hiervoor genoemde nadelen op effectieve wijze overwonnen. Bovendien is het niet noodzakelijk, dat het ccnditioneermiddel onafhankelijk is van de weefsels en liever sterk daaraan hecht dan aan het oplosmiddel van de 8006894 -2- verdunde oplossingen van de was- en spoelcycli.

Een gelijkmatige verdeling van het conditioneermiddel in de droger, waarbij een effectief contact van dit middel met de gewassen weefsels, dat wil zeggen vezelachtige stoffen, wordt bewerkstelligd op een voor de 5 gebruiker gemakkelijke wijze, wordt echter niet gemakkelijk bereikt.

Zo_kan het toepassen van sprays van vloeibare verzachter, die op de weefsels of, bij voorbehandeling, op de binnenwanden van de droger worden gericht, kostbaar zijn. Bovendien kan het risico van de vorming van spikkels, vlekken, enz. als gevolg van plaatselijke toediening van overmaat condi-10 tioneermiddel aanzienlijk zijn. Het gebruik van conditioneer-voorwerpen, die in het algemeen bestaan uit een basis, die of een substraat, dat vorm-behoudend of flexibel, met conditioneermiddel bekleed en/of geïmpregneerd kan zijn, levert verbetering op. Bij het toepassen kan het conditioneermiddel naar het weefsel worden verplaatst, doch de vorming van vlekken 15 kan ernstig zijn; vlekken bij voorbeeld, welke ontstaan zijn ten gevolge van het contact van kationactieve conditioneermiddelen, bij voorbeeld quaternaire aamoniumzouten, met stoffen, die kleurlichamen of ionen van zware metalen, zoals ferro- of ferri-ionen bevatten, kunnen, zo dit al mogelijk is, alleen door droge reiniging worden verwijderd.

20 Voor het vermijden van de problemen, die met de structurele defor maties van flexibele bases verbonden zijn, levert het toepassen van vorm-behoudende bases tegenover flexibele bases ook problemen op. Ofschoon voor de gebruiker het plaatsen niet moeilijk is, zoals in het geval van flexibele conditioneer-voorwerpen, moeten deze desalniettemin na het voltooien 25 van de behandelingscyclus worden verwijderd. Voorts moeten zij een zekere dichtheid bezitten om te voorkomen, dat zij zich bovenop de lading wasgoed bewegen en aldus slechts met een gedeelte van het te behandelen weefsel effectief in aanraking komen. Voor wat de stand van de techniek betreft, kunnen de volgende Amerikaanse octrooischriften worden genoemd: 30 3.^2.692 , 3.632.396 , 3.633.538, 3.650.816, 3.676.199, 3.686.025, 3.696.03U, 3.698.095, 3.826.682, 3.81*3.395, 3.895.128, 3.91&.1*9U, 3.9^5.936, 3.9^7.971, 3.956.556 en U.098.937.

Cm de hiervoor besproken problemen te overwinnen zijn conditioneer-voorwerpen voorgesteld, die met organen voor tijdelijke bevestiging aan 35 een deel van de droger of wasmachine uitgerust zijn. In het algemeen bestaan de bevestigingsorganen uit gemonteerde klemmen, haken en oren, bij voorbeeld van het type, dat in de handel verkrijgbaar is onder de naam 8006894 -3- wf Λ

Velco-bevestigingsmiddel en een groot aantal andere mechanische organen.

In het Amerikaanse octrooischrift 3.63^-.9^7 is een conditioneervoorwerp beschreven, dat bestaat uit een basis van dun buigzaam materiaal, zoals papier, dat of kunststof, die aan êén zijde, d.w.z. een groot oppervlak, 5 bekleed is met een conditiameermiddel, dat wasachtig van aard is en bij voorkeur bestaat uit een weefselverzachter of anti-statisch middel en aan de tegenovergestelde zijde bekleed is met een drukgevoelig lijn.

Deze lijn maakt de bevestiging van het voorwerp aan het binnenwandgedeelte van het droogapparaat in "vormbehoudende betrekking" daarmee mogelijk.

10- Door hulpmiddelen van dit type worden de problemen, die ondervonden worden bij voorwerpen, welke geschikt gemaakt zijn voor vermenging met de weefsels, voor een groot deel vermeden. De toepassing van organen voor bevestiging met een lijm brengt het risico met zich mee, dat de kleefsterkte ten gevolge van de hoge vochtigheid en hoge temperatuur, die in het 15 droog- of wasapparaat heerst, nadelig kan worden beïnvloed. Het zacht worden van de lijm kan zeker optreden, hetgeen ertoe kan leiden dat, in het bijzonder onder de hoge stoot- of slagcondities, waardoor het contact tussen voorwerp en weefsel i gekenmerkt, het voorwerp losraakt van het wandgedeelte. Het voorwerp raakt dan dus vemengd met de weefsels. De toe-20 passing van haken en ogen is ook onvoordelig, daar het bevestigen daarvan aan het wandgedeelte altijd plaatsvindt met behulp van lijmen. Haar de mate dat verbuiging, wegschuiven, enz. van het met lijm bevestigde element plaatsvindt, blijft de "vombehoud-b et rekking" van het element met het wandgedeelte niet gehandhaafd. Dergelijke voorwerpen zijn enigszins onge-25 makkelijk te hanteren, daar de verbruiker eerst een af te stropen laag, die de lijm beschermt, moet verwijderen. Zoals duidelijk zal zijn, kan het hanteren van een noodzakelijkerwijze sterk kleverige lijm onder wascondities uiterst moeilijk zijn. Andere methoden, die enige structurele wijziging van het droogapparaat met zich meebrengen om het conditioneervoor-30 werp vast daaraan te verbinden, kunnen econaaisch onaanvaardbaar zijn.

Een eerste oogmerk van de uitvinding is het verschaffen van een weefsel-conditioneer-voorwerp, waarin de eerder genosade en daarmee verwante nadelen worden geëlimineerd of ten minste in aanzienlijke mate worden verminderd.

35 Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een derge lijk voorwerp, waarin elke noodzaak om welk uitwendig orgaan dan ook, zoals bij voorbeeld klevende, klemmende, uit haken en ogen bestaande bevestigings- 3 0 0 68 9 4 _1μ.

elementen, en dergelijke toe te passen cm het genoemde voorwerp aan een binnenwandgedeelte van een roterende trcmmelvasser, droger of gelijkwaardige houder voor weefsels vast te maken, terzijde wordt gesteld.

Nog een ander oogmerk.van de uitvinding is het verschaffen van een 5 dergelijk voorwerp, dat hij uitputting van de oude voorraad door de gebruiker gemakkelijk en op eenvoudige wijze opnieuw met conditioneer-middel kan worden geladen, waardoor een effectieve en herhaalde toepassing van dat artikel mogelijk wordt.

Weer een ander oogmerk van de uitvinding is het verschaffen van een 10 dergelijk artikel, dat aan een binnenwandgedeelte van de droger, wasser of gelijkwaardig apparaat kan worden bevestigd door het eenvoudig met de hand te plaatsen en daarbij een stabiele verbinding van de tegen elkaar te brengen oppervlakken door eenvoudig contact daartussen te. bewerkstelligen, waarbij.de genoemde verbinding in hoofdzaak ongevoelig is voor de_in 15 het apparaat heersende condities wat betreft de temperatuur, de vochtigheid, het oplosmiddel, enz.

Ndg een oogmerk van de uitvinding is het verschaffen van een dergelijk voorwerp, waarbij de nadelen, die gewoonlijk verboden zijn aan con-ditioneervoorwerpen, welke bestemd zijn om vemengd te worden met de 20 weefsels, die behandeld worden, zoals het afschilferen van het conditioneer-middel, het verstrikken van het voorwerp, en dergelijke worden geëlimineerd.

Weer een ander doel van de uitvinding is hetverschaffen van een apparaat voor het conditioneren van weefsels, bestaande uit een automa-25 tische wasdroogtrcmmel of dergelijke houder voor het wassen van weefsels, waarin het conditioneervoorwerp is opgencmen.

Andere oogmerken en voordelen van de uitvinding zullen in de loop van de beschrijving duidelijk worden.

De eerder genoemde en verwante doelstellingen worden bereikt volgens 30 de uitvinding, die in ruimere zin een eenheids-conditioneervoorwerp voor het distribueren van een conditioneermiddel in een automatische wasdroog-trcramel of soortgelijk apparaat voor het bevatten van te behandelen weefsel verschaft, welk voorwerp bestaat uit een eerste laag van gemagnetiseerd rubberachtig polymeer materiaal, dat geschikt gemaakt is cm met 35 kracht magnetisch een metalen binnenoppervlak van het apparaat in een "vormbehoudende betrekking” daarmee krachtig magnetisch aan te trekken, en uit een tweede laag, die ëén geheel vormt met en gelegen is op de eerste 8008894 -inlaag en bestaan uit een vloeistof doorlatend sorptief velvormig materiaal voor het bevatten en distribueren van het genoemde conditioneermiddel.

Volgens een ander aspect levert de uitvinding een apparaat op voor het conditioneren van weefsels, welk apparaat bestaat uit een autcma-5 tische wasdrogertrcmmel of soortgelijke houder voor weefsels, organen voor het doen roteren van de trommel en het doen ruimelen van de weefsels, die er zich in bevinden, en waarbij aan een gedeelte van een metalen binnen-oppervlak van de trommel het eerder beschreven conditioneervoorwerp magnetisch is bevestigd.

10 De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de bijgaande * figuren, waarbij in de verschillende doorsneden dezelfde getalaanduidin-gen soortgelijke delen voorstellen.

Fig. 1 is een verticale doorsnede van een conditioneervoorwerp volgens een der uitvoeringsvormen van de uitvinding; 15 fig. 2 betreft een verticale doorsnede van een conditioneervoor- werp volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding; en in fig. 3 is een verticale doorsnede weergegeven van een conditioneervoorwerp volgens nog een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding.

In fig. 1 bestaat het conditioneervoorwerp) volgens de uitvinding, 20 dat in het algemeen is aangeduid met 2, uit een basisplaat k van gemagnetiseerd rubberachtig polymeer {zacht rubber), dat met een lijm 6 (bij voorbeeld een drukgevoelige lijm, hete smeltlijm, enz.) verbonden is met een sorptieve poreuze bovenplaat 8, die poriën 9 bezit, bij voorbeeld bestaande uit polyurethanschuim van het gesloten celtype of van het 25 type, waarbij open cellen met elkaar in verbinding staan. De rubberachtige polymeerlaag k en de buitenlaag 8 zijn met elkaar verbonden langs hun perifere tegen elkaar aanliggende oppervlakdelen 10, resp. 10a-, waardoor een in hoofdzaak centraal geplaatst vrij ruimtevolume 12 wordt begrensd, dat wil zeggen een reservoir, dat volgens de afbeelding een conditioneer-30 middel 1^ bevat. Reservoir 12 is begrensd door inwendige zijwanden 16 en 16a van de zich naar beneden uitstrekkende perifere delen 18 en 18a en het binnenoppervlak 20 van bovenlaag 8. De configuratie van de bovenlaag 8, die in het algemeen de vozm van een omgekeerde U bezit,is bestemd om reservoir 12 voor het opnemen van conditioneermiddel 1 U duidelijker af te 35 bakenen; het reservoir kan ook op andere wijze worden begrensd, bij voorbeeld door een in hoofdzaak vlak plaatvormig materiaal, dat wil zeggen verstoken van de einddelen 18 en 18a, die zoals beschreven is verbonden 8 ö ö 6 8 9 4 -6- zijn met laag k en vergeleken daarmee enigszins grotere afmetingen bezitten en ruimte bieden aan conditioneermiddel 1b. Ofschoon de uitvoeringsvorm van fig. 1 effectief is met vloeibare conditioneermiddelen, is deze uitvoeringsvorm ook geschikt voor het bevatten en distribueren van vaste 5 of half-vaste conditioneermiddelen, die bij de in de droger heersende temperaturen gesmolten worden en in die vorm de poreuze buitenlaag 8 doordringen.

Volgens de uitvinding bestaat laag 1+ uit een rubberachtig polymeer plaatmateriaal, dat gemagnetiseerd is door daarin magnetisch materiaal, 10 bij voorbeeld een magneetstaag of gedispergeerde gemagnetiseerde deeltjes, in te sluiten. De laatstgenoemde deeltjes kunnen in hoofdzaak gelijkmatig door laag 1*· heen verdeeld zijn of op een zodanige wijze verdeeld zijn, dat -zij in de buitenste gedeelten, dat is in de onmiddellijke nabijheid van het buitenoppervlak 22 van laag U in een grotere concentratie aan-15 wezig zijn. Hierdoor wordt een sterke magnetische binding verzekerd, zoals tussen het oppervlak 22 en een gedeelte van de metalen binnenwand van de droger, wanneer deze met elkaar in aanraking worden gebracht, welke binding voldoende is om het conditioneervoorwerp 2_ tijdens de gehele weefselbehan-deling en desgewenst daarna op zijn plaats te houden. Het rubberachtige 20 polymere materiaal van laag b is bij voorkeur van het type zachte rubber en is derhalve voldoendë flexibel of vouwbaar cm zich te conformeren naar en nauwsluitend te passen op het daarop aan te sluiten deel van het oppervlak van de droger, d.w.z. in een "vorm-behoudende betrekking" daarmee.

Deze stoffen zijn bekend en omvatten bij voorkeur natuurlijke rubbers en 25 synthetische rubbers, afgeleid van hcmopolymeren en copolymeren van mono-en polyalkenen, bij voorbeeld etheen, propeen, butadieen, en dergelijke. Koolwaterstofrubbers verdienen gewoonlijk de voorkeur, daar zij inert van aard zijn. De gekozen rubber dient natuurlijk ongevoelig te zijn voor deeffeeten van het in de droger aanwezige oplosmiddel-milieu bij de daar-30 in heersende temperatuur.

Het materiaal van de buitenlaag 8 kan flexibel zijn of "vormbe-houdend"; in het laatstgenoemde geval dient de laag uit ongeveer hetzelfde materiaal te zijn vervaardigd als laag i cm het mogelijk te maken, dat zij de omtrek'bouv van laag b zonder risico van breken of andere vormen 35 van structureel defect "volgt". Het gekozen materiaal dient doordringbaar voor de gefluidiseerde vorm van conditioneermiddel 1U en derhalve absorberend te zijn. Geschikte materialen van voor "vormbehoudende" type zijn 8003894 > *. -7- < bij voorbeeld beschreven in het .Amerikaanse octrooischrift 3.63^-.9^7 en daartoe behoren onder meer synthetisch- organische polymere kunststoffen, bij voorkeur in de vorm van schuim cm porositeit te verschaffen, bij voorbeeld het genoemde polyurethan, polyvinylchloride, polystyreen, poly-5 styreenschuim, hetzij met open of gesloten cellen, met glas versterkte polyester, enz., synthetische sponsen, celluloseprodukten met inbegrip van kartonpapier, karton, gegolfd kartonpapier en dergelijke.

Buigzame.materialen, die geschikt zijn voor de buitenste sorptieve laag 8 worden ook beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 3.63^+.9^+7 10 en daartoe behoren onder meer papiersoorten, kunststoffen, rubbers, doek, sponsen, vezels, vilt en niet-geweven textiel. De vezelachtige stoffen kunnen natuurlijke of synthetische stoffen zijn. Veerkrachtige kunststof-schuimen van het polyurethantype zijn bijzonder geschikt.

De dikte van de gemagnetiseerde laag 1+ en de sorptieve laag 8 15 kan variëren van ongeveer 0,001 tot 10 cm. In het algemeen varieert de dikte van de rubberachtige laag k binnen de hogere waarden van het genoemde gebied, waarbij die dikte gewoonlijk ongeveer 0,1-10 cm bedraagt.

De dikte van laag 8 hangt bij voorbeeld af van haar sorptieve vermogen en permeabiliteit, d.w.z. in het algemeen is de dikte geringer, naarmate 20 de doorlatendheid lager is. Zo kan de dikte van laag 8 heel klein zijn of omgekeerd, indien deze laag zoals geïllustreerd sterk poreus is, ten minste gelijk zijn aan de dikte van rubberachtige laag 1+, zoals aangegeven in fig. 1.

Bij de uitvoeringsvorm, die in fig. 2 is afgeheeld, bestaat een 25 conditioneervoorwerp, dat in het algemeen is aangeduid met 2ί, uit een gemagnetiseerde rubberachtige basislaag of -plaat h en een continue buitenlaag 26 van vernette spons met poriën 28, die door een laagje 6 daaraan is vastgelijmd. Deze uitvoeringsvorm is geschikt voor een vast, halfvast, alsmede een vloeibaar conditioneermiddel. De sponslaag 26 kan 30 in hoofdzaak "vormbehoudend" of flexibel zijn, mits de slag- of stootkrachten, die daarop inwerken wanneer zij zich op haar plaatst in de droger bevindt, ten gevolge van het contact met de tuimelende weefsels voldoende zijn cm het conditioneermiddel buiten de sponslaag 26 en in contact met de weefsels te drijven. Vaste of halfvaste conditioneermidde-35 len in de vorm van zeer kleine afzonderlijke deeltjes worden bij deze uitvoeringsvorm op effectieve wijze toegepast en kunnen aan laag 26 in gesmolten, vloeibare of in een oplosmiddel opgeloste vorm worden toegevoegd, 8006894 -8- bij voorbeeld door verstuiven, gieten, druppelen, enz., waarbij de laag in hoofdzaak geïmpregneerd wordt en men bet conditioneermiddel in vaste of halfvaste vorm laat drogen. Onder de temperatuurcondities van de droger smelt het conditioneermiddel en wordt in die vom uit laag 26 5 vrijgemaakt. Goh kan een vast of halfvast conditioneermiddel worden geraspt, bij voorbeeld door het te wrijven, waarbij het in die vorm wordt ingevangen in de poriën 28 van laag 26. Het sponsmateriaal kan natuurlijk of synthetisch zijn, waarbij het laatstgenoemde type meer controle over' de flexibiliteit oplevert.

10 De uitvoeringsvorm van fig. 3 toont een conditioneervoorwerp, dat in het algemeen is aangeduid met 30 en uit een sorptieve vloeistofdoor-latende continue laag 32 met uiterst fijne poriën en een. rubberachtige gemagnetiseerde basis U bestaat.

Deze uitvoeringsvorm is bijzonder geschikt voor vloeibare condi-tioneermiddelen, ofschoon daarin ook vaste en halfvaste typen kunnen worden opgencmen, zoals beschreven is met betrekking tot fig. 2. Laag 32 kan vervaardigd zijn uit de eerder beschreven materialen, bij voorbeeld papier, kunststof, enz., waarbij de wezenlijke kriteria zijn, dat het gekozen materiaal absorberend van aard is en doorlatend voor vloeibare vor-20 men van het conditioneermiddel, waarmee het wordt geïmpregneerd. Ook wordt hier een lijm 6 toegepast om de lagen met elkaar te verbinden.

De dikte van de lagen bij de uitvoeringsvormen volgens fig. 2 en fig. 3 kunnen op dezelfde wijze variëren als beschreven met betrekking tot fig. 1. De buitenste sorptieve laag bij de fig. 2 en 3 wordt gewoon-25 lijk geregeld naar gelang van de dikte en het sorptieve vermogen, zodat zij bij impregnering ervan hoeveelheden conditioneermiddel bevat, die nagenoeg gelijk zijn aan die, welke vereist worden voor de conditioneer-behandeling van een enkele lading wasgoed. Hoeveelheden, die ten opzichte daarvan aanzienlijk groter zijn, worden in het algemeen niet aan-30 bevolen, teneinde de mogelijkheid van de vorming van vlekken ten gevolge van overmaat aan conditioneermiddel te vermijden. Daar het conditioneermiddel kostbaar kan zijn, is het bovendien noodzakelijk, dat verspilling tot een minimum wordt beperkt. Betrekkelijk dunne sorptieve lagen geven een extra verzekering, dat het grootste deel van het conditioneermiddel 35 wordt gedistribueerd tijdens de beginfase van de droogcyclus, waaraan gewoonlijk de voorkeur wordt gegeven.

Volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding, die in het 8 0 0 6 S S 4 -9- bijzonder kan worden toegepast voor de uitvoeringsvormen van de fig. 2 en 3, kan op de buitenlagen 26 en 32 een gemagnetiseerde rubberlaag zijn aangebracht, die gelijk is aan laag b, doch een discontinu oppervlak bezit, waardoor het vasthouden/distribueren van het conditioneermiddel mo-5 gelijk wordt. Met discontinu wordt bedoeld, dat een dergelijke laag ge-' perforeer! is volgens enig gewenst ontwerp, waarbij het zich daarin bevindende conditioneermiddel wordt blootgesteld aan de effecten van het wasmilieu, hetzij in de wasmachine, hetzij in de droger, hetzij in een ander soortgelijk apparaat.

10 De toepassing van een absorberend (sorptief) materiaal voor het vasthouden en distribueren van het conditioneermiddel volgens de uitvinding is wezenlijk. Met de term "absorberend” of "sorptief" wordt bedoeld mede in te sluiten de materialen van het beschreven tupe, die in staat zijn cm ongeveer 50 maal, bij voorkeur ongeveer 5-25 maal en in het 15 bijzonder ongeveer 5-15 maal hun eigen gewicht aan water op te nemen en vast te houden. Volgens een praktische uitvoering, die de bijzondere voorkeur geniet, dient het sorptieve materiaal ten minste ongeveer driemaal zijn eigen gewicht aan water te kunnen opnemen en vasthouden. Bepaling van het sorptieve vermogen kan bij voorbeeld plaatsvinden volgens de in het 20 Amerikaanse octrooischrift 3.81+3.395 vermelde methode, die een modificatie betreft van de in de Amerikaanse specificatie UU-T-595D beschreven methoden voor het toetsen van dit vermogen. De afmeting van de poriën kan variëren van uitzonderlijk fijn (fig. 3) tot betrekkelijk groot (fig. 1 en 2)» In elk van de gevallen wordt vereist, dat de materialen een be-25 trekkelijk hoog percentage ledig volume of vrije ruimte bezitten, d.w.z. dat van het totale volume van de sorptieve laag ten minste ongeveer 1+0% en bij voorkeur 50$ tot ten hoogste ongeveer 90$ vrije ruimte is. Materialen met grotere porie-afmeting (fig. 1 en 2) zijn effectiever voor het bevatten van vaste en halfvaste conditioneezmiddelen, in het bijzon-30 der wanneer zij in vaste vorm op de laag worden aangebracht, bij voorbeeld door het vaste conditioneermiddel daartegen wrijven cm het te "raspen".

De resulterende deeltjes worden in de poreuze structuur ingevangen.

Volgens de uitvinding wordt dus eerder een permeatie dan een bekleding van de sorptieve laag bewerkstelligd.

35 Bij het in gebruik zijn wordt het conditioneervoorwerp louter met de hand tegen een deel van de metalen binnenwand van het droogapparaat, bij voorbeeld de roterende trommel, een deur, een vin of een schot, enz., 8 0 0 6 8 9 4 -logeplaat st. Ofschoon het conditioneervoorwerp gewoonlijk tussen de schotten wordt bevestigdj verdient het vaak de voorkeur dit voorwerp op de schotten of andere opgerichte delen van het binnenste van de droogtrommel te monteren. In het algemeen zal dit plaatsvinden op een hoofdrand, teneinde 5 optimum contact met het weefsel, dat geconditioneerd wordt, te bevorderen. De ervaring zal steeds leren hoe de meest effectieve plaatsen voor het bevestigen van het voorwerp moeten worden gekozen.

Gewoonlijk zal het voorwerp, zoals dit in de handel verkrijgbaar is, het conditioneermiddel bevatten. Zo niet, dan kah het aan de sorptie-10 ve laag op de hiervoor beschreven wijze worden toegevoegd, bij voorbeeld door verstuiving, uitgieten, druppelen, wrijven, enz. Nadat de droger met gewassen weefsel is geladen, wordt hij in werking gesteld, waardoor beweging van het conditioneervoorwerp ten opzichte van het wasgoed teweeg wordt gebracht. De combinatie van warmte, vocht en contact tussen voorwerp 15 en wasgoed door slag of stoot bewerkstelligt het vrijkomen van het condi-tioneermiddel door de sorptieve laag heen op het tuimelende weefsel. Ofschoon de contidioneerbehandeling bij voorkeur tot stand wordt gebracht in de wasgoeddroger, kunnen ook andere was go ed-tuimelapparaten, zoals de wasmachine, worden toegepast. Bovendien kan warmte en drooglucht bij 20 een gedeelte van de cyclus of de gehele cyclus worden weggelaten. Gewoonlijk;-zullen er ongeveer 5-50 variaties van drooggas in de droogtrommel per minuut zijn en zal de temperatuur van het' gas ongeveer 10-90°C, bij voorkeur 50-80°C, bedragen. De trommel roteert met ongeveer 20-100 en bij voorkeur U—80 omw/min. De lading wasgoed bedraagt gewoonlijk gemid-25 deld ongeveer 1,8-5,5 kg en zal gewoonlijk 10-70$ van het effectieve droog-volume van de droger innemen. Het drogen duurt in het algemeen 5 minuten tot 2 uur en gewoonlijk 20-60 minuten. Synthetische weefsels, zoals nylon en polyester vereisen gewoonlijk slechts 3-10 minuten, terwijl vouwvaste weefsels ("permanent press") gewoonlijk 10-30 minuten vereisen.

30 Het conditioneervoorwerp kan na gebruik op zijn plaats worden gelaten en vöór een volgend gebruik zo nodig op de beschreven wijze opnieuw worden geladen met een gekozen hoeveelheid conditioneermiddel.

Daar het magnetisch bevestigde voorwerp sterk vastgehecht is aan het gedeelte van de binnenwand, bestaat er weinig of geen gevaar, dat het als 35 gevolg van de bewerking voor het opnieuw laden van zijn plaats wordt gebracht, zelfs niet, indien deze bewerking schurend contact het het conditions ezmiddel met de sorptieve laag van het voorwerp vereist. Ook kan het 8 0 0 5 3 § 4 -11- voorwerp met de hand worden verwijderd onder het uitoefenen van een slechts geringe trekkracht, die gewoonlijk wordt uitgeoefend op het vlak van het grote oppervlak van de sorptieve laag. Het opnieuw laden vereist echter niet de verwijdering van het voorwerp. Het conditioneervoorwerp 5 kan natuurlijk desgewenst opnieuw in de wasser, droger, enz. worden geplaatst, zoals dit het geval kan zijn wanneer de gebruiker hiervoor kiest. Een andere keuze is die, waarbij een aantal voorwerpen in het apparaat kunnen worden geplaatst cm in êén enkele bewerking verschillende conditioneer-effecten te bewerkstelligen.

10 Geschikte conditioneermiddelen zijn onder meer verzachters en an- ti-statische middelen met inbegrip van niet-ionogene oppervlakactieve stoffen, bij voorbeeld lage monoalkanolamiden van hoge vetzuren, lage dialkanolamiden van hoge vetzuren, blok-copolymeren van ethyleenoxyde en propyleenoxyde met hydrofiele en lipofiele eindgroepen, alkyl (bij voor-15 keur midden-alkyl)-fenol, poly-laag alkyleenoxyde-lage alkanolen, poly-usren van lage alkyleenglycolen, polyalkyleenglycolethers van. hoge vet-. alcoholen en polyalkyleenglyeolesters van hoge vetzuren. Voorbeelden van anionactieve middelen zijn de hoge vetzuurprodukten met in water oplosbare basen, hoge vetalcoholsulfaten, hoge vetzuurmonoglyceridesulfaten, 20 sareosiden en tauriden, alsmede lineaire hoge alkylarylsulfonaten.

Kationactieve verbindingen zijn onder meer de hoog alkyl-di-laag-alkyl-aminen, di-hoog-alkyl-laag-alkylaminen en quaternaire verbindingen, in het bijzonder quaternaire ammoniumzouten, bij voorbeeld quaternaire ammo-niumhalogeniden. Onder "laag" wordt hier C^-Cg-alkyl en bij voorkeur 25 verstaan. De term "hoog" geeft C^-C^ en bij voorkeur 8 aan*

Mengsels van niet-ionogene conditioneermiddelen met kationactieve of anionactieve verbindingen van de bovengenoemde typen kunnen ook worden toegepast en de hoeveelheden en verhoudingen van de componenten in derge-30 lijke mengsels zullen in het algemeen zodanig worden gekozen, dat het eindprodukt, al naar gewenst wordt, in de vloeibare of vaste of halfvaste vorm verkeert en op bevredigende wijze kan worden verwijderd door een combinatie van vocht, warmte en door slag of stoot teweeggebracht contact met het wasgoed in een automatische droger.

35 Bijzondere voorbeelden van oppervlakactieve stoffen van de boven beschreven typen zijn vermeld in het voor toetsing bestemde "Synthetic Detergents" door Schwartz, Perry en Berch, dat in 1958 gepubliceerd is door Interscience Publicers, New York, zie blz. 25-1^3.

8 0 0 333 4 -12- ïïiervan zijn de "bij voorkeur toegepaste vertegenwoordigers: van de niet-ionogene verbindingen nonylfenoxypolyethoxyethanol, mono-ethanolamide van stearinezuur; diëthanolamide van stearinezuur; blok-copolymeren van ethyleenoxyde en propyleenoxyde (Pluronics); 5 van de anionactieve verbindingen: natriumzeep van een mengsel van kokosalievetzuur en talgvetzuur; natriumstearaat; kaliumstearaat; natrium-lauraat; sulfaat van talgalcoholen; van de kationactieve verbindingen: dilauryldimethyl-qutemair ammo-niumchloride; gehydrogeneerd talg-alkyltrimethylammoniumbrcmide en benz-10 ethoniumchloride.

Van de amfotere verbindingen: bij voorbeeld kokosamidobetainen en mengsels hiervan.

De bovengenoemde lijst geeft slechts een beeld van een aantal verbindingen, die voor toepassing van de uitvinding geschikt zijn. Condi-15 tioneermiddelen van deze typen zijn bekend en ook andere dan de bovengenoemde kunnen op bevredigende wijze worden gebruikt.

Behalve de weefselverzachters en de anti-statische middelen en ontrimpelingsmiddelen, welke de belangrijkste conditioneermiddelen vormen, \ . · · kunnen vanwege hun effecten- ook andere componenten m deze conditioneer- 20 mengsel als hulpmiddel aanwezig zijn. Andere conditioneermiddelen kunnen derhalve worden toegepast, met inbegrip van die, welke bestead zijn aa de weefsels op andere wijze te behandelen dan voor het zacht maken.

Zo kunnen bij voorbeeld reukstoffen, witmakers, bactericiden, oplosmiddelen, verdikkingsmiddelen of verhardingsmiddelen, stabilisatoren en andere 25 stoffen in de conditioneermengsels worden opgencmen. In scmmige gevallen kunnen kleine hoeveelheden water aanwezig zijn, in het bijzonder wanneer de componenten hydraten vormen. Oplosmiddelen en dispergeermiddelen kunnen worden gebruikt cm het aanbrengen van de conditioneermengsels op de 30 met hetconditioneermengsel te bekleden sorptieve laag te bevorderen.

De typen en hoeveelheden van de verschillende toegepaste adjuvanten worden zodanig gekozen, dat zij de bewerkingen en de conditioneerverbindingen niet ongunstig beïnvloeden.

De uitvinding wordt aan de hand van de volgende voorbeelden nader 35 toegelicht. Hierbij wordt met delen gewichtsdelen bedoeld, tenzij anders is aangegeven.

Voorbeeld I

Een mengsel van (A) 65 delen van een mengsel van distearyl-dimethyl- 8 0 0 S S S 4 -13- ammoniumchloride en kokos amide-propylbet aïne (1:1) en (B) 35 delen talg-mono-ethanolamide werden met elkaar gemengd en gesmolten, waarna het mengsel tot een staaf van 20 g werd gegoten. De staaf werd centraal geplaatst op een uit Plastiform-rubber vervaardigde magnetische plaat (waarbij aan 5 de cmtrek een rand werd vrijgelaten). Over de staaf en. de rubber plaat werd een uit katoen: Dacron (1:1) vervaardigde baan van 117 x 50 draden/ 2,5¼ cm, 170,52 g/m, gelegd, waarna deze baan en de rubber plaat langs de randen aan elkaar werden gesmolten. Wanneer deze combinatie (6,35 cm x 10 cm) door de magnetische rubberplaat werd bevestigd aan de wand van 10 een droger, bleek, dat het produkt bevredigend werkte voor Itf) droogcycli, waarbij aan textielprodukten, die in deze hO behandelingen werden gedroogd een uitstekende zachtheid en anti-statische eigenschappen werden verleend.

Voorbeeld II

15 Voorbeeld I werd herhaald, waarbij in staaf vorm werd toegepast een mengsel van: A) 80/20 dimethylstearylamrnoniummethylsulfaat/kokosamldopropyl- betaine B) dimethyldistearylammoniumchloride.

20 Hierbij werden soortgelijke uitstekende resultaten verkregen als volgens voorbeeld I.

Voorbeeld III

Een uit cellulose vervaardigde spons van ongeveer 10 cm x 10 cm x 1,6 cm werd langs de rand gelijmd op een uit Plastiform-rubber vervaar-25 digde magnetische plaat van ongeveer 10 cm x 10 cm.

Vervolgens werd de spons geïmpregneerd met 30 g van een 65's waterige oplossing van dimethyldistearylammonium. Deze combinatie werd bevestigd op een wand van een droger, waarbij aan een zich daarin bevindende lading wasgoed van ongeveer U kg een uitstekende zachtheid werd ge-30 geven. Ha 1 cyclus was er nog steeds een behoorlijke hoeveelheid verzachter in de spons aanwezig. De gemonteerde spons kon worden verwijderd en opnieuw worden geïmpregneerd naarmate dit voor herhaald gebruik gewenst en noodzakelijk was.

8 0 0 6 8 9 4

Claims (9)

1. E enhei ds c ondi t i one er vo orwerp voor het distribueren van een con-ditioneermiddel--in een automatische wasgoed-droogtrommel of dergelijk apparaat voor het bevatten van te behandelen weefsel, welk voorwerp bestaat uit een eerste laag van gemagnetiseerd rubberpolymeemateriaal, 5 dat geschikt gemaakt is cm een gedeelte van een metalen binnenoppervlak van het genoemde apparaat in " vozm-behoudende betrekking” daarmee krachtig magnetisch aan te trekken, en uit een tweede laag, die één geheel vormt met -en gelegen is op de eerste laag en bestaat uit een voor vloeistoffen doorlatend sorptief plaatmateriaal voor het bevatten en distribueren van 10 het conditioneermiddel.

2. Een voorwerp volgens conclusie 1, waarin de eerste en de tweede laag continu met elkaar langs de cmtrekdelen ervan zijn verbonden, waarbij een ingesloten vrije ruimte wordt begrenst, die daartussen als reser-voirgedeelte voor het ontvangen van het conditioneermiddel fungeert.

3. Voorwerp volgens conclusie 1 of 2, waarin de tweede laag bestaat uit " vozm-behoudend" polyurethanschuim van het open of gesloten celtype. U. Voorwerp volgens conclusie 1, waarin de eerste en de tweede laag bij hun contactpunten aan elkaar gelijmd zijn.

5. Voorwerp volgens conclusie 1, geïmpregneerd met als conditioneer-20 middel vaste, halfvaste en/of vloeibare verzachters, anti-statische middelen, witmakers, bleekmiddelen, bacteriostatica en reukstoffen.

6. Voorwerp volgens conclusie 1, waarin het rubberachtige polymere materiaal uit natuurlijke rubber of hcmo- of copolymeren van enkelvoudig of meervoudig onverzadigde koolwaterstoflaoncmeren bestaat, waarbij het 23 polymere materiaal de flexibiliteit en "vorm-behoudende" eigenschappen van zachte rubber bezit.

7· Voorwerp volgens conclusie 6, waarin het rubberachtige polymere materiaal een copolymeer is van styreen en butadieen.

8. Voorwerp volgens conclusie 1, waarin de eerste laag bestaat uit 30 synthetische spons, schuimplaat, papier, doek en poreuze filmvormende organische polymere stoffen van het "vorm-behoudende" of flexibele type.

9. Voorwerp volgens conclusie 1, waarin de tweede laag bestaat uit vernette spons.

10. Een voorwerp volgens conclusie 1, gecombineerd met een inwendig magnetisch aantrekkend oppervlak van een droger voor wasgoed. 8 0 0 S 3 9 4