NL8006726A - Machine voor het breken van eieren en voor het scheiden van de inhoud daarvan. - Google Patents

Machine voor het breken van eieren en voor het scheiden van de inhoud daarvan. Download PDF

Info

Publication number
NL8006726A
NL8006726A NL8006726A NL8006726A NL8006726A NL 8006726 A NL8006726 A NL 8006726A NL 8006726 A NL8006726 A NL 8006726A NL 8006726 A NL8006726 A NL 8006726A NL 8006726 A NL8006726 A NL 8006726A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
separating
conveyor
members
eggs
egg
Prior art date
Application number
NL8006726A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Willsey Charles Howard
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Willsey Charles Howard filed Critical Willsey Charles Howard
Publication of NL8006726A publication Critical patent/NL8006726A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47JKITCHEN EQUIPMENT; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; APPARATUS FOR MAKING BEVERAGES
    • A47J43/00Implements for preparing or holding food, not provided for in other groups of this subclass
    • A47J43/14Devices or machines for opening raw eggs or separating the contents thereof
    • A47J43/145Machines therefor

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Meat, Egg Or Seafood Products (AREA)
  • Wrapping Of Specific Fragile Articles (AREA)

Description

f · *\ s V 'f 'O * -1- 21655/CV/ts
Aanvrager: Seymour Foods, Ine. te Topeka, Kansas, Verenigde Staten van Amerika.
Korte aanduiding: Machine voor het breken van eieren en voor het scheiden van de inhoud daarvan.
5
De uitvinding heeft betrekking op middelen voor het behandelen van eieren en meer in het bijzonder op verbeteringen in een machine voor het breken’van de schalen van eieren en voor het scheiden van het eiwit van de dooier.
10 Er zijn machines ontworpen voor het behandelerï van eieren, welke machines zijn voorzien van een eindloze tEansporteur, waarop een aantal breek- en scheidingskoppen worden bewogen in een baan in een horizontaal vlak langs welke baan verzamelhouders zijn opgesteld met daarbij behorende mechanismes voor het in werking stellen van de eieren ondersteunende, bre-15 kende en scheidende inrichtingen op de koppen teneinde eieren aan een einde van een toevoertransporteur op te nemen, de eieren te breken, de gebroken schalen te openen, de inhoud te storten in een mechanisme, dat het eiwit van de dooier scheidt en dit in verzamelhouders brengt met voorzieningen voor het afzonderlijk inbrengen van de gehele inhoud van het ei indien er 20 een gebroken dooier is, of indien blijkt, dat de inhoud oneetbaar is en met voorzieningen voor het afvoeren van de lege schalen en voor het wassen van het breek- en scheidingsmechanisme.
Machines, die voor dit doel op de markt zijn gebracht, zijn beschreven in de Amerikaanse octrooien 2.966.184 en 3.^80.056. Deze machines zijn 25 algemeen geaccepteerd en werken met een grote mate van succes.
Het is het oogmerk van de uitvinding een verbeterde machine voor het breken van eieren en voor het scheiden van de inhoud van het beschreven type te verkrijgen, welke machine is aangepast om nog doelmatiger en met nog grotere snelheid te werken dan de tot nu toe voor dit doel vervaardigde 30 machines.
Meer in het bijzonder is het een oogmerk van de uitvinding een machine te verkrijgen, voor het breken van de schalen van eieren en voor het behandelen van de inhoud daarvan, waarbij een verbeterd breek- en scheidings-mechanisrae voor de eieren is aangebracht, welk mechanisme de eieren zal bre- 35 ken, het eiwit van de dooiers zal scheiden en de eiwitten en de dooiers in * aparte houders zal brengen in een bijzonder doelmatigewijze met voorzieningen voor aparte afvoer van de gehele inhoud van het ei, indien een dooier is gebroken of indien door de bediener wordt vastgesteld, dat de inhoud van het ei niet eetbaar is. 800 6 72 6 a » -2- 21655/CV/ts
Een verder oogmerk van de uitvinding is het verkrijgen van een machine van het beschreven type, met verbeterde uitvoeringen voor het toevoeren en regelen van de snelheid van de eieren, waardoor het mogelijk wordt om de machine met een grotere snelheid te laten werken, dan dat mogelijk 5 is met tot nu toe bekende machines, teneinde een veel grotere hoeveelheid van het produkt te verwerken, zonder aanzienlijke toename in de afmeting van de machine.
Een verder oogmerk van de uitvinding is het verkrijgen van een machine van dit type voorzien van een verbeterde opstelling voor het schei-10 den van de inhoud en voor het verzamelen van de produkten, hetgeen een toezicht door de hediener vergemakkelijkt en het de bediener mogelijk maakt om sneller de scheidingshandeling en het verzamelen en de afvoer van het produkt, dat is afgescheiden te regelen en verder ook ieder produkt waarvan de bediener in staat is vast te stellen, dat dit oneetbaar is of zich op 15 andere wijze in een ongewenste toestand bevindt.
Een verder oogmerk van de uitvinding is het verkrijgen van een machine voor het breken van eieren en het scheiden van de inhoud daarvan, waarbij aan een serie bewegende breek- en scheidingsmechanismes groepen eieren rechtstreeks worden toegevoerd vanaf een toevoertranpporteur of 20 accumulatormechanisme, terwijL middelen zijn aangebracht voor het regelen van de toevoer van de eieren, teneinde de eieren gelijktijdig in groepen over te brengen van de voedingstransporteur naar het breekmechanisme, onafhankelijk van de afmeting en het gewicht daarvan, en waarbij een mechanisme is aangebracht voor het coördineren van de snelheid van het voedingsme-25 chanisme en de snelheid van het breekmechanisme teneinde de machine met hogere snelheden te laten werken dan tot nu toe praktisch is geweest met bekende machines.
Een verder oogmerk van de uitvinding is het verkrijgen van een machine, voor het behandelen van eieren van het beschreven· type, voorzien van 30 een verbeterd breek- en scheidingsmechanisme, dat robuuster is en doelmatiger dan voor dit doel in tot nu toe ontworpen machines aangebrachte mecha-nismes.
Nog een verder oogmerk van de uitvinding is het verkrijgen van een machine voor het behandelen van eieren van het beschreven type, waarin een 35 doelmatigere opstelling van de regelorganen voor het in werking stellen van de verschillende mechanismes is aangebracht, waardoor de werking wordt verbeterd en het de gebruiker mogelijk wordt gemaakt de machine geraakkelijk-er te bedrijven en het produkt beter te inspecteren teneinde de gewenste 800 6 72 6 a * -3- 21655/CV/ts kwaliteit bij een maximale werksnelheid te handhaven.
Een verder oogmerk van de uitvinding is het verkrijgen van een machine voor het behandelen van eieren van het beschreven type met verbeterde opstellingen om te voldoen aan hygiënische eisen tijdens bedrijf en om 5 een snelle en doelmatige reiniging van de machine na gebruik mogelijk te maken.
Een machine, welke in staat is om te voldoen aan deze en andere oogmerken en voordelen, is hieronder nader omschreven en omvat een aantal mechanismes voor het breken van de eieren en het scheiden van de inhoud tO daarvan, welke mechanismes naast elkaar zijn opgesteld en zijn aangebracht teneinde continu te bewegen in een eindloze baan in een althans in hoofdzaak horizontaal vlak, waarbij de mechanismes voor het breken van de eieren en het scheiden van de inhoud daarvan ieder zijn voorzien van een een wieg-vormend orgaan voor het opnemen en ondersteunen van een ei en daarbij be-15 horende middelen voor het klemmen van het ei in de wieg, het breken van de schaal van het ei en het openen van de schaal teneinde de inhoud van het ei te storten in een scheidingsmechanisme, dat in lijn is gelegen onder het breekmechanisme, middelen voor het in werking stellen van het breek-en scheidingsmechanisme teneinde de inhoud van het ei in vooraf bepaalde 20 verzamelhouders, die op afstand van elkaar langs de baan zijn opgesteld, in te brengen en om de lege schaaldelen uit te stoten, van een continu bewegend transportorgaan voor het voeden van groepen eieren in een rijvormige verhouding van de transporteur in het breekmechanisme, van middelen, welke samenwerken met de transporteur voor het bewerkstelligen van de gelijktijdige 25 overdracht van de eieren van de transporteur naar het breekmechanisme, onafhankelijk van afmeting en gewicht van de afzonderlijke eieren en middelen voor het synchroniseren van de snelheid van de middelen voor het toevoeren en overbrengen van de eieren en de beweging van de breek- en scheidingsme-chanismes teneinde de werking van de machine met een maximale snelheid moge-30 lijk te maken.
De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een in bijgaande figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van een machine volgens de uitvinding.
Fig. 1 toont schematisch een bovenaanzicht op een machine voor het 35 breken van eieren en voor het scheiden van de inhoud daarvan, waarbij ter-wille van de overzichtelijkheid bepaalde eleméntei zijn weggelaten en andere elementen slechts gedeeltelijk zijn weergegeven.
Fig. 2 toont een zijaanzicht op fig. 1, gezien volgens de lijn 2-2 in fig. 1. 8 0 0 6 72 6 » » · -4- 21655/CV/ts
Fig. 3 toont een zijaanzicht op fig. 1, gezien volgens de lijn 3-3 in fig. 1.
Fig. 4 toont op grotere schaal een doorsnede over fig. 1, gezien volgens de lijn 4-4 in fig. 1.
5 Fig. 5 toont op grotere schaal een doorsnede over fig. 1, gezien volgens de lijn 5-5- in fig. 1. '
Fig. 6 toont een deel van de machine, gezien volgens de lijn 6-6 in fig. 4, waarbij een eindgedeelte van de toevoertransporteur van de eieren en een van de samenstellen voor het breken van een ei en voor het 10 scheiden vande inhoud daarvan in de stand voor het opnemen van een ei is weergegeven.
Fig. 7 toont gedeeltelijk in zijaanzicht en gedeeltelijk in doorsnede een breek- en scheidingssamenstel bij het breekstation, gezien volgens de lijn 7-7 in fig. 1 en wel op grotere schaal.
15 Fig. 8 toont een zijaanzicht van het breek- en scheidingssamenstel met het breek- en scheidingsmechanisme in een andere stand.
Fig. 9 toont een bovenaanzicht op het in fig. 7 weergegeven breek-en scheidingssamenstel.
Fig. 10 toont een vooraanzicht op het in fig. 8 weergegeven breek-20 en scheidingssamenstel.
Fig. 11 toont een aanzicht op de achterzijde van het breek- en scheidingssamenstel en daarbij behorende nokorganen.
Fig. 12 toont een onderaanzicht op het breekmechanisme met het wiegorgaan in de geheel gesloten stand, gezien volgens de lijn 12-12 in 25 fig. 7.
Fig. 13 toont een met fig. 12 overeenkomend aanzicht, waarbij het wiegorgaan in een gedeeltelijk open stand is.
Fig. 14 toont een met fig. 12 overeenkomend aanzicht, waarbij het wiegorgaan in de geheel open stand is 30 Fig. 15 toont schematisch, gedeeltelijk in aanzicht en gedeelte lijk in doorsnede de bevestigings- en vergrendelingsopstelling voor het scheidingsmechanisme.
Fig. 16 toont gedeeltelijk in vooraanzicht en gedeeltelijk in doorsnede de bevestigings- en vergrendelingsopstelling voor het scheidings-35 mechanisme, gezien '-volgens de lijn 16-16 in fig. 15, maar op grotere schaal dan in fig. 15.
Fig. 17 toont een doorsnede over fig. 16, gezien volgens de lijn 17-17 in fig. 16, waarbij de bevestigings- en vergrendelingsopstelling is 800 6 72 6 * * -5- 21655/CV/ts weergegeven in een stand voor het vrijgeven van het scheidingsmechanisme waarbij het bevestigingsscharnier is vrijgegeven.
Fig. 18 toont een bovenaanzicht op de nokspooropstelling voor het in werking stellen van het breek- en scheidingsmechanisme in het breek-, 5 stort- en scheidingsgebied.
Fig. 19 toont op grotere schaal een aanzicht op het gebied, waarin de eiwitten en de dooiers worden afgevoerd in verzamelpannen.
Fig. 20 toont een dwarsdoorsnede over de machine, waarbij het rei-nigingsgebied is weergegeven.
10 Zoals weergegeven in de fig;. 1-3 omvat de machine Volgens het weer gegeven uitvoeringsvoorbeeld een steungestel 10, dateën althans in hoofdzaak driehoekige vorm heeft en waarop voor beweging in een eindloze baan en in een horizontaal vlak een aantal samenstellen voor het breken van eieren en voor het scheiden van de inhoud van deze eieren of koppen 12 zijn aan-15 gebracht, waarbij de koppen naast elkaar zijn opgesteld en met elkaar zijn verbonden met koppelorganen voor het vormen van een eindloos kettingsamen-stel 14 met vertikaal op afstand van elkaar gelegen bovenste en onderste i koppelorganen 15 en 16 ( fig. 7). Het samenstel 1¾ wordt gedragen op drie paren kettingwielsamenstellen 17, 18 en 20, die zijn aangebracht op verti-20 kaal opgestelde assen 22, 23, respectievelijk 24, welke assen zijn opgesteld in een driehoek bij de driehoeken van het driehoekige gestel 10, zodanig dat ieder paar kettingwielen axiaal op afstand van elkaar is gelegen op de desbetreffende as voor het ondersteunen vanihe*·· samenstel 14. De as 23 doet dienst als aandrijfas, terwijl de andere twee assen vrij draaiende as-25 sen zijn en de steunopstelling van de transporteur bij 20 kan de vorm hebben van eirkelvormige platen, waarvan de omtreksranden zijn uitgevoerd voor ingrijping op de schakels van de transporteur. De as 23 is voorzien van een kettingwiel 25 aan het boveneinde daarvan, welk kettingwiel wordt aangedreven met behulp van een ketting 26, die teyens is gevoerd om een 30 kettingwiel 27 op de uitgaande as van een haakse tandwielkast 28, welke is voorzien van een ingaande aandrijfverbinding met een aandrijfbron, bij voorkeur een niet nader weergegeven hydraulische motor. De samenstellen 12 worden ieder in werking gesteld voor het opnemen van de eieren, voor het breken van de schalen daarvan, voor het scheiden van het eiwit Van de dooier 35 of voor het op andere wijze afvoeren van de inhoud van het ei, indien de samenstellen de rechts en gekromde banen, welke worden bepaald door de op afstand van elkaar gelegen kettingwielopstellingen, doorlopen. De eieren worden in rijen aan de samenstellen 12 toegevoerd vanaf een transporteur 30 bij een overgangsstation of-gebied. De transporteur 30 kan worden ge- 8006726 • Μ β -6- 21655/CV/ts vorrad door een de eieren dragende transporteur, welke is opgesteld bij het afvoereinde van een niet nader weergegeven wasmachine. De breek- en schei-dingssamenstellen 12 worden in werking gesteld met behulp van verschillende nokopstellingen, die op afstand van elkaar zijn gelegen langs de baan 5 van het kettingsamenstel 14, waarbij bepaalde handelingen onder de regeling van een bedieningsman staan, terwijl de eiprodukten worden afgevoerd in verzamelbakken of -houders, die op bepaalde plaatsen onder de bewegingsbaan van de samenstellen 12 staan opgesteld voor het ontvangen van de dooiers, het eiwit, complete eieren, waarvan de dooiers zijn gebroken en eventuele 10 oneetbare produkten, welke de bediener waarneemt.
Ieder van de kraak- of breek- en scheidingssamenstellen 12 ( fig. 7-17) omvatten een kraak- of breekmechanisrae 32, dat is opgesteld voor een buitenboord plaatsvindende zwaaibeweging bij het bovenste einde van een vertikaal opgestelde ondersteuningsplaat 33, en een mechanisme 34 voor het 15 scheiden van de inhoud van de eieren, welke losneembaar is opgesteld voor een naar buiten zwaaiende beweging bij.Jiet ondereinde van de steun 33 en welke vertikaal op afstand onder het breeksamenstel 32 is opgesteld.
Het breekmeehanisme 32 omvat een paar wiegvormende organen 35, 35*, die worden gevormd door gebogen staven 36, 36', die zijn opgesteld aan de 20 uiteinden van éteunplaten 37, 37' met op afstand van elkaar gelegen kruisstukken 38» 40 en 38', 40', die zijn gebogen en axiaal op afstand zijn gelegen op de stangen 36, 36*, zodanig, dat indien de wiegorganen 35, 35' naast elkaar zijn opgesteld, er een een ei ondersteunénde wieg is gevormd met een concave vormgeving, welke althans nagenoeg overeenkomt met de vormgeving 25 van het oppervlak van een schaal van een gemiddeld ei, indien- deze daarop wordt geplaatst, zodanig, dat de lange as van het ei zich in een richting loodrecht op de hartlijnen van de stagen 36, 36' uitstrekt. De steunplaten 37, 37’ van de wieg zijn voorzien van op afstand van elkaar gelegen verhoudingsgewijs korte schakels vormende organen 42, 43 en 42', 43', welke 30 zich vanaf de bovenvlakken van de platen 37 en 37' omhoog uitstrekken en op afstand van elkaar zijn gelegen en zich hellend uitstrekken in de richting van d* binnenranden van de platen 37, 37’. De schakelorganen zijn bij hun boveneinde paarsgewijs in banen 42, 42' en 43, 43* sïharnierend aangebracht op een gemeenschappelijke steunpen 44. De pen 44 strekt zich vanaf een 35 vertikaal opgestelde, een korte lengte bezittende cylinder 45 naar buiten toe uit. Op de steunpen 44 is een torsieveer 46 aangebracht, welke is uitgevoerd om de twee wiegvormende organen 35, 35' te dwingen in een stand waarin zij naast elkaar zijn gelegen, de gesloten stand. Ieder van de wieg- 8006726 .
-7- 21655/CV/ts * *♦ vormende organen 35, 35' heeft een daarbij behorend mesblad 47, 47' voor het breken, welk mesblad zich uitstrekt bij het buiteneinde van een zich omhoog uitstrekkende binnenste zijflens 48, 48' op een basisplaat 50, 50’. Iedere basisplaat 50, 50' heeft een klein zich omhoog uitstr ekkend flens-5 gedeelte 52, 52’ aan de buitenzijde daarvan.
Een scharnierpen 53, 53' strekt zich uit tussen ieder paar flensgedeelten 48, 52 en 48',52' en is gelegen in op afstand van elkaar gelegen zijflensgedeelten 54, 55, 54' , 55’ welke afhangen van de buitenste en binnenste randen van de steunplaten 37, 37' en zijdelings worden omgeven door 10 de flensdelen 48 , 50, en 48', 50’ op de messteunplatën 50, 50'. Öp de pennen 53, 53’ zijn torsieveren 56, 56* ( fig. 11) aangebracht, zodanig, dat de mesplaten worden gedrongen naar een stand langs de binnenste zijrand van het desbetreffende wiegorgaan 35, 35’, waar de snijrand van ieder blad 47, 47' de schaal van een op de juiste wijze op de wiegorganen 35, 35* ge-15 plaatst ei zal binnendringen. De steunplaten 37, 37' van de wiegen hebben ieder een afhangend kolomvormig orgaan 57, 57', dat instelbaar is aangebracht op het onderoppervlak daarvan, waarbij het ondereinde zodanig is opgesteld, dat dit in ingrijping komt met het bovenoppervlak van een daarbij behorende basisplaat 50, 50'. Ieder kolomvormig orgaan 57, 57’ (fig.
20 7, 13) dient als een instelbare begrenzingsaanslag voor de beweging van een daarbij behorend blad in de juiste kraakstand. De flenzen 48, 48’ strekken zich uit bij de binnenboordeinden bij 58, 58' teneinde uit te steken voorbij het vertikale vlak van de steun 33, waar een ingrijping kan plaatsvinden op de een nokspoor vormende rand van een nokstaaf 59 ( fig. 7) 25 teneinde het blad te zwaaien naar een verdraaide stand en het dan vrij te geven teneinde de schaal van een ei op hieronder nader te beschrijven wijze te kraken. De vertikaal opgestelde cylinder 45 is scharnierend aangebracht ί-'ορ de steun 33 met behulp van een scharnierpenopstelling 60, 60f, welke zich uitstrekt van tegenover de cylinder gelegen wandgedeelten in 30 een diametraal vlak en is gelegen in zich naar voren uitstrekkende zij-flenzen 62, en 62' van de steun 33· De scharnierpenopstelling 60' draagt een torsieveer 63, welke het kraaksamenstel 32 dringt naar een bovenste en naar buiten hellende stand ( fig. 8) . Een een ei tegenhoudend orgaan of klemorgaan in de vorm van een rechthoekige plaat 64 is aangebracht op 35 het buiteneinde van een steunarm 65, zodanig dat deze zich in een het ei klemmende verhouding boven de wiegorganen uitstrekt. De steunarm of ostaaf 65 is met zijn binneneinde bevestigd op een klein een leger vormende huls 66 op het scharnierorgaan 60 en een torsieveer 67 dringt de' steunarm 65 8006726 -8- 21655/CV/ts naar een stand om het klemorgaan 64 in ingrijping te brengen met het bovenoppervlak van een ei, indien dit voor de kraakhandeling op de juiste wijze op de wiegorganen is geplaatst. De klemplaat 64 dient voor het bepalen van een scharnierpunt indien de schaalhelften worden geopend door het zwaaien . 5 van de wiegorganen 35, 35' op de pin 44 naar de open stand. De steunarm 65 strekt zich uit langs de ene zijde van en een weinig boven de de wieg ondersteunende scharnier en/of as 44 en een korte staafvormig orgaan 68 strekt zich zijdelings uit in de richting van de scharnierpen 44 over een voldoende afstand voor het grijpen van het buitenste eindgedeelte van de 10 pen 44 en voor het begrenzen van de beweging van de klemplaat 64 in de richting van de wiegorganen 35 en 35'. De klemplaat 64 draagt een naar buiten gericht penvormig orgaan 70 "nabij het einde tegenover de steun-staaf of -arm 65, waarbij de pen 70 dienst doet als een nokvolger, welke in ingrijping komt met een nokspoor, dat wordt gevormd door een plaat en 15 staaforgaan 71 ( fig. 1), indien het klemorgaan 64 omhoog is bewogen voor het opnemen van een ei bij het eitoevoerstation en voor het vrijgeven van de delen van de schaal bij een achaalafvoerstation, welke bij de ingang naar het eitoevoergebied is.De klemplaat 64 dient om de schaal van een ei in de juiste stand te houden tijdens het kraken en openen en om daarna de 20 delen van de schaal op de wiegorganen 35 en 35' te houden, totdat het samenstel 32 het station voor het afvoeren van-de schalen bereikt.
De wiegvormende organen 35, 35’ zijn beweegbaar tussen een geheel gesloten stand ( fig. 12) en een geheel open stand ( fig. 14). De torsie-veer 46 dringt normaal de wiegorganen 35, 35' naar de geheel gesloten' stand,-25 d.w.z. naar elkaar met de mesplaten 47 en 47* naast elkaar tussen de tegenover elkaar opgestelde binneneinden vanf-de dwarsorganen 38, 40 en 38’, 40'. De wiegorganen 35, en 35' worden naar de open stand bewogen met behulp van een mechanisme, dat is aangebracht op de vertikaal opgestelde cylinder 45, welke een een as vormende pen 72 omvat, die'draaibaar is aangebracht in de 30 cylinder 45 en aan het ondereinde waarvan een kleine een nok-vormende plaat 73 is bevestigd, welke zal draaien met de as 72. De hartlijn van de as 72 bevindt zich in een vlak, dat zich uitstrekt tussen de binnenflenzen 48, 48’ op de messen dragende platen 50, 50r bij een punt binnen de scharnier-pennen 53 en 53’. De nokplaat 73 strekt zich vlak tussen de flenzen 48 en 35 48’ uit indien de wiegorganen .in een gesloten stand zijn ( fig. 12). De nokplaat 73 heeft een bepaalde breedteafmeting, zodanig, dat bij draaiing voor het daarvan brengen in een vlak loodrecht op het vlak van de tegenover elkaar opgestelde oppervlakken van de flensorganen 48, 48' de zijranden van 8 0 0 6 72 6 9 I · .
• ♦ Λ t -9- 21655/CV/ts de plaat in ingrijping zullen komen met de tegenover elkaar opgestelde flensoppervlakken en de wiegorganen 35, 35' en de daarbij behorende kraak-bladen uit elkaar zullen dringen tegen de kracht van de torsieveer 46, waarbij de wieg en daarbij behorende mesbladen zwaaien om de gemeenschappe-5 lijke steunpen 44. Bij draaiing van de nokplaat 73 in een vlak loodrecht op het vlak van^de flensorganen 48, 48’ zijn de wieg- en messamenstellen in een geheel open stand en in een dergelijke stand vergrendeld door ingrijping van de zijranden van de nokplaat 73 met de oppervlakken van de .flensorganen 48, 481 ( fig. 14). Bij het boveneinde van de nokplaatas 72 is een kleine 10 krukarm 74 bevestigd op de as en deze strekt zich radiaal van de hartlijn van de as 72 uit, terwijl op het vrije einde een opstaande nokvolgrol 75 is aangebracht. Het boveneinde van de as 72 draagt een opstaande nokvolgrol 76. De nokrol 76 grijpt aan op een binnen gelegen nokrail samenstel 77, dat zich uitstrekt langs de baan van de kraak'- en scheidingssamenstel-15len 12 vanaf een punt bij de ingang naar het ei-toevoergebied tot eeipunt voor het kraak- en afvoergebied (fig. 1 en 18). De spoorformatie is gevormd voor het regelen van de zwaaibeweging van het kraakmechanisme 32 op de scharnierpen 60, 60*, zoals hieronder nader zal worden beschreven. De bedieningsbewegingen van het scheidingsmechanisme 34 worden geregeld door 20nokrailelementen, zoals nader zal worden beschreven.
Het mechanisme 34 voor het scheiden van de inhoud van de eieren (fig. 7, 8, 10, 15-18), dat verwijderbaar is aangebracht op het ondereinde van de steunplaat 33 voor een zwaaibeweging naar buiten om een scharnier-as 78 omvat een scheidingskom of komvormig orgaan 80 voor een dooier, op-25gesteld boven een eiwit opnemende pan of schotelorgaan 82, waarbij deze twee organen zijn verbonden met een steun 83, welke althans in hoofdzaak de vorm heeft van een Y. In de bevestigde en ondersteunde stand afgebeeld in fig. 8 zijn de open bovenzijden van de twee organen 80 en 82 in op afstand van elkaar gelegen althans in hoofdzaak evenwijdige vlakke vlakken 30 met de dubbele arm of het beenorgaan 84 van de steun 83 voorzien van een kruispen 85 (fig. 10, 15, 17) bij zijn binneneinde voor het aanbrengen van het samenstel op de scharnieras 78. Het buiteneinde van het steunorgaan 84 is bevestigd aan de bovenzijde van het binnengelegen gedeelte van de omtrekszijwand 86 van de dooierkom 80. Het andere been of armorgaan 87 35 van de steun 83 strekt zich ten opzichte van het orgaan 81 naar buiten uit tussen de einden daarvan en is aan zijn buiteneinde bevestigd aan de bovenrand van de binnengelegen wand 88 van de pan 82. De dooierkom 80 kan zijn gevormd zoals afgebeeld in het Amerikaanse octrooi 4.111.111. Zoals 8006726 * * · -10- 21655/CV/jg is weergegeven heeft de kom een diepte, die voldoende is voor het opnemen . van de hele inhoud van het grootst mogelijke ei en een ondergedeelte waar in de dooier zal worden tegengehouden, terwijl de zijwand 86 een omhoog openende sleufvormgeving 89 van een twee delen vormgeving (fig. 10) in 5 het buitenste gedeelte daarvan heeft, dat zich uitstrekt boven het de dooier ontvangende bovengedeelte en waar doorheen een grote hoeveelheid eiwit snel kan uittreden en worden afgevoerd in de daaronder gelegen pan 82. Een verhoudingsgewijs kleine verdere opening 90 in de binnenzijde van de wand 86, welke zich uitstrekt boven het de dooier opnemende bodemge- * 10 deelte voorziet in een aanvullende afvoer van het eiwit onder bepaalde breekomstandigheden. De het eiwit opnemende pan 82 heeft de algemene vormgeving van de desbetreffende pan weergegeven in het Amerikaanse octrooi 4.111.111 met een omhoog en schuin naar buiten uitlopende buitenwand 92, welke een afvoer van het eiwit daaruit vergemakkelijkt indien het samen-15 stel 34 wordt gekanteld naar de uitstortstand bij het afvoerstatlon (fig.
1 en 3). Het scheidingsmechanisme 34 is scharnierend aangebracht in een gemakkelijk verwijderbare wijze op de steunplaat 33 door aan de ondereinden van de zijflenzen 62, 62* op de plaat 33 naar binnen verlopende en naar boven open zijnde legers vormende bussen 93, 93* (fig. 10, 16, 17) 20 aan te brengen, waarin tegenover elkaar gelegen eindgedeelten van de schar-nierpen 85 kunnen zijn opgenomen. De bevestiging omvat een grendelopstel-ling voor het tegenhouden van de pen 85 in de legerbussen 93 en 93' en voor het raogelijk maken van een snelle verwijdering indien dit vereist wordt en wel te zamen met een opstelling voor het vergrendelen van het 25 mechanisme 34 in bepaalde scharnierstanden daarvan. De grendelopstelling omvat een naar buiten gerichte arm 94, welke aan zijn binneneinde is bevestigd aan een scharnierpen 95, welke zich uitstrekt tussen en is gelegen in de zijflenzen 62, 62» van de steunplaat 33 op een punt boven de scharnieras 78. De grendelarm 94 heeft twee aangrenzende sleufformaties 30 96, 97 aan de onderzijde op een bepaald punt tussen de uiteinden daar van, welke zijn aangepast voor het opnemen van een grendëlpen 98, welke zich zijdelings van het bovenste gedeelte 84 van de steunarm 83 uitstrekt. De sleuven 96 en 97 en de pen 98 zijn relatief ten opzichte van elkaar zodanig opgesteld, dat het scheidingsmechanisme 34 kan worden-vergrendeld 35 indien dit zich in twee verschillende vooraf bepaalde standen bevindt, waarvan er één is in een althans nagenoeg vlakke stand (fig. 8) en de andere enigszins hoger is. Het mechanisme 34 kan uiteraard worden vrijgegeven, ten einde naar beneden te zwaaien naar een afvoerstand, welke met 800 6 72 6 0 « ί · .
-11- 2l655/CV/jg stippellijnen in fig. 7 is weergegeven, door het oplichten van de grendel-arm 94, hetzij met de hand of door ingrijping van het afgeplatte eindge-deelte 100 met een nokorgaan, zoals hieronder nader zal worden beschreven. Indien in de grendelstand, kan deze tegen losraken worden vastge- 5 houden door een nokplaat. De scharnierpen 95 draagt een korte knikarm 103 (fig. 15-17) tussen zijn einden,welke krukarm zich radiaal en naar bene* den uitstrekt en aan zi^jn ondereinde een een kleine diameter bezittende dwarspen 104 draagt. De pen 104 strekt zich uit in een verhoudingsgewijs brede sleuf 105 in het bovenste einde van een kleine langgestrekte plaat ë 10 106, welke tussen zijn eindenis bevestigd aan één einde van een scharnier- staaf 107. De scharnierstaaf 107 strekt zich uit tussen de flenzen 62 en 62* van de steunplaat 33 en is daarin gelegerd in een punt midden tussen het scharnierpunt 78 en de scharnierpen 95. De plaat 106 en een corresponderende plaat 106' bij het andere einde van de scharnierstaaf 107 strekken 15 zich beide over een voldoende afstand onder de scharnierstaaf 107 uit om te liggen boven de open bovenzijde van de legerbussen 93» 93' en voor het tegenhouden van de scharnierpen 85 in de bussen 93» 93’ > indien deze daarin is geplaatst en de grendelarm 94 is in een van de twee grendelstanden voor het scheidingsmechanisme, zoals aangeduid in fig. 15. Indien een 20 grendelarm 94 voldoende omhoog is bewogen, zoals weergegeven in fig. 17, worden de grendelplaatorganen 106 en 106' naar een niet-werkzame stand verdraaid en wordt de scharnierpen 85 vrijgegeven voor verwijdering van het samenstel 34. Een trekveer 108 is met zijn uiteinden verbonden aan de krukarm 1Q3 en de voorste bovenhoek van de plaat 106*, welke de grendel-25 platen 106 en 106' dringt in de richting voor het vergrendelen van de scharnierpen 85 en voor het voorkomen van een losraken en verwijderen van het saraenstel 34, behoudens bij het heffen van de grendelarm 94 over een voldoende afstand, zoals weergegeven in fig. 17.
Aan de steunplaat 33 is aan de binnenzijde (fig. 7 en 8) op 30 een korte afstand van de bovenzijde en de onderzijde daarvan een paar op afstand van elkaar gelegen door platen 110 en 112 gevormde kettingschakels aangebracht, welke zich over de plaat 33 uitstrekken en met hun vrije uiteinden zijn verbonden door verbindingspennen 113 en 114, die zich boven respectievelijk onder de platen 110 en 112 uitstrekken voor het verkrij-35 gen van de schakelsamenstellén 15 en 16 voor het verbinden van de naburige samenstellen 12 ten einde één continue eindloze kettingtransporteur te vormen. Bovenste en onderste geleidingskanalen 117 en 118 zijn op de ge-stelconstructie 10 aangebracht voor het bepalen van de baan van de trans- 800 6 72 6 • i -12- 21655/CV/jg porteur. Verder is een klein wiel of een rol 120 aangebracht op het ondereinde van de plaat 33 en een legerplaat of -staaf 122 is aangebracht op het gestel 10, zodanig dat de rol 120 daaroverheen beweegt. Op afstand boven het wiel 120 is een verdere rol 123 aangebracht, welke loopt langs 5 het onderoppervlak van een plaat of staaf 124, die eveneens aan het gestel 10 is bevestigd. Het wiel 120 en de rol 123 dragen bij in het stabiliseren van de samenstellen 12, zodanig dat deze in de juiste stand worden gehouden met de platen 33 in een vertikaal vlak indien zij bewegen langs de baan bepaald door de geleidingsprofielen 118 en 117 en de kraak- en 10 scheidingsmechanismen 32 en 34 worden daarbij in werking gesteld voor het kraken van de schaal van een ei, dat zich bevindt in de wieg 35, 35*, voor het openen van de schaaldelen, ten einde 'de inhoud van het ei te storten in een scheidingsmechanisme 34, waarbij de dooier en het eiwit worden afgevoerd in afzonderlijke vangorganen en de schaaldelen worden 15 weggeworpen, waarop de mechanismes 32 en 3^ worden teruggebracht naar de juiste stand voor het opnemen van een ei bij het overdrachtsstation, waar ook de kringloop zich weer kan herhalen, zoals hieronder nog. nader zal worden beschreven.
Zoals afgebeeld in fig. 4-6 is de transporteur 30 bij de invoer 20 of het overdrachtsstation gevormd door een transporteur van het rollen-type, zoals beschreven in de Amerikaanse octrooiren 2.966.184, 3.480.056 en 2.979.746. De transporteur 30 omvat op afstand van elkaar gelegen zakken vormende rolsamenstellen 130, gekenmerkt door een aantal spoelvor-mige elementen 132, die axiaal in lijn zijn aangebracht op dwarsverlopende 25 assen 133» welke zich uitstrekken tussen op afstand van elkaar gelegen zij-kettingen. Eieren opnemende uitsparingen zijn gevormd tussen de in lijn met elkaar gelegen spoelen op naburige assen, zodanig dat de ieieren · worden vooruit bewogen in rijen, waarbij de eieren in iedere rij hun · langsassen althans nagenoeg dwars in lijn hebben. De transporteur 30 is 30 zodanig opgesteld, dat het afvoereinde zich bevindt bij de invoer of het overdrachtsstation of gebied voor de breekmachine en op de juiste wijze uitgelijnd ten opzichte van de baan van de breek- en scheidingskoppen 12 voor overdracht van opeenvolgende rijen eieren naar de breekmechanismes 32 in een getinde verhouding ten opzichte van de beweging van de koppen 35 12, zodat de koppen worden gevuld indien zij langs het afvoereinde van de transporteur 30 bewegen.
Zoals weergegeven in de figuren 1, 2 en 4 wordt de transporteur 30 aangedreven met behulp van een dwarsas 133 door de zijkettingen dragende 8006726 1 · -J3- 21655/CV/jg kettingwielen 134 en de eieren vallen van de spoe le lenient en 132 van de transporteur indien een rij ervan beweegt in de cirkelvörmige baan, bepaald door de kettingwielen 134, zoals afgebeeld in fig. 5. Daar de eieren in afmeting en gewicht variëren, zullen normaal niet alle eieren in 5 een rij tegelijkertijd in de wiegformaties 35, 35’ bewegen. Kleinere en lichtere eieren zullen niet zo snel uit de zakken' bewegen als de grotere en zwaardere eieren en de snelheid waarmede zij uit de zakken van de voe-dingstransporteur in de wiegen zullen bewegen, zal niet gelijk zijn. Een opstelling is aangebracht voor het verkrijgen van een meer gelijkmatige t 10 overdracht van alle eieren in iedere opeenvolgende rij vanuit de zakken van de transporteur naar de wiegen, onafhankelijk van het gewicht of de afmeting van de eieren. Een aantal duwstangen of staven 135 van gelijke lengte zijn met hun achtereind© aangebracht op een dwarsstaaf 136 en zodanig opgesteld, dat zij zich op een in fig. 5 weergegeven wijze naar voren 15 toe uitstrekken, waarbij iedere staaf is voorzien van een voorste eind-gedeelte 137, dat omhoog is afgebogen en rust op de aandrijfas 133· De dwarsstaaf 136 is met zijn uiteinden gelegen in een paar krukarmen 138, welke zich radiaal omhoog uitstrekken vanaf een tuimeL-as 140, waaraan de ondereinden van de krukarmen zijn bevestigd. De as 140 is gelegerd in de 20 zijorganen van het steungestel 142 en aan een einde verlengd voor het opnemen van een arm 143, welke zich uitstrekt in de richting van de aandrijfas 133. De as 133 draagt een plaat 144, welke is voorzien van een aantal oren 145, die langs de omtrek aan één zijkant van de plaat op afstand van elkaar zijn opgesteld.
25 Het vrije einde 146 van de arm 143 is zodanig opgesteld, dat dit tussen de oren 145 steekt en van het ene oor 145 op het volgende oor 145 valt, indien de as 144 draait, zodat bewerkstelligd wordt dat de as 140 een tuimelbeweging uitvoert, waardoor een beweging wordt meegedeeld aan de duwstaven 135 in een althans nagenoeg ovale baan, zodanig dat de 30 hellende eindgedeelten 137 worden uitgestoken tussen de opeenvolgende rolsamenstellen 130, indien zij het einde van de transporteur ronden en synchroon met de beweging van de rolsamenstellen 130 worden terugge trokken. Dit maakt het mogelijk, dat de eieren in iedere rij althans nagenoeg gelijktijdig worden overgegeven, waardoor het mogelijk wordt om 35 de snelheid van de transporteurs op een hogere snelheid in te stellen.
De aandrijfas J33 van de transporteurt draagt aan zijn ene einde een kettingwiel 147 (fig. 2), dat met behulp van een aandrijfkets ting 108 is verbonden met een kettingswiel 150 op een uitgaande aandrijf- 8006726 -14- 21655/CV/jg as van een tandwielkast 152. De tandwielkast 152 heeft een ingangstand-wiel 153, dat met behulp van een aandrijfketting 154 is verbonden met een tandwiel 155 op een aandrijfas 23, zodat de as 23 zowel de samenstellen 12 als de transporteur 30 op de juiste wijze gesynchroniseerd aandrijft.
5 De aandri jfopstelling en de opstelling voor de overdracht van de eiet?en maakt het mogelijk om de machine met een aanzienlijk hogere snelheid in werking te stellen dan tot nu met soortgelijke machines voor dit doel mogelijk was.
De werking van de beweegbare elementen van de breek- en schei- •a 10 dingsmechanismes 32 en 34 op de samenstellen 12 wordt geregeld door spoor-vormende nokstaven of platen, die langs de baan van het transporteursamen-stel 14 zijn opgesteld. Indien de breek- en scheidingssamenstellen het gebied voor het toevoeren of de overdracht van de eieren binnentreden-.en vooruit bewegen langs het afvoereinde van de toevoertransporteur 30 be-15 weegt de nokvolgrol 76 (fig. 7) op ieder breekmechanisme 32 op de een spoor vormende buitenrand van het nokorgaan 77, welke een zodanige vorm heeft, dat de de wieg vormende organen 35, 35' worden geplaatst op het juiste niveau voor het ontvangen van een ei indien dit uit een zak van de voedingstransporteur 30 beweegt. De wiegorganen 35, 35’ worden op dit punt 20 in een 'gedeeltelijk open stand gehouden door ingrijping van de nokvolgrol 75 met eeiVliDkspoor vormende staaf 160, welke zich op afstand buiten de nokplaat 77 uitstrekt. De klemarm 65 van ieder mechanisme 32 wordt in zijn geheven stand gehouden door ingrijping van de volgrol 70 met de nokplaat of staaf 71. Het messamenstel. wordt gedraaid naar een gekantelde 25 stand, welke in fig. 7 met stippellijnen is aangeduid, door ingrijping van het binneneinde 58, 58· met de nokstaaf.59. Het scheidingsraechanisme 34 is in een lagere stand met de onderkant 82 bewegend over een nokrail 162. Indien het samenstel het gekromde gedeelte binnentreedt van de baan bepaald door de kettingwielen 18 verlaat de nokvolger 75 de nokrail 160 30 en sluit de torsieveer 46 de Wiegorganen, terwijl de klemarmvolgrol 70 de nokrail 71 verlaat en de torsieveer 67 de klem 64 omlaag beweegt op het bovenoppervlak van het ei.
De nokrail of plaat 162, welke het niveau van de schotel 82 regelt, is gevormd om het scheidingsraechanisme 34 omhoog te bewegen indien 35 het samenstel om de gekromde baan beweegt. De nokrail 58 eindigt, waardoor het mogelijk wordt, dat de gekantelde mesbladen 47, 47' snappen naar de kraakstand (fig. 7) indien het samenstel het rechte gedeelte binnentreedt voorbij het kettingsamenstel 18 met de klemplaat 64 in ingrij- 8 00 6 72 6 -15- 21655/CV/jg ping gehouden met de bovenzijde van het ei door de veer 67, welke de neer-houdarra 65 controleert. Op dit punt is de nok 77 (fig. 18) gevormd voor het omlaag bewegen van het saraenstel 32 naar de onderste, stand, waar het direct boven de dooierkom 80 van het daarbij behorende scheidingssamen-5 stel 34 is, welk scheidingssamenstel door de nokplaat 162 omhoog is bewogen naar een althans nagenoeg vlakke stand (fig. 8). Op dit punt grijpt de nokvolger 75 een voorwaarts opgestelde nokplaat 174, welke de wieg-organen 35, 35’ uit elkaar draait om de inhoud van het ei te storten in de kom 80, welke in lijn onder de wieg en althans nagenoeg vlak is op-10 gesteld. Het samenstel 34 wordt onraiddellijk omhoog bewogen door de ondersteunende nokrail 172 voor het grijpen van de pen 98 in de buitenste sleuf 97 van de grendelarm 94, terwijl het breeksamenstel 32 omhoog wordt bewogen door de omtrek van de nok 77 naar de bovenste stand, waarin deze wordt gehouden door de torsieveer 63· Het nokspoor op de nokplaat 164 is 15 gevormd voor het verdraaien van de nokplaat 73 naar een stand over het middelpunt waar het de wiegorganen 35 , 35’ in een open stand vergrendelt. Indien de samenstellen 32, 34 langs het grotere deel van het rechte baangedeelte en om het enkele kettingwieleinde van de machine bewegen, blijven zij in de afvoerstand met het samenstel 32 in de bovenste stand 20 en het saraenstel 34 vergrendeld in een stand daaronder. Er is voldoende tijd voor een afvoer van het eiwit uit de schaalhelften en ook voor het scheiden van de dooier en het afvoeren uit de kom 80 in- de verzamelpan 82. De bediener is opgesteld nabij het begin van het rechte gedeelte van de transporteurbaan, welke zich langs het enkele kettingwieleinde van 25 de machine uitstrekt (fig. 1 en 3) en is in staat om onbruikbare ei-inhoud en waar te nemen, dat.wil zeggen een inhoud, welke bloeddelen bevat en dergelijke niet eetbare bestanddelen kunnen onmiddelijk worden afgevoerd door het bedienen van de ferendelarm 94 voor het vrijgeven vai het samenstel 34, waardoor dit naar beneden kan zwaaien om de scharnierpen 30 78 ten einde zowel het eiwit als de dooier af te voeren in een opneem-vat, dat de vorm kan hebben van een schotel 165, die is opgesteld onder de baan van de transporteur (fig. 1 en 3). De bediener kan ook gebroken dooiers, welke resulteren in een mengsel van eiwit en dooier in de ver-zamelschotel 82 waarnemen. Bij het waarnemen van een gebroken dooier, 35 drukttde bediener naar achteren op de buitenrand van de verzamelschotel 82 met een voldoende druk om de kom 82 ver genoeg ..naar achteren te bewegen voor het bewegen van de pen 98 op de steun 83 van de sleuf 97 in de achterste sleuf 96 in de grendelarm 94 en voor het heffen van de gren- 8006726 -16- 21655/CV/jg delarm 94, zodat deze beweegt op een nokspoor vormende plaat 166, (fig.
1 en 3) en ontgrendelt ten einde het scheidingsmechanisme vrij te geven voor een naar beneden gerichte zwaaibeweging, ten einde de gehele inhoud van het ei af te voeren in een opvangbak 167· De opvangbak 167 kan de 5 vorm aannemen van een onder de transportbaan gelegen schotel op een punt voorbij de schotel 165, waarin niet eetbare bestanddelen worden opgenomen. Het samenstel 12 datoop de juiste wijze eiwit en dooiers van elkaar scheidt wordt toegestaan vooruit te bewegen naar een afvoerstaid, waar de dooier en het eiwit worden afgevoerd in afzonderlijke vaten in de vorm 10 van vertikaal op afstand van elkaar gelegen bovenste en onderste schotels 168 en 170 bij het afvoerstation of afvoergebied. Bij benadering van dit gebied is er een bovenste nokrail 172, welke een bovenrand heeft, die een spoor vormt waarop het buitenste einde 100 van de grendelarm 94 kan bewegen tot aan een niveau dat het.samenstel 34 vrijgeeft, zodat dit naar 15 beneden zwaait naar een afvoerstaid, waarbij de kom 80 beweegt op het onderste gedeelte 172’ van de nokrail 172 langs en boven de binnenwand van het de dooiers opnemende vat 168. De daarbij behorende verzamelpan 82 voor het eiwit zal worden ondersteund in een stand voor afvoer in het op-neemvat 170, dat beneden de schotel 168 is gelegen. Het de dooiers op-20 nemende' vat 168 heeft de vorm van een stortkoker of trechter met een onderuitlaat voorzien van een leidingaansluiting 168 met een daarbij behorend opneemvat voor de dooiers. Een nokrail 173 is opgesteld op een lager niveau en voorzien van een naar binnen gebogen vormgeving om in ingrijping te komen met een eiwit-verzamelende pan 82 indien het samenstel 34 wordt 25 vrijgegeven en de pan 82 naar beneden zwaait naar een stand voor de afvoer van de inhoud ervan, voorafgaand aan het bereiken van de het eiwit opnemende schotel 170, waardoor gewaarborgd wordt, dat de schotel om of achter het vat 170 zal bewegen. Het de dooiers opnemende vat of schotel 168 heeft omhoog hellend verlopende zijwanden bij de voorlopende zijkanten 30 en het nokrailorgaan 172 heeft voorlopende delen, welke het samenstel 84 terug omhoog bewegen naar de vlakke stand en een opnieuw ingrijpen van de pen 98 in de grendelarm 94 bewerkstelligen. De opstelling plaatst een binnenste gedeelte van het de dooiers opnemende vat 168 tussen de kom 80 en de kom 82 voor het eiwit, zodat er geen menging is van het afgegeven 35 materiaal en de afmeting van de opnemende vaten 168 en 170 is zodanig, dat verschillende mechanismen 34 tegelijkertijd materiaal kunnen afvoeren. Een luchtstraal kan zijn gericht naar de kom 80 voor de dooiers bij de nadering van het afvoergebied, ten einde enig aanhangend eiwit af te shij- 800 6 72 6 -*17- 21655/CV/jg den en een andere luchtstraal kan zijn gericht in de kom 80 indien deze afvoert in de schotel 168, waarbij de luchtstraal zal zijn gericht naar het gekromde achterste of binnenste wandgedeelte ten einde eventuele resten uit te blazen. De samenstellen 12 bewegen van het afvoergebied voor 5 de inhoud door naar een gebied voor het afvoeren van de schalen, welk gebied kan zijn gelegen op het gekromde deel van de baan van de samenstellen 12, bepaald door de kettingwielen 17. Het bovenste klemorgaan 64 wordt omhoog bewogen door ingrijping van de nokvolger 70 met het begin van de nok 71 en geeft de schaalhelften vrij voor uitstoten door een luchtstraal 10 176 in een afvoerkoker 177. De saraenstellen 12 bewegen voorwaarts vanuit het gebied voor de uitstoot of afvoer van de schalen naar de ingang van het toevoergebied voor de eieren en de scheidingskomsamenstellen 34, welke omlaag zijn bewogen voor het afvoeren van een niet eetbaar ei of een compleet ei, bewegen door een waskamer 178 (fig. 4), waarna zij gedeeltelijk 15 worden'omhoogbewogen op een ondersteunende nokrail 180 tijdens de voor-uitbeweging naar het voedingsgebied, waar rijen eieren van de transporteur 30 worden overgegeven aan de breekmechanismes 32.
Voor het vergemakkelijken van de bediening van de machine door de bediener en om het mogelijk te maken aan de bediener de snelheid van 20 de transporteurs 14 en 30 te wijzigen is een scharnierbaar aangebrachte regelhandgreep 182 (fig. 3) aangebracht, nabij de bedieningsplaats, welke handgreep verbonden is met behulp van een koppelstang 183 (fig. 3) en een dwarsas met de klep, welke de hydraulische aandrijving regelt.
Ter vergemakkelijking van een snelle reiniging in het geval, 25 dat de machine na een bedrijfsperiode stilstaat, is een afwasgebied of cabinet 184 aangebracht, zoals afgebeeld in.fig. 1, 2 en 20, welk cabinet een aantal waterstraalorganen 185 omvat, die op de in fig. 20 weergegeven wijze zijn opgesteld om waterstralen te spuiten tegen de breek- en scheidingsmechanismes 32 en 34 en de daarbij behorende delen. Een schar-30 nierend opgestelde tuimelnok 186 (fig. 2) is aangebracht en kan worden verzwaaid naar een stand voor het kantelen van de grendelarmen 94, ten einde te bewerkstelligen, dat alle scheidingsmechanismes naar een lagere stand kunnen zwaaien (fig. 20), waarin de stralen uit de onderste mondstukken 185 de kommen 80 en de pannen 82 zullen treffen, terwijl de bo-35 venste stralen het kraakmechanisme 32 zullen treffen. Een fijne instelling van de afstemming van de beweging van de voedingstransporteur 30 en de heen en weer gaande beweging van de duworganen 135 ten opzichte van de beweging van de transporteur 40, welke zonder stopzetten van de machi- 800 6 72 6 . V · -18- 21655/CV/jg ne kan worden bewerkstelligd, is mogelijk. De lengte van de aandrijfket-ting 154 (fig. 1), welke de hoofdaandrijfas 23 met de as 153 verbindt, is zodanig, dat de binnenste en buitenste parten van de ketting geen rechte banen doorlopen. De twee kettingparten kunnen ten opzichte van elkaar wor-5 den bewogen voor het verdraaien van het aangedreven kettingwiel 153 op de tandwielkast 152 en voor het instellen van de timing van de transporteur 30, terwijl de ketting beweegt. Twee (¾) afstand van elkaar gelegen kettingwielen 190 en 191 zijn beweegbaar aangebracht op de gestelplaat 192 onder de kettingparten. De kettingwielen 190 en 191 zijn aangebracht 10 op langgestrekte schuifplaten 193 en 194, welke beweegbaar zijn in sporen op de plaat 192 in de richtingen dwars op de banen van de kettingparten. De kettingwielen 190 en 191 grijpen aan op de beide kettingparten aan de buitenzijde, zodat beweging van de kettingwielen in tegengestelde richtingen de lengte van één kettingpart zal vergroten en de lengte van 15 het andere kettingpart over een overeenkomstige maat zal verminderen, hetgeen resulteert in een draaiing van het kettingwiel 153. Het kettingwiel 190 wordt gedrongen in een binnenwaartse richting door een trekveer 195, waarvan het binneneinde is bevestigd aan het gestel van de transporteur 30 en het buiteneinde is bevestigd aan het buiteneinde van de 20 schuifplaat 193» zodat het kettingwiel 190 door de veer 195 in binnenwaartse richting wordt gedrongen, dat wil zeggen in de richting voor het verlengen van het binnenste part van de ketting er voor het uitoefenen van een draaikracht op het aangedreven kettingwiel 153. De beweging van het vrij draaiende kettingwiel 191, dat is aangebracht op schuifplaat 25 194 wordt geregeld door een niet nader weergegeven instelschroef, welke is voorzien van een kruk 196 voor draaiing met de hand. Door beweging van de schuifplaat 194 en het kettingwiel 191 in een inwaartse richting z-alhet buitenste kettingpart worden verlengd en het binnenste ketting part worden verkort tegen een kracht van de veer 195 met een daaruit re-30 sulterende «draaiing van het kettingwiel 153 in een richting tegengesteld die resulterend uit de inwaartse beweging van het kettingwiel 190. Met deze opstelling kan de lengte van de twee kettingparten worden gewijzigd en kan het kettingwiel 153 met kleine stappen worden verdraaid voor het instellen van de timing van de twee transporteurs, terwijl zij lopen, 35 terwijl spanning in de ketting 154 wordt gehandhaafd.
-CONCLUSIES- 8006726

Claims (9)

1. Machine voor het breken van eieren en voor het scheiden van de inhoud daarvan, voorzien van een aantal mechanismes voor het breken van 5 eieren en voor het scheiden van de inhoud daarvan, welke mechanismes zijn aangebracht op steunen vormende organen, die zijn verbonden voor het vormen van een eindloos bewegende transporteur, welke wordt gedragen op draaibare steunorganen voor beweging in een baan in een althans in hoofdzaak horizontaal vlak, welke baan wordt bepaald door de steunorganen en is voor- * 10 zien van een verhoudingsgewijs kort recht gedeelte, dat zich uitstrekt tussen twee gekromde baangedeelten en eer een ei opnemend gebied vormt, waarbij het korte baangedeelte overgaat in een aanzienlijk langer baangedeelte, dat een breekgebied, een stortgebied en een gebied voor het scheiden van de inhoud van de eieren vormt en dat is voorzien van een gebied voor het 15 afvoeren van de inhoud uit de schalen en voor het scheiden van de schalen, welk gebied een aanzienlijke lengte heeft, en de baan verder is voor'zien van eenverderreeft’baangedeelte van aanzienlijke lengte, dat een inspectie en afvoergebied vormt, terwijl een voedingstransporteur voor de èieren is voorzien van bewegende organen voor het vooruitbewegen van groepen eieren, 20 die dwars verlopende rijen vormen, waarbij de voedingstransporteur met zijn afvoereinde is opgesteld 'bij het de eieren opnemende gebied langs het korte baangedeelte en middelen samenwerken met de voedingstransporteur bij het afvoereinde voor het aangrijpen op ieder ei op iedere opeenvolgende rij eiéren, ten einde een gelijktijdige overdracht van alle eieren in één 25 rij naar de bewegende breekmechanismes te bewerkstelligen, en middelen voor het aandrijven van de breek- en scheidingstransporteur synchroon met de transporteur voor het toevoeren van de eieren en middelen, die op afstand zijn gelegen langs het aansluitende langere baangedeelte, dat door de breek-en scheidingstransporteur wordt doorlopen voor het in werking stellen van 30 de opeenvolgende breek- en scheidingsmechanismes, ten einde ieder ei te breken, de schaaldelen te openen en de inhoud in de desbetreffende scheidingsmechanismes te storten, en verder middelen langs de baan van de breek- en scheidingstransporteur voor het in werking stellen van de mechanismes, ten einde de inhoud van de eieren af te voeren in uitgekozen ver-35 zamelbakken.
2. Machine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de aan-drijfmiddelen voor het transporteurs een mechanisme omvatten voor het instellen van de snelheid en voor het synchroniseren terwijl de transporteurs 800 6 72 6 « -20- 21655/CV/jg lopen.
3. Machine volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de middelen voor het bewerkstelligen van een gelijktijdige overdracht van alle eieren in een rij vanaf de voedingstransporteur naar de bewegende 5 breekmechanismes is voorzien van een aantal duwstaven, die zijn aangebracht op een gemeenschappelijke dwarsas, terwijl de vrije einden zich bevinden in een zodanige stand, dat zij beweegbaar zijn in een baan voor het aangrijpen op de eieren in een rij indien een desbetreffende rij het afvoer-punt bereikt bij het einde van de voedingstransporteur, zodat de eieren 10 gelijktijdig van de voedingstransporteur naar het breekmechanisme worden overgegeven en middelen zijn aangebracht voor het heen en weer bewegen van de duwstaven in een juiste tijdsverhouding ten opzichte van de beweging van de voedingstransporteur en de breek- en scheidingstransporteur.
4. Machine volgens één van de voorgaande conclusies, met het 15 kenmerk, dat de middelen voor het aandrijven van de breek én scheidingstransporteur en de transporteur voor het toevoeren van de eieren zijn voorzien van een gemeenschappelijke krachtbron en een aandrijfverbinding tussen de krachtbron en de transporteurs, waarbij de aandrijfverbinding met de voedingstransporteur een aangedreven dwarsas bij het afvoereinde van 20 de voedingstransporteur omvat en een tijdregelorgaan op de aandrijfas voor het oscilleren van de dwarsas, waarop de duwstaven zijn aangebracht, ten einde de duwstaven synchroon met de draaiing van de aandrijfas van de voedingstransporteur heen en weer te bewegen.
5. Machine voor het breken van eieren en voor het scheiden van 25 de inhoud daarvan, voorzien van een aantal mechanismes voor het breken van eieren en voor het scheiden van de inhoud daarvan, welke mechanismes zijn aangebracht op vertikaal opèestelde steunen vormende steunorganep, die naast elkaar zijn opgesteld en met elkaar zijn verbonden voor het vormen van een eindloos bewegend transporteursamenstel, dat is aangebracht op 30 draaibare steunorganen, die zijn bevestigd aan vertikaal opgestelde op afstand van elkaar gelegen assen op een steungestel, waarbij ieder steunor-gaan aan zijn boveneinde is voorzien van een mechanisme voor het opnemen, klemmen en breken van èieren en aan zijn ondereinde is voorzien van een mechanisme voor het scheiden van de inhoud van een ei, waarbij beide mecha-35 nismes voor zwaaibeweging buiten het steunorgaan zijn opgesteld en het mechanisme voor het opnemen klemmen en breken van een ei is voorzien van een paar wiegorganen voor het ondersteunen van een ei opgesteld bij de buiteneinden van langgestrekte plaatvormige steundelen, welke zich buiten het 8006726 -21- 21655/CV/jg steunorgaan uitstrekken en die zijn vooréien van paren op afstand van elkaar gelegen, zich omhoog uitstrekkende schakels vormende organen, die in samenwerkende paarsgewijze verhouding zijn opgesteld, waarbij ieder schakelorgaan draaibaar is op een gemeenschappelijke steunpen, welke zich vanaf het steun-5 orgaan naar buiten uitsteekt en verende middelen de wiegorganen naar een gesloten stand dringen, waarin zij naast elkaar zijn gelegen en scharnierend opgestelde onder veerspanning staande mesbladen voor het kraken van schalen scharnierend zijn aangebracht voor beweging langs tegenover elkaar gelegen randen van de wiegorganen en een enkel klemstaaforgaan is aange-10 bracht op het buiteneinde van een scharnierende steunarm, zodanig dat deze zich uitstrekt boven de wiegorganen en verende middelen de klemstaaf? dringen naar een stand voor ingrijping met het bovenoppervlak /an de schaal van * een ei, dat op de wiegorganen is opgesteld met zijn lange as in een vlakke t althans in hoofdzaak loodrecht op het vlak van de mesbladen, en nokorganen 15 voor het bewegen van de wiegorganen tussen een open en een gesloten stand, welke nokorganen de vorm hebben van een kleine nokplaat, welke is opgesteld tussen de tegenover elkaar gelegen binnenranden van de wiegsteunorganen en welke draaibaar is aangebracht op een vertikale draaiingsas, waarbij de nokplaat een zodanige afmeting en vormgeving heeft, dat de wiegorganen uit 20 elkaar worden gezwaaid bij een vooraf bepaalde draaiing om de vertikale hartlijn en de wiegorganen losneembaar worden vergrendeld indien de wiegorganen in een geheel open stand zijn.
6. Machine volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de kleine nokplaat is aangebracht bij het ondereinde van een vertikale as, die draai- 25 baar is in een vertikaal opgestelde cilinder, die scharnierend is aangebracht op het steunorgaan en aangepast is om te verdraaien om een draaiingsas, welke voorziet in een begrensde· buitenwaartse zwaaibeweging van het breekmechanisme, terwijl verende middelen het breekmechanisme in een opwaartse richting dringen en een radiaal armorgaan is bevestigd op het boven-30 einde van de vertikale as en is voorzien van een nokvolger op zijn vrije einde voor ingrijping op een nokspoororgaan, ten einde de draaiing van de nokplaat en daarbij het openen en het sluiten van de wiegorganen te regelen.
7. Machine volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de vertikale as aan zijn boveneinde is voorzien van een nokvolger, welke is opge- 35 steld om in ingrijping te komen met een nokspoororgaan voor het kantelen van de vertikaal opgestelde cilinder, ten einde de wiegorganen te bewegen naar een lagere stand voor het opnemen van een ei en daarna naar een stort-stand, dich nabij het scheidingsmechanisme. f 8006726 -22- 21655/CV/jg
8. Machine volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het scheidingsmechanisme is voorzien van een verzamelpan voor het eiwit en een kom voor het opnemen en scheiden van de dooier aangebracht op een verbindingssteun in een vaste stand boven de verzamelpan, waarbij de 5. verzamelpan aan zijn binnenzijde een scharnierpen bezit en het steunorgaan is voorzien van legerbussen aan zijn ondereinde, waarin de scharnierpen op de verzamelpan is aangepast om verwijderbaar te worden opgenomen, en een een grendel vormende arm scharnierend is aangebracht op het steunorgaan boven de legerbussen en zich buiten het steunorgaan uitstrekt, waarbij de 10 grendölarm is voorzien van middelen, samenhangend met zijn scharnieronder-steuning voor begrenzing van zijn naar beneden gerichte zwaaibeweging en voor het vergrendelen van de scharnierpen op de verzamelpan in de legerbussen, terwijl verder de grendelarm en de verbindingssteun voor de kom en de pan met elkaar in ingrijping zijnde middelen hebben voor het onder-15 steunen van de kom en de pan in twee verschillende standen, direct onder het breekmechanisme.
9. Machine volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de middelen voor het synchroon aandrijven van de transporteurs een aandrijfas omvatten voor het aandrijven van een van de transporteurs en een 20 eindloze ketting de aandrijfas verbindt met een aandrijfas voor het aandrijven van de andere transporteur, waarbij voor de verbindingsketting een spanmechanisme is aangebracht, voorzien van een paar vrij draaiende ketting-wielen, die zijn aangebracht op solui forganen die beweegbaar zijn in parallelle op afstand van elkaar gelegen banen, die zich dwars op de baan van 25 kettingparten uitstrekken en de kettingparten aan dezelfde zijde daarvan grijpen, terwijl èen trekveer is aangebracht om het ene schuiforgaan te dringen in een richting voor ingrijping en naar buiten uitbuigen van het ene kettingpart en voor het vergroten van de lengte daarvan, terwijl het andere schuiforgaan met de hand bedienbare middelen omvat voor het bewegen 30 van het vrij draaibare kettingwiel daarop in dezelfde richting ten einde het andere kettingpart in dezelfde richting uit te buigen en de lengte van het eerste kettingpart te verminderen tegen de kracht van de veer in waardoor het aangedreven kettingwiel wordt verdraaid en de timing daarvan wordt gewijzigd. 800 6 72 6
NL8006726A 1980-01-22 1980-12-11 Machine voor het breken van eieren en voor het scheiden van de inhoud daarvan. NL8006726A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US06/114,261 US4321864A (en) 1980-01-22 1980-01-22 Egg breaking and contents separating machine
US11426180 1980-01-22

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8006726A true NL8006726A (nl) 1981-08-17

Family

ID=22354223

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8006726A NL8006726A (nl) 1980-01-22 1980-12-11 Machine voor het breken van eieren en voor het scheiden van de inhoud daarvan.

Country Status (13)

Country Link
US (1) US4321864A (nl)
JP (1) JPS56113259A (nl)
AU (1) AU538992B2 (nl)
CA (1) CA1148760A (nl)
DE (1) DE3101130A1 (nl)
DK (1) DK8981A (nl)
ES (1) ES498212A0 (nl)
FR (1) FR2473869B1 (nl)
GB (1) GB2067391A (nl)
IT (1) IT1129459B (nl)
NL (1) NL8006726A (nl)
SE (1) SE8100193L (nl)
ZA (1) ZA807585B (nl)

Families Citing this family (26)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4534284A (en) * 1982-04-21 1985-08-13 Kewpie Kabushiki Kaisha High speed egg breaking apparatus
US4773322A (en) * 1987-01-30 1988-09-27 Seymour Foods, Inc. Albumen recovery apparatus
IT1223181B (it) * 1987-11-30 1990-09-19 Pelbo Srl Macchina automatica per lo sgusciamento delle uova, su varie linee parallele
US4799423A (en) * 1988-01-19 1989-01-24 Seymour Foods, Inc. Egg contents separating mechanism
GB2238952A (en) * 1989-12-12 1991-06-19 John Hamilton George Banks Egg cracking device
FR2661599B1 (fr) * 1990-05-02 1992-08-07 Halouze Gilbert Machine a casser les óoeufs.
NL9002455A (nl) * 1990-11-09 1992-06-01 Food Processing Systems Eibreker.
US5277320A (en) * 1992-01-21 1994-01-11 Seymour, Inc. Shell egg culling system
JP2508573B2 (ja) * 1992-10-23 1996-06-19 井関農機株式会社 施肥装置付き苗植機
JP2995523B2 (ja) * 1993-03-26 1999-12-27 共和機械株式会社 割卵機の駆動装置
US5377583A (en) * 1993-04-23 1995-01-03 Kyowa Machinery Co. Ltd. Yolk cup for egg breaking apparatus
US5460083A (en) * 1994-01-14 1995-10-24 Seymour, Inc. Egg washer, breaker and separator system
US5617782A (en) * 1995-03-31 1997-04-08 Diamond Automations, Inc. Method and apparatus for breaking, separating, and inspecting eggs
IT1282422B1 (it) * 1995-06-09 1998-03-23 Euroegg Ind S R L Macchina per lo sgusciamento automatico di uova fresche
DE19600715C2 (de) * 1996-01-11 2001-03-01 Georg Rothmaier Gmbh & Co Kg Ei-Aufschlagvorrichtung
US5628246A (en) * 1996-03-01 1997-05-13 Sanovo Engineering A/S Egg processing machine
US7763302B2 (en) * 2003-12-19 2010-07-27 Michael Foods Of Delaware, Inc. Methods for automatically making large quantities of pre-cooked eggs having a natural appearance
ES2452022T3 (es) * 2006-02-06 2014-03-31 Abb Research Ltd. Sistema de línea de prensas y método
ATE442801T1 (de) * 2006-02-23 2009-10-15 Sanovo Engineering As Verfahren zum zuführen von eiern zu einer eieraufschlagvorrichtung und eieraufschlagvorrichtung
WO2011119825A2 (en) * 2010-03-24 2011-09-29 Fps Food Processing Systems, B.V. Advanced egg breaking system
US8955429B2 (en) 2011-10-27 2015-02-17 Fps Food Processing Systems, B.V. Intermediate bracing support and guide for use with an elongated egg cracker shaft and for preventing outward bowing deflection during egg delivery and breaking operations
DK2919632T3 (da) * 2012-11-13 2019-08-19 Sanovo Tech A/S Fremgangsmåde til fødning af æg til et ægknækningsapparat og et ægknækningsapparat
BR202017020633Y1 (pt) * 2017-09-26 2020-07-14 Gilmar Ribeiro Disposição aplicada em máquina para quebra de ovos e a separação da gema e da clara
CN108968123B (zh) * 2018-09-04 2023-08-01 安徽标王农牧股份有限公司 一种死胎蛋深加工循环利用系统
EP4099836A1 (en) * 2020-02-07 2022-12-14 Sanovo Technology A/S An egg breaking apparatus and a method for increasing the yield of an egg breaking process
IT202000028796A1 (it) 2020-11-27 2022-05-27 Moba Group Bv Apparato per sgusciare uova

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2961087A (en) * 1955-09-14 1960-11-22 Walter J Reading Egg grader
US2966184A (en) * 1956-10-02 1960-12-27 Charles H Willsey Egg breaking machine
US3305066A (en) * 1965-12-02 1967-02-21 Fmc Corp Adjusting device for a transfer mechanism
FR2038079A1 (en) * 1969-03-28 1971-01-08 Henningsen Foods Machine for breaking eggs and separating - white from yolks
US3455356A (en) * 1966-01-14 1969-07-15 Henningsen Foods Egg breaking and separating machine
US3480056A (en) * 1967-03-21 1969-11-25 Charles H Willsey Egg breaking machine
JPS5141117U (nl) * 1974-09-21 1976-03-26
US4137838A (en) * 1976-12-29 1979-02-06 Warren William H Means for breaking and separating eggs

Also Published As

Publication number Publication date
DK8981A (da) 1981-07-23
FR2473869A1 (fr) 1981-07-24
ES8204286A1 (es) 1982-05-01
ES498212A0 (es) 1982-05-01
AU6513580A (en) 1981-07-30
ZA807585B (en) 1982-01-27
JPH0248222B2 (nl) 1990-10-24
AU538992B2 (en) 1984-09-06
IT8068940A0 (it) 1980-12-18
JPS56113259A (en) 1981-09-07
US4321864A (en) 1982-03-30
IT1129459B (it) 1986-06-04
GB2067391A (en) 1981-07-30
SE8100193L (sv) 1981-07-23
CA1148760A (en) 1983-06-28
FR2473869B1 (fr) 1986-12-05
DE3101130A1 (de) 1982-12-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8006726A (nl) Machine voor het breken van eieren en voor het scheiden van de inhoud daarvan.
US4694742A (en) Deep fat fryer
US5634397A (en) Egg washer, breaker and separator system
US3480056A (en) Egg breaking machine
US3903941A (en) Machine and method for filling containers to a predetermined level
US3455356A (en) Egg breaking and separating machine
US2966184A (en) Egg breaking machine
US3861289A (en) Taco shell fryer
US5613429A (en) Machine for automatically shelling fresh eggs
US5325768A (en) Apparatus for breaking and opening eggs
US3241178A (en) Meat patty forming machine
NL8901613A (nl) Broodsnijmachine.
US4862790A (en) Egg cooking apparatus
US5537915A (en) Foodstuff dispensing machine
US2815055A (en) Mechanism for separating egg whites from egg yolks
US3589419A (en) Egg-cracking head and separating means
EP0777201A2 (en) Machine for the preparation and sale of hot sandwiches
CN210525193U (zh) 一种多功能中药切分设备
EP0288522A1 (en) Apparatus and method for preparing fried potato products
US3417798A (en) Egg breaking and separating apparatus
US4304085A (en) Cocktail filling machine and method
US3101146A (en) Washing mechanism for egg separating apparatus
NL1011323C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het oogsten van witlof.
US2195882A (en) Can packing machine
SU1746998A1 (ru) "Машина дл разбивани иц и отделени желтка от белка "Ромашка"

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed