NL8005825A - Landbouwapparaat met werktuigen voor het behandelen van halm-, blad- en/of dergelijk goed. - Google Patents
Landbouwapparaat met werktuigen voor het behandelen van halm-, blad- en/of dergelijk goed. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8005825A NL8005825A NL8005825A NL8005825A NL8005825A NL 8005825 A NL8005825 A NL 8005825A NL 8005825 A NL8005825 A NL 8005825A NL 8005825 A NL8005825 A NL 8005825A NL 8005825 A NL8005825 A NL 8005825A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- rotors
- tools
- ensilage
- block
- silage
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01D—HARVESTING; MOWING
- A01D57/00—Delivering mechanisms for harvesters or mowers
- A01D57/30—Rotating attachments for forming windrows
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01F—PROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
- A01F25/00—Storing agricultural or horticultural produce; Hanging-up harvested fruit
- A01F25/16—Arrangements in forage silos
- A01F25/18—Loading or distributing arrangements
- A01F25/186—Distributing arrangements
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01F—PROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
- A01F25/00—Storing agricultural or horticultural produce; Hanging-up harvested fruit
- A01F25/16—Arrangements in forage silos
- A01F25/20—Unloading arrangements
- A01F25/2027—Unloading arrangements for trench silos
- A01F25/2036—Cutting or handling arrangements for silage blocks
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Filling Or Emptying Of Bunkers, Hoppers, And Tanks (AREA)
Description
JL . ^ * ^ -1- % / VO 1112
Landbouwapparaat met werktuigen voor bet behandelen van halm-, blad-en/of dergelijk goed.
De uitvinding heeft betrekking op een landbouwapparaat met door een frame gedragen, aangedreven, langwerpig, in de werk-richting omkeerbare werktuigen voor het behandelen van halm-, blad-en/of dergelijk goed, in het bijzonder ensilagegoed, waarbij de werk-5 tuigen op het materiaal neerdalen, dit aanvatten en naar een gewenste zijde bewegen.
De bereiding van ensilage voor het conserveren van bijv. mais, gras of bietenblad als voer voor dieren in hoge of platte silo's krijgt steeds meer betekenis. Ofschoon het opslaan van het te ensile-10 ren materiaal in dergelijke silo’s normaliter geen problemen geeft, en ook het opnemen van ensilage met daartoe bestemde inrichtingen en • apparaten betrekkelijk eenvoudig is, ontstaan vaak moeilijkheden bij het transport van ensilage naar de plaatsen en vooral ook bij de verdeling van ensilagevoer over de voedergangen in een stal.
15 Ensilage kan uit platte silo's met behulp van bloksnij- apparaten ontnomen worden, welke als aanbouwapparaat aan trekkers naar het ensilagemateriaal bewogen worden en welke met behulp van een in een beugel geleide, vertikaal verplaatsbare snijketting een en-silageblok afscheiden, dat dan op een bij het snij apparaat behorende 20 drager staande naar een veestal gebracht en afgeladen wordt. Aldaar moet het ensilageblok uit elkaar gehaald en voor het voeren aan de dieren verdeeld worden.
Daartoe bestaan apparaten, welke een ensilageblok bijv. met een getande vork als drager kunnen opnemen en welke met een aggre-25 gaat voor het laden van het ensilageblok en voor het zijdelings verdelen van boven op het blok geloste delen zijn uitgerust. Dit afladen en verdelen wordt door aangedreven werktuigen overgenomen en wel bijv. door met tanden bezette, draaiend aangedreven kettingen of banden. Bovendien zijn met tanden of haken bezette stijve frames bekend, welke 30 heen en weer lopend worden aangedreven, waarbij de tanden in het ensilageblok graven en daarbij losgemaakte ensilagedelen in de ene of de andere richting wegtransporteren.
In de praktijk is gebleken, dat zulke apparaten niet altijd tevredenstellend werken en dat enigermate goede werkresultaten slechts 35 "bij zeer bepaald ensilagegoed bereikbaar zijn. Zo kan o.a. worden vast- 8005825 -2- *; · gesteld, dat de werktuigen, resp.tanden van de bekende apparaten bij een langzame neerwaartse beweging op bet ensilageblok geen voldoende hoeveelheid ensilage losmaken, terwijl de tanden bij een te snelle dalende beweging grote stukken uit het blok scheuren, welke tot ver-5 stopping van de werktuigen en dus tot een nadelige beïnvloeding van de funktie van het apparaat leiden. Voorts dient erop gewezen te worden, dat bij al te diep ingrijpen van de werktuigen in het ensilageblok, deze aan de bovenzijde uit elkaar breekt, wat ertoe leidt, dat een deel van de ensilage naar beneden valt en verloren gaat of met 10 de hand naar de gewenste voedèrplaats gebracht moet worden.
Bedoelde vertoppingen van het apparaat treden overigens vooral dan op, wanneer de ensilage uit relatief lang of lang gesneden halm- of bladgoed bestaat, aangezien dit, zoals de ervaring leert, de eigenschap heeft, zich om de werktuigen te wikkelen, ten tenslotte 15 de vrije ruimte tussen de werktuigen op te vullen.
Dergelijke apparaten werken in de regel dan ongestoord, wanneer zeer kort gesneden, resp. gehakt ensilagegoed afgeladen en verdeeld moet worden, waardoor het toepassingsgebied aanzienlijk beperkt is of er vooraf op gelet moet worden, dat van nature kort 20 of korb gehakt materiaal geensileerd wordt.
Een ander nadeel van de bekende apparaten moet ook daarin worden gezien, dat een aantal tanden of dergelijke werktuigen bij het afladen in het ensilageblok grijpt, zodat dienovereenkomstig groot aandrijfvermogen ter beschikking moet staan, hetgeen bij een aandrij-25 ving van het apparaat via de aftakas van een trekker niet steeds te verwezenlijken is, dan wel moet de neergaande beweging relatief laag gehouden worden, hetgeen in elk geval tot dienovereenkomstig laag arbeidsvermogen leidt.
Het doel van de uitvinding bestaat in het'vers chaff en van 30 een motorisch aangedreven landbouwapparaat voor het behandelen van geoogst halm-, blad- en/of dergelijk.goed, in het bijzonder ensilage-materiaal, waarmee ensilageblokken bij een laag aandrijvend vermogen gelijkmatig opgebouwd kunnen worden en de losgemaakte ensilage zonder gevaar van verstopping van de werktuigen afgevoerd kan worden. Voorts 35 moet met het apparaat ook niet geensileerd materiaal van het bedoelde type behandeld kunnen worden.
Volgens de uitvinding wordt het bedoelde apparaat zodanig \ 80 0 5 8 2 5 -3- i -» uitgevoerd, dat de werktuigen radiaal of in hoofdzaak radiaal aan onderling evenwijdig lopende, gemeenschappelijk en in dezelfde zin aangedreven assen zijn aangebracht, dat de op de assen zittende werktuigen ten opzichte van de aan de betreffende naburige assen 5 zittende werktuigen ruimtelijk verzet zijn aangebracht en dat de tegenover liggende assen zodanige-onderlinge afstand hebben, dat de omtrekscirkels van de uit assen en bijbehorende werktuigen gevormde rotoren, elkaar snijden.
De uit de assen met werktuigen bestaande rotoren bieden 10 in vergelijking tot aflaat- en verdeelapparaten met in langsrichting beweegbare werktuigen o.a. het voordeel, dat de vrije einden van de vrije werktuigen bij elke omwenteling slechts kortstondig met het ensilageblok in contact komen en het losgemaakte ensilagegoed geen gelegenheid voor vastzetten geven, vooral bij hogere toerentallen 15 van rotoren, die eventueel aan de werktuigen hechtende ensilagedelen op grond van de daarop werkende centrifugaalkrachtenteggeslingerd en overigens ook door de in elkaar grijpende werktuigen van naburige rotoren afgestreken worden.
Door een doelmatige keuze van de toerentalverhouding, resp.
20 de instelhoek van de werktuigen van de verschillende rotoren kan worden bereikt, dat na elkaar de werktuigen van de ene rotor volledig met het ensilageblok in contact komen, zodat het losgemaakte materiaal van rotor tot rotor verder doorgevoerd wordt, waarbij een slechts zeer gering aandrijfvermogen voor de rotoren noodzakelijk is.
25 De werktuigen bestaan doelmatig uit verend elastisch ma teriaal, bijv. uit metalen bladveren, waardoor de op het ensilageblok aangrijpende werktuigen, fesp. bladveren voor zover zij op het ensilageblok een dienovereenkomstig grote weerstand ondervinden, allereerst in de afvoerrichting worden afgebogen, om bij het lichten van het en-30 silagemateriaal, resp. bij het losmaken daarvan weer te ontspannen en het losse .materiaal in de afvoerrichting te slingeren, zodat een vlakke over het ensilageblok en gericht naar de uitwerpplaatswijzende transportstroom ontstaat.
Volgens een andere uitvoeringsvorm kan aldus gehandeld 35 worden, dat het de rotoren dragende frame tenminste in een van de beide bereiken, waarin de eindrotoren zijn aangebracht, aan het zijdelingse einde een vasthoudinrichting aanwezig is, welke door drie- 80 0 5 82 5 f » -fc- puntophanging van een landbouwtrekker en dwars daarachter zich uitstrekkend, gedragen wordt. Het frame is daarbij op de steunpunten om een horizontale en evenwijdig aan de bewegingsrichting van de trekker-verlopende as zwenkbaar. Bij deze uitvoeringsvorm kunnen bijv. de zij-5 vlakken bij de opbouw van een vlakke of platte silo be*rkt resp. mechanisch resp. in de juiste stand gebracht worden, welke arbeid tot nog toe met de hand verricht moest worden.
De uitvinding wordt onder verwijzing naar de tekening nader toegelicht. Daarin toont: 10 figuur 1 een perspectivisch aanzicht van een apparaat vol gens de uitvinding in een eerste uitvoeringsvorm; figuur 2 een vooraanzicht van het apparaat volgens figuur 1; figuur 3 een zijaanzicht van het apparaat volgens figuur 1; figuur b een met figuur 1 overeenstemmend, doch gedeeltelijk 15 aanzicht; figuur 5 een andere uitvoeringsvorm van het apparaat voor verschillende toepassingsdoeleinden; en figuur 6 een aanzicht volgens de pijl C in figuur 5.
Volgens figuur 1 is voor een duidelijkheidshalve figuur 2 20 gestippeld weergegeven ensilageblok 1, een drager 2 aanwezig. Deze bestaat uit een het ensilageblok opnemende hark, welke uit een dwarsbalk 3 met evenwijdig lopende tanden U gevormd wordt, uit de beide zijstijlen 5 en een dwarsdeel 6, dat de beide stijlen onderling verbindt. Op de drager 2 voor het ensilageblok steunt een open, kast-25 vormig frame 7» en wel via aan beide zijden aanwezige, glijdende gelei dings elementen 8, welke in de U-vormige stijlen 5 grijpen, zodat het frame met behulp van bijv. een hydraulisch bedienbare aandrijving in vertikale richting over de drager 2 verplaatsbaar is.
In het op- en neer beweegbare frame 7 zijn rotoren 9 voor 30 het behandelen van halm-, blad- en/of dergelijk goed draaibaar gelegerd, 'waarbij in het getekende geval vier rotoren aanwezig zijn.
De rotoren 9 bestaan uit vierkante assen 10, met radiaal daaraan bevestigde werktuigen 11, waarbij de assen onderling evenwijdig en op in hoofdzaak evenwijdig aan het af te laden bovenste het werkvlak 35 voor de rotoren vormende vlak van het ensilageblok 1 liggen.
De radiale of in hoofdzaak radiale, langwerpige werktuigen 11 bestaan doelmatig uit verend elastisch materiaal, bijv. staal, zodat 80 0 5 82 5 * * -5- zij "bij contact met te "behandelen goed verend afbuigen.Volgens een uitvoeringsvorm kunnen zij uit bladveren bestaan, welke met hun ene einde op de bijbehorende as 10 bevestigd zijn en aan het andere vrije einde geprofileerd zijn, bijv. V-vormig. Eventueel kunnen de vrije 5 einden van de werktuigen ook met aangrijpende losmaakorganen bezet zijn. Elke as 10 heeft tenminste twee groepen bladveren, resp. werktuigen 11, waarbij alle bladveren van elke groep, dwars op de werp-richting op de smalle zijde van de bladveren gezien, in een vlak liggen. Voorts zijn de groepen van elke as zodanig aangebracht, dat de 10 bladveren van de ene groep!in de ene· richting wijzen, terwijl alle bladveren van de andere groep in tegengestelde richting wijzen. De afstand tussen de afzonderlijke bladveren onderling is zodanig gekozen, dat deze in hoofdzaak met de breedte van een bladveer overeenstemt, zodat de bladveren van de ene as in de ruimte tussen de blad-15 veren van de naburige as, resp. assen kunnen grijpen, zoals in een ander verband nog toegelicht wordt. Daarbij is het voordelig, zoals uit figuur 1 blijkt, dat de bladveren van de ene groep van elke as ten opzichte van de bladveren van de andere groep van die as eveneens bepaalde afstand bezitten.
20 De evenwijdige assen 10 van de rotoren 9 worden gemeen schappelijk, bij voorkeur door een kettingaandrijving aangedreven.
Daarbij hebben de assen aan een uiteinde tandwielen 12, welke via kettingen 13 met elkaar in verbinding staan. De as van een van de eindrotoren heeft een tweede tandwiel 1^, dat via een ketting 15 25 met het tandwiel 16 van een hydromotor 17 in verbinding staat. Aldus worden alle rotoren 9 in dezelfde zin gedraaid. De afstand tussen de assen 10 van de rotoren 9 is zodanig gekozen, dat de omtrekscirkels 18 van de rotoren elkaar snijden, hetgeen door het verzet aanbrengen van de bladveervormige werktuigen 11 mogelijk is. Door het bedoelde 30 elkaar snijden wordt bereikt, dat van het ensilageblok 1 losgemaakte en aan de opwaarts draaiende bladveren onder bepaalde omstandigheden vasthechtend materiaal door de zich neerwaarts draaiende bladveren van in de transport- of werprichting daarvoor aangebrachte rotor afgestreken wordt. Aldus wordt een zelfreinigend effekt voor blad-35 veren bewerkstelligd, zodat verstopping van de bladveren wordt voorkomen.
Voorts zijn de rotoren 9 zodanig ten opzichte van elkaar 8005825 φ * -6- aangebracht, dat de werktuigen 11, uitgaande van het einde van af-voertraject van het ensilageblok 1, met betrekking tot de door het werkvlak van het ensilageblok gevormde werkvlak verschillende stel-hoeken hebben, welke van rotor tot rotor voor een zelfde waarde 5 veranderen. Dit blijkt duidelijk uit figuur 2, waar de werktuigen 11 van de linker rotor 9 zich in de horizontale stand bevinden, terwijl de werktuigen 11 van de rechter rotor in de vertikale stand staan.
De beide andere rotoren hebben tussenstanden. Omdat de rotoren volgens de pijl A draaien, ontstaat een transport- resp. werprichting voor het 10 van het ensilageblok 2 losgemaakte materiaal, overeenkomstig de pijl B. Voorts blijkt, dat in hoofdzaak slechts een rotor in ingrijping met. het ensilageblok is, hetgeen een aanzienlijke verlaging van de noodzakelijke arbeidsenergie voor de aandrijfmotor 17 voor de rotoren 9 betekent.
15 Om een afbrokkelen van naar omlaag vallend losgemaakt goed van het werkvlak te vermijden, is het frame 7 van beschermplaten 19 voorzien, welke zich tenminste om het genoemde werkvlak heen uitstrekken, naar onderen buiten het werkvlak reiken en tijdens bedrijf het bovenste bereik van het ensilageblok 1 omvatten.
20 In de figuren 1 en U zijn deze beschermplaten 19 duide lijkheidshalve getekend.
Zoals uit figuur 2 blijkt, wordt bij de beide eindrotoren een boven in het frame 7 scharaierbare klep 20, waarmee de ene of de andere transport- of werprichting B, afsluitbaar is. De niet af-25 sluitende klep, in figuur 2 de rechter klep, kan in verschillende schuine standen ten opzichte van de vertikaal ingesteld worden, om het losgemaakte en uitgeworpen goed doelgericht naar omlaag in bijv. voertroggen te voeren. De motor 17 voor de rotoren 9 kan uiteraard in beide richtingen worden aangedreven, zodat de ene of de tegen-30 gestelde richting B wordt verkregen.
De vertikale verplaatsbaarheid van het frame 7 met de rotoren 9S in het bijzonder bij het doen afnemen van het op de drager 2 zich bevindende ensilageblok 1, wordt bijv. door een kabel-aandrij-ving bewerkstelligd, welke in figuur 1+ is getoond. De geleidingsele-35 menten 8 grijpen een kabel 21 aan, en beide kabels worden via keer-rollen 22 over het bovenste dwarsdeel 6 gevoerd en daaronder met een tweede kabel 23 verbonden, welke wederom via een vaste keerrol 2b op het dwarsdeel 3 en om een rol 25 van de zuigerstang 26 van een ' 80 0 5 8 2 5 * -7- hydraulisehe cylinder 27 gevoerd en vervolgens op het dwarsdeel is "bevestigd. De hydraulische leiding 28naar de hydraulische cylinder 27 heeft een smoorklep 29» welke zodanig ingesteld kan worden, dat een zeker en gelijkmatig naar omlaag "bewegen van het frame 7 in overeen-5 stemming met de vereiste daalsnelheid gewaarborgd is.
Het beschreven apparaat kan met een silobloksnijder van bekend type (niet weergegeven) gecombineerd worden, welke onafhankelijk van het frame 7 met de rotoren 9 ten opzichte van de drager 2 vertikaal verplaatsbaar is.
10 Voorts kan het apparaat als aanbouwapparaat voor een landbouwtrekker, als zelfstandige eenheid of als op rollen verschuifbare eenheid zijn uitgevoerd.
In het bovenstaande is het apparaat als inrichting voor het afladen en verdelen van een ensilageblok beschreven. De inrichting 15 kan echter ook voor het behandelen van ander materiaal toegepast worden, bijv. voor de opbouw van een vlakke silo 30, Dit is in de figuren 5 en 6 getoond. In het bijzonder de zijwanden van een dergelijke silo kunnen met het bedoelde apparaat ".in de gewenste toestand gebracht worden, doordat dit in het bereik van zijn ene einde een 20 dwars achter de trekker 31 zich uitstrekkende en op een driepunts-ophanging bevestigde vasthoudinrichting 32 bevestigd is. Het frame 7 is dan slechts een rechte drager 7a, de ene langszijde waarvan de rotoren 9 en de andere langszijde de aandrijving 12, 13, 1^ voor de rotoren zijn aangebracht. De aandrijving voor de rotoren 9 25 is in beginsel zoals eerder besproken, opgebouwd en geschiedt eventueel onder toepassing van de affcapas van een trekker. Het zwenken van de drager 7a om de horizontale en ten opzichte van de bewegings-inrichting van de trekker evenwijdige as kan door een aan de vasthoudinrichting 32 bevestigde hydraulische cylinder plaatsvinden. Het 30 vrije einde van de drager 7a kan een afneembare omlèidplaat 3^ bezitten.
Moet over een vlakke silo te ensileren materiaal gelijkmatig verdeeld worden, dan kan de inrichting 32 gedemonteerd en de drager 7a direkt op de driepuntsophanging van de trekker gemonteerd wor-35 den en worden aangesloten op de aandrijving van de affcapas (figuur 5, onderste gedeelte).
Ofschoon volgens figuur 6 elke as 10 slechts een paar werk- 80 0 5 8 2 5 vT. * -8- tuigen 11 heeft, kunnen ook meerdere werktuigparen op elke as aanwezig zijn.
Verderetoepassing kan het in figuur 5 en 6 getekende apparaat, eventueel bij een bepaalde constructieve aanpassing, ook bij het 5 rooien worden gebruikt, bijv. voor het keren, evenals bij andere vergelijkbare bezigheden.
80 0 5 8 2 5
Claims (10)
1. Landbouwapparaat met door een frame gedragen, motorisch gedreven, langwerpig, in de verkrichting omkeerbare gereedschappen voor het behandelen van halm-, blad- en/of dergelijk goed, 5 in het bijzonder ensilagegoed, waarbij de gereedschappen op het materiaal neerdalen, dit aanvatten en naar een gewenste zijde bewegen, met het kenmerk, dat de werktuigen (11) radiaal of in hoofdzaak radiaal aan onderling evenwijdige, gemeenschappelijk en in dezelfde zin aangedreven assen (10) zijn aangebracht, dat de op de assen 10 zittende werktuigen ten opzichte van de op een naburige as zittende werktuigen ruimtelijk verzet zijn aangebracht en dat de daar tegenover liggende assen (10) een zodanige afstand onderling hebben, dat de omtrekscirkels (.18) van de uit de assen en bijbehorende werktuigen . gevormde rotoren (19) elkaar snijden. 15 2.Apparaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de werktuigen (11) uit verend elastisch materiaal bestaan en bij in contact komen van te behandelen materiaal, verend worden afgebogen.
3. Apparaat volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de werktuigen (11) van naburige rotoren (9) uitgaande van het einde 20 van een afvoertraject, met betrekking tot de door het werkvlak van het materiaal gevormde werkvlak, verschillende, van rotor tot rotor over dezelfde waarde andere instelhoeken hebben. k. Apparaat volgens.conslueis 1-3, met het kenmerk, dat de werktuigen (11) uit stalen bladveren bestaan, welke met een einde 25 op de bijbehorende rotoras (10) bevestigd en aan het andere, vrije einde doelmatig geprofileerd zijn.
5. Apparaat volgens conclusie k, met het kenmerk, dat op elke rotoras (10) tenminste twee groepen bladveren aanwezig zijn, zodanig aangebracht, dat alle bladveren van een groep (10) dwars op 30 de werprichting op de smalle zijde van de bladveren gezien, in een vlak liggen en de beide groepen van elke as (10) zich in tegenstelde richtingen uitstrekken.
6. Apparaat volgens conclusies 1-5,met het kenmerk, dat bij beide eindrotoren kleppen (20) behoren, waarmede tijdens bedrijf de 35 ene, resp. de andere werpinrichting afsluitbaar is, terwijl de niet afsluitende klep door afbuigen van het verworpen materiaal in verschillende schuine standen ten opzichte van de vertikaal gebracht kan 8005825 V ι, -10- V worden.
7. Apparaat volgens conclusies 1-6, onder toepassing van een door middel van een hydraulische cylinder bedienbare kabelaan-drijving, met het kenmerk, dat die hydraulische leiding (28) voor 5 de hydraulische cylinder (27) voor de het frame (7) met de rotoren (9) vertikaal verplaatsbare kabelaandrijving (21-26) een instelbare smoorklep (29) heeft.
8. Apparaat volgens conclusies 1-7, onder toepassing van een drager voor het ensilageblok, met het kenmerk, dat de rotoren 10 (9) dragende frame (7). vertikaal over de drager (2) verplaatsbaar is en dat het frame (7) op tenminste het werkvlak van de werktuigen (11) alzijdig omvattende beschermplaten (9) voorzien is, welke zich naar onderen over het werkvlak uitstrekken en tijdens bedrijf het bovenste bereik van het door de drager gesteunde ensilageblok, om- 15 vatten.
9. Apparaat volgens conclusies 1-8, gekenmerkt door de combinatie met een ensilagebloksnijder, welke onafhankelijk van het de rotoren dragende frame (7) ten opzichte van de drager (2) van het ensilageblok verplaatsbaar is.
10. Apparaat volgens conclusies 1-9» met het kenmerk, dat .dit naar keuze als aanbouwapparaat voor een trekker, als zelfstandige eenheid of als over rollen verschuifbare eenheid is uitgevoerd.
11. Apparaat volgens conclusies 1-10, met het kenmerk, dat het frame (7) uit een rechte drager (7a) bestaat, aan een langs- 25 zijde de rotoren (9) en aan de andere langszijde de aandrijving (12, 13, 1^) voor de rotoren aanwezig zijn.
12. Apparaat volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de drager (7a) aan zijn ene einde aan een door trekker gedragen vast-houdinrichting (32) bevestigd en door middel van een hydraulische 30 cylinder (33) zwenkbaar is. 80 05 82 5
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
DE3030418 | 1980-08-12 | ||
DE3030418 | 1980-08-12 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8005825A true NL8005825A (nl) | 1982-03-16 |
Family
ID=6109419
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8005825A NL8005825A (nl) | 1980-08-12 | 1980-10-22 | Landbouwapparaat met werktuigen voor het behandelen van halm-, blad- en/of dergelijk goed. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL8005825A (nl) |
Cited By (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4666091A (en) * | 1982-09-03 | 1987-05-19 | Heide Hans Von Der | Pickup and delivery truck for silage, straw and similar material |
EP4406403A1 (de) * | 2023-01-27 | 2024-07-31 | Tobias Wübker | Verteilvorrichtung für die verteilung landwirtschaftlichen erntegutes |
-
1980
- 1980-10-22 NL NL8005825A patent/NL8005825A/nl not_active Application Discontinuation
Cited By (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4666091A (en) * | 1982-09-03 | 1987-05-19 | Heide Hans Von Der | Pickup and delivery truck for silage, straw and similar material |
EP4406403A1 (de) * | 2023-01-27 | 2024-07-31 | Tobias Wübker | Verteilvorrichtung für die verteilung landwirtschaftlichen erntegutes |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
EP1568265B1 (en) | Harvesting device, device for performing a bed and/or crop treatment, and harvesting method | |
DE2202908A1 (de) | Erntemaschine | |
DE2000553A1 (de) | Maehdrescher mit axialem Arbeitsfluss | |
WO2012071606A1 (en) | Sugar cane harvester | |
US3690383A (en) | Soil molding harvester pickup | |
HU182488B (en) | Swath harvesting machine connected with rough fodder processing device | |
CA2485326C (en) | Machine for mowing stalk-like crops | |
CA2354429C (en) | Forage harvester header having conveyor arrangement for controlling crop stalks | |
NZ254680A (en) | Round hay bale collecting and cutting machine: bale scooped up on curved conveyor and cut by rotary cutter | |
DE19527607A1 (de) | Mähvorrichtung für stengeliges Halmgut | |
NL1004768C2 (nl) | Werkwijze en inrichting voor het bewerken van maaigoed. | |
JP4362184B2 (ja) | ホールクロップ用ロールベーラ | |
NL8005825A (nl) | Landbouwapparaat met werktuigen voor het behandelen van halm-, blad- en/of dergelijk goed. | |
DE60218626T2 (de) | Reinigungsanordnung für Fruchterntemaschine | |
EP1461991A2 (de) | Austrageinrichtung zum Austragen von Erntegut aus einer Erntemaschine | |
US3306017A (en) | Apparatus for topping sugar beets and saving the severed tops | |
US3203430A (en) | Separating conveyor for a tomato harvester | |
DE102004014761A1 (de) | Maschine zum Mähen von stängelartigem Erntegut | |
US3742691A (en) | Harvesting machine | |
US3460324A (en) | Cane harvesting machine | |
US3584690A (en) | Separator for tomato harvester | |
GB2479059A (en) | Method and machine for lifting a material layer from above a crop | |
NL2023237B1 (nl) | Over land in een rijrichting verplaatsbare loofbewerkingsinrichting alsmede rooimachine omvattende een loofbewerkingsinrichting | |
FR2496571A2 (fr) | Benne roulante portee ou semi-portee pour distribution d'aliments de betail ou epandage de fumier | |
RU15253U1 (ru) | Капустоуборочный комбайн |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BV | The patent application has lapsed |