NL8005672A - Inrichting voor vriend-vijand identifikatie. - Google Patents
Inrichting voor vriend-vijand identifikatie. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8005672A NL8005672A NL8005672A NL8005672A NL8005672A NL 8005672 A NL8005672 A NL 8005672A NL 8005672 A NL8005672 A NL 8005672A NL 8005672 A NL8005672 A NL 8005672A NL 8005672 A NL8005672 A NL 8005672A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- friend
- interrogation
- identification device
- key
- transponder
- Prior art date
Links
Classifications
-
- G—PHYSICS
- G01—MEASURING; TESTING
- G01S—RADIO DIRECTION-FINDING; RADIO NAVIGATION; DETERMINING DISTANCE OR VELOCITY BY USE OF RADIO WAVES; LOCATING OR PRESENCE-DETECTING BY USE OF THE REFLECTION OR RERADIATION OF RADIO WAVES; ANALOGOUS ARRANGEMENTS USING OTHER WAVES
- G01S13/00—Systems using the reflection or reradiation of radio waves, e.g. radar systems; Analogous systems using reflection or reradiation of waves whose nature or wavelength is irrelevant or unspecified
- G01S13/74—Systems using reradiation of radio waves, e.g. secondary radar systems; Analogous systems
- G01S13/76—Systems using reradiation of radio waves, e.g. secondary radar systems; Analogous systems wherein pulse-type signals are transmitted
- G01S13/78—Systems using reradiation of radio waves, e.g. secondary radar systems; Analogous systems wherein pulse-type signals are transmitted discriminating between different kinds of targets, e.g. IFF-radar, i.e. identification of friend or foe
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Radar, Positioning & Navigation (AREA)
- Remote Sensing (AREA)
- Computer Networks & Wireless Communication (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- General Physics & Mathematics (AREA)
- Mobile Radio Communication Systems (AREA)
- Radar Systems Or Details Thereof (AREA)
- Control Of Position, Course, Altitude, Or Attitude Of Moving Bodies (AREA)
- Motorcycle And Bicycle Frame (AREA)
Description
r * -— —- C-5 è jimjyQjf
Inrichting voor vriend-vijand identifikatie
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor vriend-vijand identifikatie onder toepassing van gecodeerde ondervragingen en antwoorden in samenhang met een ondervraagin-richting van de ondervragende en een transponder van de onder-5 vraagde posten, en met een radiotelefonie-inrichting voor de overdracht van versleutelde berichten tussen de ondervragende en de ondervraagde post.
Teneinde in IFF-stelsels verwerkbare informaties van ondervraagde posten te verkrijgen kunnen er onder bepaalde om-10 standigheden een groot aantal maatregelen nodig zijn om de ondervraging en de antwoordafgifte door een transponder vooral tegen doelbewuste stoorhandelingen van een tegenpartij te beschermen en voor niet-bevoegde personen onleesbaar te maken.
Eén van deze maatregelen kan bijvoorbeeld hierin bestaan, de 15 ondervraging te versluieren teneinde op deze manier te bereiken, dat ondervragingen van de tegenpartij geen IFF-antwoord kunnen initiëren. Anderzijds is de versleuteling van het IFF-antwoord van groot belang, opdat een vijandelijk wapenstelsèl geen positief vriend-kenteken kan afgeven. Eveneens is het van 20 belang, dat het vriend-kenteken ongestoord ontvangen kan worden. Daar het IFF-antwoord tot nu toe betrekkelijk breedbandig op een gereserveerde frequentie uitgezonden wordt, is een storing van de overdracht van het antwoord en daarmee een vermindering van de werking van snel reagerende omvattingsstelsels 25 door middel van geringe vijandelijke bemoeiingen mogelijk.
Aan de uitvinding ligt de opgave ten grondslag, om bij een inrichting voor vriend-vijand identifikatie van de in de aanhef genoemde soort, de storingszekerheid met relatief geringe kosten te verbeteren.
30 Volgens de uitvinding wordt dit aldus bereikt,dat voor de storingsbestendige IFF-overdracht onder mede-toepassing van inrichtingen of delen van inrichtingen van een storingsbesten-dig uitgevoerde radiotelefonie-inrichting, de overdracht van het antwoord (kentekening) van de ondervraagde post volgens de 35 frequentiesprongwerkwijze via de radiotelefonie-inrichting zodanig gebeurt, dat de ondervragende post als ondervraging een 8005672 vast op de ondervraagde post bekend versleuteld codewoord tezamen met een versleuteld, een frequentie-adres bevattend, variabel gegevensdeel uitzendt, dat gelijktijdig de antwoordontvanger van de radio-inrichting van de ondervragende post op de zendfre-5 -quentie van het· te verwachten antwoordjvan de ondervraagde post instelt, en dat het gereedstellen van de zendfrequenties van de ondervraagde post met behulp van een door het frequentie-adres gestuurde frequentiesyntetiseerschakeling gebeurt, en dat op een eerste antwoord van geringe redundantie wanneer nodig, 10 een genummerd tweede antwoord met grote redundantie na elkaar op meerdere verschillende frequenties uitgezonden wordt.
Het voordeel van de inrichting volgens de uitvinding is hierin gelegen, dat de ondervraging buitengewoon storingszeker is en dat geringe extra kosten voor het opwekken van de fre-15 quentie-adressen en van de sleuteltekst voor de versleuteling van het kenteken nodig zijn, daar het antwoordadres impliciet medegedeeld wordt.
‘ Daar vrijwel alle wapenstelsels in de toekomst storings-bestendige radiotelefonie-inrichtingen mee zullen voeren, is 20 het van voordeel om deze inrichtingen of delen daarvan voor een. storingsbestendige kentekenoverdracht mede te benutten. Hierbij heeft de IFF-antwoordafgifte een absolute voorrang. De storingswerking op een juist bestaande radiotelefonieverbin-ding kan door de redundante spraakoverdracht opgevangen worden 25 op voorwaarde, dat het IFF-antwoord kort (ca 10 ms.) is en betrekkelijk zelden afgegeven behoeft te worden (twee ondervragingen per sek.).
Om de storingsbestendigheid van de radiotelefoniever-binding te verhogen resp. eerst te bereiken, wordt de voor grond-30 grond kommunikatie zeer geschikte frequentie-sprongwerkwijze toegepast. Dat wil zeggen, dat er in elk radiotelefonie-apparaat een reeks van frequenties (beter binaire instelwaarden voor de syntetiseerschakeling) opgeslagen zijn. Daarenboven worden er voor de opbouw van de radiotelefonieverbinding signaliseringsme-35 thoden van de correlatie-ontvangst toegepast. De oproepsignalen bestaan hierbij uit een duidelijk, volgens goede correlatie-eigen-schappen uitgezocht tijdteken en een versleuteld, de ontvanger markerend oproepwoord.
Voor het IFF-antwoord kunnen deze radiotelefonie-type-40 rende oproepsignalen, i.h.b. de overeenkomstige signaalgever en 8005872 -3- f s_____ « ».
signaalontvanger mede gebruikt worden. Een geschikte IFF-specifiekejcamouflage of versluiering van het oproepwoord zorgt voor de afscheidbaarheid van IFF- en radiotelefoniesignalen.
Voor de afgifte van een IFF-antwoord moeten er aan het 5 radio//telefonie-apparaat de volgende signalen afgegeven worden: - frequentieadres of instelinformatie voor de frequentiesynte- tiseerschakeling; tekst - een versluier/voor de IFF-individuele versluiering van het radiotelefonie-oproepwoord; 10 - zendinstruktie.
Het gereedvmaken van deze signalen geschiedt of in een aanpassingsapparaat tussen IFF-transponder en radiotelefonie-apparaat, of het gebeurt als een vast onderdeel van de transponder .
15 Verder wordt de IFF-antwoordafgifte op adaptieve wijze uitgevoerd, d.w.z. een eerste ondervraging behoort slechts een kort antwoord te initiëren. De storingswerking van dit antwoord op.de radiotelefonie is dan slechts gering. Slechts in 10% van alle ondervragingen zal een z.g. tweede ondervraging nodig zijn 20 en een herhaald, op vele frequenties over te dragen IFF-antwoord initiëren, zodat de totale zekerheid van onderscheiding van een IFF-antwoord zeer groot wordt.
De versleuteling en ontsleuteling van een IFF-ondervra-gingssignaal gaat uit van synchronisatie van de korresponderen-25 de versleutelingsapparaten. Deze synchronisatie kan door middel van meer of minder nauwkeurige standaard-tijdinrichtingen (klokken) gedwongen verkregen worden. Een eenvoudige werkwijze om ondanks synchronisatiefouten op korrekte wijze te ontsleutelen, bestaat hierin, dat door middel van een start-stop-bedrijf van 30 de sleutelinrichting elk tijdincrement (millisekonden tot sekon-den) een nieuwe sleuteltekst gegenereerd en opgeslagen wordt.
Voor de ontsleuteling worden er nu drie sleutelteksten simultaan toegepast.
1. Sleuteltekst uit een voorafgegaan tijdincrement.
35 2. Sleuteltekst uit het juist geldige tijdincrement.
3. Sleuteltekst uit het eerstvolgende tijdincrement.
Het blijkt nu vanzelf, dat de toegestane synchronisatie-fout + 1 tijdincrement mag zijn. Eén van de drie sleutelteksten kan dan het bericht ontsleutelen. Wel moet in het ontvangen 40 bericht het begin resp. einde onderscheiden kunnen worden.
8005672
-4- I_I
Daarenboven moet een op de zend- en ontvangplaats bekend, en in het bericht opgenomen versleuteld codewoord de bijbehorende sleuteltekst bepalen.
Al naar gelang de kwaliteit van de'toegepaste uurwer- 5 ken zijn er verschillende methoden voor de IFF-ondervraging- en antwoordafgifte. De kloknauwkeurigheid speelt in zoverre een 10—8 rol, dat er met precieze, maar dure klokken (fout ) zeer korte tijdincrementen gemaakt kunnen wordeiq ,d,w.z. dat er zeer dikwijls nieuwe sleutelteksten in werking komen. Onnauwkeurige 10 klokken leiden tot lange tijdincrementen, dus ook tot lange gel-dingstijdduren van een sleuteltekst. Deze samenhang zal hiernavolgend aan de hand van twee voorbeelden toegelicht worden.
«•6 1. Kloknauwkeurigheid + 10” .
De "klok" wordt alle 8 dagen gekorrigeerd.
15 Acht dagen identiek = 691.200 sek.
691.200 . 2. 10"6 = 1,38 sek.
De klokfout kan na 8 dagen +1,38 sek. bedragen. Hieruit volgt een tijdincrement van ongeveer 1,5 sek,, d.w.z. dat er elke 1,5 sek. een nieuwe sleuteltekst toegepast 20 wordt en alle ondervragingen binnen 1,5 sek. dezelfde versleuteling hebben, —8 2. Kloknauwkeurigheid +10
De "klok" wordt alle 8 dagen gekorrigeerd.
691.200 .2. 10"8 r 13,8 msek.
25 Er is dus elke 15 msek. een nieuwe sleuteltekst mogelijk.
Praktisch elke ondervraging heeft een andere sleuteltekst als basispositie.
Zoals reeds vermeld, kunnen er bij onnauwkeurige klokken meerdere ondervragingen in de geldingsduur van een sleuteltekst 30 vallen en kunnen dus identieke ondervragingssignalen resp.ant-woordsignalen teweegbrengen. Dit kan door de tegenpartij voor storingsdoeleinden benut resp. voor een vriendsimulatie aangetrokken worden. Om deze reden wordt bij voorkeur in elke ondervraging een telkens per ondervraging gegenereerd variabel gege-35 vensdeel ingebouwd. Dit variabele gegevensdeel kan tezamen met de voor langere tijd geldige sleuteltekst als basisinformatie dienen voor het opwekken van frequentie-adressen en voor het versluieren van antwoordkentekens,
De ondervraging bevat in dit geval niet alleen een vast 40 of versleuteld codewoord, maar aanvullend een per ondervraging 8005672
i 0BB|B
-5- I
veranderend gegevensdeel. Terwijl er in het vaste codewoord fouten zijn toegelaten, moeten er in het variabele gegevensdeel van de ondervraging door gegevenswaarborgmaatregelen overdracht-fouten ten minste onderscheiden worden. Methoden van de redun-5 dante codering kunnen hier toegepast worden.
Het variabele gegevensdeel van de ondervraging kan tezamen met de juist geldige sleuteltekst (delen daarvan) op eenvoudige manier als startinformatie van een lineair teruggekoppeld schuifregister (scrambler) fungeren. Na de onderschei-10 ding van een ondervraging, de ontsleuteling van het ondervraag- ΘΓ* signaal en het stellen van dit register, kunnen/door gedefinieerde klokpulsen van het register frequentie-adressen en de versluieringstekst voor de versluiering van het antwoordkente-ken verkregen en aan de radio-inrichting voor het afgeven van 15 het antwoord verder/zgegeven worden. Op deze manier kan ook het z.g. tweede antwoord, n.1. vele kentekens op verschillende frequenties, opgewekt worden. In dit geval wordt het register in een opgelegde reeks meervoudig met klokpulsen gestuurd en worden dus per werkstap verschillende frequentie-adressen en ver-20 schillende versluieringsteksten opgewekt. Vanzelfsprekend moet een dergelijke procedure aan de ondervraagkant uitgevoerd wor- o den voor het decoderen van het antwoord. Met vertragingstijden welke door de verwerkingstijd van het ondervraagsignaal bij de transponder veroorzaakt worden, moet aan de antwoordontvangkant ----ÊS^rekening gehouden worden. Eveneens kan met de maximaal optredende trajektlooptijd door een "ontvangvenster,r voor het betreffende kenteken rekening gehouden worden. De graad van beveiliging van deze werkwijze ten opzichte van vijandelijke stoor-capaciteit resp. simulatievermogen, is weliswaar beperkt maar 30 nog voldoende groot. Deze methode kan vanzelfsprekend ook bij toepassing van meer nauwkeurige klokken toegepast worden. De ' graad van beveiliging, wordt hierbij bij korter wordende geldingsduur van de sleuteltekst hoger.
Bij toepassing van nauwkeurige klokken resp. bij korte 35 geldingsduur van de sleuteltekst (enige millisek.) kan men de overdracht van een variabel gegevensdeel in de ondervraging weglaten, daar elke ondervraging met hoge waarschijnlijkheid met een andere sleuteltekst versleuteld wordt. De waardering van de ondervraging beperkt zich dan slechts nog tot de deco-40 dering van het vaste versleutelde codewoord voor de synchro- 8005672
* I
nisatie van de transpondersleutelinrichting op de ondervraag-sleutelinrichting en decodering : 1./2. ondervraging, frequen-tie-adres en versluiertekst voor de versluiering van het kenteken kunnen aan de sleutelinrichting in de transponder ont-5 leend worden, d.w.z. behalve het opwekken van de sleuteltekst voor de ontsleuteling van de ondervraging (telkens 3 teksten) worden verdere sleutelbits voor frequentieadres en kentekenver-sleuteling opgewekt en verder met het onderscheiden van een ondervraging~ae radio-inrichting afgegeven. Bij een tweede onder-Ί0 vraging wordt de sleutelinrichting in een opgelegde tijdreeks met klokpulsen gestuurd en wordt de ontstane sleuteltekst aan de radio-inrichting verder afgegeven. Dit gebeurt zowel bij de ondervrager als bij de transponder (rekening houdend met de signaalverwerkingstijd).
Ί5 De uitvinding zal aan de hand van verdere uitvoerings- voorbeelden toegelicht worden met verwijzing naar de tekeningen, waarin : fig. 1 het blokschema geeft van een antwoordgever (transponder) en van de bijbehorende inrichtingen met aansluitingen 20 voor een bijbehorend radiotelefonie-apparaat, en de fig. 2 en 3 blokschema's geven van een ondervragende post en een bijbehorend radiotelefonie-apparaat.
Het via een optisch resp. elektronisch ontvangstelsel 1 (fig. 1) gedemoduleerde ondervraagsignaal wordt aan een ont-25 sleutelingsschakeling 2 ingevoerd. In de ontsleutelingsschake-ling wordt met behulp van drie verknopingselementen M1, M2 en M3 gelijktijdig met drie, in de registers SR 1, SR2 en SR3 opgeslagen sleutelteksten het ondervraagsignaal ontsleuteld. De drie ontsleutelde ondervraagsignalen passeren telkens een ver-30 gelijkingsregister VR1, VR2 en VR3. De inhouden van deze registers worden met behulp van een vast ingesteld codewoord in de vergelijkingsschakelingen V1, V2 en V3 op identiteit onderzocht. De resultaten van het identiteitsonderzoek worden aan drempel-waardeschakelingen SW1, SW2 en SW3 toegevoerd. In de drempel-35 waardeschakelingen wordt het aantal van overeenstemmingen van ontvangen met het vast ingestelde codewoord bepaald en wordt bij overschrijding van een vooraf bepaalde drempel (aantal overeenstemmingen) een signaal aan een logische beslissings//schake-ling EL afgegeven. De logische beslissingsschakeling bekrach-40 tigt dan schakelaars S1 en S1· zodanig, dat slechts die sleutel- 8005672 • ___ . » -7- : tekst in werking blijft, die het codewoord op de juiste wijze kon ontsleutelen.
Het op het codewoord volgende variabele gegevensdeel en het bijbehorende testdeel van het ondervraagsignaal wordt nu met 5 de juiste sleuteltekst ontsleuteld en kan verder verwerkt worden.
Zoals reeds vermeld, wordt het ontvangen ondervraagsignaal, i.h.b. het codewoordgedeelte, met behulp van drie verschillende sleutelteksten simultaan ontsleuteld. Dit is nodig opdat de nauwkeurigheidsvereiste voor de besturing van een 10 sleutelapparaat S binnen realiseerbare grenzen blijft. Een klok-besturing van het sleutelapparaat 5 zorgt op de plaats van de ondervrager zoals ook bij de transponder voor het opwekken van de sleutelteksten, d.w.z. elk tijdincrement (b.v. sek.) wordt een nieuwe sleuteltekst opgewekt. Tussen twee nieuwe sleutel-15 teksten kunnen echter meerdere ondervragingen optreden, daarom wordt er bij elke ondervraging een individueel deel (variabel gegevensdeel) in het ondervraagsignaal ingebouwd. Als gevolg van de toegestane klokfout moet ter plaatse van de transponder - zoals boven reeds beschreven - de voor de ondervraging 20 geldige sleuteltekst opgezocht worden. Hierbij staan drie. sleutelteksten ter beschikking.Betrokken op een klok ü van de trans- 9 ponder en op het binrenkomen van een ondervraging zijn dit de sleutelteksten uit een voorafgaand, een juist geldig en een toekomstig tijdincrement. Via het codewoord, een bij de zend-25 en ontvangplaats bekende informatie, wordt de passende sleuteltekst uitgezocht en wordt met deze sleuteltekst de verdere verwerking van het ondervraagsignaal uitgevoerd. Het transponder-sleutelapparaat kan op de volgende manier gestuurd worden :
Een klok U, die uit een kwartsgestuurde klokpulsverdeler-30 keten bestaat, zorgt voor de besturing van de sleutelinrichting 5. Elk tijdincrement kan nu een via een dagsleutel beïnvloedbare sleuteltekst opgewekt worden.
Wordt nu aan de kloktijd de waarde "O" toegevoegd, dan is het juist geldige tijdincrement bij de sleutelinrichting S 35 werkzaam. Het afgelopen resp. toekomstige tijdincrement kan door additie van -1 resp. +1 bij de juist geldige kloktijd werkzaam gemaakt worden.
Bij de onderscheiding van een ondervraging in de transponder wordt de sleutelinrichting S met verhoogde kloksnel-40 heid driemaal geactiveerd en wordt aan een sommeerschakeling SU
8005672 -8- de waarde -1,0 en +1 toegevoegd. De ontstane sleutelteksten worden in de gescheiden registers SR1, SR2, SR3 èn in de registers SIR1, SIR2, SIR3 van een scrambler 4 opgeslagen.
Een andere mogelijkheid van^oesturing bestaat hierin, dat 5 de klok U in de transponder in het algemeen een tijdincrement voorloopt en dat er in het klokritme van de klok per tijdincrement een nieuwe sleuteltekst opgewekt wordt. De opslag van de drie sleutelteksten gebeurt dan seriegewijs door achter elkdar geschakelde registers. Bij de invoer van een nieuwe sleutel-10 tekst worden automatisch de inhouden van de registers verschoven, zodat altijd ook de twee voorafgegane sleutelteksten ter de beschikking staan. Gedurende^ontsleuteling van de ondervraging moeten de drie registers gescheiden worden en moeten zij elk in de keten gesloten worden, opdat de inhouden aan verdere 15 ondervragingen ter beschikking kunnen blijven. staan.
De verdere verwerking van het reeds ontsleutelde variabele gegevensdeel geschiedt op de volgende manier. Het variabele gegevensdeel wordt gelijktijdig in twee inrichtingen ingelezen, in een foutonderscheidingsinrichting 3 en in een scrambler 4.
20 In de foutonderscheidingsinrichting 3 wordt door een deelregister DR het variabele gegevensdeel en het bijbehorende testdeel door de generator-veelterm gedeeld. Blijft er aan het einde van het deelproces, een rest in het register DR over, d.w.z. zijn niet alle plaatsen van het deelregister "O", dan zijn er over-25 drachtsfouten te onderscheiden. Een nultestinrichting NT spreekt aan zodra het deelregister met nullen gevuld is, d.w.z. dat er met hoge waarschijnlijkheid geen fouten in de overdracht zijn opgetreden. Bij een met sukses bekroonde nultest wordt de verdere verwerking van het variabele gegevensdeel voortgezet.
30 Zoals reeds vermeld, wordt het variabele gegevensdeeljaan de scramblerinrichting 4 verdergegeven en wordt het daar in het scrambler-register SA ingevoerd. Gelijktijdig wordt er uit een via de schakelaar S1 gekozen sleutelregister SIR1, SIR2, SIR3 een sleutelinformatie in een scrambler-register SB overgenomen.
35 Beide informatiedelen, het variabele gegevensdeel en het sleu-teldeel, dienen als uitgangswaarde voor het opwekken van een bit-reeks volgens de wetmatigheden van lineair teruggekoppelde schuifregisters.
In principe zou hierbij het sleuteltekstgedeelte voor de 40 vorming van het startadres weggelaten kunnen worden. Het sleitel- 8005672 » I ...ii.-.iriuuirii . _i .ir.mr-· ι ι . _ . in,
-9- flHBBH
l tekstgedeelte verhoogt echter de zekerheid van navorming van het kenteken en maakt lange registerperioden mogelijk.
De laatste bit van het variabele gegevensdeel stelt een z.g. ondervraag-,,nummer" voor, opdat tussen een eerste onder-5 vraging en een tweede ondervraging onderscheiden kan worden.
, Deze laatste bit wordt in een extra geheugen AN bewaard.
Wanneer de nultest in de foutonderscheidingsinrichting 3 met sukses bekroond wordt, dan worden de schakelaars S2 en S2’ van de scrambler 4 in de stand b gebracht. Het met een start-10 informatie geladen register SA, SB werkt nu als lineair teruggekoppeld schuifregister (scrambler) en wekt een bitreeks op zodra een schuiftakt toegevoerd wordt. De periode van deze ii* 1 bitreeks bedraagt 2n“ bit; hierbij is n het aantal trappen van het register.
15 'Bij een eerste ondervraging wordt dit register nu met een paar klokpulsen gestuurd. De aldus opgewekte bitreeks stelt een frequentie-adres (a-bits) en een versluierinformatie voor de versluiering van het kenteken voor. Deze informatie wordt tezamen met een zendinstruktie aan een radiotelefonie-apparaat 20 SF1 verder doorgegeven. Daar wordt de bijbehorende frequentie ingesteld en wordt een versluierd kentekensignaal opgewekt, o en wordt de zender voor de duur van de afgifte van het kenteken via een procesbesturing 6 ingeschakeld.
Een tweede ondervraging initieert meerdere van deze ken-25 tekenuitzendingen. Hiertoe wordt het register SA, SB meervoudig met klokpulsen gestuurd en wordt de zendinstruktie via de procesbesturing meervoudig afgegeven. Elk van deze kentekens treedt op een andere frequentie op en bevat een andere versluierinf ormatie. Het kenteken zelf is het radiospecifieke 30 oproepsignaal, het wordt ter plaatse van de ondervraging door correlatiemethoden uit de ontvangsignalen gedecodeerd.
In vergelijking met de IFF-transponder is de ondervraag-inrichting (fig. 2) beduidend eenvoudiger opgebouwd. De inrichting bestaat uit de eigenlijke ondervraaginrichting AF en 35 het radiotelefonietoestel SF2. In het bijzonder moet het sleutëL-apparaat 10 met de randregisters SR 1, SR2, SR3; SIR1, SIR2, SIR3 per ondervraging alleen een sleuteltekst genereren en kan dus vereenvoudigd worden. De inrichtingen voor de identiteits-test voor de codewoorden vervallen. Er is aanvullend in de on-40 dervraaginrichting een ruisgenerator RG nodig. Deze wekt per 8005672 -ίο- iflHHHBf Ι|Τ··^Μ·^ΜΜ·Ι ________ ondervraging een nieuw, van de vorige ondervraging onafhankelijk, variabel gegevensdeel op. Het variabele gegevensdeel wordt in de gegevensbeveiligingsinrichting 11 onder toevoeging van redundantie omgewerkt (schakelaar SA2 in de stand a, 5 schakelaar SA3 in de stand a), zodat er in de transponder een foutonderscheiding mogelijk is. De laatste bit van het variabele gegevensdeel stelt het ondervraagnummer voor. Hiertoe wordt de schakelaar SA2 in de stand b gebracht. De in de gegevensbeveiligingsinrichting 11 door veeltermdeling ontstane testbits 10 worden bij toepassing van systematische codes aan het variabele' gegevensdeel toegevoegd of vastgemaakt.
De schakelaar SA3 bevindt zich dan in de stand b. Het ondervraagsignaal heeft dientengevolge de volgende opbouw: codewoord; variabel gegevensdeel; testbits voor de foutonder-15 scheiding.
In detail zijn de volgende besturingshandelingen nodig :
Synchroon met het uitzenden van het ondervraagsignaal wordt door de zender de sleuteltekst uit het bufferregister PR1 gelezen. Bij een verknopingselement V wordt de versleute-20 ling van het ondervraagsignaal teweeggebracht. Het in een code-, woordregister CR opgeslagen, vast ingestelde codewoord wordt eerst uitgezonden (SA1 in de stand a). Hierop aansluitend wordt de schakelaar SA1 in de stand b gebracht. De schakelaars SA2, SA3 en SA4 staan nu in de stand a.
25 Het in de ruisgenerator RG opgewekte variabele gegevens deel wordt eenmaal in het scrarablerregister SCR A geladen. Aan de andere kant wordt in de gegevensbeveiligingsinrichting 11 de deling door de generatorveelterm teweeggebracht en worden tevens de variabele gegevens uitgezonden. De laatste bit van 30 het variabele gegevensdeel is het ondervraagnummer, hiertoe wordt de schakelaar SA2 in de stand b gebracht. Gelijktijdig met het inlezen van het variabele gegevensdeel in het scrambler-register SCR A wordt het scrambler-register SCR B geladen met de in het bufferregister PR 2 aanwezige sleutelinformatie, zo-35 dat aan het einde van dit proces dezelfde startvoorwaarde voor het opwekken van de scramblerreeks ingevoerd is als op de plaats van de transponder.
Na de overdracht van het variabele gegevensdeel wordt de schakelaar SA3 in de stand b gebracht en wordt het deelre-40 sultaat - de testplaatsen - uit de gegevensbeveiligingsinrich- 8005672 i........................ '« ........
I ‘ * -11- '! ting 11 uitgelezen en uitgezonden. Rekening houdend met de in de transponder ontstane signaalverwerkingstijd, wordt de scrambler SCRA, SCRB via de schakelaar SA4 (stand b) gestart. De ontstane bitreeks wordt tezamen met de ontvanginstruktie aan 5 het radiotelefonie-apparaat SF2 afgegeven.
' . In het radiotelefonie-apparaat SF2 (fig. 3) wordt de , overdrachtfrequentie van het kenteken ingesteld en wordt de versluiertekst voor de ontsluiering van het kenteken ter beschikking gesteld. Een kentekencorrelator KK in het radiotelefonie- 10 apparaat ’'zoekt” nu het kenteken in het ontvangsignaal op. Wordt het kenteken ontdekt, dan wordt er bij een procesbeturing AST van de ondervraaginrichting AF een overeenkomstig signaal afgegeven, d.w.z. er is een ”vriend”-melding binnengekomen. Een tweede ondervraging is dan niet nodig.
een 15 Wordt er daarentegen binnen~bepaald tijdvenster (yas - ms) geen kenteken ontdekt, dan wordt de tweede ondervraging gestart. De scrambler SCRA, SCRB wordt hiertoe meervoudig met klokpulsen gestuurd, zodat synchroon met het transponderradio-apparaat de bijbehorende frequenties en versluierteksten werk- 20 zaam worden. De tweede ondervraging is dan "met sukses bekroond" wanneer tenminste één van de kentekens onderscheiden wordt.
De besturing van de sleutelinrichting SAF voor het opwekken van de sleutelteksten gebeurt via een klokschakeling.
Bij elk klok-tijdincrement kan hierbij een nieuwe sleuteltekst 25 gegenereerd en in de buffergeheugens 1 en 2 opgeslagen worden, ook slechts
Het is echter ~ mogelijk, om^op het ondervraagtijdstip de kloktijd op de sleutelinrichtlrgenjin te laten werken; de sleuteltekst kan dan met het ondervraagsignaal stapvormig opgewekt worden.
8005672
Claims (12)
1. Inrichting voor vriend-vijand identifikatie onder toepassing van gecodeerde ondervragingen en antwoorden in samenhang met een ondervraaginrichting van de ondervragende post en met een transponder van de ondervraagde post, en met een radiotele-5 fonie-inrichting voor de overdracht van versleutelde berichten tussen de ondervragende en de ondervraagde post, met het kenmerk, dat voor de storingsbestendige IFF- de overdracht onder medegebruik vanginrichtingen of delen van de inrichtingen van een storingsbestendig uitgevoerde radiotele-10 fonie-inrichting (SF 1, SF2), de overdracht van het antwoord (kenteken) van de ondervraagde post volgens de frequentieqjrong-werkwijze via de radiotelefonie-inrichting (SF1) zodanig gebeurt, dat de ondervragende post (AF) als ondervraging een vast, aan de ondervraagde post bekend versleuteld codewoord 15 tezamen met een versleuteld, een frequentie-adres bevattend, variabel gegevensdeel uitzendt, en gelijktijdig de antwoordont-vanger van de radiotelefonie-inrichting (SF2) van deze post op de zendfrequentie van het te verwachten antwoord van de ondervraagde post instelt, en dat de ter beschikking stelling van 20 de zendfrequenties van de ondervraagde post met behulp van een door het frequentie-adres gestuurde frequentiesyntetiseer-schakeling gebeurt, en dat op een eerste antwoord van geringe redundantie wanneer nodig, een genummerd tweede antwoord met grote redundantie na elkaar op meerdere verschillende frequen-25 ties uitgezonden wordt.
2. Inrichting voor vriend-vijand identif ikatie volgens conclusie 1,met het kenmerk, dat het variabele gegevensdeel in samenhang met een voor langere tijd geldige sleuteltekst (b,v. meerdere sekonden) voor de vorming van frequen- 30 tie-adressenAVOor de versluiering van het antwoord dienen.
3. Inrichting voor vriend-vijand identif ikatie volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de versleuteling van ondervraging en antwoord in quasi-synchrone sleutel-apparaten, die bijvoorbeeld door klokken (UI, U2) van beperkte 35 nauwkeurigheid gestuurd zijn, in de ondervragende post (AF) en in de transponder gebeurt. 8005672 -13- j WKlÊÊBt
4. Inrichting voor vriend-vijand identifikatie volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de versleuteling van ondervraging en antwoord bij quasi-syn-chrone sleutelapparaten door een start-stop bedrijf van de 5 sleutelapparaten (5, 10) gebeurt, doordat per tijdincrement (sek. tot millisek.) een nieuwe sleuteltekst opgewekt en opgeslagen wordt.
5. Inrichting voor vriend-vijand identifikatie volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat 10 de versleuteling door wisseling van het variabele gegevens-deel van ondervraging tot ondervraging veranderd wordt.
6. Inrichting voor vriend-vijand identifikatie volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat voor de ontsleuteling van het ondervraagsignaal telkens drie 15 sleutelteksten simultaan gebruikt worden.
7. Inrichting voor vriend-vijand identifikatie volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het variabele gegevensdeel in een foutonderscheidingsinrich-ting (3) van de transponder op overdrachtfouten onderzocht 20 wordt.
8. Inrichting voor vriend-vijand identifikatie volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat voor het afgeven van een IFF-antwoord van de transponder een instelinformatie voor de frequentiesyntetiseerschakeling, een 25 informatie voor de versluiering van het kenteken en een zend-instruktie aan de radiotelefonie-inrichting (SF1) afgegeven worden.
9.Inrichting voor vriend-vijand identifikatie volgens één ' der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat 30 in de transponder een lineair teruggekoppeld schuifregister (4) aangebracht is, waarvan de startinformatie van het variabele gegevensdeel van de ondervraging en eventuele gedeelten van de bijbehorende sleuteltekst afgeleid is.
10. Inrichting voor vriend-vijand identifikatie volgens één 35 der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat door gedefinieerde klokpulsen van het teruggekoppelde schuifregister (4) het frequentie-adres en de informatie voor de 8005672 versluiering van het antwoord (kenteken) verkregen en aan het radiotelefonie^apparaat (SF1) voor de afgifte van het antwoord toegevoerd worden.
11. Inrichting voor vriend-vijand identifikatie volgens één 5 der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het teruggekoppelde schuifregister (4) voor het opwekken van een groot aantal kentekens op verschillende frequenties (tweede antwoord) meervoudig met een klokpulsreeks bestuurd wordt.
12. Inrichting voor vriend-vijand identifikatie volgens één 10 der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat met de door de verwerkingstijd van het ondervraagsignaal in de transponder ontstane vertragingstijden bij de decodering van de antwoorden in de ondervragende post rekening gehouden wordt. 8005672
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
DE2941820 | 1979-10-16 | ||
DE2941820A DE2941820C2 (de) | 1979-10-16 | 1979-10-16 | Einrichtung zur Freund-Feind-Identifizierung |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8005672A true NL8005672A (nl) | 1984-12-03 |
Family
ID=6083595
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8005672A NL8005672A (nl) | 1979-10-16 | 1980-10-15 | Inrichting voor vriend-vijand identifikatie. |
Country Status (8)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4566009A (nl) |
BE (1) | BE885728A (nl) |
DE (1) | DE2941820C2 (nl) |
FR (1) | FR2551219A1 (nl) |
GB (1) | GB2143699B (nl) |
IT (1) | IT1132850B (nl) |
NL (1) | NL8005672A (nl) |
NO (1) | NO803062L (nl) |
Families Citing this family (20)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US5223837A (en) * | 1981-11-12 | 1993-06-29 | The United States Of America As Represented By The Secretary Of The Army | Anti-exploitation method and apparatus for controlling aircraft IFF |
US5170168A (en) * | 1986-07-17 | 1992-12-08 | Standard Elektrik Lorenz Ag | Identification of friend from foe device |
FR2605416B1 (fr) * | 1986-10-15 | 1988-12-02 | Lmt Radio Professionelle | Procede d'identification iff de champ de bataille et systeme iff de mise en oeuvre |
FR2688108B1 (fr) * | 1992-02-28 | 1994-12-23 | Thomson Csf | Procede de durcissement de transmissions, en particulier entre une station de commande et un transpondeur, et dispositif de mise en óoeuvre. |
US5280287A (en) * | 1992-06-30 | 1994-01-18 | The United States Of America As Represented By The Secretary Of The Navy | Coded identification and positioning system |
US5446462A (en) * | 1993-01-14 | 1995-08-29 | E-Systems, Inc. | Extremely high frequency vehicle identification and communication system |
GB9410959D0 (en) * | 1994-06-01 | 1994-07-20 | Coveley Michael | Radio ranging finder |
US7511621B1 (en) | 1995-08-31 | 2009-03-31 | Intermec Ip Corp. | High-performance mobile power antennas |
US5850181A (en) * | 1996-04-03 | 1998-12-15 | International Business Machines Corporation | Method of transporting radio frequency power to energize radio frequency identification transponders |
US6429775B1 (en) * | 1996-04-03 | 2002-08-06 | Intermec Ip Corp. | Apparatus for transporting radio frequency power to energize radio frequency identification transponders |
US5745575A (en) * | 1996-05-20 | 1998-04-28 | The United States Of America As Represented By The Secretary Of The Army | Identification-friend-or-foe (IFF) system using variable codes |
US6870501B2 (en) * | 2001-06-26 | 2005-03-22 | Raytheon Company | Digital radio frequency tag |
US8643503B2 (en) | 2005-01-28 | 2014-02-04 | Kirill Mostov | Transportation security system and associated methods |
US7482926B2 (en) | 2005-10-28 | 2009-01-27 | Intermec Ip Corp. | System and method of enhancing range in a radio frequency identification system |
EP2100255A4 (en) * | 2006-12-06 | 2013-12-04 | Kirsen Technologies Corp | SYSTEM AND METHOD FOR DETECTING OBJECTS AND HAZARDOUS SUBSTANCES |
EP2620785B1 (en) | 2007-10-24 | 2017-12-06 | Kirsen Technologies Corporation | A system and method for space control and remote monitoring |
FR2939997B1 (fr) * | 2008-12-16 | 2010-12-31 | Thales Sa | Procede securise de transmission de donnees |
JP2011007681A (ja) * | 2009-06-26 | 2011-01-13 | Toshiba Corp | 距離測定装置及び距離測定装置監視システム |
US10880035B2 (en) | 2009-07-28 | 2020-12-29 | The United States Of America, As Represented By The Secretary Of The Navy | Unauthorized electro-optics (EO) device detection and response system |
US8581771B2 (en) * | 2009-07-28 | 2013-11-12 | The United States Of America As Represented By The Secretary Of The Navy | Scene illuminator |
Family Cites Families (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3945006A (en) * | 1952-04-04 | 1976-03-16 | The United States Of America As Represented By The Secretary Of The Navy | Radio frequency coding system |
US3750163A (en) * | 1962-01-23 | 1973-07-31 | Us Navy | Iff-system |
US3167772A (en) * | 1962-07-23 | 1965-01-26 | Nat Company Inc | Collision avoidance system |
US3341846A (en) * | 1964-11-12 | 1967-09-12 | Bendix Corp | Transponder system |
US3341845A (en) * | 1964-11-13 | 1967-09-12 | Thomson Houston Comp Francaise | System for automatic radio transfer of digital information and for distance computation |
US3579235A (en) * | 1969-06-18 | 1971-05-18 | Bendix Corp | Collision avoidance readout on air traffic control radar beacon systems |
DE1946247C3 (de) * | 1969-09-12 | 1973-09-27 | Siemens Ag, 1000 Berlin U. 8000 Muenchen | Nach dem Funk Ruckstrahlprinzip arbeitendes Abfrage Antwort System fur verschiedene Abfragecodes |
FR2078175A5 (nl) * | 1970-02-06 | 1971-11-05 | Siemens Ag |
-
1979
- 1979-10-16 DE DE2941820A patent/DE2941820C2/de not_active Expired
-
1980
- 1980-09-17 IT IT24703/80A patent/IT1132850B/it active
- 1980-09-22 GB GB08030086A patent/GB2143699B/en not_active Expired
- 1980-10-13 NO NO803062A patent/NO803062L/no unknown
- 1980-10-13 FR FR8021845A patent/FR2551219A1/fr active Pending
- 1980-10-14 US US06/207,996 patent/US4566009A/en not_active Expired - Lifetime
- 1980-10-15 BE BE0/202480A patent/BE885728A/fr not_active IP Right Cessation
- 1980-10-15 NL NL8005672A patent/NL8005672A/nl active Search and Examination
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
NO803062L (no) | 1984-08-24 |
GB2143699A (en) | 1985-02-13 |
IT1132850B (it) | 1986-07-09 |
DE2941820A1 (de) | 1986-07-10 |
US4566009A (en) | 1986-01-21 |
FR2551219A1 (fr) | 1985-03-01 |
DE2941820C2 (de) | 1986-12-11 |
GB2143699B (en) | 1985-09-18 |
IT8024703A0 (it) | 1980-09-17 |
BE885728A (fr) | 1984-10-04 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8005672A (nl) | Inrichting voor vriend-vijand identifikatie. | |
US5339073A (en) | Access control equipment and method for using the same | |
US4665396A (en) | Validation check for remote digital station | |
US20050017844A1 (en) | Secure data tagging systems | |
US4467139A (en) | Process and system for transmission of signed messages | |
US4862176A (en) | Identification of friend or foe (IFF) systems | |
EP0292247A2 (en) | Authenticator | |
US4764928A (en) | Method and apparatus in radio reception for avoiding storing a message more than once | |
KR970701956A (ko) | 자료정보 출입용 칩을 이용하는 방법 및 그 장치(method and apparatus for utilizing a token for resource access) | |
US20080195550A1 (en) | System and method providing secure credit or debit transactions across unsecure networks | |
US4075631A (en) | System for identifying objects equipped with an automatic transponder | |
KR900012179A (ko) | 데이터인증 시스템과 그 인증방법 | |
US4578816A (en) | Method of synchronization of transmitter-receiver stations of a frequency-jumping network and a station for the practical application of said method | |
US5101208A (en) | IFF authentication system | |
US4768207A (en) | Systems for receiving messages transmitted by pulse position modulation (PPM) | |
US20110304435A1 (en) | Secure method for transmitting data | |
US8183983B2 (en) | Method for the at least temporary activation of bidirectional communication and transponder | |
US4514852A (en) | Process for protected transmission of digital signals | |
US4757535A (en) | System for encrypted information transmission | |
ATE212492T1 (de) | Verfahren zur übertragung von signalen | |
JPS609235A (ja) | 選択呼出受信方法 | |
SU752444A1 (ru) | Декодирующее устройство | |
GB2227107A (en) | Equipment for electronically storing data | |
IE902124A1 (en) | Cordless telephone systems and methods of operation | |
US3427584A (en) | Signal sequence correction system |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1C | A request for examination has been filed | ||
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BN | A decision not to publish the application has become irrevocable |