NL8005667A - Werktuig voor het submers uitvoeren van werkzaam- heden. - Google Patents

Werktuig voor het submers uitvoeren van werkzaam- heden. Download PDF

Info

Publication number
NL8005667A
NL8005667A NL8005667A NL8005667A NL8005667A NL 8005667 A NL8005667 A NL 8005667A NL 8005667 A NL8005667 A NL 8005667A NL 8005667 A NL8005667 A NL 8005667A NL 8005667 A NL8005667 A NL 8005667A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
tool
anchors
tool according
weight
pontoon
Prior art date
Application number
NL8005667A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Koninkl Volker Stevin N V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Koninkl Volker Stevin N V filed Critical Koninkl Volker Stevin N V
Publication of NL8005667A publication Critical patent/NL8005667A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02FDREDGING; SOIL-SHIFTING
    • E02F9/00Component parts of dredgers or soil-shifting machines, not restricted to one of the kinds covered by groups E02F3/00 - E02F7/00
    • E02F9/02Travelling-gear, e.g. associated with slewing gears
    • E02F9/04Walking gears moving the dredger forward step-by-step
    • E02F9/045Walking gears moving the dredger forward step-by-step for moving on the underwater bottom
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02BHYDRAULIC ENGINEERING
    • E02B17/00Artificial islands mounted on piles or like supports, e.g. platforms on raisable legs or offshore constructions; Construction methods therefor
    • E02B17/02Artificial islands mounted on piles or like supports, e.g. platforms on raisable legs or offshore constructions; Construction methods therefor placed by lowering the supporting construction to the bottom, e.g. with subsequent fixing thereto
    • E02B17/021Artificial islands mounted on piles or like supports, e.g. platforms on raisable legs or offshore constructions; Construction methods therefor placed by lowering the supporting construction to the bottom, e.g. with subsequent fixing thereto with relative movement between supporting construction and platform
    • E02B17/022Artificial islands mounted on piles or like supports, e.g. platforms on raisable legs or offshore constructions; Construction methods therefor placed by lowering the supporting construction to the bottom, e.g. with subsequent fixing thereto with relative movement between supporting construction and platform adapted to travel on the bottom
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02FDREDGING; SOIL-SHIFTING
    • E02F3/00Dredgers; Soil-shifting machines
    • E02F3/04Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven
    • E02F3/88Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven with arrangements acting by a sucking or forcing effect, e.g. suction dredgers
    • E02F3/8858Submerged units
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02FDREDGING; SOIL-SHIFTING
    • E02F3/00Dredgers; Soil-shifting machines
    • E02F3/04Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven
    • E02F3/88Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven with arrangements acting by a sucking or forcing effect, e.g. suction dredgers
    • E02F3/90Component parts, e.g. arrangement or adaptation of pumps
    • E02F3/905Manipulating or supporting suction pipes or ladders; Mechanical supports or floaters therefor; pipe joints for suction pipes
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02FDREDGING; SOIL-SHIFTING
    • E02F3/00Dredgers; Soil-shifting machines
    • E02F3/04Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven
    • E02F3/88Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven with arrangements acting by a sucking or forcing effect, e.g. suction dredgers
    • E02F3/90Component parts, e.g. arrangement or adaptation of pumps
    • E02F3/92Digging elements, e.g. suction heads
    • E02F3/9212Mechanical digging means, e.g. suction wheels, i.e. wheel with a suction inlet attached behind the wheel
    • E02F3/9225Mechanical digging means, e.g. suction wheels, i.e. wheel with a suction inlet attached behind the wheel with rotating cutting elements
    • E02F3/9231Suction wheels with axis of rotation parallel to longitudinal axis of the suction pipe

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Underground Structures, Protecting, Testing And Restoring Foundations (AREA)
  • Earth Drilling (AREA)

Description

' * VOB 973
Werktuig voor het submers uitvoeren van werkzaamheden.
Bij het uitvoeren van werkzaamheden op en in de bodem van wateren die aan sterke bewegingen onderhevig zijn, is het be-• kend werktuigen te gebruiken die drijvend worden aangevoerd en daarna zodanig afgezonken, dat zij op de bodem komen te staan.
5 Boven water - buiten bereik van golfbewegingen - blijft dan een "werkplat form" waarop de middelen - althans een deel der middelen - gemonteerd zijn om de nodige handelingen uit te voeren. Veelal is het nodig dat het werktuig zich verplaatsen kan op de bodem, hetgeen wordt bereikt door het werktuig te voorzien van middelen 10 tot voortbeweging. Deze middelen worden vaak gevormd door een "stapmechanisme". Verscheidenerlei vormen daarvan zijn bekend, in het bijzonder in de baggertechniek. Bij het werktuig volgens de Nederlandse octrooiaanvrage No. 77.1367^ is het op aeze wijze mogelijk op zee werkzaamheden, zoals baggeren, leggen van tunnei-15 elementen en leidingen, uit te voeren tot een diepte van ongeveer 30 m of zelfs dieper. Doel van de onderhavige uitvinding is, het mogelijk maken van o.a. de zojuist genoemde werkzaamheden in nog dieper -water, op economische wijze. Volgens de uitvinding wordt nu een werktuig verschaft voor het totaal submers uitvoeren van 20 werkzaamheden zoals baggeren en het plaatsen van tunnelelementen, in of/en op de bodem van diep en/of aan sterke bewegingen onderhevig water, met het kenmerk, dat het voorzien is van een, inclusief uitrusting zeewaardig ponton voor het drijvend aanvoeren van het werktuig, van middelen voor het verpompen van ballastvater in en 25 uit de ponton, van met de bodem van het water in samenwerking te brengen middelen tot voortbeweging van het werktuig, van gewicht sankers, neerlaatbaar middels ankerlijnen, die via compensator en worden geleid, van middelen cm de ankerlijnen te vieren en in te korten, van middelen om de veer de te verrichten hardeiin-30 gen nodige gegevens te registreren en dScr te geven aan een moederschip , en van middelen cm handelingen uit te voeren conform instructies, die vanaf cat moederschip met behulp van elektrische, 8005667 -2- hydraulische of pneumatische signalen worden gegeven, een en ander zodanig dat een gestabiliseerd afzinken van het werktuig kan worden verkregen.
Ofschoon in het algemeen voldaan zal moeten worden aan alle 5 boven onder het kenmerk genoemde eisen, wordt niet uitgesloten dat onder bepaalde omstandigheden middëen tot voortbeweging gemist kunnen worden. Hetzelfde geldt voor de compensatoren (waarvan de functie in het ondervolgende nog nader zal worden omschreven).
Wanneer hierbij sprake is van gewichtsankers, die in het 10 algemeen vooralsnog de beste oplossing bieden, dient bedacht te worden dat andere soorten ankers eventueel dezelfde functie zouden kunnen vervullen en dus niet uitgesloten worden. Ook z.g. zuig-ankers zijn eventueel bruikbaar.
Onder "totaal submers uitvoeren van werkzaamheden" wordt hier-15 bij verstaan dat niet alleen alle middelen die direct betrokken zijn bij de tot doel gestelde werkzaamheid (b.v. de baggerkop) zich onder water bevinden, echter eveneens alle onderdelen die gemonteerd zijn aan het werkplatform, d.w.z lieren, motoren etc.
Het "werkplatform", waarvan boven sprake was, bevindt zich dus met 20 alle appendages in geheel afgezonken toestand en het werktuig is slechts door "leidingen" verbonden met een oppervlaktevaartuig, dat als moederschip fungeert. Het begrip "leidingen" is hierbij te verstaan in de meest algemene zin, d.w.z. middelen om elektriciteit, gas of vloeistof, dan wel een mengsel van vloeistof en 25 vaste stof ("slurry") te geleiden.In het algemeen zullen de van geval tot geval nodige leidingen verenigd worden tot een kabelvormige "navelstreng". Deze kan bijvoorbeeld ook nog een luchtleiding bevatten om ballastwater met lucht uit te wisselen. De middelen tot voortbeweging van het werktuig op de bodem kunnen in principe 30 allerlei vormen aannemen, zoals uit de stand der techniek o.a. bij bakkerwerktuigen bekend. Bij een voorkeursuitvoeringsvorm wordt gebruik gemaakt van een stapmechanisme. D.w.z. dat het werktuig voorzien is van poten die ten opzichte van het werkplat-fcrm in horizontale richting verschoven kunnen worden of/en 35 "loopbewegingen" (zoals bij de benen van een mens) kunnen maken, 8005567 - —---- / * -3- êên en ander zoals nader uit de voorbeelden zal blijken. De poten kunnen echter ook draaiend om een vertikale as gemonteerd zijn, en tevens kunnen rupsbanden een onderdeel uitmaken van het voort-bewegingsorgaan.
5 De middelen om de ankerlijnen te vieren en in te korten zullen in het algemeen lieren zijn.
Onder een gestabiliseerd afzinken van het werktuig wordt verstaan een zodanig afzinken dat kantelingen worden voorkomen of beperkt of gecorrigeerd en dat het werktuig op de gewenste plaats 10 wordt gepositioneerd. Daartoe is het nodig dat van moment tot moment de essentiële coördinaten en hellingen - alsmede de werksituatie van alle zich aan het werktuig bevindende mechanismen -worden geregistreerd en doorgegeven aan het moederschip, van waaruit de controlerende en corrigerende instructies kunnen wor-15 den gegeven, ëën en ander volgens bekende methoden uit de meet-en regeltechniek.
Voor andere handelingen, dan die welke te maken hebben met het afzinken van het werktuig, (dus het veer opdrijven) het voortbewegen en alle verrichtingen die te maken hebben met de speei-20 fieke aard van het werktuig geldt eveneens dat die met middelen bekend uit de meet- en regeltechniek in samenwerking met middelen bekend uit de werktuigbouwkunde, gecontroleerd en gedirigeerd kunnen worden.
Onder een compensator wordt verstaan een middel om de anker-25 lijn tussen lier en gewichtsanker voortdurend onder spanning te houden met als voorkeursuitvoering een hydraulische cylinder welke middels leidingen en kleppen verbonden is met een hydraulisch pneumatische buffer.
De uitvinding omvat ook een werkwijze voor het afzinken in 30 diep en aan sterke bewegingen onderhevig water van een werktuig volgens de uitvinding, zoals in het voorgaande omschreven met het kenmerk, dat men achtereenvolgens a. de compensatoren inschakelt b. de gewichtsankers neerlaat 35 c. het werktuig gedeeltelijk afzinkt door het inbrengen 8005667 -U- van een zodanige hoeveelheid ballastwater in de ponton, dat het netto opdrijvend vermogen van het werktuig, zoals hieronder gedefinieerd, na het neerlaten van de gewichts-ankers geringer is dan het totaal schijnbaar gewicht van 5 de gewichtsankers, maar groter dan een bepaald gewenst minimum d. het werktuig middels de ankerlijnen van de gewichtsankers tot de voor de werkzaamheden vereiste diepte naar beneden trekt 10 e. de middelen tot voortbeweging in contact brengt met de bodem van het water en f. de gewichtsankers optrekt.
Onder "netto opdrijvend vermogen" wordt hierbij verstaan de opwaarts gerichte resultante van alle vertikale krachten die op het 15 werktuig aangrijpen wanneer het zich in geheel ondergedompelde toestand bevindt exclusief alle reactiekrachten uit de gewichtsankers. Men wil voorkomen dat het werktuig na het inbrengen van het ballastwater uit zichzelf zinkt, met andere woorden er moet in de ankerlijnen die het werktuig met de neergelaten gewichts-20 ankers verbindt een zekere spanning blijven bestaan. Deze moet naar omstandigheden gekozen worden. Daarom moet het netto opdrijvend vermogen, na het inlaten van ballastwater ook boven een bepaalde waarde blijven.
Het zal duidelijk zijn dat het ook mogelijk is de volgorde 25 van de werkwijzestappen a t/m c te wijzigen bijvoorbeeld in dier voege dat men de volgorde c-a-b, of b-a-c.
Het is van belang dat bij het naar beneden trekken van het werktuig aan de gewichtsankers de lierkracht van geen der lieren ooit (bijvoorbeeld door golfslag) zo groot wordt dat een der 30 gewichtsankers wordt opgetild. Daarom zal bij voorkeur elke lier zo worden ingesteld dat deze bij een bepaald maximum gaat slippen.
Bij het neerlaten van de gewichtsankers en bij het naar beneden trekken van het werktuig aan deze gewichtankers is het van 35 belang dat het werktuig in horizontale zin op positie blijft.
8005637 -5-
Bij -voorkeur zullen daarom middelen aanwezig zijn Toor een verankering , die dit kunnen bewerkstelligen. Dit kan bijvoorbeeld door een systeem van ankers die op een afstand, welke een veelvoud is van de waterdiepte, op de bodem zijn neergelaten en 5 middels ankerlijnen met de ponton verbonden zijn. Gedurende het proces van af zinken, tot op het moment waarop het voortbewegings-mechanisme het werktuig op de bodem draagt is het nodig de anker-lijnen bij te stellen, zodanig dat het werktuig in vertikale richting afzinkt. De bijstelling kan geschieden door de positie 10 van het werktuig volgens bekende methoden voortdurend te peilen en afwijkingen te corrigeren door activering van de lieren van de bedoelde ankerlijnen.
In principe is het mogelijk om met slechts êên gewichtsanker te volstaan, wanneer er middelen aanwezig -zijn om door verpompen van 15 ballastwatèr tussen compartimenten van de ponton kantelmomenten die bij het naar beneden trekken optreden te neutraliseren. Gok zouden meerdere amkerlijnen op êên gewichtsanker kunnen worden bevestigd. Bij een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding gebruikt men echter minstens vier gewichtsankers.
20 De bij het afzinken optredende kantelmomenten worden dan gecompenseerd door krachtverschillen in de ankerlijnen naar de verschillende gewichtsankers. Het is daarbij aanbevelenswaardig de gewichtsankers ten opzichte van de ponton zodanig verdeeld te positioneren, dat een zo groot mogelijke weerstand tegen kantel-25 momenten wordt verkregen, êén en ander uiteraard voorzover de andere inrichtingen aan het werktuig dit toestaan.
Bij het neerlaten van de gewichtsankers heeft men liefst dat de ankerlijnen dezer ankers alle een vertikale stand innemen. Doordat bij het neerlaten het werktuig nog drijft en dus onder-30 hevig is aan golfslag, stroom en wind kan het echter zijn dat dit niet het geval is. Bij voorkeur zal daarom een herpositionering van de gewichtsankers plaatsvinden na de algehele submersie van het werktuig en nog voor het in contact brengen van het voort-bewegingsmechanisme met de bodem. Deze herpositionering van de 35 gewichtsankers kan geschieden door ze een voor êén of in groepen 8005567 -6- weer op te tillen en weer neer te laten. Bij het optillen van elk der gewichtsankers moeten de ankerlijnen van de andere onder spanning blijven.
Dit impliceert dat men niet zoveel ballastwater inlaat dat bij 5 het ophalen van een der gewichtsankers of een groep der gewichts-ankers de ankerlijnen van de andere gewichtsankers slap gaan staan. Zonodig kan daarbij extra stabilisering worden verkregen door het verpompen van ballastwater tussen compartimenten van de ponton.
Na het neerlaten van het werktuig op de bodem wordt bij voorkeur 10 nog wat extra ballastwater ingelaten ter verhoging van de stabiliteit.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding is het werktuig voorzien van minstens één, maar liefst méér dan één, boven de ponton uitstekende torens. Het gedeeltelijk afzinken door 15 het inlaten van ballastwater wordt dan zo ver doorgevoerd dat de oppervlaktewaterlijn de toren(s) doorsnijdt. Bij het naar beneden trekken van het werktuig aan de gewichtsankers, zoals bovenbeschreven, is dit van belang daar men minder last heeft van schommelingen door inwerking van golven en wind, dit is bovendien van belang met 20 het oog op de stabiliteit van het werktuig.
Heeft het werktuig één toren dan zal die zo centraal mogelijk gesitueerd zijn. Wanneer het werktuig voorzien is van twee of meer torens dan zullen die bij voorkeur zodanig geplaatst zijn dat een maximum weerstand tegen kantelmomenten wordt ver-25 kregen een en ander voorzover de andere inrichtingen op de ponton dit toelaten. Heel goed zijn vier torens, elk bij één der hoekpunten van de ponton, maar twee torens kunnen ook tot één langwerpig geheel zijn verenigd.
VOORBEELD J
30 Fig. 1 is een zijaanzicht van een baggerwerktuig volgens de uitvinding, terwijl fig. 2 van hetzelfde werktuig een bovenaanzicht voorstelt. Fig. 3 is een vooraanzicht van het rechter-deel met de poot van het stapelmechanisme. Fig. 1+ is een doorsnede van dat mechanisme volgens de lijn B - B’.
35 Met 1 is de ponton aangegeven, met 2 "torens" uitstekende ft Λ n r η Λ “i Ï-- i : ft ή λ 7 «· ~ s ij -J 'J f -7- boven de ponton. Bij 3 is de ladder te zien, zwenktaar om de verti-kale as k. Met 5 zijn de gewiektsankers aangegeven, die middels compensatoren 6 verbonden zijn met de lieren 7» aangedreven door de motoren 8, Deze gewiektsankers zijn bij 5 te zien in neerge-^ laten toestand. Het stapmechanisme bestaat uit twee stel van elk vier poten. Het ene stel, aangeduid met 13 wordt - uiteraard in neergelaten toestand - gebruikt voor de voortbeweging van ket baggerwerktuig in langsrickting en, stilstaande, wanneer de baggerkop in werking is. Het andere stel, aangeduid met lb, dient 10 voor de verplaatsing in dwarsrickting en voor het verstappen aan ket zojuist genoemde stel 13.
Uiteraard zal het stel 1¼ neergelaten zijn wanneer 13 aan ket verstappen en 13 neergelaten zijn wanneer lU aan ket verstappen is.
De vertikale beweging van 13 wordt uitgevoerd middels twee 15 hydraulische cilinders 15 en 15'. De horizontale beweging van 13 wordt verzorgd door een mechanisme dat in het volgende wordt beschreven. De poot 13 is gevat in een wagen l6 rijdend op aan weerszijden een stelsel van vier wielen 17» 17'» 17", 17"'· Deze wielen rijden in rails 10 aangebracht aan langsschotten in de pon-20 ton. De wagen l6 wordt horizontaal opgesloten door de geleide-strip 18 en de geleidewielen 19 en 19'· De wagen 16 inclusief de poot 13 wordt in langsrickting bewogen door een hydraulische cilinder (niet getekend), waarvan de as met 11 is aangegeven.
De vertikale beweging van lU wordt uitgevoerd middels twee 25 hydraulische cilinders 20 en 20'. De beweging in dwarsrickting wordt verzorgd door de hydraulische cilinder b2 en ^2', die draaibaar vastzit enerzijds aan het casco van de ponton bij ^3 en anderzijds, draaibaar verbonden is aan hst huis bh dat de poot lU omsluit.
30 De ladder 3 wordt opgehangen door middel van een juk 26, twee trekstangen 27 en 27' en de kabels 28, die bediend worden door de lier 29 met motor 30. De snijkop 31 is verbonden met de cutteras 32, voorzien van een stuwblok 33 en aangedreven via een tussenas 3^ door de tandwielkast 50 en de motor 51· 35 De baggerspecie wordt getransporteerd via de zuigleiding 35» 8 0 υ 5 S 6 7 -8- naar een pomp 1*0. Van daaruit -wordt deze specie verder getransporteerd via de persleiding 36,en hetzij aan. "bakboord- hetzij aan stuurboordzijde, via de leidingen 36' of 36” en de boompijpen 37 of 37' afgevoerd. Deze boompijpen zijn roteerbaar om de assen 38 5 en 38’ met behulp van de lieren 1*6 of 1*6’, 1*7 of 1*7' en de uithouders 1*8 en 1*8'.
Bij 39 is de opening aangegeven voor de "navelstreng" Ui, waardoor het werktuig door het moederschip voorzien wordt van energie en waardoor de signalen voor de meet- en regelinrichting 10 worden geleid.
Met U5 zijn de ankers aangegeven in opgetrokken toestand, die zorg moeten dragen voor de stabilisatie in horizontale richting, zoals in het voorgaande beschreven. Bij U9 en U9’ zijn stoelen zichtbaar, die dienen om snijkoppen in reserve te 15 houden of afgesloten snijkoppen te bergen en te vervangen. VOORBEELD 2_
Fig. 5 is een zijaanzicht van een werktuig volgens de uitvinding voor het plaatsen van tunnelelementen, terwijl fig. 6 van hetzelfde werktuig een bovenaanzicht voorstelt. Fig. 7 20 geeft een dwarsdoorsnede weer van de ponton volgens de lijn IV-IV’ in fig. 6.
Met 101 is de ponton aangegeven, met 102 vier "torens", uitstekende boven de ponton.
Met 103 zijn de gewichtsankers aangegeven die middels com-25 pensatoren 10U via geleidingsschijven 110 verbonden zijn met de lieren 105, aangedreven door de motoren 106. Deze gewichtsankers zijn aangegeven in neergelaten toestand. Het stapmechanisme bestaat uit twee stel van elk vier poten. Het ene stel, aangeduid met llU wordt - uiteraard in neergelaten toestand-, gebruikt 30 voor de voortbeweging van het werktuig in langsrichting. De vertikale beweging van de poten llU wordt op dezelfde wijze verzorgd als die van de poot 13 uit voorbeeld 1. Voorts zijn zij, in neergelaten toestand, maar niet in beweging, in functie bij het verstappen middels het zodadelijk te bespreken tweede 35 stel poten, en bij alle verrichtingen waarbij de ponton stilstaat.
8005367 -9-
Het tweede stel poten, aangeduid met 115 dient voor de verplaatsing in dwarsrichting en voor het verstappen van het zojuist genoemde stel 11¾. De mechanismen voor de poten die wat "betreft de horizontale bewegingen van het werktuig slechts bewegingen in 5 langsrichting uitvoeren, zijn beschreven in voorbeeld 1. De beschrijving van de poten die in dwarsrichting bewegen volgt hieronder. Verwezen worde in het bijzonder naar fig. 7· De poot 115 wordt in vertikale richting op dezelfde wijze bewogen als de poot 11¾. De beweging in dwarsrichting wordt verzorgd door 10 de hydraulische cilinder 117» die draaibaar vastzit enerzijds aan het casco van de ponton bij 118 en anderzijds draaibaar in 119» verbonden is aan het huis 120 dat de poot 115 omsluit.
Het te plaatsen object, in dit geval een tunnelelement 121 wordt middels hydraulische vijzels, waarvan een is aangegeven bij 15 122 geklemd tussen de ondersecties 123 van de ponton 101.
De ponton is voorzien van bufferkussens 12¾.
De "navelstreng" 125, gevoerd door de opening 126 bevat benevens de geleidingen waarvan in voorbeeld 1 sprake is, een aanvoerleiding voor hydraulisch te ttransporteren zand, welke 20 vanaf het moederschip kan worde n aangevoerd en via een aantal leidingen, voerende naar openingen in de bodem van de ponton, op de zeebodem kan worden gestort ter plaatse waar het object moet worden gepositioneerd. In het getekende geval gebeurt dit via leidingen 127 in het tunnelelement.
25 Met ll6 zijn de vier ankers aangegeven die zorg moeten dragen voor de stabilisatie in horizontale richting, zoals in het voorgaande aangegeven. Bij 128 is de mond te zien van een opschoon-inrichting die gebruikt wordt voor het opruimen van eventueel op de bodem aanwezig aangeslibd materiaal. Via pomp 139 en leiding 30 1^ kan jetwater worden aangevoerd via een verdeelleiding 129 uitmondende in spuitmonden 130 waarmede aangeslibde massa kan worden losgespoten. De losgespoten massa wordt als een slurry opgezogen via zuigleidingen 131, verzameld (op niet op de tekening aangegeven wijze) en vervolgens weggepcmpt door de pomp 132 naar 35 de persleiding 133 die zich vertakt in 13¾ en 13¾'» om daarna over 8005667 -10- te gaan in boompijpen 135 en 135’ welke met behulp van de lieren 136 of 136' en 137 of 137’ kunnen worden gezwenkt.
De boompijpen liggen in ruststand opgelegd op de stoelen 138 en 138’. Het zuigmechanisme kan worden opgehesen met behulp van de lier 11*2, middels kabels Ïk5 lopende over de schijf lU3 en de 5 schijf lW aan de drukstang ll*l.
8005667

Claims (16)

1. Werktuig voor het totaal submers uitvoeren van werkzaamheden zoals baggeren en het plaatsen van tunnelelementen, in of/en de bodem van diep en aan sterke bewegingen onderhevig water, met het kenmerk, dat het voorzien is van een, inclusief uitrusting 5 zeewaardig, ponton voor het drijvend aanvoeren van het werktuig, van middel en voor het verpompen van ballastwater in en uit de ponton, van met de bodem van het water in samenwerking te brengen middelen, van ankers, neerlaatbaar middels ankerlijnen, van middelen om de ankerlijnen te vieren en in te korten, van middelen om de voor de 10 te verrichten handelingen nodige gegevens te registreren en door te geven aan een moederschip en van middelen om handelingen uit te voeren conform instructies die vanaf dat moederschip met behulp van electrische, hydraulische of pneumatische signalen worden gegeven, één en ander zodanig dat een gestabiliseerd afzinken van 15 het werktuig kan worden verkregen.
2. Werktuig volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ankerlijnen voorzien zijn met spanningscompensatoren.
3. Werktuig volgens één der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat de ankers gewichtsankers zijn. 20 b. Werktuig volgens één der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat de voor het met de bodem van het water in samenwerking te brengen middelen, middelen bevatten tot voortbeweging van het werktuig over de bodem van het water.
5. Werktuig volgens één der voorgaande conclusies met het 25 kenmerk, dat het voorzien is van een groep van minstens vier blok-ankers.
6. Werktuig volgens conclusie 5 met het kenmerk, dat het bovendien voorzien is van een tweede groep van minstens vier blok-ankers. 8005567 -12-
7. Werktuig volgens één der voorgaande conclusies met het ken merk, dat de ponton in compartimenten verdeeld is en voorzien van middelen om ballastwater tussen de compartimenten te verpompen ter stabilisatie bij de met het werktuig uit te voeren handelingen.
8. Werktuig volgens één der voorgaande conclusies met het ken merk, dat het voorzien is van tenminste één boven de ponton uitstekende toren.
9. Werktuig volgens één der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat het voorzien is van middelen samenwerkende met middelen 10 voor continue registratie van de coördinaten van het werktuig, voor stabilisatie ten opzichte van bewegingen in horizontale richting, bestaande uit een verankeringsinrichting. s
10. Werktuig volgens één der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat een gedeelte van het voortbewegingsorgaan in verticale 15 richting verstelbaar is t.o.v. de rest van het werktuig.
11. Werktuig volgens één der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat het voortbewegingsorgaan een stapmechanisme inhoudt.
12. Baggerwerktuig volgens één der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat het voorzien is van een opHet-,drijflichaam aange- 20 brachte as waarom de ladder zwenkbaar is en middelen om de ladder om deze as zodanig te zwenken dat zij geheel op het drijflichaam geborgen is.
13. Baggerwerktuig volgens conclusie 12 met het kenmerk, dat het voorzien is van middelen om in submerse toestand de snijkop te 25 verwisselen op electrische of hydraulische signalen vanaf het moederschip. 1^. Werktuig volgens conclusie 11, voor het op de zeebodem plaatsen van objecten, met het kenmerk dat het voorzien is van middelen om tussen de poten van stapmechanisme een te plaatsen ob-30 ject te grijpen, vast te houden, en weer los te laten.
15· Werkwijze voor het afzinken in diep en aan sterke bewegingen onderhevig water van een werktuig volgens de uitvinding, met het kenmerk, dat men achtereenvolgens 8005667 -13- a) de spanningscompensatoren instelt, b) de gewichtsankers neerlaat, c) het werktuig gedeeltelijk af zinkt door het iribrengen van een zodanige hoeveelheid ballastwater in de ponton, dat 5 het netto opdrijvend vermogen van het werktuig, zoals gedefinieerd, na het verlaten van de gewichtsankers geringer is dan het totaal schijnbaar gewicht van de gewichtsankers, maar groter dan een bepaald gewenst minimum, 10 d) het werktuig middels de ankerlijnen van de gewichts ankers tot de voor de werkzaamheden vereiste diepte naar beneden trekt, e) de middelen tot voortbeweging in contact brengt met de bodem van het water en 15 f) de gewichtsankers optrekt.
16. Werkwijze volgens êen der voorgaande conclusies met het ken merk, dat men voor het neerlaten van de gewichtsankers bij het gedeeltelijk afzinken door het inlaten van ballastwater en bij voorkeur ook bij het naar beneden trekken van het werktuig aan de ge-20 wichtsankers, het werktuig voor bewegingen in horizontale richting stabiliseert door voortdurende controle van de positie t.o.v. ankers aan schuin afstaande ankerlijnen.
17- Werkwijze volgens éên der conclusies 15 of 16 bij een werktuig volgens conclusie 8 met het kenmerk, dat men het gedeeltelijk 25 af zinken door het inlaten van ballastwater zo ver laat plaatsvinden dat de oppervlaktevaterlijn de toren(s) doorsnijdt.
18. Werkwijze volgens êên der conclusies 15-17 met het kenmerk, dat men na de totale submersie van het werktuig de gewichtsankers om beurten elk afzonderlijk of in groep repositioneert door ophalen 30 en weer neerlaten, terwijl de andere zich in neergelaten toestand bevinden. 8005567
NL8005667A 1979-11-01 1980-10-14 Werktuig voor het submers uitvoeren van werkzaam- heden. NL8005667A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7908027 1979-11-01
NL7908027 1979-11-01

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8005667A true NL8005667A (nl) 1981-06-01

Family

ID=19834100

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8005667A NL8005667A (nl) 1979-11-01 1980-10-14 Werktuig voor het submers uitvoeren van werkzaam- heden.

Country Status (4)

Country Link
BE (1) BE885960A (nl)
FR (1) FR2477098A1 (nl)
GB (1) GB2064624A (nl)
NL (1) NL8005667A (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2572202B1 (fr) * 1984-10-18 1987-01-09 Brissonneau & Lotz Procede et dispositif pour faciliter la desolidarisation d'organes entre lesquels s'exercent des contraintes elevees
JPS6225608A (ja) * 1985-07-26 1987-02-03 Mitsui Kaiyo Kaihatsu Kk 海洋構造物のラツク・アンド・ピニオン式昇降装置の過負荷防止装置
US5580189A (en) * 1995-12-22 1996-12-03 Searex, Inc. Jack-up rig crane
NL1025032C2 (nl) * 2003-12-16 2005-06-20 Ihc Holland Nv Werktuig, zoals een baggerwerktuig, voor opstelling op een onder water gelegen bodem.
CN109372047B (zh) * 2018-10-29 2023-11-07 中交天津航道局有限公司 一种适用于绞吸式挖泥船的三缆定位系统
CN113581373B (zh) * 2021-07-30 2022-06-17 哈尔滨工程大学 船间自动挂钩与脱钩装置

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3218739A (en) * 1963-05-13 1965-11-23 Ellicott Machine Corp Dredge
FR1416741A (fr) * 1963-12-03 1965-11-05 Werf Gusto V H A F Smulders Fa Structure destinée à effectuer des travaux en eau profonde
NL125790C (nl) * 1964-12-03
NL171182C (nl) * 1977-01-31 1985-09-16 Ballast Nedam Groep Nv Werkwijze en inrichting voor het besturen van een snijkopzuiger gedurende het baggeren.
NL7713674A (nl) * 1977-12-09 1979-06-12 Stevin Baggeren Bv Werkplatform.

Also Published As

Publication number Publication date
BE885960A (nl) 1981-04-30
FR2477098A1 (fr) 1981-09-04
GB2064624A (en) 1981-06-17

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR101616716B1 (ko) 해상 시추 선박
US3751927A (en) Apparatus for entrenching submerged elongate structures
US4073078A (en) Adjustable dredging and trenching apparatus
US7509919B2 (en) Deep water installation vessel
US4037422A (en) Articulated jet sled
EP1592907B1 (en) Method for cutting and removing underwater pipelines and apparatus for implementing this method
US4812079A (en) Embedding cablelike members
CA1095204A (en) Port ramp for access to a roll-on roll-off ship
US4020777A (en) Vessel and apparatus for at-sea retrieval of buoys and anchors
US9611621B2 (en) Cutting dredger
US4345536A (en) Vessel raising heavy structures
NL8005667A (nl) Werktuig voor het submers uitvoeren van werkzaam- heden.
GB2073361A (en) Setting-down of a pipe in the sea
EP0214683B1 (en) Mobile apparatus for carrying out work both above and below water
ITFI20090276A1 (it) Apparecchiatura di carotaggio
EA001035B1 (ru) Судно для сейсморазведки
US3766671A (en) Method and apparatus for excavating with an endless bucket line
US10287746B1 (en) Wide-format swinging ladder dredge
US2153557A (en) Combination dredging, drilling, and pile-driving equipment
US3393524A (en) Submerging vessels
CN213625592U (zh) 一种抛石整平船中整平架的升降、搁置和锚定装置
EP2363340A1 (en) Method and installation for making a cut in a shipwreck
EP1492699B1 (en) Submersible watercraft
US4044566A (en) Machine for forming trenches for pipelines or the like in the sea bed
GB2027781A (en) Improvements in or Relating to Underwater Operations

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed