NL8005667A - IMPLEMENT FOR WORKING SUBMERS. - Google Patents

IMPLEMENT FOR WORKING SUBMERS. Download PDF

Info

Publication number
NL8005667A
NL8005667A NL8005667A NL8005667A NL8005667A NL 8005667 A NL8005667 A NL 8005667A NL 8005667 A NL8005667 A NL 8005667A NL 8005667 A NL8005667 A NL 8005667A NL 8005667 A NL8005667 A NL 8005667A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
tool
anchors
tool according
weight
pontoon
Prior art date
Application number
NL8005667A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Koninkl Volker Stevin N V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Koninkl Volker Stevin N V filed Critical Koninkl Volker Stevin N V
Publication of NL8005667A publication Critical patent/NL8005667A/en

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02FDREDGING; SOIL-SHIFTING
    • E02F9/00Component parts of dredgers or soil-shifting machines, not restricted to one of the kinds covered by groups E02F3/00 - E02F7/00
    • E02F9/02Travelling-gear, e.g. associated with slewing gears
    • E02F9/04Walking gears moving the dredger forward step-by-step
    • E02F9/045Walking gears moving the dredger forward step-by-step for moving on the underwater bottom
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02BHYDRAULIC ENGINEERING
    • E02B17/00Artificial islands mounted on piles or like supports, e.g. platforms on raisable legs or offshore constructions; Construction methods therefor
    • E02B17/02Artificial islands mounted on piles or like supports, e.g. platforms on raisable legs or offshore constructions; Construction methods therefor placed by lowering the supporting construction to the bottom, e.g. with subsequent fixing thereto
    • E02B17/021Artificial islands mounted on piles or like supports, e.g. platforms on raisable legs or offshore constructions; Construction methods therefor placed by lowering the supporting construction to the bottom, e.g. with subsequent fixing thereto with relative movement between supporting construction and platform
    • E02B17/022Artificial islands mounted on piles or like supports, e.g. platforms on raisable legs or offshore constructions; Construction methods therefor placed by lowering the supporting construction to the bottom, e.g. with subsequent fixing thereto with relative movement between supporting construction and platform adapted to travel on the bottom
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02FDREDGING; SOIL-SHIFTING
    • E02F3/00Dredgers; Soil-shifting machines
    • E02F3/04Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven
    • E02F3/88Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven with arrangements acting by a sucking or forcing effect, e.g. suction dredgers
    • E02F3/8858Submerged units
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02FDREDGING; SOIL-SHIFTING
    • E02F3/00Dredgers; Soil-shifting machines
    • E02F3/04Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven
    • E02F3/88Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven with arrangements acting by a sucking or forcing effect, e.g. suction dredgers
    • E02F3/90Component parts, e.g. arrangement or adaptation of pumps
    • E02F3/905Manipulating or supporting suction pipes or ladders; Mechanical supports or floaters therefor; pipe joints for suction pipes
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02FDREDGING; SOIL-SHIFTING
    • E02F3/00Dredgers; Soil-shifting machines
    • E02F3/04Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven
    • E02F3/88Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven with arrangements acting by a sucking or forcing effect, e.g. suction dredgers
    • E02F3/90Component parts, e.g. arrangement or adaptation of pumps
    • E02F3/92Digging elements, e.g. suction heads
    • E02F3/9212Mechanical digging means, e.g. suction wheels, i.e. wheel with a suction inlet attached behind the wheel
    • E02F3/9225Mechanical digging means, e.g. suction wheels, i.e. wheel with a suction inlet attached behind the wheel with rotating cutting elements
    • E02F3/9231Suction wheels with axis of rotation parallel to longitudinal axis of the suction pipe

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Underground Structures, Protecting, Testing And Restoring Foundations (AREA)
  • Earth Drilling (AREA)

Description

' * VOB 973* VOB 973

Werktuig voor het submers uitvoeren van werkzaamheden.Tool for performing submers work.

Bij het uitvoeren van werkzaamheden op en in de bodem van wateren die aan sterke bewegingen onderhevig zijn, is het be-• kend werktuigen te gebruiken die drijvend worden aangevoerd en daarna zodanig afgezonken, dat zij op de bodem komen te staan.When performing work on and in the bottom of waters that are subject to strong movements, it is known to use tools that are floated in and then sunk so that they end up on the bottom.

5 Boven water - buiten bereik van golfbewegingen - blijft dan een "werkplat form" waarop de middelen - althans een deel der middelen - gemonteerd zijn om de nodige handelingen uit te voeren. Veelal is het nodig dat het werktuig zich verplaatsen kan op de bodem, hetgeen wordt bereikt door het werktuig te voorzien van middelen 10 tot voortbeweging. Deze middelen worden vaak gevormd door een "stapmechanisme". Verscheidenerlei vormen daarvan zijn bekend, in het bijzonder in de baggertechniek. Bij het werktuig volgens de Nederlandse octrooiaanvrage No. 77.1367^ is het op aeze wijze mogelijk op zee werkzaamheden, zoals baggeren, leggen van tunnei-15 elementen en leidingen, uit te voeren tot een diepte van ongeveer 30 m of zelfs dieper. Doel van de onderhavige uitvinding is, het mogelijk maken van o.a. de zojuist genoemde werkzaamheden in nog dieper -water, op economische wijze. Volgens de uitvinding wordt nu een werktuig verschaft voor het totaal submers uitvoeren van 20 werkzaamheden zoals baggeren en het plaatsen van tunnelelementen, in of/en op de bodem van diep en/of aan sterke bewegingen onderhevig water, met het kenmerk, dat het voorzien is van een, inclusief uitrusting zeewaardig ponton voor het drijvend aanvoeren van het werktuig, van middelen voor het verpompen van ballastvater in en 25 uit de ponton, van met de bodem van het water in samenwerking te brengen middelen tot voortbeweging van het werktuig, van gewicht sankers, neerlaatbaar middels ankerlijnen, die via compensator en worden geleid, van middelen cm de ankerlijnen te vieren en in te korten, van middelen om de veer de te verrichten hardeiin-30 gen nodige gegevens te registreren en dScr te geven aan een moederschip , en van middelen cm handelingen uit te voeren conform instructies, die vanaf cat moederschip met behulp van elektrische, 8005667 -2- hydraulische of pneumatische signalen worden gegeven, een en ander zodanig dat een gestabiliseerd afzinken van het werktuig kan worden verkregen.Above water - out of reach of wave movements - then remains a "work platform" on which the means - at least part of the means - are mounted to carry out the necessary actions. It is often necessary for the tool to be able to move on the ground, which is achieved by providing the tool with means 10 for propulsion. These means are often formed by a "stepping mechanism". Various forms thereof are known, in particular in the dredging technique. With the tool according to Dutch patent application no. 77.1367 ^ it is also possible in this way to carry out work at sea, such as dredging, laying tunnei-elements and pipes, to a depth of about 30 m or even deeper. The object of the present invention is to enable, inter alia, the activities just mentioned in even deeper water, economically. According to the invention a tool is now provided for carrying out work submersibly, such as dredging and placing tunnel elements, in or / and on the bottom of deep and / or strongly moving water, characterized in that it is provided of a seaworthy pontoon, including equipment for floating supply of the tool, of means for pumping ballast vessel in and out of the pontoon, of means for moving the tool to be co-operated with the bottom of the water, of weight anchors , lowerable by means of anchor lines, which are guided via compensator and, of means for celebrating and shortening the anchor lines, of means for registering the spring the necessary data to be supplied and giving dScr to a mother ship, and of means to carry out actions in accordance with instructions, which are performed from cat mothership using electrical, 800 5667 -2- hydraulic or pneumatic signals. Given this, such that a stabilized sinking of the tool can be obtained.

Ofschoon in het algemeen voldaan zal moeten worden aan alle 5 boven onder het kenmerk genoemde eisen, wordt niet uitgesloten dat onder bepaalde omstandigheden middëen tot voortbeweging gemist kunnen worden. Hetzelfde geldt voor de compensatoren (waarvan de functie in het ondervolgende nog nader zal worden omschreven).Although in general all the requirements mentioned above under the feature will have to be met, it is not excluded that under certain circumstances a means of propulsion can be missed. The same applies to compensators (whose function will be described in more detail below).

Wanneer hierbij sprake is van gewichtsankers, die in het 10 algemeen vooralsnog de beste oplossing bieden, dient bedacht te worden dat andere soorten ankers eventueel dezelfde functie zouden kunnen vervullen en dus niet uitgesloten worden. Ook z.g. zuig-ankers zijn eventueel bruikbaar.When weight anchors are involved here, which generally offer the best solution for the time being, it should be borne in mind that other types of anchors could possibly perform the same function and are therefore not excluded. So-called suction anchors can also be used.

Onder "totaal submers uitvoeren van werkzaamheden" wordt hier-15 bij verstaan dat niet alleen alle middelen die direct betrokken zijn bij de tot doel gestelde werkzaamheid (b.v. de baggerkop) zich onder water bevinden, echter eveneens alle onderdelen die gemonteerd zijn aan het werkplatform, d.w.z lieren, motoren etc.Under "total submers carrying out work" is understood here -15 that not only all means directly involved in the intended activity (eg the dredging head) are under water, but also all parts mounted on the working platform, ie winches, motors etc.

Het "werkplatform", waarvan boven sprake was, bevindt zich dus met 20 alle appendages in geheel afgezonken toestand en het werktuig is slechts door "leidingen" verbonden met een oppervlaktevaartuig, dat als moederschip fungeert. Het begrip "leidingen" is hierbij te verstaan in de meest algemene zin, d.w.z. middelen om elektriciteit, gas of vloeistof, dan wel een mengsel van vloeistof en 25 vaste stof ("slurry") te geleiden.In het algemeen zullen de van geval tot geval nodige leidingen verenigd worden tot een kabelvormige "navelstreng". Deze kan bijvoorbeeld ook nog een luchtleiding bevatten om ballastwater met lucht uit te wisselen. De middelen tot voortbeweging van het werktuig op de bodem kunnen in principe 30 allerlei vormen aannemen, zoals uit de stand der techniek o.a. bij bakkerwerktuigen bekend. Bij een voorkeursuitvoeringsvorm wordt gebruik gemaakt van een stapmechanisme. D.w.z. dat het werktuig voorzien is van poten die ten opzichte van het werkplat-fcrm in horizontale richting verschoven kunnen worden of/en 35 "loopbewegingen" (zoals bij de benen van een mens) kunnen maken, 8005567 - —---- / * -3- êên en ander zoals nader uit de voorbeelden zal blijken. De poten kunnen echter ook draaiend om een vertikale as gemonteerd zijn, en tevens kunnen rupsbanden een onderdeel uitmaken van het voort-bewegingsorgaan.The "working platform" referred to above is thus with all appendages fully submerged and the implement is connected only by "conduits" to a surface vessel which functions as a mother ship. The term "piping" is hereby understood in the most general sense, ie means for conducting electricity, gas or liquid, or a mixture of liquid and solid ("slurry"). in case necessary leads are united into a cable-shaped "umbilical cord". For example, it can also contain an air line to exchange ballast water with air. The means for advancing the tool on the ground can in principle take all kinds of shapes, as known from the prior art, inter alia, in bakery tools. In a preferred embodiment, a stepping mechanism is used. I.e. that the implement is provided with legs that can be moved horizontally relative to the work platform or / and can make 35 "walking movements" (such as with the legs of a human), 8005567 - —---- / * - 3- One and the other as will be further shown in the examples. However, the legs can also be mounted rotating about a vertical axis, and caterpillars can also be part of the propelling member.

5 De middelen om de ankerlijnen te vieren en in te korten zullen in het algemeen lieren zijn.5 The means to celebrate and shorten the anchor lines will generally be winches.

Onder een gestabiliseerd afzinken van het werktuig wordt verstaan een zodanig afzinken dat kantelingen worden voorkomen of beperkt of gecorrigeerd en dat het werktuig op de gewenste plaats 10 wordt gepositioneerd. Daartoe is het nodig dat van moment tot moment de essentiële coördinaten en hellingen - alsmede de werksituatie van alle zich aan het werktuig bevindende mechanismen -worden geregistreerd en doorgegeven aan het moederschip, van waaruit de controlerende en corrigerende instructies kunnen wor-15 den gegeven, ëën en ander volgens bekende methoden uit de meet-en regeltechniek.A stabilized sinking of the tool is understood to mean a sinking such that tilting is prevented or limited or corrected and that the tool is positioned at the desired location. To this end, it is necessary from moment to moment that the essential coordinates and inclines - as well as the working situation of all mechanisms present on the implement - are recorded and transmitted to the mother ship, from which control and corrective instructions can be given. and other according to known methods from the measurement and control technology.

Voor andere handelingen, dan die welke te maken hebben met het afzinken van het werktuig, (dus het veer opdrijven) het voortbewegen en alle verrichtingen die te maken hebben met de speei-20 fieke aard van het werktuig geldt eveneens dat die met middelen bekend uit de meet- en regeltechniek in samenwerking met middelen bekend uit de werktuigbouwkunde, gecontroleerd en gedirigeerd kunnen worden.For operations other than those related to the sinking of the tool, (i.e. driving up the spring), propulsion and all operations that have to do with the specific nature of the tool, it also applies that by means known from the measurement and control technology can be checked and conducted in collaboration with means known from mechanical engineering.

Onder een compensator wordt verstaan een middel om de anker-25 lijn tussen lier en gewichtsanker voortdurend onder spanning te houden met als voorkeursuitvoering een hydraulische cylinder welke middels leidingen en kleppen verbonden is met een hydraulisch pneumatische buffer.A compensator is understood to mean a means for continuously keeping the anchor line between winch and weight anchor under tension, the preferred embodiment of which is a hydraulic cylinder which is connected by means of pipes and valves to a hydraulic pneumatic buffer.

De uitvinding omvat ook een werkwijze voor het afzinken in 30 diep en aan sterke bewegingen onderhevig water van een werktuig volgens de uitvinding, zoals in het voorgaande omschreven met het kenmerk, dat men achtereenvolgens a. de compensatoren inschakelt b. de gewichtsankers neerlaat 35 c. het werktuig gedeeltelijk afzinkt door het inbrengen 8005667 -U- van een zodanige hoeveelheid ballastwater in de ponton, dat het netto opdrijvend vermogen van het werktuig, zoals hieronder gedefinieerd, na het neerlaten van de gewichts-ankers geringer is dan het totaal schijnbaar gewicht van 5 de gewichtsankers, maar groter dan een bepaald gewenst minimum d. het werktuig middels de ankerlijnen van de gewichtsankers tot de voor de werkzaamheden vereiste diepte naar beneden trekt 10 e. de middelen tot voortbeweging in contact brengt met de bodem van het water en f. de gewichtsankers optrekt.The invention also comprises a method for submerging in deep and subject to strong water a tool according to the invention, as described above, characterized in that the compensators are successively switched on b. lower the weight anchors 35 c. the implement partially sinks by introducing 8005667 -U- an amount of ballast water into the pontoon such that the net buoyancy of the implement, as defined below, after lowering the weight anchors is less than the total apparent weight of 5 the weight anchors, but greater than a certain desired minimum d. the tool pulls down to the depth required for the work by means of the anchor lines of the weight anchors 10 e. brings the means of locomotion into contact with the bottom of the water and f. the weight anchors pull up.

Onder "netto opdrijvend vermogen" wordt hierbij verstaan de opwaarts gerichte resultante van alle vertikale krachten die op het 15 werktuig aangrijpen wanneer het zich in geheel ondergedompelde toestand bevindt exclusief alle reactiekrachten uit de gewichtsankers. Men wil voorkomen dat het werktuig na het inbrengen van het ballastwater uit zichzelf zinkt, met andere woorden er moet in de ankerlijnen die het werktuig met de neergelaten gewichts-20 ankers verbindt een zekere spanning blijven bestaan. Deze moet naar omstandigheden gekozen worden. Daarom moet het netto opdrijvend vermogen, na het inlaten van ballastwater ook boven een bepaalde waarde blijven.By "net buoyancy" is hereby understood the upward resultant of all vertical forces acting on the tool when it is in fully submerged condition excluding all reaction forces from the weight anchors. The aim is to prevent the tool from sinking by itself after the introduction of the ballast water, in other words, a certain tension must remain in the anchor lines connecting the tool to the lowered weight anchors. This must be chosen according to circumstances. Therefore, the net buoyancy must also remain above a certain value after the introduction of ballast water.

Het zal duidelijk zijn dat het ook mogelijk is de volgorde 25 van de werkwijzestappen a t/m c te wijzigen bijvoorbeeld in dier voege dat men de volgorde c-a-b, of b-a-c.It will be clear that it is also possible to change the sequence of the process steps a to c, for example, in that the sequence c-a-b, or b-a-c.

Het is van belang dat bij het naar beneden trekken van het werktuig aan de gewichtsankers de lierkracht van geen der lieren ooit (bijvoorbeeld door golfslag) zo groot wordt dat een der 30 gewichtsankers wordt opgetild. Daarom zal bij voorkeur elke lier zo worden ingesteld dat deze bij een bepaald maximum gaat slippen.It is important that when pulling the tool down on the weight anchors, the winch force of none of the winches ever becomes so great (for example by wave action) that one of the 30 weight anchors is lifted. Therefore, preferably each winch will be set to slip at a certain maximum.

Bij het neerlaten van de gewichtsankers en bij het naar beneden trekken van het werktuig aan deze gewichtankers is het van 35 belang dat het werktuig in horizontale zin op positie blijft.When lowering the weight anchors and pulling the tool down on these weight anchors, it is important that the tool remains in a horizontal position.

8005637 -5-8005637 -5-

Bij -voorkeur zullen daarom middelen aanwezig zijn Toor een verankering , die dit kunnen bewerkstelligen. Dit kan bijvoorbeeld door een systeem van ankers die op een afstand, welke een veelvoud is van de waterdiepte, op de bodem zijn neergelaten en 5 middels ankerlijnen met de ponton verbonden zijn. Gedurende het proces van af zinken, tot op het moment waarop het voortbewegings-mechanisme het werktuig op de bodem draagt is het nodig de anker-lijnen bij te stellen, zodanig dat het werktuig in vertikale richting afzinkt. De bijstelling kan geschieden door de positie 10 van het werktuig volgens bekende methoden voortdurend te peilen en afwijkingen te corrigeren door activering van de lieren van de bedoelde ankerlijnen.Preferably, therefore, means will be present for an anchoring, which can accomplish this. This can be done, for example, by a system of anchors which are lowered on the bottom at a distance, which is a multiple of the water depth, and which are connected to the pontoon by means of anchor lines. During the sinking process, up to the moment the propelling mechanism carries the tool on the bottom, it is necessary to adjust the anchor lines so that the tool sinks in the vertical direction. The adjustment can be made by continuously gauging the position of the tool according to known methods and correcting deviations by activating the winches of the intended anchor lines.

In principe is het mogelijk om met slechts êên gewichtsanker te volstaan, wanneer er middelen aanwezig -zijn om door verpompen van 15 ballastwatèr tussen compartimenten van de ponton kantelmomenten die bij het naar beneden trekken optreden te neutraliseren. Gok zouden meerdere amkerlijnen op êên gewichtsanker kunnen worden bevestigd. Bij een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding gebruikt men echter minstens vier gewichtsankers.In principle, it is possible to suffice with only one weight anchor if means are present to neutralize tilting moments which occur during pulling down by pumping ballast water between compartments of the pontoon. Also, multiple anchor lines could be attached to one weight anchor. However, in a preferred embodiment of the invention at least four weight anchors are used.

20 De bij het afzinken optredende kantelmomenten worden dan gecompenseerd door krachtverschillen in de ankerlijnen naar de verschillende gewichtsankers. Het is daarbij aanbevelenswaardig de gewichtsankers ten opzichte van de ponton zodanig verdeeld te positioneren, dat een zo groot mogelijke weerstand tegen kantel-25 momenten wordt verkregen, êén en ander uiteraard voorzover de andere inrichtingen aan het werktuig dit toestaan.The tilting moments that occur during the sinking are then compensated for by force differences in the anchor lines to the various weight anchors. It is advisable to position the weight anchors with respect to the pontoon in such a way that the greatest possible resistance against overturning moments is obtained, all this, of course, insofar as the other devices on the implement permit this.

Bij het neerlaten van de gewichtsankers heeft men liefst dat de ankerlijnen dezer ankers alle een vertikale stand innemen. Doordat bij het neerlaten het werktuig nog drijft en dus onder-30 hevig is aan golfslag, stroom en wind kan het echter zijn dat dit niet het geval is. Bij voorkeur zal daarom een herpositionering van de gewichtsankers plaatsvinden na de algehele submersie van het werktuig en nog voor het in contact brengen van het voort-bewegingsmechanisme met de bodem. Deze herpositionering van de 35 gewichtsankers kan geschieden door ze een voor êén of in groepen 8005567 -6- weer op te tillen en weer neer te laten. Bij het optillen van elk der gewichtsankers moeten de ankerlijnen van de andere onder spanning blijven.When the weight anchors are lowered, it is preferred that the anchor lines of these anchors all occupy a vertical position. However, because the tool is still floating when it is lowered and is therefore subject to wave action, current and wind, this may not be the case. Preferably, therefore, a repositioning of the weight anchors will take place after the overall submersion of the tool and before contacting the propulsion mechanism with the bottom. This repositioning of the 35 weight anchors can be done by lifting and lowering them one by one or in groups 8005567-6. When lifting each of the weight anchors, the anchor lines of the other must remain under tension.

Dit impliceert dat men niet zoveel ballastwater inlaat dat bij 5 het ophalen van een der gewichtsankers of een groep der gewichts-ankers de ankerlijnen van de andere gewichtsankers slap gaan staan. Zonodig kan daarbij extra stabilisering worden verkregen door het verpompen van ballastwater tussen compartimenten van de ponton.This implies that one does not let in so much ballast water that when one of the weight anchors or a group of weight anchors is retrieved, the anchor lines of the other weight anchors become slack. If necessary, additional stabilization can be obtained by pumping ballast water between compartments of the pontoon.

Na het neerlaten van het werktuig op de bodem wordt bij voorkeur 10 nog wat extra ballastwater ingelaten ter verhoging van de stabiliteit.After the implement has been lowered onto the ground, some additional ballast water is preferably let in to increase the stability.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding is het werktuig voorzien van minstens één, maar liefst méér dan één, boven de ponton uitstekende torens. Het gedeeltelijk afzinken door 15 het inlaten van ballastwater wordt dan zo ver doorgevoerd dat de oppervlaktewaterlijn de toren(s) doorsnijdt. Bij het naar beneden trekken van het werktuig aan de gewichtsankers, zoals bovenbeschreven, is dit van belang daar men minder last heeft van schommelingen door inwerking van golven en wind, dit is bovendien van belang met 20 het oog op de stabiliteit van het werktuig.In a further preferred embodiment according to the invention, the tool is provided with at least one, but preferably more than one, towers projecting above the pontoon. The partial immersion by the introduction of ballast water is then carried through so far that the surface water line intersects the tower (s). This is important when pulling the tool downwards on the weight anchors, as described above, since it is less affected by fluctuations due to the action of waves and wind, this is also important in view of the stability of the tool.

Heeft het werktuig één toren dan zal die zo centraal mogelijk gesitueerd zijn. Wanneer het werktuig voorzien is van twee of meer torens dan zullen die bij voorkeur zodanig geplaatst zijn dat een maximum weerstand tegen kantelmomenten wordt ver-25 kregen een en ander voorzover de andere inrichtingen op de ponton dit toelaten. Heel goed zijn vier torens, elk bij één der hoekpunten van de ponton, maar twee torens kunnen ook tot één langwerpig geheel zijn verenigd.If the tool has one tower, it will be located as centrally as possible. If the tool is provided with two or more towers, these will preferably be placed in such a way that maximum resistance to overturning moments is obtained, all this insofar as the other devices on the pontoon permit this. Very well are four towers, each at one of the vertices of the pontoon, but two towers can also be united into one elongated whole.

VOORBEELD JEXAMPLE J

30 Fig. 1 is een zijaanzicht van een baggerwerktuig volgens de uitvinding, terwijl fig. 2 van hetzelfde werktuig een bovenaanzicht voorstelt. Fig. 3 is een vooraanzicht van het rechter-deel met de poot van het stapelmechanisme. Fig. 1+ is een doorsnede van dat mechanisme volgens de lijn B - B’.FIG. 1 is a side view of a dredging tool according to the invention, while FIG. 2 shows a top view of the same tool. Fig. 3 is a front view of the right portion with the leg of the stacking mechanism. Fig. 1+ is a cross-section of that mechanism along the line B - B '.

35 Met 1 is de ponton aangegeven, met 2 "torens" uitstekende ft Λ n r η Λ “i Ï-- i : ft ή λ 7 «· ~ s ij -J 'J f -7- boven de ponton. Bij 3 is de ladder te zien, zwenktaar om de verti-kale as k. Met 5 zijn de gewiektsankers aangegeven, die middels compensatoren 6 verbonden zijn met de lieren 7» aangedreven door de motoren 8, Deze gewiektsankers zijn bij 5 te zien in neerge-^ laten toestand. Het stapmechanisme bestaat uit twee stel van elk vier poten. Het ene stel, aangeduid met 13 wordt - uiteraard in neergelaten toestand - gebruikt voor de voortbeweging van ket baggerwerktuig in langsrickting en, stilstaande, wanneer de baggerkop in werking is. Het andere stel, aangeduid met lb, dient 10 voor de verplaatsing in dwarsrickting en voor het verstappen aan ket zojuist genoemde stel 13.35 1 indicates the pontoon, with 2 "towers" protruding ft Λ n r η Λ “i Ï-- i: ft ή λ 7« · ~ s ij -J 'J f -7- above the pontoon. At 3 the ladder can be seen, pivot about the vertical axis k. 5 indicates the wicker anchors, which are connected by means of compensators 6 to the winches 7 driven by the motors 8. These wicker anchors can be seen at 5 in the lowered position. The step mechanism consists of two sets of four legs each. The one set, designated 13, is used, of course in the lowered position, for the propulsion of the dredger in longitudinal direction and, stationary, when the dredger is in operation. The other set, denoted by 1b, serves for displacement in transverse rotation and for stepping on the set 13 just mentioned.

Uiteraard zal het stel 1¼ neergelaten zijn wanneer 13 aan ket verstappen en 13 neergelaten zijn wanneer lU aan ket verstappen is.Of course, the set will be 1¼ lowered when 13 are on the chain and 13 will be lowered when 1U is on the chain.

De vertikale beweging van 13 wordt uitgevoerd middels twee 15 hydraulische cilinders 15 en 15'. De horizontale beweging van 13 wordt verzorgd door een mechanisme dat in het volgende wordt beschreven. De poot 13 is gevat in een wagen l6 rijdend op aan weerszijden een stelsel van vier wielen 17» 17'» 17", 17"'· Deze wielen rijden in rails 10 aangebracht aan langsschotten in de pon-20 ton. De wagen l6 wordt horizontaal opgesloten door de geleide-strip 18 en de geleidewielen 19 en 19'· De wagen 16 inclusief de poot 13 wordt in langsrickting bewogen door een hydraulische cilinder (niet getekend), waarvan de as met 11 is aangegeven.The vertical movement of 13 is performed by means of two 15 hydraulic cylinders 15 and 15 '. The horizontal movement of 13 is provided by a mechanism described in the following. The leg 13 is mounted in a carriage 16 driving on both sides a system of four wheels 17, 17, 17, 17 ". These wheels drive in rails 10 arranged on longitudinal bulkheads in the pon-20 ton. The carriage 16 is horizontally enclosed by the guide strip 18 and the guide wheels 19 and 19 '. The carriage 16 including the leg 13 is longitudinally moved by a hydraulic cylinder (not shown), the axis of which is indicated by 11.

De vertikale beweging van lU wordt uitgevoerd middels twee 25 hydraulische cilinders 20 en 20'. De beweging in dwarsrickting wordt verzorgd door de hydraulische cilinder b2 en ^2', die draaibaar vastzit enerzijds aan het casco van de ponton bij ^3 en anderzijds, draaibaar verbonden is aan hst huis bh dat de poot lU omsluit.The vertical movement of 1U is performed by means of two hydraulic cylinders 20 and 20 '. The movement in transverse rotation is provided by the hydraulic cylinder b2 and ^ 2 ', which is rotatably attached on the one hand to the body of the pontoon at ^ 3 and, on the other hand, is rotatably connected to the housing bra enclosing the leg 1U.

30 De ladder 3 wordt opgehangen door middel van een juk 26, twee trekstangen 27 en 27' en de kabels 28, die bediend worden door de lier 29 met motor 30. De snijkop 31 is verbonden met de cutteras 32, voorzien van een stuwblok 33 en aangedreven via een tussenas 3^ door de tandwielkast 50 en de motor 51· 35 De baggerspecie wordt getransporteerd via de zuigleiding 35» 8 0 υ 5 S 6 7 -8- naar een pomp 1*0. Van daaruit -wordt deze specie verder getransporteerd via de persleiding 36,en hetzij aan. "bakboord- hetzij aan stuurboordzijde, via de leidingen 36' of 36” en de boompijpen 37 of 37' afgevoerd. Deze boompijpen zijn roteerbaar om de assen 38 5 en 38’ met behulp van de lieren 1*6 of 1*6’, 1*7 of 1*7' en de uithouders 1*8 en 1*8'.The ladder 3 is suspended by means of a yoke 26, two tie rods 27 and 27 'and the cables 28, which are operated by the winch 29 with motor 30. The cutting head 31 is connected to the cutter shaft 32, provided with a thrust block 33 and driven via an intermediate shaft 3 ^ through the gearbox 50 and the motor 51 · 35 The dredging sludge is transported via the suction pipe 35 »8 0 υ 5 S 6 7 -8- to a pump 1 * 0. From there, this mortar is transported further via the pressure pipe 36, and either on. "port or starboard side, drained through lines 36 'or 36" and boom pipes 37 or 37'. These boom pipes are rotatable about shafts 38 5 and 38 'using winches 1 * 6 or 1 * 6 ", 1 * 7 or 1 * 7 'and the brackets 1 * 8 and 1 * 8'.

Bij 39 is de opening aangegeven voor de "navelstreng" Ui, waardoor het werktuig door het moederschip voorzien wordt van energie en waardoor de signalen voor de meet- en regelinrichting 10 worden geleid.At 39 the opening for the "umbilical cord" Ui is indicated, through which the tool is supplied with energy by the mother ship and through which the signals for the measuring and regulating device 10 are conducted.

Met U5 zijn de ankers aangegeven in opgetrokken toestand, die zorg moeten dragen voor de stabilisatie in horizontale richting, zoals in het voorgaande beschreven. Bij U9 en U9’ zijn stoelen zichtbaar, die dienen om snijkoppen in reserve te 15 houden of afgesloten snijkoppen te bergen en te vervangen. VOORBEELD 2_U5 denotes the anchors in the raised position, which are to ensure the stabilization in the horizontal direction, as described above. Seats are visible on U9 and U9, which serve to keep cutting heads in reserve or to store and replace closed cutting heads. EXAMPLE 2_

Fig. 5 is een zijaanzicht van een werktuig volgens de uitvinding voor het plaatsen van tunnelelementen, terwijl fig. 6 van hetzelfde werktuig een bovenaanzicht voorstelt. Fig. 7 20 geeft een dwarsdoorsnede weer van de ponton volgens de lijn IV-IV’ in fig. 6.Fig. 5 is a side view of a tool according to the invention for placing tunnel elements, while FIG. 6 shows a top view of the same tool. Fig. 7 20 shows a cross section of the pontoon along the line IV-IV "in fig. 6.

Met 101 is de ponton aangegeven, met 102 vier "torens", uitstekende boven de ponton.101 indicates the pontoon, with 102 four "towers" protruding above the pontoon.

Met 103 zijn de gewichtsankers aangegeven die middels com-25 pensatoren 10U via geleidingsschijven 110 verbonden zijn met de lieren 105, aangedreven door de motoren 106. Deze gewichtsankers zijn aangegeven in neergelaten toestand. Het stapmechanisme bestaat uit twee stel van elk vier poten. Het ene stel, aangeduid met llU wordt - uiteraard in neergelaten toestand-, gebruikt 30 voor de voortbeweging van het werktuig in langsrichting. De vertikale beweging van de poten llU wordt op dezelfde wijze verzorgd als die van de poot 13 uit voorbeeld 1. Voorts zijn zij, in neergelaten toestand, maar niet in beweging, in functie bij het verstappen middels het zodadelijk te bespreken tweede 35 stel poten, en bij alle verrichtingen waarbij de ponton stilstaat.103 denotes the weight anchors which are connected by means of compensators 10U via guide discs 110 to the winches 105 driven by the motors 106. These weight anchors are indicated in the lowered position. The step mechanism consists of two sets of four legs each. The one set, indicated by 11U, is - of course in the lowered position - used for moving the tool in the longitudinal direction. The vertical movement of the legs 11U is effected in the same manner as that of the leg 13 of example 1. Furthermore, when lowered, but not in motion, they function when stepping by means of the second set of legs to be discussed shortly, and all operations where the pontoon is stationary.

8005367 -9-8005367 -9-

Het tweede stel poten, aangeduid met 115 dient voor de verplaatsing in dwarsrichting en voor het verstappen van het zojuist genoemde stel 11¾. De mechanismen voor de poten die wat "betreft de horizontale bewegingen van het werktuig slechts bewegingen in 5 langsrichting uitvoeren, zijn beschreven in voorbeeld 1. De beschrijving van de poten die in dwarsrichting bewegen volgt hieronder. Verwezen worde in het bijzonder naar fig. 7· De poot 115 wordt in vertikale richting op dezelfde wijze bewogen als de poot 11¾. De beweging in dwarsrichting wordt verzorgd door 10 de hydraulische cilinder 117» die draaibaar vastzit enerzijds aan het casco van de ponton bij 118 en anderzijds draaibaar in 119» verbonden is aan het huis 120 dat de poot 115 omsluit.The second set of legs, indicated by 115, serves for displacement in the transverse direction and for the stepping of the just mentioned set 11¾. The mechanisms for the legs which only perform longitudinal movements with regard to the horizontal movements of the tool are described in example 1. The description of the legs moving in transverse direction follows below. Reference is made in particular to fig. 7 · The leg 115 is moved in the vertical direction in the same way as the leg 11¾ The transverse movement is provided by the hydraulic cylinder 117 »which is rotatably attached on the one hand to the body of the pontoon at 118 and on the other is rotatably connected in 119». the housing 120 enclosing the leg 115.

Het te plaatsen object, in dit geval een tunnelelement 121 wordt middels hydraulische vijzels, waarvan een is aangegeven bij 15 122 geklemd tussen de ondersecties 123 van de ponton 101.The object to be placed, in this case a tunnel element 121, is clamped by means of hydraulic jacks, one of which is indicated at 122 between the lower sections 123 of the pontoon 101.

De ponton is voorzien van bufferkussens 12¾.The pontoon is equipped with buffer cushions 12¾.

De "navelstreng" 125, gevoerd door de opening 126 bevat benevens de geleidingen waarvan in voorbeeld 1 sprake is, een aanvoerleiding voor hydraulisch te ttransporteren zand, welke 20 vanaf het moederschip kan worde n aangevoerd en via een aantal leidingen, voerende naar openingen in de bodem van de ponton, op de zeebodem kan worden gestort ter plaatse waar het object moet worden gepositioneerd. In het getekende geval gebeurt dit via leidingen 127 in het tunnelelement.The "umbilical cord" 125, passed through the opening 126, contains, in addition to the guides referred to in example 1, a supply pipe for sand to be transported hydraulically, which can be supplied from the mother ship and via a number of pipes, leading to openings in the bottom of the pontoon, can be dumped on the seabed where the object is to be positioned. In the drawn case this is done via lines 127 in the tunnel element.

25 Met ll6 zijn de vier ankers aangegeven die zorg moeten dragen voor de stabilisatie in horizontale richting, zoals in het voorgaande aangegeven. Bij 128 is de mond te zien van een opschoon-inrichting die gebruikt wordt voor het opruimen van eventueel op de bodem aanwezig aangeslibd materiaal. Via pomp 139 en leiding 30 1^ kan jetwater worden aangevoerd via een verdeelleiding 129 uitmondende in spuitmonden 130 waarmede aangeslibde massa kan worden losgespoten. De losgespoten massa wordt als een slurry opgezogen via zuigleidingen 131, verzameld (op niet op de tekening aangegeven wijze) en vervolgens weggepcmpt door de pomp 132 naar 35 de persleiding 133 die zich vertakt in 13¾ en 13¾'» om daarna over 8005667 -10- te gaan in boompijpen 135 en 135’ welke met behulp van de lieren 136 of 136' en 137 of 137’ kunnen worden gezwenkt.Ll6 denotes the four anchors that are responsible for horizontal stabilization, as indicated above. At 128 the mouth of a cleaner is used which is used to clean up any sludge material present on the bottom. Jet water can be supplied via pump 139 and line 30 1 through a distribution line 129 opening into nozzles 130 with which sludge can be ejected. The loosened mass is drawn up as a slurry via suction pipes 131, collected (in a manner not shown in the drawing) and then pumped away by the pump 132 to the discharge pipe 133, which branches into 13¾ and 13¾ '»and then about 8005667 -10- go into boom pipes 135 and 135 'which can be swiveled using winches 136 or 136' and 137 or 137 '.

De boompijpen liggen in ruststand opgelegd op de stoelen 138 en 138’. Het zuigmechanisme kan worden opgehesen met behulp van de lier 11*2, middels kabels Ïk5 lopende over de schijf lU3 en de 5 schijf lW aan de drukstang ll*l.The boom pipes are laid in rest position on seats 138 and 138 ". The suction mechanism can be lifted by means of the winch 11 * 2, by means of cables Ik5 running over the disk lU3 and the 5 disk lW on the push rod ll * l.

80056678005667

Claims (16)

1. Werktuig voor het totaal submers uitvoeren van werkzaamheden zoals baggeren en het plaatsen van tunnelelementen, in of/en de bodem van diep en aan sterke bewegingen onderhevig water, met het kenmerk, dat het voorzien is van een, inclusief uitrusting 5 zeewaardig, ponton voor het drijvend aanvoeren van het werktuig, van middel en voor het verpompen van ballastwater in en uit de ponton, van met de bodem van het water in samenwerking te brengen middelen, van ankers, neerlaatbaar middels ankerlijnen, van middelen om de ankerlijnen te vieren en in te korten, van middelen om de voor de 10 te verrichten handelingen nodige gegevens te registreren en door te geven aan een moederschip en van middelen om handelingen uit te voeren conform instructies die vanaf dat moederschip met behulp van electrische, hydraulische of pneumatische signalen worden gegeven, één en ander zodanig dat een gestabiliseerd afzinken van 15 het werktuig kan worden verkregen.1. Tool for total submersion to carry out work such as dredging and placing tunnel elements, in or / and the bottom of deep and subject to strong water movements, characterized in that it is provided with a, including equipment 5 seaworthy, pontoon for the floating supply of the tool, of means and for the pumping of ballast water in and out of the pontoon, of means to be combined with the bottom of the water, of anchors, lowerable by means of anchor lines, of means to celebrate the anchor lines and to shorten, from means to record and transmit the data necessary for the 10 actions to be carried out to a mother ship and from means to perform actions in accordance with instructions given from that mother ship using electrical, hydraulic or pneumatic signals all this in such a way that a stabilized sinking of the tool can be obtained. 2. Werktuig volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ankerlijnen voorzien zijn met spanningscompensatoren.Tool according to claim 1, characterized in that the anchor lines are provided with voltage compensators. 3. Werktuig volgens één der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat de ankers gewichtsankers zijn. 20 b. Werktuig volgens één der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat de voor het met de bodem van het water in samenwerking te brengen middelen, middelen bevatten tot voortbeweging van het werktuig over de bodem van het water.Tool according to any one of the preceding claims, characterized in that the anchors are weight anchors. 20 b. Tool according to any one of the preceding claims, characterized in that the means for the means to be brought into contact with the bottom of the water comprise means for moving the tool over the bottom of the water. 5. Werktuig volgens één der voorgaande conclusies met het 25 kenmerk, dat het voorzien is van een groep van minstens vier blok-ankers.5. Tool according to any one of the preceding claims, characterized in that it comprises a group of at least four block anchors. 6. Werktuig volgens conclusie 5 met het kenmerk, dat het bovendien voorzien is van een tweede groep van minstens vier blok-ankers. 8005567 -12-Tool according to claim 5, characterized in that it furthermore comprises a second group of at least four block anchors. 8005567 -12- 7. Werktuig volgens één der voorgaande conclusies met het ken merk, dat de ponton in compartimenten verdeeld is en voorzien van middelen om ballastwater tussen de compartimenten te verpompen ter stabilisatie bij de met het werktuig uit te voeren handelingen.Tool according to any one of the preceding claims, characterized in that the pontoon is divided into compartments and provided with means for pumping ballast water between the compartments for stabilization in the operations to be performed with the tool. 8. Werktuig volgens één der voorgaande conclusies met het ken merk, dat het voorzien is van tenminste één boven de ponton uitstekende toren.8. Tool according to any one of the preceding claims, characterized in that it is provided with at least one tower projecting above the pontoon. 9. Werktuig volgens één der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat het voorzien is van middelen samenwerkende met middelen 10 voor continue registratie van de coördinaten van het werktuig, voor stabilisatie ten opzichte van bewegingen in horizontale richting, bestaande uit een verankeringsinrichting. sTool according to any one of the preceding claims, characterized in that it is provided with means co-operating with means 10 for continuously recording the coordinates of the tool, for stabilization with respect to movements in the horizontal direction, consisting of an anchoring device. s 10. Werktuig volgens één der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat een gedeelte van het voortbewegingsorgaan in verticale 15 richting verstelbaar is t.o.v. de rest van het werktuig.10. A tool according to any one of the preceding claims, characterized in that a part of the propelling member is adjustable in vertical direction relative to the rest of the tool. 11. Werktuig volgens één der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat het voortbewegingsorgaan een stapmechanisme inhoudt.Tool according to any one of the preceding claims, characterized in that the propelling member comprises a stepping mechanism. 12. Baggerwerktuig volgens één der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat het voorzien is van een opHet-,drijflichaam aange- 20 brachte as waarom de ladder zwenkbaar is en middelen om de ladder om deze as zodanig te zwenken dat zij geheel op het drijflichaam geborgen is.Dredging tool according to any one of the preceding claims, characterized in that it is provided with a shaft mounted on the floating body, around which the ladder is pivotable, and means for pivoting the ladder about this shaft in such a way that they are completely stored on the floating body. is. 13. Baggerwerktuig volgens conclusie 12 met het kenmerk, dat het voorzien is van middelen om in submerse toestand de snijkop te 25 verwisselen op electrische of hydraulische signalen vanaf het moederschip. 1^. Werktuig volgens conclusie 11, voor het op de zeebodem plaatsen van objecten, met het kenmerk dat het voorzien is van middelen om tussen de poten van stapmechanisme een te plaatsen ob-30 ject te grijpen, vast te houden, en weer los te laten.Dredging tool according to claim 12, characterized in that it is provided with means for exchanging the cutting head in submerse state for electrical or hydraulic signals from the mother ship. 1 ^. Tool according to claim 11, for placing objects on the seabed, characterized in that it is provided with means for gripping, holding, and releasing an object to be placed between the legs of the stepping mechanism. 15· Werkwijze voor het afzinken in diep en aan sterke bewegingen onderhevig water van een werktuig volgens de uitvinding, met het kenmerk, dat men achtereenvolgens 8005667 -13- a) de spanningscompensatoren instelt, b) de gewichtsankers neerlaat, c) het werktuig gedeeltelijk af zinkt door het iribrengen van een zodanige hoeveelheid ballastwater in de ponton, dat 5 het netto opdrijvend vermogen van het werktuig, zoals gedefinieerd, na het verlaten van de gewichtsankers geringer is dan het totaal schijnbaar gewicht van de gewichtsankers, maar groter dan een bepaald gewenst minimum, 10 d) het werktuig middels de ankerlijnen van de gewichts ankers tot de voor de werkzaamheden vereiste diepte naar beneden trekt, e) de middelen tot voortbeweging in contact brengt met de bodem van het water en 15 f) de gewichtsankers optrekt.Method for immersion in deep and strong water subject to a tool according to the invention, characterized in that one successively adjusts 8005667 -13- a) the tension compensators, b) lower the weight anchors, c) partially tool sinks by introducing such amount of ballast water into the pontoon that the net buoyancy of the tool, as defined, after leaving the weight anchors is less than the total apparent weight of the weight anchors, but greater than a certain desired minimum , 10 d) the implement pulls down by the anchor lines of the weight anchors to the depth required for the work, e) the means of propulsion brings into contact with the bottom of the water and 15 f) the weight anchors are raised. 16. Werkwijze volgens êen der voorgaande conclusies met het ken merk, dat men voor het neerlaten van de gewichtsankers bij het gedeeltelijk afzinken door het inlaten van ballastwater en bij voorkeur ook bij het naar beneden trekken van het werktuig aan de ge-20 wichtsankers, het werktuig voor bewegingen in horizontale richting stabiliseert door voortdurende controle van de positie t.o.v. ankers aan schuin afstaande ankerlijnen.16. A method according to any one of the preceding claims, characterized in that in order to lower the weight anchors during partial immersion by introducing ballast water and preferably also when pulling the tool down on the weight anchors, Horizontal movement tool stabilizes by continuously checking position against anchors on sloping anchor lines. 17- Werkwijze volgens éên der conclusies 15 of 16 bij een werktuig volgens conclusie 8 met het kenmerk, dat men het gedeeltelijk 25 af zinken door het inlaten van ballastwater zo ver laat plaatsvinden dat de oppervlaktevaterlijn de toren(s) doorsnijdt.A method according to any one of claims 15 or 16 in a tool according to claim 8, characterized in that the partial sinking is allowed to take place by introducing ballast water in such a way that the surface waterline cuts through the tower (s). 18. Werkwijze volgens êên der conclusies 15-17 met het kenmerk, dat men na de totale submersie van het werktuig de gewichtsankers om beurten elk afzonderlijk of in groep repositioneert door ophalen 30 en weer neerlaten, terwijl de andere zich in neergelaten toestand bevinden. 800556718. A method according to any one of claims 15-17, characterized in that after the total submersion of the tool the weight anchors are repositioned in turn individually or in group by raising and lowering, while the others are in the lowered position. 8005567
NL8005667A 1979-11-01 1980-10-14 IMPLEMENT FOR WORKING SUBMERS. NL8005667A (en)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7908027 1979-11-01
NL7908027 1979-11-01

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8005667A true NL8005667A (en) 1981-06-01

Family

ID=19834100

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8005667A NL8005667A (en) 1979-11-01 1980-10-14 IMPLEMENT FOR WORKING SUBMERS.

Country Status (4)

Country Link
BE (1) BE885960A (en)
FR (1) FR2477098A1 (en)
GB (1) GB2064624A (en)
NL (1) NL8005667A (en)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2572202B1 (en) * 1984-10-18 1987-01-09 Brissonneau & Lotz METHOD AND DEVICE FOR FACILITATING THE DESOLIDARIZATION OF BODIES BETWEEN HIGH STRESSES
JPS6225608A (en) * 1985-07-26 1987-02-03 Mitsui Kaiyo Kaihatsu Kk Preventer for overload to rack-and-pinion type elevator of marine structure
US5580189A (en) * 1995-12-22 1996-12-03 Searex, Inc. Jack-up rig crane
NL1025032C2 (en) * 2003-12-16 2005-06-20 Ihc Holland Nv Tool, such as a dredging tool, for installation on a submerged soil.
CN109372047B (en) * 2018-10-29 2023-11-07 中交天津航道局有限公司 Three-cable positioning system suitable for cutter suction dredger
CN113581373B (en) * 2021-07-30 2022-06-17 哈尔滨工程大学 Automatic hooking and unhooking device between ships

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3218739A (en) * 1963-05-13 1965-11-23 Ellicott Machine Corp Dredge
FR1416741A (en) * 1963-12-03 1965-11-05 Werf Gusto V H A F Smulders Fa Structure intended to carry out work in deep water
NL125790C (en) * 1964-12-03
NL171182C (en) * 1977-01-31 1985-09-16 Ballast Nedam Groep Nv Method and device for controlling a cutter suction dredger during dredging.
NL7713674A (en) * 1977-12-09 1979-06-12 Stevin Baggeren Bv WORK PLATFORM.

Also Published As

Publication number Publication date
GB2064624A (en) 1981-06-17
FR2477098A1 (en) 1981-09-04
BE885960A (en) 1981-04-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR101616716B1 (en) Offshore drilling vessel
US3751927A (en) Apparatus for entrenching submerged elongate structures
US4073078A (en) Adjustable dredging and trenching apparatus
US7509919B2 (en) Deep water installation vessel
US4037422A (en) Articulated jet sled
KR102392942B1 (en) Subsurface mining vehicle and method for collecting mineral deposits from a sea bed at great depths and transporting said deposits to a floating vessel
US20060115331A1 (en) Method for cutting and removing underwater pipelines and apparatus for implementing this method
CA1095204A (en) Port ramp for access to a roll-on roll-off ship
US4020777A (en) Vessel and apparatus for at-sea retrieval of buoys and anchors
US9611621B2 (en) Cutting dredger
US4345536A (en) Vessel raising heavy structures
NL8005667A (en) IMPLEMENT FOR WORKING SUBMERS.
GB2073361A (en) Setting-down of a pipe in the sea
EP0214683B1 (en) Mobile apparatus for carrying out work both above and below water
EA001035B1 (en) Seismic survey vessel
US3766671A (en) Method and apparatus for excavating with an endless bucket line
US10287746B1 (en) Wide-format swinging ladder dredge
US2153557A (en) Combination dredging, drilling, and pile-driving equipment
US3393524A (en) Submerging vessels
CN213625592U (en) Lifting, placing and anchoring device for leveling frame in riprap leveling ship
EP2363340A1 (en) Method and installation for making a cut in a shipwreck
JP2004166434A (en) Method and apparatus for attaching protective tube to long body to be laid on seabed
EP1492699B1 (en) Submersible watercraft
US4044566A (en) Machine for forming trenches for pipelines or the like in the sea bed
GB2027781A (en) Improvements in or Relating to Underwater Operations

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed