NL8005648A - Inrichting voor het opvangen van aardolie, welke bij een lekkage of uit een boorgat onder het wateropper- vlak naar buiten treedt. - Google Patents

Inrichting voor het opvangen van aardolie, welke bij een lekkage of uit een boorgat onder het wateropper- vlak naar buiten treedt. Download PDF

Info

Publication number
NL8005648A
NL8005648A NL8005648A NL8005648A NL8005648A NL 8005648 A NL8005648 A NL 8005648A NL 8005648 A NL8005648 A NL 8005648A NL 8005648 A NL8005648 A NL 8005648A NL 8005648 A NL8005648 A NL 8005648A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
reservoir
petroleum
water
collecting
riser
Prior art date
Application number
NL8005648A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Kirsten Eppmann Dipl Ing
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from DE2941228A external-priority patent/DE2941228C2/de
Priority claimed from DE19803034132 external-priority patent/DE3034132A1/de
Application filed by Kirsten Eppmann Dipl Ing filed Critical Kirsten Eppmann Dipl Ing
Publication of NL8005648A publication Critical patent/NL8005648A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E21EARTH OR ROCK DRILLING; MINING
    • E21BEARTH OR ROCK DRILLING; OBTAINING OIL, GAS, WATER, SOLUBLE OR MELTABLE MATERIALS OR A SLURRY OF MINERALS FROM WELLS
    • E21B43/00Methods or apparatus for obtaining oil, gas, water, soluble or meltable materials or a slurry of minerals from wells
    • E21B43/01Methods or apparatus for obtaining oil, gas, water, soluble or meltable materials or a slurry of minerals from wells specially adapted for obtaining from underwater installations
    • E21B43/0122Collecting oil or the like from a submerged leakage
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E21EARTH OR ROCK DRILLING; MINING
    • E21BEARTH OR ROCK DRILLING; OBTAINING OIL, GAS, WATER, SOLUBLE OR MELTABLE MATERIALS OR A SLURRY OF MINERALS FROM WELLS
    • E21B43/00Methods or apparatus for obtaining oil, gas, water, soluble or meltable materials or a slurry of minerals from wells
    • E21B43/34Arrangements for separating materials produced by the well
    • E21B43/36Underwater separating arrangements

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Geology (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Fluid Mechanics (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Geochemistry & Mineralogy (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Oil, Petroleum & Natural Gas (AREA)
  • Cleaning Or Clearing Of The Surface Of Open Water (AREA)
  • Geophysics And Detection Of Objects (AREA)

Description

** * l - 1-
Inrichting voor het opvangen van aardolie welke bij een lekkage of uit een boorgat onder het wateroppervlak naar buiten treedt.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het opvangen van 5 aardolie, afkomstig van een lekkage of uit een boorgat onder het water-oppervlak, met behulp van een reservoir waarin het water zich op grond van zijn grotere dichtheid van de aardolie afscheidt, alsmede met behulp van een eerste transportleiding voor het afvoeren van de aardolie.
10 Het is bekend om een tank- of klokvormig reservoir boven een boorgat aan te brengen waaruit aardolie ongecontroleerd naar buiten treedt.
Het reservoir is aan de onderzijde open, zodat de aardolie zich van water afscheiden kan op grond van verschillende dichtheid.De lichtere aardolie wordt boven uit het reservoir afgezogen.
15
Een zodanige inrichting is in de praktijk op zijn minst dan niet met bevredigende werking toe te passen, als, hetgeen meestal het geval is, ook een gasvormige fase naar buiten komt. Deze gasvormige fase bemoeilijkt het tot rust komen van vloeibare fasen en een scheiding daarvan.
20 Het is voorts nadelig dat de aan het reservoir onttrokken mengfase van aardolie en aardgas in deze vorm geen bruikbare toepassing vindt, maar eerst nog moet worden gescheiden. Het is voorts in hoge mate moeilijk om bij toepassing van het bekende reservoir de drukomstandigheden in het inwendige daarvan in voldoende mate te controleren, hetgeen onder 25 andere ook daarom wenselijk ware, aangezién de gasvormige fase het telkens opdrijven van het reservoir betrekkelijk sterk beïnvloedt.
Het is in het bijzonder echter ook nadelig, dat het van onderaf in het reservoir"stromende fasenmengsel de reeds gescheiden fasen ten dele 3Q steeds weer opnieuw met elkaar vermengt. De beoogde scheiding wordt daardoor aanmerkelijk verstoord. Anderzijds is een scheiding van de aardolie van het aardgas binnen het reservoir niet mogelijk, omdat het afzuigen aan de bovenzijde van het reservoir plaatsvindt en daardoor de vloeibare aardoliefase en de gas vormige fase gelijktijdig naar boven 35 worden getransporteerd.
Aan de uitvinding ligt het probleem ten grondslag om een inrichting van bevengenoemde soort, met'de eenvoudigst mogelijke middelen zodanig q η n k λ /. o - 2 - te construeren, dat ook een scheiding van de gasvormige fase uit de vloeibare fasen reeds binnen het reservoir kan plaatsvinden en dat overigens deze scheiding zo doelmatig en snel mogelijk wordt voltrokken.
5 De oplossing van dit probleem wordt volgens de uitvinding verkregen, doordat de eerste transportleiding ter hoogte van het midden op het reservoir is aangesloten en dat een tweede voor het afvoeren van het aardgas voorziene transportleiding aan de bovenzijde van het reservoir is aangesloten.
10
Hierdoor wordt derhalve een scheiding van de drie fasen ten opzichte van elkaar reeds binnen het reservoir mogelijk gemaakt, zodat de naar boven afgevoerde fasen, tenminste de aardoliefase, aan een verdere toepassing ervan toegevoerd kan worden, waarbij deze fasen reeds in 15 betrekkelijk zuivere vorm ter beschikking komen van verdere verwerkingsmethodes .
De scheiding van de afzonderlijke fasen kan principieel verbeterd en bovendien ook versneld worden indien bij een verdere uitvoering van de 20 uitvinding de toevoer van tenminste een belangrijk deel van de nog ongescheiden fasen water, aardolie en aardgas in het reservoir ge schiedt door middel van een stijgleiding , welke eindigt boven de zich in het reservoir vormende aardoliefasen.
25 Het onder hoge druk i n het reservoir binnenkomende driefasenmengsel doorloopt derhalve de in het reservoir aanwezige en reeds van elkaar gescheiden vloeibare fasen door de stijgleiding, zodat de vloeibare fasen hierdoor niet meer nadelig beïnvloed worden. Het aan het boveneinde van de stijgleiding uittredende driefasenmengsel ondergaat een 30 drukverlaging in het bovenste deel van het reservoir,waarbij de beide vloeibare fasen op grond van de werking der zwaartekracht snel bezinken, zodat in het bovenste deel van het reservoir de gasvormige fase achterblijft.
35 In een gewijzigde uitvoering van de uitvinding wordt voorgesteld dat zich in de onmiddellijke nabijheid boven het boorgat of de lekkage een opvangklok bevindt en dat het ondereinde van de stijgleiding op de opvangklok is aangesloten, indien het reservoir zich 8005648 - 3 - ·- *· l op geringe waterdiepte bevindt of aan het wateroppervlak.
Het zal van de omstandigheden bij bepaalde wind-en zeegangsverhoudingen er van afhangen, of het reservoir direct boven of onder het zeeoppervlak 5 wordt geplaatst en de opvangklok direct boven het boorgat of de lekkage wordt opgesteld of dat men het reservoir direct daarboven aanbrengt, zonder dat een opvangklok wordt toegepast. In het bijzonder zal onder moeilijke omstandigheden de extra toepassing van een opvangklok zeker doelmatig zijn.
10
Bij een andere uitvoeringsvorm wordt volgens de uitvinding voorgesteld, dat het inwendige van het reservoir of van de opvangklok in verbinding staat met een in het water uitmondende bypassleiding, welke bij het opdrijven boven het boorgat of de lekkage is geopend en vervolgens 15 door een afsluiter kan worden afgesloten. Door de aanwezigheid van de open bypassleiding ontstaat een gemakkelijker transport door het water tot in de beoogde bedrijfsstand, aangezien dan de werkzame drijf-of drukkrachten binnen het reservoir of de opvangklok via de bypassleiding gereduceerd kunnen worden.
20
Verder is het voordelig, indien de opvangklok naar boven toe trechtervormig toeloopt en dat in de trechtervormige vernauwing een zich over een deel van de stromingsdoorsnede uitstrekkend inzetstuk als venturibuis geplaatst is. Dit inzetstuk kan een verstopping van aardolie bij het 25 binnentreden in de opvangklok tegenwerken en maakt het mogelijk dat ook kleinere aardoliedruppels meegesleurd worden op grond van de venturi-werking.
Zowel in de beide transportleidingen alsook in de stijgleiding kunnen 30 wanneer dit nodig is, afsluiters geplaatst worden, waarmee de stromings-doorsneden gewijzigd kunnen worden en de druk- en snelheidsverhoudingen zich laten beïnvloeden. Eventueel kan met dergelijke afsluiters, wanneer dat nodig is, ook een leiding volledig afgesloten worden. Een in de ^eerste transportleiding opgenomen regelafsluiter kan deel uitmaken 35 van een regelkring, waarmee de hoogte van ‘ de aardoliefase in het reservoir kan worden beinvloed. Ook kan een in de tweede transportleiding opgenomen regelafsluiter deel uitmaken van een regelkring, waarmee 8005648 \ - 4 - de hoogte van de aardoliefase in het reservoir kan worden beïnvloed.
Ook kan een in de tweede transportleiding opgenomen regelafsluiter deel uitmaken van een regelkring, waarmee de in het reservoir heersende druk en/of de hoogte van de fasenbegrenzing aardgas/aardolie is te bein-5 vloeden. Overeenkomstige meetinstrumenten kunnen op de geschikte plaatsen zonder moeilijkheden worden aangebracht.
Volgens de uitvinding wordt voorts voorgesteld, dat tenminste ter plaatse van de aansluiting van de eerste transportleiding op het reser-10 voir scheidingswanden zijn aangebracht, die zich tenminste in nagenoeg verticale richting uitstrekken en die een begrenzing vormen voor van de overige reservoirruimte afgescheiden rustzones. De doelmatigste plaatsing van dergelijke scheidingswanden dient van geval tot geval al naar het doel van de plaatsing worden vastgesteld.
15
Een verdere verbetering van de scheidingswijze kan bereikt worden doordat ongeveer ter hoogte van het boveneinde van de stijgleiding tenminste nagenoeg horizontale botsvlakken zijn aangebracht. Deze laatste bewerkstelligen, dat de kinetische energie van de in het reservoir van boven 20 naar beneden vallende vloeibare fasen teniet gaat, alvorens de faseni-in de reeds rustige scheidingszonen komen. De botsvlakken kunnen van een helling voorzien zijn, welke het afstromen van de vloeibare fasen zodanig waarborgt, dat de reeds rustige scheidingszones zo weinig mogelijk nadeling worden beinvloed.
25
Voorts is het in deze samenhang volgens de uitvinding voordelig indien de botsvlakken deel uitmaken van een spiraalvormig stromingskanaal met een vrijwel verticale as, en dat het stromingskanaal zodanig gevormd is, dat het door de spiraal omlaagstromende water-aardoliemengsel in om-30 treks richting versneld wordt.De hierbij optredende centrifugaal-kracht bewerkstelligt reeds een eerste scheiding tussen de vloeibare fasen.
Het zal telkens van de toepassing afhangen, op welke manier de inrich-35 ting volgens de uitvinding ten opzichte van het boorgat of de lekkage wordt vastgehouden. In enkele gevallen zal tenminste daarbij een verankering aan de zeebodem in aanmerking komen. Daarbij is het dan volgens een verder voorstel volgens de uitvinding doelmatig indien het reservoir 80 0 5 6 4 8 \ «> « - 5 - en/of de opvangklok ten opzichte van de zeebodem verend meegevend is verankerd. Daartoe zijn in het bijzonder veren geschikt, welke in over- eenkomstige vasthoudorganen zijn geplaatst.
S Het zal in het algemeen doelmatig zijn, om het reservoir en/of de opvangklok niet van drijfkamers te voorzien. Het is daartegenover gunstiger indien het reservoir en/of de opvangklok verbonden is met drijf-lichamen, waarbij dat op een zodanige wijze dient te geschieden , dat de de drijfpositie zoveel mogelijk gestabiliseerd is.
10
Voorts ligt het in het kader van de uitvinding indien een platvorm alsmede zich daarvanaf tot aan de zeebodem uitstrekkende steunpoten aanwezig zijn en dat het reservoir en/of de opvangklok langs de steunpoten in verticale richting verplaatsbaar zijn bevestigd, zodat de gewenste 15 hoogtepositie telkens aangepast kan worden--aan de vereisten.
Met het oog op het feit, dat aardgas-luchtmengsels betrekkelijk gemakkelijk leiden tot ontsteking en ontploffing, dient het inwendige van het reservoir tijdens het brengen daarvan in de bedrijfspositie en bij de 20 montage met een inertgas gevuld te zijn.
De transportleidingen kunnen uit een vaste buis bestaan doch kunnen volgens de uitvinding ook gevormd worden door een tenminste in hoofdzaak zelfdragende elastisch meegevende buis. Daardoor wordt het op bijzonder 25 eenvoudige wijze mogelijk om onderlinge bewegingen tussen de afzonderlijke elementen van de inrichting te compenseren.Ook is het mogelijk om bij toepassing van dergelijke buizen de inwendige stromingsdoorsneden telkens aan de hydrostatische druk aan te passen.
30 Hierna zullen drie uitvoeringsvormen van de uitvinding aan de hand van een tekening nader worden toegelicht.
Figuur 1 geeft schematisch een eerste uitvoeringsvorm van een inrichting weer met een boven het boorgat geplaatst reservoir;
Figuur 2 geeft eveneens schematisch een verdere uitvoeringsvorm weer onder toepassing van een opvangklok;
Ö Λ Λ C et /. Q
35 - 6 - '· i
Figuur 3 is een doorsnede volgens de lijn III-III in figuur 2;
Figuur 4 toont eveneens schematisch, een volgende uitvoeringsvorm van de inrichting.
5
Eerst zal de uitvoeringsvorm volgens figuur 1 beschreven worden.
Een platvorm 10 drijft met behulp van drijflichamen 11, en bevindt zich daarbij een stuk boven de wateroppervlakte 12.De drijflichamen 11 worden door middel van kabels 13 op de zeebodem 14 vastgehouden, 10 en wel onder toepassing van verankeringen 15. In de kabels 13 zijn hier slechts schematisch aangegeven trekveren 16 opgenomen, welke aan de bevestiging een bepaalde verende werking geven.
Boven een zich in de zeebodem 14 bevindend boorgat 17 is het reservoir 15 18 geplaatst dat van onderen open is en dat zich naar boven toe trechter vormig vernauwt. Het reservoir 18 is aan zijn omtrek voorzien van gelijkmatig verdeeld aangebrachte drijflichamen 19, welke door middel van kabels 20 eveneens aan de verankeringen 15 zijn vastgemaakt. In de kabels 20 bevinden zich eveneens trekveren 21, zodat ook de bevestiging van het 20 reservoir 18 een zekere elastische werking heeft.
Een eerste en hier slechts schematisch weergegeven transportleiding 22 is ongeveer ter hoogte van het midden aan het reservoir 18 aangesloten en is tot boven op het platvorm 10 omhoog geleid. In de transportlei-25 ding 22 is daar een afsluiter 23 opgenomen welke via een niveauregelaar 24 wordt bediend. Deze laatste werkt op zijn beurt in samenhang met twee meettasters 25 welke in het reservoir 18 op zodanige hoogte en afstand van elkaar bevestigd zijn als nodig is voor het vormen van een laag aardolie. Onder een begrenzingslijn 26 bevindt zich water.· De olie-30 laag strekt zich van de grenslaag 26 uit tot de d aarboven gelegen grenslaag 27.
Een tweede transportleiding 28 is op de top van het reservoir 18 aange-gesloten en strekt zich eveneens uit tot het platvorm 10. Boven het re-35 servoir 18 monden in de transportleiding 28 twee bypassleidingen 29 uit, waarin telkens een afsluiter 30 is opgenomen. De vrije uiteinden van de bypassleidingen 29 monden in het omgevende water uit.
8005648 * < « # - 7 - %
Voorts bevinden zich onder in de transportleiding 28 een bedienings-afsluiter 31 en een regelafsluiter 32. Deze laatste wordt via een drukregelaar 33 geregeld welke op zijn beurt met een meettaster 34 samenwerkt. De regelafsluiter 32 wordt derhalve geregeld met behulp 5 van de druk die in het bovenste deel van het reservoir 18 heerst en kan daardoor de stromingsdoorsnede van de transp_oxtieidiiig 28 overeenkomstig wijzigen. Een andere regelafsluiter 38 bevindt zich aan het boveneinde van de transportleiding 28 en vormt deel van een regelkring waarin een drukregelaar 36 en een meettaster 37 zijn opgenomen.
10
De inrichting wordt eerst boven het boorgat 17 in de stand, in figuur 1 weergegeven, gebracht waarbij tot dan de afsluiters 30 zijn geopend en de bedieningsaf sluiter 31 gesloten is. Bij het in bedrijf nemen worden de afsluiters 30 gesloten en de bedieningsafsluiter 31 geopend. Xn het 15 reservoir 18 bevindt zich eerst een inertgas, dat door het van beneden af in het reservoir onder hoge druk instromende driefasenmengsel naar boven wordt weggedrukt. Binnen het reservoir 18 kunnen de drie fasen water, aardolie en aardgas zich op grond van hun verschillende dichtheid scheiden, waarbij het aardgas door de transportleiding 28 direct naar bo-20 ven wordt afgezo gpn. Het aardgas doet bij intreden in het reservoir 18 direct de automatisch werkende drukregelaars 33 en 36 reageren. Aangezien de aardolie door de wand van het reservoir 18 verhinderd wordt zich in horizontale richting uit te breiden, ontstaat tussen de grenslagen 26 en 27 een aardolielaag.Deze kan door de transportleiding 28 naar boven 25 gebracht worden.
De tijd voor het verblijf van de vloeibare fasen kan overeenkomstig geregeld worden, zodat voldoende scheiding daarvan gewaarborgd kan worden.
30 Bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 2 bevindt zich het reservoir 18 direct onder het platvorm 10 en vormt daar grotendeels één geheel mee.
Het platvorm 10 drijft eveneens door middel van een aantal drijflichamen 11, waarbij deze door middel van kabels 13 in him stand boven het boorgat 17 worden vastgehouden.
35
Aan één kant van het reservoir 18 bevindt zich binnenin een verticale scheidingsplaat 38, waarvan de vorm ondermeer uit figuur 3 blijkt en die de begrenzing vormt van een rustzone voor de overgang in een schacht 39 0 Λ n K (5 fl - 8 - welke daardoor van het overige inwendige deel van het reservoir gescheiden wordt. Een pompsysteem 40 is slechts schematisch weergegeven en dient voor het afvoeren van de aardolie door de op de schacht 39 aangesloten eerste transportleiding 22.
5
Boven het boorgat 17 is bij dit uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting een opvangklok 41 opgesteld, voorzien van een aantal regelmatig over de omtrek verdeelde drijflichamen 42. Deze laatsten zijn gekoppeld met kabels 43, waarin trekveren 44 zijn opgenomen. Via de kabels 43 wordt 10 de opvangklok 41 aan de verankeringen 15 vastgehouden.
De opvangklok 41 loopt naar boven toe trechtervormig uit en gaat over in een stijgleiding 45. In het trechtervormige, deel van de opvangklok 41 bevindt zich een inzetstuk 46, hetwelk eveneens trechtervormig is 15 en de werking heeft van een venturi, zodat ook kleinere oliedruppels welke zich in het water bevinden kunnen worden meegesleurd. De bypass-leidingen 29 zijn nu met de stijgleiding 45 verbonden. Boven deze verbinding is een bedieningsafsluiter 47 in de stijgleiding 45 opgenomen.
20 De stijgleiding 45 strekt zich uit tot in het reservoir 18 en wel tot op een hoogte welke boven de grenslaag 27 ligt, welke de bovenste begren- i zing van de vloeibare fasen vormt. Rondom de uitmonding van de stijgleiding 45 bevindt zich koaxiaal een spiraalvormig stromingskanaal 48 dat zich uitstrekt tot onder de grenslaag 27. Zoals in figuur 3 is weer-25 gegeven, kunnen de van bovenaf in het stromingskanaal 48 vallende vloeibare fasen door de spiraalvorm van het stromingskanaal 48 in omtreks-richting versneld worden, zodat ook daardoor reeds een eerste scheiding van de beide vloeibare fasen op grond van de verschillende dichtheid kan plaats vinden.De diameter van het stromingskanaal 48 kan in radiale 30 richting eventueel nog groter van afmeting worden teneinde de oppervlakte van de reeds gescheiden vloeibare fasen nog verder te bedekken.
Voorzover de overige delen van de in de figuren 2 en 3 getoonde inrichting niet in het bijzonder vermeld worden, komen zij in werking overeen 35 met hierboven reeds beschreven uitvoeringsvorm, zodat ook overeenkomstig dezelfde verwijzingscijfers kunnen worden toegepast. Nadat de inrichting in.de in figuur 2 getekende stand is gebracht, worden de afsluiters 30 gesloten en de bedieningsafsluiter 47 geopend, zodat het driefasenmengsel 8005646 - 9 - in de ruimte van het reservoir 18 boven de grenslaag 27 treedt, waar eerst de gasfase wordt afgescheiden, zodat deze via de transportleiding 28 naar boven kan worden gezogen.
5 De in figuur 4 beschreven uitvoeringsvorm onderscheidt zich van de uitvoeringsvorm volgens de figuren 2 en 3 alleen daardoor, dat nu vanaCf het platvorm. 10 uitgaande steunen 49 aanwezig zijn, welke zich uitstrekken tot op de zeebodem 14 en aldaar op voeten 50 rusten. De opvangklok 41 is door middel van een radiaal gestel 51 verbonden met aandrijf kokers 10 52, welke verplaatsbaar op een steun 49 bevestigd zijn en door middel van een motor 53 kunnen worden aangedreven. De krachtsoverbrenging van deze aandrijving kan op de gebruikelijke manier bijvoorbeeld door middel van een tandradaandrijving of dergelijke geschieden.
15 Op een overeenkomstige wijze is ook het reservoir 18 via een radiaal gestel 54 met de steunen 49 verbonden, waarbij als aandrijving eveneens aandrijfkokers 52 en motoren 53 gebruikt worden. Tenslotte bevinden zich ook op het platvorm 10 aandrijfkokers 52 en motoren 53 waarmede de steunen of steunpoten 49 in verticale richting opgetrokken of neer-20 gelaten kunnen worden. Nadat op deze manier de steunen 49 tot op de voeten 50 neergelaten zijn, kunnen daarop de opvangklok 41 en het reservoir 18 op de gewenste hoogte gebracht worden.
In afwijking van de hier beschreven uitvoeringsvormen is het voorts 25 denkbaar om de reservoirs 18 van onderen gesloten uit te voeren.
Dit heeft dan zin, indien het aardolieaandeel van het in zee terugstromende water te hoog zou zijn. In dat geval kan overeenkomstig het voor het wegpompen van aardolie gebruikte pompsysteem 40 nog extra een zeewaterafvoerpompsysteem met een zich erachter bevindende inrichting 30 voor fijne afscheiding van aardolie worden aangesloten.
Het ligt eveneens in het kader van de onderhavige uitvinding, om indien zulks nodig is, het platvorm 10 en het reservoir 18 in een scheeps-lichaam te integreren, zodat de inrichting volgens de uitvinding deel 35 van een schip is. Daarmede kan de inrichting dan eenvoudig en snel boven het boorgat of enige andere lekkage gebracht worden, welke bijvoorbeeld in een pijpleiding is ontstaan.
Q Λ η E C /. Q

Claims (16)

1. Inrichting voor het opvangen van aardolie, afkomstig van een lekkage of uit een boorgat onder het wateroppervlak, met behulp van een reservoir waarin het water zich op grond van zijn grotere dichtheid van de 5 aardolie afscheidt, alsmede met behulp van een eerste transportleiding voor het afvoeren van de aardolie, gekenmerkt, doordat de eerste transportleiding (22) ter hoogte van het midden op het reservoir (18) is aangesloten en dat een tweede voor het afvoeren van het aardgas voorziene transportleiding (28) aan de bovenzijde van het reservoir (18) > 10 is aangesloten.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de toevoer van tenminste een belangrijk deel van de nog ongescheiden fasen water, aardolie en aardgas in het reservoir (18) geschiedt door middel van een 15 stijgleiding (45), welke eindigt boven de zich in het reservoir (18) vormende aardoliefasen.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt, doordat zich in de onmiddellijke nabijheid boven het boorgat (17) of de lekkage een opvang- 20 klok (41) bevindt en dat het ondereinde van de stijgleiding (45) op de opvangklok (41) is aangesloten, indien het reservoir (18) zich op geringe waterdiepte bevindt of aan het wateroppervlak.
4. Inrichting volgens één der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, 25 dat het inwendige van het reservoir (18) of van de opvangklok (41) in verbinding staat met een in het water uitmondende bypassleiding (29), welke bij het opdrijven boven het boorgat (17) of de lekkage is geopend en vervolgens door een- afsluit ér (:30) kan worden afgesloten.
5. Inrichting volgens één der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, de opvangklok (41) naar boven toe trechtervormig toeloopt en dat in de trechtervormige vernauwing een zich over een deel van de stromings-doorsnède uitstrekkend inzetstuk (46) als venturibuis geplaatst is. 35
6.Inrichting volgens één der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat zich in de stijgleiding (45) een bedienings -:· of regelaf- sluiter bevindt. 8005648 _ 11 _ 1 4
7. Inrichting volgens één der voorafgaande conclusies» met het kenmerk, dat in de eerste transportleiding (22) een bedienings-of regelafsluiter (23) is opgenomen en dat deze deeluitmaakt van een regelkring, waarmee de hoogte van de aardoliefase in het reservoir (18) geregeld kan worden. 5
8. Inrichting volgens één der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat in de tweede transportleiding (28) een bedienings- of regelafsluiter (32, 35) is opgenomen en dat deze deeluitmaakt van een regelkring, waarmee de in het reservoir (18) heersende druk en/of de hoogte van de fasen- 10 begrenzing aardgas/aardolie (27) kan worden geregeld.
9. Inrichting volgens één der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat tenminste ter plaatse van de aansluiting van de eerste transportleiding (22) op het reservoir (18) scheidingswanden (38) zijn aange- 15 bracht, die zich tenminste in nagenoeg verticale richting uitstrekken en die een begrenzing vormen voor van de overige reservoirruimte afgescheiden rustzones.
10. Inrichting volgens één der voorafgaande conclusies, met het kenmerk» 20 dat ongeveer ter hoogte van het boveneinde van de stijgleiding (45) tenminste nagenoeg horizontale botsvlakken (48) zijn aangebracht.
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de botsvlakken deeluitmaken van een spiraalvormig stromingskanaal (48) met een vrijwel 25 verticale as, en dat het stromingskanaal (48) zodanig gevormd is, dat het door de spiraal omlaagstromende water-aardoliemengsel in omtreks richting versneld wordt.
12. Inrichting volgens één der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, 30 dat het reservoir (18) en/of de opvangklok (41) ten opzichte van de zeebodem (14) verend meegevend is verankerd.
13. Inrichting volgens één der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het reservoir (18) en /of de opvangklok (41) verbonden is met drijf- 35 lichamen (19,42).
14. Inrichting volgens één der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat een platvorm (10) alsmede zich daarvanaf tot aan de zeebodem (14) 80 0 5 6 6 8 - 12- uitstrekkende steunpoten (49) aanwezig zijn en dat het reservoir (18) en/of de opvangklok (41) langs de steunpoten (49)in verticale richting verplaatsbaar zijn bevestigd.
15. Inrichting volgens één der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het inwendige van het reservoir (10) tijdens het gereedmaken en de montage voor het in bedrijf stellen, met een inertgas gevuld is.
16. Inrichting volgens één dér voorafgaande conclusies, met het kenmerk, 10 dat een tranportleiding (22,28) telkens gevormd wordt door een tenminste in hoofdzaak zelfdragende elastisch meegevende buis. 15 8005648
NL8005648A 1979-10-11 1980-10-13 Inrichting voor het opvangen van aardolie, welke bij een lekkage of uit een boorgat onder het wateropper- vlak naar buiten treedt. NL8005648A (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE2941228 1979-10-11
DE2941228A DE2941228C2 (de) 1979-10-11 1979-10-11 Einrichtungen zum Auffangen eines unter Wasser unkontrolliert austretenden Erdöl/Erdgas-Gemisches
DE19803034132 DE3034132A1 (de) 1980-09-11 1980-09-11 Anordnung zum auffangen von erdoel, das aus einer leckage oder aus einem bohrloch unterhalb der wasseroberflaeche austritt
DE3034132 1980-09-11

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8005648A true NL8005648A (nl) 1981-04-14

Family

ID=25781450

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8005648A NL8005648A (nl) 1979-10-11 1980-10-13 Inrichting voor het opvangen van aardolie, welke bij een lekkage of uit een boorgat onder het wateropper- vlak naar buiten treedt.

Country Status (4)

Country Link
DK (1) DK431380A (nl)
GB (1) GB2066095A (nl)
NL (1) NL8005648A (nl)
NO (1) NO803032L (nl)

Families Citing this family (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2628142B1 (fr) * 1988-03-02 1990-07-13 Elf Aquitaine Dispositif de separation huile gaz en tete d'un puits sous-marin
NO885706L (no) * 1988-12-22 1990-06-25 Norwegian Contractors Utstyr og fremgangsmaate til prossessering av raaolje.
GB2385009B (en) * 2002-02-11 2006-02-01 Abb Offshore Systems As Subsea production system
ITMC20100063A1 (it) * 2010-06-07 2011-12-08 Gabriele Coccia Metodo e dispositivo per il tamponamento di fuoriuscite di greggio da un pozzo petrolifero sottomarino.
GB201009544D0 (en) * 2010-06-08 2010-07-21 Burns Family Invest Ltd Apparatus and method for containment of underwater hydrocarbon emissions
CN101915076A (zh) * 2010-07-09 2010-12-15 李长兴 水下垂直管接头摆动排漏油罩
DE102010051164A1 (de) 2010-07-13 2012-01-19 Wulf Splittstoeßer Schutzeinrichtung zum Auffangen eines in ein Gewässer entweichenden Fluids
EP2570340A1 (en) * 2011-09-16 2013-03-20 The European Union, represented by the European Commission Device for collecting and temporarily storing fluids from an underwater source
CZ303760B6 (cs) * 2011-11-23 2013-04-24 Technická univerzita v Liberci Prostredek pro zabránení pruniku ropy do vody a/nebo pro separaci ropy obsazené ve vode
US8967271B2 (en) * 2012-06-07 2015-03-03 Kellogg Brown & Root Llc Subsea overpressure relief device
US9447660B2 (en) 2012-09-28 2016-09-20 Bp Corporation North America Inc. Subsea well containment systems and methods
BR112015007421A2 (pt) 2012-10-05 2017-07-04 Total Sa sistema de contenção e método para utilizar o sistema de contenção
ITMI20121747A1 (it) * 2012-10-16 2014-04-17 Eni Spa Apparato e procedimento per il convogliamento e il recupero di idrocarburi da un pozzo sottomarino o da una condotta sottomarina in condizione di rilascio incontrollato (blowout)
DE102013003639B3 (de) * 2013-03-05 2014-06-18 Uwe ROHDE Vorrichtung und Verfahren zum Abführen eines aus dem Meeresgrund hervorquellenden Materials
US9822605B2 (en) * 2016-04-14 2017-11-21 Karan Jerath Method and apparatus for capping a subsea wellhead

Also Published As

Publication number Publication date
GB2066095A (en) 1981-07-08
DK431380A (da) 1981-04-12
NO803032L (no) 1981-04-13

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8005648A (nl) Inrichting voor het opvangen van aardolie, welke bij een lekkage of uit een boorgat onder het wateropper- vlak naar buiten treedt.
EP1206310B1 (en) An apparatus for separation of a fluid flow, especially into a gas phase and a liquid phase
US4111809A (en) Device for the removal of a liquid layer on water
US5030342A (en) Installation for collecting oils and fuels spilled at sea
EA036849B1 (ru) Разделение нефти, воды, газа и твердых частиц при добыче нефти и/или газа
US4448689A (en) Apparatus for final clearing of waste water
CN102120103B (zh) 气油水三相分离器
CA2229372C (en) Method and apparatus for skimming a floatable surface layer from a water surface
US6277273B1 (en) Floating decanter for supernatant liquid
US20030127376A1 (en) Fluid control systems
CN1997547A (zh) 一种收集水面漂浮废物的方法和装置
JP2001521082A (ja) 水上に浮遊する汚物の分離方法及び装置
US4538414A (en) Apparatus for preventing blowing out of the water supply of constant pressure air storage installations of gas turbine power plants
US4351623A (en) Underwater storage of oil
JPS5922879B2 (ja) 液体・気体分離装置
US4431534A (en) Liquid-liquid separation apparatus
CN103643661B (zh) 一种利用天然能量清除水库漂浮垃圾的设施及运行方法
AU2016231908B2 (en) Flotation cell
US5340477A (en) Produced water-oil separation tank for emulsions
GB1420011A (en) Method and apparatus for separating material leaving a well
US3322087A (en) Barge with liquid level control system
EP0371096B1 (en) Fluid separation apparatus
NO790642L (no) Fremgangsmaate og innretning for fraskillelse av olje fra en blanding av olje og vann
GB2354462A (en) Vortex device for separating oil or floating algae from water; combinations of separators
SE425610B (sv) Forfarande och anleggning for uppsamling av pa vattenytan flytande olja

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed