NL8004985A - Inrichting en werkwijze voor het verdichten van korrelige materialen, door zowel symmetrische als asymmetrische cyclische belastingen. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het verdichten van korrelige materialen, door zowel symmetrische als asymmetrische cyclische belastingen. Download PDF

Info

Publication number
NL8004985A
NL8004985A NL8004985A NL8004985A NL8004985A NL 8004985 A NL8004985 A NL 8004985A NL 8004985 A NL8004985 A NL 8004985A NL 8004985 A NL8004985 A NL 8004985A NL 8004985 A NL8004985 A NL 8004985A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
rotor
hydraulic
molding
load
hydraulic fluid
Prior art date
Application number
NL8004985A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Leonard Teerling
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Leonard Teerling filed Critical Leonard Teerling
Priority to NL8004985A priority Critical patent/NL8004985A/nl
Publication of NL8004985A publication Critical patent/NL8004985A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F15FLUID-PRESSURE ACTUATORS; HYDRAULICS OR PNEUMATICS IN GENERAL
    • F15BSYSTEMS ACTING BY MEANS OF FLUIDS IN GENERAL; FLUID-PRESSURE ACTUATORS, e.g. SERVOMOTORS; DETAILS OF FLUID-PRESSURE SYSTEMS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F15B21/00Common features of fluid actuator systems; Fluid-pressure actuator systems or details thereof, not covered by any other group of this subclass
    • F15B21/12Fluid oscillators or pulse generators
    • F15B21/125Fluid oscillators or pulse generators by means of a rotating valve
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B28WORKING CEMENT, CLAY, OR STONE
    • B28BSHAPING CLAY OR OTHER CERAMIC COMPOSITIONS; SHAPING SLAG; SHAPING MIXTURES CONTAINING CEMENTITIOUS MATERIAL, e.g. PLASTER
    • B28B1/00Producing shaped prefabricated articles from the material
    • B28B1/08Producing shaped prefabricated articles from the material by vibrating or jolting
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B28WORKING CEMENT, CLAY, OR STONE
    • B28BSHAPING CLAY OR OTHER CERAMIC COMPOSITIONS; SHAPING SLAG; SHAPING MIXTURES CONTAINING CEMENTITIOUS MATERIAL, e.g. PLASTER
    • B28B3/00Producing shaped articles from the material by using presses; Presses specially adapted therefor
    • B28B3/02Producing shaped articles from the material by using presses; Presses specially adapted therefor wherein a ram exerts pressure on the material in a moulding space; Ram heads of special form
    • B28B3/022Producing shaped articles from the material by using presses; Presses specially adapted therefor wherein a ram exerts pressure on the material in a moulding space; Ram heads of special form combined with vibrating or jolting

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Manufacturing & Machinery (AREA)
  • Ceramic Engineering (AREA)
  • Analytical Chemistry (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Fluid Mechanics (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Press-Shaping Or Shaping Using Conveyers (AREA)

Description

t-; «r %
Leonard Teerling Roden (Dr) - Nederland
Inrichting en werkwijze voor het verdichten van korrelige materialen.door zowel symmetrische als asymmetrische cyclische belastingen
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verdichten van vormstukken uit korrelige materialen zoals beton-stenen en betonklinkers etc.,door trillen en het uitoefenen van cyclische belastingen op de vormstukken.
5 Dit effect wordt verkregen met een inrichting die zowel een symmetrisch als asymmetrisch trillingspatroon kan opwekken.
Vooral het asymmetrisch kunnen trillen is van wezenlijk belang bij veel verdichtingsprocessen. Bepaalde overeenkomsten bestaan met octrooiaanvrage 7906784 met de kenmerken dat in genoemde octrooiaan-10 vrage de verdichting van het vormstuk tot stand komt door het vormstuk met een bepaalde frequentie op te tillen en te laten vallen op een separate schokinrichting,terwijl aan de bovenzijde van het vormstuk een konstante instelbare bovenbelasting heerst. Dit lijkt een goede methode voor het geluidsarm verdichten van relatief 15 "droog beton” t.b.v betontegels.
Het fabriceren van betonstenen en klinkers echter,waarvan het betonmengsel iets natter is,kan volgens onderhavige vinding op een nog geluidsarmere wijze geschieden. Hierbij is het integreren van de werkwijze-in een installatie eveneens eenvoudiger te 20 realiseren dan in octrooiaanvrage 79067&4.
De huidige op de markt zijnde betonstenenpersinstallaties leveren een geluidsniveau van meer dan 105 dBA. Dit geluidsniveau mag als schadelijk voor de gezondheid van het bedienend personeel worden beschouwd. Hoewel over het algemeen de kwaliteit van de ge-25 produceerde betonstenen goed mag worden genoemd,ontstaan toch problemen met de kwaliteit bij geringe wijzigingen van het betonmengsel. Door de zeer beperkte regelbaarheid is correctie een moeizaam proces met vaak lange stilstandtijden. Opgemerkt wordt dat het hoge geluidsniveau hoofdzakelijk te wijten is aan contactgeluid,en 30 wel tussen vormmatrijs en onderlegplank.·
Dit wordt veroorzaakt door de f as evers chui ving tussen de bewegingsrichting van de-roterende excentrische massa’s en de bewegingsrichtingen.
800 4 985 2 %t t Λ van onderlegplank,vorinmatri j s,vormstuk en bovenstempel. Voor een hoge "slagkracht" is een hoge rotatiefrequentie gewenst. De grootte van de faseverschuiving neemt echter ook toe met de frequentie,en daarmede eveneens het geluidsniveau.
5 ~ Doel van de vinding is een inrichting en werkwijze te verschaffen die eerder genoemde nadelen en/of beperkingen ondervangt. Dit doel wordt bereikt met een hydraulisch verdichtingssysteem waarbij het verdichten niet geschiedt door een soort "schokkende" trilling met roterende trilmotoren,op welk principe de verdichting 10 van bv betonstenen nu tot stand komt,maar door uitoefenen van cyclische belastingen op het vormstuk waarbij de belastingopbouw bij voorkeur asymmetrisch is. Het watergehalte,waarbij eerder genoemde betonvormstukken worden verdicht,maakt deze werkwijze juist mogelijk. Het betonvormstuk ondervindt bij cyclische belasting een knedende 15 werking die versterkt wordt door het gunstige watergehalte cq water-cementfactor,waarmede gewerkt kan worden,alsmede door het elastische gedrag van het vormstuk tijdens dit kneedproces. De afzonderlijke korrels kunnen hierdoor in het vormstuk bewegen en daarbij de meest dichte pakking doen ontstaan. Afhankelijk van de te kiezen konstruk-20 tieve uitvoering van de gehele verwerkingsinstallatie kan hetzij van onderen,hetzij van boven de cyclische belasting worden opgedrukt.
Het zal voor een deskundige duidelijk zijn dat,doordat het verdichtingsmechanisme direct op het vormstuk werkt alsmede het kontakt tussen stempel en vormstuk behouden blijft,er weinig gelegen-25 heid ia .voor het ontstaan van kontaktgeluid. Volgens de huidige stand van de techniek bestaan er voldoende-en eenvoudige middelen cq maatregelen om het geluidsniveau van de hydraulische installatie zelf onder de 75 a £0 dBA te houden.
De vinding,die zowel betrekking heeft op de inrichting 30 als de werkwijze van de inrichting,zal aan de hand van tekeningen, waarin uitvoeringsvoorbeelden zijn voorgesteld,nader worden toegelicht.
3?ig.l toont een hydraulisch schema met regelinrichting bij een onderaandrijving.
Eig.2 toont een snelheids,versnellings- en amplitudever-35 loop van de aangedreven triltafel.
Fig. 3 toont een uitvoeringsvoorbeeld van een andere mogelijke uitvoering van de regelinrichting.
80 0 4 985 3
Fig.4 toont een derde uitvoeringsvoorbeeld van een mogelijke uitvoering van de regelinrichting.
Fig,5 toont een doorsnede van de regelinrichting overeenkomstig het getekende cetopsymbool in fig 1 en fig 3· 5 Fig.6 toont een doorsnede van de regelinrichting overeen komstig het getekende cetop symbool in fig 4·
Fig.7 toont de uitslag van de omtrek van de rotor en de bus van de regelinrichting,overeenkomstig het getekende cetop symbool van zowel fig 1,fig 3 en fig 4· 10 Fig.9 t/m 12 tonen schematisch mogelijke werkwijzen
Fig.13 toont de drukopbouw bij cyclische belasting.
In het hydraulische schema (fig 1) van de aandrijving zuigt de hydraulische pomp 1,die bij voorkeur drukgestuurd is,hydraulische vloeistof uit het reservoir 2 en perst deze via leiding 3 en de 15 regelinrichting 4 naar de lineaire hydromotor cq vibratiecilinder 5·
De vibratiecilinder 5 drijft een triltafel 6 aan,welke laatste verend ondersteund wordt de lucht balgen of lucht cilinders 7 en 8. Behalve luchtbalgen zijn in sommige gevallen eveneens te gebruiken eenvoudige verende elementen als rubber- en/of stalen veren.
20 In het hydraulische schema is 9 een zogenaamde hydraulische accumulator ten behoeve van het opvangen van drukstoten en het accumuleren van hydraulische vloeistof op momenten dat geen vloeistof uit leiding 3 wordt toegevoerd via regelinrichting 4 naar vibratiecilinder 5·
De regelinrichting 4 is een zogenaamd roterend stuurorgaan in een 25 uitvoering waarbij het mogelijk is asymmetrische trillingen op te wekken. Roterende stuurorganen,ook wel hydraulische impuls- of wisselstroomgeneratoren genoemd,zijn in hun basisvorm uit de literatuur en uit octrooiaanvragen bekend. Echter tot op heden is het niet mogelijk met de bekende uitvoeringen een asymmetrische trilling op te 30 wekken. De hydraulische impulsgenerator 4 volgens de vinding omvat een roterend, gedeelte 10 en een accumulator 11 die via aansluiting 12 op een hogere of lagere voorspandruk kan worden gebracht.
De werking van de impulsgenerator zal mede aan de hand van figuur 2 worden verklaard. Tijdens het trajekt t1 wordt hydrau-35 lische vloeistof onder druk toegevoerd naar de vibratiecilinder 5, zowel naar de ruimte 13 als naar de ruimte 14. Door het oppervlakte-verschil van zuiger en zuigerstang,beweegt de plunjer 15 en de daarmede verbonden triltafel 6 omhoog.
80 0 4 98 5 % * 4
Aansluiting P is hierbij doorverbonden met zowel A en B. Als de plunjer 15 de afstand X1 heeft af gelegd en de plunjersnelheid V1 is geworden,wordt geen hydraulische vloeistof onder hoge druk meer toegevoerd naar de ruimte 13 maar staat uitsluitend nog vloeistof onder 5 druk in ruimte 14,waardoor de plunjer 15 vertraagd wordt met a2 over het trajekt t2. De snelheid V1 is tot nul gereduceerd als de amplitude X2 is geworden. B is hierbij met I verbonden en A met P. Om te voorkomen dat over het trajekt t2 onderdruk ontstaat in ruimte 13 is ie generator voorzien van een mogelijkheid van napersen van hydraulische 10 vloeistof onder lage druk naar de ruimte 13· Dit napersen geschiedt zowel.via kanaal 18 door de generator en leiding 19 naar ruimte 13, maar is ook mogelijk via kanaal 16 door terugslagklep 17 en leiding 20 naar ruimte 13· Deze extra napersmogelijkheid is gewenst indien X2^>X1 bij relatief lage frequenties. Bij napersen wordt de hydraulische 15 vloeistof onttrokken uit de accumulator 11. De grootte van de napers-druk kan worden ingesteld door een in leiding 21 geplaatste regelbare smoorkraan 22. Bij het afleggen van het trajekt t3 is de bewegingsrichting van de plunjer neerwaarts. Evenals bij het trajekt t2 is B met T verbonden en P met A. Echter doordat de bewegingsrichting van 20 de plunjer nu neerwaarts is wordt,door een in de impulsgenerator ingebouwde smoring 23,een tegendruk (vertraging) opgebouwd in ruimte 13. Afhankelijk van de doorsnede van het doorstroomgat in deze uitwisselbare smoring 23 ontstaat een grotere of kleinere vertragings-tijd t3· De in de tijd t3 afgelegde weg X3 wordt daarmede vastgelegd. 25 Vervolgens komt de verbinding P met zowel A als B weer tot stand.
De snelheid V3 wordt gereduceerd tot nul door de nu opwaartse versnelling a4e a1. Hierbij wordt de weg X4 afgelegd. Met behulp van een regelbare aandrijving 24 kan de werkfrequentie worden gevarieerd.
De maximaal optredende versnellingskracht is recht evenredig met de 30 heersende systeemdruk. Doordat de systeemdruk los staat van de frequentie is het duidelijk dat een hoge”centrifugaalkrachtn kan worden bereikt reeds bij een lage frequentie,in tegenstelling tot tril-motoren met excentrische roterende massa's. Grotere of kleinere . amplitudes kunnen worden bereikt door variëren van de frequentie,al 35 dan niet in kombinatie met verlagen of verhogen van de systeemdruk en eventueel van de luchtdruk in de balgen 7 en 8.
80 0 4 985 » + 5
Het is duidelijk dat ter verkrijging van een gewenst amplitudeverloop, en in het bijzonder van een asymmetrisch amplitudeverloop,de "napers-voorziening" alsmede de verwisselbare smoring van essentieel belang t zijn.
5 De meest bepalende factoren in het verdichtingsproces zijn'de grootte van de versnelling alsmede de tijdsduur van de optredende versnelling. Het verhogen of verlagen van de frequentie, verhoogt cq verlaagt deze tijdsduur. De optredende amplitude is een logisch gevolg van deze situatie (X = £at2). Dit betekent ook dat 10 vanuit een directe amplituderegeling de parameters versnelling en tijdsduur zijn te regelen. Om deze redenen verdient het de voorkeur als verende elementen luchtbalgen of luchtcilinders te kiezen,waarbij door te "spelen" met verschillen in luchtdruk tussen de balgen 7 en 8, zondèr dat in het hydraulische systeem geregeld hoeft te 15 worden,direct zowel versnelling,snelheid als amplitude zijn te variëren. Deze werkwijze is van belang als het verdichtingsproces moet worden bijgestuurd doordat hetzij veranderingen in het ver-dichtingsmengsel optreden,hetzij de totaal te trillen massa zich wijzigt. De onderlinge verhouding t1,t2,t3 en t4 wordt bepaald 20 door de openingstijd cq grootte van de openingen in rotor en huis van de impulsgenerator 10. In de figuren 3 en 4 zijn in cetopsymbolen andere uitvoeringsvoorbeelden gegeven van de impulsgenerator.
De regelinrichting 4 uit figuur 1 is als doorsnedetekening weergegeven in figuur 5,waarbij in fig.5a de stand van rotor 25 en bus 26 25 overeenkomt mét de schakelstand voor het trajekt t4-t1 (van fig.2), figuur 5b van trajekt t2 en figuur 5c van trajekt t3.
In de getekende stand van fig.5a stroomt hydraulische vloeistof onder druk bij P in het ringvormige kanaal 27 en via kanalen 28 in de omtrek van de bus 26 in de ringvormige ruimte 29. Afhankelijk 30 van het aantal pulsen per omwenteling dat gewenst wordt, stroomt hydraulische vloeistof door evenzoveel sleufvormige kanalen 30 in de omtrek van rotor 25 via openingen 31 in de ringvormige ruimte 32 naar aansluiting B. In de schakelstand van fig.5b zijn de sleuven 33 voor de openingen 31 gekomen zodat vanuit ruimte 34 onder lage druk 35 hydraulische vloeistof kan worden nageperst. De hydraulische vloeistof wordt hiertoe meegeholpen door een zuiger of membraam 35,onder een lage positieve gasdruk in ruimte 36. In de schakelstand van figuur 5c stroomt hydraulische vloeistof in omgekeerde richting weer 800 4 985 * » 6 door de generator via de ringvormige ruimte 32- de openingen 31-kanalen 37, door de smoring 23 naar de aansluiting T.
De getekende uitslag van de omtrek van de rotor en bus volgens de figuren resp. 7a en 7b zijn overeenkomstig het boven beschrevene.
5 Opgemerkt wordt dat,hoewel het niet de voorkeur verdiend,het eveneens mogelijk is de schakelstand volgens £ig.5b te laten vervallen en uitsluitend het napersen onder lage druk buiten de generator om te laten plaats vinden. Eea zoals getekend in figuur 3. In deze situatie zal de uitslag van de omtrek van de rotor en bus overeen-10 komstig respektievelijk £ig.8a en fig.8b zijn.
Een andere uitvoeringswijze is getekend in figuur 6. Deze uitvoering kombineert in feite de schakelstanden van de figuren 5a en 5b.
In de rotor 25 is een "smoor-terugslagklep" 38 geplaatst die licht aangedrukt wordt door veer 39 op de zitting 40. Indien bij doorlopen 15 van het trajekt t2 (fig.2) onderdruk dreigt te ontstaan in 32- 31- 37- 39,zal door het drukverschil tussen de ruimtes 34 en 39 de terugslagklep 38 openen en kan hydraulische vloeistof onder lage druk worden nageperst. Ha doorlopen van trajekt t2 komt de "napersstroming" tot stilstand,de vloeistofdruk in ruimte 34 en 39 wordt gelijk en de 20 terugslagklep sluit weer op zitting 40. Vervolgens zal bij doorlopen van trajekt t3 de van B naar I afstromende hydraulische vloeistof door de nauwe doorstroomopening van klep 38 een drukval ondergaan waardoor de plunjer 15 (fig.1) vertraagd terugkomt.
Ik merk op dat de geschetste voorzieningen ten behoeve van het door-25 lopen van de trajekten t2 en t3 vooral noodzakelijk zijn als gewerkt wordt met lagere frequenties. Dit geldt zowel voor symmetrische als voor asymmetrische trillingen. Impulsgeneratoren zoals tot op heden beschreven in octrooien en octrooiaanvragen voorzien hier niet in. Indien gewerkt wordt met hogere frequenties,in de grootte-orde van 30 boven 40 a 80 Hz,is de napersvoorziening minder kritisch. Boven deze frequentie zal door "expansie” van de samengedrukte hydraulische vloeistof in ruimte 13(fig«1) de volumeverandering die ontstaat bij het afleggen van de,bij hogere frequenties optredende,kleine 7· amplitude 12 kunnen opvangen. Evenzo zal de napersvoorziening,zowel 35 bij hoge als lage- frequenties,nauwelijks noodzakelijk zijn als de impulsgenerator niet wordt toegepast voor het heen en weer bewegen of op en neer bewegen van massa's,maar wordt toegepast bij bijvoor- frOO 4 98 5 \ * » 7 beeld vermoeiingsinricht ingen waarbij de hydraulische vloeistofdruk moet variëren en waarbij de massakrachten gering zijn. Voor de laatste toepassing bestaan octrooien en octrooi-aanvragen waarbij de schakel-momenten van drukopbouw geregeld worden,door de sleuven in de omtrek 5 van de rotor in een bepaald patroon t.o.v elkaar te plaatsen al dan niet in kombinatie met een extra lineaire beweging van de rotor. Impulsgeneratoren van dit type zijn dus weinig geschikt voor het genereren van massabewegingen.
De uitvinder is zich er van bewust dat voor het 'mogelijk 10 maken van de werkwijze van verdichten,ook als regelinrichting een zogenaamde hydraulische servoklep toegepast kan worden. Het trillings-patroon wordt daarbij elektronisch geregeld. Deze regelinrichting geniet voor de onderhavige werkwijze niet de voorkeur vanwege zowel de veel hogere prijs,alsook vanwege de grotere kwetsbaarheid bij 15 het werken in relatief stoffige en vuile omstandigheden.
Bij het verdichten van betonvormstukken,volgens de werkwijze van onderhavige vinding (figuren 9 t/m 12),zal in de beginfase van het verdichtingsproces sprake zijn van het op-en neer bewegen van de te verdichten massa (als in fig.1 geschetst) en naar gelang het 20 verdichtingsproces vordert,overgaan in een zuiver cyclisch persproces waarbij het beton een wisselende persdruk ondergaat als geschetst in figuur 13· Zelfs is het mogelijk in de eindfase van het verdichtingsproces het stempel los te laten komen van het vormstuk zodat aan de onderzijde "geschokt" wordt met een kleine amplitude en daarmede met 25 een nog betrekkelijk laag geluidsniveau. Deze extra mogelijkheid is belangrijk ingeval van verdichten van vrij droog beton zoals bij betontegels gebruikelijk. In figuur 9 is de voorkeursuitvoering getekend van de inrichting met de aandrijving aan de onderzijde(fig.1), waarvan de werkwijze als volgt is. Het vormstuk 42 wordt opgesloten 30 door een onderstempel 6 en een bovenstempel 43· Het bovenstempel 43 is met de plunjer 44 van de hydraulische cilinder 45 verbonden.
De plunjer 44 oefent via stempel 43 een geringe instelbare positieve druk uit op het vormstuk 42. Bij aandrijving van plunjer 15 zal in eerste instantie het vormstuk 42 gaan inklinken cq verdichten onder 35 invloed van puur de trillende beweging,bij voorkeur asymmetrisch,van het onderstempel. Tijdens het inklinken zal het bovenstempel 43 nazakken.
80 0 4 985 5 8
De wig ze waarop het nazakken konstruktief geregeld wordt is niet essentieel voor de vinding. Zo kan men o.a uitgaan van een hydraulisch systeem voor de bediening van de bovencilinder 45 waarbij voorzieningen zijn getroffen om tijdens het verdichtingsproces de hydraulische 5 vloeistof in ruimte 47 drukarm af te voeren via leiding 49 naar het reservoir,terwijl in ruimte 46 een ovérdruk heerst en via leiding 48 onmiddellijk hydraulische vloeistof wordt nageperst als plunjer 44 "nazakt". Dit inklinken onder invloed van zuiver en alleen de trilling geschiedt binnen een tijdsbestek van ca 1 a 2 seconden 10 waarbij ca 90$δ van de eindverdichting wordt bereikt. Het verdichtingsproces door zuiver trillen gaat vervolgens, zonder dat aanvullende handelingen gepleegd hoeven te worden,automatisch over in cyclisch belasten. Dit effect wordt veroorzaakt door het feit dat de plunjer 15 speeds meer in zijn beweging gehinderd wordt doordat de klep 61 in 15 leiding 48 het terugstromen van de hydraulische vloeistof uit ruimte 46 voorkomt. Er wordt druk opgebouwd in ruimte 46 tot een niveau waarbij de reaktiekracht in plunjer 44 evengroot wordt als de maximaal optredende kracht in plunjer 15. De amplitude die plunjer 15 dan maakt is afhankelijk van de elasticiteit van het vormstuk 42,maar meer nog 20 afhankelijk van de samendrukbaarheid van de hydraulische vloeistof in ruimte 46. Indien nog aanvullend "schokken" noodzakelijk is,als beschreven in regel 23 t/m 27 van blz 7,is het plaatsen van een kraan in leiding 49 noodzakelijk. Bij het bereiken van de vereiste verdichting van vormstuk 42 stopt de aandrijving van cilinder 5, 25 waarna met behulp van hefcilinders 60 de vormmatrijs 50 hetzij laat zakken hetzij optilt zodat het vormstuk 42 vrijkomt en na heffen van plunjer 44 verwijderd kan worden. Ook kan men denken aan gelijktijdig heffen van vormmatrijs 50 en vormstuk 42. Het vormstuk 42 blijft daarbij in de vormmatrijs 50 hangen op kleef,al dan niet gekombineerd 30 met een vacuum via bovenstempel 43· Na toevoeren van een onderlegplank wordt met cilinder 45 middels plunjer 44 het vormstuk 42 uit de vormmatrijs 50 op deze onderlegplank gedrukt.
Een alternatieve werkwijze toont fig.10 waarbij de cyclische belasting van bovenaf wordt opgelegd,met dit verschil dat de hydraulische 35 vloeistof in ruimte 63 drukloos is en verbonden met het vloeistofre-servoir. Alleen in ruimte 62 wordt een hydraulische wisseldruk opgelegd. Ook hier zal in eerste instantie de verdichting onder invloed van de trilling tot stand komen om geleidelijk over te gaan in een 80 0 4 985 * * 9 cyclische belasting. Bij deze werkwijze wordt het vormstuk 42 direct op de onderlegplank 64 vervaardigd. Yoor het verkrijgen van dezelfde verdichtingskwaliteit als bij de werkwijze van fig.9 zal over het algemeen een iets vochtiger betonmengsel nodig blijken.
5 De werkwijze volgens fig.11 is praktisch overeenkomstig met die van fig.10,met dit verschil dat de onderlegplank later wordt aangevoerd overeenkomstig de werkwijze van fig.9 en dat gebruikt wordt een metalen onderlegplaat 65 die rust op een eventueel iets verende ondergrond 66 van bijvoorbeeld rubber of kunststof.
10 In figuur 12 zullen de veren 77,elke keer als de wisseldruk in ruimte 62 minimaal is,het vormstuk 42 optillen met een slag cq amplitude die afhankelijk is van de minimum ingestelde druk in ruimte 62.
Bij de neerwaartse beweging slaat onderlegplaat 65 op een aambeeld 66, die eventueel iets verend kan worden uitgevoerd. Deze werkwijze is 15 geschikt voor de wat drogere betonmengsels.
80 0 4 98 5

Claims (13)

1. Werkwijze voor het verdichten van vormstukken uit korrelige materialen zoals o.a betonstenen en betonklinkers.met het kenmerk,dat het te verdichten materiaal aan één zijde statisch wordt gesteund,terwijl aan de andere zijde een dynamische belasting wordt 5 uitgeoefend die in de eerste vêrdichtingsfase uit zuiver trillen bestaat en in de eindfase overgaat in een cyclische belasting.
2. Werkwijze volgens conclusie 1 .met het kenmerk.dat de dynamische belastingen en trillingen worden opgelegd aan het te verdichten materiaal middels tenminste één lineaire hydraulische motor, 10 verbonden met tenminste een hydraulische regelinrichting van het rotatietypè (impulsgenerator) of van het type servoklep die een symmetrische of een asymmetrische belasting genereert.
3. Werkwijze volgens conclusies 1-2 .met het kenmerk.dat bij opleggen van de dynamische belastingen aan de onderzijde van het 15 vormstuk,het;onderstempel verend wordt ondersteund middels bij voorkeur lineaire luchtmotoren (luchtbalgen, luchtcilinders) zoals geschetst in figuur 1,waarmee door variëren van de luchtdruk in de, tegen elkaar in werkende,lineaire luchtmotoren het verdichtingssysteem kan worden beïnvloed cq bijgestuurd. 20
4· Werkwijze volgens conclusies 1-3 .met het kenmerk.dat de vormmatrijs zelf geen dynamische belastingen ondergaat en daarbij dus niet tot de meeversnelde cq meebelaste massa behoort.
5. Werkwijze volgens conclusies 1-4 .met het kenmerk.dat zodanige voorzieningen zijn aangebracht en een zodanige werkvolgorde 25 wordt gevolgd waardoor de vormstukken na verdichting op eenvoudige wijze kunnen worden verwijderd,zoals beschreven in regel 23 t/m 32 van blz.8.
6. Werkwijze volgens conclusies 1-5 .met het kenmerk.dat als laatste vêrdichtingsfase na cyclisch belasten een schokproees 30 kan worden toegepast, door in de situatie van dynamisch belasten aan de onderzijde,het onderstempel los te laten komen van het vormstuk en in de situatie van dynamisch belasten aan de bovenzij de, het vormstuk aan de onderzijde door de verende ondersteuning te laten tillen en vervolgens bij de neergaande slag op een onderaambeeld te stoten. 80 0 4 985 1 -m
% 7* Inrichting voor de werkwij ze volgens de conclusies 1-6 voor het opwekken van symmetrische of asymmetrische trillingen.met het kenmerk,dat deze hydraulische regelinrichting hij voorkeur een roterende stuurschuif (impulsgenerator) is,met tenminste één napers-5 voorziening om onderdruk in de aan te drijven lineaire hydromotor te voorkomen alsmede voorzieningen bevat om de slag van de lineaire hydromotor in heide bewegingsrichtingen van ongelijke tijdsduur te maken·
8. Inrichting volgens de conclusie 7 .met het kenmerk.dat 10 de napersvoorziening(en), waarvan de hoofdelementen bestaan uit een accumulator van het zuiger- membraam- of balgtype met een in serie geschakelde terugslagklep,bij voorkeur één geheel uitmaakt met de rest van de impulsgenerator maar eventueel ook in het hydraulische systeem buiten de generator om kan zijn aangebracht.
9. Inrichting, volgens de conclusies 7-8 .met het kenmerk, dat ter verkrijging van een korte en drukverliesarme weg van de hydraulische vloeistof in de impulsgenerator,in de rotor en de bus twee ringvormige ruimtes zijn uitgespaard die konstant met elkaar in verbinding staan en waar op de aansluitingen P (pers), A (aansl. zuiger- 20 stangzijde) en ka (aansl. persaccumulator) uitmonden.
10. Inrichting volgens de conclusies 7-9 .met het kenmerk, dat de naar aansluiting B (aansl. zuigerzijde) toe te voeren hydraulische vloeistof,stroomt vanuit de ringvormige ruimte in de rotor door tenminste één,bij voorkeur sleufvormig,kanaal in de omtrek van 25 de rotor via evenzovele openingen in de bus naar een ringvormige ruimte waarop tenminste één aansluiting B uitkomt.
11. Inrichting volgens de conclusies 7-10 .met het kenmerk, dat de vanaf aansluiting B naar aansluiting T stromende hydraulische vloeistof niet wordt afgevoerd langs de omtrek van de rotor als bij 30 het toevoeren,maar via centrisch geboorde kanalen in de rotor en vervolgens in de langsrichting door de rotor heen naar de kopse kant.
12. Inrichting volgens de conclusies 7-11 ,met het kenmerk, dat om napersen van hydraulische vloeistof onder lage druk mogelijk te maken vanaf aansluiting T naar B,door de impulsgenerator 35 heen,hiervoor voorzieningen zijn getroffen die bestaan uit hetzij tenminste één naperssleuf in de omtrek van de rotor tussen I en B, hetzij een terugslagklep,geplaatst in het centrale afvoerkanaal in het hart van de rotor. 800 4 985 tr *. V
13. Inrichting volgens de conclusies 7-12 «met het kenmerk, dat ter verkrijging van de gewenste vertragingstijd t3,in het centrale afvoerkanaal in de rotor een vernauwing is aangebracht,hetzij in de terugslagklep als bedoeld in conclusie 12 hetzij in een uitwissel-5 baar smoorplaatje in het centrale afvoerkanaal in het hart van de rotor. 80 0 4 985
NL8004985A 1980-09-03 1980-09-03 Inrichting en werkwijze voor het verdichten van korrelige materialen, door zowel symmetrische als asymmetrische cyclische belastingen. NL8004985A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8004985A NL8004985A (nl) 1980-09-03 1980-09-03 Inrichting en werkwijze voor het verdichten van korrelige materialen, door zowel symmetrische als asymmetrische cyclische belastingen.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8004985A NL8004985A (nl) 1980-09-03 1980-09-03 Inrichting en werkwijze voor het verdichten van korrelige materialen, door zowel symmetrische als asymmetrische cyclische belastingen.
NL8004985 1980-09-03

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8004985A true NL8004985A (nl) 1982-04-01

Family

ID=19835817

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8004985A NL8004985A (nl) 1980-09-03 1980-09-03 Inrichting en werkwijze voor het verdichten van korrelige materialen, door zowel symmetrische als asymmetrische cyclische belastingen.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8004985A (nl)

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2001047698A1 (de) * 1999-12-24 2001-07-05 GEDIB Ingenieurbüro und Innovationsberatung GmbH Verdichtungseinrichtung zur durchführung von verdichtungsvorgängen an formkörpern aus kornförmigen stoffen
EP1170103A2 (en) * 2000-07-03 2002-01-09 M.C.A. S.r.l. Unit for vibrating concrete and similar materials, and concrete product production plant incorporating the said unit
WO2002038346A1 (de) * 2000-11-11 2002-05-16 GEDIB Ingenieurbüro und Innovationsberatung GmbH Verdichtungseinrichtung zur verdichtung von formkörpern aus kornförmigen stoffen und verfahren zur anwendung der verdichtungseinrichtung
CN105485076A (zh) * 2014-11-07 2016-04-13 芜湖新兴铸管有限责任公司 一种离心涂衬机液压传动系统

Cited By (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2001047698A1 (de) * 1999-12-24 2001-07-05 GEDIB Ingenieurbüro und Innovationsberatung GmbH Verdichtungseinrichtung zur durchführung von verdichtungsvorgängen an formkörpern aus kornförmigen stoffen
EP1170103A2 (en) * 2000-07-03 2002-01-09 M.C.A. S.r.l. Unit for vibrating concrete and similar materials, and concrete product production plant incorporating the said unit
EP1170103A3 (en) * 2000-07-03 2002-11-20 M.C.A. S.r.l. Unit for vibrating concrete and similar materials, and concrete product production plant incorporating the said unit
WO2002038346A1 (de) * 2000-11-11 2002-05-16 GEDIB Ingenieurbüro und Innovationsberatung GmbH Verdichtungseinrichtung zur verdichtung von formkörpern aus kornförmigen stoffen und verfahren zur anwendung der verdichtungseinrichtung
CN105485076A (zh) * 2014-11-07 2016-04-13 芜湖新兴铸管有限责任公司 一种离心涂衬机液压传动系统

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US11179750B2 (en) Vibration piston arrangement in the squeezing cylinder of a track tamper
US4650008A (en) Pile driver and extractor
NL8004985A (nl) Inrichting en werkwijze voor het verdichten van korrelige materialen, door zowel symmetrische als asymmetrische cyclische belastingen.
EP0870585B1 (en) Method and installation for compacting a granular mass, such as concrete mortar
CA2428293A1 (en) Compacting device for compacting molded bodies from granular materials and method of using the compacting device
US4445839A (en) Reciprocating tamper for a concrete mold press
DE10039028A1 (de) Verfahren und Vorrichtung für ein Verdichtungssystem
CA2396499A1 (en) Compressing device for performing compression operations on shaped bodies made of grainy materials
US2091414A (en) Apparatus for effecting vibration
EP0114885A1 (en) METHOD AND DEVICE FOR SHAPING PARTICLES INTO SHAPED OBJECTS.
NL1008725C2 (nl) Werkwijze voor het regelen van een verdichtingsinrichting alsmede een dergelijke verdichtingsinrichting.
CN210262605U (zh) 一种公路工程施工用混凝土振捣装置
US5948258A (en) Waste water settling apparatus and method
RU2811027C1 (ru) Устройство для формования и прессования твердых сыров
SU1590381A1 (ru) Формующий агрегат
GB1142967A (en) Improvements in or relating to block-making machines
SU1757889A1 (ru) Виброплощадка дл уплотнени бетонных смесей в форме
CN201056020Y (zh) 压板设备
US302349A (en) Matthew b
SU961955A1 (ru) Виброштамп дл уплотнени изделий из бетонных смесей
CN1125171A (zh) 模压设备
SU980929A1 (ru) Гидравлический встр хивающий формовочный механизм
CN206721637U (zh) 一种道路维修用伸缩熨平装置
WO2007122152A1 (de) Vorrichtung zur herstellung von betonformsteinen mit einer rütteleinrichtung und aktuator
JPH09255159A (ja) 袋内の粉体流動化装置

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed