NL8004939A - Combinatie van een scheermes met een afgeefhouder voor mesjes. - Google Patents

Description

i ,-.

p & c fc * * f

W 1530-40 Ned.dB/LvD

Combinatie van een scheermes met een afgeefhouder voor mesjes.

De uitvinding heeft betrekking op een combinatie van een scheermes, bestaande uit een steel en een kop, voorzien van tenminste één snijkant, met een draagplaat voor het scheermes en een afgeefhouder 5 voor mesjes.

Een dergelijke combinatie is bijvoorbeeld bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 2,984.380. Deze bekende combinatie heeft een deksel, dat zwenkbaar is verbonden met de draagplaat en dat moet worden geopend om de inhoud van de verpakking te kunnen bereiken. Die deksel 10 vormt niet alleen een extra onderdeel, hetgeen de verpakking duurder maakt, maar maakt ook een extra handeling nodig bij het gebruiken van het scheermes.

De uitvinding beoogt het verschaffen van een combinatieverpakking, bijvoorbeeld reisverpakking, voor een scheermes met reservemesjes, waarvoor 15 geen extra doos of houder nodig is.

Dit wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat de draagplaat van de combinatie bestaat uit een langwerpig deel, en uit een naar boven open bakje aan een einde van het langwerpige deel, waarbij organen uitsteken van het langwerpige deel voor het geleiden van de afgeefhouder 20 naar zijn plaats op het langwerpige deel, organen uitsteken van het langwerpige deel voor het voorspannen van de afgeefhouder aanliggend tegen de geleidingsorganen, en organen uitstekend van het langwerpige deel voor losneembare ingrijping met de steel, waarbij ten minste een snijkant van een mesje is opgenomen in het bakje.

25 De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld van de combinatie volgens de uitvinding is weergegeven.

Fig. 1 is een bovenaanzicht van de combinatie, waarbij het scheermes met gebroken lijnen is aangegeven, terwijl het bakje voor het 30 scheermesje en een afgeefhouder aanwezig zijn.

Fig. 2 toont een zijaanzicht met langsdoorsnede volgens II-II van fig. 1.

De weergegeven combinatie bestaat uit een draagplaat 505 met een naar boven open bakje 512 aan een einde van een langwerpig deel 35 526 van de plaat. Een scheermessteel 12 wordt op de draagplaat 505 gelegd met het handgreepdeel 11 daarvan langs het langwerpige plaatdeel 526 en met een cassette 10 voor een mesje met een snijkant, geplaatst in het bakje 512. Een afgeefhouder 250 voor cassettes is losneembaar aangebracht onder het langwerpige draagplaatdeel 526.

40 Tegenover elkaar liggende verticale wanden 540, 541 steken 8004935 -/- . * naar omlaag uit van het andere einde van het langwerpige plaatdeel 526 en zijn aan het vooreinde met elkaar verbonden door een buigzame dwars-rug 523. Aan de voorzijde van de rug 523 is een verticale uitsparing 524 gevormd. Aan het andere einde van het langwerpige plaatdeel 526 5 steekt een wand 514 (fig. 1) naar omlaag uit en heeft een verticale uitsparing 518, gevormd in een verhoogd gedeelte 517 van het achtervlak daarvan. Lippen 515, 516, steken loodrecht uit van de onderzijde van de , wand 514 en kunnen in aanraking komen met het ondereinde van een voorwand 520 van de houder 250. Een soortgelijke lip 539 steekt loodrecht aan de 10 voorzijde uit van het onderste voorvlak van de buigzame rug 523 voor ingrijping met de onderzijde van de achterwand 521 van de houder 250.

Zowel de voor- als de achterwand 520, resp. 521 van de houder 250 heeft een naar buiten uitstekende verticale rug 519, 522, die wordt geplaatst in de uitsparingen 518, 524 van de houder. De houder kan van 15 de draagplaat 505 worden verwijderd door het uitoefenen van een dwarse of zijwaartse druk, waardoor de rug 523 naar achteren beweegt, zodat de verticale ruggen 519, 522 uit hun uitsparingen kunnen worden genomen en de houder in dwarsrichting kan worden weggenomen van onder het langwerpige plaatdeel 526.

20 Tegenover elkaar liggende verticale wanden 528, 529 steken naar boven uit van de bovenzijde van het langwerpige plaatdeel 526. Een uitsteeksel of verhoging 530, 531 steekt naar binnen uit van elk van de wanden 528, 529. De steel 11 heeft tegenover elkaar gelegen, naar boven en , naar buiten verlopende zijwanden 532, 533, met horizontale lijsten aan de 25 boveneinden daarvan, die kunnen snappen onder de verhogingen 530, 531 of met wrijving daar onder komen te liggen, waardoor de handgreep 11 losneembaar wordt vastgehouden door de verhogingen op de draagplaat 505. Uit fig. 1 blijkt dat het vooreinde van de steel rust op een naar boven uitstekend onderdeel 522' van de draagplaat, terwijl de cassette 10 rust op een 30 gedeelte 516' op de bodem van het bakje 512. Het gedeelte 516' heeft een zodanige vorm, dat de snijkant of snijkanten van een cassette worden belet in aanraking te komen met de binnenwandvlakken van het bakje 512, zodat het mesje zijn scherpte niet verliest door een dergelijke aanraking.

De snijkant of snijkanten zijn niet weergegeven, maar liggen boven het 35 platte bodemvlak van het bakje 512.

De wanden 540, 541 aan de onderzijde van de draagplaat 505, begrenzen een opening 542 aan het achtereinde van deze plaat, waarin een vinger kan worden gestoken voor het naar boven drukken van de handgreep 11, waardoor deze wordt vrijgemaakt van de verhogingen 530, 531.

40 De weergegeven afgeefhouder 250 heeft een open bodem, zoals 8004939 * ..., - 3 - weergegeven in fig. 2, zodat de cassettes daaruit kunnen worden afgegeven, zonder verwijdering van de houder van de draagplaat 505.

De in fig. 1 en 2 weergegeven uitvoeringsvorm dient slechts als voorbeeld en kan binnen het kader van de uitvinding worden gewijzigd.

5 Zo kan de naar omlaag uitstekende wand 514 van de draagplaat een plat vlak zijn, zonder de uitsparing 518 daarin, waartegen een voorste eind-wand 520 van de houder 250 zonder verticale rug 519 komt te liggen.

Verder kunnen de verticale uitsparingen 518, 514 en de verticale ruggen 519, 522 onderling verwisseld worden, zodat de ruggen zich bevinden aan de wand 514 10 en aan de buigzame wand 523, en de uitsparingen zijn qevormd in de eindwanden 520, 521, van de houder 250.

Verder kan een willekeurig aantal uitstekende lippen 515, 516 op de draagplaatwand 514 zijn aangebracht, of kunnen zij zijn vervangen door een flens, die komt aan te liggen tegen de onderzijde van de 15 voorste eindwand 520. Ook kan een willekeurig aantal lippen worden aangebracht, in plaats van de naar voren uitstekende lip 539 op de buigzame rug 523.

Verder kan het bakje een geheel of gedeeltelijk dit bakje afsluitend deksel dragen, scharnierend gemonteerd aan het vooreinde van de draaoplaat, 20 ter bescherming van de gehele scheerkop, waarmee dit deksel volgens de klok wordt gezwenkt, gezien in fig. 2. Een dergelijk deksel is bijzonder geschikt bij scheercassettes met dubbele snijkant of bij een vastlegsysteem volgens de Amerikaanse octrooischriften 3,293.744 en 3,600.804.

Een zwenkbaar gemonteerd scheerkopdeksel is op zichzelf bekend uit het 25 Amerikaanse octrooischrift 1,614.011.

— ++ — 8004939

Claims (6)

1. Combinatie van een scheermes, bestaande uit een steel en een kop, voorzien van tenminste één snijkant, met een draagplaat voor het scheermes en een afgeefhouder voor mesjes, met het kenmerk, dat de draagplaat (505) bestaat uit een langwerpig deel (526) en uit een naar 5 boven open bakje (512) aan een einde van het langwerpige deel, waarbij organen (540, 541) uitsteken van het langwerpige deel (526) voor het geleiden van de afgeefhouder (250) naar zijn plaats op dit langwerpige deel, organen (523, 524) uitsteken van het langwerpige deel voor het voorspannen van de afgeefhouder in aanraking met de geleidingsorganen (540, 541), en 10 organen uitsteken van het langwerpige deel (526) voor de losneembare ingrijping met de steel (12) waarbij de snijkant of snijkanten zijn gelegen in het bakje (512).

2. Combinatie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de organen (540, 541) voor het geleiden van de afgeefhouder (250) naar 15 omlaag uitsteken van het langwerpige plaatdeel (526), waarbij de houder dwars op dit deel wordt geleid en onder dit deel komt te liggen, terwijl de voorspanorganen (523, 524) voor de houder van het langwerpige plaatdeel (526) naar omlaag uitsteken en de ingrijporganen (528, 529) voor de scheermessteel (12) van het langwerpige plaatdeel (526) naar omhoog 20 uitsteken.

3. Combinatie volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het bakje (512) is voorzien van tenminste een lip (515, 516), die van de genoemde wand (514) tot onder de afgeefhouder (250) uitsteekt en aanligt tegen deze houder.

4. Combinatie volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het voorspanorgaan een buigzame rug (523) is waarbij tenminste een lip (539) uitsteekt van deze rug tot onder de afgeefhouder (250) en aanligt tegen deze houder.

5. Combinatie volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat aan 30 tegenovergestelde einden van de afgeefhouder (250) een verticale rug (519, 522. is gevormd, waarbij zowel de genoemde wand (514) als de buigzame rug (523) een verticale uitsparing (518, 524) hebben voor het opnemen van één der verticale ruggen, wanneer de houder zich op zijn plaats onder het langwerpige deel (526) bevindt.

6. Combinatie volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de organen voor de losneembare ingrijping bestaan uit een paar op onderlinge afstand gelegen, naar boven uitstekende delen (528, 529) bestemd om aan te komen tegen tegenovergestelde zijden van de scheermessteel(12) 8004939