NL8004824A - Zaaginrichting met een afzuiginrichting voor spanen. - Google Patents

Description

-1- 21411/CV/mv

Aanvrager: Eugen Lutz GmbH & Co., Maschinenfabrik Mühlacker-Lomersheim,

Bondsrepubliek Duitsland.

Korte aanduiding: Zaaginrichting met een afzuiginrichting voor spanen.

5 De uitvinding heeft betrekking op een zaaginrichting met een afzuiginrichting voor spanen in het bijzonder een gecombineerde tafel- en verstekzaag, welke met een het roterende zaagblad overdekkend, zwenk-baar op een werkstuktafel gelegerd zaaghuis is uitgerust en waarvan de werkatuktafel zelf zwenkbaar in een draaggestel is gelegerd.

10 Een dergelijke geconfrineerde tafel.” en verstekzaag is bekend * uit het Duitse octrooi 1.628.992 en heeft het voordeel, dat de zaag een mobiele inrichting is, met behulp waarvan nagenoeg alle zaaghandelingen,die in de bouwwereld bij verbouwingen of dergelijke nodig zijn, uitgevoerd kunnen worden. Een nadeel is, dat de bekende inrichtingen geen afzuig-15 inrichtingen voor spanen bezitten, zodat in afgesloten ruimtes soms slechts een beperkte toepassing mogelijk is.

Uit het Duitse Gebrauchsmuster 7411811 is het bekend hand-cirkelzagen uit te rusten met stofafzuiginrichtingen, welke worden bedreven door vanaf de electromoter aangedreven en aan het motorhuis toege-2jP voegde afzuigventilators .Dergelijke afzuiginrichtingen zijn niet of slechts zeer moeilijk aan de het eerst genoemde gecombineerde tafel- en verstek-zagen toe te voegen, aangezien door de aan de zaaginrichting te bevestigen stofzak het zicht op de werkstuktafel te veel gehinderd wordt. Daarbij komt, dat ook het gewicht van de gehele inrichting en de ruimtelijke 25 afmetingen te groot worden, hetgeen in het bijzonder dan, indien verstek-sneden door een verdraaien van de gehele zaaginrichting ten opzichte van de werkstuktafel moeten worden uitgevoerd ook tot plaatsmoeilijkheden op de werkstuktafel kan leiden.

Uit het Duitse Gebrauchsmuster 7221303 is het verder bekend 30 handcirkelzagen met gescheiden daarvan opgestelde stofzuigers uit te rusten welke stofzuigers via slangen met het zaaghuis verbonden zijn, zodat daar een afvoer van spanen mogelijk wordt. Dergelijke uitvoeringen zijn echter evenmin toe te passen bij het eerste genoemde gecombineerde zagen aamgezien de slangen,die zijdelings in het voorste gedeelte van het zaag- OC * · ...

huis uitmonden, de toegankelijkheid van de zaaginrichting hinderen, aangezien deze bij het verstekzagen, anders dan bij handcirkelzagen vanaf de vrije zwenkbare zijde van de zaaginrichting af bediend worden. Daarbij komt, dat dergelijke slangen ook het verawenken van de werkstuktafel vanuit ”2- 21411/CV/mv de stand van het verstekzagen in de stand voor het tafelzagen kunnen bemoeilijken.

Ten slotte is het bij verstekzagen (Prospect OMGA T 49 300) ook bekend een stofafzuiging in de vorm van een slang uit het gebied 5 van het zaaghuis achter de zwenkas af te voeren, welke dan in een stof-verzamelzak binnen een staangestel voor de verstekzaag uitmondt.

Deze opstelling is bij dergelijke inrichtingen te verwerkelij-_ ken waar de zwenkas voor de zaaginrichting in de nabijheid van de buitenste kant van de werkstuktafel is aangebracht, zodat bij het verzwenken de 1Ö naar achteren lopende afsluitslang niet met het tafelvlak in aanraking kan komen. Bij gecombineerde tafel- en verstekzagen van de eerst genoemde soort is daarentegen het zaagaggregaat met zijn zwenkas zo op het eigenlijke werksüuktafelvlak gelegerd, dat een naar achteren lopende slang bij het omhoog zwenken van het aggregaat tijdene het verstekzagen automatisch 15 afgeklemd en beschadigd moet worden. Een verder naar de buitenkant verplaatste opstelling van de zwenkas is in verband met de voor het tafelzagen noodzakelijke legering van het zaagaggregaat niet mogelijk.

Met de uitvinding wordt beoogt een afzuiginrichting te verkrijgen voor de het eerst genoemde gecombineerde tafel- en veretekzaag, 20 welke afzuiginrichting het verloop van de werkzaamheden noch bij het tafelzagen, noch bij het verstekzagen hindert en die toch zonder grote constructieve maatregelen kan worden verwerkelijkt.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat althans een aansluitstomp voor een afzüigslang zijdelings aan het zaaghuis in 25 het gebied boven, maar zo dxcht als mogelijk bij de zwenkas van het zaagaggregaat is aangebracht en dat in. het zaaghuis een kanaal is gevormd , dat van de aansluitstomp uit eerst loodrecht naar het vlak van het zaagblad verlopenden dan tangentieel naar het onderste gedeelte van het zaagblad in dit vlak inmondend aangebracht is. Door deze uitvoering kan de 50 loodrecht op de as van het zaagblad toegevoerde slangleiding bij het verstekzagen niet tegen het tafelvlak beschadigd of geknepen worden. Ook hindert de slang het arbeidsproces niet ,daar de slang slechts aani geringe wijzigingen in de ligging bij het verstekzagen is onderworpen. Doelmatig is het daarbij, indien het midden van de aansluitstomp van het 55 zaagblad uit gezien een weinig achter het loodrecht door de zwenkas verlopende vlak is aangebracht indien het zaagaggregaat de stand inneemt waarin het zaagblad van het vlak van de werkstuktafel rakend wordt. Bij deze uitvoering kan de afzüigslang steeds ook achter de aanslaglijst blijven, 8004824 «. Λ -3- 21411/Vk/mv welke het naar voren toegankelijke werkgebied bij het verstekzagen afgrenst en die ook overeenkomt met de stand van de zwenkas voor de werkstuktafel.

De slangleiding kan daardoor minder in het werkgebied steken en hindert ook bij het zwenken van de gehele werkstuktafel niet of slechts of slechts 5 zeer weinig.

Daarbij kan het zaaghuis boven het zaagblad ook nog met een aanvullende aansluitopening voor een afzuigslang zijn voorzien zodat een afvoer van spanen en stof zowel uit het reditatreekse werkgebied van het zaagblad via de tangentieel uitmondende afzuigkanaalopening als ook 10 uit het gebied van het zaaghuis. boven het zaagblad mogelijk wordt. Door deze uitvoering kan deze gecombineerde tafel- en verstekzaag ook voor alle inigesloten ruimtes uit te voeren zaagwerkzaamheden toegepast worden.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van enige in bijgaande figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeelden 15 van de constructie volgens de uitvinding.

Fig. 1 toont een schematisch een zijaanzicht van een gecombineerde tafel- en verstekzaag met de nieuwe inrichting voor het afzuigen van spanen.

Fig. 2 toont een bovenaanzicht op fig. 1.

20 Fig. 3 toont op vergrote schaal en gedeeltelijk in doorsnede het in Hg. 2 weergegeven bovenaanzicht.

Fig. 4 toont op grotere schaal een deel van het in fig. 1 afgebeelde zaagaggregaat in de omhoog, gezwenkte stand.

Fig. 5 toont een doorsnede over een deel van fig. 4, gezien 25 volges de lijn V-V in fig. 4.

Fig. 6 toont en deel van een doorsnede over fig. 4, gezien volgens de lijn' VI-VI in fig. 4.

Fig. 7 toont een met fig. 4 overeenkomende weergave, echter bij een andere uitvoeringsvoorbeeld van een zaagaggregaat.

30 Fig. 8 toont een doorsnede over een in fig. 7 weergegeven zaagaggregaat gezien volgens de lijn VIII-VIII in fig. 7.

Fig. 9 toont het in fig. 7 weergegeven zaagaggregaat gedeeltelijk in doorsnede.

Fig. 10 toont een bovenaanzicht op een deel van hetib.de fign.

35 7 en 9 afgebeelde zaagaggregaat.

Fig. 11 toont een deel van een doorsnede over het zaagaggregaat, gezien volgens de lijn XI-^XI in fig. 10.

Fig. 12 toont een deel van een doorsnéde over het in fig. 11 η λ n / ö o /.

-4- 21411/CV/mv afgebeelde· afzuigkanaal, gezien volgens de lijn XII-XII in fig. 11.

Fig. 13 toont een deel van een doorsnede over het in de fign. 7 en 9 afgebeelde zaagaggregaat, echter van de andere zijde af gezien.

5 In fig. 1 en 2 is een gecombineerde tafel- en verstekzaag afgebeeld, welke in de stand van het verstekzagen staat. Dit zaagaggregaat bestaat op op zich zelf bekende wijze uit een met zijwanden \ uitgerust draaggestel dat door dwarsverlopende steunkolommen 2 wordt samengehouden. In dit draaggestel is een werkstuktafel 3 zwenkbaar ora de 10 as 4 aangebracht. Daarbij is de as 4 in het draaggestel gelegerd. De werkstuktafel 3 is door zijdelingse grendelbouten 5 in de weergegeven stand vergrendelbaar en daarbij in deze stand aan zijn bovenzijde voorzien van een zaagaggregaat 6, dat •gwenkbaar om de as 7 op een ronde tafel 8 is gelegerd, welke tafel 8 verdraaibaar in de werkstuk-15 tafel is aangebracht. De hoekstand van de ronde tafel 8 laat zich op opzich zelf bekende wijze fixeren door een aanslaginrichting 9. Het zaagaggregaat 6 met het zaagblad 10 kan in de van verstekzagen bekende wijze in een sleuf 11 in een ronde tafel induiken, welke zich in de weergegeven stand in een in de werkstuktafel 3 aangebracht sleufdeel 12 20 verwijdt.

Werkstukken, welke tegen een aanslaglijst 13 gédrukt en op niet nader weergegeven wijze vast gehouden worden zijn zowel te kappen als ook op verstek te snijden. Daardoor, dat het gebied tussen de de zwenk-as 4 voor de tafel 3 opnemende legerwang 14 en de legerwang 15 voor de ver-25 grendelbout 5 onder het tafeloppervlak reikt kunnen ook zeer lange lijsten met deze inrichting bewerkt worden.

Indien de vergrendeling 5 wordt losgemaakt en de gehele werkstuktafel 3 wordt verzwenkt is na het inhangen van een in fig. 1 en 2 niet afgebeeld verstelwiel met een aanslagbout in de uitsparing 16 en op de 30 legering 17 het gehele aggregaat als tafelzaag te gebruiken, waarbij het zaagblad 10 dan van onderen af door de spleet 11 en de verlenging 12 heentreedt.

Het zaagaggregaat 6 bestaat uit een zaaghuis 18, dat het zaagblad omgeeft,uit een uit veiligheidsgronden aangebrachte zwenkbare op zich 55 bekende afdekking 19 voor het zaagblad en uit een door een electromotor gevormd aandrijfaggregaat 20 dat bij deze uitvoering met zijn as in lijn is gelegen met de as van het zaagblad 10. In het gebied van de zwenkas 7 en de voor het verstekzagen aangebrachte terugstelveer 21 is boven de 8004824 ¥ Λ -5- 21411/CVViw zwenkas 7, maar zo dicht mogelijk bij deze zwenkas een aansluitstomp 22 voor een afzuigslang 23 aangebracht welk zoals meer in het bijzonder uit de fign. 3-6 blijkt, loodrecht op het vlak van het zaagblad 10 in het zaaghuis 8 ingevoerd is en van daaruit, zoals hieronder nog nader zal 5 worden uiteengezet, binnen het zaaghuis omgeleid wordt en tangentieel naar het zaagblad 10 in het onderste gebied daarvan uitmondt· Bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is bovendien nog een tweede afzuigilang 24 via een verbindingstuk 25 aan een naar een niet weergegeven afzuigventi-lator leidende slang 26 aangesloten,zodat spanen en stof uit het huis 18 10 en uit het werkgebied zowel direct op de plaats waar de spanen worden gevormd via de aanzuigstomp 22 als ook uit het gebied van het zaaghuis 18, boven via de aansluitstomp 27 te verwijderen zijn.

Om bij de als combinatieinrichting uitgevoerde tafel- en verstekzaag het werkgebied op de werkstuktafel 3 voor de aanslaglijst 13 15 niet door afzuigslangleidingen te hinderen en om gelijktijdig te verhinderen dat de afzuigslang 23 bij de bij het verstekzagen noodzakelijke zwenkbeweging van bet huis 18 om de zwenkas 7 niet daardoor beschadigd wordt, dat de slang zich ten opzichte van het oppervlak van de werkstuktafel 3 vastklemt, is de aansluitstomp 22 in het gebied boven de zwenkas 7 20 maar zo dicht mogelijk bij deze zwenkas aangebracht. Daardoor wordt namelijk enerzijds de bewegingstraal van de slang op deze plaats zo klein als mogelijk gehouden en anderzijds kan de slang het tafeloppervlak niet aanraken.

Zoals uit fig. 3 blijkt gaat de aansluitstomp 22, welke met 25 een grendelgroef voor het aanjclemmen van de stomp 28 van de slang 23 is uitgerust, over in een kanaal 29, welke over het materiaalgebied voor het opnemen van de zwenkas 7 om naar beneden en in het vlak 30 van het zaagblad 10 ongeleid is en wel zo, dat dit kanaal zoals uit fig. 4 blijkt, met zijn mondig 31 ongeveer tangentieel ten opzichte van het zaagblad 50 10 verloopt, dat te samen met het zaaghuis 18 in fig. 4 is weergegeven in een stand, welke ongeveer met de hoogste zwenkstand bij het verstekzagen , overeenkomt, Daardoor worden de bij het werken van de tanden van het zaagblad tangentieel weggeslingerde spanen rechtstreeks in de monding 31 van het kanaal 21 en van daar naar de aansluitingstomp 22 getranspor-55 teerd, waarbij deze transporthandeling ook door de in de slang 13 heersende onderdruk wordt ondersteund.

Zoals verder uit fig. 4 blijkt kan de van de aansluitstomp 22 uit eerst ongeveer horizontaal zijdelings weglopende slang het oppervlak o η n a o o l « ^ -6- 21411/CV/mv van de tafel 3 niet raken. De slang komt ook niet in het gebied voor de aanslaglijst 13. De bovenste aansluiting aan het zaaghuis 18 wordt gevormd door een opening 32 waarin de aansluitingstomp 27 met de slang 24 is vergrendeld. De opening 32 leidt direct in de binnen het zaaghuis 18 5 gevormde holle ruimte welke boven het zaagblad 10 ligt, indien deze bij het verstekzagen in ingrijping met een werkstuk komt.

In de fign. 7, 9 en 10 is een zaagaggregaat 'weergegeven waarbij afwijkend van de uitvoeringsvorm volgens fig. 1-6 de aandrijfmotor 33 met zijn as niet in lijn is gelegen met de as 34 van het zaagblad 10.

^ Overigens is de uitvoering echter overeenkomend. De aansluitstomp 22 is ook bij dit uitvoeringsvoorbeeld achter een loodrecht door de zwenkas 7 verlopend vlak gelegerd en ligt daarbij boven de zwenkas 7 en zo dicht raogelijk bij de zwenkas 7. Verder zal het uit fig. 7 duidelijk zijn dat de bij voorkeur uit kunststof te vervaardigen aansluitstomp 28 15 voor de slang 23 in de aansluitopening 22 verdraaibaar is aangebracht zo-( dat de aansluitstomp ook de stand 28" kan innemen, indien het zaagaggregaat zelf om de as 7 wordt yerzwenkt. Uit fig. 8 blijkt bijzonder duidelijk hoe het verloop van het afzuigkanaal in de nabijheid van het zaaghuis 18 bij de zwenkas 7 is.

20 Uit fig. 9 ia duidelijk te ontnemen, dat in de richting van de pijl 34' door de beweging van het zaagblad van de tanden 35 van het zaagblad weggeslingerde spanen reeds op grond van hun traagheid direct in het kanaal 29 ingesiingerd worden, zodat zijn van uit het kanaal gemakkelijk en gunstig door de onderdrukfcunnen worden afgezogen. De opening 25 31 vormt daarbij een soort opvangtrechter voor de weggeslingerde spanen en stofdeeltjes. Ook het gebied 35’ voor de opening 32 in het bovenste gedeelte van het zaaghuis 18 is bij dit uitvoeringsvoorbeeld trechtervormig ui tgevoerd.

Verder blijkt de uitvoering duidelijk uit de fign. 10-13, 3° waarbij fig. 13 ook een doorsnede door de de spanen wegvoerende slang-leidingen toont. Fig. 13 geeft ook weer, dat bij dit uitvoeringsvoorbeeld de motor 33 via een in het huisdeel 36 aanwezige riem- of kettingaandrijving met het zaagblad 10 is verbonden. Deze uitvoering maakt de toepassing mogelijk van grotere en zwaardere aandrijvingen, die bij deze uitvoerings-35 vorm meer boven de zwenkas 7 zijn gelegerd en waarvan het gewicht daardoor meer door de legering wordt opgevangen dan bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 3 liet geval kan zijn. Fig. 13 tooat ook de stand van een terugstelveer 21 en van het handwiel 37, dat bij het gebruik van de in- 8004824 #* * -7- 21411/CV/mv richting als tafelzaag- na het zwenken van de werkstuktafel 3- via de verstelbout 38 de instelling van de snijdiepte bij het tafelzagen mogelijk maakt. Ook in dit geval is de afzuiging van de stof perfect uit te voeren, zonder dat de slangleidingen beschadigd of afgeklemd kunnen worden.

5 -conclusies- 8004824

Claims (5)

1. Zaaginrichting met een inrichting voor het afzuigen van spanen in het bijzonder een gecombineerde tafel- en verstekzaag, welke met 5 een het roterende zaagblad afdekkend, zwenkbaar op een werkstuktafel gelegerd zaaghuis ie uitgerust en waarvan de werkstuktafel zelf zwenkbaar in een draaggestel is gelegerd, met het kenmerk, dat althans een aansluitopening (22) voor een afsluitslang (23) zijdelings aan het zaaghuis (18) in het gebied boven, maar zo dicht mogelijk bij de zwenkas, 10 (7) van het zaagaggregaat (6) is aangebracht, terwijl in het zaaghuis (18) een kanaal (29) is ingewerkt, dat van de aansluitstomp (22) uit eerst loodrecht op het vlak (39) van het zaagblad (10) verlopend en dan tangentiaal naar het onderste gedeelte van het zaagblad in het vlak inmondend aangebracht is.

2. Zaaginrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het midden van de aansluitopening (22), van het zaagblad (10) uit gezien, een weinig achter het loodrecht door de zwenkas (7) verlopende vlak is aangebracht indien het zaagblad van het vlak van de werkstuktafel (3) geraakt is.

3. Zaaginrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het zaaghuis (18) boven het zaagblad (10) met een aanvullende aansluitopening (32) voor een afsluitslang (24) is uitgerust.

4. Zaaginrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat althans de afsluitslang (24) welke aan de aansluitopening 25 (22) zijdelings aan het zaaghuis (18) is toegevoegd, is voorzien van-een aansluitstomp (28), welke draaibaar in de aansluitopening (22) wordt vastgehouden .

5. Zaaginrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de aansluitstomp (28) haaks afgebogen is, zodat de afzuifslang ongeveer 30 evenwijdig aan het vlak van het zaagblad is weggeleid. 8004824