NL8004629A - Endo-cardiale hartstimulatorleiding. - Google Patents

Description

Endo-cardiale hartstimulatorleiding.

De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op een chirurgisch elektrisch toepassingsorgaan en meer in het bijzonder op een endo-cardiale hartstimulatorleiding.

De transveneuze endo-cardiale benadering 5 wordt in het algemeen geaccepteerd als preferente techniek voor cardiale hartstimulatie met lange duur. Deze benadering is niet zonder complicaties doordat het belangrijkste feit de elektrode-verplaatsing is met als gevolg intermitterend of volledig verlies van de hartstimulatie en/of het waarnemen. Elektrode-10 verplaatsing of het losraken ervan komt buitengewoon veel voor lopend van 4,1 % tot 30 %.

De uitvinding overwint de moeilijkheden van de bekende stand van de techniek door het verschaffen van een endo-cardiale hartstimulatorleiding met positieve fixatie.

15 Het algemene doel van de uitvinding is het leveren van een nieuwe endo-cardiale hartstimulatorleiding met positieve fixatie waarbij een uitsteekbare terugtrekbare schroeflijn gebruikt wordt gecombineerd met een zeer buigzame hartstimulatorleiding met een oitdpanningsorgaan bij de verbinding van de 20 elektrode en de geleider van de endo-cardiale hartstimulatorleiding.

Volgens één uitvoering van de uitvinding wordt een endo-cardiale hartstimulatorleiding geleverd met een elektro-destelsel, een geleider vastgemaakt op het elektrodestelsel en met 25 een verbinding aan het andere einde, waarbij het elektrodestelsel een uitsteekbare terugtrekbare schroeflijn bevat die ronddraai-baar bevestigd is in de elektrode en waarbij een stiletdraad naar beneden ingestoken is door de verbinding en hartstimulatorleiding welke in het schroeflijnvormige samenstelsel contact maakt en 30 daarbij het schroeflijnvormige stelsel ronddraait en de elektrode verankert aan hartweefsel.

Een belangrijk aspect en kenmerk van de uit- 8004629 2 vinding is een endo-cardiale hartstimulatorleiding met een positieve bevestiging voor permanente unipolaire ventriculaire hartstimulatie. Een fixatie-orgaan dat het aktieve weefsel binnendringt, in de vorm van een platina-irridiumschroeflijnvormige 5 spoel wordt in de hartspier gestoken en teruggetrokken binnen het lichaam van het elektrodestelsel door een stiletdraad met een wigvormige punt rond te draaien. Een platina-irridium-endo-cardiale ringvormige elektrode omgeeft de fixatieschroeflijn. In een teruggetrokken toestand is de schroeflijn volledig opgenomen 10 in het distaaleindgedeelte van het elektrodestelsel van de hartstimulatorleiding. In een volledig uitgestoken toestand strekt de open einde schroeflijnspoel zich uit twee windingen buiten de elektrode. De schroeflijn wordt uitsluitend gebruikt voor bevestiging van de leiding en is elektrisch geisoleerd van de ringvormige 15 elektrode.

Een ander belangrijk aspect en kenmerk van de uitvinding is dat de schroeflijnvormige spoel met het open einde in een schroeflijnvormige holte schroeft binnen een uit siliconenrubber bestaande geleidingsafdichtingsplug gelegen binnen de dis-20 taalpunt van het elektrodestelsel van de leiding en bedekt is door een dun uit siliconenrubber bestaand membraan dat helpt om te voorkomen dat bloed en weefsel het lichaam van de leiding binnentreden wanneer de schroeflijn hetzij teruggetrokken of uitgestoken is.

25 Een verder belangrijk aspect en kenmerk van de uitvinding is dat een standaardstiletdraad van roestvrij staal met een stompe punt gebruikt wordt om initieel de leiding in de rechter hartkamer te plaatsen en een speciale uit roestvrij staal bestaande stiletdraad met een kunststofknop aan zijn proximaal-30 einde en een wigvormige punt aan zijn distaaleinde dient als een lange buigzame schroevendraaier die contact maakt met een rechthoekige gleuf van een kunststofglijorgaan permanent bevestigd aan de schroeflijn voor het ronddraaien van de stiletdraad welke de schroeflijn uitsteekt of terugtrekt.

35 De uitvinding zal aan de hand van de tekening 8004629 *· * 3 worden toegelicht.

Figuur 1 is een bovenaanzicht van een endo-cardiale hartstimulatorleiding.

Figuur 2 is een dwarsdoorsnede volgens II - II 5 uit figuur 1 met een volledig teruggetrokken schroeflijnvormige spoel.

Figuur 3 is een uit elkaar genomen dwars-doorsnede-aanzicht van het elektrodestelsel waarbij de schroeflijnvormige spoel buiten een geleidingsafdichting steekt.

10 Figuur 1 die een bovenaanzicht geeft van een endo-cardiale hartstimulatorleiding 10 volgens de uitvinding toont een elektrodestelsel 12 op een distaaleindgedeelte van een leiding 14, een verbinding 16 op een proximaal eindgedeelte van de leiding 14 met een verbindingsklem 18 daarin bevestigd, en een 15 stilet 20 ingestoken door de endo-cardiale hartstimulatorleiding 10.

Figuur 2 welke een dwarsdoorsnede aangeeft volgens II - II van figuur 1 toont een elektrodestelsel 2 zoals nu in detail beschreven. Het elektrodestelsel 12 bevat een rond 20 cilindervormig elektrodepuntelement 22 met een taps deel 22a op een diameter 22b en een vooreinde 22c met een omtreksgroef 22d en een afgeronde gesmede punt 22e. De inwendige diameter 22f welke een ring 36a opneemt van een siliconengeleidingsafdichting 36, zoals later in detail beschreven zal worden, een tweede inwendige 25 diameter 22g welke past bij een gegoten taps glijorgaan 32 zoals later in detail beschreven^ een derde inwendige diameter 22h welke een stiletdraad 20a opneemt van de stilet 20, een vierde inwendige diameter 22i welke de ruimtelijk gewikkelde driedraads-geleiderspoel 26 opneemt en een vijfde inwendige diameter 22j 30 welke een enkeldraadsontspanningsspoel 30 opneemt zoals later in detail beschreven zal worden. Een huls 24 met een naar buiten toe uitstekende flens 24a staat in contact binnen de inwendige diameter 22i van de elektrode 22. De flens 24a stuit aan tegen het vooreinde van de inwendige diameter 22i. De inwendige diameter 24b van de huls 35 neemt de stiletdraad 20a op waarbij de uitwendige diameter 24c een 8004629 4 voldoende diameter heeft om ruimte te verschaffen voor een einde van de driedradige ruimtelijk gewikkelde spoel 26 tussen een uitwendige diameter 24c en de inwendige diameter 22i. De spoel 26 wordt vastgehouden binnen het elektrodepunt 22 tezamen met de 5 huls 24 door mechanisch krimpen op de plaatsen 28a en 28b zoals in de figuur aangegeven en tegenovergelegen daar loodrecht op staande krimpen, zoals niet aangegeven in de figuur vanwege de duidelijkheid. Een enkeldraadsspoel 30 die werkt als een ontspan-ningsspoel 30 glijdt en maakt contact over de spoel 26 langs de 10 inwendige diameter 22j, zoals aangegeven in de figuur. De ontspan-ningsspoel 30 steekt uit vanaf binnen het achterwaartse deel van de elektrode bij 32j en naar buiten voorbij de achterzijde van het achtereinde van de elektrode 22. Een gegoten taps glijdend orgaan 32 met een schroeflijnvormige spoel 34 draait axiaal rond 15 en is bevestigd binnen het elektrodepunt 22. Het gegoten tapse glijdende orgaan 32 bevat een achtertaps deel 32a en een inwendige rechthoekige opening 32c welke een wigvormige punt 20b van de stiletdraad 20 opneemt. De schroeflijnvormige spoel 34 met het gesloten einde bevat een gesloten einde 34a opgenomen in een basis 20 32d aan het gesloten einde van de gegoten tapse schroeflijn en een scherp gepunte rand 34b aan het open einde van de schroeflij nvormige spoel 34. Het open einde van de schroeflijnvormige spoel 34 past in een schroeflijnvormige holte 36b van de gelei-dingsafdichting 36 gemaakt uit siliconenrubber of een ander derge-25 lijk materiaal bij wijze van voorbeeld, en ter illustratie. Een initieel deel van het open einde van de schroeflijnvormige spoel strekt zich uit over praktisch het grootste deel van de lengte van de geleidingsafdichting 36 naar het punt waar een gesloten membraan 36c van hetzelfde materiaal zich uitstrekt over de voor-30 zijde van de geleidingsafdichting 36. De naar buiten toe uitstekende rechthoekige omtreksring 36a van de geleidingsafdichting 36 maakt contact in de inwendige diameter 22f van de elektrodepunt 22 waarbij stevig contact gemaakt wordt met de geleidingsafdichting 36 binnen het inwendige van de elektrodepunt 22. Het vooreinde 35 van de elektrode 22k is over de elektrode-geleidingsafdichting 32 8004629 5 gesmeed na de elektrodegeleidingsafdichting 36 die het gesloten einde van de schroeflijnvormige spoel 34 bevat en waarbij het gegoten tapse glijorgaan 32 ingestoken wordt binnen de elektrode-punt 22 waarbij de afgeronde gesmede punt 22e gevormd wordt. Een 5 buitenurethaanbekleding 38 bedekt de elektrodepunt 22 en strekt zich uit vanaf de spoel 26 aan het achtereinde 221 van de elektrodepunt 22 naar de omtreksgroef 22d van de elektrodepunt 22.

Preferente wijze van werken.

Figuur 3 welke één preferente wijze van wer-10 ken toont van de endo-cardiale stimulatorleiding 10 geeft de stiletdraad 20b met de wigvormige punt aan die zich uitstrekt in en contact maakt binnen het wigvormige gat 32c van het gegoten tapse glij-orgaan 32. Wanneer de stiletknop 20c rondgedraaid wordt resulteert een volgende rotatie in de klokrichting in het rond-15 draaien van het gegoten tapse glijorgaan 32 en het gesloten einde van de schroeflijnvorm 34 binnen de geleidingsafdichting 36 met als gevolg dat de scherpe punt 34b heendringt door het eerst gesloten topmembraan 36c uit figuur 2 van siliconenrubbergeleidings-afdichting 36 en vervolgens het bevestigen aan het hartweefsel 20 in een schroevendraaiervormige bewerking. De randen 36d van het membraan 26c krullen omhoog en over de rand van de schroeflijnvormige spoel 32 waarbij een afdichting geleverd wordt tussen het elektrodestelsel 12 en het hartweefsel. Wanneer eenmaal twee omwentelingen van de stilet 20a verkregen zijn waarbij de scherp 25 gepunte rand 34b van het open einde van de schroeflijnvormige spoel 34 bevestigd wordt in het hartweefsel, wat bevestigd kan worden door middel van fluorscopie of een andere dergelijke bewerking, wordt de stilet 20 teruggetrokken.

Met het gesloten fixatie-einde van de schroef-30 lijnvormige spoel 34 volledig teruggetrokken waarbij een standaard-stiletdraad met botte punt gebruikt wordt kan de elektrodepunt 22 geplaatst worden in de rechter ventriculaire apex met behulp van fluorscopie. De stiletdraad met botte punt wordt dan verwijderd waarbij een kunststofstiletmanipulatiewerktuig verbonden wordt met 35 het proximale einde van de leiding 10 waaropvolgend de wigvormige 8004629 6 stilet 20 geïntroduceerd wordt- Wanneer eenmaal een bevredigende elektrodepositie bevestigd is door elektrische instrumenten wordt een geringer voorwaartse druk gehandhaafd door hetzij de leiding 10 in deze stand vast te houden of door de leiding 10 stevig te 5 bevestigen aan de venotomische zijde waarbij gebruik gemaakt wordt van een aderafbinding.

Om een positieve fixatie te verkrijgen door de schroeflijnvormige spoel 34 uit te steken voorbij de elektrode-punt 22 wordt de stiletknop 20 met de wigvormige punt in de richting 10 van de klok rondgedraaid binnen het stiletmanipulatiewerktuig onder een fluorscopische controle totdat twee windingen van de schroeflijnvormige spoel 34 duidelijk zichtbaar zijn voorbij de distaalpunt van de elektrodepunt 22, De knop wordt rondgedraaid met een volledige 360° toename waarbij niet meer dan zes omwente-15 lingen van de stiletknop nodig zijn. De elektrode 22 fixatie wordt dan geverifieerd door de stiletdraad 20 nog 1 tot 1½ slag te draaien en te voelen naar een toegenomen weerstand tegen draaien en dan zacht terug te trekken op de leiding met fluorscopische controle en het voelen naar een geringe weerstand tegen het trek-20 ken en het herhalen van de elektrische metingen na het verwijderen van de stiletdraad voor een toereikend resultaat,

De ontspanningsspoel 30 voorziet in het buigen van de hartstimulatorleiding 14 bij de verbinding van het elek-trodestelsel 12. De spoel 30 verdeelt de spanning tussen de elek-25 trode en de hartstimulatorleiding over de gehele lengte van de ontspanningsspoel 30 die voor de integriteit van het elektrode-stelsel 12. zorgt in de hartstimulatorleiding.

8004629

Claims (11)

1. Endo-cardiale hartstimulatorleiding, met het kenmerk, dat hij een leiding bevat, een verbindingsklem aan êên einde van de leiding en een elektrode met een schroef- 5 lijnvormig spoelfixatie-orgaan dat draaibaar, bevestigd is in de elektrode en waarbij het schroeflijnvormige fixatie-orgaan daarbij ronddraait en de elektrode vastmaakt aan endo-cardiaal weefsel.

2. Endo-cardiale hartstimulatorleiding 10 volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het schroeflijnvormige fixatie-orgaan een schroeflijnvormige spoel met gesloten einde bevat met een scherpe punt en een gegoten taps glijorgaan bevestigd aan het gesloten einde van de schroeflijnvormige spoel en met -een rechthoekig gat aan het einde van een tunnel waarbij een stilet- 15 draad insteekt in het rechthoekige gat om de schroeflijnvormige spoel rond te draaien.

3. Endo-cardiale hartstimulatorleiding volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de elektrode een geleidings-afdichting bevat met een schroeflijnvormige holte die zich gedeel- 20 telijk daardoorheen uitstrekt en waarbij de schroeflijnvormige spoel ronddraait door het gat en door de rest van de geleidings-afdichting. 4o Endo-cardiale hartstimulatorleiding vol- .een gens conclusie 1, met het kenmerk, dat de geleidingsafdichting/dun 25 gesloten membraan bevat waardoorheen de rest van de geleidings-afdichting ronddraait.

5. Endo-cardiale hartstimulatorleiding volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de geleidingsafdichting uit siliconenrubber bestaat.

6. Endo-cardiale hartstimulatorleiding vol gens conclusie 1, met het kenmerk, dat de leiding een driedradige ruimtelijk gewikkelde spoel is.

7. Endo-cardiale hartstimulatorleiding volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ontspanningsspoel enkel- 35 draads is. 8004629

8. Endo-cardiale hartstixnulatorleiding volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de schroeflijnvormige spoel met gesloten einde van platina-irridium is.

9. Endo-cardiale hartstimulatorleiding vol-5 gens conclusie 7, met het kenmerk, dat het spoeleinde een scherpe rand bevat.

10. Endo-cardiale hartstimulatorleiding met het kenmerk, dat hij een leiding bevat, een verbinding aan één einde van de leiding, een elektrodestelsel aan het andere ein- 10 de van de leiding met een elektrodepunt, een huls die gelegen is binnen een achtereinde van de elektrodepunt waarbij de leiding gekrompen is tussen de huls en de elektrodepunt, de ontspannings-spoel die ingestoken is over de leiding en zich uitstrekt in, tussen en over de leiding en de huls, een gegoten taps glijorgaan 15 met een rechthoekig tunnelvormig gat in een achtereinde en dat een gesloten einde van een schroeflijnvormige spoel ondersteunt aan het andere einde, een open einde van de schroeflijnvormige spoel met een scherpe punt, waarbij de schroeflijnvormige spoel met het gesloten einde en het gegoten tapse glijorgaan axiaal bevestigd 20 zijn binnen het andere einde van de elektrodepunt, een geleidings-afdichting met een schroeflijnvormige spoelholte die zich gedeeltelijk daardoorheen uitstrekt en het scherp gepunte deel van de schroeflijnvormige spoel ondersteunt en een siliconenbedekking die zich uitstrekt tussen de puntelektrode tot voorbij de ontspan-25 ningsspoel en over de leiding, waarbij een stilet met een rechthoekig einde ingestoken is in de gegoten kunststofschroeflijn en rondgedraaid om in werkelijkhéid de schroeflijnvormige spoel rond te draaien naar buiten toe door het gesloten membraan van de gelei-dingsafdichting om daarbij de schroeflijnvormige spoel te beves-30 tigen aan hartspierweefsel.

11. Endo-cardiale hartstimulatorleiding, met het kenmerk, dat hij een elektrode bevat, een leiding vastgemaakt aan een achtereinde van de elektrode en een ontspannings-spoel die zich uitstrekt over de leiding tussen de elektrode en de 35 leiding, waarbij de ontspanningsspoel zorgt voor continuïteit en 800 4 6 29 een verdeelde spanning tussen de elektrode en de leiding over de lengte van de ontspanningsspoel.

12. Endo-cardiale hartstimulatorleiding in hoofdzaak zoals beschreven in de beschrijving en/of weergegeven 5 in de tekening. •s 8004629