NL8004602A - METHOD FOR MANUFACTURING A COVERED ZIP CLOSURE WITH SINGLE-SEWN CLOSURE ELEMENTS. - Google Patents

METHOD FOR MANUFACTURING A COVERED ZIP CLOSURE WITH SINGLE-SEWN CLOSURE ELEMENTS. Download PDF

Info

Publication number
NL8004602A
NL8004602A NL8004602A NL8004602A NL8004602A NL 8004602 A NL8004602 A NL 8004602A NL 8004602 A NL8004602 A NL 8004602A NL 8004602 A NL8004602 A NL 8004602A NL 8004602 A NL8004602 A NL 8004602A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
series
thread
closing elements
zipper
sewing
Prior art date
Application number
NL8004602A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Sohr Hans Ulrich
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Sohr Hans Ulrich filed Critical Sohr Hans Ulrich
Publication of NL8004602A publication Critical patent/NL8004602A/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A44HABERDASHERY; JEWELLERY
    • A44BBUTTONS, PINS, BUCKLES, SLIDE FASTENERS, OR THE LIKE
    • A44B19/00Slide fasteners
    • A44B19/24Details
    • A44B19/40Connection of separate, or one-piece, interlocking members to stringer tapes; Reinforcing such connections, e.g. by stitching
    • A44B19/406Connection of one-piece interlocking members
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A44HABERDASHERY; JEWELLERY
    • A44BBUTTONS, PINS, BUCKLES, SLIDE FASTENERS, OR THE LIKE
    • A44B19/00Slide fasteners
    • A44B19/02Slide fasteners with a series of separate interlocking members secured to each stringer tape
    • A44B19/08Stringers arranged side-by-side when fastened, e.g. at least partially superposed stringers
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A44HABERDASHERY; JEWELLERY
    • A44BBUTTONS, PINS, BUCKLES, SLIDE FASTENERS, OR THE LIKE
    • A44B19/00Slide fasteners
    • A44B19/10Slide fasteners with a one-piece interlocking member on each stringer tape
    • A44B19/12Interlocking member in the shape of a continuous helix
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A44HABERDASHERY; JEWELLERY
    • A44BBUTTONS, PINS, BUCKLES, SLIDE FASTENERS, OR THE LIKE
    • A44B19/00Slide fasteners
    • A44B19/24Details
    • A44B19/34Stringer tapes; Flaps secured to stringers for covering the interlocking members
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T24/00Buckles, buttons, clasps, etc.
    • Y10T24/25Zipper or required component thereof
    • Y10T24/2518Zipper or required component thereof having coiled or bent continuous wire interlocking surface
    • Y10T24/2525Zipper or required component thereof having coiled or bent continuous wire interlocking surface with mounting portion having structural formations complementary to stitching
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T29/00Metal working
    • Y10T29/49Method of mechanical manufacture
    • Y10T29/49782Method of mechanical manufacture of a slide fastener
    • Y10T29/49785Method of mechanical manufacture of a slide fastener of interlocking element

Landscapes

  • Slide Fasteners (AREA)
  • Materials For Medical Uses (AREA)
  • Decoration Of Textiles (AREA)
  • Treatment Of Fiber Materials (AREA)

Description

N Jf 4N Jf 4

Werkwijze voor het vervaardigen van een verdekt opgestelde ritssluiting met enkelzijdig opgenaaide sluitelementreeksen.Method for the production of a concealed zipper with single-part sewn-on closure element series.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een verdekt opgestelde ritssluiting met twee enkelzijdig elk op een draagband genaaide sluitelementreeksen uit kunststofdraad in de vorm van een gewijzigde 5 schroeflijn, waarbij de koppelkoppen van de sluitelementen van die draagbandkant zijn afgekeerd die aan de sluitelementreeks dragende randstrook van de band grenst, waarin na het opnaaien telkens de bredere, de elementreeks niet dragende deelstrook van de band om een in de buurt van de koppelkoppen liggende lijn op de naad wordt 10 teruggevouwen.The invention relates to a method for manufacturing a concealed zipper with two single-sided plastic-threaded closing element rows sewn on a sling in the form of a modified helix, the coupling heads of the closing elements facing away from the closing element series bearing edge strip of the belt, in which, after sewing, the wider part strip of the belt, which is not bearing the element series, is folded back on the seam around a line close to the coupling heads.

Een dergelijke ritssluiting is bekend uit het Duitse Gebruiksmodel 1 927 429. De bijzonderheid van een aan het zicht onttrokken ritssluiting ten opzichte van een open ritssluiting is, dat zijn sluitelementreeksen door zijn draagbanden 15 zijn afgedekt en daardoor niet te zien zijn.Such a zipper is known from German Utility Model 1 927 429. The special feature of a concealed zipper compared to an open zipper is that its closing element rows are covered by its carrying straps 15 and are therefore not visible.

Zoals de genoemde publicatie toont, is het vervaardigen van een aan het zicht onttrokken ritssluiting met enkelzijdig opgenaaide sluitelementreeksen zeer veel ingewikkelder dan het vervaardigen van een open ritssluiting. Bij dwarstrekbelasting 20 grijpt de kracht in de buurt van de koppelkop en uit het midden aan.As the aforementioned publication shows, the manufacture of a concealed zip with one-side-sewed closure element arrays is much more complicated than the manufacture of an open zip. With transverse tensile load 20, the force engages near the coupling head and off center.

De loodrecht op de draagband liggende vlakken door de koppelkoppen en de draagbandvouwlijn moeten een zo klein mogelijke afstand—hebben— en deze in het bijzonder ook behouden. Het handhaven van de afstand bereikt men door het meervoudig bevestigen, d.w.z. door het gebruiken 25 8004602 2 van meer dan één naad. Voor het beveiligen van de sluitelementreeks op de draagband worden ook nog inlegsels in de vorm van vulkernen gebruikt. Deze vervaardiging is dus duur en leidt bovendien tot nogal grove ritssluitingen.The planes perpendicular to the sling through the coupling heads and the sling folding line must have the smallest possible distance - and in particular must keep it. Maintaining the distance is accomplished by multiple fastening, ie, using more than one seam. Inlays in the form of filling cores are also used to secure the closing element series on the strap. This manufacture is therefore expensive and moreover leads to rather coarse zippers.

5 Deze ritssluitingen kunnen voor wat betreft de fijnheid ook niet aan de open ritssluitingen van dit moment met gelijke draaddikte tippen.5 In terms of fineness, these zippers cannot match the open zippers of this moment with the same thread thickness.

De uitvinding beoogt een economische vervaar digingswij ze te leveren en een verbetering van de daarmee verkregen 10 ritssluitingen.The object of the invention is to provide an economical production method and an improvement of the zippers obtained therewith.

De uitgevonden werkwijze heeft de volgende kenmerken: a) de sluitelementreeks wordt gevormd, waarbij een eventuele verwarming zodanig wordt begrensd dat totaan de fixeertemperatuur nog 15 een temperatuurafstand blijft waarin nog een merkbare lengtekrimp en dwarsdoorsnedetoename van de draad mogelijk is, b) elke elementreeks wordt met slechts één naad zonder vulkern zodanig op een draagband genaaid, dat deze naad tussen het langsmidden van elk element en zijn koppelkop ligt, en 20 c) de sluitelementreeksen worden in paarsgewijze tezamen gesloten en opgenaaide toestand op bekende wijze onder langscontractie en dwarsexpansie gefixeerd.The invented method has the following features: a) the closing element series is formed, with any heating being limited in such a way that up to the fixing temperature a temperature distance remains in which an appreciable length shrinkage and cross-sectional increase of the wire is possible, b) each element series is only one seam without a filling core is sewn onto a carrier tape such that this seam is between the longitudinal center of each element and its coupling head, and c) the closure element series are closed together in pairs and sewn on in a known manner under longitudinal contraction and transverse expansion.

Het moge duidelijk zijn, dat een op deze wijze uitgevoerde werkwijze eenvoudiger is dan de werkwijze voor het 25 vervaardigen van de hierboven genoemde bekende aan het oog onttrokken ritssluitingen, want het gebruiken van het bijzondere fixeren vereist geen extra stappen, omdat ten opzichte van de bekende werkwijze slechts twee werkwijze-trappen worden verwisseld; daarentegen wordt het opleggen van een tweede of derde naad bespaard, eveneens het inbrengen 30 van een vulkern. Aldus kan een ritssluiting, waarvan de sluitelementreeks slechts één naad behoeft op te nemen, sierlijker zijn dan een ritssluiting die meerdere naden en andere beveiligingsmiddelen nodig heeft.It will be clear that a method carried out in this manner is simpler than the method for manufacturing the above-mentioned known concealed zippers, because the use of the special fixing does not require any additional steps, because compared to the known method only two steps are interchanged; on the other hand, the imposition of a second or third seam is saved, also the insertion of a filling core. Thus, a zipper, of which the closure element series need only accommodate one seam, can be more graceful than a zipper that requires multiple seams and other security means.

Afzonderlijke stappen van deze werkwijze zijn 35 8004602 *> 4 3 bekend, gedeeltelijk ook in combinatie. Zo is het bijvoorbeeld bekend reeksen sluitelementen van het genoemde type eerst paarsgewijze samen te sluiten en daarna op te naaien. Met de nieuwe werkwijze is het mogelijk een afgedekte ritssluiting goedkoper dan 5 tot dusverre en, hetgeen in het bijzonder voor de kledingindustrie van belang is, fijner of minder lomp te vervaardigen.Individual steps of this method are known, some of which are also in combination. For example, it is known to first connect sets of closing elements of the said type together in pairs and then to sew them on. With the new method it is possible to produce a covered zipper cheaper than hitherto and, which is of importance for the clothing industry in particular, finer or less bulky.

Door de op zichzelf bekende bijzondere warmtebehandeling wordt een verandering van de verhouding van de draaddiameter tot de draadlengte verkregen en gebruikt om de 10 verankering van de draad op de draagband zeer belastbaar te maken.Due to the special heat treatment known per se, a change in the ratio of the wire diameter to the wire length is obtained and is used to make the anchoring of the wire on the carrier tape very load-bearing.

Bij de verdere uitvoering van de uitvinding lopen de bewegingen van de naainaalden evenwijdig aan elkaar, voor zover zij niet loodrecht op het vlak moeten staan, dat wordt gevormd door de de sluitelementreeksen opnemende draagbandstroken op de 15 plaats van het vastnaaien, voor zover men zich op deze plaats deze draagbandstroken vlak en stijf voorstelt. Loodrecht op dit vlak wordt tijdens het naaien het tussen de naalden geleide deel van de draagband vastgehouden en geleid.In the further embodiment of the invention, the movements of the sewing needles are parallel to each other, insofar as they do not have to be perpendicular to the plane formed by the sling strips receiving the closing element series at the point of sewing, as far as one this position represents these sling strips flat and rigid. Perpendicular to this plane, the part of the sling guided between the needles is held and guided during sewing.

Zoals gebruikelijk is, bij de niet afgedekte 20 ritssluitingen, kan bij toepassing van een dubbele kettingsteeknaad de reeks sluitelementen onder de deze opnemende draagband naar de naaimachine worden geleid, zodat bij de afgedekte ritssluiting de naalden vanaf hun insteken evenwijdig aan de later om te vouwen banddelen werken en vervolgens eerst het de reeks sluitelementen 25 opnemende bandgedeelte en tenslotte de tussenruimte van de reeksen sluitelement doorsteken.As is the case with the uncovered zippers, when using a double chainstitch seam, the series of closure elements can be guided to the sewing machine under this receiving strap, so that with the covered zipper the needles are parallel to the lateral parts to be folded from their insertion and then first pierce the band portion receiving the series of closing elements and finally pierce the spacing of the series of closing elements.

Op deze wijze wordt de grijperdraadketting op de reeks sluitelementen gelegd.In this way, the looper wire chain is placed on the series of closing elements.

Wil men onder toepassing van de dubbele 30 kettingsteeknaad een bijzonder goede waarborging van de plaats van de naad nabij de koppelkoppen verkrijgen, dan wordt de reeks sluitelementen in dat geval toegevoerd naar de naaimachine boven de draagband, zodat de naalden eerst de tussenruimten van de reeksen sluitelementen en vervolgens de de reeksen sluitelementen opnemende 35 draagbandgedeelten doorsteken, waarbij de later om te vouwen langere 8004502 4 bandgedeelten worden geleid tussen de reeds doorgestoken naalden.If, in order to obtain a particularly good guarantee of the location of the seam near the coupling heads using the double chainstitch seam, the series of closing elements is in that case supplied to the sewing machine above the sling, so that the needles are first the spaces of the series of closing elements. and then piercing the strands of sling receiving the rows of fasteners, the longer slings 8004502 later to be folded being guided between the already pierced needles.

Door deze manier van toevoer van materiaal ontstaat op de de reeksen sluitelementen opnemende bandgedeelten de grijperdraadketting, die door hun eigenschap als verdikking bij het 5 laten omvouwen van de langere bandgedeelten een stompe omvouwrand bewerkstelligt, die aanleiding geeft tot een betere afdekking van de koppelkoppen en de naad beter op zijn plaats houdt, wanneer de gereedgekomen ritssluiting in dwarsrichting wordt belast.This way of supplying material creates the looper wire chain on the belt sections receiving the series of closing elements, which, by virtue of their thickening property, causes an obtuse fold-over edge when the longer belt sections are folded over, which gives rise to a better covering of the coupling heads and the seam better in place when the finished zipper is loaded transversely.

De werkwijze geeft aanleiding tot een 10 bijzonder goed produkt wanneer daarbij reeksen sluitelementen worden gebruikt, waarvan de koppelkoppen met de voetgedeelten van de sluitelementen verbindende poten ten opzichte van de kop- en voetgedeelten naar binnen zijn gebogen. Bij voorkeur ligt deze naar binnen buiging dichter bij het kopgedeelte dan bij het voetgedeelte, 15 zodat de op het achterliggende kopgedeelte, derhalve in zekere zin op de achterkop liggende naad, bijzonder dicht bij de plaats van samenwerking van een sluitelement met het bijbehorende contra-sluit-element komt te liggen. Daarnaast of bovendien kan nog het voetgedeelte zijn voorzien van een welving naar buiten, die sterker is 20 dan de welving van het kopgedeelte, zodat het voetgedeelte dikker of met betrekking tcthet vlak van de draagband, hoger is dan het kopgedeelte. De naad kan in een bijzondere trede worden gelegd, die in de ritssluitingdraad is voorbereid of daar bij de warmte-behandeling is aangebracht. Dit geschiedt bij voorkeur zodanig dat de textiel-25 draad en de sluitelementdraad worden gekozen uit materialen met verschillende weekwordingstemperaturen, zodat de sluitelementdraad in de textieldraad of de textieldraad in de sluitelementdraad wordt gevormd, wanneer het het eerst weekwordende gedeelte medegeeft. Bij voorkeur wordt de keuze zodanig getroffen,-dat de sluitelementdraad 30 eerst week wordt, zodat de textieldraad daarin wordt gevormd.The method gives rise to a particularly good product when using series of closing elements, of which the coupling heads are bent inwardly with respect to the head and foot parts, connecting legs connecting the foot parts of the closing elements. Preferably, this inward bending is closer to the head section than to the foot section, so that the seam on the rear head section, therefore to some extent on the rear head, is particularly close to the location of cooperation of a closure element with the associated contra-closure element will be placed. In addition or additionally, the foot portion may be provided with an outward curvature which is stronger than the curvature of the head portion, so that the foot portion is thicker or, relative to the plane of the carrying strap, higher than the head portion. The seam can be laid in a special step, which is prepared in the zipper thread or applied there during the heat treatment. This is preferably done in such a way that the textile thread and the closure element thread are selected from materials having different softening temperatures, so that the closure element thread is formed in the textile thread or the textile thread in the closure element thread when it yields the first plasticizing portion. Preferably, the choice is made such that the closure element thread 30 first softens, so that the textile thread is formed therein.

Dit kenmerk van de werkwijze kan zeer algemeen bij de vervaardiging van ritssluitingen zodanig worden toegepast, dat alle de ritssluiting vormende elementen (bijvoorbeeld sluit-eleraentdraad, naaidraad en draagband) door een passend geleide 35 8004602 fr » 5 warmtebehandeling in elkaar worden gevormd, doordat de temperatuur wordt toegepast, die dicht bij de smelttemperatuur van één van de thermoplastische materialen ligt.This process characteristic can be used very generally in the manufacture of zippers in such a way that all the zipper-forming elements (for example, closing thread, sewing thread and strap) are formed by an appropriately guided heat treatment, in that the temperature is used, which is close to the melting temperature of one of the thermoplastic materials.

Verder is het mogelijk in plaats van 5 naaidraden van katoen of naaidraden van zuiver synthetisch materiaal, zodanige draden te gebruiken, die uit een kunststofkern met een omspinning van katoen bestaan. Past men hier volgens de uitvinding de temperatuur zodanig toe, dat de kunststofkern als een zuiver synthetische naaidraad krimpt, dan sluit deze zich nauw op de 10 poten van de sluitelementen aan, terwijl bij het latere verven de katoenen omspinning met dezelfde nuance als de draagband kan worden geverfd, voor zover deze evenzo uit katoen bestaat.Furthermore, instead of 5 cotton sewing threads or sewing threads of pure synthetic material, it is possible to use such threads which consist of a plastic core with a cotton spinning. If, according to the invention, the temperature is applied here such that the plastic core shrinks like a pure synthetic sewing thread, it closely adheres to the 10 legs of the closing elements, while in later dyeing the cotton spinning can be done with the same nuance as the strap. be dyed, provided it likewise consists of cotton.

Bestaan daarentegen de draagbanden uit kunststof, dan kan door de hierboven genoemde werkwijze ook 15 gelijktijdig een plisseereffect worden verkregen, doordat de draagbanden in hun bij het latere gebruik van de ritssluiting uiteindelijke vlakke stand worden gefixeerd. Dit is bij de tot dusverre toegepaste banden van katoen en ook bij de toepassing van draagbanden van kunststof, zonder een verdere nabehandeling, 20 niet mogelijk.If, on the other hand, the carrying straps consist of plastic material, a pleating effect can also be obtained simultaneously by the above-mentioned method, because the carrying straps are fixed in their final flat position when the zipper is used later. This is not possible with the previously used cotton straps and also with the use of plastic straps without further treatment.

Gheel synthetische ritssluitingen kunnen volgens de uitvinding onder gebruikmaking van de thermofixeer-temperatuur geheel en echt worden ingeverfd en doorgeverfd. Op dezelfde wijze kunnen afzonderlijke kunststofgedeelten van de 25 ritssluitingen op deze wijze worden ingeverfd.According to the invention, fully synthetic zippers can be dyed and dyed in full and real using the thermofixing temperature. In the same way, individual plastic parts of the zippers can be dyed in this way.

Bij de nieuwe werkwijze wordt de afdekking van de reeks sluitelementen door de deze dragende draagbanden ook mogelijk, doordat bij elk afsluitorgaan de afstand tussen de koppelingsvlakken en de naad in vergelijking tot de totale breedte 30 van de afzonderlijke sluitelementen uiterst kort kan worden gehouden en dat de naad bij belasting in dwarsrichting niet meer naar de voetgedeelten wordt getrokken en de poten daardoor niet meer kunnen worden vrijgelegd.The new method also makes it possible to cover the series of closing elements by the carrying straps carrying these, because the distance between the coupling surfaces and the seam can be kept extremely short in comparison with the total width of the individual closing elements with each closing member and the seam is no longer pulled to the foot sections when loaded in the transverse direction and the legs can therefore no longer be exposed.

De uitvinding zal hieronder nader worden 35 toegelicht aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van 8004602 6 voorbeeld een tweetal uitvoeringsvormen voor het verwerkelijken van de werkwijze volgens de uitvinding zijn weergegeven. In de tekening toont: fig. 1 een doorsnede door een helft van een 5 ritssluiting, gezien in de richting van de hartlijn van de ritssluiting, fig. 2 een bovenaanzicht van twee gekoppelde, van de draagband bevrijde reeksen sluitelementen van een ritssluiting volgens de uitvinding zoals in fig. 1 met de pijl II is 10 aangegeven, fig. 3 een aanzicht overeenkomend met fig. 1 van een andere uitvoeringsvorm, fig. 4 een doorsnede van alleen de draagband van de ritssluiting van fig. 3, waarbij echter de draagband 15 nog ongevouwen is, fig. 5 hetzelfde als in fig. 1 doch van een nog andere uitvoeringsvorm, fig. 6 op grotere schaal een gedeelte van het zijaanzicht van een gedeelte van de draadpoot van kunststof 20 op de plaats waarin de naaidraad in het oppervlak van de draad van het sluitelement is verzonken, fig. 7 in perspektief de relatieve stand van de draagbanden, van de reeksen sluitelementen en van de naalden tijdens het vastnaaien, 25 fig. 8 een andere toevoer van het vast te naaien materiaal, en fig. 9 een uitvoeringsvorm van een enkel sluitelement van de ritssluiting uit de uit een doorlopende, samenhangende draad bestaande reeks sluitelementen met de stand 30 van de naad, waaraan de voorkeur wordt gegeven en de reeds omgevouwen draagband, gezien in de richting van de overlangse symmetrieas van de ritssluiting.The invention will be explained in more detail below with reference to the drawing, in which by way of example 8004602 6 two embodiments for realizing the method according to the invention are shown. In the drawing: Fig. 1 shows a cross section through a half of a zipper, viewed in the direction of the center line of the zipper, Fig. 2 shows a top view of two coupled sets of zipper closure elements free from the sling according to the invention as indicated by the arrow II in fig. 1, fig. 3 is a view corresponding with fig. 1 of another embodiment, fig. 4 is a cross-section of the zipper sling of fig. 3 only, but the sling 15 Fig. 5 is the same as in Fig. 1, but of yet another embodiment, Fig. 6 is an enlarged part of the side view of a part of the threaded leg of plastic 20 at the position where the sewing thread is in the surface of the thread of the closing element is countersunk, fig. 7 shows in perspective the relative position of the carrying straps, of the series of closing elements and of the needles during sewing, fig. 8 another supply of the degree to be sewn and FIG. 9 is an embodiment of a single zipper closure element of the continuous, cohesive thread series of closure elements with the preferred position of the seam and the already folded sling, viewed in the direction of the longitudinal axis of symmetry of the zipper.

Pig. 1 toont met sterke vergroting een inderdaad uitgevoerde helft van een ritssluiting. De afbeelding is 35 ook met betrekking tot de verhoudingen van de grootte van het 8004602 7 orgaan van de ritssluiting ten opzichte van de dikte van de de reeks sluitelementen vormende draad niet volgens schaal.Pig. 1 shows, with high magnification, a half of a zipper actually made. The illustration is also shown with respect to the ratios of the size of the zipper 8004602 to the thickness of the thread forming the array of closure elements not to scale.

Ongeveer bij 10 ligt de symmetrieas van de ritssluiting. Het afgeheelde sluitelement bezit een koppelkop 12, 5 een voetgedeelte 14 en twee poten 16 en 18. De buitenomtrek van het sluitelement lijkt op een halter; het voetgedeelte en de koppelkop zijn dus hoger dan de deze onderdelen verbindende poten.Approximately at 10 lies the axis of symmetry of the zipper. The tilted closure element has a coupling head 12, 5 a foot portion 14 and two legs 16 and 18. The outer circumference of the closure element resembles a barbell; the foot part and the coupling head are therefore higher than the legs connecting these parts.

Het vulkoordvrije doorsnede vlak is met 20 aangegeven. Dit vlak moet volgens de uitvinding een vrije hoogte hebben, die ongeveer 10 overeenkomt met de halve diameter van de toegepaste ruwe draad.The filling cord-free cross-section is indicated by 20. According to the invention, this surface must have a free height, which corresponds approximately to half the diameter of the raw wire used.

De reeks sluitelementen is zodanig op de draagband 22 vastgenaaid, dat de koppelkoppen 12 afwijzen van die rand van de draagband 24, die de de reeks sluitelementen opnemende draagbandstrook 26 begrenst, exidichter bij de koppelkoppen ligt i 15 dan de andere draagbandrand. Het overige gedeelte van de draagband 22 is over zichzelf, namelijk over zijn de reeks sluitelementen opnemende strook 26 omgevouwen, zodat bij 28 een vouw ontstaat, die in het ideale geval van de afgedekte ritssluiting slechts over de halve koppelkopdiepte ten opzichte van de het meest naa: voren liggende 20 mantellijn van alle koppelkoppen naar achteren ligt. De naaidraad 32 van de enkele naad 30 is zo diep in de sluitelementen opgenomen dat de sluitelementdraad de naaidraad geheel of bijna geheel bedekt. Door deze bijzondere uitvoering kan de sierlijkheid en de fijnheid van de afgedekte ritssluiting nog worden vergroot.The series of closure elements is sewn onto the carrier strap 22 such that the coupling heads 12 point away from that edge of the carrier strap 24, which defines the carrier strap strip 26 receiving the series of closure elements, is more closely located at the coupling heads than the other carrier strap edge. The remaining part of the strap 22 is folded over itself, namely over the strip 26 receiving the series of closing elements, so that at 28 a fold is created which, ideally, of the covered zipper is only about half the coupling head depth with respect to the closest : forward 20 jacket line of all coupling heads lies backwards. The sewing thread 32 of the single seam 30 is received so deeply in the closure elements that the closure element thread covers all or almost all of the sewing thread. Thanks to this special design, the grace and fineness of the covered zipper can be increased even more.

25 In fig. 2 is met arceringslijnen een tussen twee naast elkaar liggende sluitelementen 15 en 17 van een met een andere sluitelementreeks 21 in ingrijping zijnde sluitelement-reeks 19 gevormd naalddoorsteekkanaal 11 weergegeven. Het gaat om de grootste doorsnede van het naalddoorsteekkanaal, welke niet 30 beslist in de richting loodrecht op het vlak van de draagband moet worden gevonden. In het afgeheelde voorbeeld zal het kanaal met de grootste dwarsdoorsnede eerder iets van links naar rechts schuin staan, zoals dit wordt verschaft door de richting van de bij een koppelkop aankomende en van de daarvan weggaande poot. In het 35 8004602 8 afgeheelde voorbeeld van de reeks sluitelementen 19 is de van links komende poot de bovenliggende, de weggaande poot daarentegen de onderliggende en omdat beide poten niet loodrecht boven elkaar liggen, doch praktisch op gelijke wijze vanaf de koppelkop diver-5 geren, ligt het naalddoorsteekkanaal met de grootste doorsnede tussen de bovenliggende poten iets meer naar links dan tussen de onderliggende poten. Het kanaal strekt zich derhalve van links boven naar rechts onderen uit. Dit kanaal moet nu zo nauw zijn, dat de nog niet aan een voorvervorming of warmtebehandeling onder-10 worpen ruwe draad in elk geval nog juist, derhalve zonder speling, door het kanaal kan worden gestoken. Het kanaal kan echter ook nauwer zijn, zodat de ruwe draad niet meer daardoor kan worden gestoken. Er wordt echter in alle gevallen het naalddoorsteekkanaal van de reeds gereedgekomen, vastgenaaide ritssluiting bedoeld. 15 De praktische proef moet derhalve zo plaatsvinden, dat de reeks sluitelementen bij voorkeur tezamengesloten met de reeks contra-organen uit de voor de verkoop gereedzijnde ritssluiting wordt verwijderd en wordt onderworpen aan de doorsteekproef met de ruwe draad.In Fig. 2, hatching lines show a needle piercing channel 11 formed between two adjacent closing elements 15 and 17 of a closing element series 19 in engagement with another closing element series 21. This is the largest cross-section of the needle piercing channel, which must not be found in the direction perpendicular to the plane of the sling. In the completed example, the channel with the largest cross section will rather be inclined slightly from left to right, as provided by the direction of the leg arriving at a coupling head and the leg moving away from it. In the example of the series of closing elements 19 shown in the example, the leg coming from the left is the upper one, the leg going away is the underlying one, and because the two legs are not perpendicular to each other, they differ practically in the same way from the coupling head, the needle piercing channel with the largest cross section lies slightly more to the left between the upper legs than between the lower legs. The channel therefore extends from top left to bottom right. This channel must now be so narrow that the raw wire which has not yet been subjected to a pre-deformation or heat treatment can in any case still pass through the channel just correctly, therefore without play. However, the channel can also be narrower, so that the raw wire can no longer be inserted through it. However, in all cases this refers to the needle piercing channel of the already completed sewn-in zipper. The practical test should therefore take place in such a way that the series of closing elements is preferably removed from the zipper ready for sale together with the series of counter-members and is subjected to the rough thread test.

20 Bij toepassing van een draad met cirkelvormige -doorsnede ontstaat de in fig. 2 afgebeelde betrekking tussen het naalddoorsteekkanaal van de gereedgekomen ritssluiting met de ruwe draad 13. De vorm en de diameter van de ruwe draad kan afwijken van de doorsnede van de gereedgekomen draad zoals bij 13a is aange-25 geven.When a thread of circular cross section is used, the relationship shown in fig. 2 arises between the needle piercing channel of the finished zipper with the raw thread 13. The shape and the diameter of the raw thread may deviate from the cross section of the finished thread, such as is indicated at 13a.

Op de plaats van het omvouwen van de draagband tussen de stukken 26 en 22 zijn volgens fig. 3 bandversterkingen aangebracht, welke dienen voor een verdere verbetering van de waarborging van de plaats van het omvouwen van de band bij het kop-30 gedeelte. Daarvoor is, zoals in het bijzonder blijkt uit fig. 4, een versterking door middel van kettingdraden of foelies of dergelijke bij 35 aangebracht, terwijl bij 36 een inweefstuk van kunststof of dergelijke is aangebracht voor het gebied van de naaidraad. Daardoor verkrijgt de vouw van de band een grote stevigheid, die ook met 35 8004602 9 voordeel zijn uitwerking heeft op de stevigheid van de ritssluiting.In the place of the folding of the carrying strap between the pieces 26 and 22, tape reinforcements are provided according to Fig. 3, which serve to further improve the guarantee of the location of the folding of the strap at the head portion. For this, as shown in particular in Fig. 4, a reinforcement by means of warp threads or films or the like is provided at 35, while at 36 a weave of plastic or the like is provided for the area of the sewing thread. As a result, the fold of the tape obtains a great strength, which also has an effect on the strength of the zipper, also with advantage.

De uitvoeringsvorm volgens fig. 3 geeft verder ten opzichte van het voetgedeelte 14a een lager kopgedeelte 12a. De naad bestaat hier uit een niet verzonken bovendraad 32 5 en een onderdraadketting 34. Het naar binnen getrokken potengebied 16 en 18 ligt evenzo vóór het vlak 33.The embodiment of FIG. 3 further provides a lower head portion 12a relative to the foot portion 14a. The seam here consists of a non-countersunk upper thread 32 5 and a lower thread chain 34. The drawn-in leg region 16 and 18 likewise lies in front of the plane 33.

Bij een andere voordelen gevende uitvoeringsvorm wordt bij toepassing van versterkte draagbanden en de gebruikelijke toepassing van kettingsteeknaden nog een andere 10 verbetering verkregen, doordat de onderdraadketting niet zoals gebruikelijk is wordt gelegd op de windingen van de reeksen sluitelementen en de boven- en ondernaaldendraad niet op de draagband wordt aangebracht, doch omgekeerd, zodat de sterker drukkende onderdraadketting, dat wil zeggen de grijperdraad, zich 15 onder het draagbandgedeelte 26 bevindt, waardoor de toegepaste bandversterking in de gereedgekomen sluiting een grotere weerstand biedt tegen trek in dwarsrichting. Dit heeft het voordeel, dat de minder uitstekende of opdragende bovendraad beter in de kunststofdraad door warmte kan worden gevormd en dat het schuif-20 orgaan van de ritssluiting beter kan glijden op het gladde, door geen enkele draadverhoging meer onderbroken oppervlak van de reeks kunststof sluitelementen. Er is ook geen binnenprofilering meer nodig, zoals dit vereist zou zijn met betrekking tot de onderdraadketting.In another advantageous embodiment, when using reinforced straps and the usual use of warp stitching, yet another improvement is obtained in that the bobbin thread chain is not placed on the windings of the series of closing elements and the upper and lower needle thread as usual, as usual. sling is applied, but vice versa, so that the more pressing bobbin thread chain, that is, the looper thread, is located below the sling portion 26, whereby the tape reinforcement used in the completed closure provides greater resistance to transverse pull. This has the advantage that the less protruding or supporting upper thread can be better formed by heat in the plastic thread and that the slide of the zipper can slide better on the smooth surface of the series of plastic closing elements which is no longer interrupted by any thread increase. . There is also no need for inner profiling, as would be required with regard to the bobbin thread chain.

25 Pig, 5 toont dat de bovendraad 32 zonder volumevermindering in de kunststofdraad is opgenomen, derhalve alleen gevormd door materiaalverdringing van de kunststofdraad van de koppelorganen. De verdrongen kunststofdraadmassa is met 31 aangegeven. Bij trek in dwarsrichting op het draagbandgedeelte 22 30 steunt de bandversterking tegen de onderdraadketting 34.Pig, 5 shows that the upper thread 32 is incorporated in the plastic thread without volume reduction, therefore formed only by displacement of material from the plastic thread of the coupling members. The displaced plastic wire mass is indicated by 31. When transversely pulling on the strap portion 22, the strap reinforcement rests against the bobbin chain 34.

Verder kan met voordeel bij gebruik van katoenen draagbanden een tussenlaag van kunststof in de draagband worden verweven in het gebied van het insteken van de naald. De tussenlaag moet zo worden gekozen, dat deze bij de latere op 35 8004602 10 bekende wijze uitgevoerde warmte-behandeling hard wordt en de naai-draad in het weefsel van de draagband extra fixeert. Bij de toepassing van kunststofdraagbanden kan die tussenlaag uit een materiaal bestaan, dat bij minder warmte en vroeger dan de draag-5 band zelf stabiel wordt.Furthermore, when using cotton slings, an intermediate layer of plastic can advantageously be woven into the sling in the region of inserting the needle. The intermediate layer must be chosen such that in the heat treatment which is later carried out in the manner known in 8004602 10, it hardens and additionally fixes the sewing thread in the fabric of the carrier tape. When plastic carrier belts are used, this intermediate layer can consist of a material which becomes stable at less heat and earlier than the carrier belt itself.

De verwijzingscijfers in fig. 7 hangen niet direct samen met de keuze van de verwijzingscijfers in de fig. 1-6.The reference numbers in Figure 7 are not directly related to the choice of reference numbers in Figures 1-6.

De in fig. 7 vereenvoudigd aangegeven doorsnede van de slechts met een klein stuk afgebeelde draagbanden 10 110 en 112 worden in de naaimachine zodanig geleid, dat het gedeelte, dat de reeks sluitelementen opneemt van elke band, dat met 114, respectievelijk 115 is aangegeven, loodrecht staat op het overige gedeelte 116, respectievelijk 118. De randen 120 en 122 vormen later de buitenranden van de gereedgekomen, met zijn reeksen sluit-15 elementen tezamen gesloten, ritssluiting. Voor het vastnaaien worden de reeksen sluitelementen 124 en 125 met hun koppelkoppen (pijl 126) tezamen gesloten en gemeenschappelijk naar de naaimachine geleid in de richting van de pijlen 128 en 130. De naai-naalden 132 en 134, waarvan de naald 134 vanwege de perspectief-20 afbeelding niet kan worden gezien en slechts door een stippellijn is aangegeven, liggen evenwijdig aan elkaar en de draagbanden 110 en 112 worden daartussen geleid door de machine in de richting van de pijl 136. De ten opzichte van elkaar en ten opzichte van de vlakken van de draagbandstukken 116 en 118 evenwijdige naalden 25 behoeven niet loodrecht te staan op de gedeelten 114, respectievelijk 115. Zij kunnen ook in schuine richting worden geleid. De richting van de heen en weer beweging van de naalden wordt aangegeven door de dubbele pijl 138.The cross-section, simplified in fig. 7, of the slings 110 and 112, shown only with a small piece, is guided in the sewing machine in such a way that the part, which takes up the series of closing elements of each band, is indicated by 114 and 115, respectively. is perpendicular to the remaining part 116 and 118, respectively. The edges 120 and 122 later form the outer edges of the finished zipper, with its series of closing elements closed together. For sewing, the sets of fasteners 124 and 125 with their coupling heads (arrow 126) are closed together and jointly guided to the sewing machine in the direction of arrows 128 and 130. The sewing needles 132 and 134, the needle 134 of which, because of the perspective -20 image cannot be seen and is only indicated by a dotted line, are parallel to each other and the slings 110 and 112 are guided therebetween by the machine in the direction of the arrow 136. The relative to each other and to the planes of the sling pieces 116 and 118 parallel needles 25 need not be perpendicular to portions 114 and 115, respectively. They may also be slanted. The direction of the reciprocating movement of the needles is indicated by the double arrow 138.

Fig. 8 geeft een andere mogelijkheid van de 30 toevoer van het materiaal en van het aanbrengen van de naaidraad.Fig. 8 gives another possibility of the supply of the material and the provision of the sewing thread.

Hierbij worden de evenzo gekoppelde reeksen sluitelementen 124 en 125 zodanig naar de naaimachine geleid, dat zij vlak tegen de banddelen 114 en 115 liggen, terwijl de banddelen 116 en 118 loodrecht staan op de delen 114 en 115. De werk- en 35 bewegingsrichting van de naalden 132 en 134 (fig. 8) loopt daarbij 8004502 11 zoals aangegeven voor de uitvoering volgens fig. 7, derhalve evenwijdig aan de vlakken van de banddelen 116 en 118 en tegelijk loodrecht of schuin ten opzichte van de banddelen 114 en 115. De naalden bevinden zich daarbij echter op die zijde ran de banddelen 5 114 en 115, waarop ook de reeksen sluitelementen zijn aangebracht, waarbij bij voorkeur de reeksen sluitelementen en de naalden zich boven en de banddelen 116 en 118 onder de banddelen 114 en 115 bevinden. Door een dergelijke plaatsing komen de grijperdraad-kettingen 117 en 119 in de vouw tussen de banddelen 114 en 116, 10 respectievelijk 115 en 118.Here, the similarly coupled series of closing elements 124 and 125 are guided to the sewing machine so that they lie flat against the belt parts 114 and 115, while the belt parts 116 and 118 are perpendicular to the parts 114 and 115. The working and moving direction of the needles 132 and 134 (fig. 8) thereby run 8004502 11 as indicated for the embodiment according to fig. 7, therefore parallel to the surfaces of the tape parts 116 and 118 and at the same time perpendicular or oblique to the tape parts 114 and 115. The needles however, on that side of the tape parts 514 and 115, on which the series of closing elements are also arranged, the series of closing elements and the needles are preferably situated above and the tire parts 116 and 118 below the tire parts 114 and 115. Due to such an arrangement, the looper chains 117 and 119 come into the fold between the belt parts 114 and 116, 115 and 118, respectively.

In fig. 9 is de doelmatige stand van de de ritssluitingorganen met de draagband verbindende naad 140 afgebeeld. Daarbij heeft het orgaan van de ritssluiting de haltervorm, waaraan de voorkeur wordt gegeven. Bij de afgeheelde uitvoeringsvorm is de 15 de breedte van het voetgedeelte aangevende afmeting "b", groter dan de breedte "a" van het kopgedeelte. De koppelkop is met 142 aangeduid. De plaatsing van de naad tussen het ongeveer in het midden van het sluitelement gelegen smalste gedeelte en hét breedste stuk van de boog 144 van de koppelkop behoeft op zichzelf niet 20 gelijktijdig te worden verenigd met het hier evenzo afgebeelde kenmerk van het bredere voetgedeelte 146. Meestal is één van deze beide maatregelen voldoende.Fig. 9 shows the effective position of the seam 140 connecting the zip fasteners to the strap. In addition, the zipper body has the preferred dumbbell shape. In the trimmed embodiment, the dimension "b" indicating the width of the foot portion is greater than the width "a" of the head portion. The coupling head is indicated by 142. The placement of the seam between the narrowest part located approximately in the middle of the closing element and the widest part of the arc 144 of the coupling head does not per se have to be combined simultaneously with the feature of the wider foot part 146, which is also shown here. one of these two measures is sufficient.

In fig. 9 hebben de banddelen 115 en 118 hun uiteindelijke stand ingenomen, waarbij zij dus op elkaar zijn 25 gevouwen.In Fig. 9, the belt parts 115 and 118 have taken their final position, so that they are folded on top of each other.

80046028004602

Claims (30)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een aan het oog onttrokken ritssluiting met twee enkelzijdig elk op een draagband genaaide sluitelementreeksen uit kunststofdraad in de vorm van een gewijzigde schroeflijn, waarbij de koppelkoppen 5 van de elementen van die draagbandkant zijn afgekeerd die aan de de sluitelementreeks dragende randstrook van de band grenst, waarin na het opnaaien van telkens de bredere strook om een in de buurt van de koppelkoppen liggende lijn op de andere deelstrook wordt teruggevouwen, gekenmerkt door de volgende maatregelen: 10 a) de sluitelementreeks wordt gevormd, waarbij een eventuele verwarming zodanig wordt begrensd, dat tot aan de fixeertemperatuur nog een temperatuurafstand blijft waarin nog een merkbare lengte-krimp en dwarsdoorsnedetoename van de draad mogelijk is, b) elke sluitelementreeks wordt met slechts één naad (40) zonder 15 vulkern zodanig op een draagband (15, 18) genaaid, dat deze naad tussen het langsmidden van elk element en zijn koppelkop (42) ligt, en c) de sluitelementreeksen worden in paarsgewijze tezamengesloten en opgenaaide toestand op bekende wijze onder langscontractie en 20 dwarsexpansie volledig gefixeerd.Method for manufacturing a concealed zipper with two single-sided plastic-threaded closure elements each sewn onto a sling in the form of a modified helix, the coupling heads 5 facing away from the elements of that strap side bearing the closure element series border strip of the belt, in which after sewing on the wider strip is folded back on a line in the vicinity of the coupling heads on the other sub-strip, characterized by the following measures: 10 a) the closing element series is formed, with a possible heating is limited in such a way that up to the fixation temperature there remains a temperature distance in which a noticeable length shrinkage and cross-sectional increase of the wire is still possible, b) each closure element series is arranged with only one seam (40) without 15 filling core on a carrier tape (15, 18) sewn, so that this seam is between the longitudinal center of each element and its head 1 head (42), and c) the closure member arrays are fully fixed in a paired and sewn state in a known manner under longitudinal contraction and transverse expansion. 2. Werkwijze volgens conclusie 1, toegepast op sluitelementreeksen met sluitelementen, waarvan de buitenafmetingen, gemeten loodrecht op de draagband (15, 18), aan de koppelkop (44, 42) en aan het voetdeel (46) groter zijn dan in het daar- 25 tussen liggende gebied.Method according to claim 1, applied to closing element series with closing elements, the outer dimensions of which, measured perpendicular to the carrying strap (15, 18), on the coupling head (44, 42) and on the foot part (46) are larger than in the case 25 between supine area. 3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de door het voetdeel gevormde boog (46) groter is dan de boog (44) die de koppelkop (42) draagt.Method according to claim 2, characterized in that the arc (46) formed by the base part is larger than the arc (44) which carries the coupling head (42). 4. Werkwijze volgens één der conclusies 1-3, 30 met het kenmerk, dat de beide sluitelementreeksen van de ritssluiting eerst tezamengesloten en dan opgenaaid worden.Method according to any one of claims 1-3, 30, characterized in that the two closing element series of the zipper are first closed together and then sewn on. 5. Afgedekte ritssluiting, met het kenmerk, dat de loodrecht op het vlak van de draagband gemeten grootste 8004602 ft 4 inwendige breedte van de vulkoordvrije ruimte tussen de poten van een te beschouwen sluitelement van de ritssluiting, ongeveer gelijk is aan de halve diameter van de voor het vormen van de reeks sluitelementen te gebruiken kunststofdraad, die een cirkel-5 vormige dwarsdoorsnede heeft.5. Covered zip, characterized in that the largest width of the filling cord free space between the legs of a zip fastener to be considered, measured perpendicular to the sling, is approximately equal to half the diameter of the zipper plastic wire, which has a circular cross-section, to be used for forming the series of closing elements. 6. Afgedekte ritssluiting volgens conclusie 5, gekenmerkt doordat de naad zich buiten het midden van de reeks sLuitelementen en dichter bij het kopgedeelte bevindt.The covered zip according to claim 5, characterized in that the seam is outside the center of the series of closure elements and closer to the head portion. 7. Afgedekte ritssluiting volgens 10 conclusie 5 of 6, gekenmerkt doordat het middengedeelte zich buiten het midden van de reeks sluitelementen en dichter bij het kopgedeelte bevindt,Covered zip according to claim 5 or 6, characterized in that the center section is located outside the center of the series of closure elements and closer to the head section, 8. Afgedekte ritssluiting bij voorkeur volgens een of meer der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat 15 de naaidraad in de^reeks sluitelementen vormende draad is ingevormd.Covered zip, preferably according to one or more of the preceding claims, characterized in that the sewing thread is formed in the thread forming the series of closure elements. 9. Afgedekte ritssluiting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de naaidraad over meer dan zijn dikte in de de reeks sluitelementen vormende draad is ingebed, namelijk ingesmolten en dat daarbij de draad van de reeks sluitelementen 20 de naaidraad over meer dan de halve omtrek van de naaidraad bedekt.Covered zip according to claim 8, characterized in that the sewing thread is embedded in the thread forming the series of closing elements, i.e. fused, over more than its thickness, and in that the thread of the series of closing elements 20 the sewing thread over half the circumference. of the sewing thread. 10. Afgedekte ritssluiting volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de naaidraad met de draad van de sluitelementen versmolten is.Covered zip according to claim 7 or 8, characterized in that the sewing thread is fused with the thread of the closing elements. 11. Afgedekte ritssluiting volgens een of 25 meer der voorgaande conclusies, bij voorkeur conclusie 10, gekenmerkt, doordat de draagband is versterkt in het gebied waar deze is omgevouwen.Covered zip according to one or more of the preceding claims, preferably claim 10, characterized in that the strap is reinforced in the area where it is folded over. 12. Afgedekte ritssluiting volgens een of meer der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat de draagband 30 in het gebied, waar de naalden insteken, is gehard.Covered zip according to one or more of the preceding claims, characterized in that the sling 30 is hardened in the area where the needles insert. 13. Werkwijze voor het vervaardigen van een afgedekte ritssluiting, waarvan de op een zijde elk op een draagband opgenaaide, reeksen sluitelementen elk bestaan uit een kunst-stofdraad in de vorm van een verbogen schroeflijn, waarbij een 35 dergelijke reeks sluitelementen zodanig wordt opgenaaid, dat daar- 8004502 bij de koppelkoppen van de organen van de sluitelementen van die draagbandrand zijn afgekeerd, welke naast de de reeks sluitelementen dragende randstrook van de band ligt en dat na het opnaaien van het bredere, niet de reeks sluitelementen dragende deel van 5 de band over een nabij de koppelkoppen liggende lijn op de naad wordt teruggevouwen, in het bijzonder volgens conclusie 1 of één der conclusies 2-12, gekenmerkt door de combinatie van de volgende stappen: a) de reeks sluitelementen wordt voor het vastnaaien zover in de 10 vorm gebracht als nodig is voor de schadeloze opneming van de mechanische belasting bij de daaropvolgende behandeling, waarbij een eventuele verwarming zodanig wordt beperkt, dat de reeks sluitelementen tot de fixeertemperatuur daarvan nog een temperatuur-afstand behoudt, waarbij een merkbare vormverandering, in het 15 bijzonder van de omstandigheden en verhoudingen van draadlengte ten opzichte van draaddikte, mogelijk is, b) de reeksen sluitelementen worden vervolgens samengesloten en c) op de draagbanden vastgenaaid, waarvan op de naad om te vouwen gebieden daarbij tussen de naalden worden geleid, 20 d) de opgenaaide reeksen sluitelementen vervolgens op bekende wijze worden verwarmd tot in de nabijheid van de temperatuur, waarbij zij week worden.13. Method for manufacturing a covered zipper, the series of closing elements of which are sewn on one side, each of which consists of a plastic wire in the form of a bent helix, in which such a series of closing elements is sewn on such that 8004502 at the coupling heads of the members of the closing elements are turned away from that strap band, which lies next to the strip of edge of the belt carrying the series of closing elements and, after sewing on the wider part of the belt, which does not bear the series of closing elements, a line close to the coupling heads is folded back on the seam, in particular according to claim 1 or any one of claims 2-12, characterized by the combination of the following steps: a) the series of closing elements is brought into the shape before sewing on as necessary for the harmless absorption of the mechanical load in the subsequent treatment, with possible heating ing is limited in such a way that the series of locking elements maintains a temperature distance to their fixing temperature, whereby a noticeable change in shape, in particular of the conditions and ratios of wire length to wire thickness, is possible, b) the series of closing elements become then closed together and c) sewn onto the slings, areas of which are folded on the seam to be folded between the needles, d) the sewn-on sets of closure elements are then heated in known manner to near the temperature, thereby softening . 14. Werkwijze volgens conclusie 13, gekenmerkt doordat de wegen van de arbeidsbewegingen van de 25 naainaalden evenwijdig aan elkaar lopen.Method according to claim 13, characterized in that the paths of the working movements of the sewing needles are parallel to each other. 15. Werkwijze volgens conclusie 13, bij voorkeur in verband met conclusie 14, gekenmerkt doordat elke reeks sluitelementen met slechts één naad wordt bevestigd aan zijn draagband.Method according to claim 13, preferably in connection with claim 14, characterized in that each series of closing elements is attached to its carrier tape with only one seam. 16. Werkwijze volgens conclusie 13, bij voorkeur in verband met ten minste een der conclusies 14 of 15, gekenmerkt doordat gedurende de naaibewerking van de de reeks sluitelementen opnemende stroken van de draagband ongeveer loodrecht wordt geleid naar het tussen de naalden geleide deel 35 van de band. 8 0 ö 4 6 0 2Method according to claim 13, preferably in connection with at least one of claims 14 or 15, characterized in that during the sewing operation of the strips of the carrier tape receiving the series of closing elements are guided approximately perpendicularly to the part 35 of the needles guided between the needles. band. 8 0 ö 4 6 0 2 17. Ritssluiting met twee elk op een draagband genaaide sluitelementreeksen van thermoplastische kunststof draad, die de erop liggende draad van de betreffende naad aan elke reeks in een voor de draad bestemde verdieping opneemt, 5 met het kenmerk, dat de verdieping is verkregen door het invormen van de draad (32) onder wegdrukking (31) van een deel van..-het draadmateriaal door verwarmen van de op zijn draagband genaaide draad tot een thermofixeertemperatuur in het zachtwordingsgebied van de kunststof. 10Zipper with two strings of thermoplastic plastic thread, each sewn onto a sling, which takes up the thread of the corresponding seam on each series in a recess intended for the thread, characterized in that the recess is obtained by forming of the thread (32) with compression (31) of a portion of the thread material by heating the thread sewn on its belt to a thermofixing temperature in the softening region of the plastic. 10 18* Ritssluiting volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat het voor het opnemen van de naaidraad en voor het doorsteken van de die draad geleidende naainaald bestemde kanaal tussen naast elkaar liggende sluitelementen in de richting van zijn grootste doorsteekdoorsnede wat betreft de grootte en 15 de vorm van die doorsnede zodanige afmetingen heeft, dat de voor het vervaardigen van de reeks sluitelementen te gebruiken kunststofdraad niet of in elk geval zonder speling door het kanaal kan owrden gestoken.Zipper according to claim 17, characterized in that the channel intended for receiving the sewing thread and for piercing the sewing needle guiding said thread is between adjacent closing elements in the direction of its largest cross-section in terms of size and size. the shape of this cross-section is such that the plastic wire to be used for manufacturing the series of closing elements cannot be inserted through the channel or at least without play. 19. Afgedekte ritssluiting volgens conclusie 20 17 of 18, met het kenmerk, dat de loodrecht op het vlak van de draagband gemeten grootste inwendige breedte van de vulkoord-vrije ruimte tussen de poten van een te beschouwen sluitelement van de ritssluiting, ongeveer gelijk is aan de halve diameter van de voor het vormen van de reeks sluitelementen te gebruiken 2. kunststofdraad.A covered zipper according to claim 20 17 or 18, characterized in that the greatest internal width of the filling cord-free space between the legs of a zipper closure element to be considered, measured perpendicular to the surface of the strap, is approximately equal to half the diameter of the plastic wire to be used to form the series of closing elements. 20. Ritssluiting volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de naaidraad (32) over meer dan zijn dikte in de de reeks sluitelementen vormende draad is ingebed en daarbij de draad de naaidraad over meer dan de halve omtrek van 30 de naaidraad bedekt.Zipper according to claim 17, characterized in that the sewing thread (32) is embedded in the thread forming the series of closure elements over more than its thickness, the thread covering the sewing thread over more than half the circumference of the sewing thread. 21. Ritssluiting volgens conclusie 17 of 20, met het kenmerk, dat de naaidraad met de draad versmolten is. ____Zipper according to claim 17 or 20, characterized in that the sewing thread is fused with the thread. ____ 22. Ritssluiting volgens een der conclusies 17-21, met het kenmerk, dat de omkeerboog van het kopdeel van de 35 sluitelementreeks lager is dan de omkeerboog van het voetdeel, en 8004602 dat de draad van de naad buiten het midden van de sluitelement-reeks in de buurt van het kopdeel is gelegd.Zipper according to any one of claims 17-21, characterized in that the reversing arc of the head part of the closing element series is lower than the reversing arch of the foot part, and 8004602 that the thread of the seam is outside the center of the closing element series is placed near the head section. 23. Werkwijze voor het vervaardigen van een afgedekte ritssluiting, waarvan de op een zijde elk op een draag- 5 band opgenaaide reeksen sluitelementen elk bestaan uit een kunststofdraad in de vorm van een verbogen schroeflijn, waarbij een dergelijke reeks sluitelementen zodanig wordt opgenaaid, dat daarbij de koppelkoppen van de sluitelementen van die van draagbandrand zijn afgekeerd welke naast de de reeks sluitelementen 10 dragende randstrook van de band ligt, en dat na het opnaaien van de bredere, niet de reeks sluitelementen dragende deel van de band over een nabij de koppelkoppen liggende lijn op de naad wordt teruggevouwen voor het vervaardigen van een ritssluiting volgens een der conclusies 1-6, met het kenmerk, dat gedurende de naai-15 bewerking de de reeks sluitelementen opnemende stroken van een draagband ongeveer loodrecht naar het tussen de naalden geleide deel van de band worden geleid.23. Method for manufacturing a covered zipper, the series of closing elements of which are sewn on one side each on a sling, each consisting of a plastic thread in the form of a bent helix, such a series of closing elements being sewn on in such a way that the coupling heads of the closing elements are turned away from that of the strap edge which lies next to the edge strip of the belt carrying the series of closing elements 10, and that after sewing on the wider part of the belt, not carrying the series of closing elements, along a line close to the coupling heads the seam is folded back to produce a zipper according to any one of claims 1-6, characterized in that during the sewing operation the strips of a carrier tape receiving the series of closing elements approximately perpendicularly to the part of the needles guided between the needles band. 24. Werkwijze volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat de benen van de toegepaste sluitelementreeksen een 20 versmalling of naar-binnen-buiging hebben die dichter bij het koppelkopdeel dan het voetdeel ligt.24. Method according to claim 23, characterized in that the legs of the closing element series used have a narrowing or inward bending which is closer to the coupling head part than the foot part. 25. Werkwijze volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat van de door de naar-binnen-buiging ontstane welvingen de het voetgedeelte vormende welving lager is dan die 25 van het kopgedeelte.25. A method according to claim 24, characterized in that of the curves formed by the inward bending, the curvature forming the foot portion is lower than that of the head portion. 26. Werkwijze volgens een der conclusies 23- 25, met het kenmerk, dat bij toepassing van een reeks sluitelementen waarbij de welving van het voetgedeelte van elk sluit-element aan de buitenzijde een trede op de naar de naar-binnen- 30 buiging toegekeerde zijde heeft, en dat de naaidraad in die trede wordt gelegd.26. Method as claimed in any of the claims 23-25, characterized in that when using a series of closing elements in which the curvature of the foot part of each closing element on the outside, a step on the side facing the inward bending and that the sewing thread is placed in that step. 27. Werkwijze volgens een der conclusies 24- 26, met het kenmerk, dat de draad door gedeeltelijke verwarming van het gebied van de kunststofdraad dat daaromheen ligt, 3% 0 0 4 6 0 2 in de kunststofdraad wordt verzonken.27. A method according to any one of claims 24-26, characterized in that the wire is sunk into the plastic wire by partial heating of the area of the plastic wire surrounding it. 28. Werkwijze volgens een der conclusies 23-27, met het kenmerk, dat een naaidraad wordt gebruikt met een kunststofkern en een omspinning van katoen.28. A method according to any one of claims 23-27, characterized in that a sewing thread with a plastic core and a cotton spinning is used. 29. Werkwijze volgens een der conclusies 23-28, met het kenmerk, dat alle of enkele kunststof delen van de ritssluiting onder gebruikmaking van de thermofixeertemperatuur worden geverfd.A method according to any one of claims 23-28, characterized in that all or some of the plastic parts of the zipper are dyed using the thermofixing temperature. 30. Werkwijze volgens conclusie 29, 10 met het kenmerk, dat bij het verven als verfstofdrager een stof wordt gebruikt waarvan het kookpunt boven die van het water ligt en welke in water kan worden opgelost. 8004602A method according to claim 29, 10, characterized in that in the dyeing process, a substance is used as a paint carrier, the boiling point of which is above that of the water and which can be dissolved in water. 8004602
NL8004602A 1969-02-18 1980-08-14 METHOD FOR MANUFACTURING A COVERED ZIP CLOSURE WITH SINGLE-SEWN CLOSURE ELEMENTS. NL8004602A (en)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE19691908069 DE1908069A1 (en) 1969-02-18 1969-02-18 Process for the production of a concealed zipper
DE1908069 1969-02-18
DE1908068 1969-02-18
DE1908068A DE1908068C2 (en) 1969-02-18 1969-02-18 Zipper

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8004602A true NL8004602A (en) 1980-11-28

Family

ID=25757011

Family Applications (2)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7002254A NL7002254A (en) 1969-02-18 1970-02-18
NL8004602A NL8004602A (en) 1969-02-18 1980-08-14 METHOD FOR MANUFACTURING A COVERED ZIP CLOSURE WITH SINGLE-SEWN CLOSURE ELEMENTS.

Family Applications Before (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7002254A NL7002254A (en) 1969-02-18 1970-02-18

Country Status (19)

Country Link
US (2) US3665879A (en)
AT (1) AT327843B (en)
BE (1) BE746124A (en)
CA (1) CA967731A (en)
CH (1) CH509783A (en)
CS (1) CS202023B2 (en)
DE (2) DE1908069A1 (en)
DK (1) DK138671B (en)
ES (1) ES376955A1 (en)
FI (1) FI61395C (en)
FR (1) FR2032343A1 (en)
GB (1) GB1299316A (en)
IE (1) IE33730B1 (en)
IL (1) IL33923A (en)
NL (2) NL7002254A (en)
PH (2) PH9838A (en)
PL (1) PL80893B1 (en)
SE (1) SE421666B (en)
YU (1) YU38070A (en)

Families Citing this family (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS5245363Y2 (en) * 1971-07-31 1977-10-15
BE792644A (en) * 1971-12-21 1973-03-30 Yoshida Kogyo Kk CONCEALED SLIDER CLOSURE
US4187791A (en) * 1975-01-09 1980-02-12 Textron Inc. Method of manufacturing slide fastener stringers
US3975801A (en) * 1975-01-09 1976-08-24 Textron, Inc. Slide fastener stringer
JPS5558101A (en) * 1978-10-24 1980-04-30 Yoshida Kogyo Kk Hea setting of slide fastener chain
JPS60155311U (en) * 1984-03-28 1985-10-16 ワイケイケイ株式会社 Slide fastener
JPH0759206B2 (en) * 1990-03-27 1995-06-28 ワイケイケイ株式会社 Method of forming meshing part in manufacturing element for slide fastener
US5584111A (en) * 1995-05-22 1996-12-17 Chen; Shih C. Slide fastener construction machine
JP3626372B2 (en) * 1998-10-30 2005-03-09 Ykk株式会社 Coiled slide fastener
CN102469856B (en) * 2009-07-07 2016-03-30 Ykk株式会社 Slide fastener
CN102481038B (en) * 2009-09-04 2015-06-03 Ykk株式会社 Fastener stringer for hidden slide fastener
CN102481040B (en) * 2009-09-11 2014-10-29 Ykk株式会社 Fastener stringer for concealed slide fastener
US10863801B2 (en) * 2015-12-02 2020-12-15 Ykk Corporation Tape member for slide fastener and manufacturing method of tape member
WO2020054015A1 (en) * 2018-09-13 2020-03-19 Ykk株式会社 Hidden slide fastener semi-finished product, hidden slide fastener installation product, and method for manufacturing hidden slide fastener installation product
US11877628B2 (en) * 2019-12-12 2024-01-23 Ykk Corporation Watertight fastener and method for manufacturing same

Family Cites Families (17)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3343234A (en) * 1967-09-26 Continuous filament slide fastener
US2873704A (en) * 1955-12-19 1959-02-17 Trim Master Corp Mechanism for operating on tubular blanks
BE581225A (en) * 1958-08-07
DE1213656C2 (en) * 1962-06-01 1977-06-16 Sohr Hans Ulrich Method for producing a zipper
DE1435841A1 (en) * 1962-08-04 1969-01-02 Opti Werk Gmbh & Co Coil spring zipper
US3337672A (en) * 1963-05-08 1967-08-22 Steingrubner Arthur Method of making a slide fastener of the continuous wire type
US3354853A (en) * 1963-09-06 1967-11-28 Sohr Hans Ulrich Process of manufacturing sliding clasp fasteners
DE1926933U (en) * 1965-04-06 1965-11-11 Prym Werke William ZIPPER.
DE1280609C2 (en) * 1965-11-04 1973-05-17 Hans Porepp Method and device for producing two coupled rows of zipper links
DE1292429B (en) * 1965-12-22 1969-04-10 Spindler Siegfried W Concealed zip
NL135619C (en) * 1966-01-31
GB1128413A (en) * 1966-09-06 1968-09-25 Lightning Fasteners Ltd Improvements in or relating to stringers for sliding clasp fasteners of the concealed element type
NO119295B (en) * 1966-10-15 1970-04-27 Opti Holding Ag
DE1610381B1 (en) * 1967-01-21 1970-04-23 Opti Holding Ag Process for the production of a zipper
US3484906A (en) * 1968-03-06 1969-12-23 Tadao Yoshida Slide clasp fastener
US3557095A (en) * 1968-05-31 1971-01-19 Parke Davis & Co Pyrazolodiazepinone compounds
DE1920443A1 (en) * 1969-04-22 1971-01-21 Opti Holding Ag Zipper with screw-shaped and opposite rows of locking links

Also Published As

Publication number Publication date
ES376955A1 (en) 1973-03-16
IL33923A0 (en) 1970-04-20
IE33730B1 (en) 1974-10-16
CA967731A (en) 1975-05-20
CH509783A (en) 1971-07-15
GB1299316A (en) 1972-12-13
PH12884A (en) 1979-09-28
FR2032343A1 (en) 1970-11-27
PH9838A (en) 1976-04-02
US3795950A (en) 1974-03-12
PL80893B1 (en) 1975-08-30
SE421666B (en) 1982-01-25
YU38070A (en) 1982-06-30
NL7002254A (en) 1970-08-20
FI61395C (en) 1982-08-10
AT327843B (en) 1976-02-25
DK138671B (en) 1978-10-16
DE1908069A1 (en) 1970-11-05
IE33730L (en) 1970-08-18
DK138671C (en) 1979-03-26
BE746124A (en) 1970-07-31
FI61395B (en) 1982-04-30
DE1908068A1 (en) 1970-09-24
DE1908068C2 (en) 1983-12-29
CS202023B2 (en) 1980-12-31
IL33923A (en) 1973-08-29
US3665879A (en) 1972-05-30
ATA136270A (en) 1975-05-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8004602A (en) METHOD FOR MANUFACTURING A COVERED ZIP CLOSURE WITH SINGLE-SEWN CLOSURE ELEMENTS.
CS199544B2 (en) Slide fastener
TWI646917B (en) Zipper-attached product and sprocket member, and method for manufacturing zipper-attached product
US2300442A (en) Separable fastener
JP6846196B2 (en) Fastener tape and fastener stringer
US3768125A (en) Dyed slide fastener with stitched-on coupling coil
US20100107374A1 (en) Stretchable fastener stringer and slide fastener
KR900004875B1 (en) Stretchable slide fastener
US5472019A (en) Interlacing arrangement in woven slide fastener stringer
US3333305A (en) Terminal portions of plastic filament zippers
US3955263A (en) Method and device for closing the fastener of a belt, more particularly a textile belt
US3484906A (en) Slide clasp fastener
US3057031A (en) Separable fastener assembly
US4127147A (en) Process for manufacturing a woven slide-fastener unit
JPS63147404A (en) Zip fastener and its production
NL7908807A (en) ZIPPER CARRIER.
CZ282406B6 (en) Slide fastener with woven stringer tapes and rows of interlocking members woven therein
TWM644521U (en) Flat bottom resin zipper
NL7905128A (en) WOVEN STRAP FOR ZIPPERS.
US3316870A (en) Method of making coil type zipper fastener stringers
US2333352A (en) Tape for slide fasteners
FI76248C (en) DRAGLAOS.
US20200214402A1 (en) Curved, bonded fastening element
CN106061312A (en) Fastener stringer and process for producing fastener stringer
TWI583324B (en) The manufacturing method of zipper and zipper

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed