NL8004602A - METHOD FOR MANUFACTURING A COVERED ZIP CLOSURE WITH SINGLE-SEWN CLOSURE ELEMENTS. - Google Patents
METHOD FOR MANUFACTURING A COVERED ZIP CLOSURE WITH SINGLE-SEWN CLOSURE ELEMENTS. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8004602A NL8004602A NL8004602A NL8004602A NL8004602A NL 8004602 A NL8004602 A NL 8004602A NL 8004602 A NL8004602 A NL 8004602A NL 8004602 A NL8004602 A NL 8004602A NL 8004602 A NL8004602 A NL 8004602A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- series
- thread
- closing elements
- zipper
- sewing
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A44—HABERDASHERY; JEWELLERY
- A44B—BUTTONS, PINS, BUCKLES, SLIDE FASTENERS, OR THE LIKE
- A44B19/00—Slide fasteners
- A44B19/24—Details
- A44B19/40—Connection of separate, or one-piece, interlocking members to stringer tapes; Reinforcing such connections, e.g. by stitching
- A44B19/406—Connection of one-piece interlocking members
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A44—HABERDASHERY; JEWELLERY
- A44B—BUTTONS, PINS, BUCKLES, SLIDE FASTENERS, OR THE LIKE
- A44B19/00—Slide fasteners
- A44B19/02—Slide fasteners with a series of separate interlocking members secured to each stringer tape
- A44B19/08—Stringers arranged side-by-side when fastened, e.g. at least partially superposed stringers
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A44—HABERDASHERY; JEWELLERY
- A44B—BUTTONS, PINS, BUCKLES, SLIDE FASTENERS, OR THE LIKE
- A44B19/00—Slide fasteners
- A44B19/10—Slide fasteners with a one-piece interlocking member on each stringer tape
- A44B19/12—Interlocking member in the shape of a continuous helix
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A44—HABERDASHERY; JEWELLERY
- A44B—BUTTONS, PINS, BUCKLES, SLIDE FASTENERS, OR THE LIKE
- A44B19/00—Slide fasteners
- A44B19/24—Details
- A44B19/34—Stringer tapes; Flaps secured to stringers for covering the interlocking members
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T24/00—Buckles, buttons, clasps, etc.
- Y10T24/25—Zipper or required component thereof
- Y10T24/2518—Zipper or required component thereof having coiled or bent continuous wire interlocking surface
- Y10T24/2525—Zipper or required component thereof having coiled or bent continuous wire interlocking surface with mounting portion having structural formations complementary to stitching
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T29/00—Metal working
- Y10T29/49—Method of mechanical manufacture
- Y10T29/49782—Method of mechanical manufacture of a slide fastener
- Y10T29/49785—Method of mechanical manufacture of a slide fastener of interlocking element
Landscapes
- Slide Fasteners (AREA)
- Materials For Medical Uses (AREA)
- Decoration Of Textiles (AREA)
- Treatment Of Fiber Materials (AREA)
Description
N Jf 4N Jf 4
Werkwijze voor het vervaardigen van een verdekt opgestelde ritssluiting met enkelzijdig opgenaaide sluitelementreeksen.Method for the production of a concealed zipper with single-part sewn-on closure element series.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een verdekt opgestelde ritssluiting met twee enkelzijdig elk op een draagband genaaide sluitelementreeksen uit kunststofdraad in de vorm van een gewijzigde 5 schroeflijn, waarbij de koppelkoppen van de sluitelementen van die draagbandkant zijn afgekeerd die aan de sluitelementreeks dragende randstrook van de band grenst, waarin na het opnaaien telkens de bredere, de elementreeks niet dragende deelstrook van de band om een in de buurt van de koppelkoppen liggende lijn op de naad wordt 10 teruggevouwen.The invention relates to a method for manufacturing a concealed zipper with two single-sided plastic-threaded closing element rows sewn on a sling in the form of a modified helix, the coupling heads of the closing elements facing away from the closing element series bearing edge strip of the belt, in which, after sewing, the wider part strip of the belt, which is not bearing the element series, is folded back on the seam around a line close to the coupling heads.
Een dergelijke ritssluiting is bekend uit het Duitse Gebruiksmodel 1 927 429. De bijzonderheid van een aan het zicht onttrokken ritssluiting ten opzichte van een open ritssluiting is, dat zijn sluitelementreeksen door zijn draagbanden 15 zijn afgedekt en daardoor niet te zien zijn.Such a zipper is known from German Utility Model 1 927 429. The special feature of a concealed zipper compared to an open zipper is that its closing element rows are covered by its carrying straps 15 and are therefore not visible.
Zoals de genoemde publicatie toont, is het vervaardigen van een aan het zicht onttrokken ritssluiting met enkelzijdig opgenaaide sluitelementreeksen zeer veel ingewikkelder dan het vervaardigen van een open ritssluiting. Bij dwarstrekbelasting 20 grijpt de kracht in de buurt van de koppelkop en uit het midden aan.As the aforementioned publication shows, the manufacture of a concealed zip with one-side-sewed closure element arrays is much more complicated than the manufacture of an open zip. With transverse tensile load 20, the force engages near the coupling head and off center.
De loodrecht op de draagband liggende vlakken door de koppelkoppen en de draagbandvouwlijn moeten een zo klein mogelijke afstand—hebben— en deze in het bijzonder ook behouden. Het handhaven van de afstand bereikt men door het meervoudig bevestigen, d.w.z. door het gebruiken 25 8004602 2 van meer dan één naad. Voor het beveiligen van de sluitelementreeks op de draagband worden ook nog inlegsels in de vorm van vulkernen gebruikt. Deze vervaardiging is dus duur en leidt bovendien tot nogal grove ritssluitingen.The planes perpendicular to the sling through the coupling heads and the sling folding line must have the smallest possible distance - and in particular must keep it. Maintaining the distance is accomplished by multiple fastening, ie, using more than one seam. Inlays in the form of filling cores are also used to secure the closing element series on the strap. This manufacture is therefore expensive and moreover leads to rather coarse zippers.
5 Deze ritssluitingen kunnen voor wat betreft de fijnheid ook niet aan de open ritssluitingen van dit moment met gelijke draaddikte tippen.5 In terms of fineness, these zippers cannot match the open zippers of this moment with the same thread thickness.
De uitvinding beoogt een economische vervaar digingswij ze te leveren en een verbetering van de daarmee verkregen 10 ritssluitingen.The object of the invention is to provide an economical production method and an improvement of the zippers obtained therewith.
De uitgevonden werkwijze heeft de volgende kenmerken: a) de sluitelementreeks wordt gevormd, waarbij een eventuele verwarming zodanig wordt begrensd dat totaan de fixeertemperatuur nog 15 een temperatuurafstand blijft waarin nog een merkbare lengtekrimp en dwarsdoorsnedetoename van de draad mogelijk is, b) elke elementreeks wordt met slechts één naad zonder vulkern zodanig op een draagband genaaid, dat deze naad tussen het langsmidden van elk element en zijn koppelkop ligt, en 20 c) de sluitelementreeksen worden in paarsgewijze tezamen gesloten en opgenaaide toestand op bekende wijze onder langscontractie en dwarsexpansie gefixeerd.The invented method has the following features: a) the closing element series is formed, with any heating being limited in such a way that up to the fixing temperature a temperature distance remains in which an appreciable length shrinkage and cross-sectional increase of the wire is possible, b) each element series is only one seam without a filling core is sewn onto a carrier tape such that this seam is between the longitudinal center of each element and its coupling head, and c) the closure element series are closed together in pairs and sewn on in a known manner under longitudinal contraction and transverse expansion.
Het moge duidelijk zijn, dat een op deze wijze uitgevoerde werkwijze eenvoudiger is dan de werkwijze voor het 25 vervaardigen van de hierboven genoemde bekende aan het oog onttrokken ritssluitingen, want het gebruiken van het bijzondere fixeren vereist geen extra stappen, omdat ten opzichte van de bekende werkwijze slechts twee werkwijze-trappen worden verwisseld; daarentegen wordt het opleggen van een tweede of derde naad bespaard, eveneens het inbrengen 30 van een vulkern. Aldus kan een ritssluiting, waarvan de sluitelementreeks slechts één naad behoeft op te nemen, sierlijker zijn dan een ritssluiting die meerdere naden en andere beveiligingsmiddelen nodig heeft.It will be clear that a method carried out in this manner is simpler than the method for manufacturing the above-mentioned known concealed zippers, because the use of the special fixing does not require any additional steps, because compared to the known method only two steps are interchanged; on the other hand, the imposition of a second or third seam is saved, also the insertion of a filling core. Thus, a zipper, of which the closure element series need only accommodate one seam, can be more graceful than a zipper that requires multiple seams and other security means.
Afzonderlijke stappen van deze werkwijze zijn 35 8004602 *> 4 3 bekend, gedeeltelijk ook in combinatie. Zo is het bijvoorbeeld bekend reeksen sluitelementen van het genoemde type eerst paarsgewijze samen te sluiten en daarna op te naaien. Met de nieuwe werkwijze is het mogelijk een afgedekte ritssluiting goedkoper dan 5 tot dusverre en, hetgeen in het bijzonder voor de kledingindustrie van belang is, fijner of minder lomp te vervaardigen.Individual steps of this method are known, some of which are also in combination. For example, it is known to first connect sets of closing elements of the said type together in pairs and then to sew them on. With the new method it is possible to produce a covered zipper cheaper than hitherto and, which is of importance for the clothing industry in particular, finer or less bulky.
Door de op zichzelf bekende bijzondere warmtebehandeling wordt een verandering van de verhouding van de draaddiameter tot de draadlengte verkregen en gebruikt om de 10 verankering van de draad op de draagband zeer belastbaar te maken.Due to the special heat treatment known per se, a change in the ratio of the wire diameter to the wire length is obtained and is used to make the anchoring of the wire on the carrier tape very load-bearing.
Bij de verdere uitvoering van de uitvinding lopen de bewegingen van de naainaalden evenwijdig aan elkaar, voor zover zij niet loodrecht op het vlak moeten staan, dat wordt gevormd door de de sluitelementreeksen opnemende draagbandstroken op de 15 plaats van het vastnaaien, voor zover men zich op deze plaats deze draagbandstroken vlak en stijf voorstelt. Loodrecht op dit vlak wordt tijdens het naaien het tussen de naalden geleide deel van de draagband vastgehouden en geleid.In the further embodiment of the invention, the movements of the sewing needles are parallel to each other, insofar as they do not have to be perpendicular to the plane formed by the sling strips receiving the closing element series at the point of sewing, as far as one this position represents these sling strips flat and rigid. Perpendicular to this plane, the part of the sling guided between the needles is held and guided during sewing.
Zoals gebruikelijk is, bij de niet afgedekte 20 ritssluitingen, kan bij toepassing van een dubbele kettingsteeknaad de reeks sluitelementen onder de deze opnemende draagband naar de naaimachine worden geleid, zodat bij de afgedekte ritssluiting de naalden vanaf hun insteken evenwijdig aan de later om te vouwen banddelen werken en vervolgens eerst het de reeks sluitelementen 25 opnemende bandgedeelte en tenslotte de tussenruimte van de reeksen sluitelement doorsteken.As is the case with the uncovered zippers, when using a double chainstitch seam, the series of closure elements can be guided to the sewing machine under this receiving strap, so that with the covered zipper the needles are parallel to the lateral parts to be folded from their insertion and then first pierce the band portion receiving the series of closing elements and finally pierce the spacing of the series of closing elements.
Op deze wijze wordt de grijperdraadketting op de reeks sluitelementen gelegd.In this way, the looper wire chain is placed on the series of closing elements.
Wil men onder toepassing van de dubbele 30 kettingsteeknaad een bijzonder goede waarborging van de plaats van de naad nabij de koppelkoppen verkrijgen, dan wordt de reeks sluitelementen in dat geval toegevoerd naar de naaimachine boven de draagband, zodat de naalden eerst de tussenruimten van de reeksen sluitelementen en vervolgens de de reeksen sluitelementen opnemende 35 draagbandgedeelten doorsteken, waarbij de later om te vouwen langere 8004502 4 bandgedeelten worden geleid tussen de reeds doorgestoken naalden.If, in order to obtain a particularly good guarantee of the location of the seam near the coupling heads using the double chainstitch seam, the series of closing elements is in that case supplied to the sewing machine above the sling, so that the needles are first the spaces of the series of closing elements. and then piercing the strands of sling receiving the rows of fasteners, the longer slings 8004502 later to be folded being guided between the already pierced needles.
Door deze manier van toevoer van materiaal ontstaat op de de reeksen sluitelementen opnemende bandgedeelten de grijperdraadketting, die door hun eigenschap als verdikking bij het 5 laten omvouwen van de langere bandgedeelten een stompe omvouwrand bewerkstelligt, die aanleiding geeft tot een betere afdekking van de koppelkoppen en de naad beter op zijn plaats houdt, wanneer de gereedgekomen ritssluiting in dwarsrichting wordt belast.This way of supplying material creates the looper wire chain on the belt sections receiving the series of closing elements, which, by virtue of their thickening property, causes an obtuse fold-over edge when the longer belt sections are folded over, which gives rise to a better covering of the coupling heads and the seam better in place when the finished zipper is loaded transversely.
De werkwijze geeft aanleiding tot een 10 bijzonder goed produkt wanneer daarbij reeksen sluitelementen worden gebruikt, waarvan de koppelkoppen met de voetgedeelten van de sluitelementen verbindende poten ten opzichte van de kop- en voetgedeelten naar binnen zijn gebogen. Bij voorkeur ligt deze naar binnen buiging dichter bij het kopgedeelte dan bij het voetgedeelte, 15 zodat de op het achterliggende kopgedeelte, derhalve in zekere zin op de achterkop liggende naad, bijzonder dicht bij de plaats van samenwerking van een sluitelement met het bijbehorende contra-sluit-element komt te liggen. Daarnaast of bovendien kan nog het voetgedeelte zijn voorzien van een welving naar buiten, die sterker is 20 dan de welving van het kopgedeelte, zodat het voetgedeelte dikker of met betrekking tcthet vlak van de draagband, hoger is dan het kopgedeelte. De naad kan in een bijzondere trede worden gelegd, die in de ritssluitingdraad is voorbereid of daar bij de warmte-behandeling is aangebracht. Dit geschiedt bij voorkeur zodanig dat de textiel-25 draad en de sluitelementdraad worden gekozen uit materialen met verschillende weekwordingstemperaturen, zodat de sluitelementdraad in de textieldraad of de textieldraad in de sluitelementdraad wordt gevormd, wanneer het het eerst weekwordende gedeelte medegeeft. Bij voorkeur wordt de keuze zodanig getroffen,-dat de sluitelementdraad 30 eerst week wordt, zodat de textieldraad daarin wordt gevormd.The method gives rise to a particularly good product when using series of closing elements, of which the coupling heads are bent inwardly with respect to the head and foot parts, connecting legs connecting the foot parts of the closing elements. Preferably, this inward bending is closer to the head section than to the foot section, so that the seam on the rear head section, therefore to some extent on the rear head, is particularly close to the location of cooperation of a closure element with the associated contra-closure element will be placed. In addition or additionally, the foot portion may be provided with an outward curvature which is stronger than the curvature of the head portion, so that the foot portion is thicker or, relative to the plane of the carrying strap, higher than the head portion. The seam can be laid in a special step, which is prepared in the zipper thread or applied there during the heat treatment. This is preferably done in such a way that the textile thread and the closure element thread are selected from materials having different softening temperatures, so that the closure element thread is formed in the textile thread or the textile thread in the closure element thread when it yields the first plasticizing portion. Preferably, the choice is made such that the closure element thread 30 first softens, so that the textile thread is formed therein.
Dit kenmerk van de werkwijze kan zeer algemeen bij de vervaardiging van ritssluitingen zodanig worden toegepast, dat alle de ritssluiting vormende elementen (bijvoorbeeld sluit-eleraentdraad, naaidraad en draagband) door een passend geleide 35 8004602 fr » 5 warmtebehandeling in elkaar worden gevormd, doordat de temperatuur wordt toegepast, die dicht bij de smelttemperatuur van één van de thermoplastische materialen ligt.This process characteristic can be used very generally in the manufacture of zippers in such a way that all the zipper-forming elements (for example, closing thread, sewing thread and strap) are formed by an appropriately guided heat treatment, in that the temperature is used, which is close to the melting temperature of one of the thermoplastic materials.
Verder is het mogelijk in plaats van 5 naaidraden van katoen of naaidraden van zuiver synthetisch materiaal, zodanige draden te gebruiken, die uit een kunststofkern met een omspinning van katoen bestaan. Past men hier volgens de uitvinding de temperatuur zodanig toe, dat de kunststofkern als een zuiver synthetische naaidraad krimpt, dan sluit deze zich nauw op de 10 poten van de sluitelementen aan, terwijl bij het latere verven de katoenen omspinning met dezelfde nuance als de draagband kan worden geverfd, voor zover deze evenzo uit katoen bestaat.Furthermore, instead of 5 cotton sewing threads or sewing threads of pure synthetic material, it is possible to use such threads which consist of a plastic core with a cotton spinning. If, according to the invention, the temperature is applied here such that the plastic core shrinks like a pure synthetic sewing thread, it closely adheres to the 10 legs of the closing elements, while in later dyeing the cotton spinning can be done with the same nuance as the strap. be dyed, provided it likewise consists of cotton.
Bestaan daarentegen de draagbanden uit kunststof, dan kan door de hierboven genoemde werkwijze ook 15 gelijktijdig een plisseereffect worden verkregen, doordat de draagbanden in hun bij het latere gebruik van de ritssluiting uiteindelijke vlakke stand worden gefixeerd. Dit is bij de tot dusverre toegepaste banden van katoen en ook bij de toepassing van draagbanden van kunststof, zonder een verdere nabehandeling, 20 niet mogelijk.If, on the other hand, the carrying straps consist of plastic material, a pleating effect can also be obtained simultaneously by the above-mentioned method, because the carrying straps are fixed in their final flat position when the zipper is used later. This is not possible with the previously used cotton straps and also with the use of plastic straps without further treatment.
Gheel synthetische ritssluitingen kunnen volgens de uitvinding onder gebruikmaking van de thermofixeer-temperatuur geheel en echt worden ingeverfd en doorgeverfd. Op dezelfde wijze kunnen afzonderlijke kunststofgedeelten van de 25 ritssluitingen op deze wijze worden ingeverfd.According to the invention, fully synthetic zippers can be dyed and dyed in full and real using the thermofixing temperature. In the same way, individual plastic parts of the zippers can be dyed in this way.
Bij de nieuwe werkwijze wordt de afdekking van de reeks sluitelementen door de deze dragende draagbanden ook mogelijk, doordat bij elk afsluitorgaan de afstand tussen de koppelingsvlakken en de naad in vergelijking tot de totale breedte 30 van de afzonderlijke sluitelementen uiterst kort kan worden gehouden en dat de naad bij belasting in dwarsrichting niet meer naar de voetgedeelten wordt getrokken en de poten daardoor niet meer kunnen worden vrijgelegd.The new method also makes it possible to cover the series of closing elements by the carrying straps carrying these, because the distance between the coupling surfaces and the seam can be kept extremely short in comparison with the total width of the individual closing elements with each closing member and the seam is no longer pulled to the foot sections when loaded in the transverse direction and the legs can therefore no longer be exposed.
De uitvinding zal hieronder nader worden 35 toegelicht aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van 8004602 6 voorbeeld een tweetal uitvoeringsvormen voor het verwerkelijken van de werkwijze volgens de uitvinding zijn weergegeven. In de tekening toont: fig. 1 een doorsnede door een helft van een 5 ritssluiting, gezien in de richting van de hartlijn van de ritssluiting, fig. 2 een bovenaanzicht van twee gekoppelde, van de draagband bevrijde reeksen sluitelementen van een ritssluiting volgens de uitvinding zoals in fig. 1 met de pijl II is 10 aangegeven, fig. 3 een aanzicht overeenkomend met fig. 1 van een andere uitvoeringsvorm, fig. 4 een doorsnede van alleen de draagband van de ritssluiting van fig. 3, waarbij echter de draagband 15 nog ongevouwen is, fig. 5 hetzelfde als in fig. 1 doch van een nog andere uitvoeringsvorm, fig. 6 op grotere schaal een gedeelte van het zijaanzicht van een gedeelte van de draadpoot van kunststof 20 op de plaats waarin de naaidraad in het oppervlak van de draad van het sluitelement is verzonken, fig. 7 in perspektief de relatieve stand van de draagbanden, van de reeksen sluitelementen en van de naalden tijdens het vastnaaien, 25 fig. 8 een andere toevoer van het vast te naaien materiaal, en fig. 9 een uitvoeringsvorm van een enkel sluitelement van de ritssluiting uit de uit een doorlopende, samenhangende draad bestaande reeks sluitelementen met de stand 30 van de naad, waaraan de voorkeur wordt gegeven en de reeds omgevouwen draagband, gezien in de richting van de overlangse symmetrieas van de ritssluiting.The invention will be explained in more detail below with reference to the drawing, in which by way of example 8004602 6 two embodiments for realizing the method according to the invention are shown. In the drawing: Fig. 1 shows a cross section through a half of a zipper, viewed in the direction of the center line of the zipper, Fig. 2 shows a top view of two coupled sets of zipper closure elements free from the sling according to the invention as indicated by the arrow II in fig. 1, fig. 3 is a view corresponding with fig. 1 of another embodiment, fig. 4 is a cross-section of the zipper sling of fig. 3 only, but the sling 15 Fig. 5 is the same as in Fig. 1, but of yet another embodiment, Fig. 6 is an enlarged part of the side view of a part of the threaded leg of plastic 20 at the position where the sewing thread is in the surface of the thread of the closing element is countersunk, fig. 7 shows in perspective the relative position of the carrying straps, of the series of closing elements and of the needles during sewing, fig. 8 another supply of the degree to be sewn and FIG. 9 is an embodiment of a single zipper closure element of the continuous, cohesive thread series of closure elements with the preferred position of the seam and the already folded sling, viewed in the direction of the longitudinal axis of symmetry of the zipper.
Pig. 1 toont met sterke vergroting een inderdaad uitgevoerde helft van een ritssluiting. De afbeelding is 35 ook met betrekking tot de verhoudingen van de grootte van het 8004602 7 orgaan van de ritssluiting ten opzichte van de dikte van de de reeks sluitelementen vormende draad niet volgens schaal.Pig. 1 shows, with high magnification, a half of a zipper actually made. The illustration is also shown with respect to the ratios of the size of the zipper 8004602 to the thickness of the thread forming the array of closure elements not to scale.
Ongeveer bij 10 ligt de symmetrieas van de ritssluiting. Het afgeheelde sluitelement bezit een koppelkop 12, 5 een voetgedeelte 14 en twee poten 16 en 18. De buitenomtrek van het sluitelement lijkt op een halter; het voetgedeelte en de koppelkop zijn dus hoger dan de deze onderdelen verbindende poten.Approximately at 10 lies the axis of symmetry of the zipper. The tilted closure element has a coupling head 12, 5 a foot portion 14 and two legs 16 and 18. The outer circumference of the closure element resembles a barbell; the foot part and the coupling head are therefore higher than the legs connecting these parts.
Het vulkoordvrije doorsnede vlak is met 20 aangegeven. Dit vlak moet volgens de uitvinding een vrije hoogte hebben, die ongeveer 10 overeenkomt met de halve diameter van de toegepaste ruwe draad.The filling cord-free cross-section is indicated by 20. According to the invention, this surface must have a free height, which corresponds approximately to half the diameter of the raw wire used.
De reeks sluitelementen is zodanig op de draagband 22 vastgenaaid, dat de koppelkoppen 12 afwijzen van die rand van de draagband 24, die de de reeks sluitelementen opnemende draagbandstrook 26 begrenst, exidichter bij de koppelkoppen ligt i 15 dan de andere draagbandrand. Het overige gedeelte van de draagband 22 is over zichzelf, namelijk over zijn de reeks sluitelementen opnemende strook 26 omgevouwen, zodat bij 28 een vouw ontstaat, die in het ideale geval van de afgedekte ritssluiting slechts over de halve koppelkopdiepte ten opzichte van de het meest naa: voren liggende 20 mantellijn van alle koppelkoppen naar achteren ligt. De naaidraad 32 van de enkele naad 30 is zo diep in de sluitelementen opgenomen dat de sluitelementdraad de naaidraad geheel of bijna geheel bedekt. Door deze bijzondere uitvoering kan de sierlijkheid en de fijnheid van de afgedekte ritssluiting nog worden vergroot.The series of closure elements is sewn onto the carrier strap 22 such that the coupling heads 12 point away from that edge of the carrier strap 24, which defines the carrier strap strip 26 receiving the series of closure elements, is more closely located at the coupling heads than the other carrier strap edge. The remaining part of the strap 22 is folded over itself, namely over the strip 26 receiving the series of closing elements, so that at 28 a fold is created which, ideally, of the covered zipper is only about half the coupling head depth with respect to the closest : forward 20 jacket line of all coupling heads lies backwards. The sewing thread 32 of the single seam 30 is received so deeply in the closure elements that the closure element thread covers all or almost all of the sewing thread. Thanks to this special design, the grace and fineness of the covered zipper can be increased even more.
25 In fig. 2 is met arceringslijnen een tussen twee naast elkaar liggende sluitelementen 15 en 17 van een met een andere sluitelementreeks 21 in ingrijping zijnde sluitelement-reeks 19 gevormd naalddoorsteekkanaal 11 weergegeven. Het gaat om de grootste doorsnede van het naalddoorsteekkanaal, welke niet 30 beslist in de richting loodrecht op het vlak van de draagband moet worden gevonden. In het afgeheelde voorbeeld zal het kanaal met de grootste dwarsdoorsnede eerder iets van links naar rechts schuin staan, zoals dit wordt verschaft door de richting van de bij een koppelkop aankomende en van de daarvan weggaande poot. In het 35 8004602 8 afgeheelde voorbeeld van de reeks sluitelementen 19 is de van links komende poot de bovenliggende, de weggaande poot daarentegen de onderliggende en omdat beide poten niet loodrecht boven elkaar liggen, doch praktisch op gelijke wijze vanaf de koppelkop diver-5 geren, ligt het naalddoorsteekkanaal met de grootste doorsnede tussen de bovenliggende poten iets meer naar links dan tussen de onderliggende poten. Het kanaal strekt zich derhalve van links boven naar rechts onderen uit. Dit kanaal moet nu zo nauw zijn, dat de nog niet aan een voorvervorming of warmtebehandeling onder-10 worpen ruwe draad in elk geval nog juist, derhalve zonder speling, door het kanaal kan worden gestoken. Het kanaal kan echter ook nauwer zijn, zodat de ruwe draad niet meer daardoor kan worden gestoken. Er wordt echter in alle gevallen het naalddoorsteekkanaal van de reeds gereedgekomen, vastgenaaide ritssluiting bedoeld. 15 De praktische proef moet derhalve zo plaatsvinden, dat de reeks sluitelementen bij voorkeur tezamengesloten met de reeks contra-organen uit de voor de verkoop gereedzijnde ritssluiting wordt verwijderd en wordt onderworpen aan de doorsteekproef met de ruwe draad.In Fig. 2, hatching lines show a needle piercing channel 11 formed between two adjacent closing elements 15 and 17 of a closing element series 19 in engagement with another closing element series 21. This is the largest cross-section of the needle piercing channel, which must not be found in the direction perpendicular to the plane of the sling. In the completed example, the channel with the largest cross section will rather be inclined slightly from left to right, as provided by the direction of the leg arriving at a coupling head and the leg moving away from it. In the example of the series of closing elements 19 shown in the example, the leg coming from the left is the upper one, the leg going away is the underlying one, and because the two legs are not perpendicular to each other, they differ practically in the same way from the coupling head, the needle piercing channel with the largest cross section lies slightly more to the left between the upper legs than between the lower legs. The channel therefore extends from top left to bottom right. This channel must now be so narrow that the raw wire which has not yet been subjected to a pre-deformation or heat treatment can in any case still pass through the channel just correctly, therefore without play. However, the channel can also be narrower, so that the raw wire can no longer be inserted through it. However, in all cases this refers to the needle piercing channel of the already completed sewn-in zipper. The practical test should therefore take place in such a way that the series of closing elements is preferably removed from the zipper ready for sale together with the series of counter-members and is subjected to the rough thread test.
20 Bij toepassing van een draad met cirkelvormige -doorsnede ontstaat de in fig. 2 afgebeelde betrekking tussen het naalddoorsteekkanaal van de gereedgekomen ritssluiting met de ruwe draad 13. De vorm en de diameter van de ruwe draad kan afwijken van de doorsnede van de gereedgekomen draad zoals bij 13a is aange-25 geven.When a thread of circular cross section is used, the relationship shown in fig. 2 arises between the needle piercing channel of the finished zipper with the raw thread 13. The shape and the diameter of the raw thread may deviate from the cross section of the finished thread, such as is indicated at 13a.
Op de plaats van het omvouwen van de draagband tussen de stukken 26 en 22 zijn volgens fig. 3 bandversterkingen aangebracht, welke dienen voor een verdere verbetering van de waarborging van de plaats van het omvouwen van de band bij het kop-30 gedeelte. Daarvoor is, zoals in het bijzonder blijkt uit fig. 4, een versterking door middel van kettingdraden of foelies of dergelijke bij 35 aangebracht, terwijl bij 36 een inweefstuk van kunststof of dergelijke is aangebracht voor het gebied van de naaidraad. Daardoor verkrijgt de vouw van de band een grote stevigheid, die ook met 35 8004602 9 voordeel zijn uitwerking heeft op de stevigheid van de ritssluiting.In the place of the folding of the carrying strap between the pieces 26 and 22, tape reinforcements are provided according to Fig. 3, which serve to further improve the guarantee of the location of the folding of the strap at the head portion. For this, as shown in particular in Fig. 4, a reinforcement by means of warp threads or films or the like is provided at 35, while at 36 a weave of plastic or the like is provided for the area of the sewing thread. As a result, the fold of the tape obtains a great strength, which also has an effect on the strength of the zipper, also with advantage.
De uitvoeringsvorm volgens fig. 3 geeft verder ten opzichte van het voetgedeelte 14a een lager kopgedeelte 12a. De naad bestaat hier uit een niet verzonken bovendraad 32 5 en een onderdraadketting 34. Het naar binnen getrokken potengebied 16 en 18 ligt evenzo vóór het vlak 33.The embodiment of FIG. 3 further provides a lower head portion 12a relative to the foot portion 14a. The seam here consists of a non-countersunk upper thread 32 5 and a lower thread chain 34. The drawn-in leg region 16 and 18 likewise lies in front of the plane 33.
Bij een andere voordelen gevende uitvoeringsvorm wordt bij toepassing van versterkte draagbanden en de gebruikelijke toepassing van kettingsteeknaden nog een andere 10 verbetering verkregen, doordat de onderdraadketting niet zoals gebruikelijk is wordt gelegd op de windingen van de reeksen sluitelementen en de boven- en ondernaaldendraad niet op de draagband wordt aangebracht, doch omgekeerd, zodat de sterker drukkende onderdraadketting, dat wil zeggen de grijperdraad, zich 15 onder het draagbandgedeelte 26 bevindt, waardoor de toegepaste bandversterking in de gereedgekomen sluiting een grotere weerstand biedt tegen trek in dwarsrichting. Dit heeft het voordeel, dat de minder uitstekende of opdragende bovendraad beter in de kunststofdraad door warmte kan worden gevormd en dat het schuif-20 orgaan van de ritssluiting beter kan glijden op het gladde, door geen enkele draadverhoging meer onderbroken oppervlak van de reeks kunststof sluitelementen. Er is ook geen binnenprofilering meer nodig, zoals dit vereist zou zijn met betrekking tot de onderdraadketting.In another advantageous embodiment, when using reinforced straps and the usual use of warp stitching, yet another improvement is obtained in that the bobbin thread chain is not placed on the windings of the series of closing elements and the upper and lower needle thread as usual, as usual. sling is applied, but vice versa, so that the more pressing bobbin thread chain, that is, the looper thread, is located below the sling portion 26, whereby the tape reinforcement used in the completed closure provides greater resistance to transverse pull. This has the advantage that the less protruding or supporting upper thread can be better formed by heat in the plastic thread and that the slide of the zipper can slide better on the smooth surface of the series of plastic closing elements which is no longer interrupted by any thread increase. . There is also no need for inner profiling, as would be required with regard to the bobbin thread chain.
25 Pig, 5 toont dat de bovendraad 32 zonder volumevermindering in de kunststofdraad is opgenomen, derhalve alleen gevormd door materiaalverdringing van de kunststofdraad van de koppelorganen. De verdrongen kunststofdraadmassa is met 31 aangegeven. Bij trek in dwarsrichting op het draagbandgedeelte 22 30 steunt de bandversterking tegen de onderdraadketting 34.Pig, 5 shows that the upper thread 32 is incorporated in the plastic thread without volume reduction, therefore formed only by displacement of material from the plastic thread of the coupling members. The displaced plastic wire mass is indicated by 31. When transversely pulling on the strap portion 22, the strap reinforcement rests against the bobbin chain 34.
Verder kan met voordeel bij gebruik van katoenen draagbanden een tussenlaag van kunststof in de draagband worden verweven in het gebied van het insteken van de naald. De tussenlaag moet zo worden gekozen, dat deze bij de latere op 35 8004602 10 bekende wijze uitgevoerde warmte-behandeling hard wordt en de naai-draad in het weefsel van de draagband extra fixeert. Bij de toepassing van kunststofdraagbanden kan die tussenlaag uit een materiaal bestaan, dat bij minder warmte en vroeger dan de draag-5 band zelf stabiel wordt.Furthermore, when using cotton slings, an intermediate layer of plastic can advantageously be woven into the sling in the region of inserting the needle. The intermediate layer must be chosen such that in the heat treatment which is later carried out in the manner known in 8004602 10, it hardens and additionally fixes the sewing thread in the fabric of the carrier tape. When plastic carrier belts are used, this intermediate layer can consist of a material which becomes stable at less heat and earlier than the carrier belt itself.
De verwijzingscijfers in fig. 7 hangen niet direct samen met de keuze van de verwijzingscijfers in de fig. 1-6.The reference numbers in Figure 7 are not directly related to the choice of reference numbers in Figures 1-6.
De in fig. 7 vereenvoudigd aangegeven doorsnede van de slechts met een klein stuk afgebeelde draagbanden 10 110 en 112 worden in de naaimachine zodanig geleid, dat het gedeelte, dat de reeks sluitelementen opneemt van elke band, dat met 114, respectievelijk 115 is aangegeven, loodrecht staat op het overige gedeelte 116, respectievelijk 118. De randen 120 en 122 vormen later de buitenranden van de gereedgekomen, met zijn reeksen sluit-15 elementen tezamen gesloten, ritssluiting. Voor het vastnaaien worden de reeksen sluitelementen 124 en 125 met hun koppelkoppen (pijl 126) tezamen gesloten en gemeenschappelijk naar de naaimachine geleid in de richting van de pijlen 128 en 130. De naai-naalden 132 en 134, waarvan de naald 134 vanwege de perspectief-20 afbeelding niet kan worden gezien en slechts door een stippellijn is aangegeven, liggen evenwijdig aan elkaar en de draagbanden 110 en 112 worden daartussen geleid door de machine in de richting van de pijl 136. De ten opzichte van elkaar en ten opzichte van de vlakken van de draagbandstukken 116 en 118 evenwijdige naalden 25 behoeven niet loodrecht te staan op de gedeelten 114, respectievelijk 115. Zij kunnen ook in schuine richting worden geleid. De richting van de heen en weer beweging van de naalden wordt aangegeven door de dubbele pijl 138.The cross-section, simplified in fig. 7, of the slings 110 and 112, shown only with a small piece, is guided in the sewing machine in such a way that the part, which takes up the series of closing elements of each band, is indicated by 114 and 115, respectively. is perpendicular to the remaining part 116 and 118, respectively. The edges 120 and 122 later form the outer edges of the finished zipper, with its series of closing elements closed together. For sewing, the sets of fasteners 124 and 125 with their coupling heads (arrow 126) are closed together and jointly guided to the sewing machine in the direction of arrows 128 and 130. The sewing needles 132 and 134, the needle 134 of which, because of the perspective -20 image cannot be seen and is only indicated by a dotted line, are parallel to each other and the slings 110 and 112 are guided therebetween by the machine in the direction of the arrow 136. The relative to each other and to the planes of the sling pieces 116 and 118 parallel needles 25 need not be perpendicular to portions 114 and 115, respectively. They may also be slanted. The direction of the reciprocating movement of the needles is indicated by the double arrow 138.
Fig. 8 geeft een andere mogelijkheid van de 30 toevoer van het materiaal en van het aanbrengen van de naaidraad.Fig. 8 gives another possibility of the supply of the material and the provision of the sewing thread.
Hierbij worden de evenzo gekoppelde reeksen sluitelementen 124 en 125 zodanig naar de naaimachine geleid, dat zij vlak tegen de banddelen 114 en 115 liggen, terwijl de banddelen 116 en 118 loodrecht staan op de delen 114 en 115. De werk- en 35 bewegingsrichting van de naalden 132 en 134 (fig. 8) loopt daarbij 8004502 11 zoals aangegeven voor de uitvoering volgens fig. 7, derhalve evenwijdig aan de vlakken van de banddelen 116 en 118 en tegelijk loodrecht of schuin ten opzichte van de banddelen 114 en 115. De naalden bevinden zich daarbij echter op die zijde ran de banddelen 5 114 en 115, waarop ook de reeksen sluitelementen zijn aangebracht, waarbij bij voorkeur de reeksen sluitelementen en de naalden zich boven en de banddelen 116 en 118 onder de banddelen 114 en 115 bevinden. Door een dergelijke plaatsing komen de grijperdraad-kettingen 117 en 119 in de vouw tussen de banddelen 114 en 116, 10 respectievelijk 115 en 118.Here, the similarly coupled series of closing elements 124 and 125 are guided to the sewing machine so that they lie flat against the belt parts 114 and 115, while the belt parts 116 and 118 are perpendicular to the parts 114 and 115. The working and moving direction of the needles 132 and 134 (fig. 8) thereby run 8004502 11 as indicated for the embodiment according to fig. 7, therefore parallel to the surfaces of the tape parts 116 and 118 and at the same time perpendicular or oblique to the tape parts 114 and 115. The needles however, on that side of the tape parts 514 and 115, on which the series of closing elements are also arranged, the series of closing elements and the needles are preferably situated above and the tire parts 116 and 118 below the tire parts 114 and 115. Due to such an arrangement, the looper chains 117 and 119 come into the fold between the belt parts 114 and 116, 115 and 118, respectively.
In fig. 9 is de doelmatige stand van de de ritssluitingorganen met de draagband verbindende naad 140 afgebeeld. Daarbij heeft het orgaan van de ritssluiting de haltervorm, waaraan de voorkeur wordt gegeven. Bij de afgeheelde uitvoeringsvorm is de 15 de breedte van het voetgedeelte aangevende afmeting "b", groter dan de breedte "a" van het kopgedeelte. De koppelkop is met 142 aangeduid. De plaatsing van de naad tussen het ongeveer in het midden van het sluitelement gelegen smalste gedeelte en hét breedste stuk van de boog 144 van de koppelkop behoeft op zichzelf niet 20 gelijktijdig te worden verenigd met het hier evenzo afgebeelde kenmerk van het bredere voetgedeelte 146. Meestal is één van deze beide maatregelen voldoende.Fig. 9 shows the effective position of the seam 140 connecting the zip fasteners to the strap. In addition, the zipper body has the preferred dumbbell shape. In the trimmed embodiment, the dimension "b" indicating the width of the foot portion is greater than the width "a" of the head portion. The coupling head is indicated by 142. The placement of the seam between the narrowest part located approximately in the middle of the closing element and the widest part of the arc 144 of the coupling head does not per se have to be combined simultaneously with the feature of the wider foot part 146, which is also shown here. one of these two measures is sufficient.
In fig. 9 hebben de banddelen 115 en 118 hun uiteindelijke stand ingenomen, waarbij zij dus op elkaar zijn 25 gevouwen.In Fig. 9, the belt parts 115 and 118 have taken their final position, so that they are folded on top of each other.
80046028004602
Claims (30)
Applications Claiming Priority (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
DE19691908069 DE1908069A1 (en) | 1969-02-18 | 1969-02-18 | Process for the production of a concealed zipper |
DE1908069 | 1969-02-18 | ||
DE1908068 | 1969-02-18 | ||
DE1908068A DE1908068C2 (en) | 1969-02-18 | 1969-02-18 | Zipper |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8004602A true NL8004602A (en) | 1980-11-28 |
Family
ID=25757011
Family Applications (2)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL7002254A NL7002254A (en) | 1969-02-18 | 1970-02-18 | |
NL8004602A NL8004602A (en) | 1969-02-18 | 1980-08-14 | METHOD FOR MANUFACTURING A COVERED ZIP CLOSURE WITH SINGLE-SEWN CLOSURE ELEMENTS. |
Family Applications Before (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL7002254A NL7002254A (en) | 1969-02-18 | 1970-02-18 |
Country Status (19)
Country | Link |
---|---|
US (2) | US3665879A (en) |
AT (1) | AT327843B (en) |
BE (1) | BE746124A (en) |
CA (1) | CA967731A (en) |
CH (1) | CH509783A (en) |
CS (1) | CS202023B2 (en) |
DE (2) | DE1908069A1 (en) |
DK (1) | DK138671B (en) |
ES (1) | ES376955A1 (en) |
FI (1) | FI61395C (en) |
FR (1) | FR2032343A1 (en) |
GB (1) | GB1299316A (en) |
IE (1) | IE33730B1 (en) |
IL (1) | IL33923A (en) |
NL (2) | NL7002254A (en) |
PH (2) | PH9838A (en) |
PL (1) | PL80893B1 (en) |
SE (1) | SE421666B (en) |
YU (1) | YU38070A (en) |
Families Citing this family (15)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPS5245363Y2 (en) * | 1971-07-31 | 1977-10-15 | ||
BE792644A (en) * | 1971-12-21 | 1973-03-30 | Yoshida Kogyo Kk | CONCEALED SLIDER CLOSURE |
US4187791A (en) * | 1975-01-09 | 1980-02-12 | Textron Inc. | Method of manufacturing slide fastener stringers |
US3975801A (en) * | 1975-01-09 | 1976-08-24 | Textron, Inc. | Slide fastener stringer |
JPS5558101A (en) * | 1978-10-24 | 1980-04-30 | Yoshida Kogyo Kk | Hea setting of slide fastener chain |
JPS60155311U (en) * | 1984-03-28 | 1985-10-16 | ワイケイケイ株式会社 | Slide fastener |
JPH0759206B2 (en) * | 1990-03-27 | 1995-06-28 | ワイケイケイ株式会社 | Method of forming meshing part in manufacturing element for slide fastener |
US5584111A (en) * | 1995-05-22 | 1996-12-17 | Chen; Shih C. | Slide fastener construction machine |
JP3626372B2 (en) * | 1998-10-30 | 2005-03-09 | Ykk株式会社 | Coiled slide fastener |
CN102469856B (en) * | 2009-07-07 | 2016-03-30 | Ykk株式会社 | Slide fastener |
CN102481038B (en) * | 2009-09-04 | 2015-06-03 | Ykk株式会社 | Fastener stringer for hidden slide fastener |
CN102481040B (en) * | 2009-09-11 | 2014-10-29 | Ykk株式会社 | Fastener stringer for concealed slide fastener |
US10863801B2 (en) * | 2015-12-02 | 2020-12-15 | Ykk Corporation | Tape member for slide fastener and manufacturing method of tape member |
WO2020054015A1 (en) * | 2018-09-13 | 2020-03-19 | Ykk株式会社 | Hidden slide fastener semi-finished product, hidden slide fastener installation product, and method for manufacturing hidden slide fastener installation product |
US11877628B2 (en) * | 2019-12-12 | 2024-01-23 | Ykk Corporation | Watertight fastener and method for manufacturing same |
Family Cites Families (17)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3343234A (en) * | 1967-09-26 | Continuous filament slide fastener | ||
US2873704A (en) * | 1955-12-19 | 1959-02-17 | Trim Master Corp | Mechanism for operating on tubular blanks |
BE581225A (en) * | 1958-08-07 | |||
DE1213656C2 (en) * | 1962-06-01 | 1977-06-16 | Sohr Hans Ulrich | Method for producing a zipper |
DE1435841A1 (en) * | 1962-08-04 | 1969-01-02 | Opti Werk Gmbh & Co | Coil spring zipper |
US3337672A (en) * | 1963-05-08 | 1967-08-22 | Steingrubner Arthur | Method of making a slide fastener of the continuous wire type |
US3354853A (en) * | 1963-09-06 | 1967-11-28 | Sohr Hans Ulrich | Process of manufacturing sliding clasp fasteners |
DE1926933U (en) * | 1965-04-06 | 1965-11-11 | Prym Werke William | ZIPPER. |
DE1280609C2 (en) * | 1965-11-04 | 1973-05-17 | Hans Porepp | Method and device for producing two coupled rows of zipper links |
DE1292429B (en) * | 1965-12-22 | 1969-04-10 | Spindler Siegfried W | Concealed zip |
NL135619C (en) * | 1966-01-31 | |||
GB1128413A (en) * | 1966-09-06 | 1968-09-25 | Lightning Fasteners Ltd | Improvements in or relating to stringers for sliding clasp fasteners of the concealed element type |
NO119295B (en) * | 1966-10-15 | 1970-04-27 | Opti Holding Ag | |
DE1610381B1 (en) * | 1967-01-21 | 1970-04-23 | Opti Holding Ag | Process for the production of a zipper |
US3484906A (en) * | 1968-03-06 | 1969-12-23 | Tadao Yoshida | Slide clasp fastener |
US3557095A (en) * | 1968-05-31 | 1971-01-19 | Parke Davis & Co | Pyrazolodiazepinone compounds |
DE1920443A1 (en) * | 1969-04-22 | 1971-01-21 | Opti Holding Ag | Zipper with screw-shaped and opposite rows of locking links |
-
1969
- 1969-02-18 DE DE19691908069 patent/DE1908069A1/en active Pending
- 1969-02-18 DE DE1908068A patent/DE1908068C2/en not_active Expired
-
1970
- 1970-02-16 AT AT136270A patent/AT327843B/en not_active IP Right Cessation
- 1970-02-16 US US11617A patent/US3665879A/en not_active Expired - Lifetime
- 1970-02-16 CH CH216170A patent/CH509783A/en not_active IP Right Cessation
- 1970-02-16 FR FR7005377A patent/FR2032343A1/fr not_active Withdrawn
- 1970-02-17 PL PL1970138848A patent/PL80893B1/en unknown
- 1970-02-17 YU YU00380/70A patent/YU38070A/en unknown
- 1970-02-17 FI FI422/70A patent/FI61395C/en active
- 1970-02-17 ES ES376955A patent/ES376955A1/en not_active Expired
- 1970-02-17 SE SE7001996A patent/SE421666B/en unknown
- 1970-02-18 IL IL33923A patent/IL33923A/en unknown
- 1970-02-18 DK DK78770AA patent/DK138671B/en not_active IP Right Cessation
- 1970-02-18 CA CA075,226A patent/CA967731A/en not_active Expired
- 1970-02-18 IE IE206/70A patent/IE33730B1/en unknown
- 1970-02-18 PH PH11171A patent/PH9838A/en unknown
- 1970-02-18 CS CS701117A patent/CS202023B2/en unknown
- 1970-02-18 GB GB7900/70A patent/GB1299316A/en not_active Expired
- 1970-02-18 NL NL7002254A patent/NL7002254A/xx unknown
- 1970-02-18 BE BE746124D patent/BE746124A/en not_active IP Right Cessation
-
1971
- 1971-11-01 US US00194145A patent/US3795950A/en not_active Expired - Lifetime
-
1972
- 1972-01-03 PH PH13149A patent/PH12884A/en unknown
-
1980
- 1980-08-14 NL NL8004602A patent/NL8004602A/en not_active Application Discontinuation
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
ES376955A1 (en) | 1973-03-16 |
IL33923A0 (en) | 1970-04-20 |
IE33730B1 (en) | 1974-10-16 |
CA967731A (en) | 1975-05-20 |
CH509783A (en) | 1971-07-15 |
GB1299316A (en) | 1972-12-13 |
PH12884A (en) | 1979-09-28 |
FR2032343A1 (en) | 1970-11-27 |
PH9838A (en) | 1976-04-02 |
US3795950A (en) | 1974-03-12 |
PL80893B1 (en) | 1975-08-30 |
SE421666B (en) | 1982-01-25 |
YU38070A (en) | 1982-06-30 |
NL7002254A (en) | 1970-08-20 |
FI61395C (en) | 1982-08-10 |
AT327843B (en) | 1976-02-25 |
DK138671B (en) | 1978-10-16 |
DE1908069A1 (en) | 1970-11-05 |
IE33730L (en) | 1970-08-18 |
DK138671C (en) | 1979-03-26 |
BE746124A (en) | 1970-07-31 |
FI61395B (en) | 1982-04-30 |
DE1908068A1 (en) | 1970-09-24 |
DE1908068C2 (en) | 1983-12-29 |
CS202023B2 (en) | 1980-12-31 |
IL33923A (en) | 1973-08-29 |
US3665879A (en) | 1972-05-30 |
ATA136270A (en) | 1975-05-15 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8004602A (en) | METHOD FOR MANUFACTURING A COVERED ZIP CLOSURE WITH SINGLE-SEWN CLOSURE ELEMENTS. | |
CS199544B2 (en) | Slide fastener | |
TWI646917B (en) | Zipper-attached product and sprocket member, and method for manufacturing zipper-attached product | |
US2300442A (en) | Separable fastener | |
JP6846196B2 (en) | Fastener tape and fastener stringer | |
US3768125A (en) | Dyed slide fastener with stitched-on coupling coil | |
US20100107374A1 (en) | Stretchable fastener stringer and slide fastener | |
KR900004875B1 (en) | Stretchable slide fastener | |
US5472019A (en) | Interlacing arrangement in woven slide fastener stringer | |
US3333305A (en) | Terminal portions of plastic filament zippers | |
US3955263A (en) | Method and device for closing the fastener of a belt, more particularly a textile belt | |
US3484906A (en) | Slide clasp fastener | |
US3057031A (en) | Separable fastener assembly | |
US4127147A (en) | Process for manufacturing a woven slide-fastener unit | |
JPS63147404A (en) | Zip fastener and its production | |
NL7908807A (en) | ZIPPER CARRIER. | |
CZ282406B6 (en) | Slide fastener with woven stringer tapes and rows of interlocking members woven therein | |
TWM644521U (en) | Flat bottom resin zipper | |
NL7905128A (en) | WOVEN STRAP FOR ZIPPERS. | |
US3316870A (en) | Method of making coil type zipper fastener stringers | |
US2333352A (en) | Tape for slide fasteners | |
FI76248C (en) | DRAGLAOS. | |
US20200214402A1 (en) | Curved, bonded fastening element | |
CN106061312A (en) | Fastener stringer and process for producing fastener stringer | |
TWI583324B (en) | The manufacturing method of zipper and zipper |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1A | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BV | The patent application has lapsed |