NL8004156A - Inrichting voor het regelen van inkttoevoer voor een roterende "offset"-drukinrichting. - Google Patents

Description

* ^4

Inrichting voor het regelen van inkttoevoer voor een roterende lloffsetll-drukinrichting.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het regelen van een inktinrichting voor een roterende 5 "offset"-drukinrichting.

Inktinrichtingen voor roterende "offset"-drukinrich-tingen omvatten in het algemeen een ondersteuning met een bovenste ten opzichte van het horizontale vlak hellend oppervlak waarop een continu flexibel blad of een aantal evenwij-10 dige nabij elkaar liggende flexibele bladen is bevestigd. Evenwijdig met deze ondersteuning van de inktinrichting strekt zich een rol uit met horizontale transversaal gerichte hartlijn waarbij het onderste uiteinde van het of elk flexibel blad vrij is en is geplaatst in de directe nabijheid van 15 deze rol van de inktinrichting. Een hoeveelheid inkt is continu permanent aanwezig in de ruimte begrensd door het onderste deel van het flexibele blad en de rol van de inktinrichting. Verder zijn middelen aanwezig voor het afzonderlijk op verschillende punten regelen van de stand van de onderrand 20 van het flexibele blad ten opzichte van de rol van de inktinrichting zodanig dat correlatief de hoeveelheid inkt gaande tussen de onderrand van het blad en de rol van de inktinrichting wordt geregeld.

De regel middel en voor het flexibele blad van de 25 inktinrichting worden bij een bekende inrichting gevormd door beweegbare drukorganen die schuivend in de ondersteuning van de inktinrichting zijn aangebracht en, voor elk drukorgaan, door een excentriek, die roterend is aangebracht in de ondersteuning om een hartlijn evenwijdig met die van de rol van 30 de inktinrichting. Met elk drukorgaan zijn eveneens een veer verbonden, die constant het drukorgaan drukt tegen de betreffende excentriek en een hefboom, die naar buiten steekt en het mogelijk maakt elke excentriek te draaien op zodanige wijze dat de langsstand van het drukorgaan wordt geregeld en 35 daarmede die van het onderste uiteinde van het flexibele blad ten opzichte van de rol van de inktinrichting. Elke hefboom van de regelhefboom van een excentriek en van een drukinrich-ting die daarmee is verbonden verplaatst zich voor een maatverdeling die het mogelijk maakt het regelen van het 40 8004156 - 2 - flexibele blad af te lezen. Een dergelijke regelinrichting is bijvoorbeeld beschreven in de Duitse octrooi aanvrage 2550720.

Tot op heden bekende regel inrichtingen voor druk-5 inrichtingen hebben het nadeel dat zij betrekkelijk ingewikkeld zijn omdat zij voor het roterend ondersteunen van de verschillende excentrieken afzonderlijke mechanismen vereisen die bestaan uit een groot aantal onderdelen. Verder kan het instellen van de verschillende drukorganen op gemakkelijke 10 wijze worden uitgevoerd.

De uitvinding beoogt in hoofdzaak de genoemde nadelen te vermijden door het verschaffen van een regelinrichting waarbij de stuurexcentrieken van de drukorganen op bijzonder eenvoudige wijze zijn aangebracht en het instellen van elk 15 drukorgaan gemakkelijker kan plaats hebben.

Hiertoe omvat de regelinrichting van een inktinrich-ting voor een roterende "offset"-drukinrichting ten minste een flexibel blad, dat helt ten opzichte van het horizontale vlak, waarvan het bovenste deel is bevestigd op een ondersteu-20 ning en waarvan het onderste uiteinde' in de nabijheid van een inktrol is geplaatst met horizontale hartlijn om tussen deze rol en het blad een ruimte te begrenzen die een inktreserve bevat, en middelen voor het afzonderlijk regelen van de stand van het onderste uiteinde van het of elk van de flexibele 25 bladen op zodanige wijze dat correlatief de hoeveelheid inkt gaande tussen het onderste uiteinde en de rol van de inkt-inrichting wordt geregeld, welke middelen onder het blad beweegbare drukorganen bezitten, die heen en weer schuifbaar zijn geplaatst in de ondersteuning van de inktinrichting en, 30 voor elk drukorgaan, een excentriek roterend om een hartlijn evenwijdig met die van de inktrol is aangebracht, een veer, om constant het drukorgaan tegen de excentriek te drukken en een hefboom, die een geheel vormt met deze excentriek om het te laten draaien op zodanige wijze dat de langsstand van het 35 drukorgaan wordt geregeld en als gevolg daarvan die van het onderste uiteinde van het flexibele blad ten opzichte van de inktrol , welke inrichting het kenmerk heeft dat elke excentriek wordt gevormd door een cilinder, waarin een cirkelvormige excentrische keel is aangebracht die in zijn ondereinde 40 800 4 1 56 * '4 - 3 - het uiteinde van het drukorgaan opneemt dat wordt teruggedrukt door zijn terugbrengveer, dat de verschillende cilinders zijn geplaatst in een gemeenschappelijke groef, aangebracht in het voorvlak van de ondersteuning en waarin zij in hun verticale 5 stand worden vastgehouden tussen de boven- en onderflanken van de groef, op afstand worden gehouden van de bodem van de groef door drukorganen die samenwerken met de veer, en dat een plaat, die de groef naar buiten sluit, dat wil zeggen aan de zijde van het voorvlak, steunt op elke cilinder om de 10 stand van de excentrische keel aanwezig op de cilinder in horizontale richting te bepalen.

Volgens een verder kenmerk van de uitvinding is de plaat, die elke cilinder, die een excentriek vormt, op zijn plaats houdt met zijn bovenste deel in samenwerking met een 15 andere groef van de ondersteuning van de inktinrichting waarin hij wordt vastgehouden tussen een elastisch orgaan geplaatst in een uitsparing aangebracht in de inwendige zijde van de groef en een instelschroef die is aangebracht op de buitenzijde van deze groef, welk instelschroef wordt geschroefd in 20 een van schroefdraad voorzien gat dat uitmondt in het bovenste voorvlak van de ondersteuning van de inktinrichting.

De inrichting volgens de uitvinding heeft het voordeel dat het plaatsen en op zijn plaats houden van de verschillende excentrieken die de drukorganen besturen op zeer eenvou-25 dige wijze plaats heeft. Anderzijds is het zeer gemakkelijk het instellen van elk drukorgaan uit te voeren door in te werken op de instelschroef die bereikbaar is op het voorvlak van de ondersteuning van de inktinrichting.

Aan de hand van een tekening, waarin een uitvoerings-30 voorbeeld is weergegeven, wordt de uitvinding hierna nader beschreven.

fig. 1 toont een verticale transversale dwarsdoorsnede van een regel inrichting van een inktinrichting van een "offset"-drukinrichting volgens de uitvinding.

35 fig. 2 toont een gedeeltelijk aanzicht van de inrich ting volgens fig. 1 gezien vanaf links in fig. 1.

fig. 3 toont een doorsnede over de lijn III-III in fig. 1.

fig. 4 toont een profiel van de uiteinden van twee 40 8 0 0 4 1 56 - 4 - naast elkaar liggende drukorganen geplaatst onder het flexibele blad.

De figuren 1 en 2 tonen een inktinrichting van een roterende "offset"-drukinrichting, welke inktinrichting een 5 ondersteuning 1 bezit die een bovenvlak 2 heeft dat helt ten opzichte van het horizontale vlak. Op dit bovenvlak 2 is een flexibel blad 3 aangebracht. Dit blad 3 is aan zijn bovenste deel bevestigd op het vlak 2 van de ondersteuning 1 en de onderrand 3a ervan is daarentegen vrij te bewegen. Deze and 10 3a is geplaatst in de onmiddel1ijke nabijheid van een rol van de inktinrichting 4 waarvan de horizontale hartlijn zich loodrecht uitstrekt op het vlak van de figuur en evenwijdig met de ondersteuning 1. Het flexibele blad 3 begrenst in zijn onderste deel met de rol van de inktinrichting 4 een 15 ruimte waarin een reserve hoeveelheid inkt 5 aanwezig is. De rol van de inktinrichting 4 wordt roterend aangedreven in de richting van de pijl in fig. 1, dat wil zeggen in de richting tegengesteld aan de wijzers van een uurwerk, en hij neemt aldus met die op zijn oppervlak ten opzichte van het flexibele 20 blad 3 een i'nktfilm mee die aanwezig is tussen de rol 4 en de •rand 3a van het blad, waarbij de dikte van de inktfilm die aldus is geplaatst een functie is van de stand van de rand 3a. De dikte van deze inktfilm wordt ingesteld langs de .rol 4 als functie van het te bedrukken voorwerp.

25 De instelling van de stand van de rand 3a van het blad 3 op verschillende in 1angsrichting op afstand van elkaar liggende punten wordt uitgevoerd door middel van de regelin-richting volgens de uitvinding. Deze inrichting omvat op elk regelpunt een drukorgaan 6 dat wordt gevormd door een stang 30 met cirkelvormige dwarsdoorsnede die translerend beweegbaar is aangebracht in een ruimte 7 die zich uitstrekt in een vlak loodrecht op de hartlijn van de ondersteuning 1 en van de rol 4. Deze ruimte 7 helt bij voorkeur ten opzichte van het horizontale vlak van boven naar beneden in de richting van de rol 35 4, zoals blijkt uit fig. 1. Hierdoor kan de hoek tussen het drukorgaan 6 en het flexibele blad 3, dat het bedient, veel kleiner zijn dan die aanwezig tussen een regelschroef en het blad 3 zoals bij bekende regelinrichtingen. Het ene uiteinde 6a van het drukorgaan 6 dat het meest nabij de rol van de 40 800 4156 * 4* - 5 - f- inktinrichting 4 ligt, bevindt zich onder het onderste einddeel van het blad 3 en is in aanraking met het blad, praktisch onder zijn onderrand 3a. Bij voorkeur bezit dit uiteinde 6a een horizontaal en transversaal vlak 6c dat zich uit-5 strekt volgens een koorde, zoals blijkt uit fig. 4, zodat een lineair contact wordt verkregen, en niet puntsgewijze met het flexibele blad 3. Het andere uiteinde 6b van het drukorgaan 6 geplaatst op een hoger niveau dan het vorige steunt tegen een excentriek 8, die is aangebracht in een groef 9, aanwezig in 10 het voorvlak la van de ondersteuning 1 van de inktinrichting.

Alle excentrieken 8 die de respectievelijke drukorganen 6 besturen liggen op een lijn in eenzelfde horizontaal vlak.

Volgens de uitvinding wordt elke excentriek 8 gevormd door een cilinder 11 waarin een cirkelvormige keel 12 is geld vormd die excentrisch is ten opzichte van de hartlijn van de cilinder 11. Het drukorgaan 6 wordt met zijn uiteinde 6b steunend tegen de bodem van de keel 12 gehouden onder invloed van een veer 13. Het uiteinde 6b van het drukorgaan is nauwer en vormt een pen die zijdelings is vastgezet in de keel 12, 20 die het drukorgaan 6 dwingt om zijn hartlijn té draaien. De veer 13 kan bijvoorbeeld worden gevormd door een drukveer (Belleville veer) geplaatst in een uitsparing 14 van de ondersteuning 1, die de ruimte 7 van het drukorgaan 6 aan zijn achterzijde verlengt. Deze veer 13 steunt enerzijds in de 25 bodem van de uitsparing 14 en anderzijds tegen een kraag 15, die een geheel vormt met het orgaan 6 en die de cilinder 11 onder tussenkomst van het drukorgaan 6 op afstand houdt van de bodem van de groef 9.

De stand van de cilinder 11 van de excentriek 8 wordt 30 verticaal gehouden door het houden ervan tussen de twee bovenflanken 9a en onderfTanken 9b van de groef 9, die is aangebracht in de ondersteuning van de inktinrichting 1. Deze stand wordt horizontaal bepaald door het uiteinde 6b van het drukorgaan 6 dat is geplaatst in de keel 12 en door het steunen 35 van deze cilinder 11 tegen een plaat 18 die de groef 9 aan de buitenzijde sluit, dat wil zeggen naar de zijde van het voorvlak la. Deze plaat 18 waarvan de stand regelbaar is, wordt aan zijn onderste deel door een pen 19 vastgehouden die is geplaatst in de ondersteuning van de inktinrichting 1 en 40 800 4 1 56 - 6 - die van buitenaf een groef 21 begrenst waarin het onderste deel van de plaat 18 is geplaatst. Deze pen 19 vormt een rotatie hartlijn voor de plaat 18, welke hartlijn evenwijdig is met die van de inktrol 4 en van de ondersteuning 1. Het 5 bovenste deel van de regelbare plaat 18 is geplaatst in een groef 22 van de ondersteuning van de inktinrichting en deze wordt vastgehouden in deze groef tegen een elastische verbinding 23 geplaatst in een keel met V-vormige doorsnede, die vanaf de buitenzijde van de gro f 22 is aangebracht en een 10 stelschroef 24, die vanaf de binnenzijde is aangebracht, welke stelschroef 24 is geschroefd in een van schroefdraad voorzien gat 25 dat uitmondt in het bovenste voorvlak lb van de ondersteuning 1.

De regelinrichting volgens de uitvinding omvat even-15 veel regelbare platen 18 als er excentrieken 8 zijn en als gevolg daarvan regelpunten. Een ruimte 26 (fig. 2) is aangebracht tussen twee opeenvolgende platen 18 om een hefboom 27 te laten passeren, die is bevestigd op een uiteinde van de cilinder 11 waarin de excentrische keel 12 is aangebracht.

20 Deze hefboom is bevestigd met een van zijn uiteinden op het voorvlak van de cilinder 11 en zijn andere uiteinde, gaande door de achterzijde van de inktinrichting maakt het regelen mogelijk door verticale verplaatsing ervan veroorzaakt door rotatie van de excentriek 8.

25 De rotatiehoek van de excentriek 8 is voldoende klein (ongeveer 60°) opdat de verplaatsing van het drukorgaan 6 die daaruit resulteert zo veel mogelijk proportioneel varieert met die van het uiteinde van de hefboom, die aldus een wijzer vormt die zich verplaatst langs een maatverdeling (niet weer-30 gegeven), aangebracht op het voorvlak van de inktinrichting.

De lengte van de hefboom 27 is zo gekozen, dat deze maatverdeling voldoende ruim is om zichtbaar te zijn. De amplitude van de beweging wordt bepaald door de excentriciteit van de cilinder 11 ten opzichte van zijn cirkelvormige keel 12. Men 35 kan aldus uit ervaring de gevoeligheid bepalen die het meest geschikt is voor een gemakkelijke behandeling.

De inrichting volgens de uitvinding maakt het mogelijk op een ogenblik een duidelijk beeld te krijgen van de regeling van een punt of van een zone van de inktinrichting 40 8 00 41 56 ,£ - 7 - door de stand in hoogterichting van de verschillende hefbomen 27, die wijzers vormen, wat dus een goede oplossing is van het probleem van de waarneembaarheid.

De stelschroef 24 maakt het mogelijk de maatverdeling 5 kenmerkend te maken door de fouten te tonen veroorzaakt door slijtage en door variaties in afmeting als gevolg van demontage en montage bij het onderhoud of door het vervangen van onderdelen (flexibele bladen in het bijzonder).

De instelling kan bijvoorbeeld op de volgende wijze 10 plaats hebben: 1) het plaatsen op 0 van alle hefbomen die wijzers 27 vormen (inktinrichting volledig gesloten); 2) het regelen van elke stelschroef 24 om de grens van de totale slijtage van de inktinrichting vast te stellen.

15 Elke stand van een wijzer 27 komt dus overeen met een reproduceerbare waarde van de hoeveelheid inkt op het beschouwde punt. Deze reproduceerbaarheid van de regeling maakt het mogelijk de tijdsduur van het in werking stellen van de inktinrichting te versnellen. In feite is het bij het 20 stoppen van een nieuw'werk op de offset-inrichting mogelijk de inktinrichting tevoren te regelen hetzij door gebruik te maken van de standen van de wijzers 27 getoond tijdens een vorige uitvoering van dit werk, hetzij door het bestuderen en berekenen van het verbruik aan inkt van het te drukken 25 voorwerp. Dit tweede geval komt overeen met een voorbereidings-fase van het werk die plaats heeft buiten de drukinrichting.

30 8004156

Claims (3)

1. Inrichting voor het regelen van een inktinrich-ting voor een roterende "offsef'-drukinrichting omvattende ten minste een flexibel blad, dat helt ten opzichte van het horizontale vlak, waarvan het bovenste deel is bevestigd op 5 een ondersteuning en waarvan het onderste uiteinde is geplaatst in de nabijheid van een inktrol met horizontale hartlijn om tussen deze rol en het blad een ruimte te begrenzen die een inktreserve bevat, en middelen voor het afzonderlijk regelen van de stand van het onderste uiteinde van het of elk van de 10 flexibele bladen, op zodanige wijze dat correlatief de hoeveelheid inkt gaande tussen het onderste uiteinde en de rol van de inktinrichting wordt geregeld, welke middelen onder het blad beweegbare drukorganen bezitten die heen en weer schuifbaar zijn geplaatst in de ondersteuning van de inkt-15 inrichting en, voor elk drukorgaan, een excentriek roterend om een hartlijn evenwijdig met die van de inktrol is aangebracht, een veer om constant het drukorgaan tegen de excentriek te drukken en een hefboom die één geheel vormt met deze excentriek om deze te laten draaien op zodanige wijze dat de 20 langsstand van het drukorgaan wordt geregeld en als gevolg daarvan die van het onderste uiteinde van het flexibele blad ten opzichte van de inktrol, met het kenmerk, dat elke excentriek (8) wordt gevormd door een cilinder (11) waarin een cirkel vormige excentrische keel (12) is aange-25 bracht en in zijn ondereinde het uiteinde opneemt van het drukorgaan (6) dat wordt teruggedrukt door.zijn terugbreng-veer, dat de verschillende cilinders (11) zijn geplaatst in een gemeenschappelijke groef (9) aangebracht in het voorvlak (la) van de ondersteuning (1) en waarin zij worden vastgehou-30 den in verticale stand tussen de bovenflanken (9a) en de onderflanken (9b) van de groef (9), op afstand worden gehouden van de bodem van de groef door drukorganen (6) die samenwerken met de veer (13) en dat een plaat (18), die de groef (9) naar buiten sluit dat wil zeggen aan de zijde van het voorvlak (la), 35 steunt op elke cilinder (11) om de stand van de excentrische keel (12) aanwezig op de cilinder (11) in horizontale richting te bepalen.

2. Regelinrichting volgens conclusie 1, m e t 8004156 - 9 - het kenmerk, dat de plaat (18), die elke cilinder (11) die een excentriek vormt vasthoudt, met zijn onderste deel is geplaatst in een horizontale groef (21) die aan de buitenzijde wordt begrensd door een pen (19) waarop de plaat 5 (18) steunt en een rotatiehartlijn voor deze plaat vormt, waarbij deze laatste aan zijn bovenste deel is geplaatst in een andere groef (22) van de ondersteuning van de inktinrich-ting (1) waarin hij wordt vastgehouden tussen een elastisch orgaan (23) geplaatst in een uitsparing aangebracht aan de 10 binnenzijde van de groef (22) en een stelschroef (24), die op de uitwendige zijde van de groef (22) is geplaatst, welke stelschroef wordt geschroefd in een van schroefdraad voorzien gat (25) dat uitmondt in het voor bovenvlak (1b) van de ondersteuning van de inktinrichting. 15

3. Regelinrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de ruimten (26) zijn geplaatst tussen de opeenvolgende platen (18) die de excentrieken (8) op hun plaats houden en dat dwars op deze ruimten (26) gericht naar de buitenzijde de hefbomen (27) respectievelijk zijn 20 bevestigd op de uiteinden van de cilinders (11) van de excentrieken (8), welke hefbomen wijzers vormen die zich verplaatsen langs maatverdelingen aangebracht op het voorvlak van de inkti nri chti ng. 25 8004156