NL8004049A - Dunwandige diepgetrokken houder van thermoplastische hars en werkwijze voor het vervaardigen daarvan. - Google Patents
Dunwandige diepgetrokken houder van thermoplastische hars en werkwijze voor het vervaardigen daarvan. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8004049A NL8004049A NL8004049A NL8004049A NL8004049A NL 8004049 A NL8004049 A NL 8004049A NL 8004049 A NL8004049 A NL 8004049A NL 8004049 A NL8004049 A NL 8004049A NL 8004049 A NL8004049 A NL 8004049A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- plate
- punch
- die
- container
- stamp
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B29—WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
- B29C—SHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
- B29C51/00—Shaping by thermoforming, i.e. shaping sheets or sheet like preforms after heating, e.g. shaping sheets in matched moulds or by deep-drawing; Apparatus therefor
- B29C51/04—Combined thermoforming and prestretching, e.g. biaxial stretching
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B29—WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
- B29C—SHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
- B29C51/00—Shaping by thermoforming, i.e. shaping sheets or sheet like preforms after heating, e.g. shaping sheets in matched moulds or by deep-drawing; Apparatus therefor
- B29C51/26—Component parts, details or accessories; Auxiliary operations
- B29C51/261—Handling means, e.g. transfer means, feeding means
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B29—WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
- B29C—SHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
- B29C51/00—Shaping by thermoforming, i.e. shaping sheets or sheet like preforms after heating, e.g. shaping sheets in matched moulds or by deep-drawing; Apparatus therefor
- B29C51/26—Component parts, details or accessories; Auxiliary operations
- B29C51/42—Heating or cooling
- B29C51/426—Producing specific thermal regimes during thermoforming to obtain particular properties
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B29—WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
- B29C—SHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
- B29C51/00—Shaping by thermoforming, i.e. shaping sheets or sheet like preforms after heating, e.g. shaping sheets in matched moulds or by deep-drawing; Apparatus therefor
- B29C51/10—Forming by pressure difference, e.g. vacuum
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Blow-Moulding Or Thermoforming Of Plastics Or The Like (AREA)
- Containers Having Bodies Formed In One Piece (AREA)
Description
* ,y Ν.Ο. 29286 1
Dunwandige diepgetrokken houder van thermoplastische hars en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een dunwandige diepgetrokken houder uit een plaat van thermoplastische hars, alsmede op de houder. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrek-. 5 king op een werkwijze voor het vervaardigen van een dun wandige super-diepgetrokken houder met een grote verhouding van vormdiepte en openingsmaat uit een dikke kunst-stofplaat door een combinatie van een druksmeedwerkwijze en een verbeterde drukvormmethode met behulp van een stem-10 pel, alsmede op de genoemde houder.
Als een werkwijze voor het vervaardigen van een dunwandige cupvormige houder met een grote vormdiepte uit een kunststofplaat is de drukvormmethode waarbij een hulpstempel wordt toegepast, sedert lang bekend. Als een toepassing van 15 deze drukvormmethode met behulp van een stempel werd het onder druk in de vaste fase vormen van een plaat uit een polyalkeen, zoals polypropeen en dergelijke voorgesteld, bijvoorbeeld in de Japanse octrooiaanvrage 11.489/1972.
Volgens deze werkwijze wordt een dunne plaat uit een poly-20 alkeen voorverwarmd tot een temperatuur die niet hoger is dan het smeltpunt van de plaat en wordt daarna onderworpen aan een drukvormwerkwijze met behulp van een stempel, zodat een effect ontstaat, dat geen plooi als gevolg van het slap hangen van de voorverwarmde plaat wordt gevormd in 25 het flensdeel van de vervaardigde dunwandige cupvormige houder.
Wanneer echter een diepgetrokken houder uit een kunststof plaat wordt gevormd volgens zulk een bekende drukvormwerkwijze met behulp van een stempel, bestaat er een merk-50 bare neiging dat ten tijde van het aanvankelijk vormen met een stempel, het centrale deel van de plaat dat in aanraking is met het stempel, dik wordt, terwijl de randdelen van de plaat die niet ipet de stempel in aanraking zijn, sterk worden gerekt en dun worden. In het geval van het 55 drukvormen in de vaste fase van een plaat van polypropeen wordt het verschil in wanddikte tussen het deel dat met de stempel in aanraking is en het deel dat niet met de stempel 800 40 49 \ 2 in aanraking is, gehandhaafd zelfs in het uiteindelijk gevormde voorwerp en dit verschil in wanddikte heeft een in het oog lopende lijn aan de grens tot gevolg, waardoor het uiterlijk nadelig wordt beïnvloed of de stijfheid van de 5 bovenzijwand van de houder wordt verzwakt. Zulk een neiging is in het bijzonder merkbaar bij het vormen van houders met een grote vormdiepte en het is tot nu toe moeilijk een diep-getrokken houder met een verdeling van uniforme wanddikte te vervaardigen door het thermisch vormen van een plaat.
10 Wanneer voorts een super-diepgetrokken houder met een grote verhouding van vormdiepte en openingsmaat uit een dikke kunststof plaat wordt vervaardigd volgens de bekende druk-vormwerkwijze met behulp van een stempel, wordt de wanddikte in het holle deel van de houder dun en bovendien wordt de 15 dikte van het flensdeel van de houder gelijk aan die van de oorspronkelijke plaat, terwijl het verschil in wanddikte tussen het flensdeel en het holle deel groot wordt, zodat het moeilijk is een dunwandige diepgetrokken houder te vervaardigen met een praktisch bevredigende wanddikteverdeling. 20 De uitvinders hebben studies uitgevoerd gericht op het uitvinden van een werkwijze voor het uit een kunststof plaat vervaardigen van een dunwandige houder die een uniforme wanddikte verdeling heeft, een grote vormdiepte heeft en die een zo uitstekende stijfheid heeft, die niet kan wor-25 den bereikt door middel van de tot nu toe voorgestelde werkwijze. Als resultaat is gevonden, dat bij de werkwijze met behulp van een stempel omvattende het trekken van een voorverwarmde kunststof plaat in een opneemmatrijs door middel van een verwarmde stempel, waarna de plaat tegen 30 het oppervlak van de opneemmatrijs wordt gevormd door middel van luchtdruk, waarbij de stempel een zodanige vorm en afmeting heeft dat het oppervlak van de plaat aan de stem-pelzijde, dat in de opneemmatrijs wordt getrokken, langs het gehele oppervlak uniform kan hechten aan het stempelopper-35 vlak, wanneer de plug wordt ingestoken tot de uiteindelijke insteekpositie, gewenst is voor het uniform maken van de wanddikteverdeling van het holle deel van de houder. Op basis van deze uitvinding hebben de uitvinders intensieve studies uitgevoerd om deze uitvinding te vervolmaken. Bij 40 de super-diepgetrokken houder met een verhouding tussen 800 4 0 49 3 4r *- vormdiepte en openingsmaat van twee of meer, die volgens de uitvinding is vervaardigd, bereikt de verhouding van de oppervlakte van de binnenwand van de houder nadat deze is gevormd, tot de oppervlakte van de plaat vóór bet vor-5 men (hierna oppervlaktestrekverhouding genoemd) een waarde van 9 of meer, zodat de houder zo sterk is geórienteerd, dat deze vergelijkbaar is met een biaxiaal geörienteerde film en aanmerkelijk is verbeterd qua eigenschappen zoals gasbarière eigenschap, stijfheid, glans, doorzichtigheid, 10 enzovoort.
De uitvinding heeft ten doel te voorzien in een werkwijze voor het vervaardigen van een dunwandige houder die een uniforme wanddikteverdeling heeft, een grote vormdiep-r te heeft en een uitstekende doorzichtigheid, stijfheid en-15 zovoort, uit een uit een laag bestaande plaat uit een thermoplastische hars, zoals styreenhars, vinylchloride-hars, alkenen met inbegrip van polyetheen, polypropeen en dergelijke en polyesterhars, bij voorkeur een kristallijne kunststof, of uit een uit verscheidene lagen bestaande 20 plaat hoofdzakelijk bestaande uit deze hars, en te voorzien in een dergelijke houder.
De uitvinding heeft voorts ten doel te voorzien in een werkwijze voor het vervaardigen van een dunwandige houder met een uniforme wanddikteverdeling en een grote vorm-25 diepte uit een plaat van thermoplastische hars, waarbij slechts een kleine hoeveelheid afval wordt' gevormd tijdens de vervaardigingsfasen van de houder.
Andere doelstellingen en voordelen van de uitvinding zullen blaken uit de volgende beschrijving.
30 Volgens de uitvinding is voorzien in een dunwandige diepgetrokken houder gevormd uit een thermoplastische hars, met het kenmerk, dat deze houder een ringvormig flensdeel aan het openingseinde heeft, waarbij de verhouding van hou-derdiepte en openingsmaat 2,0 of meer is, de gemiddelde 35 wanddikte van de zijwand en de bodem 0,1-0,6 mm is en waarbij de dikte van de flens 0,6-1,4 mm is.
Volgens de uitvinding is voorts voorzien in een werkwijze voor het uit een thermoplastische plaat vervaardigen van een dunwandige diepge-trokken houder met een ringvormig 40 flensdeel rondom het openingseinde van zijn holte door middel 800 40 49 * 4 van onder druis: vormen met behulp van een stempel, met het kenmerk, dat de plaat van thermoplastische hars wordt voorverwarmd tot een vormbare temperatuur, waarbij het ringvormige flensdeel wordt gevormd door smeden en koelen van 5 het omtreksdeel van de genoemde plaat, terwijl een totale ^ 2 druk van 100 kg of meer per cm van boven en benedenaf wordt uitgeoefend door middel van een paar ringvormige smeedmiddelen (hun inwendige vorm en afmeting zijn dezelfde als die van het openingseinde van de holte van de opneem- 10 matrijs), waarna de plaat in de holte van de opneemmatrijs wordt getrokken tot een diepte van 80% of meer gebaseerd op de diepte van de holte door middel van een stempel die
wordt gehouden op een temperatuur gelegen tussen (T +10)°C
O ° tot (ï - 40) C, waarbij T de temperatuur is van de voor-15 verwarmde plaat, terwijl het genoemde flensdeel voldoende wordt samengedrukt met behulp van het paar smeedmiddelen om het deel van de plaat vooraf te strekken, dat met de binnenzijde van de flens in aanraking is, waarna een druk-fluïdum wordt ingebracht tot op de plaat vanaf de stempel-20 zijde, teneinde het deel van de plaat dat in aanraking is met de binnenzijde van de flens door het drukverschil te strekken, totdat de oppervlaktestrekverhouding een waarde van 9 of meer bereikt gebaseerd op de oorspronkelijke plaat, waarbij de plaat op het oppervlak van de holte van de op-25 neemmatrijs wordt gevormd om eem concave vorm te verkrijgen met een verhouding tussen vormdiepte en openingsmaat van 2,0 of meer.
De term "vormdiepte” die hier wordt gebruikt, betekent de lengte van het openingseinde tot de bodem van de 30 houder en de term "maat” die hierin wordt gebruikt, betekent de maximale inwendige diameter onder de inwendige diameters van de opening van de houder. In het geval van een cilindrische houder is de maat de diameter van de opening, terwijl in het geval van een houder met een ellip-35 tische opening de maat correspondeert met de langs de as van de eUdps en in het geval van een rechthoekige houder deze correspondeert met de diagonale diameter van de opening.
De smeedmiddelen toegepast bij de uitvinding bestaan 40 bij voorkeur uit een smeedmiddel aan de opneemmatrijszijde, 800 4 0 49 * * 5 dat ringvormig is en aan het openingseinde van de holte van een opneemmatrijs is geplaatst, waarbij de inwendige vorm en afmeting van het ringvormige smeedmiddel dezelfde is als die van het openingseinde van de holte van de op-5 neemmatrijs, en een ringvormig hulpsmeedmiddel aan de stem-pelzijde, dat een paar vormt met het smeedmiddel aan de matrijszijde en tegenover het smeedmiddel aan de opneemmatrijs-zijde wordt geplaatst.
De bij de uitvinding toegepaste stempel heeft bij voor-10 keur de volgende kenmerken: (a) het bestaat uit een voorste deel en een achterste deel, waarbij het voorste deel een gebogen omtreksdeel in alle doorsneden van de stempel heeft, die de centrale hartlijn langs de bewegingsrichting van de matrjjs bevat en evenwijdig aan de genoemde centrale hartlijn, 15 welke omtrekslijn van het voorste deel geleidelijk is verbonden met de omtrekslijn van het achterste deel en waarbij het achterste deel bestaat uit het omtreksdeel dat wezenlijk rechtlijnig is en bij voorkeur enigszins naar buiten is gebogen en dat gericht is naar het achterste einddeel van 20 de stempel; (b) de vorm van de omtrek van een doorsnede loodrecht op de centrale hartlijn van de stempel is dezelfde als de vorm van de omtrek van het openingseinde van de opneemmatrijs op dezelfde hoogte als het openingseinde van de opneemmatrijs, waarbij zijn vorm kleiner is dan de afme-25 ting van de omtrek van het openingseinde van de opneemma-trijs over de gehele omtrek met een waarde die zodanig nagenoeg overeenkomt met de dikte van de plaat, dat in de eindpositie van de stempel die in de opneemmatrijs is gestoken,de voorverwarmde plaat die in het holle deel van de opneem-30 matrijs is getrokken, in aanraking kan zijn met het oppervlak van de stempel over het gehele oppervlak aan de stem-pelzijde; en (c) de diameter van de stempel geleidelijk afneemt van het achterste einde tot aan het voorste deel.
De uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan 35 de hand van de tekeningen. In de tekening tonen: figuur 1 een voorbeeld van de inrichting voor het vervaardigen van een kunststof houder volgens de werkwijze van de uitvinding; figuur 2 een stel van opneemmatrijs, hulpmatrijs en 40 stempel toegepast bij de uitvinding; 800 4 0 49 6 figuren 3a tot en met 3<i de stappen voor het vervaardigen van een kunststofhouder volgens de werkwijze van de uitvinding; figuur 4 de stand van een stempel die de plaat heeft 5 getrokken tot de uiteindelijke insteekpositie van de stempel in de opneemmatrijs, wanneer de toegepaste stempel de gewenste vorm volgens de uitvinding heeft; figuur 5 ©en gedetailleerde vorm van een "bekende stempel; 10 figuur 6 de meetpunten A tot en met J waarin de wand dikte is gemeten van een houder met een verhouding van diepte tot openingsmaat van 2,0, alsmede het hoven- en zijaanzicht van het gevormde afval; en figuur 7 de meetpunten A tot en met J waarin de wand-15 dikte wordt gemeten van een houder met een verhouding van diepte tot openingsmaat van 3,0.
In figuur 1 zijn een plaattoevoermiddel 1, een te vormen plaat 2, een bovenste transportband 3» ©en onderste transportband 4, een bovenste warme drukplaat 5» een onder-20 ste warme druk plaat 6, een transportmiddel 7 voor de verwarmde plaat, een luchtcylinder 8 voor het verplaatsen van de platen, een hulpmatrijs 9, een luchtcylinder 10 voor het verschuiven van de hulpmatrijs, een dempel 11, een luchtcylinder 12 voor het verschuiven van de stempel, een opneem-25 matrijs 13 en een luchtcylinder 14 voor het lossen van het gegoten voorwerp uit de matrijs getoond. In figuur 2 zijn een voorverwarmde kunststof plaat, een transportplaat 22, een opneemmatrijs 23» de holte 23-1 van de opneemmatrijs, het smeeddeel 23-2 van de opneemmatrijs, een zuigerstang 24 van 30 de luchtcylinder voor het op en neer verschuiven van de opneemmatrijs, een hulpmatrijs 25, de holte 25-1 van de hulpmatrijs, het smeeddeel 25-2 van de hulpmatrijs, een toe-voerweg 26 voor gecomprimeerde lucht, een stempel 27, een luchtcylinder 28 voor het verschuiven van de stempel ge-35 illustreerd. In de figuren 3a tot en met 3d zijn een opneemmatrijs 31, een plaat 32, een hulpmatrijs 33, een smeeddeel 34 van de hulpmatrijs, het smeeddeel 35 van de opneemmatrijs, een flensdeel 36 van een houder, een toevoerweg 37 voor gecomprimeerde lucht, een uitwerpmiddel 38 en een af-40 valdeel 39 te zien. Figuur 4 toont een stempel 41, het 800 4 0 49 « V' 7 voorste deel 41-1 van de stempel, het achterste deel 41-2 van de stempel, de centrale hartlijn 42 van de stempel, de grenslijn 43 tussen het voorste deel en het achterste deel van de stempel, de omtrekslijn 44 van het voorste deel van 5 de stempel, de omtrekslijn 45 van het achterste deel van de stempel, het openingseinde 46 van de opneemmatrijs, waarbij 47 op dezelfde hoogte ligt als het openingseinde, een opneemmatrijs 48, het achterste einde 49 van de stempel en de lange en korte assen a respectievelijk b. Figuur 5 illus-10 treert een stempel 51» een opneemmatrijs 52, het achterste einde 53 van de opneemmatrijs, de centrale hartlijn 54 van de stempel, het hoogteniveau 55 van het openingseinde van de opneemmatrijs, een plaat 56, het voorste deel 51-1 van de stempel en het achterste deel 51-2 van de stempel* In 15 figuur 6 is afval 61 getoond alsmede de punten A tot en met J waarin de wanddikte wordt gemeten. In figuur 7 worden met de verwijzingstekens A tot en met J de punten aangeduid, waarin de wanddikte wordt gemeten.
Volgens figuur 1 wordt de plaat 2 toegevoerd uit het 20 toevoermiddel 1, geplaatst op de onderste transportband 4. Wanneer de plaat tussen de bovenste transportband 3 en de onderste transportband 4 is gebracht, wordt deze getransporteerd naar de spleet tussen de bovenste warme drukplaat 5 en de onderste warmedrukplaat 6, die uitgerust zijn met 25 bijbehorende inwendige verwarming sinrichtingen. Wanneer de plaat zich bevindt tussen de bovenste warmedruk plaat 5 en I ‘ de onderste warmedruk plaat 6, wordt de plaat verschoven naar de uitgang van de voorverwarmingsinrichting voor de plaat. In de inrichting volgens figuur 1 zijn drie paren 30 van bovenste en onderste warme- druk platen aanwezig en de plaat wordt achtereenvolgens naar de spleet tussen het aangrenzende paar van bovenste en onderste warme verwarmings-platen verschoven door middel van de bovenste en onderste transportbanden. De transportbanden zijn bij voorkeur ver-35 vaardigd uit een materiaal, zoals glasvezel geïmpregneerd met een fluorkoolstofhars. De plaat die tot een vormbare temperatuur wordt verwarmd, wordt toegevoerd naar het transportmiddel 7 voor de plaat. Ha het verlaten van het transportmiddel 7 wordt de plaat toegevoerd aan de opneemmatrijs 4 40 13 door middel van de luchtcylinder 8 die de plaat toevoert 800 4 0 49 8 en wordt in de opneemmatrijs 13 gevormd·
Hoewel in figuur 1 een geval is getoond waarin de plaat wordt gebruikt nadat deze in een bepaalde vorm is gesneden, is het uiteraard mogelijk het vormen uit te voe_ 5 ren door het toevoeren van een brede plaat of een continue plaat.
De figuren 3a tot en met 3d tonen de stappen voor het vormen van een kunststof houder volgens de werkwijze van de uitvinding. Zoals in figuur 3a is getoond wordt de plaat 10 32 naar de opneemmatrijs 31 getransporteerd en de hulpmatrijs 33 wordt in daling gebracht, waardoor de plaat 33 wordt gesmeed en tegelijkertijd afgekoeld tussen het ringvormige smeedde el 34- van de hulpmatrijs en het ringvormige smeed-deel 35 van de opneemmatrijs, teneinde het flensdeel 36 van 15 een houder te vormen. Daarna wordt zoals in figuur 3b is getoond, de stempel voorwaarts bewogen van een positie op de plaat tot in de holte van de opneemmatrijs, teneinde de plaat inleidend te strekken, waarna gecomprimeerde lucht wordt ingevoerd vanaf de baan 37 voor het toevoeren van ge-20 comprimeerde lucht van de hulpmatrijs, teneinde de plaat op het oppervlak van de holte van de opneemmatrijs te vormen door het drukverschil, zoals in figuur 3c is getoond. Daarna worden, zoals in figuur 3d is getoond, de hulpmatrijs en de stempel in stijging gebracht, wordt de gevormde houder 25 uit de opneemmatrijs uitgeworpen door het uitwerpmiddel 38, en de houder wordt in laterale richting verplaatst.
Hoewel de stap van het uitponsen van het afvaldeel 39 van de omtrek van de flens in de figuren 3a - 3d is weggelaten, kan dit afvaldeel 39 tegelijkertijd worden uitgeponsd 30 tijdens de smeedstap of kan worden uitgeponsd door een andere ponsinrichting na het vormen.
De inrichting en werkwijze voor het vervaardigen van de kunststof houder volgens de figuren 1, 2 en 3a-3d zijn in het bijzonder geschikt voor het vervaardigen van een dun-35 wandige houder uit een dikke kunststof plaat met een dikte van 2 mm of meer, welke houder een verhouding van vorm-diepte tot openingsmaat van 2,0 of meer heeft, een flensdikte van 1,4 mm of minder en een zijwanddikte van 0,1-0,6 mm.
Als thermoplastische hars kan elk materiaal worden 40 genomen, dat wordt toegepast bij het thermisch vormen van 800 40 49 9 een plaat, zoals polyalkenen ("bijvoorbeeld polyetheen, poly-propeen en dergelijke), polyesterharsen, polyamideharsen, polystyreen, vinylchlorideharsen en dergelijke, bij voorkeur kriatallijne kunststoffen. Bij deze uitvinding kan een 5 uit een laag bestaande plaat worden gebruikt, of een uit meer lagen bestaande plaat die hoofdzakelijk bestaat uit de genoemde harsen.
De werkwijze voor het vervaardigen van de dikke plaat van thermoplastische hars omvat het extruderen, spuitgie-10 ten en dergelijke en is niet begrensd tot de genoemde, hoewel het extruderen met een T-matrijs door toepassing van een extrusie-inrichting de voorkeur verdient. Teneinde de uitvinding effectiever te maken, verdient het de voorkeur de houder te vervaardigen uit een plaat met een goede vorm-15 baarheid.
Teneinde een super-diepgetrokken dunwandige houder uit polypropeen te vervaardigen met een sterke stijfheid en een uitstekende doorzichtigheid, glans en wanddikteverdeling, wordt de oorspronkelijke plaat bij voorkeur vervaardigd door 20 middel van de volgende werkwijze.
Bijvoorbeeld wordt een kristallijne polypropeenhars met behulp van een T-matrijs geëxtrudeerd tot in een plaat door middel van een smeltextrusiewerkwijze. Daarna wordt de plaat juist na het verlaten van de T-matrijs met een harstempe-25 ratuur van 210° - 270°C gevoerd door een middel voor het langzaam afkoelen van de plaat, waardoor deze langzaam wordt afgekoeld met een koelsnelheid van 10°C per seconde of minder tot een temperatuur binnen het gebied van 140° -180°C. Daarna wordt deze in aanraking gebracht met een of $0 meer koelroloppervlakken,waardoor deze snel wordt afgekoeld met een koelsnelheid van 50°C per seconde of meer tot een plaattemperatuur van 40°-100°C en uitgehard. Aldus is een oorspronkelijke plaat vervaardigd. Indien een brede en continue oorspronkelijke plaat aan een vormmachine wordt toe-35 gevoerd, voorverwarmd en gevormd, kunnen er soms moeilijkheden optreden, zoals het golven van de plaat in de voor-verwarmingsfase als gevolg van wikkelkrul of ongelijkmatige voorverwarming. Indien een aantal matrijzen in een vormmachine zijn opgesteld en vele houders tegelijkertijd worden 40 vervaardigd uit zulk een brede plaat, wordt het plaatge- 800 4 0 49 10 deelte buiten bet tot de bouder te vormen deel,afval en de hoeveelheid afval tijdens bet vormen bedraagt soms tot 40-70% van de oorspronkelijke plaat.
Wanneer een bouder uit een dikke plaat wordt vervaar-5 digd, verdient bet derhalve de voorkeur de plaat vooraf zodanig te snijden, dat een oppervlakte wordt verkregen, die gelijk is aan of enigszins groter is dan de oppervlakte van de opening van de bouder met inbegrip van bet flensdeel, waarna zulk een uitgesneden plaatdeel wordt voorver-10 warmd en aan de vormmatrijs wordt toegevoerd. Een brede plaat kan in een ronde vorm of rechthoekige vorm worden uitgeponsd volgens de vorm en afmeting van de vormmatrijs. Echter wordt de geëxtrudeerde plaat bij voorkeur gesneden hetzij tijdens of na bet koelen van de plaat teneinde een 15 rechthoekige gesneden plaat te vervaardigen, die daarna aan het voorverwarmingsmiddel van de vormmachine wordt toegevoerd.
Zelfs indien de plaat rechthoekig is afgesneden, is deze gemakkelijk te hanteren, zolang deze een dikte heeft 20 van 2 mm of meer en is het mogelijk een voorverwarmde plaat naar de vormmatrijs te transporteren.
Indien een houder wordt gevormd uit een gesneden plaat die een afmeting heeft die gelijk is aan de oppervlakte van de opening van de houder met inbegrip van het flensdeel, 25 kan de hoeveelheid afval rondom het gevormde deel worden verminderd tot 10% of nog minder in het geval van een rechthoekvormige houder en 25% of minder in het geval van een ronde houder. Indien een super-diepgetrokken houder wordt vervaardigd uit een dikke gesneden plaat, ontstaat een be-50 langrijk voordeel dat de hoeveelheid gevormde afval in grote mate kan worden verminderd vergeleken met het geval van het gewone thermisch vormen van de plaat.
Het voorverwarmingsmiddel voor de gesneden plaat kan zijn een op straling gebaseerde verwarmingsinrichting, een 55 verwarmingsinrichting met een verwarmde contactplaat, een oven met circulatie van warme lucht en dergelijke, hoewel deze opsomming niet uitputtend is. Aangezien het verwarmingsmiddel continu een dikke gesneden plaat verwarmt en deze naar een vormmatrijs transporteert, verdient de ver-40 warmende contactplaat van het bandtransporttype de voor- 800 4 0 49 11 keur. Een plaat kan uniform worden verwarmd door deze tussen twee transportbanden te verplaatsen en tussen een paar verwarmingsplaten door te voeren, terwijl de plaat licht wordt samengedrukt tussen de verwarmende platen.
5 Wanneer in het bijzonder een diepgetrokken houder wordt vervaardigd door het verwarmen van een plaat van kristal-lijne hars, zoals polypropeen, polyetheen, polyester of dergelijke tot een temperatuur die zijn smeltpunt niet overschrijdt, is de uniforme verwarming van de plaat van belang 10 en kan een houder met een grote vormdiepte worden gevormd uit een vlakke plaat slechts door toepassing van een plaat die is voorverwarmd tot een uniforme temperatuur.
De druk op de plaat door de bovenste en onderste warme drukplaten wordt uitgevoerd onder een zodanige druk, dat de 15 golven van de plaat kunnen worden gecorrigeerd en dat het gehele bovenoppervlak en onderoppervlak van de plaat uniform in aanraking kan worden gebracht met het oppervlak van de warmekruk platen hetzij direct of indirect.
Als vormbare temperatuur heeft een temperatuur binnen 20 het gebied van het kristalsmeltpunt (Oï )tot (Tm-50)°C de voorkeur in het geval van een plaat van kristallijn polypropeen.
De voorverwarmde plaat wordt naar een in figuur 2 getoonde vormmatrijs getransporteerd, die bestaat uit een 25 opneemmatrijs met een open holte en een cirkelvormig smeed-deel aangebracht aan het openingseinde van de holte (de inwendige vorm en afmeting zijn dezelfde als die van het openingseinde van de holte van de opneemmatrijs), uit een hulpmatrijs die tegenover de opneemmatrijs is opgesteld en 30 is uitgerust met een ringvormig smeeddeel dat met het smeeddeel van de opneemmatrijs een paar vormt, en uit een stempel die binnen de hulpmatrijs is aangebracht voor het trekken van de plaat in de richting van de opening van de opneemmatrijs.
35 In de vorminrichting volgens figuur 2 wordt de trans- portplaat gebruikt voor het toevoeren van een gesneden plaat aan de vormmatrijs en voor het transporteren van het gevormde voorwerp naar de ponsinrichting. Bij voorkeur is het oppervlak van de transportplaat bekleed met een ther-40 misch isolerend materiaal, teneinde te voorkomen dat de 800 4049 12 voorverwarmde plaat bij contact daarmee wordt afgekoeld.
De constructie van het transportmiddel voor de plaat is niet bijzonder beperkt.
De opneemmatrijs is bij voorkeur een metalen matrijs ver-5 vaardigd van ijzer, aluminium of dergelijke, die inwendig voorzien is van koelwegen waarlangs water circuleert, teneinde de opneemmatrijs te koelen door koel water te laten stromen door de circulatiewegen. Het flensdeel van de houder wordt eerst gevormd door bovenste en onderste smeed-10 delen. De op het smeedoppervlak uitgeoefende druk moet p 100 kg per cm van het smeedoppervlak zijn of meer. Indien 2 de druk lager is dan 100 kg per cm , wordt het flensdeel niet goed gevormd. Teneinde een relatief dun flensdeel te vormen, dat goed is gebalanceerd ten opzichte van de wand- 15 dikte van het holle deel van de houder, verdient het de voorkeur het smeden uit te voeren door het uitoefenen van 2 een smeeddruk van ongeveer 150-500 kg per cm in het geval van een plaat uit polypropeen. Door deze smeedbewerking is het gemakkelijk de dikte van het flensdeel te verkleinen tot 20 ongeveer 70-20% ten opzichte van de dikte van de oorspronkelijke plaat.
“et flensdeel dat door smeden dunner is gemaakt, verkrijgt een hoge mate van kristaloriëntatie, zodat een transparant flensdeel kan worden gevormd zelfs uit een ondoor-25 schijnende dikke plaat van polypropeen, polyetheen of dergelijke. Wanneer een flensdeel wordt gesmeed heeft het uiteindelijke flensdeel bij voorkeur een dikte van 70-30% van de dikte van de oorspronkelijke plaat. Indien bijvoorbeeld een ronde houder met een verhouding van vormdiepte tot 30 openingsmaat van 2,0 (openingsmaat 60 mm, diepte 120 mm) wordt gevormd uit een plaat van polypropeen met een dikte van 2 mm, is de gemiddelde wanddikte van het holle deel af genomen tot ongeveer 0,22 mm. Wanneer in afwijking daarvan een ringvormige flens met een breedte van ongeveer 3mm 35 wordt gevormd bij het openingseinde van het holle deel, ligt de dikte van het flensdeel bij voorkeur in het gebied van 1,4-0,6 mm. Indien de dikte van een flensdeel te groot is, verliest de houder zijn ontwerpbalans. Indien het flensdeel te dun is wordt de stijfheid van het openingsdeel te 40 laag.
800 40 49 13
De vorm van de doorsnede van het flensdeel kan sterk worden gevarieerd door het wijzigen van de vorm van het smeedmiddel. Wanneer het flensdeel wordt gevormd door het smeden van een voorverwarmde plaat, kan het smeedmiddel 5 indien gewenst, vooraf worden verwarmd, teneinde de vorm van de doorsnede van het flensdeel te wijzigen. In zulk geval wordt de opneemmatrijs hij voorkeur verdeeld in een holle matrijs en een smeedmatrijs in verhand met de koele bewerking van het holle deel van de opneemmatrijs.
10 Bij het smeden van een flensdeel wordt geadviseerd de opneemmatrijs goed te fixeren, de hulpmatrijs de opneemmatrijs snel te laten naderen en het flensdeel onmiddellijk te smeden door de werking van een stootkracht. In dit geval moeten de hulpmatrijs en de opneemmatrijs een voldoende sterk-15 te hebben om weerstand te bieden aan de kracht die nodig is voor het smeden van het flensdeel van de houder.
De stempel is bij voorkeur vervaardigd uit een metaal en inwendig uitgerust met een verwarmingsinrichting. Bij voorkeur is het oppervlak van de stempel als een spiegel 20 afgewerkt door een chroombekleding of door het aanbrengen van een laag van fluorkoolstofhars.
De vorm van de opneemmatrijs is bij voorkeur rond, rechthoekig of dergelijke overeenkomstig de vorm van de gewenste houder, terwijl de vorm en afmetingen van de opneemmatrijs 25 moet overeenkomen met die van de stempel. Hoewel het materiaal voor de opneemmatrijs niet bijzonder beperkt is, is de matrijs bij voorkeur vervaardigd uit een metaal zoals ijzer en is deze zodanig geconstrueerd, dat in het inwendige daarvan circulatiebanen voor koel-water aanwezig zijn.
30 Indien nodig wordt de opneemmatrijs verdeeld in een smeedmatrijs en een holtematrijs, die onafhankelijk worden bediend, waarbij slechts de smeedmatrijs wordt verwarmd.
Hoewel het materiaal voor de hulpmatrijs niet bijzonder beperkt is, verdient een metaal zoals ijzer de voorkeur.
35 Hoewel de weg voor de toevoer van gecomprimeerde lucht aan de bovenzijde van de hulpmatrijs van de vorminrichting volgens figuur 2 is aangebracht, is de wijze van toevoer van drukfluïdum niet daartoe beperkt en kan het drukfluïdum rechtstreeks op het oppervlak van de plaat worden geblazen 40 van het inwendige van de stempel af via kleine gaten aan- «0040 49 14 gebracht in het vooroppervlak of achteroppervlak van de stempel.
Hoewel de buitenomtrek van de flens kan worden uitge-ponsd hetzij tegelijkertijd met het vormen of vóór vormen, 5 verdient het de voorkeur het deel te verdunnen door smeden en daarna dit uit te ponsen wanneer de plaat zo dik is dat het ponsen moeilijk is. Hierdoor wordt het ponsen gemakkelijk omdat een plaat met een dikte van 70-20% van de dikte van de oorspronkelijke plaat wordt uitgeponsd.
10 Nadat het flensdeel is gesmeed, wordt de stempel voor waarts bewogen vanaf de bovenzijde van de plaat naar de holte van de opneemmatrijs, terwijl het flensdeel met behulp van de bovenste en onderste smeedmiddelen wordt gefixeerd totdat de stempel een diepte van 80% of meer van de holte 15 heeft bereikt, waardoor het deel van de oorspronkelijke plaat die binnen de flens komt, vooraf wordt gestrekt, totdat de oppervlaktestrekverhouding 5 of meer bereikt. Bij voorkeur wordt binnen 2 seconden na het smeden van de omtrek van de plaat met behulp van het paar smeedmatrijzen, de 20 stempel voorwaarts bewogen van de bovenzijde van de plaat naar de inwendige ruimte van de holte van de opneemmatrijs, teneinde de plaat tot in de opneemmatrijs te trekken. Wanneer de tijdsduur vanaf het smeden van het flensdeel van de houder tot het inbrengen van de stempel in de opneemmatrijs 25 2 seconden overschrijdt, heeft de wand van de uiteindelijke houder de neiging dikker te worden aan de grens tussen het flensdeel en de holte dan in het andere deel en daardoor is de afwerking aan het grensdeel slecht. Voorts heeft de zijwand van de uiteindelijke houder onder zulke voorwaarden de 50 neiging dunner en inferieur in stijfheid te worden. Na het smeden en koelen van het flensdeel van de houder, wordt het andere deel van de plaat geleidelijk af gekoeld, wanneer de plaat in de stand wordt gebracht, dat het flensdeel wordt gefixeerd. Derhalve wordt de stempel bij voorkeur 55 zo snel mogelijk ingebracht alvorens het binnenste gedeelte van de plaat is af gekoeld. Aangezien bij de werkwijze volgens de uitvinding het flensdeel van de houder op voorhand wordt gevormd en daarna de plaat inleidend wordt gestrekt door het inbrengen van een stempel van de bovenzijde van de 40 plaat af, terwijl het flensdeel vast wordt gefixeerd met be- 80040 49 15 hulp van de smeedmatrijzen, bestaat er geen gevaar dat de plaat van bet flensdeel in het holle deel wordt getrokken tijdens het inbrengen van de stempel. Derhalve is de grenslijn tussen het flensdeel en het holle deel zuiver en het 5 holle deel heeft een uniforme dikte zelfs nabij het openings-einde of nabij de bodem. Aangezien voorts de stempel voorwaarts wordt bewogen tot een diepte van 80% of meer van de holte, terwijl het flensdeel met behulp van een grote kracht vast wordt gefixeerd en het plaatdeel dat binnen de flens 10 ligt vooraf wordt gestrekt tot een oppervlaktestrekver-houding van 5 of meer, wordt het plaatdeel binnen de flens voldoende uniform gestrekt door het inleidend strekken met uitzondering van het plaatdeel dat in aanraking is met de punt van de stempel. In de volgende fase van het toevoeren 15 van gecomprimeerde lucht wordt het deel van de plaat dat in aanraking is met de punt van de stempel hoofdzakelijk sterk gestrekt. Indien de vormbare temperatuur van de plaat wordt uitgedrukt door T , wordt de temperatuur van de stem-pel bij voorkeur gehouden in het temperatuurgebied van 20 (T + 10)°C tot (T_ - 40)°C. Wanneer een plaat van kris-tallijn polypropeen wordt gevormd en het kristalsmeltpunt daarvan wordt uitgedrukt door !D , wordt de plaat bij voorkeur voorverwarmd tot een temperatuur binnen het gebied van Tm tot (T -50)°0 en wordt het flensdeel bij deze tempéra-25 tuur gesmeed, waarna een metalen stempel die wordt voorverwarmd tot een temperatuur van (ö?m-5)°G tot (Tm-50)°0, wordt ingebracht in de opneemmatrijs van de bovenzijde van de plaat af, teneinde de plaat inleidend te strekken tot in de opneemmatrijs.
30 Figuur 4 toont de stand van de stempel die de plaat heeft getrokken tot de uiteindelijke inbrengpositie van dé stempel in de opneemmatrijs, dat wil zeggen een aanzicht op vergrote schaal van de stand van figuur 3b· De stempel 41 bestaat uit het voorste deel 41-1 en het achterste deel 35 41-2. Foor alle doorsneden door de stempel langs de centrale hartlijn 42 in de bewegingsrichting van de stempel en evenwijdig aan de genoemde centrale hartlijn 42 heeft het voorste deel 41-1 van de plug nagenoeg de vorm van een halve ellips, waarbij de centrale hartlijn 42 ligt op de 40 korte as van de ellips en waarbij de grenslijn 43 tussen het 800 4 0 49 16 voorste deel 41-1 en het achterste deel 41-2 nagenoeg overeenkomt met de lange as van de ellips, en waarbij voorts wanneer de lengte van de lange as wordt uitgedrukt door a en de lengte van de korte as wordt uitgedrukt door b, de 5 vorm van de omtrekslijn 44 van het voorste deel van de stempel ligt in het gebied van 5 > a/b > 1. het verdient eveneens de voorkeur, dat de omtrekslijn 44 van het voorste deel van de stempel en de omtrekslijn 45 van het achterste deel van de stempel geleidelijk in elkaar overgaan, waarbij de 10 omtrekslijn 45 begint vanaf de omtrekslijn 43 tussen het voorste deel en het achterste deel van de stempel en zich uitstrekt naar het achterste einde van de stempel volgens een lineair deel, de verhouding tussen de lengte vanaf het niveau van het openingseinde van de opneemmatrijs tot aan 15 de punt van de stempel langs de centrale hartlijn en de diepte van het openingseinde van de opneemmatrijs tot aan de bodem van de opneemmatrijs ligt in het gebied van 0,85-0,98 in de uiteindelijke inbrengpositie van de stempel in de opneemmatrijs en waarbij de verhouding tussen de buiten-20 diameter van de stempel en de binnendiameter van de opneemmatrijs ter hoogte van de grens 43 tussen het voorste en het achterste deel van de stempel ligt in het gebied van 0,7-0,95.
Op dezelfde hoogte 47 als het openingseinde van de 25 opneemmatrijs 46 valt de vorm van de omtrekslijn van de doorsnede loodrecht op de centrale hartlijn 42 van de stempel 41 samen met de omtrekslijn van het openingseinde van de opneemmatrijs 46, waarbij de afmeting van de eerstgenoemde omtrekslijn kleiner is dan de afmeting van de laatstgenoemde 30 over de gehele omtrek met een bedrag dat nagenoeg overeenkomt met de dikte van de plaat 45, terwijl de stempel geleidelijk dunner wordt vanaf het achterste einde 49 naar het voorste einde 41-1, zodat de voorverwarmde plaat 45 die tot in de holte van de opneemmatrijs wordt getrokken, 35 in aanraking kan komen met het oppervlak van de stempel 41 over het gehele oppervlak van de stempelzijde in de uiteindelijke inbrengpositie van de stempel 41 in de opneemmatrijs 48, zoals in figuur 4 is getoond.
Een stempel van een bekende vorm is voor de vergelij-40 king in figuur 5 getoond, waaruit blijkt dat in de uitein- 800 4049 17 de lijke inbrengpositie van de stempel 51 in de opneemmatrijs 52, de afmeting van de omtrekslijn van de doorsnede loodrecht op de centrale hartlijn 54- van de stempel 51 ter hoogte 55 van het openingseinde 55 van de opneemmatrijs 5 aanzienlijk kleiner is dan de afmeting van de omtrekslijn van het openingseinde 53 van de opneemmatrijs over de gehele omtrek met een “bedrag dat groter is dan het "bedrag dat overeenkomt met de dikte van de plaat 56, zodat de voorverwarmde plaat 56 die in de holte van de opneemmatrijs 10 52 is getrokken, in aanraking komt met het voorste deel 5I- 1 van de matrijs, maar geleidelijk op afstand komt te liggen van het achterste deel van de stempel 51-2·
Indien een houder wordt vervaardigd door middel van een drukvorminrichting door toepassing van een stempel met 15 de bekende vorm volgens figuur 5» wordt tijdens het trekken van de plaat door het inbrengen van de stempel, het gedeelte van de plaat dat in aanraking is met het voorste deel van de stempel gestrekt, terwijl deze aanligt tegen het oppervlak van de stempel, terwijl in het plaatdeel dat 20 niet in aanraking is met de stempel, de plaat lokaal sterk wordt gestrekt en dun wordt. Als gevolg daarvan ontstaat een groot verschil in dikte tussen het plaatdeel dat in aanraking is met het voorste deel van de stempel en het plaatdeel dat niet in aanraking is met de stempel, zodat 25 als gevolg van de discontinue variatie van wanddikte, een duidelijke lijn verschijnt aan de grens van het deel in contact en het deeü uit contact van de gevormde houder.
Wanneer een houder wordt vervaardigd met de drukvorm-inrichting volgens figuur 2, waarbij een stempel wordt ge-30 bruikt met de vorm volgens de uitvinding zoals getoond in figuur 4-, is de plaat eerst in aanraking met de punt van de stempel bij het trekken van de plaat door het inbrengen van de stempel tot in de holte van de opneemmatrijs* Wanneer de stempel daalt, komt de plaat geleidelijk niet slechts 35 in contact met het voorste deel, maar eveneens met het achterste deel van de stempel en in de uiteindelijke inbrengpositie van de stempel ligt het hele oppervlak van de stempel tegen de plaat aan, zoals in figuur 4· is getoond.
Wanneer een houder volgens de werkwijze van de uit-4-0 vinding wordt vervaardigd, wordt de plaat door de stempel 800 4 0 49 18 gestrekt, wanneer deze voorwaarts tot in de opneemmatrijs wordt bewogen. Als resultaat van de strekbewerking neemt bet oppervlak van de plaat dat aanligt tegen de stempel, toe en de grenslijn tussen bet plaatdeel dat in aanraking 5 is met de stempel en bet plaatdeel dat nog niet in aanraking is met de stempel verschuift in de richting van bet achterste deel van de stempel, totdat in de uiteindelijke inbrengpositie van de stempel, de grenslijn is verschoven tot nabij bet achterste einde van de stempel. De plaat wordt 10 gestrekt bij de beweging van de stempel en bet centrale deel van de plaat wordt eerst in aanraking gebracht met de punt van de stempel, dat moeilijk kan worden gestrekt als gevolg van de hechting of wrijving tussen het stempeloppervlak en de plaat. Wanneer de stempel daalt,wordt de grenslijn tus-15 sen het plaatdeel dat nog niet hecht aan de stempel en gemakkelijk te strekken is, en het deel dat hecht aan de plaat en moeilijk te strekken is, successievelijk verschoven van het centrale deel van de plaat naar het omtreksdeel van de plaat, zodat de dikte van de plaat die in de opening van 20 de opneemmatrijs wordt getrokken, continu afneemt vanaf het plaatdeel dat aanligt tegen het voorste deel van de stempel tot het plaatdeel dat in aanraking is met het achterste deel van de stempel.
Bij de diepgetrokken houder vervaardigd door middel van 25 de stempel volgens figuur 5» kan een verschil in wanddikte-verdeling ontstaan tussen het bovenste deel van de zijwand van de houder en het onderste deel van de zijwand, zodat een lijn gemakkelijk op de zijwand kan worden gevormd. In afwijking daarvan verandert bij de diepgetrokken houder ver-30 vaardigd door toepassing van de stempel volgens figuur 4, de wanddikte slechts weinig van het onderste deel van de zijwand tot het bovenste deel van de zijwand van de houder en is er geen deel dat extreem dun is, zodat de houder een grote stijfheid heeft en geen lijn op zijn zijwand vertoont.
35 Nadat de plaat door de stempel inleidend is gestrekt, wordt een fluïdum onderdruk ingevoerd van de stempelzijde af tot op de plaat, waardoor het plaatdeel binnen de flens wordt gestrekt door het drukverschil, totdat de oppervlakte strekverhouding een bedrag van 9,0 of meer bereikt, geba-40 seerd op de oorspronkelijke plaat, teneinde de plaat tot op 8004049 19 liet oppervlak van de holte van de opneemmatrijs te drukken, opdat de vorm van de matrijs wordt aangenomen door de plaat.
In het geval van het in de vaste fase onder druk vormen van een plaat van polypropeen is de druk van de gecom-5 primeerde lucht hij voorkeur 4 kg/cm of meer. Voor het vormen van een houder uit kristallijn polypropeen met een verhouding van vormdiepte tot openingsmaat van 2,0 of meer ligt de druk van de gecomprimeerde lucht bij voorkeur in o het gebied van 5-10 kg/cm .
10 De houder kan een ronde of rechthoekige vorm hebben en een houder met een ribbe kan eveneens op dezelfde wijze worden gevormd. Een rechte houder waarvan de binnendiameter aan het openingseinde van het holle deel gelijk is aan de binnendiameter van de bodem, alsmede een tapse houder waar-15 bij de diameter geleidelijk afneemt van de opening tot de bodem, kan eveneens worden gevormd. De werkwijze volgens de uitvinding is doelmatig voor het vormen van houders met een verhouding van vormdiepte tot openingsmaat van 2,0 of meer en in het bijzonder voor het vormen van super-diepgetrokken 20 houders met een verhouding van 3i0-4,0.
De dunwandige houder vervaardigd volgens de werkwijze van de uitvinding, die bestaat uit een concaaf hol deel en een ringvormig flens^deel dat zich aan het openingseinde van het holle deel bevindt, heeft een gemiddelde wanddikte 25 van 0,1 tot 0,6 mm aan de zijwand en de bodem van het holle deel en heeft een verhouding van vormdiepte tot openingsmaat van 2,0 of meer, is lichter in gewicht dan^Bekende kunst-stofhouders vervaardigd volgens bekende werkwijzen en heeft uitstekende eigenschappen zoals glans, doorzichtigheid, 30 sterkte, stijfheid, gasbarière eigenschap en dergelijke dankzij de hoge mate van strekken en oriëntatie.
Volgens de werkwijze van de uitvinding kunnen de zogenaamde tapse houders die kunnen worden gestapeld, waarbij de binnendiameter geleidelijk toeneemt van de bodem van het 35 holle deel tot het openingseinde en de buitendiameter van de bodem kleiner is dan de binnendiameter van het genoemde openingseinde, gemakkelijk worden vervaardigd, door welke stapelmogelijkheid het transport van de houders vereenvoudigd is.
40 Dunwandige houders die volgens bekende thermische vorm- 800 40 49 20 werkwijzen zijn vervaardigd, hebben een kleine verhouding van vormdiepte tot openingsmaat en een kleine oppervlakte strekverhouding, zodat zij onvoldoende eigenschappen hebben.
ïeneinde een houder met een verhouding van vormdiepte 5 tot openingsmaat van 2 of meer door middel van een bekende spuitgietwerkwijze te vervaardigen, is het noodzakelijk de gemiddelde wanddikte tenminste 1-2 mm te kiezen, waardoor een grote hoeveelheid uitgangsmateriaal nodig is. Voorts ontbreekt het de houder aan een strekken en oriëntatie, 10 zodat zij inferieure eigenschappen hebben.
Brede flesvormige houders vervaardigd volgens een bekende blaasvormwerkwijze hebben een ongelijkmatige wanddikte verdeling, een onvoldoende strek en oriëntatie en hebben een kleine stijfheid met betrekking tot hun gewicht, zodat 15 zij inferieure eigenschappen hebben.
De dunwandige diepgetrokken houder met een verhouding van vormdiepte tot openingsmaat van 2,0 of meer, die volgens de werkwijze van de uitvinding is vervaardigd, vertoont niet slechts een sterk decoratief karakter wanneer deze met 20 voedsel of dergelijke zijn gevuld, maar kunnen de inhoud daarin lange tijd bewaren, wanneer de opening dicht is gelast, terwijl deze houder een licht gewicht heeft met betrekking tot zijn inwendige volume, zodat de houder voordelig is qua kosten in de circulatiefase. Voorts heeft de 25 houder op zichzelf in het geheel geen verbindingslijn in afwijking van door blazen gevormde voorwerpen, zodat de houder eveneens een uitstekende sterkte heeft ten aanzien van inwendige druk.
De houder volgens de uitvinding is geschikt voor het 30 vullen met elke inhoud gekozen uit vloeibare, vaste en poedervormige stoffen, in het bijzonder bij voorkeur geschikt is als een houder voor voedsel.
De uitvinding zal hierna meer concreet worden toegelicht aan de hand van voorbeelden die niet als beperking 35 maar bij wijze van illustratie worden gegeven.
Voorbeeld 1.
Een diepgetrokken ronde houder werd vervaardigd uit een plaat van polypropeen volgens de werkwijze van de uitvinding door toepassing van de inrichting volgens figuur 1 40 voor het vervaardigen van een houder.
800 4 0 49 21
De Dij het vormen gebruikte plaat werd voorbereid door het met behulp van een T-matrijs smelt-extruderen van een kristallijn polypropeen met een smeltpunt van 165°0 en een smeltindex van 1,0. De plaat met een harstemperatuur van 5 230°C werd juist na het verlaten van de ï-matrijs geleide lijk afgekoeld tot 169°C door middel van koeltrommels en werd daarna gevoerd over drie gekoelde rollen om de plaat snel tot 65°0 af te koelen, waardoor een oorspronkelijke plaat wordt verkregen met een dikte van 2,0 tot 2,5 mm, 10 een breedte van 600 mm en een lengte van 600 mm. Deze plaat werd gesneden tot platen met een vierkante afmeting van 74 mm en geplaatst in een voorverwarmingsinrichting. Daarna werden de platen gevoerd tussen de wana^druk platen door middel van bovenste en onderste transportbanden om 15 het gehele oppervlak van de plaat tot ongeveer 155°C voor te verwarmen. Een houder werd uit deze plaat gevormd in de stappen volgens de figuren 5a - 3d.
Een diepgetrokken houder met de vorm van figuur 6 en met een openingsmaat van 60 mm, een diepte van 120 mm en 20 een verhouding van diepte tot openingsmaat van 2,0 werd gevormd uit een oorspronkelijke plaat met een dikte van 2,0 mm. De verhouding van het afval 61 tot de gesneden plaat was enigszins kleiner dan 30%. De wanddikte van de houder werd gemeten in de punten A-J getoond in figuur 6.
25 Op de respectievelijke hoogten aangeduid door de symbolen A-J, werden dikten gemeten in vier punten op intervallen van 90° langs de omtrek, waaruit de gemiddelde dikten in de punten A-J werden bepaald.
Een diepgetrokken houder met de vorm volgens figuur 7 30 en met een openingsmaat van 60 mm, een diepte van 180 mm en een verhouding van diepte tot openingsmaat van 3,0 werd gevormd uit de oorspronkelijke plaat met een dikte van 2,5 mm. De wanddikte van de houder werd gemeten in de punten A-J van figuur 7· Be gemiddelde wanddikten in de respec-35 tievelijke punten werden bepaald op dezelfde wijze zoals voor de houder volgens figuur 6.
In tabel A zijn de gemiddelde wanddikten in de punten A-J van de hierboven genoemde twee soorten diepgetrokken houders in een lijst samengesteld. Elk van de houders was 40 goed qua wanddikteverdeling en uitstekend qua doorzichtig- 800 4 0 49 22 heid en sterkte.
Tabel A.
diepte—opemingsverhouding 2,0 3,0 dikte van oorspronkelijke plaat (mm) 2,0 2,5 5 A 1,1 1,4 B 0,32 0,28 C 0,23 0,24 wanddikte van houder (mm) D 0,22 0,23 E 0,20 0,19 10 F 0,20 0,18 G 0,21 0,17 H 0,26 0,19 I 0,34 0,26 J 0,40 0,30 15 Voorbeeld 2.
Een diepgetrokken ronde houder met een openingsmaat van 60 mm en een vormdiepte van 120 mm werd vervaardigd volgens de werkwijze van de uitvinding door toepassing van de inrichting volgens figuur 2 voor het vormen van een 20 houder.
In figuur 2 waren de hulpmatrijs, de opneemmatrijs en de stempel allen vervaardigd van ijzer en het binnenopper-vlak van de opneemmatrijs en het oppervlak van de stempel werden afgewerkt door het aanbrengen van een chroomlaag.
25 De temperatuur van de stempel werd geregeld met behulp van een inwendig verwarmingsorgaan. Koel^water werd binnen de opneemmatrijs in circulatie gebracht. De doorsneden van de opneemmatrijs en de pel hadden de vormen die in de figuren 4 en 5 zijn getoond. Hierna wordt een stempel waarvan de 30 doorsnede de vorm van figuur 4 heeft, de stempel 1 genoemd en een stempel waarvan de doorsnede de vorm heeft van figuur 5» de stempel 2.
De stappen waarin de houder werd vervaardigd, zijn getoond in de figuren 3a-3d. Nadat de houder is gevormd, 35 werd het deel dat de flens omgeeft, weggeponsd en vervolgens werd de wanddikte verdeling gemeten van de houder vervaardigd volgens de werkwijze van de uitvinding. De kunststof platen gebruikt voor het vormen van de houder, waren polypropeen, polyetheen en platen van het polypropeen type 40 uit verschillende lagen.
800 4 0 49 23
De plaat van polypropeen werd met "behulp van een T-matrijs vervaardigd door smeltextrusie uit een kristallijn polypropeen (smeltpunt 160°C) "bereid door het toevoegen van 25 gewichtsdelen van een willekeurig copolymeer van -5 propeen (MI » 7,0) aan 100 gewichtsdelen van een homopoly-meer van propeen (MI = 1,0). De plaat werd na het verlaten van de T-mat rijs "bij een hars temperatuur van 240°G langzaam gekoeld tot 170°C door deze te voeren door een koelinrich-ting, waarna de plaat werd geleid door een spleet tussen 10 twee koelrollen, waardoor de plaat snel werd afgekoeld tot een plaattemperatuur van 60°C, teneinde een plaat te verkrijgen met een dikte van 2,2 mm en een "breedte van 160 mm. Een vierkante plaat van 75 mm in het vierkant werd daaruit uitgesneden en gebruikt voor het vormen.
15 De polyetheenplaat werd met behulp van een I-matrijs vervaardigd door smeltextrusie uit een polyetheen met een smeltpunt van 128°C en een dichtheid van 0,96 gram/cm^.
De plaat had een dikte van 2,3 mm en een breedte van 160 mm. Op dezelfde wijze als hierboven is vermeld werd een vier-20 kante plaat van 75 mm in het vierkant daaruit uitgesneden en gebruikt voor het vormen.
De uit verscheidene lagen bestaande plaat van het polypropeen type was een plaat uit vijf lagen ^polypropeen (dezelfde als hierboven)/hechtend polypropeen/een copoly-25 meerhars uit verzeept ethyleenvinylacetaat/hechtend poly-propeen/prc^een (dezelfde als hierboven)"! met een dikte van 2,3 mm en een breedte van 160 mm vervaardigd door een co-extrusiemethode onder dezelfde trek- en koelvoorwaarden zoals hierboven vermeld voor de plaat uit polypropeen. Uit 30 deze plaat werd een vierkante plaat van 75 mm in het vierkant uitgesneden en gebruikt voor het vormen.
De wanddikte van de houder werd gemeten in de punten A-J getoond in figuur 6. Op de respectievelijke hoogten aangeduid door de symbolen A-J, werden de dikten in vier 35 punten met intervallen van 90° langs de omtrek gemeten, waaruit de gemiddelde dikte in de punten A-J werd bepaald.
In tabel B zijn de gemiddelde wanddikten in de punten A-J in een lijst samengesteld, alsmede de aanwezigheid of afwezigheid van een lijn op de zijwand en de resultaten van 40 de bepaling van de stijfheid van de diepgetrokken houders 800 4 0 49 24 vervaardigd volgens de werkwijze van de uitvinding door toepassing van de stempel 1 en stempel 2.
De aanwezigheid of afwezigheid van een lijn op de zijwand werd bepaald met het "blote oog» terwijl de mate van 5 stijfheid door voelen werd bepaald.
Tabel B. 1 800 4 0 49 25 d- P P· σ' cK Η· H· ® H, ct W ^
S' (D ct P
CD 4 CD P
Pb £: f <4 p· w eg φ * w P _ ro <ί Λ . Ώ (B Pj 4
p CD O
pi P* £ 0 o &
p CD
N Pi H* cü: CD p* S 4
P
B, CD d
dr H
* 0 P
_λ 0 P
d ct
CD
H
OOOOO OOOOOCQ *d
hrj ·« >s <# ^ >* ^ -#·# ^ ct O
wwwwwrowrowco® h d d CD 4
Η O
d -i 0 1-3 0 p P σ'
OOOOOOOOOOCQ CD
q ο ,»,#*,·***··»·»'» ct I—1
O^PO^JJ-F^ -1 -i -i W W (S Φ rutflOui^-Niowro-Fa W
d ♦
CD
H
ΓΟ oooooooooocq d t» HJ ct o v>jrororoiOrorororooo0 h ro-Njcnro’oJ-l^-^vn'^viS ^ d 0 0 ct H O' ro _λ ro Ö OOOOOOOOOOCQ O O >».».*«#«»«*>*«*«»'»ct
OJOJOJ-i^-^-^-^rOVMOOP
VNOIUO^vDOi^^roS
d 0 H d σ' P ΓΟ O 0 H· η ω ct a ? <1 OOOOO OOOOOCQ 4 P 0 ^jj ^n·*-*-*'*'*'*'*'* c+ Ο p 4 rorororororororowvx)©'^ p* m
vDdiVJlOJWOi-F-FOWS CD 0 O
d CD ir 0 P d 0 I—1 ct η η-Η p Pi d p 0 0 ct 4 0 OOOOOOOOOOCQ <3 O ct 03 f—1
^f\)|\)|rJJfOI\)\>lvD(D P P
oaivOfCoaio^^oB _ crc d p ® 0 0 p H ct
800 4 0 49 M
26
Opmerking: *1:4 graads bepaling: A: geen strepen werden gevormd tijdens bet vormen van de houder.
B: nagenoeg geen strepen werden gevormd tijdens het 5 vormen van de houder; G: een klein aantal strepen werd gevormd tijdens het vormen van de houder D: een groot aantal strepen werd . gevormd tijdens het vormen van de houder.
10 *2:4 graads bepaling: A: sterk B: tamelijk sterk G: tamelijk zwak D: zwak 15 De diepgetrokken houders vervaardigd volgens de werk wijze van de uitvinding waren uitstekend met betrekking tot de wanddikteverdeling, het uiterlijk en de stijfheid.
800 40 49
Claims (15)
1. Dunwandige diepgetrokken houder gevormd uit een plaat van thermoplastische hars, met het kenmerk dat de houder is voorzien van een ringvormig flensdeel aan 5 zijn openingseinde, dat de houder een verhouding van diepte tot openingsmaat heeft van 2,0 of meer, een gemiddelde wanddikte van 0,1 mm tot 0,6 mm aan zijn zijwand en een bodem-en flensdikte van 0,6 mm tot 1,4 mm.
2. Dunwandige diepgetrokken houder volgens conclusie 10 1, m e t het kenmerk, dat de inwendige diameter van de zijwand geleidelijk toeneemt van de bodem tot de opening en de uitwendige diameter van de bodem kleiner is dan de inwendige diameter van de opening,
3. Dunwandige diepgetrokken houder volgens conclusie 15. of 2,met het kenmerk, dat de plaat uit ther moplastische hars een uit een laag bestaande plaat van een styreen hars is, een vinylchloride hars, een polyalkeen of een polyester, of een gelamineerde plaat is bestaande uit twee of meer soorten van deze harsen. 20
4, Dunwandige diepgetrokken houder volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de plaat bestaat uit een kristallijn thermoplastische hars.
5. Dunwandige diepgetrokken houder volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de plaat uit kristallij- 25 ne thermoplastische hars een plaat is uit kristallijn poly-etheen of kristallijn polypropeen.
6. Dunwandige diepgetrokken houder volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de plaat uit thermoplastische hars een uit verscheidene lagen bestaande 30 plaat is, waarbij een laag uit polypropeen, een laag uit hechtend polyalkeen, een laag uit een verzeepte ethyleen-vinylacetaat copolymeer, een laag uit hechtend polyalkeen en een laag uit polypropeen in deze volgorde zijn gelamineerd.
7. Werkwijze voor het uit een thermoplastische hars 35 vervaardigen van een dunwandige diepgetrokken houder door middel van het vormen onder druk met behulp van een stempel, met het kenmerk, dat een plaat uit thermoplastische hars met een dikte van 1,2 mm of meer wordt voorverwarmd tot een vormbare temperatuur; dat een totale druk 40 van 100 kg/cm van het te smeden oppervlak wordt uitge- 8004049 oefend op de voorverwarmde plaat vanaf de "bovenzijde en onderzijde door middel van een paar ringvormige smeedmidde-len (inwendige vorm en afmeting van de smeedmiddelen zijn dezelfde als die van het openingseinde van de holte van een 5 opneemmatrijs), waardoor het randdeel van de plaat wordt gesmeed en gekoeld om een ringvormig flensdeel te vormen; dat terwijl het flensdeel vast wordt gefixeerd met behulp van het bovengenoemde paar smeedmiddelen, de plaat wordt getrokken tot in de holte van de opneemmatrijs tot een diep-10 te van 80% of meer gebaseerd op de diepte van de holte door middel van een metalen stempel die op een temperatuur wordt gehouden liggend tussen (ü?s+10)oC en (ïg-40)°C, waarbij Tg de temperatuur van de voorverwarmde plaat is, teneinde het deel van de oorspronkelijke plaat inleidend te strekken, 15 dat binnen het flensdeel ligt; dat een fluïdum onderdruk daarna wordt ingevoerd van de stempelzijde af tot op de plaat, waarbij het deel van de plaat dat binnen het flensdeel komt, wordt gestrekt door het drukverschil, totdat de op-pervlakte^strekverhouding een waarde van 9 of meer bereikt 20 gebaseerd op de oorspronkelijke plaat, waardoor de plaat op het oppervlak van de holte van de opneemmatrijs wordt gevormd teneinde een verhouding van vormdiepte tot openingsmaat van 2,0 of meer te bereiken.
8. Werkwijze volgens conclusie 7» met het ken-25 merk, dat de voorverwarmde plaat door middel van de stempel tot in de holte van de opneemmatrijs wordt getrokken binnen twee seconden na het smeden van het randdeel van de plaat door middel van het paar smeedmiddelen.
9. Werkwijze volgens conclusie 7 of 8, met het 50 kenmerk, dat de plaat uit een kristallijne kunststof bestaat.
10. Werkwijze volgens conclusie 9» m e t het kenmerk, dat de plaat een uit een laag bestaande plaat is uit kristallijn polypropeen, of een uit verschei- 55 dene lagen bestaande plaat hoofdzakelijk bestaande uit een laag kristallijn polypr opeen, waarbij de vorm bare temperatuur een temperatuur is die ligt binnen het gebied van het kristalsmeltpunt (ü?m) van het kristallijne polypropeen tot (Im-50)°G en waarbij de temperatuur van de stempel ligt in 40 het gebied van (Tm-5)°C tot (Tm-50)°C. 800 40 49
11. Werkwijze volgens conclusie 9» m e t het kenmerk, dat de plaat uit kristallijne kunststof een uit een laag bestaande plaat is van kristallijn polyetheen, of een uit verscheidene lagen bestaande plaat hoofdzake- 5 lijk bestaande uit een laag kristallijn polyetheen, waarbij de vormbare temperatuur een temperatuur is binnen het gebied van het kristalsmeltpunt (Tm) van het kristallijne polyetheen tot (Tm-50)°C waarbij de temperatuur van de stempel een temperatuur is binnen een gebied van (Tm~5)°C 10 tot (ïm-50)°c.
12. Werkwijze volgens een van de conclusies 7 tot en met 11, met het kenmerk, dat de plaat wordt getransporteerd naar een voorverwarmingsinrichting bestaande uit tenminste een paar warme drukplaten om de plaat 15 voor te verwarmen tot de vormbare temperatuur.
13· Werkwijze volgens conclusie 12, met het kenmerk, waarbij tijdens het transport van de plaat naar de voorverwarmingsinrichting de plaat wordt gebracht tussen een paar transportbanden, welke plaat wordt geleid 20 tot in de spleet tussen de warmejdruk^platen door rotatie van de genoemde transportbanden, terwijl de plaat ligt tussen de transportbanden,en dat de plaat wordt gevoerd tussen de warme|druk>-platen om deze voor te verwarmen tot de vormbare temperatuur.
14. Werkwijze volgens een van de conclusies 7 tot en met 13, m e t het kenmerk, dat de stempel bestaat uit een voorste deel en een achterste deel; dat voor alle doorsneden door de stempel en door de centrale hartlijn in de bewegingsrichting van de genoemde stempel en 30 evenwijdig aan de centrale hartlijn van de stempel, het voorste deel nagenoeg de vorm heeft van een halve ellips, waarbij de centrale hartlijn van de stempel ligt op de korte as van de ellips, de grenslijn tussen het voorste deel en het achterste deel nagenoeg overeenkomt met de lange as 35 van de ellips en waarbij wanneer de lengte van de lange as wordt uitgedrukt door a en de lengte van de korte as door b, de vorm van de omtrekslijn van het voorste deel van de stempel ligt in het gebied van 5£ a/t > 1; dat de omtrekslijn van het voorste deel en de omtrekslijn van het achter-40 ste deel geleidelijk in elkaar overgaan; dat de omtrekslijn 8004049 die begint bij de grenslijn tussen het voorste deel en het achterste deel en die in de richting van het achterste einde verloopt, esn nagenoeg lineair deel vormt; dat in de uiteindelijke inbrengpositie van de stempel in de opneem-5 matrijs^erhouding tussen de lengte van de hoogte van het openingseinde van de opneemmatrijs tot de punt van de stempel op de centrale hartlijn van de stempel en de diepte van het openingseinde van de opneemmatrijs tot de bodem van de opneemmatrijs ligt in het gebied van 0,85 tot 0,98; en dat 10 ter hoogte van de grenslijn tussen het voorste en achterste deel van de stempel, de verhouding tussen de buitendiameter van de stempel en de binnendiameter van de opneemmatrijs 0,7 tot 0,95 is.
15. Werkwijze volgens een van de conclusies 7 tot en 15 met 13, 1 e t het kenmerk, dat de stempel bestaat uit een voorste deel en een achterste deel, dat voor alle doorsneden door de stempel volgens de centrale hartlijn in de bewegingsrichting van de stempel en evenwijdig aan de centrale hartlijn van de stempel, het voorste deel 20 een gebogen omtreksdeel heeft, waarbij de omtrekslijn van het voorste deel en de omtrekslijn van het achterste deel geleidelijk in elkaar overgaan en waarbij het achterste deel bestaat uit een wezenlijk lineair omtreksdeel dat zich uitstrekt naar het achterste einddeel; dat de vorm van de om-25 trek van de doorsnede loodrecht op de centrale hartlijn van de stempel overeenkomt met de vorm van de omtrek van het openingseinde van de opneemmatrijs, waarbij de afmeting van de doorsnede-omtrek van de matrijs kleiner is dan de afmeting van de omtrek van het openingseinde van de opneemma-30 trijs over de gehele omtrek met een bedrag dat nagenoeg overeenkomt met de dikte van de genoemde plaat op dezelfde hoogte als het openingseinde van de opneemmatrijs, zodat in de uiteindelijke inbrengpositie van de stempel in de opneemmatrijs de voorverwarmde plaat die tot in de holte van de 35 opneemmatrijs is getrokken, in aanraking kan komen met het gehele oppervlak van de stempel; en dat de diameter van de stempel geleidelijk afneemt van het achterste einde tot het voorste einde daarvan. ********* 8004049
Applications Claiming Priority (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
JP8923179 | 1979-07-16 | ||
JP8923179A JPS5613123A (en) | 1979-07-16 | 1979-07-16 | Plastic vessel and manufacture thereof |
JP2265580 | 1980-02-27 | ||
JP2265580A JPS56118812A (en) | 1980-02-27 | 1980-02-27 | Manufacture of hollow container with thin material |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8004049A true NL8004049A (nl) | 1981-01-20 |
Family
ID=26359921
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8004049A NL8004049A (nl) | 1979-07-16 | 1980-07-14 | Dunwandige diepgetrokken houder van thermoplastische hars en werkwijze voor het vervaardigen daarvan. |
Country Status (5)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4404162A (nl) |
DE (1) | DE3026810C2 (nl) |
FR (1) | FR2461652B1 (nl) |
GB (1) | GB2055324B (nl) |
NL (1) | NL8004049A (nl) |
Cited By (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4358492A (en) * | 1980-10-22 | 1982-11-09 | The Goodyear Tire & Rubber Company | Novel process for deep stretch forming of polyesters |
US4388356A (en) | 1981-11-16 | 1983-06-14 | The Goodyear Tire & Rubber Company | Heat setting a thermoformed PET article utilizing a male plug as a constraint |
US4419320A (en) * | 1980-10-22 | 1983-12-06 | The Goodyear Tire & Rubber Company | Novel process for deep stretch forming of polyesters |
Families Citing this family (32)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4619806A (en) * | 1985-03-15 | 1986-10-28 | The Procter & Gamble Company | Method of forming highly oriented thermoplastic articles |
DE3733759C2 (de) * | 1986-11-05 | 1988-10-13 | Reifenhaeuser Masch | Verfahren zum herstellen eines behälters aus einer verbundfolie mit einer schicht aus pvdc |
US4836764A (en) * | 1987-10-13 | 1989-06-06 | Questech Ventures Inc. | Melt-phase thermal pressure apparatus for forming of plastic blanks into retortable containers |
JPH0283876A (ja) * | 1988-09-20 | 1990-03-23 | Hitachi Maxell Ltd | デイスクカートリツジ |
US5209892A (en) * | 1989-06-07 | 1993-05-11 | Mobil Oil Corporation | Process for producing thermoformable polypropylene films and sheets |
JP2593737B2 (ja) * | 1990-08-20 | 1997-03-26 | 株式会社ケンウッド | フィルム成形装置およびフィルム成形方法 |
DE9109287U1 (de) * | 1991-07-27 | 1992-09-03 | Verpaco AG, Hünenberg | Formwerkzeug zur Herstellung von Kunststoffbechern |
US5514315A (en) * | 1994-07-29 | 1996-05-07 | Watkins Manufacturing Corporation | Polypropylene spa shell manufacturing method |
FR2766123B1 (fr) * | 1997-07-21 | 1999-10-08 | Erca | Installation et procede de fabrication de recipients par thermoformage |
US6038915A (en) * | 1997-07-25 | 2000-03-21 | Questech Packaging, Inc. Liquidating Trust | Automated testing apparatus and method, especially for flexible walled containers |
US6093462A (en) * | 1997-10-03 | 2000-07-25 | Questech Packaging Inc. | Low orientation thermoplastic sheet products and processes |
US7655179B2 (en) * | 2001-03-12 | 2010-02-02 | Toyo Seikan Kaisha, Ltd. | Heat-resistant resin container and method of producing the same |
FR2828831B1 (fr) * | 2001-08-23 | 2006-11-24 | Erca Formseal | Procede et installation pour thermoformer des objets tels que des recipients |
US8858858B2 (en) * | 2002-03-15 | 2014-10-14 | Graphic Packaging International, Inc. | Method of forming container with a tool having an articulated section |
US20040262322A1 (en) * | 2002-03-15 | 2004-12-30 | Middleton Scott William | Container having a rim or other feature encapsulated by or formed from injection-molded material |
FR2842136B1 (fr) * | 2002-07-09 | 2004-10-01 | Erca Formseal | Installation pour fabriquer des objets par thermoformage a partir de pastilles de materiau thermoplastique |
US7862318B2 (en) * | 2002-10-08 | 2011-01-04 | Graphic Packaging International, Inc. | Container having a rim or other feature encapsulated by or formed from injection-molded material |
ES2388716T3 (es) | 2002-10-08 | 2012-10-17 | Graphic Packaging International, Inc. | Método y herramienta para la formación de un recipiente que tiene un reborde u otra conformación encapsulada, o formada de un material moldeado por inyección. |
ITMO20040158A1 (it) * | 2004-06-24 | 2004-09-24 | Green Pack S R L | Apparati metodi per confezionare prodotti. |
US8124201B2 (en) * | 2006-03-10 | 2012-02-28 | Graphic Packaging International, Inc. | Injection-molded composite construct |
JP4796439B2 (ja) * | 2006-05-17 | 2011-10-19 | 株式会社ショーワ | 緩衝器用樹脂被膜ピストン装置 |
EP1987943A1 (en) * | 2007-05-02 | 2008-11-05 | Thermal Cyclic Technologies TCTech i Stockholm AB | Method and system for producing a three-dimensional article |
WO2009086501A2 (en) | 2007-12-28 | 2009-07-09 | Graphic Packaging International, Inc. | Injection-molded composite construct and tool for forming construct |
WO2009088904A2 (en) * | 2007-12-31 | 2009-07-16 | Graphic Packaging International, Inc. | Tool for forming construct |
US7975871B2 (en) | 2008-04-04 | 2011-07-12 | Graphic Packaging International, Inc. | Container with injection-molded feature and tool for forming container |
EP2810884A1 (en) * | 2013-06-06 | 2014-12-10 | Basell Poliolefine Italia S.r.l. | Propylene based terpolymer for containers |
GB2547767B (en) * | 2014-05-01 | 2019-01-09 | Gr8 Eng Ltd | Apparatus for forming a blow moulded container |
EP3261942B1 (en) | 2015-02-27 | 2019-12-18 | Graphic Packaging International, LLC | Container with coating |
DE102019004970A1 (de) * | 2019-07-18 | 2021-01-21 | Kiefel Gmbh | Thermoformwerkzeug, thermoformstation, anlage zum herstellen eines thermogeformten formteils und verfahren zum herstellen eines thermogeformten formteils |
EP4074616A1 (de) * | 2021-04-14 | 2022-10-19 | PACCOR Packaging GmbH | Becher und verfahren zum herstellen eines bechers |
EP4074615A1 (de) * | 2021-04-14 | 2022-10-19 | PACCOR Packaging GmbH | Becher und verfahren zum herstellen eines bechers |
WO2024130159A1 (en) * | 2022-12-16 | 2024-06-20 | W. L. Gore & Associates, Inc. | Forming monolithic polyethylene articles |
Family Cites Families (21)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2891280A (en) * | 1954-07-20 | 1959-06-23 | Us Products Corp | Method and apparatus for forming hollow plastic articles |
US2854694A (en) * | 1956-02-16 | 1958-10-07 | Owens Illinois Glass Co | Method and apparatus for forming bodies from plastic materials |
FR1238405A (fr) * | 1959-07-01 | 1960-08-12 | Manducher & Cie E | Perfectionnement au procédé d'emboutissage-formage de feuilles thermoplastiques et emboutisseur pour la mise en oeuvre du procédé perfectionné |
US3172927A (en) * | 1962-08-22 | 1965-03-09 | Mojonnier Inc Albert | Method and apparatus for molding plastic articles |
CH391284A (fr) * | 1963-04-29 | 1965-04-30 | Hoffco S A | Procédé de thermoformage de corps creux profonds |
US3235639A (en) * | 1963-05-07 | 1966-02-15 | American Can Co | Solid flanged thermoplastic articles and apparatus and method for making the same |
GB1037115A (en) * | 1964-05-12 | 1966-07-27 | Owens Illinois Inc | A method of making hollow plastic articles |
US3342914A (en) * | 1964-07-13 | 1967-09-19 | Illinois Tool Works | Method and apparatus for deep draw molding |
US3510913A (en) * | 1966-06-08 | 1970-05-12 | Illinois Tool Works | Deep drawn article forming apparatus |
US3470281A (en) * | 1966-09-14 | 1969-09-30 | Sterling Extruder Corp | Method of forming a flanged container |
NL6716923A (nl) * | 1966-12-13 | 1968-06-14 | ||
US3757718A (en) * | 1966-12-13 | 1973-09-11 | Shell Oil Co | Method for forming hollow articles of work-stengthenable plastic materials |
DE1679918A1 (de) * | 1967-03-09 | 1971-03-25 | Bosch Gmbh Robert | Verfahren und Vorrichtung zum Herstellen flaschenartiger Behaelter aus Kunststoff |
JPS509818B1 (nl) * | 1967-04-10 | 1975-04-16 | ||
FR2006639A1 (nl) * | 1968-04-22 | 1970-01-02 | American Can Co | |
AU450193B2 (en) * | 1970-03-19 | 1974-06-13 | Dow Chemical Company, The | Retortable food package |
GB1325726A (en) * | 1970-11-13 | 1973-08-08 | Plastona Waddington Ltd John | Method of manufacture thin walled containers |
BE775844A (nl) * | 1970-12-04 | 1972-05-26 | Shell Int Research | |
CA1006672A (en) * | 1972-07-03 | 1977-03-15 | Illinois Tool Works Inc. | Plastic preform |
GB1469756A (en) * | 1973-06-05 | 1977-04-06 | Stoud Ltd D | Manufacture of disposable containers or cups |
US4059380A (en) * | 1976-08-26 | 1977-11-22 | The Standard Oil Company | Deep-draw thermoforming of thermoplastic sheet |
-
1980
- 1980-07-11 US US06/167,588 patent/US4404162A/en not_active Expired - Lifetime
- 1980-07-14 GB GB8022981A patent/GB2055324B/en not_active Expired
- 1980-07-14 NL NL8004049A patent/NL8004049A/nl not_active Application Discontinuation
- 1980-07-15 DE DE3026810A patent/DE3026810C2/de not_active Expired
- 1980-07-16 FR FR8015664A patent/FR2461652B1/fr not_active Expired
Cited By (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4358492A (en) * | 1980-10-22 | 1982-11-09 | The Goodyear Tire & Rubber Company | Novel process for deep stretch forming of polyesters |
US4419320A (en) * | 1980-10-22 | 1983-12-06 | The Goodyear Tire & Rubber Company | Novel process for deep stretch forming of polyesters |
US4388356A (en) | 1981-11-16 | 1983-06-14 | The Goodyear Tire & Rubber Company | Heat setting a thermoformed PET article utilizing a male plug as a constraint |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
DE3026810A1 (de) | 1981-02-12 |
GB2055324B (en) | 1983-07-20 |
DE3026810C2 (de) | 1985-04-18 |
FR2461652B1 (fr) | 1985-10-25 |
FR2461652A1 (fr) | 1981-02-06 |
GB2055324A (en) | 1981-03-04 |
US4404162A (en) | 1983-09-13 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8004049A (nl) | Dunwandige diepgetrokken houder van thermoplastische hars en werkwijze voor het vervaardigen daarvan. | |
US5674448A (en) | Multi-layer containers | |
US3955697A (en) | Multilayered hollow plastic container | |
RU2174466C2 (ru) | Способ и устройство для изготовления фасонных упаковок и емкость для индивидуальной укладки штучных изделий в углубления | |
FI111850B (fi) | Polystyreenivaahtolevy ja menetelmä sen työstämiseksi | |
US9713906B2 (en) | Cup-forming process and machine | |
US20040115376A1 (en) | Textured in-mold label | |
JPS5829202B2 (ja) | 熱可塑性物品の製造方法及び装置 | |
US5762854A (en) | Compression molding process | |
US5571473A (en) | Process for thermoforming thermoplastic resin sheet | |
JPS595035A (ja) | 複層中空成形体の製造方法 | |
NL8004146A (nl) | Met een bepaalde contour gemodelleerde pulphouder met polyestervoering. | |
US4478663A (en) | Plastic sheet having high gloss and low coefficient of friction and method for producing the same | |
EP4117887B1 (en) | Methods of making a pulp bottle with molded interior lining | |
JPS58163625A (ja) | 高光沢、低摩擦係数プラスチツクシ−トの製法 | |
JPS6144051B2 (nl) | ||
JP2006315205A (ja) | プレス加工機およびそれを用いたひだ付きカップ製造方法 | |
JP7075932B2 (ja) | 微細パターンを有する製品及び該製品を生産するプロセス | |
EP0217864A1 (en) | Cup rim and method | |
EP0027914A1 (en) | An oriented Plastics preform for making an open mouth container | |
JP2002361724A (ja) | ポリエチレンシートの熱成形方法、熱成形用樹脂シート、熱成形用樹脂シートの製造方法およびポリエチレンシートを使用した熱成形品の製造方法 | |
RU2033372C1 (ru) | Тюбик и способ его изготовления | |
FR2728501A1 (fr) | Procede de fabrication de barquettes en materiau thermoformable expanse, dispositif mettant en oeuvre le procede et barquettes ainsi obtenues | |
JP2024033641A (ja) | 複合容器の製造方法及び複合容器用の紙複合原反 | |
JPH10109358A (ja) | 容器成形装置及び方法 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1A | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BV | The patent application has lapsed |