NL8003253A - Verpakking voor het opnemen en afgeven van kleine hoeveelheden vloeiend materiaal. - Google Patents

Description

‘ i i VO 0582

Verpakking voor het opnemen en afgeven van kleine hoeveelheden vloeiend materiaal.

De uitvinding heeft betrekking op een uit twee met elkaar verbonden stukken folie gevormde verpakking voor het opnemen en afgeven van kleine hoeveelheden vloeiend, in het bijzonder vloei-. baar, visceus, pasta-achtig materiaal, bestaande uit een samendruk- 5 bare houder voor het opnemen van het materiaal en een ruimte in het bereik van een aandrukbare houder, -waarbij de ruimte door een gedwongen breukplaats van de houder ge-scheiden is en met een uittreed-opening voor het materiaal in verbinding staat.

Bij bekende verpakkingen van dit type bestaat het nadeel, 10 dat na het doen springen, resp. openen van de gedwongen breukplaats door het uitoefenen van een sterke druk op de samendrukbare houder het materiaal direkt naar de uittreedopening komt en daaruit ontwijkt. Daardoor kan materiaal verloren gaan en bij ongunstig .richten van de verpakking zelfs de kleding van de gebruiker verontrei-15 nigen. Een verder nadeel bestaat daarin, dat bij een vervolgens drukken van het materiaal uit de verpakking de uittreedsnelheid en de uittredende hoeveelheid zeer sterk afhankelijk zijn van de vingerdruk, welke de gebruiker op de houder met de daarin zich bevindend materiaal uitoefent. Dit is bijv. dan nadelig, wanneer 20 een streng van een pasta-achtige mengcomponent voor doseerdoeleinden op een meetstaaf gebracht moet worden, een vloeiende component constant met een andere component verenigd moet worden als afdichtend- resp. bekledingsmateriaal in een constante filmdikte op een onderlaag gebracht dient te worden.

25 Voorts is het voor het opslaan en afgeven van schoencrème bekend, in de houder onder tussenschakeling van een gedwongen breukplaats een sponsje op te nemen, door de poriën waarvan schoencrème afhankelijk van de op de samendrukbare houder uitgeoefende druk afgegeven wordt.

30 Deze constructie heeft het nadeel, dat een betrekkelijk grote druk noodzakelijk is, om de schoencrème door de open poriën van het sponsje te drukken, waarbij steeds binnen het sponsje resten achterblijven, welke een wederom gebruik van de verpakking bemoeilijken en een volledig verbruik van het materiaal uitsluiten.

35 Het doel van de uitvinding is een verpakking voor het on- 800 3 2 51 ♦ r -2- nemen resp. opslaan en afgeven van kleine hoeveelheden vloeiend materiaal te verschaffen, waarbij een voortijdig uittreden van materiaal bij het uitoefenen van verhoogde druk voor het doen springen, resp. openen van de gedwongen breukplaats vermeden wordt 5 en bij het afgeven van het materiaal een constant, onafhankelijk van de druk uittreden van het materiaal uit de afvoeropening gewaarborgd is.

Voor het oplossen van dit probleem wordt bij een verpakking vak het hierboven bedoelde type voorgesteld, dat in de ruimte 10 een· smoormiddel is opgenomen.

Hierdoor wordt het voordeel verkregen, dat de verpakking zonder hulpmiddelen, zoals een schaar, geopend kan worden.

Het materiaal is in de houder opgeslagen en tegen uittreden van zelfs zeer kleine hoeveelheden geborgd. De ruimte, 15 welke door de gedwongen breukplaats van de het materiaal opnemende houder gescheiden is, is van een uittreedopening voorzien, welke steeds open is en een voorafbepaalde vorm en grootte heeft. De uittreedopening kan dus voor het afgeven van brede, dunne films of voor strengen bemeten zijn, welke een rechthoekige, ovale of 20 ronde doorsnede hebben. Dergelije materiaalstrengen«zijn geschikt voor het doseren van een van een aantal componenten van een mengsel of verbinding.

De samendrukbare houder wordt geopend doordat een krachtige druk daarop wordt uitgeoefend, zodat het materiaal de gedwongen 25 breukplaats doet stukspringen, resp. opent. Onafhankelijk van de uittreedsnelheid van het materiaal uit de houder wordt dit bovendien in de ruimte tegengehouden als gevolg van de werking van de smoormiddelen.

Niettegenstaande het uitoefenen van een krachtige druk 30 ontwijkt geen materiaal door de uittreedopening. Pas wanneer ver volgens de druk op de samendrukbare houder verder uitgeoefend wordt, ontwijkt constant materiaal door de uittreedopening, waarbij dit ontwijken resp. constant afgeven eveneens door de smoormiddelen bestuurd wordt. Ongelijkmatig drukken wordt dus door de bij de 35 ruimte behorende smoormiddelen vereffend. De uittredende materiaal-strook is dus ook onafhankelijk van de nog in de samendrukbare houder zich bevindende hoeveelheid materiaal.

800 3 2 53 -3-

Doelmatig worden de smoormiddelen gevormd door een "binnen de ruimte aanwezige blokkeerwand. Deze blokkeerwand kan aan een van de foliedelen zijn bevestigd Ook is het mogelijk deze wand uit een stuk met het foliegedeelte te vormen.

5 De bij de gedwongen breukplaats behorende ruimte kan ook leeg zijn, wanneer de smoormiddelen als plat kanaal zijn uitgevoerd, dat de ruimte met de uittreedopening verbindt. Doelmatig is dan de lengte van het kanaal iets korter gekozen dan de van de viscositeit van het materiaal afhankelijke lengte van het kanaal, zodat 10 gewaarborgd is, dat bij het uitoefenen van een verhoogde druk op de samendrukbare houder voor het doen springen, resp. openen van de gedwongen breukplaats het materiaal in het kanaal gesmoord, echter bij een vervolgens drukken het uittreden van het materiaal uit het kanaal niet gehinderd wordt. Het smoorkanaal kan inch vorm van een 15 serpentine zijn uitgevoerd.

In het bijzonder wanneer de bij de gedwongen breukplaats behorende ruimte leeg is, kan deze eveneens samendrukbaar zijn en aldus het doseren van kleine volumes mogelijk maken, welke precies met het bevattingsvermogens van de ruimte overeenstemmen.

20 Voorts heeft de uitvinding een werkwijze voor het afgeven van kleine hoeveelheden vloeiend materiaal uit een verpakking door verhogen van de inwendige druk binnen een samendrukbare houder voor het opslaan van het materiaal en met een ruimte in het bereik van . de samendrukbare houder, waarbij de ruimte door een gedwongen 25 breukplaats van de houder gescheiden is en met een uittreedopening voor het materiaal in verbinding staat, waarbij er volgens de uitvinding voor gezorgd is, dat door het verhogen van de inwendige druk van de samendrukbare houder de gedwongen breukplaats geopend wordt, het materiaal binnen de ruimte ontspant en door smoormiddelen 30 binnen de ruimte wordt tegengehouden, welke bij die ruimte behoren, en'dat materiaal daardoor continu wordt afgegeven, doordat dit bij het verder op de samendrukbare houder uitoefenen van druk de smoormiddelen passeert.

In de tekening zijn uitvoeringsvormen van de uitvinding 35 weergegeven, aan de hand waarvan een en ander wordt toegelicht.

In de tekening toont: figuur 1 een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een verpakking 800 32 53 -1+-

J

in bovenaanzicht, figuur 2 een langsdoorsnede van de verpakking volgens figuur 1, figuur 3 een tweede uitvoeringsvorm van de verpakking in 5 bovenaanzicht, figuur b een langsdoorsnede van de verpakking volgens figuur 3, figuur 5 een derde uitvoeringsvoorbeeld van een verpakking in bovenaanzicht en 10 figuur 6 een langs doorsnede van de verpakking volgens figuur 5.

Bij alle uitvoeringsvoorbeelden bestaat de verpakking uit twee foliedelen 11 en 12, welke in het bereik van de rondlopende rand 10 door lijmen, lassen, warm hechten, persen of anderszins 15 afdichtend met elkaar verbonden zijn. Het foliegedeelte 11 kan van een vlakke baan zijn afgescheiden en een metaalbekleding hebben. Bij voorkeur bestaat deze uit een laminaat, dat een thermoplastische folie bezit. Het foliegedeelte 12 is diep getrokken en bestaat doelmatig uit doorschijnend polyetheen.

20 Bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 1 en 2 vormen de foliedelen 11 en 12 een buitenhouder 1, waarin een binnenhouder 2 van kleiner volume voor het opslaan van vloeiend materiaal 3 is aangebracht. De binnenhouder 2 is hoekig gevormd en aan het foliegedeelte 11 vastgelast. In een kopwand van de binnenhouder 2 is een 25 gedwongen breukplaats U aanwezig. Door het volumeverschil van de buitenhouder 1 en de binnenhouder 2 is nabij de gedwongen breukplaats 1+ een ruimte 7 gevormd, welke van een uittreedopening 5 is voorzien. Binnen de ruimte 7 is als smoormiddel een blokkeerwand 8 aanwezig, welke in het weergegeven geval aan het foliedeel 11 30 bevestigd is. Ook kan dit als een geheel aan het foliedeel 11 gevormd zijn. De blokkeerwand 8 heeft een kleinere hoogte dan de ruimte 7 en kan ook aan de zijwanden van de buitenhouder 1 bevestigd zijn.

Wordt volgens de getekende pijl 15 druk op de buitenhouder 35 1 en dus op de binnenhouder 2 uitgeoefend, dan doet het vloeiende materiaal 3 de gedwongen breukplaats b stuk springen en het materiaal 3 wordt door de blokkeerwand 8 allereerst in de ruimte J tegengehou- 800 32 53 -5- den.Wordt dan vervolgens druk volgens de pijl 15 uitgeoefend, dan ontwijkt het materiaal volgens de door de pijl 6 aangeduide baan met constante stroomsnelheid en dikte.

Bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 3 en H is het folie-5 gedeelte 11 wederom vlak uitgevoerd, terwijl het foliegedeelte 12 diep getrokken is, om een houder 9 en een ruimte 19 te vormen, ' welke na het verbinden van de beide foliedelen 1.1 en 12 in het be reik van de rondgaande rand 10 en een gedwongen breukplaat 1^ door deze plaats 1U van elkaar gescheiden zijn. De ruimte 19 10 is van een platte rechthoekige uittreedopening 13 voorzien. Binnen de ruimte 19 bevindt zich als smoormiddel een blokkeerwand 18, welke smaller is dan de ruimte 19, doch vanaf het foliegedeelte 11 tot het foliegedeelte 12 reikt en met beide verbonden kan zijn.

Door de afmetingen van de blokkeerwand 18 ontstaan twee stromings-15 banen, welke door pijlen 22 zijn aangeduid, zodra een druk volgens de pijl 15 op de houder 9 wordt uitgeoefend en de gedwongen breuk-plaats 1k wordt stuk gedrukt, waardoor de beide foliedelen 11 en 12 volgens de pijlen 17 en 16 van elkaar wijken. Bij het aanvankelijk uitoefenen van breuk houdt de blokkeerwand 18 het vloeien-20 de materiaal 3 aanvankelijk nog in de ruimte 19 tegen, totdat na een verder uitoefenen van druk het materiaal 3 volgens de pijlen 22 door de opening 13 uit de verpakking treedt.

Bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 5 en 6 is de gedwongen breukplaat 1U op dezelfde wijze uitgevoerd als volgens 25 figuur 3 en De ruimte 19 is echter aanzienlijk platter en heeft geen-inbouwsels. Op de ruimte 19 sluit als smoormiddel een serpen-tine-achtig gewikkeld kanaal 20 aan, waarvan de lengte iets korter gekozen is dan de door de viscositeit van het materiaal afhankelijke lengte van het kanaal. Aan het vrije einde van het smoorkanaal 20 30 bevindt zich de uittreedopening 21. Het openen van de gedwongen breukplaats 14 en het afgeven van het materiaal geschiedt op dezelfde wijze als bij de hierboven besproken uitvoeringsvormen.

De binnenhouder 2 kan door twee houders vervangen worden, welke voor het opnemen van verschillende vloeistoffen of materialen 35 uitgevoerd kunnen zijn. Anderszins kan binnen de houder 9 een langs- of dwarsverlopende scheidingswand (niet weergegeven] aanwezig zijn, welke eveneens het opnemen van vloeistof of een ander materiaal mo- §00 32 53 -/ .

-6- gelijk maakt.

Pe gedwongen breukplaats 11+ kan in het bijzonder bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 3 en U een plat kanaalgedeelte opnemen, dat een vrije ruimte tussen de houder 9 en de ruimte 19 5 vormt, waarin een vinger gevoerd kan worden, welke het mogelijk maakt, slechts de materiaalhoeveelheid uit de ruimte 19 te drukken, welke zich daarin bevindt. Op deze wijze kunnen kleine nauwkeurig gedoseerde hoeveelheden afgegeven worden, welke in hoofdzaak met het volume van de ruimte 19 overeenstemmen.

10 800 3 2 53

Claims (8)

1. Uit twee onderling verbonden foliedelen gevormde verpakking voor het opnemen en afgeven van kleine, hoeveelheden vloeiend, in het bijzonder vloeibaar, visceus, pasta-achtig mate- 5 riaal, bestaande uit een samendrukbare houder voor het opnemen van het materiaal en een ruimte in het bereik van de samendrukbare houder, waarbij de ruimte door een gedwongen breukplaats van de houder gescheiden is en met een uittreedopening voorhet materiaal in verbinding staat, met het kenmerk, dat in de ruimte (7»- 191 een 10 smoormiddel (8, 18, 20) is opgenomen.

2. Verpakking volgens.conclusie 1, met het kenmerk, dat het smoormiddel (8,18) als binnen de ruimte (7, 19l aangebrachte blokkeerwand is uitgevoerd,

3. Verpakking volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat 15 de blokkeerwand (8, 18) aan een wl de foliedelen bevestigd is. ^.Verpakking volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de blokkeerwand (8, 18) als een geheel met een van de foliedelen gevormd is.

5. Verpakking volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 20 het smoormiddel (20) als plat kanaal is uitgevoerd, welke de ruimte (19) met de uittreedopening (21) verbindt.

6. Verpakking volgens conclusie 5» met het kenmerk, dat de lengte "van het kanaal iets korter gekozen is dan de door de viscositeit van het materiaal afhankelijke lengte.van dat kanaal. 25 7· Verpakking volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het smoorkanaal (20) in de vorm van een serpentine is uit gevoerd.

8. Verpakking volgens conclusies 1-7» met het kenmerk, dat een tweede samendrukbare houder voor het opnemen van vloeistof of een ander materiaal in het bereik van de eerste samendrukbare houder 30 aanwezig is.

9. Verpakking volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat beide samendrukbare houders voor het opnemen van verschillende materiaalsoorten zijn uitgevoerd.

10. Werkwijze voor het afgeven van kleine hoeveelheden 35 vloeiend materiaal uit een verpakking door verhoging van de inwendige druk binnen een samendrukbare houder voor het opnemen van materiaal en een ruimte in het bereik van de samendrukbare houder waarbij de ruimte van de houder door een gedwongen breukplaats. ge- >300 3 2 53 -8- « scheiden is en met een uittreedopening voor het materiaal in' verbinding staat, met het kenmerk, dat door verhoging van de inwendige druk van de samendrukbare houder (2, 9) de gedwongen breukplaats (k, 1¼) geopend wordt, het materiaal binnen de ruimte (7, 19l ont-5 spant en door een smoormiddel (8, 18, 20) binnen de ruimte (7, 19. wordt tegengehouden, dat bij de ruimte behoort, en dat materiaal (3) continu wordt afgegeven, doordat dit bij een verder uitoefenen van druk op de samendrukbare houder (2, 9l smoormiddel (8, 18, 20) passeert. 10 8 0 0 3 2 53