NL8002277A

NL8002277A - SCAFFOLDING.

Info

Publication number: NL8002277A
Application number: NL8002277A
Authority: NL
Original assignee: Cenclark Bv
Priority date: 1980-04-18
Filing date: 1980-04-18
Publication date: 1981-11-16
Also published as: DK149216C; EP0039113A1; NO156760B; ATE5829T1; DE3161870D1; NO811322L; DK149216B; EP0039113B1; NO156760C; DK172681A

Abstract

Scaffold comprising at least two vertical frames (1) connected by tube shaped struts (2), each frame being composed of one or more frame segments placed one on the other and each of said frame segments comprising two vertical tube shaped posts (4) that are rigidly connected to each other by fixed struts in which the upper ends of the posts (4) of one segment are connected in an undeformable manner to the lower ends of teh posts of the segment positioned above said one segment and in which the tube shaped struts are provided with end-parts by means of which the struts are coupled to the vertical frames and in which said end-parts each comprise a passage coaxial with the vertical tube shaped posts. Such a scaffold is not very stable. The invention improves the stability of a scaffold. This is obtained by the fact that the upper end of each post (4) is reduced in diameter in two steps, by the fact that the passage of each end-part (11) is formed correspondingly, said passage matches about the reduced upper end of the post (4), in which the step in the passage bears on the step of the first reduction (7) and the upper face of the end part (11) is substantially on the same height as the step of the second reduction (8) and by the fact that the second reduction (8) fits into the lower end of the post (4) placed there above.

Description

N.O. 28.789 NtN.O. 28,789 Nt

Aanvraagster noemt als uitvinders: A. iiederlof,Applicant mentions as inventors: A. iiederlof,

Steiger Glir. Brouwer en L. van Melle.Scaffold Glir. Brouwer and L. van Melle.

De uitvinding heeft betrekking op een steiger, bestaande uit tenminste twee verticale frames, verbonden door buisvormige schoren, waarbij ieder frame is gevormd uit één of meer op elkaar geplaatste framesegmenten, die ieder zijn opgebouwd uit twee verticale, door 5 vaste schoren tot een stijf geheel verbonden buisstaanders, waarbij de boveneinden van de staanders van het ene segment vormvast verbonden zijn met de benedeneinden van de staanders van het daarboven geplaatste segment, en waarbij de buisvormige schoren van eindstukken zijn voorzien, met behulp waarvan de schoren aangrijpen op de verticale 10 frames, welke eindstukken ieder een doorgang bevatten, coaxiaal met de verticale buisstaanders.The invention relates to a scaffolding, consisting of at least two vertical frames, connected by tubular braces, each frame being formed from one or more superimposed frame segments, each of which is built up from two vertical, fixed braces into a rigid whole. connected tubular uprights, the upper ends of the uprights of one segment being rigidly connected to the lower ends of the uprights of the segment positioned above them, and the tubular struts provided with end pieces, by means of which the struts engage the vertical frames, which end pieces each have a passage coaxial with the vertical pipe uprights.

Een dergelijke steiger is bekend uit het Nederlandse octrooischrift 152.326. Hierbij is ieder eindstuk busvormig uitgevoerd en past om de buitenomtrek van een verticale staander. Het eindstuk wordt dan opge-15 sloten tussen twee horizontale schoren.Such a scaffold is known from Dutch patent 152,326. Each end piece is bus-shaped and fits around the outer circumference of a vertical upright. The end piece is then enclosed between two horizontal braces.

Iedere verticale staander is aan het benedeneinde voorzien van een daarin bevestigde pen, die past in het boveneinde van de daaronder geplaatste staander.Each vertical upright is provided at the lower end with a pin mounted therein, which fits into the upper end of the upright placed beneath it.

Om de van eindstukken voorziene schoor dus te kunnen vasthouden 20 zijn twee horizontale vaste schoren nodig. Verder is de verbinding tussen een eindstuk en een staander niet zeer stijf, zodat de steiger zelf niet geheel vormvast is.Thus, to hold the brace provided with end pieces, two horizontal fixed braces are required. Furthermore, the connection between an end piece and a post is not very rigid, so that the scaffold itself is not completely dimensionally stable.

De uitvinding beoogt de stabiliteit van een dergelijke steiger te verbeteren en dit wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat 25 het boveneinde in twee trappen is verjongd, doordat de doorgang van ieder eindstuk overeenkomstig getrapt is uitgevoerd, welke doorgang past om het verjongde boveneinde van de staander, waarbij de trede in de doorgang rust op de trede van de eerste verjonging en het bovenvlak van het eindstuk in hoofdzaak op dezelfde hoogte ligt als de 30 trede van de tweede verjonging en doordat het tweede verjongde deel past in het benedeneinde van de daarboven geplaatste staander.The object of the invention is to improve the stability of such a scaffold and this is achieved according to the invention in that the top end is tapered in two stages, because the passage of each end piece is correspondingly stepped, which passage fits around the tapered top end of the upright. wherein the step in the passage rests on the step of the first rejuvenation and the top surface of the end piece is substantially at the same height as the step of the second rejuvenation and because the second rejuvenated part fits into the lower end of the upright placed above .

De eindstukken worden vastgehouden, doordat de benedenrand van de daarboven geplaatste staander rust op de trede van de tweede verjonging en op het bovenvlak van het eindstuk.The end pieces are held in that the lower edge of the upright positioned above them rests on the step of the second rejuvenation and on the top surface of the end piece.

35 Op deze wijze ontstaat een zeer stabiele steiger. De eindstukken kunnen zijn aangebracht aan de einden van diagonale of horizontale schoren.In this way a very stable scaffold is created. The end pieces can be arranged at the ends of diagonal or horizontal braces.

800 22 77 v »800 22 77 v »

Bij voorkeur past het nauwere deel van de doorgang van het eindstuk zonder speling om de eerste verjonging van de staander.Preferably, the narrower part of the passage of the end piece fits without clearance around the first rejuvenation of the upright.

Dergelijke twee-traps verjongingen van buizen zijn met de huidige techniek zonder veel moeite tot stand te brengen, waarbij 5 de verjongde delen nauwkeurig aan de maat kunnen zijn.With the current technique, such two-stage pipe rejuvenations can be accomplished without much effort, whereby the rejuvenated parts can be accurately sized.

Bij voorkeur zijn de eindstukken van de schoren gietstukken, met een staafvormig uitsteeksel, dat blijvend bevestigd is in de einden van de buisvormige schoren.Preferably, the end pieces of the struts are castings, with a rod-shaped projection, which is permanently secured in the ends of the tubular struts.

Om de steiger tot een vast geheel te maken zijn bij voorkeur in het 10 tweede verjongde deel van iedere staander en in het benedeneinde van iedere staander dwarsopeningen aangebracht, waardoor een borgpen of dergelijke gestoken kan worden.In order to make the scaffolding into a fixed whole, transverse openings are preferably arranged in the second rejuvenated part of each upright and in the lower end of each upright, through which a locking pin or the like can be inserted.

De uitvinding zal aan de hand van de tekening nader worden toegelicht, waarin: 15 fig. 1 is een zijaanzicht van een deel van een steiger volens de uitvinding; fig. 2 is een doorsnede over de lijn II-II van fig. 1; en fig. 3 is een doorsnede van een verbindingsplaats van de steiger op grotere schaal.The invention will be further elucidated with reference to the drawing, in which: Fig. 1 is a side view of a part of a scaffold according to the invention; FIG. 2 is a section on line II-II of FIG. 1; and FIG. 3 is an enlarged cross-sectional view of a connection site of the scaffold.

20 De steiger volgens de uitvinding is opgebouwd uit een aantal verticale frames 1, die op afstand van elkaar zijn opgesteld.The scaffold according to the invention is built up from a number of vertical frames 1, which are arranged at a distance from each other.

Tenminste twee verticale frames 1 zijn door diagonale schoren 2 met elkaar verbonden. Verder zijn tussen de frames 1 vlonders 3 geplaatst. Met behulp van deze frames 1, schoren 2 en vlonders 3 25 wordt op bekende wijze de steiger opgebouwd. Vanzelfsprekend kunnen ook tussen de andere frames 1 diagonale schoren 2 zijn aangebracht. Verder kunnen ook nog niet-weergegeven horizontale schoren worden toegepast.At least two vertical frames 1 are connected to each other by diagonal braces 2. Furthermore, platforms 3 are placed between the frames. The scaffolding is built up in known manner with the aid of these frames 1, braces 2 and platforms 3. It goes without saying that diagonal braces 2 can also be arranged between the other frames 1. Horizontal braces (not yet shown) can also be used.

Het aanbrengen van schoren 2 tussen twee frames 1 van een steiger 30 is in het algemeen voldoende om een uit meer frames 1 bestaande steiger stabiel te maken.The provision of braces 2 between two frames 1 of a scaffold 30 is generally sufficient to stabilize a multi-frame 1 scaffold.

De frames 1 bestaan op bekende wijze uit framesegmenten. Ieder framesegment bestaat uit twee buisstaanders 4· vast verbonden door horizontale schoren 5 en steunschoren 6. Eventueel kunnen meerdere 35 horizontale schoren 5 aanwezig zijn, zodat het buitenste frame 1 als ladder dienst kan doen.The frames 1 consist of frame segments in known manner. Each frame segment consists of two tube uprights 4 · fixedly connected by horizontal braces 5 and support braces 6. Optionally, several horizontal braces 5 may be present, so that the outer frame 1 can serve as a ladder.

Nu wordt verwezen naar fig. 3, waar de verbinding tussen twee buisstaanders 4· en een diagonale schoor 2 is getoond.Reference is now made to Fig. 3, where the connection between two pipe uprights 4 · and a diagonal strut 2 is shown.

8002277 - 3 - c > *8002277 - 3 - c> *

Het boveneinde van iedere buisstaander 4· is in twee trappen verjongd, zodat een eerste trede 7 en een tweede trede 8 wordt gevormd.The top end of each tube stand 4 · is tapered in two steps to form a first step 7 and a second step 8.

De buisstaander 4· bevat dus aan het boveneinde een eerste verjongd deel 9 en een tweede verjongd deel 10.The tube stand 4 · thus contains at the top end a first rejuvenated part 9 and a second rejuvenated part 10.

5 Een dergelijke twee-trapsverjonging is is met moderne metaalbe-werkingsmethoden zonder problemen tot stand te brengen.Such a two-stage rejuvenation can be accomplished without problems with modern metalworking methods.

De diagonale schoor is aan beide einden voorzien van een gegoten eindstuk 11, voorzien van een tweetrapsdoorgang, zodat een trede 12 is gevormd.The diagonal strut is provided at both ends with a cast end piece 11, provided with a two-stage passage, so that a step 12 is formed.

10 Het eindstuk 11 is voorzien van een staartdeel 13, dat in het schooreinde 2 is geklemd of daaraan is gelast. Bij een diagonale schoor maakt het staartdeel 13 een stompe hoek met de hartlijn van de doorgang. Bij een horizontale schoor is de hoek 90°.The end piece 11 is provided with a tail part 13, which is clamped or welded to the strut end 2. In a diagonal brace, the tail section 13 forms an obtuse angle with the centerline of the passage. With a horizontal strut, the angle is 90 °.

Uit fig. 3 blijkt, dat wanneer het eindstuk 11 om de verjonging 15 van de buis 4· is geplaatst, het bovenvlak van het eindstuk 11 ter hoogte van de trede 8 ligt. De bovenste buis 4· houdt op deze wijze het eindstuk 11 op zijn plaats door het gewicht van de boven het eindstuk geplaatste steigerdelen.It can be seen from Fig. 3 that when the end piece 11 is placed around the rejuvenation 15 of the tube 4, the top surface of the end piece 11 lies at the level of the step 8. The top tube 41 thus holds the end piece 11 in place by the weight of the scaffolding members positioned above the end piece.

Om de verbinding te vergrendelen kan een dwarspen 14· gestoken worden 20 door dwarsopeningen in het benedendeel van de bovenliggende buis 4 en het verjongde deel 10 Van de onderliggende buis 4·.To lock the connection, a transverse pin 14 · can be inserted through transverse openings in the lower part of the upper pipe 4 and the rejuvenated part 10 of the lower pipe 4 ·.

Het nauwere deel van de doorgang in het eindstuk 11 past zonder speling om de eerste verjonging 9.The narrower part of the passage in the end piece 11 fits around the first rejuvenation 9 without play.

80022778002277

Claims

Scaffolding, consisting of at least two vertical frames, connected by tubular braces, each frame being formed from one or more superimposed frame segments, each of which consists of two vertical tubular uprights, which are completely connected by fixed bracing, whereby the upper ends of the uprights of one segment are rigidly connected to the lower ends of the uprights of the segment placed above it, and the tubular braces are provided with end pieces, by means of which the braces engage the vertical frames, each end pieces 10 of which passage, coaxial with the vertical tube uprights, characterized in that the top end is tapered in two stages, the passage of each end piece being correspondingly stepped, which passage fits around the tapered top end of the upright, the step being in the passage rests on the step of the first 15 rejuvenation and the top face of the end piece in main section ak is at the same height as the step of the second rejuvenation and that the second rejuvenated part fits into the lower end of the upright placed above it.

Scaffold according to claim 1, characterized in that the narrower part of the passage in the end piece fits without play around the first rejuvenation of the upright.

Scaffold according to claim 1 or 2, characterized in that the end pieces of the struts are castings, with a rod-shaped projection, which is permanently fixed in the ends of the tubular struts.

4 ·. Scaffolding according to claim 1, 2 or 3, characterized in that transverse openings are provided in the second rejuvenated part of each upright and in the lower end of each upright, through which a locking pin or the like can be inserted. 30 ------------------ 8002277