NL8001914A

NL8001914A - Multi-coffin burial vault - comprises box portion and cover both mainly of plastic

Info

Publication number: NL8001914A
Application number: NL8001914A
Authority: NL
Original assignee: Kornelis Hutting
Priority date: 1980-04-01
Filing date: 1980-04-01
Publication date: 1981-11-02

Abstract

The burial vault accommodates one or more coffins, and comprises a box-shaped portion and a cover, both mainly of plastic. Internal ribs (7) can be formed in the base of the box-shaped portion and external ones (15) in the cover, the ribs being in line with each other, while the box portion can be enclosed in a tubular frame. Internal horizontal edges can be formed halfway up, on which supports are laid for coffins one above the other. There can also be horizontal guides near the ends of the lengthwise walls for sliding handles and anchoring devices.

Description

t TO 35¼t TO 35¼

Grafkelder.Sepulcher.

De uitvinding heeft betrekking op een grafkelder. Bekend zijn uit beton vervaardigde grafkelders. Deze bekende grafkelders hebben het bezwaar van een zeer groot gewicht, hetgeen bij het plaatsen een takelinstallatie noodzakelijk maakt. Op een dicht bezette begraafplaats 5 is het echter vaak niet goed .mogelijk een takelinstallatie te plaatsen en met een zware betonnen grafkelder te manipuleren zonder de bestaande graven te beschadigen.The invention relates to a crypt. Tombs made of concrete are known. These known burial vaults have the drawback of a very large weight, which necessitates a hoist installation during installation. In a densely occupied cemetery 5, however, it is often difficult to place a hoist installation and manipulate it with a heavy concrete burial vault without damaging the existing graves.

Voorts is bij een betonnen grafkelder na plaatsing de kans op verzakking groot, hetgeen problemen kan oproepen als de grafkelder TG later weer geopend moet worden.Furthermore, the risk of subsidence in a concrete burial vault after installation is high, which may raise problems if the tomb vault TG has to be opened again later.

Een ander bezwaar van de bekende grafkelders is, dat zij veelal niet waterdicht zijn en dat voorts het voor een goede ontbinding vereiste contact van de gassen in de bodem met de zuurstof in de grafkelder, alsmede de af voer van in de grafkelder ontwikkelde gassen te 15 wensen overlaat of moeilijk is te bewerkstelligen.Another drawback of the known crypts is that they are usually not watertight and that the contact of the gases in the ground with the oxygen in the crypt as well as the discharge of gases developed in the crypt is required for proper decomposition. leaves wishes or is difficult to achieve.

De uitvinding beoogt de geschetste bezwaren te ondervangen. Hiertoe wordt volgens de uitvinding een grafkelder gekenmerkt door een doosvormig deel, dat in hoofdzaak uit kunststof is vervaardigd, en een deksel dat in hoofdzaak uit kunststof is vervaardigd.The object of the invention is to overcome the drawbacks outlined. To this end, according to the invention, a crypt is characterized by a box-shaped part, which is mainly made of plastic, and a lid, which is mainly made of plastic.

20 In het volgende zal de uitvinding nader worden beschreven met verwijzing naar de bijgevoegde tekening.In the following, the invention will be further described with reference to the accompanying drawing.

Fig. 1 toont schematisch in perspectief een uitvoeringvorm van een grafkelder volgens de uitvinding; -fig. 2 toont een tweede uitvoeringsvorm van een grafkelder 25 volgens de uitvinding zonder deksel; fig. 3 toont een detail van een deksel voor een grafkelder volgens de uitvinding; fig. U toont schematisch een waterkerend gastoevoerventiel voor een grafkelder volgens de uitvinding; 30 fig. 5 toont de binnenkant van de grafkelder volgens fig. 1.Fig. 1 schematically shows in perspective an embodiment of a crypt according to the invention; -fig. 2 shows a second embodiment of a crypt 25 according to the invention without a lid; Fig. 3 shows a detail of a cover for a crypt according to the invention; Fig. U is a schematic view of a water-retaining gas supply valve for a crypt according to the invention; Fig. 5 shows the inside of the crypt according to Fig. 1.

fig. β toont een detail van bevestiging van het deksel.fig. β shows a detail of attachment of the lid.

Fig. 1 toont een grafkelder volgens de uitvinding bestemd voor twee boven elkaar te plaatsen' kisten. De grafkelder bestaat in hoofdzaak uit een rechthoekige doos 1 van geschikte afïaetingen, met een 35 bijbehorend deksel 2. Volgens de uitvinding zijn zowel de doos als het deksel in hoofdzaak vervaardigd van een geschikte kunststof, zoals 800 1 9 14 -2- # ί bijvoorbeeld glasvezel met polyesterhars. Andere kunststoffen zijn echter ook bruikbaar. Door toepassing van kunststof, mits op de juiste plaatsen door het kiezen van een geschikte vorm en/of het aanbrengen van verstevigingselementen, eventueel van een ander materiaal, ver-5 sterkt, wordt een stevige en toch lichte grafkelder verkregen, die door twee man kan worden verplaatst en bij de plaatsing waarvan de beschadigingen aan de begraafplaats tot een minimum beperkt blijft.Fig. 1 shows a crypt according to the invention intended for two coffins to be placed one above the other. The crypt consists mainly of a rectangular box 1 of suitable dimensions, with an associated cover 2. According to the invention, both the box and the cover are mainly made of a suitable plastic, such as 800 1 9 14 -2- # ί, for example fiberglass with polyester resin. However, other plastics can also be used. By using plastic, provided that it is strengthened in the right places by choosing a suitable shape and / or the application of reinforcing elements, possibly of a different material, a firm yet light tomb can be obtained, which can be carried by two men. be moved and in the placement of which damage to the cemetery is kept to a minimum.

De doos .1 bestaat uit een onderste gedeelte 3 waarin de eerste te plaatsen kist kan worden gezet, en een bij voorkeur iets wijder 10 bovenste gedeelte U, waarin een tweede kist kan worden geplaatst. Hiertoe kunnen ter hoogte van de overgang tussen het eerste en tweede gedeelte gevormde naar binnen springende randen 5 (zie fig. 5) enkele - dragers 6 worden gelegd voor de tweede kist. De naar binnen springende randen bevinden zich tenminste in de lange wanden van de grafkelder.The box .1 consists of a bottom part 3 in which the first box to be placed can be placed, and a preferably slightly wider top part U, in which a second box can be placed. For this purpose, inwardly formed edges 5 (see fig. 5), at the transition between the first and second part, single carriers 6 can be laid for the second box. The inward projecting edges are located at least in the long walls of the crypt.

15 Als dragers kunnen planken worden gebruikt, die bij voorkeur ook met kunststof zijn bekleed of geheel van kunststof zijn vervaardigd. Een en ander is te zien in fig. 5·Shelves can be used as carriers, which are preferably also coated with plastic or made entirely of plastic. All this can be seen in fig. 5 ·

Zoals uit fig. 1 blijkt zijn in de bodem van de grafkelder bij voorkeur twee, naar de onderzijde open, holle verhoogde ribben 7 aan-20 gebracht. Deze ribben hebben een aantal functies. Ten eerste verstevigen zij de doosvorm, hetgeen bijdraagt tot een constructie, die de gronddruk kan weerstaan. Ten tweede vormen zij oplegvlakken voor een kist en wel zodanig, dat de bodem van de kist grotendeels vrij ligt en toegankelijk is voor zuurstof. Ten derde verschaft de naar buiten ge-25 keerde open zijde van de ribben, welke zich voortzet in een corresponderende uitsparing in de zijwand, een mogelijkheid om touwen of kabels onder de grafkelder door te halen teneinde de grafkelder in een kuil te laten zakken, waarna de touwen of kabels makkelijk weer verwijderd kunnen worden, doordat het gewicht van de grafkelder niet op de kabels 30 of touwen komt te rusten. Ten vierde verschaffen de holle ribben 7 tezamen met corresponderende ribben in de deksels een goede stapelbaar-heid.As can be seen from Fig. 1, two hollow raised ribs 7, open to the bottom, are preferably arranged in the bottom of the crypt. These ribs have a number of functions. First, they reinforce the box shape, which contributes to a construction that can withstand the ground pressure. Secondly, they form support surfaces for a chest, such that the bottom of the chest is largely exposed and accessible to oxygen. Third, the outwardly facing open side of the ribs, which continues in a corresponding recess in the side wall, provides an opportunity to run ropes or cables under the tomb to lower the tomb into a pit, after which the ropes or cables can be easily removed again, because the weight of the crypt does not rest on the cables 30 or ropes. Fourth, the hollow ribs 7 together with corresponding ribs in the lids provide good stackability.

Ter hoogte van de overgang tussen het eerste en het tweede gedeelte is in de wanden een verstevigingsframe ingebed, aangegeven met 8, 35 dat bij voorkeur bestaat uit metalen buis, die bijvoorbeeld een rechthoekige doorsnede kan hebben en die in de vorm van het frame, welke correspondeert met de omtreksvorm van de grafkelder op ongeveer halve 800 1 9 14 Ί- % -3- hoogte, is gebogen en/of gelast.At the level of the transition between the first and the second part, a reinforcing frame is embedded in the walls, indicated by 8, 35, which preferably consists of metal tube, which may have, for example, a rectangular cross-section and that in the form of the frame, which corresponds to the circumference of the crypt at about half 800 1 9 14 %-% -3- height, is bent and / or welded.

Bij voorkeur vormen de langs liggers van het frame tevens de randen 5 voor de dragers 6.Preferably, the longitudinal beams of the frame also form the edges 5 for the carriers 6.

De lange zijwanden van de grafkelder zijn verder nog versterkt 5 door onderste en bovenste, in de hoogterichting van het onderste respectievelijk bovenste deel van de doos verlopende ribben 9 en 10. Deze ribben kunnen gedeeltelijk hol zijn, of massief en geheel zijn vervaardigd uit kunststof of zijn gevormd door bijvoorbeeld houten planken ter plaatse in te bedden. Deze hoogteribben zijn in het uitvoeringsvoor-10 beeld aan de buitenzijde van de wanden aangebracht, doch kunnen desgewenst ook aan de binnenzijde zijn geplaatst.The long side walls of the crypt are further reinforced by lower and upper ribs 9 and 10 extending in the height direction of the lower and upper part of the box, respectively. These ribs can be partly hollow, or solid and entirely made of plastic or are formed by, for example, embedding wooden planks on site. In the exemplary embodiment these height ribs are arranged on the outside of the walls, but can also be placed on the inside if desired.

Op het verstevigingsframe zijn aan de buitenzijde nabij de vier uiteinden van de langsliggers buisstukken 11 bevestigd evenwijdig aan de langsliggers. Deze buisstukken dienen om organen door te schuiven, 15 waarmee de grafkelder kan worden gedragen. De buisstukken 11 zijn ook met kunststof bekleed en zijn bij voorkeur uit metaal vervaardigd en aan het verstevigingsframe gelast. In plaats van elk buisstuk kunnen ook bijvoorbeeld twee ogen worden toegepast.On the reinforcing frame, pipe pieces 11 are mounted on the outside near the four ends of the longitudinal beams parallel to the longitudinal beams. These pipe pieces serve to slide organs through which the crypt can be carried. The pipe pieces 11 are also coated with plastic and are preferably made of metal and welded to the reinforcing frame. For example, two eyes can also be used instead of each piece of pipe.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is in elk 20 buisstuk 11, of in elk tweetal ogen een verschuifbare staaf 12 aangebracht, waarvan het langs de wand van de grafkelder liggende uiteinde is omgebogen voor het vormen van een aanslag 13.In a preferred embodiment of the invention, a sliding rod 12 is arranged in each pipe piece 11, or in each pair of eyes, the end of which is bent along the wall of the crypt to form a stop 13.

In de uitgeschoven stand (zie fig. 1) vormen de staven 13 draag-handvatten, terwijl de staven als de grafkelder ingegraven is in de 25 uitgeschoven stand ankers vormen, die opdrijven van de grafkelder voorkomen.In the extended position (see Fig. 1), the bars 13 form carrying handles, while the bars when the burial is buried in the extended position form anchors, which prevent floating of the burial.

Het deksel van de grafkelder is bij voorkeur enigszins bol en is voorzien van verstevigingsribben 15, die hol zijn en naar binnen toe open. Het deksel heeft een afhangende rand 16, die licht klemmend om de 30 bovenrand van de doos sluit, terwijl bij voorkeur nog een binnenrand 17 is aangebracht, die licht klemmend binnen de opstaande rand van de doos valt, teneinde een waterdichte afdichting te verkrijgen. Om de waterdichtheid van de gesloten grafkelder te waarborgen kan voorts tussen het deksel en de doos een rubberen of kunststoffen strip 18 zijn 35 aangebracht, die van te voren reeds vast in de rand van het deksel of op de rand van de doos kan worden aangebracht, bijvoorbeeld door vastplakken. Eên en ander is schematisch getoond in fig. 6.The cover of the crypt is preferably slightly convex and is provided with reinforcing ribs 15, which are hollow and open inwards. The lid has a hanging edge 16, which closes slightly clampingly around the top edge of the box, while preferably an inner edge 17 is provided, which falls slightly clampingly within the upright edge of the box, in order to obtain a watertight seal. In order to ensure the watertightness of the closed crypt, a rubber or plastic strip 18 can also be arranged between the lid and the box, which can already be fixed in advance in the edge of the lid or on the edge of the box, for example by gluing. All this is shown schematically in Fig. 6.

800 1 9 14 9> ^ -b-800 1 9 14 9> ^ -b-

Fig. 2 toont een uitvoeringsvorm van een grafkelder volgens de uitvinding bestemd voor een enkele kist. Deze grafkelder is op dezelfde wijze uitgevoerd als de in fig. 1 afgeteelde grafkelder, doch is lager, terwijl het verstevigingsframe zich iets onder de bovenrand bevindt.Fig. 2 shows an embodiment of a crypt according to the invention intended for a single casket. This tomb is designed in the same way as the tomb shown in Fig. 1, but is lower, while the reinforcement frame is slightly below the top edge.

5 De doos 20 loopt bij voorkeur van beneden naar boven een weinig taps uit, zodat een goed lossende en tevens stapelbare vorm wordt verkregen. Dit is echter niet strikt noodzakelijk. Een soortgelijke tapse vorm kan vanzelfsprekend worden toegepast bij de in fig. 1 getoonde uitvoeringsvorm.The box 20 preferably tapers slightly from the bottom to the top, so that a good releasing and also stackable shape is obtained. However, this is not strictly necessary. A similar tapered shape can of course be used in the embodiment shown in Fig. 1.

10 De grafkelders van fig. 1 en fig. 2 zijn ook.in gesloten toe stand stapelbaar, doordat de in de deksels aangebrachte ribben 15 passen in de in de bodem aangebrachte, naar de onderzijde geopende, ribben 7s en zich op corresponderende plaatsen bevinden.The burial vaults of Fig. 1 and Fig. 2 are also stackable in a closed position, because the ribs 15 arranged in the lids fit into the ribs 7s arranged in the bottom and open at the bottom and are located in corresponding places.

Zoals in fig. 1 en fig. 3 is te zien zijn in het deksel êén of 15 meer ontgassingsorganen 30 aangebracht, bijvoorbeeld bestaande uit een naar binnen reikende korte buisstomp 31, waarin een lage-drukventiel is aangebracht, en die bij voorkeur door de opstaande wand van een ribbe 15 via een aantal kleine opeingen of een gaasje of iets dergelijks in verbinding staat met de omgeving. Bij het ingraven van de graf-20 kelder wordt ter plaatse van deze ontgassingsorganen grind gelegd, zodat de opemgen niet verstopt kunnen raken. Door de ontgas sings openingen in de opstaande wand van een ribbe aan te brengen wordt voorkomen dat door deze openingen water in de grafkelder stroomt. Zulks wordt voorts nog bevorderd door de bolle vorm van het deksel waardoor water niet op 25 het deksel blijft staan.As can be seen in Fig. 1 and Fig. 3, one or 15 more degassing members 30 are arranged in the cover, for instance consisting of an inwardly extending short pipe stub 31, in which a low-pressure valve is arranged, and which is preferably arranged by the upright wall of a rib 15 communicates with the environment via a number of small openings or a gauze or the like. During the burial of the grave-cellar, gravel is laid at the location of these degassing members, so that the leaves cannot become clogged. By providing the degassing openings in the upright wall of a rib, water is prevented from flowing into these tombs through these openings. This is further promoted by the convex shape of the lid, whereby water does not remain on the lid.

Fig. U toont een ventiel U0 voor de toevoer van gassen uit de bodem aan het inwendige van de grafkelder. Het ventiel is bij voorkeur aangebracht in êên of meer ribben 9» die daartoe geheel of gedeeltelijk hol zijn. Een gastoevoeropening Ui bevindt zich in de onderste kopse 30 zijde van een dergelijke ribbe 9. In het holle deel van de ribbe bevindt zich een gaasje h2 waarop een vlotterlichaam U3 ligt, dat bijvoorbeeld kan bestaan uit een bolvormig lichaam van licht materiaal. Bij een lage grondwaterstand kan gas door de opening ^1, door het gaasje en langs het vlotterlichaam en vervolgens door een opening kk in een klep-35 zittinglichaam en via een opening k6 in de wand van de grafkelder stromen. Bij een hoge grondwaterstand wordt het vlotterlichaam door het water tegen de klepzitting gedrukt, zodat de opening ^ wordt afgesloten en het water niet het inwendige van de grafkelder kan bereiken.Fig. You show a valve U0 for the supply of gases from the bottom to the interior of the crypt. The valve is preferably arranged in one or more ribs 9 which are wholly or partly hollow for this purpose. A gas supply opening U1 is located in the lower end face of such a rib 9. In the hollow part of the rib there is a gauze h2 on which a float body U3 lies, which can for instance consist of a spherical body of light material. At a low groundwater level, gas can flow through the opening ^ 1, through the gauze and past the float body and then through an opening kk into a valve seat body and through an opening k6 into the wall of the crypt. At a high groundwater level, the float body is pressed by the water against the valve seat, so that the opening is closed and the water cannot reach the interior of the crypt.

800 1 9 14 -5-800 1 9 14 -5-

Opgemerkt wordt, dat diverse modificaties van de beschreven uitvoeringsvormen mogelijk zijn en voor de hand liggen. Zo kan bijvoorbeeld de vorm van de grafkelder worden gewijzigd door het aantal horizontale of verticale ribben te variëren. Ook kan een gastoevoerventiel anders 5 zijn uitgevoerd en kan in sommige gevallen het ontgassingsorgaan enkel bestaan uit een aantal kleine openingen en/of op een andere plaats in . het deksel zijn aangebracht. Ook het gastoevoerventiel kan anders zijn geplaatst. Deze en andere modificaties liggen voor de deskundige voor de hand en worden geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen.It is noted that various modifications of the described embodiments are possible and obvious. For example, the shape of the crypt can be changed by varying the number of horizontal or vertical ribs. A gas supply valve can also be designed differently and in some cases the degassing member can only consist of a number of small openings and / or in another location. the cover are fitted. The gas supply valve can also be arranged differently. These and other modifications are obvious to those skilled in the art and are intended to be within the scope of the invention.

800 1 9 14800 1 9 14

Claims

Cave for one or more coffins, characterized by a box-shaped part, which is mainly made of plastic, and a lid which is mainly made of plastic.

2. Burial vault according to claim 1, characterized by a number of inwardly indented ribs arranged in the base, which form recesses in the bottom of the bottom.

Burial vault according to claim 1, characterized in that the cover is provided with a number of outwardly facing ribs. k. Burial vault according to claims 2 and 3, characterized in that the ribs in the bottom are in line with the ribs in the lid.

A crypt according to any one of the preceding claims, characterized by a tube frame horizontally enclosing the box-shaped part.

6. Burial vault according to any one of the preceding claims, intended for at least two coffins to be placed one above the other, characterized by a horizontal edge indented at about half a height along at least the long sides on which a number of carriers can be laid.

Sepulcher according to claim 6, characterized in that the recessed edge is formed by the longitudinal beams of the tubular frame.

Sepulcher as claimed in any of the foregoing claims, characterized by horizontal guiding members placed near the vertical end edges of the long walls for horizontally displaceable handles annex anchoring members.

Sepulcher according to claims 5 and 8, characterized in that the guide members are fastened to the longitudinal girders near the ends of the longitudinal beams of the frame 25.

A crypt according to any one of the preceding claims, characterized in that the box-shaped part tapers slightly from top to bottom.

11. Cave according to any one of the preceding claims, characterized in that the box-shaped part indents at least along the long sides under the tubular frame.

Sepulcher according to any one of the preceding claims, characterized by a number of vertical reinforcing ribs. 800 1 9 14 -7- • s 9

A crypt according to claim 12, characterized in that the vertical reinforcements protrude from the outside. 1 h-. Burial vault according to claims 2 and 12 or 13, characterized in that a number of vertical reinforcing ribs adjoin the ribs in the bottom.

15. A crypt according to any one of the preceding claims, characterized in that the lid is slightly convex.

A crypt according to any one of the preceding claims, characterized by at least one high-mounted degassing member.

A crypt according to claim 16, characterized in that the ribs in the lid are hollow and in that a degassing member is arranged in the side wall of at least one of the ribs of the lid.

Tomb according to one of the preceding claims, characterized in that a water-retaining gas supply valve is arranged in the box-shaped part near the underside thereof.

A crypt according to claim 18, characterized in that the gas supply valve comprises a gauze on which a float body lies, at some distance above which there is an opening closable by the float body, which communicates with the interior of the crypt. ^

20. Burial vault according to claims 12 and 18 or 19 », characterized in that the gas supply valve is arranged in a vertical reinforcement rib which is at least partly hollow for this purpose.

Burial vault according to claim 20, characterized in that the supply opening for the gas supply valve is located in the lower end face of the respective reinforcing rib.

A crypt according to any one of the preceding claims, characterized in that the cover has a hanging edge, which closes slightly clamping around the top edge of the box-shaped part in operation.

Burial vault according to claim 22, characterized in that the lid has an internal rim, which in operation falls slightly clamped within the top edge of the box-shaped part. 2k. Burial vault according to claim 22. or 23 », characterized in that a flexible sealing strip is arranged next to the hanging edge on the inside of the lid, which in the closed condition of the burial vault lies on the top edge of the box-shaped part.

A crypt according to claim 12, characterized in that the vertical 800 1 9 14 -8-V reinforcing ribs consist of planks embedded in the plastic material.

26. A crypt according to claim 5, characterized in that the frame is embedded in the plastic material. (8 00 1 9 14