NL8001435A - Met hoge snelheid werkzame machine voor het sluiten van houders. - Google Patents

Met hoge snelheid werkzame machine voor het sluiten van houders. Download PDF

Info

Publication number
NL8001435A
NL8001435A NL8001435A NL8001435A NL8001435A NL 8001435 A NL8001435 A NL 8001435A NL 8001435 A NL8001435 A NL 8001435A NL 8001435 A NL8001435 A NL 8001435A NL 8001435 A NL8001435 A NL 8001435A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
machine
closing
machine according
lid
conveyor belts
Prior art date
Application number
NL8001435A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Anchor Hocking Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Anchor Hocking Corp filed Critical Anchor Hocking Corp
Publication of NL8001435A publication Critical patent/NL8001435A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B67OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
    • B67BAPPLYING CLOSURE MEMBERS TO BOTTLES JARS, OR SIMILAR CONTAINERS; OPENING CLOSED CONTAINERS
    • B67B3/00Closing bottles, jars or similar containers by applying caps
    • B67B3/20Closing bottles, jars or similar containers by applying caps by applying and rotating preformed threaded caps
    • B67B3/204Linear-type capping machines
    • B67B3/2046Linear-type capping machines using friction means for screwing the caps, e.g. belts or wheels
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B67OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
    • B67BAPPLYING CLOSURE MEMBERS TO BOTTLES JARS, OR SIMILAR CONTAINERS; OPENING CLOSED CONTAINERS
    • B67B3/00Closing bottles, jars or similar containers by applying caps
    • B67B3/02Closing bottles, jars or similar containers by applying caps by applying flanged caps, e.g. crown caps, and securing by deformation of flanges
    • B67B3/06Feeding caps to capping heads

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Sealing Of Jars (AREA)
  • Closing Of Containers (AREA)
  • Feeding Of Articles To Conveyors (AREA)

Description

( i <
Met hoge snelheid werkzame machine voor het sluiten van houders.
De uitvinding heeft betrekking op het sluiten van houders, en meer in het bijzonder op een verbeterde met hoge snelheid werkzame en gemakkelijk verstelbare machine voor het in een rechte lijn sluiten van houders.
Machines voor het in een rechte lijn sluiten van houders zijn reeds vele jaren in gebruik. Deze machines worden in het algemeen gekenmerkt door een horizontaal bewegende transporteur, die gevulde en niet gesloten houders opeenvolgend draagt door een inrichting voor het toevoeren van deksels, een inrichting voor het IQ aanbrengen daarvan, en een middel voor het sluiten daarvan, welk middel al of niet een middel kan omvatten voor het met vacuum sluiten. Hoewel de bekende machines in staat zijn gebleken een bevredigend sluiten te verschaffen, hebben deze bekende machines beperkte snelheidsmogelijkheden, en kunnen zij niet gemakkelijk en eenvoudig 15 worden versteld voor het behandelen van houders en sluitdeksels met andere afmetingen en gedaanten. Wanneer bijvoorbeeld veranderingen worden aangebracht in de produkten, die worden gesloten, en wanneer deze veranderingen andere afmetingen en gedaanten vereisen van het sluitdeksel en de houder, neemt het bijzonder veel tijd en gewoon-20 lijk geschoolde bedienaars voor het opnieuw instellen van de verschillende gedeelten van de sluitmachine voor de vereiste veranderingen. Pogingen om deze bekende sluitmachines met steeds hogere snelheden werkzaam te laten zijn, hebben stopzettingen tot gevolg gehad, evenals breuk als gevolg van de onmogelijkheid van de machine 25 de toevoeren van de houders en deksels en het sluiten bij deze hogere snelheden op juiste wijze te regelen. De onderhavige sluitmachine 800 1 4 35 2 vormt een verbetering van bijvoorbeeld bekende sluitmachines, zoals beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 3.27^.7^8 en 3.^38.17U.
In het bijzonder heeft de onderhavige nieuwe machine een 5 verbeterd onderstuk, dat onafhankelijk verstelbare dragers verschaft voor de hoogte van de vacuümkamer, alsmede de hoogten en de onderlinge afstand van de zijtransportbanden voor het regelen van de houders. De energietoevoeren voor de sluitkoppen en de zijdelingse transportbanden, evenals de andere bewegende onderdelen, zijn even-1q eens althans gedeeltelijk opgenomen in het onderstuk van de machine, en maken alle verstellingen mogelijk zonder de synchronisatie van _ de aandrijving te beïnvloeden.
De toevoer van deksels is verbeterd voor een hogere snelheid, én is gekenmerkt door het gebruik van een aangedreven deksel-•55 toevoerwiel, waarbij de zijdelingse transportbanden zijn uit gevoerd voor een verbeterd aangrijpen en plaatsen van de houders.
Dienovereenkomstig is het een doel van de uitvinding een verbeterde machine voor het in een rechte lijn sluiten te verschaffen.
20 Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een machine voor het in een rechte lijn sluiten, die kan worden gebruikt bij aanzienlijk verhoogde snelheden van sluiten van houders.
Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van 25 een machine voor het in een rechte lijn sluiten, die gemakkelijk kan worden versteld door ongeschoold personeel voor het veranderen van de aftaeting van het sluit deksel en de houder.
Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een verbeterd, met hoge snelheid werkzaam stelsel voor het toevoe-30 ren van deksels aan een machine voor het in een rechte lijn sluiten.
Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een verbeterd stelsel voor het regelen van de zijdelingse transportbanden voor de houders voor een machine voor het in een rechte lijn 35 sluiten.
80 0 1 4 35 i i 3
Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een verbeterde sluitkamer en bijbehorende dekseltoevoerglijbaan-einde voor een met hoge snelheid werkzame machine voor het in een rechte lijn sluiten.
cj Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een sluitmachineconstructie, uitgevoerd voor het verstellen onder toepassing van electrisch of hydraulisch gedreven versteldrijf-werken.
Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van Ίq een gemakkelijk verstelbaar stelsel met zijdelingse transportbanden voor een machine voor het in een rechte lijn sluiten van houders·. _
De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: fig. 1 een vooraanzicht is van de verbeterde onderhavige 15 sluitmachine, fig. 2 een bovenaanzicht is van de machine volgens fig.1, fig. 3 een eindaanzicht is van de machine volgens fig. 1, fig. U een achteraanzicht is van de sluitkamer en de montering van het dekselglijbaaneinde, 2o fig. 5 een bovenaanzicht is van het dekseltoevoereinde
van de dekselglijbaan, welk einde het dekseltoevoersterwiel bevat, fig. 6 de vertikale doorsnede is volgens de lijn VI-VI
in fig. 5, fig. 7 een vertikale doorsnede is van het uitgangseinde 25 van de dekseltoevoerglijbaan en de aangrenzende vacuümkamer, fig. 8 een horizontale doorsnede is volgens de lijn VIII-VIII in fig. 7, fig. 9 een bovenaanzicht is van de zijkettingen, voorzien van een opneemholte in aangrijping met een houder, 30 fig. 10 een aan fig. 9 gelijk bovenaanzicht is van een andere uitvoeringsvorm van de zijkettingen, fig. 11 een vooraanzicht is van het onderstuk van de sluitmachine, fig. 12 een bovenaanzicht is van het onderstuk volgens 35 fig· 11> 800 1 4 35 k fig. 13 een horizontale doorsnede is volgens de lijn XIII-XIII in fig. 11, fig. 1U een vooraanzicht is van het draagsamenstel van de zijdelingse transportbanden, 5 fig. 15 een bovenaanzicht is van het draagsamenstel vol gens fig. 1U, fig. 16 een horizontale doorsnede is volgens de lijn XVI-XVI in fig. 1^, fig. 17 een ruimtelijk aanzicht is met uiteengenomen * ίο delen van het onderstuk van de machine, van het draagsamenstel van de zijdelingse transportbanden en van de sluitkamer van de machine volgens fig. 1, fig. 18 een doorsnede is volgens de lijn XVIII-XVIII in fig. 1, 15 fig. 19 een doorsnede is volgens de lijn XIX-XIX in fig.
1.
fig. 20 een doorsnede is volgens de lijn XX-XX in fig.1, fig. 21 een doorsnede is volgens de lijn XXI-XXI in fig.1, fig. 22 een vooraanzicht is van een andere uitvoerings-20 vorm van het onderstuk van de sluitmachine met aangedreven verstel-middelen, en fig. 23 een bovenaanzicht is van het onderstuk volgens fig. 22.
De verbeterde sluitmachine wordt eerst in het bijzonder 25 aan de hand van de fig. 1, 2 en 3 in het algemeen beschreven. De sluitmachine 1 draagt de gevulde houders 2 op een transporteur 3 zonder einde opeenvolgend onder een dekseltoevoerinrichting een dekselaanbrenginrichting 5 en een dekselsluitkop 6 door. Bij de dekseltoevoerinrichting h, trekt elke bewegende houder 2 een sluit-30 deksel 7 uit het onderste einde van een dekselglijbaan 8. De bewegende houder 2 draagt dan het los daarop getelescopeerde deksel door de dekselaanbrenginrichting 5» die het deksel 7 voorzichtig op de houder 2 draait in het geval van een draaideksel of het sluit-deksel 7 effent in het geval van een opdruksluitdeksel. Vervolgens 35 draagt de onafgebroken bewegende houder 2 het deksel 7 verder door 800 1 4 35 i ^ 5 een sluitkamer 9» waar de sluitkop 6 het sluitdeksel 7 stevig op de houder 2 draait of drukt.
Voor het vacuümsluiten, wordt hij het onderste einde van de dekselglijbaan 8 en in de sluitkamer 9 zodanig een stoomatmos-5 feer gehandhaafd, dat de stoom in de kopruimte wordt gericht van elke houder 2 voordat deze is gesloten, waardoor een vacuüm wordt gevormd wanneer de houder afkoelt na het sluiten. Een codeerinrich-ting 10, die op juiste wijze is gesynchroniseerd met de gesloten en bewegende houders 2, brengt een code of een etiket aan op de slui-10 ting van de gesloten houders. Zoals hierna gedetailleerder wordt beschreven, in het bijzonder aan de hand van de fig. 5 en 6, wordt het naar beneden door de dekseltoevoerglijbaan 8 bewegen van de deksels 7 geregeld door een draaiend sterwiel 11, dat gelijktijdig de toevoerdruk in de glijbaan 8 regelt en de dekselbewegingen syn-15 chroniseert met de houderbewegingen naar het punt van het opnemen van een deksel vlak voor de dekselaanbrenginrichting 5·
Bewegende zijdelingse transportbanden 12 grijpen elk der houders 2 aan wanneer deze onder de sluitkamer 9 doorbewegen voor het op juiste wijze onderling plaatsen en dragen van de bewegende 20 houders. Verstellingen van de hoogte en breedte van de zijdelingse transportbanden 12 worden, zoals eveneens hierna gedetailleerder wordt beschreven, zijn aangebracht in het onderstuk 13, welke verstellingen deze bandstanden onafhankelijk van de hoogte van de sluitkamer verstellen. De hoogte van de kamer 9 is eveneens onafhankelijk ver-25 stelbaar door middel van een afzonderlijke hoogteverstellingen, die hierna wordt beschreven.
De onderhavige sluitmachine 1 is met betrekkelijke hoge sluitsnelheden werkzaam, zodat een middel nodig is voor het met een hoge en geregelde toevoersnelheid aan de bewegende houders 2 toe-30 voeren van de sluitdeksels 7· De sluitdeksels 7 worden toegevoerd vanuit een dekseltoevoertrechter (niet weergegeven), die onafgebroken op juiste wijze gerichte deksels toevoert in de bovenkant van de toevoerglijbaan 8. De glijbaan 8 omsluit en draagt de deksels, wanneer deze naar beneden worden gestoten totdat zij een toevoerwiel 11 35 bereiken voor het opheffen van de druk en het synchroniseren van de 80 0 1 4 35 6 toevoer van de deksels. Het toevoerwiel 11 wordt synchroon aangedreven met andere aangedreven gedeelten van de sluitmachine, zoals de houdertransporteur 3, de zijdelingse transportbanden 12 voor het aangrijpen van de houders en de sluitkop 6. Elk der opneemholten 1¼ (fig. 5 en 6) in het draaiende toevoerwiel 11 grijpt dus een sluitdeksel 7 aan en draagt dit rond naar een loslaatpunt 15 in het onderste gedeelte van de dekseltoevoerglijbaan 8. Een uit het toevoerwiel 11 losgelaten deksel 7 beweegt door de zwaartekracht en door de door het toevoerwiel 11 verschafte hoeveelheid van beweging 10 naar een afzonderlijk gemonteerde toevoerschoen 16 (fig. 7) aan het onderste einde van de dekseltoevoerglijbaan 8, waar het deksel 7 wordt geplaatst om te worden aangegrepen en vanuit de toevoerschoen 16 te worden verwijderd door een houder 2, die wordt gedragen op de transporteur 3. Veerkrachtige tegenhoudorganen of andere 15 loslaatmiddelen 17 houden elk deksel tijdelijk vast in de schoen 16 totdat het deksel 7 wordt aangegrepen door de bovenkant van een bewegende houder 2. Een geschikte toevoerschoen 16 en bijbehorende dek-selaanbrenginrichting 5 zijn beschreven in een samenhangende Amerikaanse octrooiaanvrage 9^0.55^ van 8 september 1978.
20 Een aandrij ftniddel voor het draaien van het dekseltoevoer- wiel 11 is weergegeven in de fig. U, 5 en 6.
Het toevoerwiel 11 is gemonteerd aan een passende aandrijfas 18 aan legers 19» welke as wordt aangedreven door tussenkomst van kegelt an dwielen 20, rondsels 21 en een algemene aandrijfas 22, 25 verbonden met een horizontale aandrijfas 23 aan de sluitkamer. De aandrijfas 23 is gekoppeld met het aandrijfstelsel van de sluitmachine in het onderstuk 13 daarvan, zoals hierna wordt beschreven.
Het dekseltoevoerwiel 11 verschaft belangrijk verbeterde werkresultaten van de machine, waarbij de deksels 7 met een hoge 30 toevoersnelheid worden toegevoerd en dus met een betrekkelijk hoge glijbaantoevoerdruk. Zoals het duidelijkst weergegeven in fig. 5, grijpen de opneemholten 1^ in het toevoerwiel 11 opeeenvolgend het laatste deksel 7 in de lijndeksels, die met een betrekkelijk hoge snelheid en dus onder een hoge toevoerdruk in het bovenste jpieelte 35 wordt gevoerd van de dekseltoevoerglijbaan 8, aan en dragen dit.
80 0 1 4 35 * c 7
De deksels 7 worden pas uit het bovenste gedeelte losgelaten door het draaien van het toevoerwiel 11, hetgeen het laatste deksel 7 verwijderd uit de lijn en vanuit de glijbaantoevoerdruk, en dit dan loslaat voor een onafhankelijke neerwaartse glijbeweging langs het 5 einde van de glijbaan 8 naar de dekselloslaatmiddelen 17, die de dekselsloslaatbaar vasthouden in de toevoerschoen 16 totdat het deksel 17 door een bewegende houder 2 wordt vrijgetrokken.
De werking van de sluitdekselaanbrenginrichting 5, die het duidelijkst is weergegeven in fig. 7» bestaat uit het regelen 10 van het loslaten van elk deksel 7 uit de glijbaan 8 bovenop een bewegende houder 2, en het vervolgens voorzichtig opde houderafwe-r— king plaatsen van het deksel ter voorbereiding van het uiteindelijke sluiten bij de sluitkop 6. Een verscheidenheid aanbrenginrichtingen kan met de onderhavige sluitmachine worden gebruikt, zoals die vol-15 gens de hiervoor vermelde Amerikaanse octrooischriften of Amerikaanse octrooiaanvrage.
Kort gezegd heeft de dekselaanbrenginrichting 5 middelen voor het voorzichtig op de afwerkingen van de bewegende houders 2 drukken van de sluitdeksels 7, en voor het effenen daarvan en het 2o in een stand plaatsen voor het uiteindelijk sluiten. In het geval van opdruksluitingen, bevat dit middel een druks choen, die voorzichtig elk deksel op zijn plaats op een bewegende houder druk en effent. Voor van schroefdraad of van nokken voorziene deksels, bevat de aanbrenginrichting 5 middelen voor het gelijktijdig effenen 25 van elk sluitdeksel 7 en het voorzichtig op samenwerkende houder-nokken of -schroefdraad draaien daarvan. De in fig. 7 weergegeven aanbrenginrichting bijvoorbeeld bevat een verend gemonteerde ver-effeningsplaat 2kt die is opgesteld voorafgaande aan een excentrische dekselsleepschoen 25, die elk deksel voorzichtig op de schroef-30 draad draait van een bewegende houder door het vertragen van een excentrisch gedeelte van het deksel.
Wanneer êên houder 2 de dekselaanbrenginrichting 5 verlaat, is een sluitdeksel voorzichtig of in eerste instantie op de mond daarvan geplaatst voor het uiteindelijke sluiten voor vacuüm-35 sluiten. De houderkopruimte, hetgeen de ruimte is tussen het produkt 800 1 4 35 t 8 en het sluit deksel, wordt gevuld met stoom, die vanuit de passende mondstukken 26 in de dekselglijbaan en het onderste gedeelte van de dekselglijbaandrager, alsmede uitlaten (niet weergegeven) in de sluitkamer, wordt ingespoten. Een vacuüm treedt op in de gesloten tj houders 2 wanneer de stoom condenseert bij het afkoelen daarvan na het sluiten van de houders.
Nadat elke houder 2 voorbij de dekselaanbrenginrichting 5 is bewogen, beweegt deze vervolgens onder de houdersluitkop 6 door, die is gemonteerd aan de sluitkamer 9· De werking van de sluitkop TO 6 bestaat uit het stevig op de houders 2 drukken van opdruksluitingen of in het geval van sluitdeksels met nokken of schroefdraad, het stevig op de houders 2 draaien daarvan. Een bekende sluitkop is weergegeven bij 6 in de fig. 1 en 7. Deze sluitkop kan bijvoorbeeld bestaan uit sluitkoppen van de gedetailleerder in de voornoemde Ameri-15 kaanse octrooischriften beschreven soort. Wanneer de sluitkop 6 wordt gebruikt voor deksels met nokken of schroefdraad, grijpt de kop kort gezegd deze deksels aan en draait ze tot in sluitaangrij-ping op de houders. De draaiwerking wordt verkregen door het vertragen van een excentrisch gedeelte van elk deksel 7 door een langzamer 20 bewegende sluitband 27 zonder einde, waarbij het tegenoverliggende excentrische gedeelte van elk deksel wordt gedraaid door middel van een sneller bewegende sluitband 28. De sluitbanden zijn gemonteerd aan aandrijfschrijven 29 en 30 en een aantal leischijven 31. De langzamer bewegende sluitband 27 kan worden vervangen door een vaste 25 sleepschoen. De aandrijfmiddelen voor de aandrijfschijven zijn gesynchroniseerd met de andere bewegende gedeelten van de machine, doordat zij zijn gekoppeld met het hoofddrijfwerk in het onderstuk 13 van de machine, zoals nader wordt toegelicht. Omdat de sluitkop 6 is gemonteerd aan de sluitkamer 9, wordt de hoogte daarvan ver-30 steld wanneer de kamer 9 op en neer wordt bewogen met een overeenkomstige hoogteverstelling van de aanbrenginrichting 5 en de deksel-glijbaan 8, zoals reeds beschreven. De drager, die deze verstellingen mogelijk maakt zonder de synchronisatie te veranderen van de aangedreven gedeelten van de sluitkamer, is tevens eendelig met het ver-35 beterde onderstuk 13 van de machine, dat hierna gedetailleerder 80 0 1 4 35 * t 9 wordt beschreven.
Voor het verschaffen van een sluitmachine met een hogere snelheid van werken, worden de houders 2 op de bewegende horizontale transporteur 3 gedragen en vastgehouden door de zijdelingse trans-5 portbanden 12, die boven de transporteur 3 zijn geplaatst. De houder-transporteur 3 omvat een gebruikelijke, uit metaal of kunststof bestaande, schakeltransportband zonder einde, die wordt aangedreven door op onderlinge afstand liggende eindkettingvielen, gekoppeld met het machinedrijfwerk en gesynchroniseerd met de andere aange-10 dreven gedeelten van de machine. De zijdelingse transportbanden 12 omvatten elk een rollenketting 30 zonder einde, gemonteerd aan kettingwieien 31 aan op onderlinge afstand liggende vertikale eind-assen 32 en 33. Zoals weergegeven in fig. 9» omvatten de zijdelingse transportbanden 12 de rollenkettingen 30, voorzien van opneemholten 15 3¼ voor het op onderlinge afstanden plaatsen van de houders, welke opneemholten zijn verschaft door afstandsorganen 35 uit kunststof, bevestigd aan de rollenkettingen 30. De eindassen 32 en 33 zijn gekoppeld met het hoofdaandrijfstelsel van de machine door een middel, dat het verstellen mogelijk maakt van de hoogten van de zijdelingse 20 transportbanden 12 zonder de synchronisatie daarvan te veranderen en onafhankelijk van de hoogte van de sluitkamer 9· Het aandrijf-middel voor de zijdelingse transportbanden wordt samen met de syn-chronisatiekenmerken daarvan eveneens hierna beschreven bij het bespreken van het verbeterde onderstuk van de machine en de aandrijf-25 middelen. Fig. 10 toont een andere uitvoeringsvorm van de zijdelingse kettingen, voorzien van gladde en veerkrachtige houderaangrijpdelen 36, bevestigd aan de rollenkettingen 37 voor het toevoeren van op willekeurige onderlinge afstanden liggende houders.
Middelen zijn aangebracht voor het leiden van de rollen-30 kettingen 30 en 3T, en voor het stevig doen aangrijpen van de houders 2 door de bewegende zijdelingse transportbanden 12, in het bijzonder wanneer de houders onder de dekselaanbrenginrichting 5 en de sluitkop 6 worden doorbewogen. Een voorkeursuitvoeringsvorm van het leisamenstel 38 voor de zijdelingse transportbanden is weerge-35 geven in de fig. 8 en 18. Het binnenpart van elk der twee zijdelingse 800 1 4 35 10 transportbanden is geplaatst door langwerpige steunstaven 39» waaraan verschuifbaar een reeks kettingleikussens 1*0 is gemonteerd. De kussens 1*0 zijn gevormd uit slijtsterke materialen met een lage wrijving, zoals kussens uit met vezels versterkt phenol of een cj ander kunststofmateriaal met een lage wrijving. De leikussens 1*1 aan de uitgangseinden van de zijdelingse transportbanden 12 omvatten vast gemonteerde kussens met toelopende kettingleioppervlakken 1*2. De kussens 1*0 zijn verschuifbaar gemonteerd aan leipennen 1*3, voor een beweging naar elkaar en in een richting voor het aangrijpen TO van de houders onder de kracht van samengedrukte schroefveren Hl*, die de kussens 1*0 en de transportbanden 12 naar binnen drukken naarde bewegende houders 2. De buitenparten van de zijdelingse transportbanden 12 worden verschuifbaar gedragen door passend gevormde flensdelen 1*5.
15 De hoogten van de aandrijfkettingwielen 31 bij het uit- gangseinde zijn verstelbaar, zoals hierna beschreven, waarbij echter de vertikale hartlijnen van de aandrijfassen 33 voor de uitgangs-kettingwielen 31 vast zijn. De overige elementen van het transport-bandleisamenstel 38 bewegen zijdelings voor instelling van de onder-20 linge afstand tussen de transportbanden aan de monteerplaten 1*6 (fig. 18). De rollenkettingen 30 en 37 worden onder de juiste spanning gehouden gedurende de verstellingen van de breedte tussen de transportbanden door de veer 1*7 en de montering in de vorm van een draaibaar verbindingsorgaan 1*8 voor de leikettingwielen 31 aan het 25 ingangseinde. De flensdelen 1*5 zijn gemonteerd aan een vast draaipunt 1*9 bij de aandrij fkettingwielen 31 bij het uitgangseinde, en aan een draaipunt 50 bij het ingangseinde, dat beweegt met de monteerplaten 1*6.
Hoewel het van bijzonder voordeel is houdersluitmachines 30 met een groot vermogen te gebruiken met eenvoudige verstelmiddelen voor het veranderen van de machineinstellingen voor verschillende afmetingen van de deksels en de houders, hebben bekende machines dit vermogen niet als gevolg van de veronderstelde ingewikkeldheid van een dergelijk ontwerp. De onderhavige sluitmachine echter, verschaft 35 zowel een met hoge snelheid werkzaam sluitvermogen alsmede verstel- 800 1 435 11 lingen, die moelm worden aangebracht voor de "bepaalde afmeting van de deksels en de houders, die worden gesloten. De verbeterde machi-neaandrijf- en verstelmiddelen worden thans beschreven samen met de samenwerking daarvan met de verschillende bedieningselementen van de 5 reeds beschreven sluitmachine.
De verbetering wordt in het bijzonder aan de hand van de fig. 1, 11, 12 en 17 eerst in het algemeen beschreven.
Zoals reeds beschreven, bevatten de middelen voor het bewegen van de houders door de sluitmachine 1, een transportband 3, 10 gemonteerd aan passende eindkettingwielen op een vaste hoogte aan een draaggestel ^0. De dekseltoevoer- en sluitelementen, die de · -dekselglijbaan 8, de dekselaanbrenginrichting 5 en de sluitkop 6 bevatten, zijn gemonteerd aan of volgens een vast verband met de sluitkamer 9 geplaatst boven de transporteur 3. Het is gewenst, dat 15 de kamer 9> die geplaatst is samen met de daaraan gemonteerde elementen, vertikaal verstelbaar is voor het mogelijk maken van een snel verstellen van de sluitmachine voor het behandelen van houders met een andere hoogte. Het is ook gewenst, dat deze verstelling wordt uitgevoerd zonder het veranderen van de voorafingestelde syn-20 chronisatie tussen de verschillende elementen, zoals de dekseltoe-voerinrichting h, de sluitkop 6 en de codeerinrichting 10, gemonteerd aan de sluitkamer 9·
Zoals hierna gedetailleerder wordt beschreven, wordt de verstelling van de hoogte van de sluitkamer 9 verschaft door het 25 monteren daarvan aan een paar in lengterichting op onderlinge afstand liggende draagkolommen 51. De kolommen 51 zijn verstelbaar gemonteerd aan het onderstuk 13 vande machine, welk onderstuk middelen bevat voor het omhoog en omlaag bewegen van de kolommen 51 samen met de daardoor gedragen sluitkamer 9· 30 Het onderstuk 13 van de machine bevat ook belangrijke gedeelten van het machine-aandrijfsamenstel, alsmede middelen voor het dragen en verstellen van de onderlinge afstand en de hoogte van de zijdelingse transportbanden 12 voor het dragen van de houders.
De fig. 11, 12 en 17 tonen het machineonderstuk 13, dat een holle 35 dichte kamer 52 bevat, die de verschillende verstel- en aandrijf- 800 1 4 35 12 elementen bevat en kan vorden gevuld met een smeerolie voor het beschermen van de verstel- en aandrijfelementen. De kamer 52 vordt op een vaste hoogte gedragen door vier poten 53. De twee draagko-lommen van de afdichtkamer zijn verschuifbaar gemonteerd aan pas-5 sende, langwerpige draaglegers 5^> waarbij de bovenste einden daarvan door bouten of anderszins zijn bevestigd aan de sluitkamer 9.
De hoogte van de twee draagkolommen 51 wordt gelijktijdig versteld door middel van het verstelviel 55 van de sluitkamer, welk wiel werkzaam is gekoppeld met de twee kolommen 51 door middel van het 10 in fig. 13 weergegeven koppelstelsel. Het verstelwiel 55 is bevestigd aan een verbindingsas 56, die op zijn beurt door een leias 57 en een passende tandwieloverbrenging is verbonden met een kolom-verbindingsas 58. Het draaien van het verstelwiel 55 draait de verbindingsas 58 in de een of andere richting voor het gelijktijdig 15 omhoog of omlaag bewegen van de draagkolommen 51 van de sluitkamer door tussenkomst van de onderling verbonden heugels 59» aan de kolommen 51 en de rondsels 60 aan de verbindingsas 58.
Zoals reeds vermeld, zijn verstelmiddelen eveneens opgenomen in het machineonderstuk 13 voor het verstellen van de hoogten 20 en de onderlinge afstand van de zijdelingse transportbanden 12 voor de houders. De verstelmiddelen voor de zijdelingse transportbanden bevatten een draagsamenstel 61 daarvoor, weergegeven in de fig. 17 en 21. Het draagsamenstel 61 is gemonteerd aan een paar samenstel-monteerkolommen 62, verstelbaar aangebracht aan het machineonderstuk 25 13. Een verstelwiel 63 voor de hoogte van de zijdelingse transport banden is gekoppeld met de twee kolommen 62 voor het omhoog en omlaag bewegen van het draagsamenstel 61 van de zijdelingse transportbanden en het zodoende omhoog en omlaag bewegen van de zijdelingse transportbanden 12 zelf. Het verstelwiel 63 is gekoppeld met de twee 30 kolommen 62, zoals is weergegeven in fig. 13, door tussenkomst van een zijdelingse verbindingsas 6fc, die door passende tandwielen 65 is gekoppeld met een lengtekoppelas 66, voorzien van rondsels 67 aan de tegenover elkaar liggende einden daarvan voor het aangrijpen in passende heugels 68 aan de twee kolommen 62. Het draaien van het 35 verstelwiel 63 voor de hoogte van de zijdelingse transportbanden in 800 1 4 35 it · 13 de ene of andere richting "brengt het gehele draagsamenstel 61 van de zijdelingse transportbanden omhoog of omlaag samen met de zijdelingse transportbanden 12, die daaraan zijn bevestigd, door middel van de platen k6 en de draagarmen 69.
5 De koppeling tussen het draagsamenstel 61 van de zijde lingse transportbanden en de zijdelingse transportbanden 12 bevat middelen voor het verstellen van de onderlinge afstand van de zijdelingse transportbanden 12 voor het behandelen van houders met een andere diameter. Elk der tvee monteerplaten b6 van de zijdelingse Tq transportbanden is gemonteerd aan twee in lengterichting op onderlinge afstand liggende draagarmen 69. Omdat de armen 69 vertikaal met betrekking tot het hiervoor beschreven draagsamenstel 61 van de zijdelingse transportbanden zijn bevestigd, zijn de hoogten van de zijdelingse transportbanden 12 verstelbaar wanneer het draag-15 samenstel 61 daarvan omhoog en omlaag wordt bewogen onder gebruikmaking van het verstelwiel 63, zoals hierna beschreven. De armen 69 zijn echter verstelbaar gemonteerd voor een zijdelingse beweging naar en vanaf elkaar voor het verschaffen van een verstelling van de onderlinge afstand van de zijdelingse transportbanden. Dit ver-2o stelmiddel is weergegeven in de fig. 1^-19. Elk der vier armen 69 is bevestigd aan het buiteneinde van een verschuifbaar gemonteerde, horizontale draagheugel 70 (fig. 16). De heugels 70 zijn gemonteerd in passende legers 71 voor een horizontale beweging onder de regeling van een verstelwiel 72 voor de breedte van de zijdelingse 25 transportbanden. Zoals het duidelijkst is te zien in fig. 19,is het wiel 72 gemonteerd aan een as, die door schroeven is verbonden met het draagsamenstel 61 van de zijdelingse transportbanden. Het draaien van het wiel 72 in de ene of andere richting doet een door schroeven verbonden arm 69, waarmee een heugel 70 is verbonden, in de een of 30 andere richting zijdelings ten opzichte van de sluitmachine bewegen.
De beweging van de ene heugel 70 heeft een overeenkomstige beweging tot gevolg van de andere drie heugels 70 en de daaraan bevestigde monteerarmen 69 door tussenkomst van een rondsel 73, een leias 7^ (fig. 19), een rondsel 75 en een heugel 76. Een overeenkomstige leias 35 en rondsels 77 koppelen de andere twee heugels 70 met de heugel 76.
800 1 4 35 11»
De draagarmen 69 dragen passende legerstangen J8 en staan onder veerspanning door schroefveren 79 voor het verschaffen van een geleidelijke afstandsverstelling.
Passende stoominsluitende afdekkingen 81 zijn gemonteerd 5 aan de zijdelingse legerstangen 78 en andere gedeelten voor verstelling daarmee, zodat de afdekkingen 81 nauwsluitend passen voor houders met verschillende afmetingen.
Het is duidelijk, dat de hiervoor "beschreven verstelmidde-len de noodzakelijke verstellingen verschaffen in de hoogte van de 10 sluitkamer en de zijdelingse transportbanden en de onderlinge afstand van deze laatste. Het machineonderstuk 13 omvat tevens een "belangrijk gedeelte van het machineaandrijfstelsel teneinde het mogelijk te maken deze verstellingen onafhankelijk van het drijfwerk en zonder de sluitmachine uit te voeren. Het machineaandrijf-15 stelsel wordt thans beschreven, in het bijzonder aan de hand van de fig. 11-17 en 20 en 21.
Een hoofdaandrijfas 82 is gemonteerd in het machineonderstuk, en voorzien van een koppelgedeelte 83, dat zich utstrekt vanaf de linkerzijde van het onderstuk 13, zoals is te zien in de 20 fig· 11» 12 en 13, voor verbinding met het hoofddrijfwerk van de sluitmachine, welke hoofddrijfwerk een passende electromotor bevat, evenals snèlheidsregel- en vertragingsorganen, niet weergegeven.
Zoals weergegeven in fig. 13, strekt de hoofdaandrijfas 82 zich in lengterichting uit door de holle, met olie gevulde kamer 25 52 van het machineonderstuk. Het voorste einde van de aandrijfas 82 is door tandwielen 83’ gekoppeld met een aandrijfas 8U, die zich uitstrekt door het voorste einde van de onderste kamer 52 voor het verschaffen van een koppeling 85 voor het transporteurdrijfwerk 86 (fig. 1). De transporteur 3 wordt aangedreven door tussenkomst van 30 de horizontale transporteuraandrijfas 87 en een haaks drijfwerk 88 voor het draaien van een transporteuraandrijfkettingwiel. Deze positieve koppeling beweegt de transporteur 3 met een voorafbepaalde snelheid ten opzichte van die van de hoofdaandrijfas 82 en de daarmee gekoppelde aanvullende aandrij fmiddelen. Deze aanvullende aan-35 drijftaiddelen bevatten een eerste vertikale aandrijfas 89 met 800 1 4 35 15 glijspiën voor het koppelen van aandrijfvennogen met de sluitkamer en de aangedreven elementen daarvan, en een tweede vertikale aandrijfas 90 met glijspiën voor de zijdelingse transportbanden.
De fig. k en 21 tonen de aandrijfoverbrengingsmiddelen 5 waarmee de aangedreven elementen in de sluitkamer 9 zijn gekoppeld met de vertikale aandrijfas 89 met glijspiën. Zoals is te zien in fig. 21, is een holle as 91 met glijspiën in telescopisch en aangedreven verband geplaatst met de as 89 met glijspiën voor het overbrengen van de aandrijfkracht naar boven naar de sluitkamer 9, en 10 het mogelijk maken van het vertikaal bewegen van de sluitkamer 9 wanneer het paar assen 89 en 91 met glijspiën in lengterichting · -onderling verschuift. Een tandwielkast 92 is aangebracht aan het voorste gedeelte van de sluitkamer 9, in welke kast een kegeltand-wiel 93 aan het bovenste einde van de holle as 91 met glijspiën 15 een kegeltandwiel 9^ aangrijpt aan een horizontale leias 95· Een kegeltandwiel 96 aan de leias 95 drijft een kegeltandwiel 97 aan, dat zich bevindt aan de dekseltoevoeraandrijfas 23, waarbij een rondsel 99 aan een buiteneinde van de leias 95 het tandwiel 100 aangrijpt voor het aandrijven van de riemaandrijfdraagas 101 van de sluitkop 6. Deze positieve tandwielkoppelingen verzekeren een synchrone koppeling voor de aangedreven elementen daarvan ten opzichte van alle andere aangedreven gedeelten van de sluitmachine, welke gedeelten deel uitmaken van het hoofdaandrijfstelsel. Wanneer een codeerinrichting 10 wordt gebruikt op de sluitmachine, kan ook een 25 aandrijfas daarvan door middel van een kegeltandwiel 102 (fig.U) zijn gekoppeld met het kegeltandwiel.
De voorste vertikale aandrijfas 90 met glijspiën wordt gebruikt voor het aandrijven van de twee zijdelingse transportbanden 12. Deze aandrijfkoppeling maakt ook een hoogteverstelling mogelijk 30 van de zijdelingse transportbanden 12 onafhankelijk van de aandrijving, doordat een holle aandrijfas 103 met glijspiën is aangebracht, die verschuifbaar de onderste aandrijfas 90 (fig. 20) met glijspiën aangrijpt. Het bovenste gedeelte van de as 103 omvat de ketting-wiel-aandrijfas 33 voor het aandrijven van êên zijdelingse transportband 35 12. De tegenover liggende zijdelingse transportband 12 wordt aange- 80 0 1 4 35 16 dreven door tussenkomst van een tandwielenreeks 10^, die de aangedreven as 90 koppelt met de tegenover liggende draagas 33, aangebracht "bij het uitgangseinde van de andere zijdelingse transportband 12.
5 De fig. 22 en 23 tonen een andere uitvoeringsvorm van het machineonderstuk 105, waarbij aangedreven verstellingen zijn aangebracht in plaats van de hiervoor beschreven met de hand bediende verstellingen. Een verstelling van de hoogte van de sluitkamer en van de zijdelingse transportbanden is reeds beschreven onder toe-10 passing van de handwielen 55 en 63* Deze andere uitvoeringsvorm verschaft het in de plaats stellen van motorisch gedreven middelen voor deze verstellingen. Bij deze uitvoeringsvorm is een afzonderlijke krachtbron gemonteerd bij de regelassen voor de hoogteverstellingen. Dergelijke krachtbronnen zijn weergegeven bij 106 en 107. Deze kun-15 nen electrisch of hydraulisch gedreven motoren omvatten onder de regeling van passende schakelaars of andere regelingen, gemonteerd op een geschikte plaats aan of bij de sluitmachine. De uitgang van elk der krachtbronnen 106 en 107 is gekoppeld met de assen 108 en 109, soortgelijk aan de reeds beschreven assen 56 en 6k, door passen-20 de tandwielreeksen of andere koppelingen. In het geval van zowel electrische als hydraulische drijfwerken, kunnen eindaanslagen zijn voorzien voor het begrenzen van de verstelling binnen een voorafbepaald algemeen verstelbereik. Een in het algemeen soortgelijk krachtmiddel kan ook worden gebruikt met de verstelling van de 25 onderlinge afstand van de zijdelingse transportbanden. Het gebruik van gedreven verstellingen past de algemene instelling van de sluitmachine aan voor een computerregeling, bijvoorbeeld onder gebruikmaking van programmakaarten of andere bekende regelmiddelen, zodat de noodzakelijke verstellingen in de hoogte en breedte van de trans-30 portbanden automatisch en snel kan worden verkregen wanneer de afmetingen van de deksels en/of de houders wordt veranderd, door het eenvoudig insteken van de juiste machineverstelkaart of andere vooraf geregistreerde instructies.
Het is duidelijk, dat een verbeterde met hoge snelheid 35 werkzame sluitmachine is beschreven, waarin de verbeteringen in het 8 0 0 1 4 33 1? bijzonder zijn gericht op verbeteringen in de regeling van de dek-seltoevoer en de houders bij de hogere werksnelheden samen met aanzienlijk verbeterde machineverstel- en aandrij fmiddelen. Snelle machineverstellingen kunnen worden aangebracht zonder de machine-5 aandrijf synchronisatie te verstoren voor verschillende houderhoogten en breedten en gedaanten. Een bepaalde verbetering in de houdertoe-voer verschaft een positieve dekselaandrijving, die een dekselster-toevoerviel omvat, dat de sluitdekseltoevoer stuurt en tevens een opneemgebied voor sluitdeksels afscheidt van de noodzakelijke hoge 10 toevoerdruk in de dekselglijbaan.
De verbeterde houderregeling verschaft verbeterde zijde- -lingse transportbanden met een positief aangrijpen daarvan op de houders. De verbeterde machineverstelkenmerken zijn samengevoegd met een gedrongen en volledig gesmeerd machineaandrijfstelsel, dat 15 een volledige positieve aandrijving kan verschaffen door de gehele machine heen, en een volledige vertraagde aandrijfsnelheid, waardoor aanzienlijke gedeelten van het aandrijfstelsel werkzaam zijn met ongeveer de snelheid, nodig voor de betrokken behandelingsplaats.
Dit heeft een aanzienlijke vermindering tot gevolg van het lawaai 20 en trillen van de machine, en verschaft een gelijkmatige totale werking, die de hogere sluitsnelheden, die kunnen worden gebruikt, vergemakkelijkt.
Het is duidelijk, dat veranderingen en verbeteringen kunnen worden aangebracht zonder buiten het kader van de uitvinding 25 te treden.
8 0 0 1 4 35

Claims (23)

1. Sluitmachine met een dekseltoevoerglijbaan, voorzien van een inlaat voor het opnemen van deksels uit een deksellever-inrichting, en van een uitlaat voor het toevoeren van deksels aan 5 bewegende houders in de machine, gekenmerkt door een sterwiel met dekselopneemholten, welk sterwiel tussen op onderlinge afstand liggende gedeelten is geplaatst van de glijbaan, waarbij een van de op onderlinge afstand liggende glijbaangedeelten is geplaatst voor het toevoeren van deksels in een van de holten op een eerste plaats, en 10 het andere gedeelte is geplaatst voor het ontvangen van deksels uit de holten op een tweede plaats op afstand van de eerste.
2. Machine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het sterwiel wordt aangedreven door een aandrij fmiddel, gesynchroniseerd met een houdertransporteur in de machine. 15 3· Machine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het aandrijfmiddel een positieve koppeling heeft met een drijfwerk voor een houdersluitkop, en een drijfwerk voor zijdelingse transportbanden voor het aangrijpen van houders. . Machine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 20 glijbaangedeelten schuin staan ten opzichte van de horizontaal in een gemeenschappelijk vlak, waarbij het sterwiel in ditzelfde vlak ligt en de draaihartlijn daarvan zich vertikaal ten opzichte van dit vlak uitstrekt.
5. Machine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het 25 sterwiel wordt aangedreven voor het met ongeveer de houdersluitsnel- heid van de machine voortbewegen van de opneemholten.
6. Machine voor het in een rechte lijn sluiten van houders, welke machine is voorzien van een betrekkelijk rechte en horizontale houdertransporteur, verder van een dekselaanbrenginrichting, die 30 boven de transporteur is geplaatst voor het op houders daarop aanbrengen van deksels, van een sluitkop, die voorbij de aanbrengin-richting boven de transporteur is geplaatst voor het met de vooraf op de houders aangebrachte deksels sluiten van de houders, van zijdelingse transportbanden voor het stabiliseren van de houders, 35 welke banden langs de twee zijden van de transporteur zijn geplaatst, 800 1 4 35 en van middelen voor het synchroon aandrijven van de sluitkop, de transporteur en de zijdelingse transportbanden, gekenmerkt door middelen voor het aan de aanbrenginrichting toevoeren van deksels, welke middelen een deksèltoevoerglijbaan bevatten, verder een ster- 5 wiel, dat bij het onderste einde van de glijbaan is geplaatst en is voorzien van dekselopneemholten, en een uitgangsglijbaan, die onder het sterwiel is geplaatst, waarbij het onderste einde van de dekseltoevoerglijbaan is geplaatst voor het leiden van deksels vanuit de glijbaan op een eerste plaats in een dekselopneemholten, en 10 de uitgangsglijbaan is geplaatst voor het leiden van deksels uit een dekselopneemholte naar de aanbrenginrichting op een tweede plaats op afstand van de eerste.
7· Machine volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het sterwiel wordt aangedreven door een aandrij fmiddel, dat is gesyn- 15 chroniseerd met een houdertransporteur in de machine.
8. Machine volgens conclusie 7* met het kenmerk, dat het a an drijfmiddel een positieve koppeling heeft met een drijfwerk voor een houdersluitkop, en een drijfwerk voor zijdelingse transportbanden voor het aangrijpen van de houder. 2o 9. Machine volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de glijbaangedeelten schuin staan ten opzichte van de horizontaal in een gemeenschappelijk vlak, waarbij het sterwiel in ditzelfde vlak ligt en de draaihartlijn daarvan zich vertikaal ten opzichte van dit vlak uitstrekt.
10. Machine volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het sterwiel wordt aangedreven voor het met ongeveer de houdersluitsnelheid van de machine voortbewegen van de opneemholten.
11. Machine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de zijdelingse transportbanden holtemiddelen omvatten voor het plaat- 30 sen van de houders.
12. Machine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de zijdelingse transportbanden gladde houderaangrijpoppervlakken omvatten.
13. Machine voor het in een rechte lijn sluiten, welke 35 machine is voorzien van een houdertransporteur met een vaste hoogte, 800 1 4 35 waarbij een dekselaanbreriginrichting en een sluitkop zijn gemonteerd aan een sluitkamer, die boven de transporteur is geplaatst, en van zijdelingse transportbanden voor het aangrijpen van de houders, welke banden aan weerszijden van de transporteur zijn geplaatst, gekenmerkt 5 door monteermiddelen voor de sluitkamer en de zijdelingse transportbanden in het onderstuk van de machine, welke monteermiddelen een middel bevatten voor het onafhankelijk verstellen van de hoogten van de sluitkamer en van de zijdelingse transportbanden met betrekking tot de hoogte van de transporteur. 10 1^· Machine volgens conclusie 1$, met het kenmerk, dat het onderstuk tevens middelen bevat voor het verstellen van de onderlinge afstand van de zijdelingse transportbanden.
15· Machine volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de monteermiddelen een paar kolommen omvatten voor het monteren van de 15 sluitkamer, en een afzonderlijk paar kolommen voor het monteren van de zijdelingse transportbanden.
16. Machine volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat het verstelmiddel electrisch wordt bediend.
17. Machine volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat ’ 20 het verstelmiddel hydraulisch wordt bediend.
18. Machine volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat het verstelmiddel is opgenomen in een oliebad.
19· Machine volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de zijdelingse transportbanden middelen bevatten voor het sluiten 25 van het houdersluitgebied, welke middelen met de zijdelingse transportbanden verstelbaar zijn gemonteerd.
20. Machine voor het in een rechte lijn sluiten van houders, welke machine is voorzien van een betrekkelijk rechte en horizontale houdertransporteur, verder van een dekselaanbrenginrich-30 ting, die boven de transporteur is geplaatst voor het op houders daarop aanbrengen van deksels, van een sluitkop, die voorbij de aanbrenginriehting boven de transporteur is geplaatst voor het met vooraf op de houders geplaatste deksels sluiten daarvan, van zijdelingse transportbanden voor het stabiliseren van de houders, welke 35 banden aan weerszijden van de transporteur zijn geplaatst, en van 80 0 1 4 35 middelen voor het synchroon aandrijven van de sluitkop, de transporteur en de zijdelingse transportbanden, gekenmerkt door middelen voor het aan de aanbrenginrichting toevoeren van deksels, welke middelen een dekseltoevoerglijbaan bevatten, verder een sterwiel, aan-5 gebracht bij het onderste einde van de glijbaan en voorzien van dekselopneemholten, en een uitgangsglijbaan, die beneden het sterwiel is geplaatst, waarbij een onderste einde van de dekseltoevoerglijbaan is geplaatst voor het leiden van deksels vanuit de glijbaan op een eerste plaats in een dekselopneemholte, en de uitgangsglij-10 "baan is geplaatst voor het leiden van deksels uiteen dekselopneemholte naar de aanbrenginrichting op een tweede plaats op afstand van de eerste, en door monteermiddelen in het onderstuk van de machine voor het verstellen van de hoogte van de aanbrenginrichting, van de sluitkop en van de zijdelingse transportbanden.
21. Machine volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat de monteermiddelen een middel bevatten voor het verstellen van de onderlinge afstand van de zijdelingse transportbanden.
22. Machine volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat de monteermiddelen een electrisch drijfwerk bevatten. 2o 23. Machine volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat de monteermiddelen een hydraulisch drijfwerk bevatten. 2^. Machine volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat het sterwiel wordt aangedreven.
25. Machine volgens conclusie 2h, met het kenmerk, dat de 25 sterwielaandrijving de opneeraholten met ongeveer de sluitsnelheid van de machine voortbeweegt.
26. Machine volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat de zijdelingse transportbanden zijn voorzien van holten voor het plaatsen van de houders. 30 27· Machine volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat de zijdelingse transportbanden gladde houderaangrijpoppervlakken hebben.
28. Machine volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat de monteermiddelen in een oliebad zijn geplaatst.
29. Machine volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat de 35 dekselglijbaan en het sterwiel zich in een gemeenschappelijk vlak 800 1 4 35 "bevinden, waarbij de hartlijn van het sterwiel loodrecht staat op dit vlak.
30. Sluitmachine in hoofdzaak zoals in de beschrijving beschreven en in de tekening weergegeven. 80 0 1 4 35
NL8001435A 1979-03-12 1980-03-11 Met hoge snelheid werkzame machine voor het sluiten van houders. NL8001435A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US2001179 1979-03-12
US06/020,011 US4279115A (en) 1979-03-12 1979-03-12 High speed straight line container sealing machine

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8001435A true NL8001435A (nl) 1980-09-16

Family

ID=21796275

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8001435A NL8001435A (nl) 1979-03-12 1980-03-11 Met hoge snelheid werkzame machine voor het sluiten van houders.

Country Status (9)

Country Link
US (1) US4279115A (nl)
BE (1) BE882182A (nl)
CA (1) CA1127607A (nl)
DE (1) DE3009328A1 (nl)
FR (1) FR2451341A1 (nl)
GB (1) GB2050322B (nl)
IT (1) IT1207098B (nl)
LU (1) LU82243A1 (nl)
NL (1) NL8001435A (nl)

Families Citing this family (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2125379B (en) * 1982-08-17 1986-06-18 Metal Box Plc Capping machines
US4559760A (en) * 1982-11-02 1985-12-24 Continental White Cap, Inc. Universal capping machine
US4716708A (en) * 1986-04-14 1988-01-05 Anchor Hocking Corporation Means for sealing containers
US5054260A (en) * 1990-06-13 1991-10-08 Anchor Hocking Packaging Company High speed sealing machine
DE4315111C2 (de) * 1993-05-06 1997-08-14 Hamba Maschf Schließvorrichtung für mittels Schraubdeckel drehverschließbare Schraubbehälter, wie Schraubgläser oder dergleichen
US5915526A (en) * 1995-06-19 1999-06-29 The Clorox Company Safety apparatus for in-line capping machine
US5925246A (en) * 1996-10-31 1999-07-20 Matrix Pharmaceutical, Inc. Apparatus for aseptic vortex flow concentration
ITRM20010159A1 (it) 2001-03-26 2002-09-26 Capco Engineering S R L Maglia portapattino per catene di contenimento, in particolare per macchine capsulatrici a camera rettilinea.
US8418836B2 (en) 2010-05-07 2013-04-16 The Procter & Gamble Company Universally adjustable star wheel
US8813950B2 (en) * 2010-05-07 2014-08-26 The Procter & Gamble Company Automated adjustment system for star wheel
US8459441B2 (en) 2011-08-03 2013-06-11 Phoenix Closures, Inc. Component holdback system
US9321597B2 (en) * 2013-12-24 2016-04-26 Morrison Timing Screw Co. Feeding mechanism and method
EP3205589B1 (en) * 2016-02-12 2019-04-03 Tetra Laval Holdings & Finance S.A. A distribution unit for feeding lids to necks of containers
US20180346158A1 (en) * 2017-06-02 2018-12-06 Inline Plastics Corp. Closure Systems and Methods For Containers

Family Cites Families (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2658654A (en) * 1949-02-12 1953-11-10 Resina Automatic Machinery Com High-speed capping machine
US2750722A (en) * 1951-11-30 1956-06-19 Jl Ferguson Co Package handling apparatus
US2835963A (en) * 1955-07-07 1958-05-27 Owens Illinois Glass Co Apparatus for feeding, sorting, and applying ring fitments to containers
US3143835A (en) * 1961-03-20 1964-08-11 Containental Can Company Inc High speed capping machine
US3179237A (en) * 1962-11-29 1965-04-20 Owens Illinois Glass Co Apparatus for closing plastic bottles
US3274748A (en) * 1963-05-10 1966-09-27 Anchor Hocking Glass Corp Sealing machine and method
US3244264A (en) * 1963-10-07 1966-04-05 Anchor Hocking Glass Corp Mechanism for handling closure caps
US3438174A (en) * 1965-02-11 1969-04-15 Anchor Hocking Glass Corp Container sealing machine
US3477202A (en) * 1965-11-16 1969-11-11 Skane Emballage Ab Device for placing threaded closures on containers
US3342305A (en) * 1966-01-12 1967-09-19 Anchor Hocking Glass Corp Aligning mechanism
GB1164893A (en) * 1967-02-21 1969-09-24 Beecham Group Ltd Improvements relating to Capping Machines
US3714760A (en) * 1971-03-10 1973-02-06 Anchor Hocking Corp High speed rotary container sealing machine with inclined sealing heads
DE2722254C3 (de) * 1977-05-17 1980-08-07 Seitz-Werke Gmbh, 6550 Bad Kreuznach Flaschenverschließmaschine umlaufender Bauart

Also Published As

Publication number Publication date
GB2050322B (en) 1983-10-26
US4279115A (en) 1981-07-21
FR2451341B1 (nl) 1984-12-14
IT8048133A0 (it) 1980-03-11
IT1207098B (it) 1989-05-17
DE3009328A1 (de) 1980-09-25
BE882182A (fr) 1980-07-01
LU82243A1 (fr) 1980-06-06
FR2451341A1 (fr) 1980-10-10
GB2050322A (en) 1981-01-07
CA1127607A (en) 1982-07-13

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8001435A (nl) Met hoge snelheid werkzame machine voor het sluiten van houders.
EP0490084B1 (de) Vorrichtung zum Ein- oder Auspacken von Behältern
KR100454350B1 (ko) 멀티팩포장장치
US5904027A (en) Flowpackaging machine with adjustable closing jaws
NL8004340A (nl) Inrichting voor het in een aantal rijen verdelen van houders, en machine, voorzien van een dergelijke inrichting.
EP0306137B1 (en) Fitment inserter machine
CA1288678C (fr) Machine d&#39;encaissage pour caisses americaines
EP2809595B1 (de) Ovale behälterbehandlungsvorrichtung
WO2000017053A1 (en) Food article loading head and method
US4559760A (en) Universal capping machine
EP2611692B1 (en) Packaging system
EP0760780B1 (en) Universal dough cutting and packing apparatus
PL138677B1 (en) Apparatus for closing containers having detachable lids
GB2092978A (en) Transport device for variable-width parallelepipedal cartons
EP0113126A1 (en) A process and system for automatic handling of yarn reels
NL8302872A (nl) Toestel voor het doorlopend verpakken van snoepgoed of dergelijke produkten in een zgn. dubbel gedraaide wikkel.
US5588643A (en) Method and device for withdrawing flat folded carton blanks from a magazine and for feeding them to a carton set up line
US4068450A (en) Container capping machine
EP1029460B1 (de) Vorrichtung zum Entleeren von mit stabförmigen Artikeln der tabakverarbeitenden Industrie gefüllten Behältern
DE4446437A1 (de) Portioniervorrichtung
ITPR940046A1 (it) Dispositivo per trasferire bottiglie
CN211996328U (zh) 基于塑料盒的纤维棒料装盒机
US3293827A (en) Package end flap folding and sealing machine
US3191358A (en) Automatic packaging machinery
NL1012438C2 (nl) Pottenvulmachine.

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed