NL8001202A - Inrichting voor het uitsnijden van de aars van een vogel. - Google Patents

Inrichting voor het uitsnijden van de aars van een vogel. Download PDF

Info

Publication number
NL8001202A
NL8001202A NL8001202A NL8001202A NL8001202A NL 8001202 A NL8001202 A NL 8001202A NL 8001202 A NL8001202 A NL 8001202A NL 8001202 A NL8001202 A NL 8001202A NL 8001202 A NL8001202 A NL 8001202A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
bird
vent
birds
breast
stirrup
Prior art date
Application number
NL8001202A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Tieleman Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Tieleman Bv filed Critical Tieleman Bv
Priority to NL8001202A priority Critical patent/NL8001202A/nl
Priority to AT80200714T priority patent/ATE11625T1/de
Priority to DE8080200714T priority patent/DE3070099D1/de
Priority to CA000354346A priority patent/CA1151822A/en
Priority to EP80200714A priority patent/EP0021553B2/en
Publication of NL8001202A publication Critical patent/NL8001202A/nl
Priority to US06/529,930 priority patent/US4486920A/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A22BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
    • A22CPROCESSING MEAT, POULTRY, OR FISH
    • A22C21/00Processing poultry
    • A22C21/06Eviscerating devices for poultry

Description

_ _ £w - .3 $ >·^ · ι 2 8 F£B. «5Hö j
JEssCTglaa^qkTiMjWM «miwJ
Inrichting voor het uitsnijden van de aars van een vogel
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het uit snij den van de aars van een vogel die aan een haak van een transporteur is opgehangen, met tenminste één roterend aangedreven hol cilindrisch mes dat is bevestigd aan een slede die langs een 5 geleiding in de richting van de vogel heen en weer beweegbaar is, in welk mes een vacuum kan worden opgewekt, welke slede is voorzien van een volgorgaan dat aangrijpt op een curvebaan van de inrichting en met middelen cm de aars van de vogel in de juiste positie tegenover het mes te brengen, welke middelen bestaan uit over geleidingen 10 op en neer beweegbare en van een borstbeugel voorziene positioneer-organen die de variabele pootlengte der vogels door ten minste één veerorgaan compenseren.
Een dergelijke uitvinding is bekend uit de niet voor-geplübiceerde Nederlandse Octrooiaanvrage 79.04778 van Aanvraagster. 15 Het zo dicht mogelijk langs de rug voeren van de roterend aangedreven holle cilindrische messen vormt bij deze bekende inrichting een probleem. Gaat het mes niet vlak langs de rug dan kunnen de jeugöküeren van de vogels worden beschadigd en dit leidt tot ontoelaatbare verontreinigingen. In vele maar niet alle 20 gevallen wordt de juiste positionering verkregen door tevens op de inrichting aangebrachte zogenaamde klaphandjes. Worden de vogels echter niet aan de poten opgehangen, zoals in Europa gebruikelijk is, maar op de in Amerika gebruikelijke wijze aan de binnenwaarts gerichte knietjes, dan helpen ook deze klephandjes niet voldoende.
25 De kracht waarmee zij tegen de vogels drukken mag immers niet te hoog worden opgevoerd.
De uitvinding beoogt in het voorgaande verbetering te brengen en voor sommige uitvoeringsvormen de klaphandjes zelfs over- 8001202 ♦ - 2 bodig te maken.
Volgens de uitvinding is dit bereikt, doordat de borst-beugel in buitenwaartse richting een neerwaarts verloop heeft.
Indien de vogels aan de knietjes in buitenwaartse 5 richting aan de haken van de transporter zijn opgehangen, is het binnenwaartse verloop van de borstbeugel in zijaanzicht ten minste gedeeltelijk cirkelsectorvormig.
Zijn klaphandjes aanwezig, dan kan de borstbeugel in zijaanzicht onder een hoek naar beneden naar buiten lopende 10 rechten hébben, waarbij de hoek bij voorkeur ongeveer 30° is.
De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van voorbeeld een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding is weergegeven. In de tekening toont: 15 Fig. 1 een schematisch zijaanzicht waarin met het oog op de duidelijkheid slechts twee vogels met bijbehorende machineonderdelen zijn weergegeven!
Fig. 2 een bovenaanzicht van fig. 1 zonder vogels en met drie van de bijvoorbeeld acht sleden, 20 fig. 3 op grotere schaal een vooraanzicht van een slede en een positioneerorgaan die op twee geleidingsstangen zijn geplaatst, fig. 4 een zijaanzicht van fig. 3, fig. 5 op grotere schaal een zijaanzicht van een 25 cirkelsectorvormige borstbeugel, en fig. 6 hetzelfde als in fig. 5 maar van de geknikt© borstbeugel.
De in de tekening weergegeven inrichting is carrouselvormig uitgevoerd en is voorzien van een holle centrale as 1 waarop 30 boven elkaar telkens paren van sleden 2 en positioneerorganen 3 worden ondersteund die onder invloed van over curvebanen rollende volgorganen op en neer kunnen bewegen over twee evenwijdige stangen 4 (fig. 3 en 4). In fig. 2 is schematisch een drietal sleden 2 weergegeven van een totaal aantal paren van bijvoorbeeld acht stuks. De in-35 richting kan natuurlijk in de praktijk ook een ander aantal paren van sleden en positioneerorganen hébben.
800 1 2 02 _ . * 3
Op het boveneinde van de as 1 is een aandrijfwiel 5 draaibaar gelegerd. De omtreksrand van dat wiel 5 is voorzien van uitsparingen voor het opnemen van de haken 6 van een transportketting 7, êén en ander zodanig dat de haken 6, sleden 2 en positioneerorganen 5 3 synchroon en boven elkaar om de as 1 kunnen worden geroteerd.
Aan het ondereinde van elke haak 6 kan een raambeugel 9 worden gehangen die een zodanig uiterlijk heeft dat de enkelgewrichten van een vogel 8, waarvan de aars moet worden uitgesneden, er door kunnen worden vastgehouden, Het aan de knietjes ophangen kan natuurlijk 10 ook, doch dit is in Europa minder gebruikelijk.
Behalve de hierboven reeds· genoemde over curvebanen rollende en nog nader toe te lichten volgorganen, bezit de inrichting ook nog een aantal klaphandjes 10 die de rug van de vogel op het juiste moment met de juiste kracht tegen de positioneerorganen 3 15 drukken. Deze klaphandjes 10 zijn via een stang 11 draaibaar verbonden met een op de as 1 gemonteerd basiswiel 12. Indien men aanneemt dat de rotatie in fig. 2 plaats vindt in de beweginsrichting van de wijzers van een uurwerk, kan de aandrijving van de klaphandjes als volgt geschieden: eerst komen de stangen 11 tegen een vast opgestelde 20 (niet weergegeven) oploopconstructie, waardoor de stang de kleinste vogels met een relatief zeer kleine kracht tegen het positioneerorgaan drukt, terwijl de aandrijving van de stangen wordt overgenomen door een riem of snaar 13 die langs een drietal poelies 1^-16 is geleid waarbij de poelie 16 onder veerspanning staat, zodat de vogels van elk formaat 25 met nagenoeg dezelfde kracht tegen de positioneerorganen worden gedrukt.
De kenmerken van de voor de uitvinding ten zeerste van belang zijnde sleden 2 en positioneerorganen 3 zullen hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de fig. 3 en U.
30 De sleden 2 zijn voorzien van een volgorgaan, zoals een rol 17 (fig. *0, dat aangrijpt op een (niet weergegeven) curvebaan, waarbij zoals later zal blijken, de rollen en de curvebaan niet op alle punten van de curvebaan met elkaar behoeven samen te werken. De slede 2 is verder voorzien van een cilindrisch mes 18, dat , zoals in de 35 fig. 1 en 2 schematisch is aangeduid, roterend kan worden aangedreven 800 1 2 02 •ψ' m 4 door een tandwielstelsel 19 dat saraenwerkt met een breed kettingstelsel 20 dat vast in de inrichting is opgesteld. Dat kettingstelsel 20 is breed, in fig. 1 dus hoog, uitgevoerd omdat de slede met het roterende mes gedurende het uitsnijden van de aars neerwaarts moet bewegen. Het 5 cilindrische mes 18 is opgesteld om een niet-rotemde maar wel in de slede op en neer beweegbare vacuumpijp 21. De beweging van de vacuum-pijp 21 wordt bestuurd door een aanslag 22 die bijvoorbeeld buiten de slede cm kan samenwerken met het pos it ioneerorgaan 3. Het toevoeren van onderdruk geschiedt via een buis 23.
10 Het positioneerorgaan 3 bestaat uit een verticale druk plaat 24 die een geheel vormt met een nader toe te lichten borst-beugel 25 die als cfe vogel de inrichting binnendraait, tussen de poten van de vogel komt en bij het dalen van het positioneerorgaan op de borstkas van de vogel kant te rusten. Aan de achterzijde van 15 de drukplaat 24 is weer een volgorgaan of rol 26 gemonteerd, dat aangrijpt op een (niet weergegeven) curvébaan, die een vrije slag van ongeveer 5 cm heeft om de variaties in de vogellente te kunnen compenseren. De vogels hangen dan dus als het ware in de spiraal-veren 27 tussen aanslagen 28 op de stangen 4 en de positioneer-20 organen 3. Hierdoor komt de anus van verschillende formaten vogels op gelijk niveau.
Om de staartjes van de vogels uit de buurt van de messen 18 te brengen zijn de positioneerorganen voorzien van een beugel 28, die rond een bout 29 om het ondereinde van de verticale druk-25 plaat 24 kan roteren als een hefboompen 30 door een (niet weergegeven) curvébaan wordt belast. De geschiktheid van de beugel 28 voor vogels van nogal verschillende afmetingen is gerealiseerd door een rol 31 met verjongd middendeel die door bouten 32 in slobgaten 33 van de beugel op zijn plaats wordt gehouden.
30 De drukplaat 24 heeft een tweetal vouwlijnen 34 en aan de bovenzijde een aanslagstuk 35 dat behalve met de aanslag 22 van de vacuumpijp 21 ook samenwerkt met een instelbare aanslag 36 van de slede 2.
Uit het voorgaande moge volgen dat zowel de positioneer-35 organen 3 als de sleden 2 niet altijd de bijbehorende curvebanen 800 1 2 02 5 +· \ m- .-1· volgen. Zouden de sleden dat wel doen, dan treden problemen op bij de bewerking met de vacuumpijp en het ires. De verdere werking van de inrichting zal duidelijk worden uit de onderstaande opeenvolging van handelingen die de inrichting op een vogel uitvoert: 5 - Bij het indraaien van de vogel in de inrichting, aangenomen als de positie van 0°, komt het klaphandje 10 onder invloed van de op-loopconstructie omhoog en drukt met een relatief lage kracht de vogel tegen het positioneerorgaan, - de curvebaan van het positioneerorgaan gaat over een slaglengte 10 van ongeveer 9 cm geleidelijk omlaag, waarbij de bovenloop van de curvebaan zorgt voor een vrije slag van ongeveer 5 cm, zodat de vogel als het ware in de veren 27 komt te hangen, - het klaphandje 10 wordt nu door de riem of snaar 13 overgenomen die met een nagenoeg van de omvang van de vogel onafhankelijke kracht, 15 de vogel tegen het positioneerorgaan drukt, - het staartje van de vogel wordt door de rol 31 naar achteren (in fig. 4 naar rechts) gedrukt en daarbij speelt ook de bovenste vouwlijn 34 van de drulqplaat 24 een rol, - de vacuumpijp 21 en het cilindrische mes gaan vanaf positie 120° 20 samen met de slede 2 over een slag van ongeveer 15 cm geleidelijk naar beneden waarbij de bovenloop van de curvebaan ook weer voor een vrije slag zorgt, - Als de vacuumpijp 21 op het kontje van de vogel komt, zakt het mes nog ongeveer 3½ cm roterend verder naar beneden, welke slag 25 begrensd wordt door het afstandsverschil tussen de aanslagen 22 en 36, - het cilindrische mes en de vacuumpijp komen gezamenlijk omhoog en uiteindelijk komt bij positie 220° de vacuumpijp weer in hoofdzaak gelijk met de onderkant van het mes, zodat het kontje met een stukje dam naar buiten komt te hangen, 30 - het klaphandje 10 kan nu weer terug naar de uitgeklapte stand.
Bij deze bewerkingen is het essentieel dat de vacuumpijp 21 niet ten opzichte van de vogel roteert, zodat men er van verzekerd is, dat de dam niet kapot zal gaan en de inhoud van de vogel dus niet door uitwerpselen zal worden verontreinigd. De 35 onderdruk in de vacuumpijp wordt toegelaten tussen de posities van §00 1 2 02
« V
6 ongeveer 120° en ongeveer 220° maar in ieder geval even voorbij de positie van 160°.
Ook is het bij deze bewerkingen essentieel dat het roterende mes 21, dat zoals uit fig. 1 blijkt schuin is afgeslepen, zo dicht 5 mogelijk langs de rug van de vogel snijdt ondat anders de jeugd- klier wordt geraakt. Dit blijkt nu te kunnen worden vermeden door de in fig. 5 en 6 weergegeven borstbeugels 25a en b die dankzij het in buitenwaartse richting neerwaarts gekromde verloop het bekken 37 van de vogel 8 in de richting van de drukplaat 24 belasten. Bij 10 het dalen van de positioneerorganen drukken de horizontaal ont-bondenen van de door de borstbeugels op de vogels uitgeoefende krachten, de vogels tegen de drukplaat aan.
In fig. 5 is ncr. een aan de enkelgewrichten buitenwaarts opgehangen vogel weergegeven, de Europese wijze van ophangen dus, waar-15 bij de borstbeugel 25a een onder ongeveer 30° naar beneden naar buiten lopend recht stuk heeft dat het bekken belast. Bij deze uitvoerings-variant kunnen ook de klaphandjes 10 van fig. 1 nog nodig zijn.
In fig. 6 is een aan de knietjes 39 binnenwaarts opgehangen vogel weergegeven, de Amerikaanse wijze van ophangen dus, 20 waarbij een borstbeugel 25b met cirkelsectorvormig zijaanzicht kan worden toegepast dat hetzelfde gunstige resultaat oplevert.
800 1 2 02

Claims (5)

1. Inrichting voor het uitsnijden van de aars van een vogel die aan een haak van een transporteur is opgehangen, net tenminste één roterend aangedreven hol cilindrisch mes dat is bevestigd aan een slede die langs een geleiding in de richting van de 5 vogel heen en weer beweegbaar is, in welk nes een vacuum kan worden opgewekt, welke slede is voorzien van een volgorgaan dat aangrijpt op een curvébaan van de inrichting en met middelen on de aars van de vogel in de juiste positie tegenover het mes te brengen, welke middelen bestaan uit over geleidingen op en neer beweegbare en van 10 een borstbeugel voorziene positioneerorganen die de variabele poot-lengte der vogels door ten minste één veerorgaan compenseren, met het kenmerk, dat de borstbeugel in buitenwaartse richting een neerwaarts verloop heeft.
2. Inrichting volgens conclusie 1, net het kenmerk, dat 15 het neerwaartse verloop van de borstbeugel in zijaanzicht ten minste gedeeltelijk cirkelsectorvormig is.
3. Inrichting volgens conclusie 1, welke inrichting verder voorzien is van zogenaamde klaphandjes, net het kenmerk, dat de borstbeugel in zijaanzicht onder een hoek naar beneden naar buiten lopende 20 rechten heeft.
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de hoek ongeveer 30° is.
5. Inrichting zoals weergegeven in de tekening en/of besproken aan de hand daarvan. 800 1 2 02
NL8001202A 1979-06-19 1980-02-28 Inrichting voor het uitsnijden van de aars van een vogel. NL8001202A (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8001202A NL8001202A (nl) 1980-02-28 1980-02-28 Inrichting voor het uitsnijden van de aars van een vogel.
AT80200714T ATE11625T1 (de) 1979-06-19 1980-06-19 Vorrichtung zum herausschneiden des afters bei einem vogel.
DE8080200714T DE3070099D1 (en) 1979-06-19 1980-06-19 An apparatus to cut out the vent of a bird
CA000354346A CA1151822A (en) 1979-06-19 1980-06-19 Apparatus to cut out the vent of a bird
EP80200714A EP0021553B2 (en) 1979-06-19 1980-06-19 An apparatus to cut out the vent of a bird
US06/529,930 US4486920A (en) 1979-06-19 1983-09-07 Method and apparatus to cut out the vent of a bird

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8001202 1980-02-28
NL8001202A NL8001202A (nl) 1980-02-28 1980-02-28 Inrichting voor het uitsnijden van de aars van een vogel.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8001202A true NL8001202A (nl) 1981-10-01

Family

ID=19834905

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8001202A NL8001202A (nl) 1979-06-19 1980-02-28 Inrichting voor het uitsnijden van de aars van een vogel.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8001202A (nl)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
HU189288B (en) Apparatus for transporting killed poultry
NL1001058C2 (nl) Inrichting voor het openen van de lichaamsholte van een geslachte vogel.
EP0054060B1 (en) Bird cutting plant
NL1030388C2 (nl) Ontbener.
US4266322A (en) Device for making a cut extending from the vent toward the breast in a slaughtered bird
US5123872A (en) Poultry processing apparatus and method
US5334083A (en) Method and device for mechanically drawing slaughtered poultry
EP2996481B1 (en) A method, a system and a guide assembly for separating viscera sets eviscerated from slaughtered poultry
NL8400447A (nl) Inrichting voor het overbrengen van geslacht gevogelte.
US5279517A (en) Method and apparatus for eviscerating poultry
NL8301800A (nl) Delenmachine.
NL8401122A (nl) Inrichting voor het afscheiden van de staartstomp van geslacht gevogelte.
NL8101527A (nl) Inrichting voor het dwars opensnijden van slachtkuikens.
EP0244888A1 (en) Device for the ejection of a poultry carcass
AU2014381838A1 (en) Positioning device for positioning poultry legs conveyed in single file in the conveying direction along a conveyor section and the method comprising said positioning for removing the thigh meat from poultry legs
EP3962277B1 (en) Overhang rail transport system and method
KR20170105594A (ko) 관절에 의해 이어지는 제 1 뼈 및 제 2 뼈를 구비하는 동물 말단 파트의 종 방향 예비 절개를 수행하기 위한 장치
NL8001202A (nl) Inrichting voor het uitsnijden van de aars van een vogel.
NL7904779A (nl) Inrichting voor het verwijderen van de nek van een geplukte, van de kop ontdane vogel.
CA1125962A (en) Apparatus for breaking the neck of a fowl
NL8103423A (nl) Inrichting voor het openen van de halsslagader van gevogelte en pluimvee.
NL8300221A (nl) Industriele uienschilmachine.
US4457048A (en) Apparatus for a slaughterhouse, more specially for the removal of the toe-web of pigs
NL1010411C2 (nl) Inrichting voor het door zuigwerking uit geslachte kippen of ander pluimvee verwijderen van organen zoals longen en nieren.
US3739903A (en) Apparatus for diverting articles from a path of travel

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed