NL8001186A - Inrichting voor het vullen van capsules. - Google Patents

Description

* * * Μ ^ *

Capsulevulinrichting

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het met een stof vullen van capsules, voorzien van een 1 · voorraadhouder voor die stof, een doseertoestel en een drager voor het telkens aanbieden van één of meer capsules aan het 5 doseertoestel.

De uitvinding beoogt een vulinrichting te verschaffen, waarmee zeer doeltreffend ook kleine series capsules kunnen worden gevuld, waardoor de inrichting in het bijzonder geschikt is voor toepassing bij apotheken, 10 waarbij niettemin een zeer nauwkeurige dosering is gewaarborgd.

De inrichting volgens de uitvinding onderscheidt zich doordat het doseertoestel is uitgevoerd met één of meer zich vanaf de voorraadhouder uitstrekkende kanalen, die elk 15 naar een meetkamer leiden en tenminste één in de meetkamer voerbare stempel.

De kracht waarmee de stempel in de meetkamer wordt gevoerd bepaald de dichtheid van de stof in de meetkamer en daardoor de hoeveelheid stof, welke stempelkracht met 20 eenvoudige middelen is in te stellen, en derhalve de gewenste hoeveelheid, In het bijzonder geldt deze regeling voor poedervormige stoffen, die niet "vrij" in de meetkamer vloeien.

Bij voorkeur is de· meetkamer in een beweegbaar element opgenomen, waardoor de meetkamer vanuit de vulplaats 25 naar een losplaats voor het afgeven van de afgemeten hoeveelheid poeder aan een capsule kan worden gebracht, zodat geen verstoring tijdens het ledigen kan optreden.

Het ledigen kan worden bevorderd door een uitstoot plunjer in de meetkamer werkzaam te laten zijn.

30 Bij voorkeur is de meetkamer voorzien van een open bodem, die afsluitbaar is, bijvoorbeeld door middel van een arrêteerkogel of dergelijke, waardoor tijdens het vullen of ledigen het beweegbare element nauwkeurig ten opzichte van de stempel respectievelijk uitstootplunjer is gefixeerd.

-35- Voor het verkrijgen van een ongestoorde aanvoer 8101186 -2- van de stof uit de vooraadhouder in het verbindingskanaal is in de bodem van de voorraadhouder een onrond roterend lichaam aangebracht/ waarbij in het verbindingskanaal tussen voorraadhouder en meetkamer een onder veerdruk staand afstrijk-5 orgaan aanwezig is.

Aangezien de capsules in dichte toestand worden geleverd, verdient het de voorkeur de capsuledrager uit te voeren met een de kap van de capsule verwijderend orgaan.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een 10 toestel voor het sorteren en richten van capsules, geschikt om te worden toegepast bij de hierboven beschreven inrichting/ en voorzien van een opslagruimte voor de capsules, en een daarop aansluitend sorteer- en richtmechanisme.

De uitvinding beoogt hierbij om het sorteer- en richtmechanisme 15 zodanig uit te voeren dat slechts dichte ongeschonden capsules aan de capsuledrager worden aangeboden. Dit betekent dat de losse kappen en hulsen van de gesloten capsules worden verwijderd, terwijl tevens de gesloten capsule in de juiste stand wordt aangeboden 20 Het sorteer- en richtmechanisme bestaat volgens de uitvinding uit twee parallelle roterende rollen, waarbij de kneepwijdte tussen de rollen in langsrichting sprongsgewijs verandert, waardoor de capsule onder invloed van de zwaartekracht in een vertikale stand kan worden 25 gebracht.

Voorts is boven de sprong van de kneep een vaste aanslag aangebracht, waarmee wordt verzekerd dat het richten bij of vlak na de sprong plaatsvindt.

Voor het verwijderen van de 'losse kappen is voor 30 de sprong een extra verwijding in de kneep aangebracht.

Voor het verwijderen van de gerichte gesloten capsules is na de sprong een tweede extra verwijding in de kneep aangebracht.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de 35 hand van een uitvoeringsvoorbeeld, dat in de bijgaande tekening schetsmatig is aangegeven.

De tekening toont: fig.1 een staand zijaanzicht van een uitvoeringsvorm 800 1186 r 1 -3- fig.2 een bovenaanzicht van de inrichting uit figuur 1, fig.3 een detail van het sorteer- en richttoestel toegepast bij de inrichting uit de voorgaande figuren.

5 De in de figuren getoonde inrichting bestaat in hoofdzaak uit een voorraadvat 1, een daarnaast geplaatst doseertoestel 2, een sorteer- en richttoestel 3 alsmede een roterend capsuledragend stelsel 4 voor het opnemen van telkens een capsule uit het richttoestel 3 en het aanbieden 10 daarvan aan het doseertoestel 2.

Het doseertoestel 2 bestaat in hoofdzaak uit een roterend schijf'vormig element 4 dat met een viertal meetkaraers 5, die onder een hoek van 90° gelijkmatig langs de omtrek van de schijf 4 zijn verdeeld, is uitgevoerd.

15 Het schijfvormige lichaam 4 is middels de spil 6 gelagerdiin een grondplaat 7, welke spil door een niet getoond aandrijfmechanisme telkens over een hoek van 90° is te verdraaien, zodat telkens de meetkamers over die hoek worden verplaatst. Boven de schijf 4 is een vast opgestelde schijf 8 aangebracht 20 welke is voorzien van twee diametraal tegenoverelkaar gelegen doorgaande gaten 9 waarin enerzijds een stempel 10 en anderzijds een uitstootorgaan 11 in vertikale zin verschuifbaar zijn.

De afstand tussen de gaten 9 komt overeen met de afstand 25 tussen telkens twee diametraal tegenover elkaar gelegen meetkamers 5.

De stempel 10 en de uitstootplunjer 11 zijn ondersteund door een juk 12, dat in de richting van de pijl PI op en neer beweegbaar is.

30 De stempel 10 is daarbij in vertikale zin verschuifbaar in het juk 12 aangebracht via een doorgaand gat 13, waarbij tussen het juk 12 en een verstelbare aanslag 14 van de stempel een drukveer 15 is opgenomen.

Aan de naar de roterende schijf 4 gerichte zijde 35 .is de dekschijf 8 voorzien van een radiaal gerichte groep 16 waarin een schuifelement 17 is opgenomen hetwelk onder een voorspanning verkeert van een drukveer 18 in dezelfde - sleuf 16.

80011 86 -4-

Het schuifelement 17 is aan het van de drukveer 18 afgekeerde einde versmald uitgevoerd, zodanig dat het een als afstrijk fungerende lip 19 verkrijgt, hetwelk hieronder nader wordt toegelicht.

5 De lip 19 heeft een zodanige breedte dat de meetkamer 5 en het daarboven gelegen gat 9 een vrije doorgang vormen voor het stempel 10.

De grondplaat 7 ondersteunt tevens het vooraadvat 1, waarin op de bodem een onrond transportlichaam 20 is « 10 aangebracht dat in de getoonde uitvoeringsvorm een gelijkzij dige zeshoek is. Boven op deze zeshoek staat een kegelvormig lichaam 21 dat als agitatie- respectieveijk geleidingsorgaan van het in het voorraadvat 1 aanwezige poeder of dergelijke dient. Het transportlichaam 20 en de kegel 21 zijn in de 15 grondplaat 7 gelagerd door middel van een spil 22 dat door een niet getoond aandrijforgaan kan worden rondgedraaid zodanig dat het onronde lichaam 20 de richting van de pijl P2 volgt.

De lip 19 van het schijfelement 17 wordt door de veer 18 20 tegen de buitenomtrek van de zeskant 20 gedrukt, zodat door het verdraaien van de zeskant 20 het schuiflichaam 17 heen en weer beweegt in de sleuf 16.

In de grondplaat 7 is tenslotte een arrêteerkogel 23 opgenomen, die door middel van een drukveer 24 tegen de 25 onderzijde van de schijf 4 wordt gedrukt.

De arrêteerkogel 23 sluit telkens de onderzijde van de meetkamer 5 af en verzorgt tevens een tijdelijke arrêtering van de schijf 4 als de meetkamer 5 onder het gat 9 in de vaste schijf.8 staat. De arrêtering kan worden opgeheven door 30 een trekstang 25 aan-'de kogel omlaag te trekken.

De niet getoonde aandrijving voor de spillen 22 6 en de trekstang 25 kan op willekeurige wijze zijn uitgevoerd, bij voorbeeld door middel van êën enkele motor met een passende transmissie en daarmee verbonden curveschijven.

35 Het capsule dragende stelsel 3 bestaat in hoofdzaak uit een om een staande spil 26 roterend tweearmig element 27 dat door middel van een lagerbus 28 op de spil·26 is —- gecentreerd. Elke arm van het element 27 draagt aan het uiteinde 800 1 1 86 -5- een element 28 voor het opnemen van telkens een capsule.

Het element is daartoe voorzien van een inwendig kanaal 29 waarvan de diameter overeenkomt met de huls van de capsule.

In het kanaal is een op en neer beweegbare drukstang 5 30 opgenomen, die aan de onderzijde is voorzien van een loopwiel 40 hetwelk over een geleiding 41 afrolt bij het roteren van het element 27 om de spil 26. Een drukveer 42 om de stang 30 verzorgt een voorspanning op de stang 30 in neerwaartse zin. De boring 29 is via een kanaal 42 10 verbonden met een kanaal 43 in elke arm, welk kanaal 43 middels een flexibele leiding 44 en een verdeelstuk 45 en leiding 46 met een vacuümbron is verbonden.

Elke arm is voorts uitgevoerd met een om de lijn •47 scharnierend daarmee verbonden zwenkstuk 48 waarop een 15 zich boven elke arm uitstrekkend strookvormig element 49 is vastgeschroefd. De strook 49 draagt aan het uiteinde een verwisselbaar element 44, waarvan de doorlaat coaxiaal met de doortocht 29 ligt en waarvan de diameter overeenkomt met die van de kap van de capsule met uitzondering van een 20 ringvormige rand aan de onderzijde van de doortocht.

Deze ringvormige rand 51 houdt de kap tegen maar laat de huls van de capsule door.

De strook 49 kan omhoog worden gezwenkt hetgeen tot stand komt door verdraaing van de armen 27 om de spil 26. 25 Een aan het zwenkstuk 48 verbonden stift 52 draagt een rolwiel 53, dat langs een curvebaan 54 zodanig wordt begeleid dat het element 44 in de rechterpositie in figuur 1 rechtboven het element 28 komt te liggen, en in de linker positie omhoog wordt gezwenkt langs het doseertoestel 2.

30 Aan de rechterzijde van de inrichting in figuren 1 en 2 is het richt- en doseertoestel 3 geplaatst, hetwelk tevens aan de hand van figuur 3 hieronder nader wordt toegelicht.

Het toestel bestaat in hoofdzaak uit een tweetal 35 parallelle naast elkaar opgestelde rollen 60 en 61 die om hun lengteas roteerbaar in een huis 62 zijn opgenomen.

De rollen worden aangedreven door een enkele motor 63 via _ een transmissie bestaande uit twee op elkaar aflopende tand- 800 1 1 86 -6- wielen 64. De rotatierichting is zodanig dat de boven de kneep tussen de rollen liggende capsules een opwaartse beweging ondergaan.

De kneep tussen de rollen 60 en 61 verwijdt zich 5 sprongsgewijs bij 65 waarbij boven de sprong een aanslag 66 in het huis 61 is aangebracht.

Ten gevolge van de rotatie zullen de capsules een transportbeweging in de richting van de pijl P3 ondergaan,, welke transportbeweging nog kan worden gestimu-. 10 leerd door een schroeflijnvormige verhoging 67 om de dikke schacht van één der rollen 61. Ten opzichte van de voortbewegingsrichting P3 is voor de sprong 65 een verwijding in de kneep aangebracht, hetgeen hier is gerealiseerd door· een omtreksschroef 68 in rol 60.

15 In dezelfde rol is een tweede omtreksschroef 69 aangebracht na de sprong 65 waardoor een tweede verwijding in de kneep ontstaat. De rol 60 is aan het einde bij 70 verschraald.

Het huis 62 is voorzien van een met een voorraadvat 71 verbonden toevoergoot 72 nabij het begin rechts in 20 figuur 3 van de rollen, een drietal afvoergoten 73 voor de afgekeurde produkten alsmede een afvoergoot 73 voor de gerichteticapsule welke lijn naar het capsuleopneemorgaan in het stelsel 3' loopt.

De inrichting werkt als volgt: 25 de ;capsules uit de voorraadbak 71 komen via de goot 72 boven de kneep van de rollen 60 en 61 te liggen en worden in de richting van de pijl P3 voortgestuwd ten gevolge van de draaing van de rollen.

Er zijn hierbij de volgende mogelijkheden te onderscheiden 30. namelijk een juiste capsule,' een huls met twee kappen, een losse huls respectievelijk losse kap en beschadigde dat wil zeggen ingedeukte capsules.

Een normale capsule zal horizontaal liggend boven de kneep van de rollen een zodanige lengte vertonen dat 35 de capsule voorbij de groef 68 gaat en tengevolge van de aanslaghand 66 in een vertikale positie komt te staan aangezieri.de huls in de verwijde kneep kan zakken waarbij de 800 1 1 86 -7- capsule op de kap blijft hangen. Voortgaande in de richting van de pijl P3 komt de gerichte huls bij de groef 69 en zal via kanaal 74 in de juiste stand omlaag zakken.

Een losse kap, respectievelijk losse huls zal 5 via de groef 68 worden afgevoerd vanwege zijn korte lengte terwijl een huls met dubbele kap, zie figuur 3 horizontaal liggend verder wordt getransporteerd voorbij groef 69 tot aan het verschraalde deel 70 waarna afvoer viacfe goot 73 plaatsvindt. Beschadigde hulzen of losse hulzen vallen 10 direkt via de verwijde kneep voorbij de sprong 65 in de afvoergoot 73. De gerichte capsule komt via kanaal 74 terecht in het capsuleopneemorgaan 50 waarbij de kap blijft hangen op de rand 51. Tengevolge van het vacuüm in het kanaal 29 wordt de huls tegen de stang 30 aangezogen. Bij het 15 ronddraaien van de armen wordt de kap in het orgaan 50 omhoog getild en komt de huls van de capsule vrij. Tengevolge van de rand 41 wordt de stang 30 omhoog gevoerd en brengt de bovenkant van de huls nabij de bovenkant van het kanaal 29 in gerede positie om de vulling uit de meetkamer 5 op te 20 kunnen nemen.

De stof in de voorraadhouder 1 wordt in een voortdurende agitatie geleidelijk door het zeskantige element 20 naar het verbindingskanaal naar de doseerschijf 4 gestuwd, waarbij het schraaporgaan 19 de benodigde stof 25 tegenhoudt. De stof komt terecht in de meetkamer 5 van de schijf 4 en wordt aangedrukt door middel van de op en neer beweegbare stempel 10. De veervoorspanning 15 verzorgt de aandrukkracht van de stempel 10 op de stof in de meetkamer 5 waardoor de dichtheid en daardoor de vereiste hoeveelheid 30 is bepaald. Het is duidelijk dat de voorspankracht, van de veer 15 de kracht van veer 24 aan de onderzijde van de meetkamer niet mag overtreffen.

Nadat de stang 25 omlaag is getrokken kan de schijf 4 over 90° worden verdraaid, waardoor een volgende 35 meetkamer kan worden gevuld.

Door het bijtijds loslaten van de. stang 25 komt de arrêteer-kogel 23 weer in de werkzame positie en snapt in de open onderzijde van de volgende meetkamer.

8001186 -8-

Na tweemaal 90° verdraaien komt de gevulde meetkamer onder de uitstootplunjer 11 en boven een lege huls van de capsule in het draagelement 28. Bij het omlaag bewegen van het juk 2 stoot de plunjer 9 de inhoud in de capsule waarna de arm 27 5 kan worden doorgedraaid. Inmiddels is de curvebaan 54 zo gevormd dat de capsulekap in het element 50 weer omlaag wordt gevoerd en ten gevolge van de onderdruk in het kanaal 29 op de huls wordt vastgedrukt. Bij een verdergaande rotatie zal de baan 41 de stang 30 zover omhoog bewegen dat de 10 gevulde capsule tot boven het element 50 wordt uitgestoten en kan worden weggeblazen in een opvangbak 75, zie figuur 2.

De uitvinding is vanzelfsprekend niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvorm.

800 1 1 86

Claims (11)

1. Inrichting voor het met een stof vullen van capsules, voorzien van een vooraadhouder voor die stof, een doseertoestel en een drager voor het telkens aanbieden van één of meer capsules aan het doseertoestel, met het » 5 kenmerk, dat het doseertoestel is uitgevoerd met ëén of meer zich van de voorraadhouder uitstrekkende kanalen die elk naar een meetkamer leiden, en tenminste één in de meetkamer voerbare stempel.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het 10 kenmerk, dat de of elke meetkamer in een beweegbaar element is opgenomen.

3. Inrichting volgens conclusie 1 en 2, met het kenmerk, dat een uitstootplunjer in de meetkamer werkzaam is.

4. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bodem uitlaat van de meetkamer door een onder veerdruk staand element, bijvoorbeeld kogel, afsluitbaar is.

5. Inrichting volgens conclusie 1-4, met het 20 kenmerk, dat de voorraadhouder nabij de bodem is voorzien van een onrond roterend lichaam en in het . verbindingskanaal tussen voorraadhouder en meetkamer een onder veerdruk staand afstrijkorgaan is aangebracht.

6. Inrichting volgens één der voorgaande 25 conclusies, met het kenmerk, dat de capsuledrager is voorzien van een de kap van de huls van de capsule verwijderend orgaan.

7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de huls van de capsule in de capsule- 30 drager wordt vastgehouden door middel van subatmosferische druk.

8. Toestel voor het sorteren en richten van capsules voorzien van een opslagruimte vap capsules en daarop aansluitend sorteer- en richtmechanisme, met het 35 kenmerk, dat het mechanisme is uitgevoerd als twee - parallelle, roterende rollen waarbij de kneepwijdte in 800 1 1 86 S' -10- langsrichting sprongsgewijs verandert.

9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat boven de sprong van de kneep een vaste aanslag is aangebracht.

10. Inrichting volgens conclusie 8 en 9, met het kenmerk, dat voor de sprong een extra verwijding in de kneep is aangebracht.

11. Inrichting volgens conclusie 8-10, met het k e n m e r.k, dat na de 'sprong een tweede extra verwijding . 10 :in de kneep is aangebracht. 800 1 1 86