NL8000711A - Verbeterde inrichting voor het overbrengen van een fluidum voor tankschepen. - Google Patents
Verbeterde inrichting voor het overbrengen van een fluidum voor tankschepen. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8000711A NL8000711A NL8000711A NL8000711A NL8000711A NL 8000711 A NL8000711 A NL 8000711A NL 8000711 A NL8000711 A NL 8000711A NL 8000711 A NL8000711 A NL 8000711A NL 8000711 A NL8000711 A NL 8000711A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- members
- trunk
- cargo
- tanker
- coupled
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B63—SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
- B63J—AUXILIARIES ON VESSELS
- B63J2/00—Arrangements of ventilation, heating, cooling, or air-conditioning
- B63J2/02—Ventilation; Air-conditioning
- B63J2/08—Ventilation; Air-conditioning of holds
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B63—SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
- B63B—SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING
- B63B25/00—Load-accommodating arrangements, e.g. stowing, trimming; Vessels characterised thereby
- B63B25/02—Load-accommodating arrangements, e.g. stowing, trimming; Vessels characterised thereby for bulk goods
- B63B25/08—Load-accommodating arrangements, e.g. stowing, trimming; Vessels characterised thereby for bulk goods fluid
- B63B25/12—Load-accommodating arrangements, e.g. stowing, trimming; Vessels characterised thereby for bulk goods fluid closed
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B63—SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
- B63B—SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING
- B63B27/00—Arrangement of ship-based loading or unloading equipment for cargo or passengers
- B63B27/24—Arrangement of ship-based loading or unloading equipment for cargo or passengers of pipe-lines
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T137/00—Fluid handling
- Y10T137/8593—Systems
- Y10T137/86292—System with plural openings, one a gas vent or access opening
- Y10T137/86324—Tank with gas vent and inlet or outlet
Landscapes
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Ocean & Marine Engineering (AREA)
- Filling Or Discharging Of Gas Storage Vessels (AREA)
- Loading And Unloading Of Fuel Tanks Or Ships (AREA)
Description
* , t t
Verbeterde inrichting voor het overbrengen van een fluïdum voor tankschepen.
De onderhavige uitvinding heeft in het algemeen betrekking qp een verbeterde inrichting voor het opsluiten en overbrengen van verontreinigde gas sen r die zijn gevormd door vloeibare chemische en aardolieprodükten, die zich in een opslagtank bevinden. De uit-5 vinding heeft meer in het bijzonder betrekking cp een verbeterde inrichting voor het overbrengen van een fluïdum voor tankschepen of tankers, zoals olietankers, ter vermindering van de luchtvervuiling, welke inrichting de verdeling van verontreinigde lucht beheerst en regelt, in het bijzonder lucht die is verontreinigd 10 door koolwaterstofgassen, relke verontreinigde lucht wordt gevormd in opslagtanks aan land gedurende het vullen van deze opslagtanks met vloeibare chemische en aardolieprodukten, die worden vervoerd door tankschepen, zodanig, dat de verontreinigde lucht niet naar de buitenlucht kan ontsnappen.
15 Het overbrengen van aardolieprodukten en chemische pro- dükten naar en van tankers wordt tegenwoordig in het algemeen eenvoudig uitgevoerd door transport van de vloeibare chemische en aardolieprodukten uit de ladingtanks van de tanker naar de opslagtanks aan land. Er warden geen pogingen gedaan voor het opvangen of qp-20 sluiten van verontreinigde lucht, die zich bevindt in de opslagtanks aan land, die worden gevuld, of, als de ladingtanks van de tanker worden gevuld, in de ladingccmpartimenten van de tanker.
Daarbij wordt de verontreinigde lucht gedurende het vullen van dergelijke tanks eenvoudig naar de buitenlucht afgevoerd.
25 Koolwaterstofdairpen, die worden gevormd door aardoliepro dukten, worden tegenwoordig in grote hoeveelheden in de buitenlucht af gevoerd. Deze afvoer of uitstcot heeft gewoonlijk plaats bij raffi- 8000711 2 naderijen, in het bijzonder bij tanks van raffinaderijen, die warden gevuld uit tankers en wanneer tankers hun ladingtariks ontluchten na voltooiing van het ontladen van hun lading en gedurende het overbrengen van lading q? de tankers zelf. tegenwoordig wordt in de 5 Verenigde Staten van Amerika elke dag ongeveer 1192,5 x 10^ liter brandstof voor transportsystemen verbruikt. Het hanteren van deze hoeveelheid brandstof leidt in de Verenigde Staten van Amerika elke dag tot een uitstoot van ruim 5,166 x 106 liter koolwaterstof-gassen, waarvan een belangrijk deel afkomstig is van het over-10 brengen van vloeibare aardolieprodukten tussen tankschepen en opslagtanks van raffinaderijen aan land. Deze koolwaters tof gassen, alsmede de gassen, die worden geproduceerd door vloeibare chemische produkten, zijn een hoofdoorzaak van de luchtvervuiling. Bovendien vormt de aanwezigheid van dergelijke danpen een veiligheidsrisiko 15 bij bedrijven en cp voor het publiek toegankelijke plaatsen.
Daarom heeft de onderhavige uitvinding ten doel, een verbeterde inrichting voor het overbrengen van een fluïdum voor tankers te verschaffen, welke inrichting dient voer het beheersen of opsluiten en overbrengen van verontreinigde gassen, die zijn gevormd 20 door vloeibare chemische en aardolieprodukten, die warden vervoerd in de opslagtanks van dergelijke tankers.
De onderhavige uitvinding heeft ook ten doel, een verbeterde inrichting voor het overbrengen van een fluïdum voor tankers te verschaffen, welke inrichting dient voor het beheersen of cp-25 sluiten en overbrengen van verontreinigde gassen, cjevormd door vloeibare chemische en aardolieprodukten, tussen de tanker en opslagtanks aan land, net welke inrichting dergelijke gassen kunnen worden opgesloten en getransporteerd naar een plaats op afstand van de plaats, waar het overbrengen van de vloeibare chemische een aard-30 olieprodükten plaatsheeft, bijvoorbeeld cp grote afstand van de kust cp zee, waar de verontreinigde gassen kunnen worden af gevoerd in de buitenlucht, zonder de luchtvervuiling van bevolkte gebieden te verergeren.
Deze en andere doeleinden van de uitvinding worden be-35 reikt bij een tanker voor het transport van vloeibare chemische en aardolieprodukten over water, welke tanker omvat een rarp bestaande 8 0 0 0 7 1 1 * i 3 uit een bodem of kiel en zijplaten, een bovendek, een aantal waterdichte en in hoofdzaak luchtdichte ladingconpartimenten, die tussen het bovendek en de kiel van de ranp zijn geplaatst voor het cp-neman van de vloeibare chemische en aardolieprodukten, ladingex-5 pansietrunkorganen die zijn gekoppeld met en in neerwaartse richting uitmonden in elk van de ladingcarpartimenten, afgetakte antluditlngs-leidingorganen die zijn gekoppeld met de ladingexpansietrunkorganen en die zijn voorzien van druk/vacuum ontlastkleporganen, en in langs-richting geplaatste trunkontluchtingsleidingorganen, die zijn voor-10 zien van druk/vacuum ontlastkleporganen, welke trunkontluchtings-leidingorganen zijn gekoppeld met de afgetakte ontluchtingsleiding-organen en zijn verbonden met de atmosfeer voor het afvoeren van verontreinigde gassen, gevormd door de vloeibare produkten en opgesloten in de ladingccnpartimenten, uit de ladingcarpartimenten door 15 de ladingexpansietrunkorganen en de afgetakte ontluchtingsleiding-organen naar de atmosfeer.
De verbetering omvat anlocpontluchtings leidingorganen omvattende afsluitkleporganen voor de ontluchtingsleiding, die zijn gekoppeld met ten minste één van de ladingcarpartimenten, waarbij de 20 cmlocpontluchtingsleidingorganen aan een einde zijn gekoppeld met de trunkontluchtings leidingorganen en aan het andere einde net de ladingexpansietrunkorganen van het ene ladingccnpartdirent. De af-sluitklepcrganen in de ontluchtingsleiding kunnen worden gecpend en kunnen de trunkcntluchtingsleidingorganen koppelen met de lading-25 expansietrurikorganen van het ene ladingcorpartiment via de cmloop-antluchtingsleidingorganen, waardoor de verontreinigde gassen cm de druk/vacuum ontlastkleporganen van de aftakontluchtingsleidingorga-nen heen worden geleid en de verontreinigde gassen uit het ene la-dingcarpartiment worden afgevoerd door de ladingexpansietrunkorganen 30 van het ene lacimgcxarpartiment en de cmlocpmtluchtingsleidingorga-nen naar de trunkontluchtingsleidingorganen.
De uitvinding zal aan de hand van de tekening roet een uit-voeringsvoorbeeld nader worden toegelicht.
Fig. 1 is een gedeeltelijk perspèktivisch aanzicht van een 35 verbeterde inrichting voor het overbrengen van een fluidum voer tankschepen, welke inrichting is geconstrueerd volgens de onderhavige 8000711 4 uitvinding; en fig. 2 is een gedeeltelijke dwarsdoorsnede van de inrichting volgens fig. 1.
In de tekening is een tanker 10 getekend, die geschikt is 5 voor het transport van vloeibare chemische en aardolieprodukten over water. De tanker is voorzien van een romp met een bodem of kiel 11 en zijwanden of zijplaten 12, een bovendek 13 en een aantal waterdichte en in hoofdzaak luchtdichte ladingcatpartimenten 14, die tussen het bovendek en de kiel van de rcnp zijn geplaatst en die dienen voor het 10 cpnemen van vloeibare chemische en aardolieprodukten. Een lading-— esqpansietruntó 15 is gekoppeld met en mondt in neerwaartse rich ting uit in elk van de ladingcarrpartimenten 14 van de tanker. Een aantal afgetakte cntluchtingsleidingen 16 is gekoppeld met de ladingexpansietrunks en is voorzien van druk/vacuum ontlastkleppen 15 17, in het bijzonder ontlastkleppen van het gesloten type, die tussen de einden in serie zijn gekoppeld met de afgetakte critluch-tingsleidingen. Een in langsrichting opgestelde trunkontluchtings-leiding 18 omvattende een druk/vacuum ontlastklep 19 en een vlanmen-scherm 20, die in serie zijn gekoppeld net een einde van de trunk-ont luchtings leiding 18, is verbonden net de af getakte ontluchtings-20 leidingen 16 en is verbonden met de atmosfeer voor het afvoeren van verontreinigde gassen, gevormd door de vloeibare produkten in de ladingcatpartimenten 14 van de tanker, in de atmosfeer. De klep af afsluiter 19 heeft bij voorkeur twee afzonderlijke druk/vacuum instelniveau's, bepaald door de constructie van de tanker, waarvan 25 het eerste instelniveau hetzelfde is als dat van de kleppen of afsluiters 17 voor bedrijf gedurende het afvoeren van gassen door de aftakontluchtingsleidingen 16, en waarvan het tweede instelniveau hoger ligt dan het eerste voor bedrijf gedurende het afvoeren van de gassen door een aantal cmlocpontluchtingsleidingen, dat later 30 zal worden beschreven.
Zoals in de fig. 1 en 2 is aangegeven, is de tanker voorzien van een aantal ardoopontluchtingsleidingen 21, die zijn voorzien van anlocpleidingafsluiters 22, die bij voorkeur bestaan uit hetzij automatisch, hetzij met de hand bediende afsluiters, zoals 35 schuif afsluiters, kogelafsluiters of vlinderafsluiters, die in serie 8000711 ' * .* 5 in de cndocpcntluch tings leidingen zijn geplaatst. De cntluehtings-leidingen 21 zijn aan hun ene einde gekoppeld met de tcunkantluch-tingsleidingen 18, in het bijzonder met de aftakontluchtingsleiding-en in een punt tussen de druk/vacuum ontlastkleppen 17 van de af-5 takcntluchtingsleidingen 16 en de trurikmtluchtingsleiding 18, en aan het andare einde met de ladingexpansietrunks 15, in het bijzonder met de aftakontluchtingsleidingen 16 in een punt tussen de druk/ vacuumontlastkleppen 17 van de aftakontluchtingsleidingen 16 en de ladingexpansietrunks 15. De ontluditingsleidingafsluiters 22 kunnen 10 worden geopend en gekoppeld met de trunkontluchtingsleidingen 18 naar de ladingexpansietrunks 15 via de cndocpontluchtingsleidingen 21.
De tanker 10 is ook voorzien van een in langsrichting opgestelde hoofdladingtrunkleiding 23, die met de ladingcaipartimenten 15 14 is gekoppeld voor het laden en ontladen van vloeibare prodükten in en uit de ccrrpartimenten. Een dwarse hoofdladingtrunkleiding 24 is opgesteld loodrecht cp en is gekoppeld met de in langsrichting cpgestelde hoofdladingtrunkleiding 23. Een aantal afgetakte lading-leidingen 25 is gekoppeld met de laflingcraipartimanten 14 van de 20 tanker en is voorzien van afsluiters 26 voor het regelen van de overbrenging van vloeibare chemische en aardolieprodukten in en uit de ladingcompartimenten van de tanker. De af getakte ladingleidingen 25 zijn gekoppeld met de in langsrichting cpgestelde hoofdlading-leiding 23.
25 De tanker 10 is ook voorzien van een dwarse truhkontluch- tingsleiding 27, die is cpgesteld loodrecht cp en is gekoppeld met de in langsrichting cpgestelde trunkontluchtingsleiding 18. Regel-afsluiters 28, in het bijzonder hetzij automatisch hetzij met de hand bediende afsluiters, zoals schuifafsluiters, kogelafsluiters 30 of vlinder afs lui ters, zijn gekoppeld met de dwarse trunkontluchtingsleiding 27 en de dwarse hoofdladingtrunkleiding 24 voor het regelen van de overbrenging van vloeibare prodükten en gassen in en uit de ladingccnpartimenten 14. De regelafsluiters 28 zijn gekoppeld met fluidumleidingen 29 en 30, waanméen leiding wordt 35 gebruikt voor het doorsturen van de vloeibare lading en de andere voor het doorsturen van verontreinigde gassen en daardoor naar een 8000711 6 opslagtank aan land, in het bijzonder een bovengrondse kustcpslag-tank 31 van een tankpark of een raffinaderij, gelegen aan één zijde van de tanker 10 voor het overbrengen van vloeibare chemische en aardolieprodukten en verontreinigde gassen tussen de tank 31 én 5 de ladingcarpartimenten 14 van de tanker 10. Opgsnerkt wordt, dat de tank 31 ook kan bestaan uit een ondergrondse kus tops lagtank, en dat één of meer kustcpslagtanks, aken of kleinere tankschepen kunnen liggen aan de andere zijde van de tanker 10, waarbij extra fluidumleidingen zijn gekoppeld met afsluiters 28 aan de andere 10 zijde van de tanker 10.
De landcps lagtank 31 is voorzien van een antluchtingspijp 32 net een in serie daarin geplaatste druk/vacuum cntlastklep 33 en een vlamafsluiter 34, geplaatst tussen de opslagtank en het epen einde 35 van de cntluditingspijp. Geschikte afsluiterkoppelingen 36 15 zijn in de fluidumleidingen 29 en 30 aangebracht cm de leidingen te koppelen met en te ontkoppelen van de tanker voor het laden en ontladen van de vloeibare lading. Deze afsluiterkoppelingen kunnen zijn voorzien van met flenzen uitgevoerde pijpkcppelingen of van enig ander geschikt kcppelmechanisme. Opgemerkt wordt, dat ofschoon 20 slechts één kus tops lagtank is getekend, een aantal van dergelijke tanks door individuele fluidumleidingen kan zijn gekoppeld met een hoofdontluchtingstrunkleiding en een hoofdladingoverbrengleiding naar de dwarse trunkontluchtings leiding respectievelijk naar de 25 dwarse hoofdladingtrunkleiding van de tanker.
Bij normaal bedrijf worden de verontreinigde gassen in de ladingcaipartimenten 14 van de tanker 10 en de landcps lagtank 31 in de atmosfeer af gevoerd door de ladingeapansietrunks 15, de aftakontluchtingsleidingen 16, de druk/vacuum ontlastkleppen 17, 30 de trurikontluditingsleiding 18 en de druk/vacuum cntlastklep 19, en door de antluchtingspijp 32 en de druk/vacuum cntlastklep 33 naar de buitenlucht, gedurende het vullen van hetzij de ladingcaipartimenten van de tanker of de landcpslagtank. Gedurende het vullen van de compartimenten of de tank met een vloeibaar chemisch of 35 aardolieprodukt, gaan de druk/vacuum ontlastkleppen van de tanker en van de landcpslagtank epen, wanneer de druk binnen de lading-ccnpartimenten of in de tank toeneemt en daardoor wordt de druk la- 8000711 *3 7 ger en straten de verontreinigde gassen in de buitenlucht. Bij een tanker, uitgerust met de inrichting volgens de uitvinding voor het overbrengen van een fluïdum echter worden de afsluiters 22 van de cmlocpontluch tingsleiding 21 geopend nadat de afsluiter 19 is inge-5 steld qp zijn tweede druk/vacuum niveau, zodat de gassen cm de druk/ vacuum ontlastkleppen 17 in de af takcntluchtings leidingen 16 heen kunnen straten en waarbij de trurïkmtluchtingsleiding 18 wordt verbonden net de ladingesqpansietrunks 15 en de ladingcotpartimenten van de tanker via de cmlocpmtluchtingsleidingen 21, zodat een epen ont-10 luchtingssysteem wordt gevormd. Het tweede druk/vacuum niveau van de klep 19 is zodanig ingesteld, dat een grotere druk kan heersen in en dus een groter volume gassen kan worden afgevoerd naar de ladingcompartimenten 14 dan mogelijk zou zijn gedurende normaal bedrijf, zodat een groter volume van gassen kan worden opgesloten.
15 Gedurende het ontladen van de vloeibare prodükten uit de lading-carpartimenten van de tanker 10, worden de regelafsluiters 28 geopend en terwijl de vloeibare prodükten door de af getakte lading-leidingen 25, de in langsrichting opgestelde hoofdladingtrunklei-ding 23 en de dwarse hoofdtrunkleiding 24 door de fluidumleiding 20 29 naar de opslagtank 31 warden gepompt, worden bij het vullen van de tank 31 met het vloeibare prodükt gelijktijdig de verontreinigde gassen in de tank uitgedreven en afgevoerd door de fluïdum-leiding 30, door de dwarse trunkcntluchtingsleiding 27, de trunk-cntluchtingsleiding 18, de cmloopontluchtingsleidingen 21 en de 25 ladingespansietrunks 15 in de ladingcaipartimenten 14 van de tanker, terwijl deze worden geledigd, waardoor de distributie van de verontreinigde gassen wordt beheersd en geregeld. Als de tanker wordt geladen, verloopt het bedrijf van de inrichting in omgekeerde zin, waarbij de verontreinigde gassen in de tanker worden terugge-30 voerd naar de landepslagtank, terwijl deze wordt geledigd. Een alternatieve methode van bedrijf gedurende het laden zou zijn het (penen van slechts de regelafsluiter 28, die is gekoppeld net de dwarse hoofdladingtrunkleiding 24 en het selectief openen van afsluiters 22 tussen een ladingccmpartiment, dat vanuit de landcp-35 slagtank met het vloeibare produkt wordt gevuld, en een of meer lege ladingcompartimenten in de tanker 10, zodat de veronteinigde 8000711 8 gassen uit het conpartiment, dat wordt gevuld, worden afgevoerd naar het leg^compartiment of de lege^ccmpartimanten. Dezelfde methode kan worden gébruikt wanneer de ladingcompartimenten van de tanker worden gevuld met zeewater gedurende het varen in 5 balhst. In dit geval echter worden beide regelafsluiters 28, gekoppeld met de leidingen 24 en 27, gesloten en wordt water gepompt in de ladingccmpartimenten, die voor het varen in balihst zijn gekozen. De verontreinigde gassen, die zijn opgesloten in de compartimenten, die met baHastwordengevuld, worden gelijktijdig 10 af gevoerd naar andere lege^/compartimenten in de tanker met behulp van de selectief geopende afsluiters 22. Opgemerkt wordt, dat gedurende het varen in baLhst de regelaf sluiter 28, die is gekoppeld met de dwarse trurkontluchtingsleiding 27, ook kan worden geopend zodat verontreinigde gassen kunnen worden afgevoerd naar een lege land-15 opslagtank 31.
Nadat de boven beschreven overbrenging van verontreinigde gassen en vloeibare chemische en aardolieproducten is voltooid, worden bij het sluiten van de afsluiters 22 van de tanker 10 en de regelafsluiters 28 en 36, die zijn gekoppeld met de landopslag-20 tank 31, de verontreinigde gassen opgesloten hetzij in de lading-campartimenten 14 van de tanker, hetzij in de landopslagtank 31 van de raffinaderij. In beide gevallen kunnen de verontreinigde gassen uit de ladingccmpartimenten of uit de landopslagtank worden verwijderd en bijvoorbeeld door samendrukking of koeling in de raffinaderij 25 worden teruggebracht tot een aardolieproduct. Ook kunnen de verontreinigde gassen in de tank 31 worden afgevoerd naar de lading-ccnpartimenten van de tanker 10 en daarin worden opgesloten, doordat de tanker zich op grote afstand van de kust op zee bevindt, waar de gassen in de buitenlucht kunnen worden afgevoerd, zonder de 30 luchtverontreiniging van bevolkte gebieden te verergeren.
In de bovenstaande beschrijving is de uitvinding beschreven aan de hand van een specifiek uitvoeringsvoorbeeld.
Het is echter duidelijk, dat daarin talrijke wijzigingen en veranderingen kunnen worden aangebracht, zonder buiten de omvang 35 van de bijgaande conclusies te gaan. De beschrijving en de tekening 8000711 9 moeten daarcm worden beschouwd als een uitvoeringsvoorbeeld en niet in beperkende zin.
Samenvatting
De uitvinding betreft een verbeterde inrichting voor 5 het overbrengen van een fluïdum voor een tanker, die geschikt is voor het transport van vloeibare chemische en aardolieproducten over water. De tanker omvat een romp met een kiel en zijwanden, een bovendek, een aantal waterdichte ladingcarpartimenten, die tussen het bovendek en de kiel van de romp in de romp zijn opgesteld 10 voor het opnemen van de vloeibare producten, ladingexpansietrunks, die zijn gekoppeld net en in neerwaartse richting uitmonden in elk van de ladingccmpartimenten, afgetakte ontluchtingsleidingen, die zijn gekoppeld met de ladingexpansietrunks en zijn voorzien van druk/vacuum ontlastkleppen, en een in langsrichting opgestelde 15 trunkontluchtingsleiding, voorzien van een druk/vacuum ontlastklep, die is gekoppeld met de aftakontluchtingsleidingen en met de atmosfeer is verbonden voor het afvoeren van verontreinigde gassen, gevormd door de vloeibare producten en die zich bevinden in de ladingcom-partimenten van de tanker, uit de ladingccmpartimenten door de 20 ladingexpansietrunks in de aftakontluchtingsleidingen in de atmosfeer.
De verbetering volgens de uitvinding omvat omloop-ontluchtingsleidingen omvattende ontluchtingsleidingafsluiters, die aan één einde zijn gekoppeld net de trunkontluchtingsleiding van de tanker en aan het andere einde met de ladingexpansietrunk van tenminste 25 één ladingcarpartiment van de tanker. De ontluchtingsleidingaf sluiters kunnen worden geopend en koppelen de trunkontluchtingsleiding met de ladingexpansietrunk van het ladingccitpartiment via de cmloopontluchtings-leiding en daardoor cm de druk/vacuum dwarsklep van de aftakont-luchtingsleiding heen, om verontreinigde gassen uit de ladingcom-30 partimenten af te voeren door de ladingexpansietrunk en de omloop-ontluchtingsleiding naar de trunkontluchtingsleiding van de tanker.
8000711
Claims (11)
1. Tanker voor het transport van vloeibare chemische en aardolieproducten over water, welke tanker cmvat een rcnp met een kiel en zijwanden, een bovendek, een aantal waterdichte en in hoofdzaak luchtdichte ladingccmpartimenten, die in de romp tussen 5 het bovendek en de kiel van de romp zijn opgesteld voor het opnemen van de genoemde producten, ladingexpansietrunkorganen, die zijn gekoppeld met en in neerwaartse richting uitmonden in elk van de ladingccmpartimenten, aftakontluchtingsleidingorganen, die zijn gekoppeld met de ladingexpansietrunkorganen en die zijn voorzien 10 van druk/vacuum ontlastkleporganen, en in langsrichting opgestelde trunkontluchtingsleidingorganen, die zijn voorzien van druk/vacuum ontlastkleporganen, welke trunkontluchtingsleidingorganen zijn gekoppeld met de aftakontluchtingsleidingorganen en zijn verbonden met de atmosfeer voor het afvoeren van verontreinigde gassen, ge-15 vormd door de vloeibare producten en opgesloten in de lading- canpartinenten, uit de ladingccmpartimenten door de ladingexpansietrunkorganen en de af takontluchtingsleidingorganen naar de atmosfeer, gekenmerkt door omlocpontluchtingsleidingorganen, die zijn voorzien van ontluchtingsleidingafsluiterorganen, die zijn gekoppeld met 20 tenminste één van de ladingcompartimenten, welke anloopontluchtings-leidingorganen aan één einde zijn gekoppeld met de trunkontluchtings-leidingorganen en aan het andere einde met de ladingexpansietrunkorganen van het genoemde ene ladingccmpartiment, welke ontluchtings-leidingafsluiterorganen kunnen worden geopend en de trunkontluchtings-25 leidingorganen kunnen koppelen met de ladingexpansietrunkorganen van het genoemde ene ccmpartiment via de cmloopontluchtingsleidingorganen, waardoor de verontreinigde gassen cm de druk/vacuum ontlastkleporganen van de aftakontluchtingsleidingorganen heen kunnen worden geleid en de verontreinigde gassen in of uit het genoemde ene ladingccmpartiment 30 kunnen worden gevoerd door de ladingexpansietrunkorganen van het genoemde ene ladingcaipartiment, door de cmloopontluchtingsleiding-organen en door de trunkontluchtingsleidingorganen.
2. Tanker volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de onloopontluchtingsleidingorganen aan het genoemde ene einde zijn 8000711 gekoppeld met de aftakontluchtingsleidingorganen in een punt tussen de druk/vacuum ontlastkleporganen van de aftakontluchtingsleidingor-ganen en de trunkontluchtingsleidingorganen, en aan het andere einde met de aftakontluchtingsleidingorganen in een punt tussen de druk/ 5 vacuum ontlastkleporganen van de aftakontluchtingsleidingorganen en de ladingexpansietruhkorganen van het genoemde ene ladingcom-partiment.
3. Tanker volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de ontluchtingsleidingafsluiterorganen bestaan uit een afsluiter, 10 die in serie is gekoppeld met de omloopontluchtingsleidingorganen tussen de einden daarvan.
4. Tanker volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de druk/vacuum ontlastkleporganen van de aftakontluchtingsleidingorganen bestaan uit een druk/vacuum ontlastklep van het gesloten type, die 15 in serie is gekoppeld met de aftakontluchtingsleidingorganen tussen de einden daarvan en de einden van de omloopontluchtingsleidingorganen.
5. Tanker volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de tanker is voorzien van een aantal aftakontluchtingsleidingorganen en dat de aftakontluchtingsleidingorganen zijn gekoppeld met een 20 aantal ladingexpansietruhkorganen, dat de ontluchtingsleidingaf- sluiterorganen van de cmloopontluchtingsleidingorganen gelijktijdig kunnen worden geopend voor het onderling verbinden van een aantal van de ladingccmpartimenten van de tanker door de ladingexpansie-trunkorganen, de onloopontluchtingsleidingorganen en de trunkont-25 luchtingsleidingorganen en daardoor verontreinigde gassen, die zich bevinden in één of meer ladingcompartimenten, kunnen worden afgevoerd uit die compartimenten naar een of meer andere lege ladingcompartimenten van de tanker.
6. Tanker volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 30 tanker is voorzien van in langsrichting opgestelde hoofdlading- trunkleidingorganen, die zijn gekoppeld met de ladingconpartimenten voor het laden en ontladen van de vloeibare producten, dat de trunkontluchtingsleidingorganen verder zijn voorzien van dwarse trunkontluchtingsleidingorganen, die zijn opgesteld loodrecht op 35 en zijn gekoppeld met de in langsrichting opgestelde trunkontluchtings- 8 0 0 0 7 1 1 \ leidingorganen en dat regelafsluiterorganen, die zijn gekoppeld met de hoofdladingtrunkleidingorganen en de dwarse trunkontluchtings-leidingorganen, zijn aangebracht voor het regelen van de overdracht van de vloeibare producten naar en van de ladingccmpartimenten van 5 de tanker door de hoofdladingtrunkleiding en de overdracht van de verontreinigde gassen naar en van de ladingccnpartimenten van de tanker door de dwarse trunkontluchtingsleidingorganen, de in langs-richting opgestelde trunkontluchtingsleidingorganen, de cmloop-ontluchtingsleidingorganen en de ladinge^qpansietrunkorganen en 10 dat de regelafsluiterorganen zijn aangepast voor de koppeling met een gesloten, in hoofdzaak luchtdichte landopslagtank, die verontreinigde gassen bevat, en die is aangepast voor het opnemen van vloeibare chemische en aardolieproducten uit de lading compartimenten van de tanker.
7. Tanker volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de regelafsluiterorganen bestaan uit regelafsluiters, die in serie zijn gekoppeld met de dwarse trunkontluchtingsleidingorganen en de hoofdlading trunkleidingorganen.
8. Tanker volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de 20 tanker verder is voorzien van eerste en tweede fluidumleidingorganen, die zijn gekoppeld met de landopslagtank, de dwarse trunkontluchtings-leidingorganen en de hoofdladingtrunkleidingorganen voor het overbrengen van vloeibare chemische en aardolieproducten en verontreinigde gassen tussen de landopslagtank en de lading-corpartimenten van 25 de tanker, welke regelafsluiterorganen in serie zijn gekoppeld tussen de eerste en de tweede fluidumleiding-organen en de dwarse trunk-ontluchtingsleidingorganen en de hoofdladingtrunkleidingorganen voor het opsluiten van verontreinigde gassen in de landopslagtank en de lading-compartimenten van de tanker.
9. Tanker volgens conclusie 8, roet het kenmerk, dat de landopslagtank bestaat uit een bovengrondse opslagtank aan de kust.
10. Tanker volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de hoofdlading trunkleidingorganen verder zijn voorzien van dwarse hoofdladingtrunkleidingorganen, die zijn opgesteld loodrecht op 35 en zijn gekoppeld met de in langsrichting opgestelde hoofdlading- 8 0 0 0 7 1 t v '£ ? trimkleidingorganen, en van afgetakte ladingleidingorganen, die zijn gekoppeld met de ladingcxmnpartimenten van de tanker en zijn voorzien van af sluiterorganen voor het regelen van de overdracht van vloeibare chemische en aardolieproducten naar en van de 5 ladingcctipartimenten van de tanker, welke af getakte ladingleidingorganen zijn gekoppeld met de in langsrichting opgestelde hoofd-ladingleidingorganen en waarbij de dwarse hoofdladingleidingorganen in serie zijn gekoppeld met de regelafsluiterorganen.
11. Inrichting voor het overbrengen van een fluïdum 10 voor een tanker, in hoofdzaak zoals beschreven in de beschrijving en/of weergegeven in de tekening. ^ §000711
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
US06/010,909 US4233922A (en) | 1979-02-09 | 1979-02-09 | Fluid transfer system for tanker vessels |
US1090979 | 1979-02-09 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8000711A true NL8000711A (nl) | 1980-08-12 |
Family
ID=21747978
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8000711A NL8000711A (nl) | 1979-02-09 | 1980-02-05 | Verbeterde inrichting voor het overbrengen van een fluidum voor tankschepen. |
Country Status (5)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4233922A (nl) |
JP (1) | JPS55110687A (nl) |
GB (1) | GB2041895B (nl) |
NL (1) | NL8000711A (nl) |
SE (1) | SE444549B (nl) |
Families Citing this family (15)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4338874A (en) * | 1979-02-17 | 1982-07-13 | The British Petroleum Company Limited | Inert gas supply and salvage system for oil tankers |
DE3171889D1 (en) * | 1981-04-22 | 1985-09-26 | Conway Charles S | Spill overflow prevention system for tanker vessels |
JPS57175490A (en) * | 1981-04-22 | 1982-10-28 | Conway Charles S | Fall overflow preventive system for tanker |
US4921126A (en) * | 1989-04-14 | 1990-05-01 | Hoover Group, Inc. | Liquid supply system utilizing stacked tanks |
US5050639A (en) * | 1990-08-07 | 1991-09-24 | Sorensen Emil A | Overfill protecting arrangement for a liquid storage tank |
NO911453D0 (no) * | 1991-01-17 | 1991-04-12 | Reidar Wasenius | System for reduksjon av gassutslipp fra tankskip. |
NO911834D0 (no) * | 1991-05-10 | 1991-05-10 | Sinvent As | Framgangsmaate for reduksjon av gassutslipp. |
DE69229401T2 (de) * | 1991-11-27 | 1999-10-14 | Den Norske Stats Oljeselskap A/S | Boje zum be- und entladen |
EP1648759A4 (en) * | 2003-07-17 | 2012-01-04 | Saudi Arabian Oil Co | GAS RELAXATION DRIVE FOR SEA BUILDINGS |
GB0418802D0 (en) * | 2004-08-24 | 2004-09-22 | Fraser Gordon | Method and apparatus |
DE202008000955U1 (de) * | 2008-01-23 | 2008-03-20 | Zunhammer, Sebastian, Dipl.-Ing. (FH) | Vorrichtung zur Ausbringung von Gülle |
NO331559B1 (no) * | 2010-03-08 | 2012-01-23 | Hamworthy Oil & Gas Systems As | System for reduksjon av utslipp fra flyktig flytende last |
KR101291361B1 (ko) | 2011-07-06 | 2013-07-30 | 삼성중공업 주식회사 | 액상화물 저장 설비 |
US10988214B1 (en) | 2020-02-04 | 2021-04-27 | G Squared V LLC | Offshore transfer and destruction of volatile organic compounds |
US20220137650A1 (en) * | 2020-11-03 | 2022-05-05 | Ideal Completion Services Llc | Automated Tank Systems and Methods for use in Oil and Gas Extraction Operation |
Family Cites Families (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2703138A (en) * | 1950-12-28 | 1955-03-01 | Parker Appliance Co | Single point fueling and defueling system |
US2928436A (en) * | 1956-09-17 | 1960-03-15 | Union Oil Co | Vapor sealed liquid carriers |
JPS448211Y1 (nl) * | 1965-10-11 | 1969-03-29 | ||
US3453836A (en) * | 1967-07-24 | 1969-07-08 | Mcmullen John J | Liquefied petroleum gas tanker |
GB1378492A (en) * | 1970-12-04 | 1974-12-27 | Turner F H | Buoyant vessels |
US3844239A (en) * | 1972-06-05 | 1974-10-29 | R Hartley | Liquid bulk carrying ship |
JPS5144114A (ja) * | 1974-06-01 | 1976-04-15 | Kawasaki Heavy Ind Ltd | Taisuiseisetsukoburotsuku mataha panerunoseizohoho |
US3926135A (en) * | 1974-12-18 | 1975-12-16 | Stolt Nielsen Inc | Multipurpose pipeline system for handling fluids on liquid cargo vessels |
-
1979
- 1979-02-09 US US06/010,909 patent/US4233922A/en not_active Expired - Lifetime
-
1980
- 1980-01-29 GB GB8002971A patent/GB2041895B/en not_active Expired
- 1980-02-05 NL NL8000711A patent/NL8000711A/nl not_active Application Discontinuation
- 1980-02-05 SE SE8000906A patent/SE444549B/sv not_active IP Right Cessation
- 1980-02-08 JP JP1374580A patent/JPS55110687A/ja active Pending
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
GB2041895B (en) | 1982-12-15 |
GB2041895A (en) | 1980-09-17 |
SE444549B (sv) | 1986-04-21 |
JPS55110687A (en) | 1980-08-26 |
SE8000906L (sv) | 1980-08-10 |
US4233922A (en) | 1980-11-18 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8000711A (nl) | Verbeterde inrichting voor het overbrengen van een fluidum voor tankschepen. | |
US5460208A (en) | Transportable liquid products container | |
US20090134171A1 (en) | Modular tank unit for ship, barge and rail transportation | |
RU2103197C1 (ru) | Способ разгрузки танкера для транспортировки нефти, способ загрузки танкера для транспортировки нефти, способ транспортировки нефти в танкере и система трубопроводов и клапанов для танкера, транспортирующего нефть | |
US4320788A (en) | Apparatus for the bulk delivery of volatile liquids | |
US20130126677A1 (en) | System for airborne transport of flammable liquids | |
US4292909A (en) | Spill overflow prevention system for tanker vessels | |
CN104379440A (zh) | 运输压缩气体的船 | |
US2928436A (en) | Vapor sealed liquid carriers | |
US5795103A (en) | Oil tanker and method for recovering oil from submerged oil tanker | |
US3802214A (en) | Refrigerating fishing vessels | |
KR101949402B1 (ko) | 잠재적으로 위험한 액체 제품을 이송하기 위한 구역이 제공된 선박 | |
US3590887A (en) | Port facility ship sewage collection, transportation and disposal system | |
US5950557A (en) | Installation for offshore storage of hazardous waste | |
KR102510271B1 (ko) | 액체 밀봉 유체 용기 기반의 순환 불활성 씰링 시스템 및 qhse 저장 운송 방법 | |
KR20060056947A (ko) | 해양 선박용 가스 팽창 트렁크 | |
MXPA00003743A (es) | Metodo y aparato para drenar tubos de conexion entre cisternas. | |
EP0063191B1 (en) | Spill overflow prevention system for tanker vessels | |
US2042932A (en) | Barge for transporting logs and the like | |
RU2037451C1 (ru) | Способ транспортировки нефтепродуктов и устройство для его осуществления | |
RU2757515C1 (ru) | Способ перевалки наливных грузов на универсальных танкерах и гибкий вкладыш "Съёмное покрытие Танкерпак" | |
US11453447B2 (en) | Freight handling apparatus for carriage of liquid, solid and/or bulk goods | |
DE102009047140A1 (de) | Vorrichtung und Verfahren für den Transport von kryogenem Gas | |
CA1136495A (en) | Spill overflow prevention system for tanker vessels | |
RU60920U1 (ru) | Терминальная система хранения нефти и нефтепродуктов |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
BV | The patent application has lapsed |