NL8000631A - Werkwijze en inrichting voor het detecteren van bewegende en elektrisch afhankelijke domeinen. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het detecteren van bewegende en elektrisch afhankelijke domeinen. Download PDF

Info

Publication number
NL8000631A
NL8000631A NL8000631A NL8000631A NL8000631A NL 8000631 A NL8000631 A NL 8000631A NL 8000631 A NL8000631 A NL 8000631A NL 8000631 A NL8000631 A NL 8000631A NL 8000631 A NL8000631 A NL 8000631A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
document
detected
checked
station
domain
Prior art date
Application number
NL8000631A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Coulter Systems Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Coulter Systems Corp filed Critical Coulter Systems Corp
Publication of NL8000631A publication Critical patent/NL8000631A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G06COMPUTING; CALCULATING OR COUNTING
    • G06KGRAPHICAL DATA READING; PRESENTATION OF DATA; RECORD CARRIERS; HANDLING RECORD CARRIERS
    • G06K19/00Record carriers for use with machines and with at least a part designed to carry digital markings
    • G06K19/06Record carriers for use with machines and with at least a part designed to carry digital markings characterised by the kind of the digital marking, e.g. shape, nature, code
    • G06K19/067Record carriers with conductive marks, printed circuits or semiconductor circuit elements, e.g. credit or identity cards also with resonating or responding marks without active components
    • GPHYSICS
    • G06COMPUTING; CALCULATING OR COUNTING
    • G06KGRAPHICAL DATA READING; PRESENTATION OF DATA; RECORD CARRIERS; HANDLING RECORD CARRIERS
    • G06K7/00Methods or arrangements for sensing record carriers, e.g. for reading patterns
    • G06K7/08Methods or arrangements for sensing record carriers, e.g. for reading patterns by means detecting the change of an electrostatic or magnetic field, e.g. by detecting change of capacitance between electrodes
    • G06K7/081Methods or arrangements for sensing record carriers, e.g. for reading patterns by means detecting the change of an electrostatic or magnetic field, e.g. by detecting change of capacitance between electrodes electrostatic, e.g. by detecting the charge of capacitance between electrodes
    • GPHYSICS
    • G07CHECKING-DEVICES
    • G07DHANDLING OF COINS OR VALUABLE PAPERS, e.g. TESTING, SORTING BY DENOMINATIONS, COUNTING, DISPENSING, CHANGING OR DEPOSITING
    • G07D7/00Testing specially adapted to determine the identity or genuineness of valuable papers or for segregating those which are unacceptable, e.g. banknotes that are alien to a currency
    • G07D7/02Testing electrical properties of the materials thereof
    • G07D7/026Testing electrical properties of the materials thereof using capacitive sensors

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Theoretical Computer Science (AREA)
  • Artificial Intelligence (AREA)
  • Computer Vision & Pattern Recognition (AREA)
  • Geophysics And Detection Of Objects (AREA)
  • Inspection Of Paper Currency And Valuable Securities (AREA)
  • Controlling Sheets Or Webs (AREA)
  • Measurement Of Length, Angles, Or The Like Using Electric Or Magnetic Means (AREA)
  • Investigating Or Analyzing Materials By The Use Of Electric Means (AREA)
  • Character Input (AREA)

Description

*« , /J
-1- % --¾
803033/Ti/AA/vL
Aanvraagster: COULTER SYSTEMS CORPORATION 35 Wiggins Avenue BEDFORD, Mass. 01730 Verenigde Staten van Amerika
Korte aanduiding: Werkwijze en inrichting voor het detecteren van bewegende en elektrisch afhankelijke domeinen
De uitvinding heeft betrekking op de detectie van de aanwezigheid van te detecteren domeinen op bewegende elementen en in het bijzonder op de detectie van te detecteren domeinen, die met opzet zijn aangebracht op een te controleren document, dat ten opzichte van een 5 detectie-inrichting of detectie-stations met hoge snelheid verplaatst wordt.
Genoemde, te controleren, documenten kunnen zijn effecten of andere dergelijke certificaten, toegangsbewijzen, coupons, schuldbrieven en nota’s, staatsschuldbrieven en dergelijke, welke zijn bedrukt met 10 tekst en patronen die data, waarden, en andere belangrijke gegevens kunnen omvatten. Bij de verwerking van dergelijke te controleren documenten, zoals bij voorbeeld bij wisselen, aflossing, zakentransacties 9 0 η η λ τι -2- en dergelijke, is het van belang, dat het document als echt wordt herkend en dat haar datum en/of waarden worden vastgesteld. Het met de hand verwerken van dergelijke te controleren documenten hangt af van de geoefendheid en snelheid van de verwerkers om de noodzakelijke identi-5 ficatie uit te voeren. In het geval dat het aantal te controleren documenten groot is en zelfs wanneer aangenomen mag worden dat zij alle echt zijn, worden eenvoudige handelingen zoals het tellen van de documenten en het gelijktijdig herkennen en registreren van hun waarden moeilijk. Indien tegelijk de echtheid van de documenten bepaald moet 10 worden wordt het nog moeilijker.
Oplossing van het probleem van op hoge snelheid vaststellen van het karakter van de te controleren documenten door middel van een inrichting die het karakter van de documenten vaststelt zijn bekend uit de Amerikaanse octrooischriften 3.132.2^2, 3.000Λ98 en uit verscheidene 15 inrichtingen die gebruikt worden voor de detectie en sortering van kaarten en de daarop aangebrachte gegevens. Voor deze laatste inrichtingen wordt verwezen naar de Amerikaanse octrooischriften 2.29^.751» 3.519.802 en 2.29U.681.
De detectie van een substantie op papier is bekend uit het 20 Amerikaanse octrooischrift 3.0^3.993, de detectie van· niet-uniformiteit in elektrische kabels uit het Amerikaanse octrooischrift 3.096Λ78, en de detectie en het gebruik van op banden aanwezige gegevens uit de Amerikaanse octrooischriften 3.^0.6^2, 3.^67.957 en 3.^22.1*00.
De functies die met de beschouwde inrichting volgens de uitvinding 25 uitgevoerd kunnen worden omvatten het sorteren, de verwerping van valse documenten, de registratie van gegevens, het tellen en herkennen van bepaalde kenmerken door middel van visuele weergave en/of mondelinge alarmeringen.
80 0 0 6 31 -3-
Problemen treden op bij de detectie van het karakter van slechte en bevuilde te controleren documenten en de interferentie veroorzaakt dan de voorste en achterste randen van de documenten indien zij individueel door de inrichting gevoerd worden.
5 De detectie van gegevens op kaarten, die identiek voor wat betreft tekst zijn en waarin de gegevens door middel van ponsgaten of magnetische vlakken is aangebracht, is niet zo moeilijk als de detectie van gegevens op een te controleren document, dat in circulatie is of geweest is en waarbij de herkenningsgegevens zijn aangebracht op een wijze waar-10 bij geen visueel of mechanisch detecteerbare veranderingen in het document verkregen worden.
Uiteraard betekent de aanschaf van inrichtingen voor het detecteren van het karakter van bepaalde documenten een investering die in een redelijke verhouding moet staan tot de verkregen resultaten, wan-15 neer betrouwbaarheid en werksnelheid onvoldoende zijn om menselijk ingrijpen overbodig te maken dan is de aanschaf van een dergelijk apparaat niet verantwoord.
Voorts bestaat er een aanzienlijke behoefte aan inrichtingen die kunnen worden gebruikt in . zowel het geval waarin individueel be-20 invloedde documenten daardoor worden verwerkt als in het geval waarin continue stroken of banen van substhaatmateriaal worden verwerkt in het bijzonder daar waar opeenvolgende bewerkingen moeten worden uitgevoerd zoals uitponsen, bedrukken, registreren, vouwen, snijden en dergelijke, met eventueel registreren, tellen en uitwerpen.
25 De detectiedomeinen die worden aangebracht op de behandelde documenten kunnen worden geïntegreerd met het normale drukpatroon, aangebracht op het document, of kunnen onzichtbaar zijn, in de vorm van een strip band of oppervlaktedeel van een bepaalde stof dat niet met het menselijk oog kan worden waargenomen. Het detectiedcmeinmateriaal -fc- kan van zodanige aard zijn dat het door het substraat gaat zodat het van beide oppervlakken waarneembaar is.
Zoals nog zal worden toegelicht is een der eisen, te stellen aan het materiaal waaruit het detectiedcmein wordt gevormd, dat het een 5 soortelijke weerstand heeft die merkbaar verschilt van die van het substraat waarop het wordt aangebracht. In het geval van een detectiedcmein dat door het substraat dringt zal de inrichting noodzakelijkerwijs een diëlektrische laag hebben waarmee het wordt gescheiden van de basis of ondersteuning waarop het document beweegt teneinde de vorming van de nog 10 te beschrijven capacitieve elementen te begunstigen.
De inrichting moet in staat zijn onzichtbare te detecteren domeinen op slechte documenten als ook op gescheurde documenten te detecteren, zelfs in gevallen waarin de te detecteren domeinen praktisch verdwenen of versleten zijn.
15 De uitvinding verschaft een inrichting voor de detectie van ten minste êén te detecteren domein op een drager van een bepaalde geleidbaarheid, voorgesteld door een te controleren document, welk dcmein of element uit een materiaal bestaat, dat als indien zodanig aangebracht een geleidbaarheid heeft dat wezenlijk verschillend is van die van de 20 drager, waarbij het element een geometrie heeft dat een vooraf bepaalde kwantitatieve relatie heeft met het'· karakter van het te controleren document; en deze inrichting wordt gekenmerkt door een laadstatioii met een laadelektrode, een grondvlak en gelijkspanningsvoeding ter verkrijging van een elektrisch veld tussen het grondvlak en de laadelektrode, 25 een meetstation met een meetelektrode voor ladingsdetectie en met daartoe opgencmen ketens voor de afvoer van de gedetecteerde lading naar het grondvlak en die een uitgangssignaal geeft dat evenredig is met de gedetecteerde lading, een transporteenheid voor de verplaatsing van het 80 0 0 6 31 ik » -5- te controleren document met hoge snelheid door de inrichting, waarbij het te detecteren dcmein door de laad- en meetstations van de inrichting gevoerd worden, waarbij het document van de laad- en meetelektrode gescheiden wordt op een wijze waarbij een eerste capacitief element bij 5 het laadstation en een tweede capacitief element bij het meetstation aanwezig zijn, het eerste capacitieve element tenminste de laadelek-trode, een eerste lege ruimte tussen de laadelektrode en het te detecteren domein, het te detecteren dcmein en het grondvlak omvat, waarbij het te detecteren domein van het grondvlak is gescheiden indien het zich 10 in het laadstation bevindt, het tweede capacitieve element ten minste de meetelektrode, een tweede lege ruimte tussen de meetelektrode en het te detecteren dcmein, het te detecteren dcmein en het grondvlak omvat, waarbij het te detecteren domein van het grondvlak is gescheiden indien ’ het zich in het meetstation bevindt, de verplaatsing van het laad-15 station voor capacitief geïnduceerde lading op het te detecteren domein en in het meetstation ter verkrijging van capacitief geïnduceerde lading op de meetelektrode, de duur van de lading in elk geval afhankelijk van de geometrie van het domein is, een functie en controle inherent aan de ketens zijn, die afhankelijk zijn van het uitgangssignaal daarvan voor 20 het laten plaatsvinden van een functie, dat gerelateerd is aan het karakter van het document.
De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de tekening:
Fig. 1 toont perspektivisch een te controleren document met daarop aangebrachte te detecteren domeinen voor gebruik in de inrichting 25 volgens de uitvinding; fig. 2 is een langsaanzicht van het te controleren document van fig. 1 met daarop aangebrachte te detecteren domeinen; fig. 3 is een gedeeltelijke doorsnede van een deel van de on η n r 71 -6- inrichting volgens de uitvinding, waarbij gedeelten van de inrichting in blokvorm getoond zijn; fig. b is gelijk aan fig. 3 maar toont echter het gedeelte van de inrichting welke van fig. 3 het mechanische bovenaanzicht vormt; 5 fig. 5 is gelijk aan fig. b maar toont een gewijzigde vorm van de uitvinding en cravat een diagram met de signaalvormen van de door de meetelektrode opgewekte spanningen tijdens de verplaatsing van het te controleren document door de inrichting; fig. 6 toont in een diagram naast de signalen vanaf de domeinen 10 de door de voorste en achterste randen van een te controleren document verkregen signalen indien het door een inrichting volgens de uitvinding doorloopt; fig. 7 is gelijk aan fig. 3 maar toont een verdere gewijzigde vorm van de uitvinding, waarin middelen zijn opgenomen ter voorkoming van 15 interferenties met signalen afkomstig van de voorste en achterste randen van het te controleren document dat de inrichting doorloopt; en fig. 8 is een diagram met de van toepassing zijnde signaalvormen als opgewekt in de inrichting volgens fig. 7 en met een gelijke tijd-basis.
20 Hierna zal een inrichting.beschreven worden voor het aftasten van de te detecteren domeinen van eën te controleren document ter vaststelling van het karakter'van het document, de waarde etc. indien'het met hoge snelheid met een aantal vergelijkbare documenten door de inrichting wordt gevoerd.
25 De aard van de aangebrachte detectiedomeinen en de samenwerkende inrichting zijn zodanig, dat de beweging van het document door de inrichting een capacitief element vormt in een eerste station waar dat element wordt geladen, waarna het document naar een tweede station 80 0 0 6 31 * * -7- verplaatst vordt vaar een ander capacitief element gevormd en ontladen wordt.
De inrichting meet de ontlading en bepaalt daarmee het karakter van het document.
5 De te controleren documenten kunnen zijn certificaten als bewijs stukken van aandelen of ander eigendom, toegangsbewijzen, coupons, schuldbrieven en nota's, obligaties en dergelijke. Deze worden bedrukt met het onderhavige onderwerp en patronen die data, waarden en andere kritische gegevens kunnen omvatten. Allereerst worden de op deze te 10 controleren documenten aangebrachte detectiedomeinen voor een bepaald doeleind afgetast, waaronder de vaststelling van de echtheid, het tellen, het sorteren en dergelijke als ook de uitvoering van een mechanische bewerking op deze documenten.
Pig. 1 toont een typisch te controleren document 1 gevormd uit 15 een rechthoekige drager 6 van papier of dergelijke met zichtbare domeinen of een patroon 4 dat daarop aangebracht is ten behoeve van de verwerking van het document 1 bij verhandeling, verwisseling of aflossing.
Een dergelijk patroon k zal het document doorgaans identificeren naar waarde, naam en locatie van de emissie-entiteit, data en dergelijke.
20 Behalve de zichtbare domeinen of patronen heeft het document eveneens te detecteren domeinen in de vorm van drie stippen die in 2A, 2B en 2C zijn aangegeven.
De te detecteren domeinstrippen 2A, 2B en 2C zijn in de figuren voor de duidelijkheid schematisch aangegeven, maar deze strippen of 25 banden behoeven niet noodzakelijkerwijs zichtbaar te zijn. Zij kunnen op een groot aantal vijzen op het substraat 6 aangebracht worden. Zij kunnen bijvoorbeeld gevormd worden uit materiaal dat in de drager 6 van het document 1 is geïmpregneerd, zij kunnen in drukvorm aangebracht 80 0 0 6 31 -8- worden, als gespoten of gekleefde strippen of banden op de boven- en/of ondervlakken van de drager 6 aangebracht worden, zij kunnen door 1 aminering in het document opgenomen worden of zij kunnen in het patroon b geïntegreerd worden teneinde niet gemakkelijk met het menselijk oog 5 waarneembaar te zijn.
De te detecteren domeinstrippen 2A, 2B en 2C zijn bij voorkeur niet waarneembaar voor het menselijk oog en bij voorkeur overeenkomstig onzichtbaar voor detectie met behulp van speciale bestralingsdetectie-middelen.
10 Het criterium voor het materiaal van de detectiedomeinen is dat het elektrisch geleidend moet zijn en in vergelijking in verschillende mate, bij voorkeur veel groter, dan de geleidbaarheid van de drager 6 van het te controleren document 1. De te detecteren domeinstrippen 2A, 2B en 2C hebben bijvoorbeeld typisch een soortelijke oppervlakteweer-15 stand van 1 megaohm, terwijl het substraat 6 een veel grotere soortelijke weerstand heeft en ten minste 5 megaohm bedraagt.
Het materiaal waaruit1de te detecteren domeinen worden gevormd kan colloïdaal grafiet, metaalstof of materiaal zijn, dat enigszins geleidend doch onoplosbaar is, zodat de strippen 2A, 2B en 2C niet op 20 waterachtige media reageren. De reden voor het laatste is dat de te detecteren domeinen onbeïnvloed moeten blijven op een document dat onopzettelijk door water nat geworden is. Het kan bijvoorbeeld een onoplosbaar anorganisch zout of organisch materiaal of mengsels daarvan zijn.
25 De te detecteren domeinen behoeven niet vast te zijn in de zin dat zij de vorm hebben van vlekken, een scherm, een patroon of dergelijke. Verder behoeven zij niet de vorm te hebben,van strippen of banden maar kunnen ook andere uitvoeringen hebben. In deze beschrijving zullen 80 0 0 6 31 -9- de te detecteren domeinen slechts hij wijze van voorbeeld als strippen beschreven worden.
In fig. 2 is het document 1 in langsaanzicht getoond, waarbij de drager 6 een lange rechthoek is. De te detecteren domeinen in de vorm 5 van banden of strippen 2A, 2B en 2C zijn als getoond op het oppervlak van de drager 6 aangebracht, maar het zal duidelijk zijn dat dit eveneens bij wijze van voorbeeld gedaan is omdat deze elementen of strippen eveneens in het lichaam van de drager 6 geïmpregneerd kunnen worden. Verder zijn, omdat de drager normaal papier is met een dikte van een 10 fractie van een millimeter en de strippen 2A, 2B en 2C zeer dun zijn indien zij gedrukt, gespoten of op andere wijze aangebracht zijn, de afmetingen als in fig. 2 ten behoeve van de duidelijkheid sterk overdreven. In het geval van impregnatie van de strippen in het lichaam van de drager 6 kan het materiaal van de te detecteren domeinen in de vezels 15 van de drager penetreren en zullen in een langsaanzicht niet waarneembaar zijn.
In fig. 3 en fig. U is een inrichting volgens de uitvinding getoond, dat tijdvolgordelijk stationdetectie-inrichting genoemd kan worden wegens de opstelling van de laad- en detectie-elektroden.
20 Het te controleren document 1 beweegt in de figuur zoals aange geven met de pijlen 3 naar links en'-wordt door middel van de overbrenging of riem 10, die bij voorkeur uit isolerend materiaal bestaat, getransporteerd. De drie strippen 2A, 2B en 2C passeren achtereenvolgens de voornoemde elektroden, waarbij de eerste van deze elektroden de 25 laadelektrode 20 en de tweede elektroden de detectie- of aftastelektrode 30 is en die in de bewegingsrichting van het document 1 van elkaar gescheiden zijn. Het document 1 kan er een zijn van een groot aantal van dergelijke documenten, die door een riem 10 gedragen worden en waarbij 30 0 0 6 31 -10- de snelheid waarmee zij verplaatst worden tamelijk hoog is, namelijk in de orde van 10-15 meter per seconde. Ter verkrijging van een evenredigheid bij het zichtbaar maken van de eigenschappen van de inrichting kan het voorbeelddocument 1 in dit geval afmetingen hebben in de orde van 5 6,5 cm breed en 13 cm lang.
De isolerende riem of transporteur 10 wordt in samenwerking met een metalen basis of doorn 15 dat als het grondvlak gedefinieerd kan worden, bewogen. Het document 1 komt in een eerste station 7» dat het laatste station is waarbij een laadelektrode 20 is opgesteld, die in 10 rechthoekige vorm getekend is en zich op afstand boven de riem 10 bevindt. In de figuren 3 en b wordt verondersteld dat de twee te detecteren domeinstrippen 2C en 2B reeds het station 7 gepasseerd zijn en de te detecteren dcmeinstrip 2A zich in het station 7 direct onder de laadelektrode bevindt.
15
Er wordt nu een capacitief element gevormd waarvan de eerste plaat de geleidende elektrode 20 is, de lege ruimte 8 de eerste di-elektrische laag is, de te detecteren dcmeinstrip 2A de tweede plaat is, de laag van het substraat 6 en de dikte van de isolerende riem 10 tezamen de tweede diëlektrische laag vormen en de doorn 15 de derde plaat 20 als grondvlak vormt.
Indien de te detecteren domeinstrip 2A in het lichaam van het substraat 6 geïmpregneerd'was zou het een geleidend element door het document 1 gevormd hebben. In een dergelijk geval zou het substraat 6 niet aan de tweede diëlektrische laag bijgedragen hebben maar zou de 25 laatste de riem 10 omvat hebben. Het zal duidelijk zijn, dat in het geval dat de te detecteren domeinstrip 2A, 2B en 2C slechts door het bovenvlak van het te controleren document gedragen zouden worden de riem 10 niet isolerend behoeft te zijn maar in plaats daarvan uit metaal 80 0 0 6 31 -11- \ » * kan bestaan en de grondplaat kan omvatten. Indien de dameinstrippen zich zowel op de boven- als ondervlakken bevinden moet de riem 10 isolerend zijn of moet een andere uitvoering voor de doorgang van de documenten door de inrichting gebruikt worden, waarbij de strippen van aarde ge-5 isoleerd worden.
Het is bijvoorbeeld mogelijk cm de documenten op een luchtkussen door de inrichting te voeren, waarbij het gebruik van een riem 10 vervalt en er een3ege ruimte is, die een diëlektrische laag vormt tussen de te detecteren domeinstrippen en het grondvlak 15.
10 Het voordeel van impregnatie van de strippen in het substraat 6 is dat er dan geen behoefte bestaat aan een mechanisme ter verzekering dat de te controleren documenten met een bepaald oppervlak naar een bepaalde zijde gekeerd de inrichting doorlopen.
De laadelektrode 20 van de inrichting volgens de figuren 3 en U 15 bij het laadstation 7 is met een gelijkspanningsbron 25 verbonden, van welke bron de andere klem in het punt 9 geaard is. De gelijkspanning kan in de orde van 1000 V liggen, waardoor een veld tussen de elektrode 20 en het grondvlak 15 optreedt, waarvan de spanning tussen de twee di-elektrische lagen in overeenstemming met de geometrie van de elementen 20 verdeeld wordt. De beweging van de riem 10, die de te' detecteren domeinstrip 2A draagt, door het veld tussen de elektroden, dient om door middel van capacitieve inductie een lading op de te detecteren domeinstrip 2A te geven, waarbij de grootte van deze lading eveneens afhankelijk is van de geometrie van de elementen, hun afstanden ten opzichte van 25 elkaar en de diëlektrische constanten van de diëlektrische laag.
Door verdere verplaatsing brengt de riem 10 het te controleren document 1 met haar te detecteren domeinstrip 2A in een tweede station, dat het detectie- of metaalstation 11 genoemd wordt. In het station 11 bevindt zich een aftastelektrode 30, dat nu een tweede capacitief -12- element vormt tezamen met de ruimte 12, de te detecteren dcmeinstrip 2A, de riem 10 en het grondvlak 15· De op de strip 2A geïnduceerde lading wordt nu weer door capacitieve inductie in een bepaalde mate met de aftastelektrode 30 gekoppeld. Dit verschijnsel treedt op tengevolge van 5 de verplaatsing van de strip 2A ten opzichte van de elektrode 30.
De lading van de elektrode 30 wordt onmiddellijk via de weerstand 35 naar aarde afgevoerd en met een snelheid, welke afhangt van de capaciteit van het capacitieve element gevormd in het detectiestation 11 en de waarde van de weerstand 35· Daar de waarde van de capaciteit met de 10 verplaatsing van het document 1 verandert zal de snelheid waarmee de lading afgevoerd wordt ook veranderen.
De stroom door de weerstand 35 veroorzaakt op het knooppunt 13 een spanning, die direkt evenredig is met de stroom door de weerstand. Omdat dit een variabele stroom is (waarvan de gemiddelde golfvorm later 15 toegelicht zal worden) is het resultaat op het knooppunt 13 een variabele spanning, die naar de ingang van een versterker 1+0, die van een bekende soort kan zijn, gevoerd.
Het signaal aan de uitgang 11+ van de versterker 1^ is veel groter in amplitude dan het signaal in het punt 13, waarbij bedacht moet worden, 20 dat de lading die capacitief op de te detecteren domeinstrip 2A in het laadstation 7 geïnduceerd is zeer klein is, zodat de overblijvende lading, die beschikbaar is voor de capacitieve inductie met de elektrode 30 in een zeer kleine strocm naar aarde via de weerstand 35 resulteert.
25 Het signaal afkomstig van de versterker, dat op het punt 1U ver schijnt, wordt naar een component gevoerd, dat in fig. 3 als signaal-verwerker is aangegeven en dat een component is bestaande uit een keten of ketens, waarmee het karakter van het te controleren document vastge- 800 0 6 31 -13- * * « ι ' steld kan worden. Er zijn verschillende uitvoeringsvormen, die in staat zijn het signaal of de signalen in het punt J\k te verwerken.
Stel hij voor "beeld dat het signaal in het punt 1U afkomstig is van een enkele te detecteren domeinstrip zoals 2A op een document 5 zoals het te controleren document 1 en dat er geen andere strippen op het document aanwezig zijn, dan zal de duur van het verkregen signaal een maat zijn voor de afmeting van de strip 2A in haar verplaatsings-richting, De signaalverwerker 50 kan een keten hebben, welke de signaal-duur meet en een uitgangssignaal in het punt 52 afgeeft, dat naar een 10 als functionele middelen βθ aangeduid stelsel gevoerd kan worden, dat op geschikte wijze reageert. Indien de verwerker 50 een A/D omzetter is kan het het signaal in het punt 14 in een digitaal signaal omzetten, dat in numerieke vorm door middel van de functionele middelen 6o af-gebeeld kan worden. Indien het signaal gebruikt wordt om de echtheid 15 vast te stellen kan de signaalverwerker 50 een vergelijkingseenheid omvatten voor een vergelijking met een referentieduursignaal. Het uitgangssignaal in het punt 52 zal dan het resultaat zijn van de vergelijking. Een dergelijk resultaat kan een maat zijn voor de echtheid van het document indien de strip 2A een zekere vooraf bepaalde breedte had 20 resulterend in een signaal met een zekere duur. De vergelijking in de verwerker 50 verschaft dan gegevens1· en instructies door middel van het signaal in het punt 52, zodat de functionele middelen 60 zoals aaii-gegeven in het punt 62 een document kunnen laten passeren, uitstoten, een alarm laten horen, etc.. De functionele middelen 60 kunnen synchroon 25 met de beweging op het document werken ter sortering, verwerking·,: etc..
Indien het gewenst is om een merking, een uitsnijding of dergelijke op het document 1 uit te voeren kan dit met behulp van de functionele middelen 60 in het verlengde van de bewegingsrichting 3 uitgevoerd worden.
80 0 0 6 31 -1H-
De signaalverwerker 50 kan ketens omvatten, die reageren op een aantal tijdvolgordelijke signalen van verschillende duur en/of afstand van elkaar ter verkrijging van een uitgangssignaal in het punt 52, die een beslissing op een of meerdere kenmerken voorstelt. In een dergelijk 5 geval krijgt de signaalverwerker 50 voorafbepaalde referentiespanningen waarmee de inkomende signalen worden vergeleken. De inkomende signalen worden onthouden totdat de vergelijking wordt uitgevoerd waarna het beslissingssignaal of -signalen worden verkregen. Op deze wijze is een speciale combinatie van duur en/of afstandsignalen in het punt 13 vereist 10 ter verkrijging van een uitgangssignaal in punt 52 of, indien slechts de echtheid gedetecteerd wordt, ter voorkoming van een uitgangssignaal in het punt 52.
Voor de vakman zal de uitvoering der twee componenten 50 en 60 geen problemen geven. De lijn 52 kan uit een aantal kanalen bestaan en 15 de lijn 62 kan verschillende mechanische of elektrische functies voorstellen, die door de functionele middelen 60 uitgevoerd worden.
In fig. k kunnen de relatieve geometrische configuraties en dimensies van de elektroden 20 en 30 gemakkelijk gezien worden. Het optimale uitgangssignaal in punt 13 kan doorgaans bereikt worden indien de 20 afmeting van de elektrode in de verplaatsingsrichting' 3 dezelfde is als de afmeting over de te detecteren domeinstrip zoals 2A en dit geldt in het bijzonder voor de meetelektrode 30 (deze voorstelling is echter niet strikt, zoals aan de hand van fig. 5 gezien zal worden). Deze afmeting is in fig. H voor de elektroden 30, 20 en de strip 2A respektievelijk 25 met 17, 18 en 19 aangegeven. Het is verder gewenst de eerste afmeting 17 van de aftastelektrode 30 in verhouding met de eerste afmeting 19 van de strip 2A te maximaliseren ter vermindering van de gevoeligheid van de aftastelektrode 30 voor een responsie anders dan afkomstig van het 80 0 0 6 31 » » * -15- te detecteren domein, dat wil zeggen voor signalen die opgewekt kunnen worden door potloodstrepen, kreukels die door vervuiling en andere kleine onregelmatigheden in het document geleidend kunnen zijn geworden en die bij het passeren van de laadelektrode 20 een kleine lading of ladingen 5 verkregen kunnen hebben. Opgemerkt wordt, dat enige verbetering is te verwachten door gebruik van een aftastelektrode met eerste afmeting 17, welke groter is dan de eerste afmeting 19 van het te detecteren domein.
Zoals gezegd verplaatst de isolerende riem of transporteur 10 zich over een plaat of doorn 15» dat een in het punt 9 geaarde grond-10 plaat is. Indien het document 1 in lucht zonder een transporteur 10 wordt verplaatst, zal het deel van het capacitieve element gevormd in de respektievelijke stations 7 en 11 tussen het te controleren document en aarde bestaan uit de parasitaire capaciteit naar aarde, welke doorgaans aanwezig is in een praktische uitvoering.
15 Indien het te controleren document 1 het laadstation 7 passeert zal het document 1 door capacitieve inductie een bepaalde lading krijgen, welke door geleiding snel over het gehele document verspreid wordt ongeacht het feit dat het substraat 6 uit isolerend materiaal bestaat.
De geleidbaarheid is tamelijk laag maar begrensd. Indien een strip van 20 te detecteren domeinen zoals 2A, 2B of 2C van verschillende geleidbaarheid onder de laadelektrode 20 in het station 7 passeert wordt een verdere lading op de bepaalde strip geïnduceerd, welke wordt toegevoegd bij de lading die reeds op het substraat 6 van het te controleren document 1 aanwezig kan zijn.
25 Volgens de besproken theorie zal tengevolge van de verschillende geleidbaarheid van het te detecteren domein en het substraat 6 een op het te detecteren domein aangebrachte lading niet onmiddellijk door het substraat weglekken. Het wezen van de uitvinding bestaat daarom ten minste 80 0 0 6 31 -16- gedeeltelijk uit het snel tijdvolgordelijk aftasten van een geïnduceerde lading, die op het te detecteren dcmein overblijft voordat ladings-dissipatie kan optreden. Deze unieke eigenschap van de uitvinding verschaft een inrichting die betrouwbaar kan reageren op de te detecteren 5 domeinen gedragen door te controleren documenten, die versleten, gekreukeld en zelfs gescheurd kunnen zijn als ook die welke in een algemeen goede conditie zijn.
Fig. 5 toont een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding die gebruikt kan worden voor dezelfde doeleinden als van de tot dusver be-10 schreven uitvoeringsvorm.
Volgens fig. 5 kan het te controleren document 1 hetzelfde zijn als eerder beschreven, maar in dit geval is slechts een te detecteren domeinstrip 2A getoond. In de getoonde inrichting bevinden het laad-station 7 en het aftast- of detectiestation 11 zich in de bewegings-15 richting dichter bij elkaar en langs elkaar. De elektroden 21 en 31 zijn de laad- respektievelijk aftastelektroden en -uit de figuur blijkt, dat zij in langsrichting naast elkaar geplaatst zijn in plaats van dat zij in de verplaatsingsrichting achter elkaar geplaatst zijn. De elektroden zijn dus in hun zijdelingse of tweede richting veel kleiner dan 20 zij in de inrichting volgens de figuren 3 en U waren.' De eerste afmeting 22 van de laadelektrode 20 heeft ook nu ongeveer dezelfde grootte als de eerste afmeting 19 van het te detecteren domein 2A, maar dé eerste afmeting 23 van de aftastelektrode 31 is wezenlijk kleiner dan de eerste afïneting 22. De twee elektroden 21 en 31 liggen zijdelings in hoofdzaak 25 op een lijn, dat wil zeggen dwars op de door middel van de pijl 3 aangegeven verplaatsingsrichting, die krachtens hun verschillende eerste afmetingen de eerste rand 2k van de laadelektrode 21 over de te detecteren domeinstrip 2A laten passeren voordat de eerste rand 26 van de 800 0 6 31 -17- detectie- of aftastelektrode 31 dit doet. De voorste rand 27 van de strip 2A heeft in fig. 5 reeds beide stations 7 en 11 gepasseerd.
De werking van de inrichting met zijdelingste opstelling van de elektroden is elektrisch enigszins verschillend van die met een opstelling 5 der elektroden achter elkaar.
In het geval van de inrichting volgens fig. 5 heeft de laad-elektrode 21 een eerste afmeting 22, welke bij benadering dezelfde is als de eerste aftneting 19 van het te detecteren domein 2A. Dit geeft een voorwaarde voor de maximale capacitieve inductie van lading naar de 10 te detecteren domeinstrip 2A vanaf het capacitieve element, dat gevormd wordt indien de laadelektrode 21 een te detecteren domeinstrip 2A vertikaal op een lijn liggen. Deze lading zal echter bij verplaatsing toenemen omdat de eerste rand 2b de te detecteren domeinstrip 2A bereikt en zal passeren voordat de eerste rand 26 de strip 2A zal passeren.
15 Met andere woorden: de twee capacitieve elementen, die in de respektie-velijke stations 7 en 11 worden gevormd, worden in een overlappende tijdrelatie gevormd, waarbij de een voor de ander wordt gevormd maar gedeeltelijk wordt gevormd indien de ander aanvangt. Er is dus geen merkbare dissipatie van de lading, geleverd door het station 7 voordat die 20 lading door de aftastelektrode 31 gedetecteerd is, zodat zelfs hoewel de aftastelektrode 31 veel kleiner is dan de elektrode 30 in de figuren 3 en 4 de signalen welke het kan afgeven even groot of groter kunnen zijn.
Ter verduidelijking van de werking van de inrichting volgens 25 fig. 5 worden de volgende formules gegeven: 800 0 6 31 -18- (1) E = K - E : d °2 1 °1 t1 (2) E = K - E : d.
3 C2 t2 waarin: E * elektrisch veldpotentiaal van de laadelektrode 21 E = elektrisch veldpotentiaal geïnduceerd op de te detecteren C2
5 dcmeinstrip 2A
E = elektrisch veldpotentiaal geïnduceerd op de aftastelek-L3 • trode 31 d = ver ander ingssnelheid tussen de laadelektrode 21 en de t1
strip 2A
10 d. = veranderingssnelheid tussen de strip 2A en de aftast- t2 elektrode 31
K.j = inductiekoppelfactor tussen de laadelektrode 21 en de te detecteren domeinstrip 2A
= inductiekoppelfactor tussen de strip 2A en de aftast-15 elektrode 31.
De hierboven gegeven formules geven aan, dat er twee gescheiden inductiesystemen in de inrichting volgens de figuur 5 aanwezig zijn.
Verder blijkt uit de formule (2) dat de grootste actuele signaalspan- ning E wordt bereikt indien de potentiaal E van de’te detecteren ü3 C2 20 dcmeinstrip 2A maximaal is. Indien de elektroden 21 en 31 dezelfde eerste afmeting zouden hebben en met hun eerste randen 2k en 26 tegelijk de
voorste rand 27 van de dcmeinstrip 2A kruisen zou de op de domeinstrip 2A
geïnduceerde lading door de aftastelektrode 31 gedetecteerd worden en kunnen geschikte signalen in het knooppunt 13 verkregen worden om de 25 inrichting te kunnen laten werken. In dit geval zouden de stations 7 en 11 op een lijn liggen en de gehele procedure van overdracht van lading zou tegelijkertijd plaats vinden. De basisprincipes van de uitvinding 80 0 0 6 31 * -19- zullen nog steeds toegepast worden maar niet met de voordelen die inherent zijn aan de trapsgewijze opstelling van fig. 5·
Bij een dergelijke beschreven parallelle opstelling, waarbij de elektroden 21 en 31 eenzelfde grootte hebben en tegelijk de domein-5 strip 2A kruisen zal de totale responsiegevoeligheid niet de verhoogde ladingspotentiaal E van de detectiestrip 2A-geven, dat een criterium C2 bleek te zijn voor de maximale responsie. Verder zullen de door de beweging opgewekte spanningen, die eventueel naar de versterker Uo gevoerd moeten worden, tegengesteld beïnvloed worden door de onregelmatige rand 10 van de domeinstrip 2A. Dit kan veroorzaakt zijn· door slechte of minder goede toepassing van het materiaal van de te detecteren domeinstrip 2A. In het geval van de trapsgewijze opstelling van fig. 5 is gebleken, dat de tegengestelde effecten enigszins verminderd worden omdat de capaci-tieve inductie van lading in het station 11 niet eerder begint dan de 15 lading van strip 2A een bepaalde waarde heeft bereikt. Een extra verbetering kan worden verkregen door vergroting van de eerste afmeting 22 van de laadelektrode 21, zodat deze groter is dan de eerste afmeting 19 van de te detecteren domeinstrip 2A.
De in fig. 5 getoonde golfvormen representeren de op de aftast-20 elektrode 31 geïnduceerde spanning terwijl het te controleren document 1 het station 11 passeert. Opgemerkt wordt dat deze spanning beïnvloed ' wordt door een lading, dat tweemaal capacitief geïnduceerd wordt.
De lading wordt eerst capacitief op de te detecteren domeinstrip 2A geïnduceerd door het verplaatsen van het te controleren document 1 ten 25 opzichte van de elektrode 21 met de te detecteren domeinstrip 2A, daarbij de potentiaalveldlijnen snijdend die door middel van de spanningsbron 25 verbonden over het gevormde capacitieve element in het station 7 verkregen worden, De op de te detecteren domeinstrip 2A gevormde lading 8 0 0 0 6 31 -20- wordt dan op de elektrode 31 capacitief geïnduceerd door de verplaatsing van het te controleren document 1 ten opzichte van de elektrode 31, waarbij de gevormde lading op de domeinstrip 2A de potentiaalveldlijnen in het capacitieve element in het station 11 opwekt.
5 Omdat de voorste rand 27 van de te detecteren domeinstrip 2A de eerste rand 26 van de aftastelektrode 31 bij verplaatsing volgens fig. 5 van rechts naar links nadert, volgt de spanning in het knooppunt 13 de op de aftastelektrode 31 geïnduceerde spanning in de vorm van een piek, met een duur die afhangt van de snelheid van de verplaatsing van het te 10 controleren document 1 ten opzichte van de elektrode 31 en met een amplitude welke afhangt van de factoren genoemd in verband met de formules (1) en (2). Het resultaat is een golfvorm die, als aangegeven in AA, quasie-sinusvormig is, en haar piekwaarde 33 bereikt indien de elektrode 31 zich in hoofdzaak in het midden van de voorste rand 27 be-15 vindt. Dit is representatief voor de effectieve rand van het elektrische veld geproduceerd door de te detecteren domeinstrip 2A en is equivalent aan de voorste rand 27.
Het signaal neemt daarna tot nul af indien de tweede rand 32 van de elektrode 31 door de voorste rand 27 van de strip 2A wordt ge-20 passeerd. Daarna, indien de achterste rand 28 van de strip 2A de eerste rand 26 van de aftastelektrode 31 nadert en kruist keert de spanning om en wordt steeds meer negatief totdat het een piek 3^ bereikt in het punt waarbij de aftastelektrode 31 zich in het midden bevindt van de effectieve rand van het elektrische veld afgegeven door de strip 2A, en 25 zich in hoofdzaak bij de achterste rand 28 zal bevinden. De resulterende golfvorm is getoond met AB en zij neemt tot nul af indien de eerste rand 26 van de aftastelektrode 31 effectief vrijkomt van de achterste rand van het elektrische veld dat uitgaat van de strip 2A. Zoals boven uiteen- 80 0 0 6 31 -21-
X
gezet, zal dit in hoofdzaak samenvallen met de geometrische achterste rand 28 van de strip 2A,
Het tijdsverloop tussen de pieken 33 en 3^ is aangegeven met T
Q» en is ten behoeve van de duidelijkheid ten opzichte van de afmetingen van 5 het te controleren document 1 vergroot weergegeven. Door geschikte meting en vergelijking met de snelheid van de verplaatsing van het document 1 is het mogelijk om de juiste eerste afmeting 19 van de strip 2A te bepalen. Indien dus de tijd T 1,27 milliseconden bedraagt en de ver-
SL
plaatsingssnelheid 10 meter per seconde is, kan in de signaalverwerker 50 10 gemakkelijk berekend worden, dat de eerste afmeting 19 van de strip 2A
12,7 mm bedraagt. De berekening kan uitgevoerd worden door eerst de tijd te meten door middel van het gebruik van piek-piek detectors en tijdbepalingsketens. De gemeten afmeting kan worden vergeleken met een referentie-afmeting, waarin voorzien is voor de verwerking van de ge-15 gevens.
Fig. 6 toont schematisch en meer gedetailleerd het signaalspectrum dat doorgaans samengaat met de verplaatsing van een typisch te controleren document 1 door een inrichting volgens de uitvinding volgens de figuren 3 en U of volgens fig. 5.
20 Volgens fig. 6 heeft het te controleren documeht 1 een enkele te detecteren domeinstrip 2A op een substraat 6 met een voorste rand 27 en een achterste rand 28. Vóór de duidelijkheid zal gerefereerd worden naar de voorste rand 36 van het document 1 en een achterste rand 37. De tijd-basis van de golfvormen is net als in fig. 5 voor de duidelijkheid uit-25 gerekt.
Ook in dit geval moet bedacht worden dat het spectrum van de getoonde golfvormen de spanningen omvat die in het knooppunt 13 zullen optreden en die normaal naar de versterker ^0 gevoerd worden. In deze 8 Π G 0 6 31 -22- figuur zijn de signalen AA en AB en hun resp. pieken 33 en 3^ dezelfde als die in fig. 5· Zij konden evenzo verkregen zijn door de strip 2A in de inrichting volgens de figuren 3 en U maar de tijd T in het laatste 3» geval zou groter zijn dan in fig. 5· In fig· 6 is de equivalente tijds-5 duur aangegeven met T 1 om aan te geven dat het equivalent is hoewel niet precies hetzelfde als T die noodzakelijkerwijs van de in langsrichting trapsgewijs gepositioneerde elektroden 21 en 31 is afgeleid.
Beschreven is dat de tijdsduur T ' gerelateerd is aan de eerste O* afmeting 19 van de strip 2A. Voor het optreden van de signalen AA en AB 10 zal de voorste rand 36 van het document achtereenvolgens de stations 7 en 11 passeren bij de eerste waarvan er enige oplading van het substraat 6 zal plaatsvinden en bij de tweede er enige ontlading van het substraat 6 zal plaatsvinden tengevolge van de begrensde soortelijke weerstand van het substraatmateriaal, waarbij de oplading en ontlading 15 door capacitieve inductie optreden. De voorste rand 36 zal dan een klein aantal signalen BA en BB genereren, waarbij de piek 38 van de eerste van deze signalen BA een tijdsinterval voor de piek 33 optreedt. Op gelijke wijze zal de achterste rand 37 van het te controleren document 1 een aantal signalen CA en CB van omgekeerde polariteit genereren, waar-20 bij de piek 39 van de eerste daarvan, CA, op een tijdstip T volgens op het einde van de tijdsduur T ' zal ‘optreden.
De twee signaalverzamelingen bij de documentrand variëren in hun grootte ten opzichte van de hoofdsignalen AA en AB en worden door parasitieve lading op het· substraat 6 van het document 1 geïnduceerd.
25 Het is zelfs mogelijk dat de parasitaire signalen BA-BB en CA-CB van de documentrand in hoofdzaak van dezelfde orde of zelfs groter zijn dan de signalen AA en AB, die de kritische signalen zijn benodigd voor de zekerheidsgegevens over het te controleren document 1. Het effect kan 80 0 0 6 31 -23- dus tegengesteld zijn in de zin, dat de gewenste signalen gemaskeerd of verstoord worden en/of dat foute gegevens naar de signaalverwerker 50 worden gevoerd.
De inrichting volgens fig. 7, die aan de hand van het diagram 5 in fig. 8 toegelicht zal worden, verschaft middelen ter vermindering, zo niet eliminering, van het probleem dat aan-.de hand van fig. 6 is besproken.
In fig. 7 is ten behoeve van de duidelijkheid een deel van de in de voorgaande figuren getoonde opstelling weggelaten, maar moet wel als 10 aanwezig beschouwd worden. Het te controleren document 1 wordt, zoals aangegeven met de pijl 3, naar links naar de stations 7 en 11 bewogen waarbij station 11 slechts gedeeltelijk is getoond. Het document 1 wordt verondersteld te detecteren domeinstrippen te hebben, die in fig. 7 niet zijn getoond.
15 In de uitvoering volgens fig. 7 worden vreemde signalen, die door de voorste en achterste randen van te controleren documenten worden opgewekt, door de inrichting genegeerd door middel van geschikte blokkeer-of poortketens, die slechts door de te detecteren domeinstrippen zullen doorlaten.
20 Indien de voorste rand 36 van het te controleren document 1 een luchtbundel 72 bereikt, afgegeven door de door de voeding 79 gevoede lamp 73, onderbreekt het de luchtbundel J2 op het moment . Deze luchtbundel valt op een fotodetector 70 welke voor de onderbreking van de bundel 72 uitgangssignaal, gaf, met een constant signaal dat naar de 25 fotodetectorversterker 71 werd geleid, waarvan het uitgangssignaal als LAAG of NUL niveau, te weten de basislijn 5^ van het signaal DA, via de ingangslijn 53 naar de M-poort 51 wordt gevoerd. Indien de luchtbundel 72 wordt onderbroken krijgt het uitgangssignaal van de versterker 800 0 6 31 -2k- een hoger niveau, dat in DAA is aangegeven. Zolang de bundel 72 is onderbroken, hetgeen zal optreden gedurende de gehele lengte van het te controleren document 1, zal het uitgangssignaal op de lijn 53 het signaal DAA zijn, dat HOOG of EEN is. Zodra het document 1 de opnemer 11 heeft ge-5 passeerd en haar achterste rand 37 de bundel 72 op het moment passeert wordt het uitgangssignaal van de versterker 71 op de lijn 53 weer het signaal 5^ en is dan LAAG of NUL.
Het hierboven beschreven effect is getoond in de grafiek van het signaal DA in fig. 8. Het DA signaal is in het blokschema van fig. 7 aan-10 gegeven.
Een tweede lichtbundel 77 bevindt zich in de weg van het te controleren document 1 en wordt verkregen door middel van de lamp 78 die door de voedingsbron 79 gevoed wordt en waarbij de lichtbundel op de fotodetector 75 gefocusseerd wordt, welke detector met de fotodetector-15 versterker j6 is verbonden. Indien de bundel niet wordt onderbroken is het uitgangssignaal van de versterker 76 LAAG of NUL dat op de ingang 55 als de basislijn 56 getoond in de grafiek van signaal DB van fig. 8 verschijnt. Deze lijn 55 vormt een tweede ingang met de EN-poort 51.
Indien de voorste rand 36 van het te controleren document de lichtbundel 20 77 bereikt en dit op het moment onderbreekt, zal het uitgangssignaal van de versterker 76 op de ingang 55 plotseling naar een HOOG of EEN niveau veranderen en blijft dit tot het moment wanneer de achterste rand 37 passeert op welk moment het signaal op de ingang 55 weer omkeert naar het LAAG of NUL niveau, hetgeen in 56 getoond is.
25 De signalen die worden verkregen in het knooppunt 13 tengevolge van de doorgang van het document 1 ten opzichte van de aftastelektrode 30 en die via de versterker L-0 op de lijn 1U verschijnen, zijn in de grafiek van het signaal EA van fig. 8 getoond. Uit het in fig. J geidenti- 80 0 0 6 31 -25- ficeerde signaal blijkt dat deze signalen de signaalverwerker 50 passeren en op de uitgang 52 verschijnen als een derde ingang voor de EN-poort 51 als de signalen getoond in de grafiek van het signaal FA van fig. 8.
Het documentsignaal dat in het punt 1^ door de voorste rand 36 5 van het door het station 11 passerend document is afgegeven omvat het op het moment Tg startend signaal EAB; het door de te detecteren damein-strip af te geven signaal omvat het signaal EAA startend op het moment T^; en het signaal afgegeven door de achterste rand 37 van het document omvat het op het moment startend signaal EAC. De tijdrelaties zijn 10 alle op dezelfde tijdhasis. De signalen zijn ten opzichte van de voorgaande getoonde in polariteit omgekeerd maar dit is alleen bij wijze van voorbeeld en doordat de polariteit van de voedingsspanning zoals 25 een questie van keuze is. Of de eerste van de golfvormen positief of negatief is kan gemakkelijk worden gekozen bij het ontwerpen van golf-15 vormingsketens ter verkrijging van de gewenste resultaten van de inrichting.
Indien het effect op de EN poort 51 van de twee signalen DA en DBA wordt beschouwd blijkt het resultaat de grafiek van het signaal DC van fig. 8 te zijn. Beide ingangen 53 en 5^ moeten HOOG of EEN zijn ter 20 verkrijging van een effect en het blijkt dus dat de enige keer dat dit optreedt het geval is tussen de momenten en waardoor een vrij gaaf signaal verkregen wordt, dat bij DCA start en eindigt bij DCB. Opgemerkt wordt dat het moment het moment is waarbij de voorste rand 36 de bundel 77 onderbreekt en dus reeds is gepasseerd en geen effect 25 kan hebben op de signalen geproduceerd in het station 11 door de voorste rand 36. Het moment is het manent waarbij de achterste rand 37 de lichtbundel 72 niet meer bedekt en dit treedt in hoofdzaak op voordat de achterste rand van het aftaststation 11 bereikt, zodat 80 0 0 6 31 -26- de aehterste rand 37 dat het station passeert geen effect kan hebben op het door de aftastelektrode 30 opgewekte signaal.
De signaalverwerker 50 kan in dit geval zodanig worden uitgevoerd dat deze een blokgolf geeft op elk moment dat de ingang in het punt 1^ 5 negatief wordt. Indien dus de grafiek van het signaal EA wordt beschouwd is dit signaal alleen negatief gaand tussen de momenten en T^, T_ en T, en T0 en T_. Het resulterend uitgangssignaal omvat de drie blok-5 o o y golven FAB, FAA en FAC, die in de grafiek van het signaal FA zijn getoond. De middelste blokgolf FAA stelt het signaal voor afkomstig van 10 .. ...
de te detecteren dcmeinstrip, terwijl de andere twee afgeleid zijn van de parasitaire signalen van de voorste en achterste randen.
Worden nu de grafieken van de signalen DC en FA beschouwd, en worden zij gecombineerd als zou worden gedaan door de EN poort 51j dan blijkt dat het uitgangssignaal van het element 51 de enkele blokgolf FBA 15 heeft als getoond in de grafiek van het signaal FB en dit naar de ingang van de functionele middelen 60 wordt gevoerd als een piuur signaal dat alleen datgene is, dat geproduceerd is als resultaat van de doorgang van de te detecteren domeinstrip door het aftaststation 11.
De functionele middelen 60 zijn dan vrij om allerlei functies 20 uit te voeren via het kanaal of de kanalen 62 zonder interferentie door de parasitaire signalen.
Het is mogelijk om'het te controleren document de vorm van'een strip of strook te geven waarop diverse bewerkingen worden uitgevoerd.
De elektrodesystemen zijn niet beperkt tot de enkele elektrode-25 uitvoering. De elektrode 30, bijvoorbeeld, die de aftasting of detectie verzorgt, kan uit verschillende elektroden bestaan die zodanig zijn opgesteld ter verkrijging van het beste signaal voor variaties in de soort van signalen die naar de signaalverwerker 50 worden gevoerd.
80 0 0 6 31 \ .
-27-
De luchtruimte 12 moet experimenteel worden vastgesteld voor een bepaalde inrichting; gebleken is, dat deze in de orde van 5 millimeter kan liggen.
De verplaatsingssnelheid van het te controleren document door de 5 inrichting beïnvloedt het absolute signaalniveau maar beïnvloedt niet significant de signaalruisverhouding. Hoewel dus de bij voorkeur gebruikte snelheid zoals gesteld tussen de tien en vijftien meter per seconde bedraagt, geven snelheden lager dan 5-20 of meer meter per seconde een goede werking.
10 De ketens van de figuren 7 en 8 kunnen sterk gewijzigd worden.
De essentie ervan is, dat met geschikte ketens en golfvorming het mogelijk is de parasitaire signalen interferentie bij signaalzuivering te elimineren. Dat wil zeggen het bepalen van alleen de signalen die bijdragen aan de doorgang van de te detecteren domeinstrippen door de 15 inrichting. Vele andere soorten ketens kunnen gebruikt worden met ge-lijkwaardïg effect. Het basisidee is: het voorzien van middelen voor het bereiken van het best mogelijke signaal voor gebruik bij de signaalverwerking .
De inrichting volgens de uitvinding kan signaalverwerkende mid-20 delen bevatten die alleen reageren op de grootte van de te detecteren domeinelementen, hun onderlinge afstanden, maar eveneens hun plaats ten opzichte van de geometrie van het document zelf. Het kan dus vereist zijn, gevormd door een deel van de inrichting, dat de locatie van een rand van het document door een referentiesignaal wordt blootgesteld.
25 Hoewel eerder gezegd, wordt herhaald dat de op het substraat 6 aangebrachte te detecteren domeinelementen geen strippen of banden behoeven te zijn maar ook cirkels, zeskanten, ringen en dergelijke kunnen zijn. De elektroden van de inrichting kunnen dan overeenkomstig λ Λ Λ- Λ £ 7 1 -28- gewijzigd worden en bovendien kunnen de ketens aanpassing hiervoor vereisen. De elementen behoeven niet samenhangend te zijn maar kunnen samenstellingen zijn, stippen, vierkanten of vlekken van een relatief geleidend materiaal. Dit behoeft zich niet aan de oppervlakken te bevinden 5 maar kan in het substraat gelamineerd of geïmpregneerd zijn. Hoewel zichtbare te detecteren domeinelementen door de uitvinding omvat worden zijn de elementen bij voorkeur niet waarneembaar door het menselijk oog en eveneens niet waarneembaar voor door middel van straling detecterende middelen.
10 In bovenstaande is verwezen naar het uitvoeren van een functie die betrekking heeft op het karakter van het document. Deze functie behoeft niet een positieve functie te zijn maar kan evenzo een negatieve functie zijn. Stel bijvoorbeeld dat de inrichting bedoeld is om echte documenten te laten passeren en valse documenten uit te stoten: in een 15 dergelijk geval kan de inrichting zodanig worden uitgevoerd, dat er geen verstoring optreedt van de stroom documenten zolang ze signalen aangeven dat zij echt zijn, maar, zodra er een vals exemplaar verschijnt, de functionele middelen een mechanisme in werking zetten om het document van de riem 10 af te drukken. In een dergelijk geval is de functie die 20 wordt uitgevoerd terwijl door de inrichting gevoerde 'documenten echt zijn een passieve functie.
800 0 6 31

Claims (18)

1. Inrichting voor de detectie van ten minste een te detecteren domeinelement aangebracht op een substraatdeel met een bepaalde geleidbaarheid dat een te controleren document vormt, waarbij het element uit een materiaal bestaat, dat indien als zodanig' aangebracht, een geleid-5 baarheid heeft die wezenlijk verschilt van die van het substraatdeel en het element een geometrie heeft met een bepaalde kwantitatieve relatie tot het karakter van het te controleren document, gekenmerkt door een laadstation (j) met een laadelektrode (20) een grondplaat (15) en een gelijkspanningsvoeding (25) ter verkrijging van een elektrisch veld 10 tussen het grondvlak en de laadelektrode, een aftaststation (11) met een aftastelektrode (30) voor ladingsdetectie, en met daarmee gekoppelde ketens voor het laten weglekken van gedetecteerde lading naar het grondvlak en het afgeven van een uitgangssignaal, dat evenredig is met de gedetecteerde lading, een transporteenheid (10) voor de verplaatsing 15 van het te controleren document met hoge snelheid door de inrichting waarbij het te detecteren domeinelement door de laad- en aftaststations van de inrichting wordt gevoerd, waarbij het document gescheiden blijft van de laad- en aft ast elektroden, op een wijze, waarbij een eerste capa-citief element in het laadstation eh een tweede capacitief element in 20 het aftaststation verkregen wordt, het eerste capacitieve element ten minste de laadelektrode (20), een eerste luchtruimte (8) tussen de laadelektrode en het te detecteren domeinelement, het te detecteren domein-element en het grondvlak omvat, waarbij het te detecteren domeinelement van het grondvlak wordt gescheiden indien het zich in het laadstation 25 bevindt, het tweede capacitieve element ten minste de aftastelektrode (30), een tweede luchtruimte (12) tussen de aftastelektrode en het te 800 06 31 -30- detecteren domeinelement, het te detecteren domeinelement en het grondvlak omvat, waarbij het te detecteren domeinelement van het grondvlak wordt gescheiden indien het zich in het aftaststation bevindt en waarbij de verplaatsing in het laadstation capacitief een lading op het te 5 detecteren domeinelement induceert en in het aftaststation capacitief een lading op de aftastelektrode wordt geïnduceerd, de duur van de lading in elk geval gerelateerd is aan de geometrie van het domeinelement, en een functionele besturing (6o) met de ketens is verbonden en reageert op het uitgangssignaal daarvan ter uitvoering van een functie die gerela-10 teerd is aan het karakter van het document.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de stations langs de verplaatsingsweg van het te controleren document door de inrichting achter elkaar geplaatst zijn.
3. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de stations 15 langs de verplaatsingsweg van het te controleren document door de inrichting naast elkaar zijn opgesteld. U. Inrichting volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat ten minste de aftastelektrode dezelfde afmeting heeft in de verplaatsingsrichting van het te controleren document als de dwarsafmeting van het te detec- 20 . . teren dcmemelement m dezelfde richting.
5. Inrichting volgens conclusie-· 3, met het kenmerk, dat de randen van de elektrode die bereikt worden door de voorste rand van het te detecteren domeinelement indien het de stations passeert getrapt zijn, zodanig dat de laadrand van de laadelektrode het eerst bereikt wordt.
6. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de elek troden in langsrichting op een lijn staan en de afmeting van de aftastelektrode kleiner is dan die van de laadelektrode.
7. Inrichting volgens conclusies 1-6, met het kenmerk, dat het te 80 0 0 6 31 -31- detecteren domeinelement onzichtbaar is.
8. Inrichting volgens conclusies 1-7» met het kenmerk, dat het te detecteren domeinelement door het substraatdeel geïmpregneerd is.
9. Inrichting volgens conclusies 1-8, met het kenmerk, dat de 5 transportmiddelen een geïsoleerd transportdeel hebben waarvan de dikte door de afstand van het te detecteren dcmeinelement van het grondvlak omvat wordt.
10. Inrichting volgens conclusies 1-9» met het kenmerk, dat het te detecteren domeinelement uit een metaalcompositie bestaat en het substraat- 10 deel uit een organisch vezelmateriaal bestaat.
11. Inrichting volgens conclusies 1-9, met het kenmerk, dat het te detecteren domeinelement uit een koolstofbevattende compositie bestaat.
12. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de elektroden dezelfde geometrische configuratie en afmetingen hebben.
13. Inrichting volgens conclusies 1-12, met het kenmerk, dat het te controleren document een lange strook omvat. 1U. Inrichting volgens conclusies 1-12, met het kenmerk, dat het te controleren document een enkel deel omvat, waarvan de lengte enigszins groter is dan haar breedte en een voorrand (36) heeft die de inrichting 20 het eerst binnenkomt, en een achterrand (37) heeft di'e de inrichting het laatst verlaat.
15. Inrichting volgens'conclusies 1-12, met het kenmerk, dat het te controleren document een enkel deel omvat, waarvan de lengte enigszins groter is dan de breedte en een voorrand (36) heeft die de inrichting het 25 eerst binnenkomt en een achterrand (37) heeft welke de inrichting het laatst verlaat, en het aftaststation buiten werking wordt gesteld indien de voor- en de achterranden van het te controleren document zich binnen hetstation bevinden terwijl zij het doorlopen. 800 0 6 31 .3 * -32-
16. Inrichting volgens conclusie 1^, net het kenmerk, dat het aftast-statiion tuiten werking wordt gesteld indien de voor- en achterranden van het te controleren document zich tinnen het station bevinden terwijl het doorlopen wordt voor het opwekken van signalen afkomstig van de voor- en 5 achterranden van het te controleren document, ketens aanwezig zijn voor de combinatie van de laatstgenoemde signalen tot een vrijgavesignaal, slechts effectief in een gebied tussen de voor- en achterranden van het document, waarbij het te detecteren domeinelement zich binnen het laatste gebied bevindt en het vrijgavesignaal naar de ketens voor de ladings-10 afvoer worden gevoerd, zodat het uitgangssignaal geen signalen cmvat bij de doorgang van een of beide van de voorste of achterste randen door het aftaststation.
17. Inrichting volgens conclusie 1^, met het kenmerk, dat het aftast-station buiten werking wordt gesteld indien de voor- en achterranden 15 van het te controleren document zich binnen het station bevinden terwijl zij het passeren voor het opwekken van signalen afkomstig van de voor- en achterranden van het te controleren document, dat ketens aanwezig zijn voor de combinatie van de laatstgenoemde signalen tot een vrijgavesignaal, dat slechts effectief is in een gebied tussen de voor-20 en achterranden van het document, waarbij het te detecteren domeinelement zich binnen het laatstgenoemde gebiëd bevindt en het vrijgavesignaal naar de ketens voor de ladingsafvoer wordt gevoerd, zodat het uitgangssignaal geen signalen omvat bij de doorgang van een of beide van de voor- en achterranden door het aftaststation en de signaalgenerator-25 middelen een paar lichtbundels hebben die respektievelijk geplaatst zijn voor en achter het aftaststation langs de verplaatsingsweg van het te controleren document en fotogevoelige middelen die de bundels ontvangen, waarbij de bundels onderbroken kunnen worden bij de doorgang 80 0 0 6 31 V -33- η *. van het te controleren document ter opwekking van de laatstgenoemde signalen.
18. Inrichting volgens conclusies 1-173 met het kenmerk, dat een tijd-schakeling is opgenomen voor de meting van de tijdsduur van het signaal 5 dat is verkregen bij de doorgang van-het te detecteren domeinelement door de station en het relateren daarvan aan de snelheid van het document, waarbij de afmeting van het element in de verplaatsingsrichting wordt bepaald.
19. Inrichting volgens conclusies 1-18, met het kenmerk, dat het te 10 detect er en', '.domeinelement ten minste een strip dwars op het document in de verplaatsingsrichting daarvan omvat,
20. Inrichting volgens conclusies 1-19* met het kenmerk, dat de geleidbaarheid van het element groter is dan die van het substraatdeel. 800 0 6 31
NL8000631A 1979-01-31 1980-01-31 Werkwijze en inrichting voor het detecteren van bewegende en elektrisch afhankelijke domeinen. NL8000631A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US805879 1979-01-31
US06/008,058 US4255652A (en) 1979-01-31 1979-01-31 High speed electrically responsive indicia detecting apparatus and method

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8000631A true NL8000631A (nl) 1980-08-04

Family

ID=21729607

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8000631A NL8000631A (nl) 1979-01-31 1980-01-31 Werkwijze en inrichting voor het detecteren van bewegende en elektrisch afhankelijke domeinen.

Country Status (9)

Country Link
US (1) US4255652A (nl)
JP (1) JPS55103682A (nl)
BE (1) BE881457A (nl)
CA (1) CA1137587A (nl)
CH (1) CH640070A5 (nl)
DE (1) DE3003504A1 (nl)
FR (1) FR2448195A1 (nl)
GB (1) GB2041603B (nl)
NL (1) NL8000631A (nl)

Families Citing this family (47)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4313087A (en) * 1980-02-07 1982-01-26 Weitzen Edward H Apparatus for detecting electrically conductive coatings on documents
ATE18953T1 (de) * 1981-06-22 1986-04-15 Toshiba Kk Verfahren zur identifizierung von banknoten.
FR2528970B1 (fr) * 1982-06-22 1985-09-27 Flonic Sa Dispositif de verification d'epaisseur de matieres dielectriques en feuille
EP0105969A1 (en) * 1982-10-20 1984-04-25 Coulter Systems Corporation Encoded security document
DE3506445A1 (de) * 1985-02-23 1986-08-28 Frank Oeser Produktion, 1000 Berlin Schaltungsanordnung zur auswertung eines codierten etikettes
NL8502567A (nl) * 1985-09-19 1987-04-16 Bekaert Sa Nv Werkwijze en inrichting voor het op echtheid controleren van voorwerpen en voorwerp geschikt voor het toepassen van deze werkwijze.
US5842693A (en) * 1986-09-05 1998-12-01 Opex Corporation Automated mail extraction and remittance processing
US5240116A (en) * 1986-09-05 1993-08-31 Opex Corporation Method and apparatus for determining the orientation of a document
US5460273A (en) * 1986-09-05 1995-10-24 Opex Corporation Apparatus for the automated processing of bulk mail having varied characteristics
US5310062A (en) * 1986-09-05 1994-05-10 Opex Corporation Apparatus for automated mail extraction and remittance processing
NO165697C (no) * 1988-03-10 1991-03-20 Inter Marketing Oy Ab Sensor for ekthetskontroll av sikkerhetspapir.
GB8918699D0 (en) * 1989-08-16 1989-09-27 De La Rue Syst Thread detector assembly
DE3933542A1 (de) * 1989-10-07 1991-04-18 Kg Catts Ges Fuer Erkennungs & Kodeanordnung und vorrichtungen zum lesen sowie zum kodieren derselben
US5279403A (en) * 1992-07-23 1994-01-18 Crane & Company, Inc. Microwave security thread detector
US5417316A (en) * 1993-03-18 1995-05-23 Authentication Technologies, Inc. Capacitive verification device for a security thread embedded within currency paper
US5419424A (en) * 1994-04-28 1995-05-30 Authentication Technologies, Inc. Currency paper security thread verification device
DE4429689C2 (de) * 1994-08-22 2003-06-26 Whd Elektron Prueftech Gmbh Prüfanordnung und Verfahren zur Prüfung von Dokumenten in Bearbeitungsmaschinen
JP2654611B2 (ja) * 1994-12-26 1997-09-17 日本電気株式会社 現金自動取引機
DK0818030T3 (da) * 1995-03-30 1999-06-07 Whd Elektron Prueftech Gmbh Fremgangsmåde og apparatur til kontrol af sikkerhedsdokumenter
US5535871A (en) * 1995-08-29 1996-07-16 Authentication Technologies, Inc. Detector for a security thread having at least two security detection features
US6859534B1 (en) * 1995-11-29 2005-02-22 Alfred Alasia Digital anti-counterfeiting software method and apparatus
DE19548532A1 (de) * 1995-12-22 1997-06-26 Giesecke & Devrient Gmbh Verfahren zur Detektion eines elektrisch leitfähigen Elements in einem Dokument
US5810146A (en) * 1996-10-31 1998-09-22 Authentication Technologies, Inc. Wide edge lead currency thread detection system
US5923413A (en) * 1996-11-15 1999-07-13 Interbold Universal bank note denominator and validator
US7513417B2 (en) * 1996-11-15 2009-04-07 Diebold, Incorporated Automated banking machine
US7559460B2 (en) * 1996-11-15 2009-07-14 Diebold Incorporated Automated banking machine
US7584883B2 (en) * 1996-11-15 2009-09-08 Diebold, Incorporated Check cashing automated banking machine
US6573983B1 (en) * 1996-11-15 2003-06-03 Diebold, Incorporated Apparatus and method for processing bank notes and other documents in an automated banking machine
US7129709B2 (en) * 1997-04-25 2006-10-31 Whd Electronische Prueftechnik Method of testing documents provided with optico-diffractively effective markings
DE19812812A1 (de) * 1997-04-25 1999-09-23 Whd Elektron Prueftech Gmbh Aufbau von Sicherheitselementen für Dokumente und Vorrichtungen zur Prüfung von Dokumenten mit derartigen Sicherheitselementen sowie Verfahren zur Anwendung
DE19718916A1 (de) * 1997-04-25 1998-10-29 Whd Elektron Prueftech Gmbh Anwendung und Verfahren zur Prüfung von Kokumenten mit beugungsoptisch wirksamen Sicherheitsschichten
DE19812811A1 (de) * 1997-08-12 1999-09-23 Whd Elektron Prueftech Gmbh Aufbau von Sicherheitselementen für Dokumente und Vorrichtungen zur Prüfung von Dokumenten mit derartigen Sicherheitselementen sowie Verfahren zur Anwendung dieser Sicherheitselemente und Vorrichtungen
DE19734855B4 (de) * 1997-08-12 2005-09-08 WHD elektronische Prüftechnik GmbH Vorrichtung zur Prüfung beugungsoptisch wirksamer Sicherheitselemente
US6311892B1 (en) 1997-08-12 2001-11-06 Bell & Howell Postal Systems, Inc. Automatic system for verifying articles containing indicia thereon
US20070029394A1 (en) * 2005-08-01 2007-02-08 Wicker David M Covert document system
US8444181B2 (en) * 2002-10-10 2013-05-21 Document Security Systems, Inc. Single-color screen patterns for copy protection
AU2003279931A1 (en) * 2002-10-10 2004-05-04 Document Security Systems, Inc. Document containing security images
WO2004068421A2 (en) * 2002-10-10 2004-08-12 Document Security Systems, Inc. Document containing security images
US20070086070A1 (en) * 2004-06-14 2007-04-19 Document Security Systems Full Color Scanning Protection of a Document
US20060131411A1 (en) * 2004-12-20 2006-06-22 Heikki Huomo Sensor head of a code reader
WO2006136469A1 (en) * 2005-06-23 2006-12-28 Nv Bekaert Sa Authentication by means of geometric security features
WO2007127944A2 (en) * 2006-04-27 2007-11-08 Document Security Systems, Inc. Double-blind security features
US20120125993A1 (en) * 2008-10-15 2012-05-24 Printechnologics Gmbh Planar data carrier
DE102009046650A1 (de) 2008-11-12 2010-06-10 Manroland Ag Codeanordnung auf einer Informationsspeicherkarte
CN104802514B (zh) 2015-05-13 2017-12-22 广州广电运通金融电子股份有限公司 一种表面粘贴异物的薄片类介质检测装置
CN110709176B (zh) * 2017-05-29 2022-04-15 Ao概念有限公司 筛分装置和操作方法
EP3970125A1 (de) * 2019-05-13 2022-03-23 Prismade Labs GmbH Vorrichtung und verfahren zur kontrolle von elektrisch leitfähigen sicherheitsmerkmalen und kontrollvorrichtung für elektrisch leitfähige sicherheitsmerkmale

Family Cites Families (17)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2698928A (en) * 1951-01-24 1955-01-04 Charles F Pulvari Ferro-electric carrier, particularly tape recording and reproducing system
US3092402A (en) * 1957-11-05 1963-06-04 American Scient Corp Media of exchange
US3132242A (en) * 1960-12-23 1964-05-05 Ibm Record sensing apparatus
US3509535A (en) * 1966-06-09 1970-04-28 Arcs Ind Inc Ferromagnetic recognizer of documents
US3562497A (en) * 1966-08-18 1971-02-09 Francisco Lopes Gastal Postal address device
US3530281A (en) * 1966-09-13 1970-09-22 Wilfred Smeiman Data storage and readout devices
US3485358A (en) * 1967-04-26 1969-12-23 Rowe International Inc Dollar bill collector
CH221770A (fr) * 1970-02-17 1942-06-15 Magneti Marelli Spa Installation de freins pour véhicules remorqués.
IT956011B (it) * 1972-05-31 1973-10-10 S F A Soc Di Fisica Applicata Selezionatrice automatica di banco note usate con dispositivi di indi viduazione falsi e con caselle di raccolta per le banconote selezio nate a seconda se false da inviare alla distruzione o da rimettere in circolazione
FR2188879A5 (nl) * 1972-06-12 1974-01-18 De La Rue Giori Sa
US3831008A (en) * 1973-02-14 1974-08-20 Addressograph Multigraph Electrical information recognition and retrieval
IT1023835B (it) * 1973-05-11 1978-05-30 Dasy Int Sa Materiale per documenti
GB1531312A (en) * 1975-05-13 1978-11-08 Glory Kogyo Kk Note discriminating apparatus
AT336320B (de) * 1975-06-10 1977-04-25 Gao Ges Automation Org Aufzeichnungstrager, wie ausweiskarte, scheckkarte u.dgl., mit maschinell prufbaren sicherheitsmerkmalen bzw. informationen und verfahren zum maschinellen prufen bzw. lesen der sicherheitsmerkmale bzw. informationen
US4029945A (en) * 1975-08-27 1977-06-14 Stanley Electric Co., Ltd. Card and card reader apparatus therefor
AU3020977A (en) * 1976-11-05 1978-09-21 Australia Res Lab Information recording and recognition
DE2812388C2 (de) * 1978-03-21 1982-06-24 Jürgen Ing.(grad.) 8019 Ebersberg Machate Einrichtung zum kapazitiven Abtasten von kartenförmigen Datenträgern

Also Published As

Publication number Publication date
CA1137587A (en) 1982-12-14
GB2041603A (en) 1980-09-10
US4255652A (en) 1981-03-10
JPS55103682A (en) 1980-08-08
GB2041603B (en) 1982-08-11
CH640070A5 (fr) 1983-12-15
FR2448195A1 (fr) 1980-08-29
BE881457A (nl) 1980-07-31
DE3003504A1 (de) 1980-08-14

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8000631A (nl) Werkwijze en inrichting voor het detecteren van bewegende en elektrisch afhankelijke domeinen.
US4355300A (en) Indicia recognition apparatus
JP2660912B2 (ja) 紙幣のセキュリティースレッド確認装置
US5545885A (en) Method and apparatus for detecting and identifying coded magnetic patterns on genuine articles such as bank notes
JP2660445B2 (ja) 証券用紙の真正を確認するセンサ
EP0057972A2 (en) A device for detecting a metal strip embedded in paper
JP2732321B2 (ja) 紙幣の紙に埋め込まれたセキュリティースレッドの容量性確認装置
FI72632B (fi) Elektrostatisk skaermad ledarenhet.
JPH01298489A (ja) 硬貨識別装置
US3470359A (en) Anti-counterfeit document
EP0295229B1 (en) A document detecting arrangement
US3362532A (en) Apparatus for recognizing printed currency
ES2239222T3 (es) Dispositivo para aceptar billetes.
GB1163137A (en) Testing the Authenticity of Banknotes.
CN107430795A (zh) 纸张厚度检测传感器及纸币鉴别单元
JP3657342B2 (ja) 静電容量センサ及び紙幣識別装置
JP3347900B2 (ja) 紙葉類のメタルスレッド検出装置
JPH11509343A (ja) 機密文書を照合する方法及びその装置
ES2241148T3 (es) Aplicacion y procedimiento para la comprobacion de documentos con capas de seguridad activas por difraccion optica.
EP1025550B1 (en) Bill validator for bank note having conductive strip
PL187652B1 (pl) Element zabezpieczający czynny dyfrakcyjno-optycznie
US5521831A (en) Method and system for the detection of counterfeit credit or debit cards and other counterfeit objects
JPH0433900A (ja) カード及びカード処理装置
US6019208A (en) Bill validator for bank note having conductive strip
JP4211974B2 (ja) コインセンサ

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed