NL8000048A - Wegruimbare wondaftapinrichting. - Google Patents

Wegruimbare wondaftapinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL8000048A
NL8000048A NL8000048A NL8000048A NL8000048A NL 8000048 A NL8000048 A NL 8000048A NL 8000048 A NL8000048 A NL 8000048A NL 8000048 A NL8000048 A NL 8000048A NL 8000048 A NL8000048 A NL 8000048A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
chamber
housing
bellows
suction
wound
Prior art date
Application number
NL8000048A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Howmedica
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Howmedica filed Critical Howmedica
Publication of NL8000048A publication Critical patent/NL8000048A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61MDEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
    • A61M1/00Suction or pumping devices for medical purposes; Devices for carrying-off, for treatment of, or for carrying-over, body-liquids; Drainage systems
    • A61M1/64Containers with integrated suction means
    • A61M1/68Containers incorporating a flexible member creating suction
    • A61M1/684Containers incorporating a flexible member creating suction bellows-type

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Heart & Thoracic Surgery (AREA)
  • Vascular Medicine (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Anesthesiology (AREA)
  • Biomedical Technology (AREA)
  • Hematology (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • External Artificial Organs (AREA)
  • Physical Water Treatments (AREA)

Description

Reg. Nr. 113.759/KV/CN
Wegruimbare wondaftapinrichting.
De uitvinding heeft betrekking op zuiginrichtingen en meer in het bijzonder op een verbeterde inrichting voor de automatische verwijdering van vloeistoffen uit een wond.
Het gebruik van zuiginrichtingen cm lichaamsvloeistoffen 5 uit een wond te verwijderen is op dit gebied bekend. Dergelijke inrichtingen worden aangewend om de lichaamsvloeistoffen, die zich normaal ter plaatse van een wond verzamelen na een operatie, te verminderen of te verwijderen.
Lichaamsvloeistoffen, die zich ter plaatse van een wond 10 verzamelen, kunnen indien deze vooral in een gesloten wond laat zitten, complicaties in het helingsproces veroorzaken en zodoende de kans op een bevredigend herstel verminderen. Daarenboven zal een droog wondgebied de helingsfase niet alleen versnellen maar zal hierdoor de littekenvorming ook bevorderd worden.
15 Typerende bekende zuiginrichtingen zijn geopenbaard in de Amerikaanse octrooischriften 3.809.086, 3.845.765, 3.889.677, 4.058.123, 4.085.751 en 4.112.947.
Het Amerikaanse octrooischrift 3.809.086 is gericht op een wondafzuiginrichting die voorzien is van een vat net daarin 20 een elastisch plaatmenibraan dat af gedicht is tegen de wanden van het vat. Bij beweging van het membraan door een plaat met een bedieningsorgaan vermindert het volume van het vat, hetgeen resulteert in de opwekking van een zuigkracht bij vrijlating van het bedieningsorgaan. Er is een voorziening getroffen om het bedienings-25 orgaan in een zodanige positie vast te zetten dat het elastische membraan verplaatst blijft.
De in het Amerikaanse octrooischrift 3.845.765 geopenbaarde inrichting is voorzien van een stijf buitenste vat, waarin een 300 0 0 48 2 flexibele zak opgenanen is. Het inwendige van de flexibele zak staat in verbinding met het inwendige van het buitenste vat, waardoor het inwendige van de flexibele zak afgezogen kan worden zonder samenklapping daarvan als gevolg van de vereffening van de 5 druk binnen en buiten de zak.
De op zichzelf staande vloeistofafzuiginrichting volgens het Amerikaanse octrooischrift 3.889.677 is voorzien van een in hoofdzaak stijve houder met een opblaasbaar onderdeel daarin. Een op de houder gemonteerd orgaan is aangebracht voor het opblazen van 10 het opblaasbare onderdeel. Een kleporgaan, dat afgaat op drukverschillen tussen het opblaasorgaan en het opblaasbare onderdeel, veroorlooft een hogere vloeistofstrcmingssnelheid in het opblaasbare onderdeel dan naar buiten.
De Amerikaanse octrooischriften 4.058.123 en 4.112.947 15 openbaren een gecombineerde irrigatie- en af zuiginrichting cm een wond een bad te geven met een irrigeeroplossing en voor de verwijdering van vloeistof daaruit. De inrichting omvat een stijf huis, da-'- een kamer vormt, een aangedrukt orgaan, dat de kamer in twee se .ties verdeelt, een afdichtorgaan cm vloeistofstroming tussen 20 de secties te voorkomen, en toegangsorganen tot elke sectie. Door indrukking van het verdeelorgaan tegen de aandrukking daarvan ontstaat een toegenamen volume in de irrigeersectie. Door vrijlating van de oplossing uit de irrigiersectie kan het verdeelorgaan onder de aandrukking naar zijn oorspronkelijke positie terugkeren.
25 Gedurende de werking ponpthet aandrukorgaan vloeistof uit de irrigeersectie naar de wond onder het zodoende uitzetten van de afzuigsectie cm een negatieve druk op te wekken en vloeistofstroming daarin te veroorzaken. Een selectief snelheidsregelingsstrcmingsorgaan zorgt voor gelijktijdige uitdrijving van oplossing uit de irrigeer-30 sectie en de toelating van vloeistof uit de wond in de afzuigsectie. Bij voorkeur bestaat het verdeelorgaan uit een elastisch membraan.
Het Amerikaanse octrooischrift 4.085.751 openbaart een aftapinrichting, die voorzien is van een vloeistof aftapverzamelkamer met een vloeistofafdichtkamer die zich daarin boven de verzamelkamer 35 bevindt. Een opening in de bovenwand van de vloeistofafdichtkamer 800 0 0 48
A
3 zorgt voor de vloeistofverbinding tussen de beide kamers. Vloeistof uit de wond loopt in de vloeistof afdichtkamer, die een beginhoeveel-heid vloeistof heeft, en vloeit uiteindelijk uit die kamer over in de aftapverzamelkamer.
5 Ofschoon elk van de in het voorgaande genoemde geoctrooieerde inrichtingen in verschillende mate bruikbaar is, lijden deze alle in zekere mate aan bezwaren. De lichaamsvloeistoffen, die in de typerende zuiginrichtingen verzameld worden, bevatten sans een groot aantal virussen en andere ziekteverwekkende micro-organismen.
10 Personen, die dergelijke aftapinrichtingen gedurende de verzameling en wegruiming van lichaamsvloeistoffen behandelen, zijn zodoende blootgesteld aan een groot infectiegevaar gedurende het gebruik.
Deze blootstelling van de gebruiker aan infectie treedt op in de Amerikaanse octrooischriften 3.809.086 en 3.889.677 die de ver-15 wijdering van de lichaamsvloeistoffen na de verzameling openbaren.
Daarbij laten zuigaftapinrichtingen, waarbij het zuigorgaan met de omgeving en ook met de verzamelkamer in verbinding kan staan, de mogelijke verontreiniging van de wond door toetreding van bacteria en dergelijke langs de afzuigstrcming toe. De Amerikaanse octrooi-20 schriften 3.845.765 en 4.085.751 openbaren beide inrichtingen, waarbij ccmnunicatie tussen het zuigorgaan en de verzamelkamer mogelijk is onder het zodoende toelaten van verontreiniging van de wond.
Daarenboven bezitten scnmige typerende bekende zuiginrichtingen of een ingewikkelde of speciaal vereiste constructie, 25 die niet alleen de constructiekosten verhoogt maar ook de werking bemoeilijkt. De Amerikaanse octrooischriften 3.809.086, 4.058.123 en 4.112.947 openbaren uit een aantal bestanddelen bestaande aandrukorganen. Elk daarvan in samenhang met het Amerikaanse octrooischrift 3.889.677 openbaart ook een verkieslijk elastomeer 30 onderdeel, dat bij terugkeer tot zijn oorspronkelijke vorm het volume van de verzamelkamer vergroot om een negatieve druk daarin op te wekken. Door uiteindelijke vermoeidheid van deze elastomeer onderdelen wordt de bedrijfszekerheid van deze inrichtingen verder verminderd.
35 De Amerikaanse octrooischriften 3.845.765 en 4.085.751 80 0 0 0 48 * 4 openbaren inrichtingen, die in het algemeen tot een ópstaande werking beperkt zijn, daar vloeistoffen daarin anders onder inwerking van de zwaartekracht uit de zich daarin bevindende kamers morsen kunnen.
5 De inrichting volgens de onderhavige uitvinding beoogt de in het voorgaande besproken inrichtingen te verbeteren en om de daarbij gebleken beperkingen te ondervangen. De inrichting volgens de uitvinding is bestemd cm een zuigorgaan te vormen, dat afgezonderd is van de verzamelde lichaamsvloeistoffen cm mogelijke ver-10 ontreiniging van de wond te voorkomen. De inrichting is ook bestand om het gébruik van een afgelegen zuigbron te veroorloven, die in staat is tot het verschaffen van ongeacht welke mate van zuiging vereist is. In een alternatieve uitvoering kan de inrichting worden gébruikt met een direct te verbinden zuigbron, bij voorkeur een 15 balgpomp, die een draagbare inrichting vrij van de beperkingen van een vast opgesteld zuigorgaan vormt. De inrichting is economisch ontworpen cm na afscheiding van de onderdrukbron algehele wegruiming te veroorloven na verzameling van de uit de wond af te tappen lichaamsvloeistoffen onder het zodoende verminderen van het 20 infectiegevaar voor de gebruiker.
De inrichting volgens de uitvinding cmvat een huis met zijwanden en tenminste één eindwand aan één einde daarvan. Binnen het huis is een uitzetbaar en samenklapbaar passief onderdeel, dat luchtdicht en waterdicht is, af dichtend verbonden aan de cmtrek 25 daarvan met de zijwand van het huis. Zodoende is het huis in een eerste en een tweede kamer verdeeld, waarbij de eerste kamer zich aangrenzend aan de eindwand bevindt. Het passieve onderdeel wordt in hoofdzaak uitgezet naar de eindwand en voegt zich in hoofdzaak tegen de binnenzijde van de zijwanden van het huis. Een orgaan is 30 aangebracht voor het naar het andere einde van het huis trékken van het passieve onderdeel onder het zodoende vergroten van het volume van de eerste kamer en het opwekken van de negatieve druk binnen de eerste kamer, waardoor vloeistoffen uit een wond verwijderd kunnen worden.
35 Bij één uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding is het 8 0 0 0 0 43 5 passieve onderdeel afgedicht aan de ontrek daarvan langs de randen van het andere einde van het huis en is een plaatonderdeel aan het andere einde van het huis gehecht on de tweede kamer af te dichten. Een afgelegen zuigorgaan is aan een holle buis 5 verbonden, die één geheel vormt met het plaatonderdeel en met de tweede kamer in verbinding staat. Bij uitoefening van een zuiging door de plaatonderdeelbuis klapt het passieve onderdeel in de tweede kamer samen onder het zodoende vergroten van het volume van de eerste kamer en het daarin opwekken van een negatieve druk. Een 10 holle buis, die één geheel vormt met de eindwand en met de eerste kamer in verbinding staat, is verbonden met het gebruikelijke woncbuizenstelsel dat zich aan het ene einde daarvan bevindt aangrenzend aan een wond on zodoende vloeistoffen in de eerste kamer te kunnen zuigen.
15 Bij een alternatief uitvoeringsvoorbeeld is een elastische balg aan het plaatonderdeel verbonden cm een draagbaar en met de hand bediend zuigorgaan te vormen. Een kleporgaan laat afvoer van de lucht binnen de balg in de omgeving bij samendrukking toe onder het tegelijk voorkomen van toetreding in de tweede kamer.
20 De uitzetting van de balg verschaft dan een zuiging op de tweede kamer. Bijgevolg wordt de volgende herlading van de balg toegelaten zonder het niveau van de negatieve druk dan tegenstrijdig te beïnvloeden binnen de tweede kamer.
Bijgevolg is het een oogmerk van de uitvinding cm te 25 voorzien in een wondaftapinrichting met een af zuigorgaan dat afgezonderd is van de verzamelde lichaamsvloeistoffen cm voor veront-reinigingsvrije af zuiging van de wond te zorgen.
Een ander oogmerk van de uitvinding is cm een wondaftapinrichting te verschaffen, die infectievrije bediening door de 30 gebruiker veroorlooft.
Nog een ander oogmerk van de uitvinding is cm een wondaftapinrichting te verschaffen, die goedkoop en algeheel wegruimbaar is.
Nog een ander oogmerk is cm een wondaftapinrichting te 35 verschaffen, die eenvoudig en gemakkelijk te gebruiken is.
80 0 0 0 48 6
De uitvinding wordt in het volgende nader toegelicht aan de hand van een in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeeld daarvan.
Fig. 1 is een gedeeltelijke doorsnede over een uit-5 voeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding.
Fig. 2 is een op grotere schaal weergegeven afbeelding van het omcirkelde gedeelte van fig. 1.
Fig. 3 is een verticale doorsnede over een groep van huizen van de inrichting in fig. 1 in een gestapelde reeks.
10 Fig. 1 toont een uitvoeringsvoorbeeld in verticale door snede van een inrichting 10 volgens de uitvinding.
Ofschoon hier verwezen wordt naar de inrichting 10 zoals deze in fig. 1 voorgesteld is, is die verwijzing alleen voor de toelichting bedoeld en is het niet de bedoeling daarvan om de in-15 richting 10 voorbat betreft de constructie of werking op enigerlei wijze te beperken.
De inrichting 10 omvat een in hoofdzaak cilindrisch, stijf huis 20 met zijwanden 22 en een eindwand 24 aan één einde daarvan. De zijwanden 22 verlopen bij voorkeur taps naar de eindwand 20 24 toe. Het andere einde van het huis 20 is open. Een passief, d.w.z.
niet-elastisch, onderdeel 40 is aangebracht binnen het huis 20 met zijn ontrek 41, zoals in fig. 2 weergegeven is, in vloeistofdicht verband met een randlip 32 van het huis 20. Het passieve onderdeel 40 is zcwel uitzetbaar naar een in hoofdzaak geheel uitgezette 25 toestand als samenklapbaar uit die zakvormig uitgezette toestand.
In zijn uitgezette toestand is het passieve onderdeel 40 van een zodanige afmeting dat dit zich in hoofdzaak voegt tegen de tapse zijwanden 22 van het huis 22 om zodoende een zakvormige constructie te vormen zoals in fig. 1 weergegeven is. Op deze wijze 30 verdeelt het passieve onderdeel 40 het inwendige van het huis 20 in een eerste kamer 38 en een tweede kamer 42, waarvan de bedoeling hier uiteengezet zal worden. De eindwand 24 is in het midden voorzien van een afgeknot kegelvormig gedeelte 25 dat zich naar het open einde van het huis 20 uitstrekt en uitloopt in een in hoofdzaak 35 cirkelronde schijf 26, die een opening 27 heeft. Een holle buis 28, 300 0 0 48 7 die één geheel vormt met de schijf 26 en zich daarvan van het open einde van het huis 20 af uitstrekt en ccnrnunicerend uitgericht is met de opening 27, brengt de verbinding van de eerste kamer 38 met de buitenzijde van het huis 20 tot stand. Een kap 29, die ver-5 wijderbaar over de holle buis 28 te plaatsen is, is met de holle buis 28 verbonden door een streng 30 die aan één einde uitloopt in een ring 31, die met een perspassing over de holle buis 28 aangebracht is. De kap 29 dicht, wanneer deze zich qp zijn plaats over de holle buis 28 bevindt, de eerste kamer 38 zodoende volledig 10 van de omgeving buiten het huis af.
Een plaatonderdeel 70 is afdichtend verbonden aan het open einde van het huis 20, waardoor de tweede kamer afgedicht is van de angeving buiten het huis 20. In fig. 2 is de afdichting van het plaatonderdeel 70 tegen het open einde van het huis 20 in 15 detail weergegeven. Het plaatonderdeel 70 heeft een plaatoppervlak 72, dat aan de buitenranden daarvan verloopt als een flens 71, die in hoofdzaak dwars op het plaatoppervlak 72 gericht is. Een cirkelronde pakking is opgencmen zoals in fig. 1 en 2 weergegeven is.
Een reeks schroefgangen 75 op het binnenoppervlak van de plaatflens 20 71 en een daarmee samenwerkende reeks schroefgangen 35 qp het buiten oppervlak van de huisflens 33 maken het over het open einde van het huis 20 schroeven van het plaatonderdeel 70 mogelijk zoals in fig. 2 weergegeven is. Op deze manier vormt de pakking 73 een vloeistofdichte afdichting tussen de onderkant van het plaatoppervlak 72 25 en de bovenrand van de huisflens 33.
Het plaatonderdeel 70 heeft in het midden een opening 77. Een holle buis 78, die één geheel vormt net het plaatonderdeel 70 en zich in de tweede kamer uitstrekt, is communicerend uitgericht met de opening 77. De opening 77 van het plaatonderdeel 70 maakt de 30 uitoefening van een zuiging op de tweede kamer 42 mogelijk.
De zuiging kan desgewenst geleverd worden door een (niet weergegeven) afgelegen orgaan door tussenkomst van geschikte (niet weergegeven) buizen en verbindingen met de opening 77. Als alternatief kan de holle buis 78 zich omhoog uitstrekken vanaf het 35 buitenoppervlak van het plaatonderdeel 70 cm (niet weergegeven) ge- 80 0 0 0 48 8 schikte buizen op te nemen, die van het afgelegen zuigorgaan uitgaan.
Als alternatief bestaat het zuigorgaan uit een elastische balg 80 met een in het algemeen cirkelronde doorsnede en een diameter ongeveer gelijk aan die van het plaatonderdeel 70. De balg 80 5 heeft een bovenoppervlak 84 en een onderoppervlak 86, die in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar en aan het plaatoppervlak 72 zijn. Het onderoppervlak 86 heeft in het midden een holle buis 82, die in verbinding staat met het inwendige van de balg 80 en zich vanaf het onderoppervlak 86 in de plaatbuis 78 uitstrékt zoals in fig. 1 weer-10 gegeven is. De buizen 78 en 82 zijn van geschikte afmetingen cm een luchtdichte afdichting tussen de respectieve in contact komende buisoppervlakken te vormen.
Wanneer de zuigkracht wordt geleverd door een balg 80, heeft . het plaatonderdeel 70 bijivoorkeur één geheel ventende zijwanden 15 74 van een dikte ongeveer gelijk aan die van het plaatonderdeel 70 en van een buitendiameter ongeveer gelijk aan de diameter van het balgonderoppervlak 86. De bovenranden 76 van de zijwanden 74 bevinden zich aangrenzend aan het balgonderoppervlak 86 onder het zodoende ontstaan van een uiteenliggende afscheiding 94, waarvan de 20 bedoeling hier uiteengezet zal worden.
De balgbuis 82 heeft een holle aflaatbuis 87, die één geheel vormt met de buis 82 en in dwarsrichting van de buis 82 uitgaat. De aflaatbuis 87 staat in verbinding met het inwendige van de balgbuis 82 en zodoende met het inwendige van de balg 80.
25
Een eenwegklep 90 is afdichtend opgenomen binnen de buis 82 ®nzijn het verst afgelegen einde vanaf de balg 80 cm de toetreding van lucht uit de tweede kamer in de balg 80 te veroorloven. Daarbij is een andere eenwegklep 92 afdichtend opgenomen over de buis 87 om lucht uit de balg 80 te kumen afvoeren in de omgeving doof de 30 uiteenliggende afscheiding 94.
De in het voorgaande beschreven inrichting 10 vormt voor de gebruiker een eenvoudige en gemakkelijk te bedienen wondafzuig-inrichting. Bij ontvangst van de inrichting 10 moet de gebruiker de kap 29 verwijderen en (niet weergegeven) geschikte wondbuizen 35 aan de buis 28 verbinden. De gebruiker moet dan de balg 80 samendrukken om de inrichting 10 te activeren. Gedurende de samendrukking SQ 0 0 0 48 9 wordt de lucht binnen de balg 80 daaruit verdreven door de balgbuis 82 en de aflaatbuis 87 en uit de eenwegklep 92, en ontsnapt door de gevormde afscheiding 94 zoals in het voorgaande beschreven is.
Bij vrijlating van de balg 80 zal de veerkracht van de balg 80 5 tot het uitzetten van de balg 80 en het uit de tweede kamer 42 zuigen van lucht door de eenwegklep 90 en buis 82 in het inwendige van de balg 80 leiden. Maar de eenwegklep 92 zal gedurende de af zuiging van lucht uit de tweede kamer 42 af dichten onder het zodoende voorkomen dat enige omgevingslucht in de balg 80 gezogen 10 wordt.
De buis 82 kan voldoende stijf gemaakt worden cm zodoende te voorkomen dat het onderoppervlak 86 van de balg in contact kcrnt met de bovenranden van de zijwanden 74 gedurende de samendrukking en onder het zodoende voorkomen dat de lucht binnen de balg 80 15 wegstroomt in de cmgeving. Als alternatief kunnen de zijwanden 74 perforaties hébben cm deze wegstraming van lucht te veroorloven.
Door de uitoefening van een zuiging op de tweede kamer zal het passieve onderdeel 40 naar het plaatonderdeel 70 toe getrokken worden en zodoende het passieve onderdeel 40 samenklappen. Tegelijker-20 tijd neemt het volume van de eerste kamer toe, waarop een negatieve druk daarin wordt opgewekt, die een zuigkracht levert, waardoor lichaamsvloeistoffen uit een wond door het gebruikelijke wondbuizen-stelsel in de eerste kamer 38 gezogen worden.
Indien het gedurende het proces van het uit de wond zuigen 25 van vloeistoffen gewenst is cm de balg 80 weer samen te drukken, veroorloven de door de eenwegkleppen 90 en 92 gevormde kleporganen deze her lading van de balg onder het dan bewaren van het optredende niveau van de negatieve druk binnen de tweede kamer 92.
Gedurende: samenklapping van het passieve onderdeel 40 binnen 30 het huis 20 is het mogelijk dat het passieve onderdeel over de opening van de buis 78 zou kunnen samenklappen en de zuiging op de tweede kamer 42 afsnijdt. Teneinde dit eventuele probleem te vermijden kan de plaatbuis 78 worden voorzien van uitsnijdingen 79 in cmtrekszin langs de rand van de buis 78. Op deze manier kan een weg voor de 35 zuiging op de tweede kamer 42 bewaard worden zelfs wanneer het 300 0 0 48 10 passieve onderdeel 40 samerklapt om de opening van de buis 78 af te dichten.
Het huis 20 is bij voorkeur van doorzichtige kunststof beschadigd en kan schaalverdelingen 110 daarop geëtst hébben 5 zoals in fig. 1 weergegeven is. De gebruiker zal derhalve in staat zijn om de goede werking van de inrichting 10 op het zicht na te gaan. Daarbij kan hij de hoeveelheid vloeistof/ die zich bij het onlaag houden van de eindwand 24 van het huis 20 verzameld heeft, meten en het vloeistofniveau tegen de schaalverdelingen 110 verge-10 lijken.
Bij voorkeur zijn het huis 20, plaatonderdeel 70, en passieve onderdeel 40 door spuitgieten van geschikt kunststofmateriaal vervaardigd. De balg 80 is door blaasgieten vervaardigd. De pakking 73 is bij voorkeur van rubber vervaardigd en tegen de binnenzijde 15 van het plaatoppervlak 72 vastgezet onder het zodoende vormen van een vloeistofdichte afdichting bij het bevestigen van het plaatonderdeel 70 tegen het huis 20. Bij voorkeur is het huis 20 in hoofdzaak stijf onder het zodoende vermijden van de mogelijkheid van onbedoelde samendrukking door een patiënt die cmrolt op de inrichting 10.
20 Ook vormt de inrichting 10 een op zichzelf staande afgedichte eenheid het bij- t vervangen van de kap 28, hetgeen het infectiegevaar voor de gebruiker ondervangt door het opheffen van de noodzaak dat de gebruiker de inrichting 10 na gébruik ledigen moet. Desgewenst kan de inrichting 10 veilig vervoerd worden door de gebruiker, bijvoor-25 beeld na een pathologielaboratorium voor het vervolgens, ook zonder infectiegevaar voor de gebruiker, onderzoeken van de uit een wond verwijderde vloeistoffen.
De inrichting 10 zorgt ook voor het vermijden van verontreiniging van de wond met mogelijke bacteria of dergelijke in de 30 omgeving. Het passieve onderdeel 40 scheidt het zuigorgaan, bij voorkeur de'balg 80 waarvan het inwendige op het moment van het laden in contact komt met de omgeving, van de eerste kamer 38 en zodoende van de wond af.
De inrichting 10 zoals hier geopenbaard is niet oriëntatie-35 gevoelig en kan in elke stand gébruikt worden. Desgewenst kan een 30 0 0 0 48 11 beugel 88 aan het bovenoppervlak 84 van de balg 80 verbonden worden cm de inrichting 10 aan de patiënt te kunnen verbinden. Op deze wijze wordt de vrije beweging van de patiënt met de aan hem of haar verbonden inrichting 10 toegelaten.
5 De uiteindelijke samenstelling van de inrichting 10 is niet beperkt tot de in het voorgaande beschreven organen. De kleppen 90, 92, die respectievelijk in de buis 82 en over de buis 87 opge-ncrnen worden cm vloeistofdichte afdichtingen te laten ontstaan, kunnen ook in en over de respectieve buizen 82, 87 worden gelijmd.
10 Het plaatonderdeel 70 kan in plaats van tegen het buitenoppervlak van de huisflens 33 geschroefd te worden ook zonder de noodzaak van schroefgangen 35, 75 geconstrueerd worden cm zodoende een perspassing van het plaatoppervlak 72 over de huisflens 33 -in vloeistofdichte uitvoering Hogelijk te maken. Als alternatief kan het 15 plaatoppervlak 72 gelijmd of ultrasonisch gelast worden aan de huisflens 33. Maar het passieve onderdeel 40 wordt bij voorkeur ultrasonisch of thermisch gelast aan de randlip 32 van het huis 20. De samenstelling van de inrichting 10 is niet beperkt tot lijmen, perspassing, of ultrasonisch lassen maar kan uitgevoerd worden met 20 andere gebruikelijke middelen die de terzake deskundige bekend zijn, daaronder begrepen, ofschoon niet daartoe beperkt, mechanische middelen zoals schroeven.
In fig. 3 zijn een aantal huizen 20 in gestapeld verband weergegeven, hetgeen vergemakkelijkt wordt door de tapse uitvoering 25 van de huizen 20 en de daaraan aangepaste vorm van de passieve onderdelen 40. Op deze manier kunnen de huizen 20 op geschikte wijze gëoorgen worden tot zij nodig zijn. De kap 29 over de huisbuis 28 bewaart een steriele cmgeving binnen de eerste kamer 38. Wanneer het nodig is voor de verwijdering van vloeistoffen uit een wond, 30 wordt een huis 20 van de andere gestapelde huizen 20 verwijderd.
Een plaatonderdeel 70 bij voorkeur met een balg 80 is aan het huis 20 verbonden cm de tweede kamer 42 af te dichten. De kap 29 wordt verwijderd en (niet weergegeven) gebruikelijke wondbuizen worden aan de huisbuis 28 verbonden. De inrichting 10 wordt dan 35 geactiveerd door samendrukking van de balg 80 en vloeistoffen uit een 80 0 0 0 48 e 12 wond worden in de eerste kamer 38 gezogen.
Bij een (niet weergegeven) alternatieve uitvoering is de schijf 26 als één geheel vervaardigd van rubber en heeft deze een dikte die doordringing van de schijf 26 met één einde van een 5 (niet weergegeven) holle dunwandige naald veroorlooft. De schijf 26 bewaart een vloeistofdichte afdichting over de wand van de naald die met het rubber van de schijf 26 in contact verkeert. De naald heeft een diameter welke geschikt is om lichaamsvloeistoffen in de eerste kamer 38 te laten lopen. Aan het andere einde daarvan is de 10 naald verbonden aan een gebruikelijk buizenstelsel, dat met het af te tappen wondgebied in verbinding staat. Op deze manier wordt een steriele omgeving in de eerste kamer 38 bewaard gedurende de gehele verrichting van het verbinden van de inrichting 10 aan het gebruikelijke wondbuizenstelsel.
80 0 0 0 48

Claims (11)

1. Inrichting voor de verwijdering van vloeistoffen uit een wond, bestaande uit een huis met zijwanden en tenminste één eindwand aan één einde daarvan, een uitzetbaar en samenklapbaar passief onderdeel, dat luchtdicht en waterdicht is, en aangebracht 5 is binnen het huis en afdichtend verbonden is aan de ontrek daarvan met de zijwanden van het huis, onder het zodoende scheiden van het inwendige van het huis in een eerste en een tweede kamer, welke eerste kamer zich aangrenzend aan de eindwand bevindt, en welk onderdeel in hoofdzaak uitgezet wordt naar de eindwand toe en zich in 10 hoofdzaak voegt tegen de binnenzijde van de zijwanden van het huis, en een orgaan voor het naar het andere einde van het huis toe trekken van het passieve onderdeel onder het zodoende vergroten van het volume van de eerste kamer en het daarin opwekken van een negatieve druk.
2. Inrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat het passieve onderdeel afdichtend verbonden is aan de ontrek daarvan met het andere einde van het huis.
3. Inrichting volgens conclusie 2, gekenmerkt doordat verder een orgaan crrtvat wordt voor het vormen van een verbinding tussen de 20 eerste kamer en de wond, waaruit vloeistoffen verwijderd moeten worden.
4. Inrichting volgens conclusie 3, gekenmerkt doordat het verbindingsorgaan uit een holle buis bestaat, welke buis aan het ene einde daarvan verbonden is aan de eindwand van het huis en in 25 verbinding staat met de eerste kamer daarin, waarbij de eerste kamer in vloeistofverbinding staat net de buitenzijde van het huis.
5. Inrichting volgens conclusie 4, gekenmerkt doordat een plaatonderdeel onvat wordt, dat afdichtend verbonden is aan het andere einde van het huis onder het zodoende afdichten van de 30 tweede kamer aan het andere einde van het huis, welk plaatonderdeel, een opening heeft, die met de tweede kamer van het huis in verbinding staat, waarbij de tweede kamer in verbinding staat net de buitenzijde van het huis.
6. Inrichting volgens conclusie 5, gekenmerkt doordat het 800 0 0 48 ί trekorgaan uit een zuigorgaan bestaat, dat verbonden is aan de opening van het plaatonderdeel zodat door de uitoefening van zuiging op de tweede kamer het passieve onderdeel naar het plaatonderdeel toe getrokken wordt onder het zodoende vergroten van het volume van 5 de eerste kamer en het daarin opwekken van eannegatieve druk.
7. Inrichting volgens conclusie 6, gekenmerkt doordat het zuigorgaan uit een balg bestaat, die aan het plaatorgaan verbonden is en coirmunicerend uitgericht is met de opening van het plaatonderdeel, waarbij door samendrukking en vrijlating van de balg 10 een zuigkracht opgewekt wordt, waardoor het passieve onderdeel naar het plaatonderdeel toe getrokken wordt.
8. Inrichting volgens conclusie 7, gekenmerkt doordat voorts een kleporgaan cmvat wordt, dat zorgt voor de vrijlating van lucht uit de balg gedurende de samendrukking daarvan terwijl 15 tegelijkertijd voorkomen wordt dat deze lucht de tweede kamer binnengaat, onder het zodoende af dichten van de tweede kamer gedurende de samendrukking van de balg.
9. Inrichting volgens conclusie 8, gekenmerkt doordat het huis in hoofdzaak stijf en in hoofdzaak cilindrisch is.
10. Inrichting volgens conclusie 9, gekenmerkt doordat de zijwanden taps naar de eindwand toe lopen.
11. Inrichting, in hoofdzaak zoals voorgesteld in de beschrijving en/of tekeningen. 800 0 0 48
NL8000048A 1979-01-11 1980-01-04 Wegruimbare wondaftapinrichting. NL8000048A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US261079A 1979-01-11 1979-01-11
US261079 1979-01-11

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8000048A true NL8000048A (nl) 1980-07-15

Family

ID=21701597

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8000048A NL8000048A (nl) 1979-01-11 1980-01-04 Wegruimbare wondaftapinrichting.

Country Status (12)

Country Link
JP (1) JPS5596159A (nl)
BE (1) BE881084A (nl)
BR (1) BR8000188A (nl)
CA (1) CA1133780A (nl)
CH (1) CH634999A5 (nl)
DE (1) DE3000322C2 (nl)
FR (1) FR2446113A1 (nl)
GB (1) GB2039745B (nl)
IE (1) IE49044B1 (nl)
IT (1) IT1130354B (nl)
MX (1) MX151334A (nl)
NL (1) NL8000048A (nl)

Families Citing this family (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4681571A (en) * 1981-04-23 1987-07-21 C. R. Bard, Inc. Suction canister with disposable liner and check valve
DE3150500A1 (de) * 1981-12-21 1983-06-30 Friedrich Gerd 5000 Köln Lauterjung Saugflasche fuer medizinische zwecke
US4578060A (en) * 1983-07-20 1986-03-25 Howmedica, Inc. Wound drainage device
DK156028C (da) * 1986-05-16 1989-11-06 Testa Lab A S Aspirator
AU3532389A (en) * 1988-07-22 1990-02-19 Lenox Edward Mercer Fluid collection devices
GB2230960B (en) * 1988-07-22 1991-10-30 Lenox Edward Mercer Fluid collection devices
GB2245833A (en) * 1990-06-26 1992-01-15 Femcare Ltd Mucus extractor

Family Cites Families (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS4833040U (nl) * 1971-08-25 1973-04-21
US3814098A (en) * 1971-12-08 1974-06-04 Deaton Medical Co Medical suction apparatus
BE792506A (fr) * 1971-12-09 1973-03-30 Sherwood Medical Ind Inc Dispositifs de drainage médical
JPS4899988A (nl) * 1972-03-30 1973-12-17
CH555183A (de) * 1972-08-23 1974-10-31 Mathys Robert Saugdrainageapparat.
US4022209A (en) * 1973-11-19 1977-05-10 International Paper Company Resilient self-contained fluid evacuator
US3889677A (en) * 1973-11-19 1975-06-17 Int Paper Co Self-contained fluid evacuator
US4083786A (en) * 1975-03-20 1978-04-11 Asahi Kasei Kogyo Kabushiki Kaisha Apparatus for treating ascites
US4073294A (en) * 1975-07-23 1978-02-14 Medical Development Corporation Negative pressure drainage vessel
US4058123A (en) * 1975-10-01 1977-11-15 International Paper Company Combined irrigator and evacuator for closed wounds
US4085751A (en) * 1975-10-02 1978-04-25 Sherwood Medical Industries Inc. Drainage apparatus
JPS5525961Y2 (nl) * 1975-10-15 1980-06-23

Also Published As

Publication number Publication date
IT8019134A0 (it) 1980-01-10
BR8000188A (pt) 1980-09-23
BE881084A (fr) 1980-07-10
DE3000322C2 (de) 1984-10-11
DE3000322A1 (de) 1980-07-17
IE49044B1 (en) 1985-07-10
GB2039745A (en) 1980-08-20
IT1130354B (it) 1986-06-11
FR2446113A1 (fr) 1980-08-08
CH634999A5 (fr) 1983-03-15
MX151334A (es) 1984-11-12
CA1133780A (en) 1982-10-19
IE800043L (en) 1980-07-11
GB2039745B (en) 1983-02-16
JPS5596159A (en) 1980-07-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4392860A (en) Disposable wound drainage device
EP0072738B1 (en) Disposable autotransfusion device
US8241264B2 (en) Method and apparatus for autotransfusion
US4564359A (en) Autotransfusion apparatus
US3875941A (en) System for evacuating fluids from the body
US4525167A (en) Body fluid suction device
US10039867B2 (en) Intra-operative blood recovery system
US4981474A (en) Body fluid drainage device
US5279550A (en) Orthopedic autotransfusion system
US3507395A (en) Cardiotomy reservoir
US5437836A (en) Method of and container for treating waste liquid containing body fluid
JPS5825166A (ja) 創傷排液装置
HU187070B (en) Device for transfusion and reinfusion of alood
WO1997038732A2 (en) Apparatus for draining surgical wounds
US4501581A (en) Method for autotransfusion of blood
JPH11342194A (ja) 医療用吸引器
US11191884B2 (en) System for drainage of fluids or wound secretion
NL8000048A (nl) Wegruimbare wondaftapinrichting.
US4493701A (en) Wound drainage device of resilient sidewalls with a constant rate of recovery
CA1304645C (en) Apparatus and method for collecting body fluids
WO1998035718A1 (en) Blood evacuating system and method of use thereof
JPS5921812Y2 (ja) 傷口から流体を除去する装置
AU2011348998B8 (en) Intra operative blood recovery system

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed