NL7920113A - Sluiting voor een houder met een onder gasdruk staande inhoud. - Google Patents
Sluiting voor een houder met een onder gasdruk staande inhoud. Download PDFInfo
- Publication number
- NL7920113A NL7920113A NL7920113A NL7920113A NL7920113A NL 7920113 A NL7920113 A NL 7920113A NL 7920113 A NL7920113 A NL 7920113A NL 7920113 A NL7920113 A NL 7920113A NL 7920113 A NL7920113 A NL 7920113A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- sealing lip
- closure
- container
- sealing
- free end
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65D—CONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
- B65D41/00—Caps, e.g. crown caps or crown seals, i.e. members having parts arranged for engagement with the external periphery of a neck or wall defining a pouring opening or discharge aperture; Protective cap-like covers for closure members, e.g. decorative covers of metal foil or paper
- B65D41/02—Caps or cap-like covers without lines of weakness, tearing strips, tags, or like opening or removal devices
- B65D41/04—Threaded or like caps or cap-like covers secured by rotation
- B65D41/0407—Threaded or like caps or cap-like covers secured by rotation with integral sealing means
- B65D41/0428—Threaded or like caps or cap-like covers secured by rotation with integral sealing means formed by a collar, flange, rib or the like contacting the top rim or the top edges or the external surface of a container neck
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Closures For Containers (AREA)
Description
ί ' 7920113 f Lx 5701 ( Sluiting voor een houder met een onder gasdruk staande inhoud* - — — — — - — — — ·.
De uitvinding heeft betrekking op eèn sluiting uit veerkrachtig materiaal voor een houder mei een onder gasdruk staande inhoud, met twee op een vertikaal gedeelte, dat een mondingsgedeelte van de i 7; l; houder omgeeft, aangebrachte dichtingslippen, die in hoofdzaak radi- v 5 aal naar binnen uitsteken, en een onderlinge afstand hebben, die klei- ner is dan de radiale afmeting van elke afzonderlijke dichtingslip, \ . waarbij de middellijn van het vrije uiteinde van elke dichtingslip kleiner is dan de buitenmiddellijn van het mondingsonderdeel, zodat de dichtingslippen bij het opzetten van de sluiting op de houder
V
10 naar boven doorbuigen.
Dergelijke sluitingen zijn reeds bekend; deze zijn met het oog op de steeds zwaardere eisen ten aanzien van de volstrekte dicht-? ' ; heid ontwikkeld, en in het bijzonder voor drankflessen, die mineraal- ί. water, most of andere dranken bevatten, die of wel door verwarming j 15 (bijv. bij het vervoer op open voertuigen) of ten gevolge van gisting ‘i' ' e.d. gas ontwikkelen, welk gas de vloeistof tussen de sluiting en de fles naar buiten tracht te persen.
\
Bij een sluiting van deze soort, die als een schroefsluiting is uitgevoerd, zijn de twee bovenste schroefgangen op de bovengenoem-20 de wijze uitgevoerd. Deze uitvoering is echter zodanig, dat de aldus gevormde drukribben zeer sterk zijn uitgevoerd, ten einde een in hoofdzaak radiaal naar binnen gerichte druk uit te oefenen, die vooral haarscheurtjes in de houder moet dichten*
Elke drukrib werkt derhalve op zichzelf, hetgeen betekent, 25 dat er wat de werking betreft geen samenhang met de andere drukrib r bestaat. Wegens de stevige uitvoering van deze drukribben moet bij het opzetten veel kracht worden uitgeoefend; in vulmachines tan het derhalve voorkomen, dat de koppeling tussen de opschroefinrichting j en de aandrijving daarvan wordt gelost, zodat de sluitingen slechts I 30 gedeeltelijk worden opgeschroefd. Bezwaarlijker is de vereiste grote kracht bij het afschroeven van de sluiting, hetgeen, in tegenstelling tot het opschroeven, met de hand moet geschieden; het losmaken .van een dergelijke sluiting is dan nauwelijks mogelijk. ï i Een andere sluiting bezit dichtingslippen, die zowel in 35 het zijdelingse gedeelte van de sliiting als aan het kapgedeelte ij·’; (dat gedeelte, dat op het kop vlak van de houder rust) zijn aange- l\ : bracht. Deze zijn alle schuin naar een punt op de as van de sluiting gericht. Bij het opzetten van de sluiting kunnen deze lippen zich,
79 2 0 1 1 J
c t f -2- daar de hoogte, zoals vermeld, groter is dan de zijdelingse afstand, als schubben over elkaar leggen. Het gevaar bestaat echter, dat bij niet zorgvuldige uitvoering van de dichtingslippen een ervan een zodanige hoogte verkrijgt, dat deze bij het op elkaar leggen over 5 een te groot gedeelte over een andere komt te liggen, zodat deze niet meer met voldoende druk tegen de houder kan komen te rusten. De op het kopvlak van de houdermonding rustende dichtingslippen verhin-: deren soms een foutloos opschroeven van.de sluiting, aangezien de huidige drankflessen meestal van schroefdraad met slechts één 10 schroefgang zijn voorzien. Wanneer deze niet volledig door de sluiting wordt benut, kan de druk in de houder de sluiting losmaken, en zelfs doen afspringen.
Ook de houders zijn meestal wat de vorm betreft niet ideaal.
In het bijzonder bij drankflessen kunnen de afwijkingen van de ge-15 wenste vorm en van de gewenste afmetingen zodanig zijn, dat steeds nieuwe dichtingsmoeilijkheden ontstaan. Flessen, die in doorsnede ovaal zijn, of de vorm van twee samengestelde doch ten opzichte van elkaar verschoven ringhelften bezitten, zijn geen zeldzaam-.f; heid. Inkepingen, uitgebroken gedeelten en andere fouten dragen er 20 eveneens toe bij, dat ook de beste dichtingslippen in een of meer punten langs de omtrek a.h.w. in de lucht hangen, waardoor de aan- ·" persdruk plaatselijk zeer sterk wordt verminderd. Wanneer dan de gasdruk begint te werken, kan een dergelijk gedeelte wegens de te geringe aanpersdruk doorbuigen, en zelfs soms orastulpen. Dan is de 25 weg vrij voor de uittredende vloeistof.
Gelukkig zijn dergelijke storingen of>wel plaatselijk be- 'i .
grensd, of, wanneer zij in het geval van de verschoven ringhelften • doorlopend zijn, allerminst gelijkmatig. In een bepaald gedeelte, van de omtrek zal dan een dichtingslip zwak worden aangedrukt, terwijl 30 echter de naburige lager gelegen dichtingslip sterk wordt aangedrukt. Het ligt dan voor de hand de dichtingslippen zodcinig uit te voeren, ξ ; dat deze niet alleen elk voor zich werken, docji dat deze ook samen werken. In het bijzonder moet worden bereikt, dat een dichtingslip, die ten gevolge van de gasdruk in een dergelijk punt sterker door-35 buigt, op de daaronder gelegen dichtingslip komt te rusten, en daarop kan steunen, zonder daarbij de aanraking met de buitenkant •r van het houdermondingsgedeelte te verliezen. Ook moet daarbij het loslaten van de sluiting zonder aanmerkelijke krachtinspanning ; i mogelijk zijn.
*+0 Een sluiting van de in het voorgaande genoemde soort, die aan- 7920113
.· V
>:· .
“3** 4 deze eisen voldoet, wordt volgens dë uitvinding door de kenmerken 4 van conclusie 1 gekenmerkt.
f Deze sluiting wordt in het onderstaande aan de hand van de in de tekening afgebeelde uitvoeringsvoorbeelden nader toegelicht} 4 5 hierin toont: j fig.1 een doorsnede door eèn sluiting met houdermondings- gedeelte tijdens het opzetten} fig.2 de beide dichtingslippen op grotere schaal} en J’ fig.3 de beide dictingslippen, terwijl deze op elkaar liggen, .
10 met een andere uitvoeringsvorm van de onderste lip.
Fig.1 toont een .sluiting 1 tijdens het opzetten op een mon- dingsgedeelte 2 van een houder, in dit geval een fles. De sluiting is in dit uitvoeringsvoorbeeld als een schroefsluiting met inwendige f schroefdraad 3 afgebeeld, welke schroefdraad met uitwendige schroef- 4 13 draad 4 op het mondingsgedeelte 2 samenwerkt. De sluiting kan echter 4 evengoed van een zgn. snapsluiting zijn voorzien, die over een verdik- 4 king aan de rand van het mondingsgedeelte 2 wordt geperst.
:ï i ?: Het wezenlijke kenmerk wordt gevormd door de beide lange en I dunne dichtingslippen 5 en 6, die zich ringvormig rond het gehele ver- 20 tikale gedeelte 7 van de sluiting 1 uitstrekken. Deze lippen zijn al- ) leen aan dit gedeelte aangebracht; het horizontale gedeelte van de j sluiting, het zgn. kapgedeelte 8, bezit deze lippen niet, daar dit :· gedeelte door het uit de houder opstijgende gas elastisch naar boven wordt duorgebogen, zodat het gevaar van het optillen van mogelijkerwijs 25 aanwezige dichtingslippen ontstaat. De beide dichtingslippen 5 en 6 hebben een onderlinge afstand a, gemeten tussen de middenlijn 9 en \ de middenlijn 10, die kleiner is dan de radiale uitbreiding of hoogte h van elke dichtingslip 5 en 6. Verder is de middellijn van elke dich-i tingolip, gemeten ter plaatse van de punt 11 reap. 12,kleiner aan die ( 30 van het mondingsgedeelte 2 (fig.1), waarbij bij het laatstegenoemde 4 mogelijke afwijkingen van de gewenste middellijn reeds in aanmer- d \ king zijn genomen. De punten 11 en 12 zijn afgerond, zodat deze zich i I bij het oplopen op een mogelijkerwijs van een scherpe rand voorzie ne fles aan de vorm dearvan kunnen aanpassen.
35 Door het opschroeven of opzetten worden de dichtingslippen j 4 5 en 6, zoals in fig.2 en 3 is weergegeven, elastisch naar boven , doorgebogen, hetgeen wegens hun dunne vorm zonder grote kracht-j uitoefening plaatsvindt. Daardoor leggen deze lippen zich onder druk ;; i tegen het mondingsgedeelte 2. De punt 12 van de onderste dichtingsring 4 40 6 steekt das.rbij in een gebied 15, dat enerzijds door de onderzij.de 14 79 2 0 1 1 3» ί 4 4 -4- van de bovenste dichtingslip 5 ia de niet doorgebogen toestand ( met 1V aangeduid), en anderzijds door dezelfde onderzijde 1^ doch in doorgebogen toestand, en voorts door het mondingsgedeelte 2 wordt begrensd. Dit gebied 13 is in fig.2 doorstreept en met dikke lijnen 3 omringd voorgesteld. Hoe ver de punt 12 in dit gebied 13 steekt, hangt i hoofdzakelijk van de onvermijdelijke vervaardigingsspreidingen af.
Van belang is slechts, dat de punt niet tot in de bovenste hoek 15 b ' van dit gebied reikt.
Wanneer de vloeistof in de houder een gas ontwikkelt, dan.
10 plant de gasdruk zich eerst radiaal langs het kapgedeelte 8 naar buiten voort, en werkt dan van bovenaf op de bovenste dichtingslip 5·
Deze wordt naar beneden doorgebogen, zoals met een onderbroken lijn 1V in fig.2 is weergegeven. Daarbij komt dez^op do punt 12 van de onderste dichtingslip 6 te rusten. Deze komt nu eveneens in werking, 15 en ondersteunt de bovenste dichtingslip 5» die dan een aanmerkelijk hogere gasdruk kan opnemen, die voorts een nog krachtigere aandrukking van de punt 11 ervan tegen het mondingsgedeelte 2 bewerkstelligt. Op deze wijze (zoals door proeven is bevestigd) wordt een foutloze dich-P ting ook bij zeer hoge drukken bereikt.
20 Het rusten van de bovenste dichtingslip 5 op de onderste dich tingslip 6 treedt bijv. ook dan op, wanneer het mondingsgedeelte een inkeping of plaatselijke instulping 2' (fig.2) vertoont. Het in deze inkeping stekende gedeelte van de punt 11 wordt dan minder sterk doorgebogen dan de rest, en ook minder sterk dan de punt 12 van de 25 dichtingslip 6, die zich buiten dezeiinstulping 2' bevindt. Dóór de geringe doorbuiging is ook de aanpersdruk van 4e dichtingslip 5 aldaar geringer, zodat het gevaar bestaat, dat het gas daar de punt 11 dan doet doorbuigen, of ten minste achter deze,punt kan ontsnappen.
Door het steunen op de sterker doorgebogen dichtingslip 6 wordt 30 echter dit gevaar vermeden.
Uit een en ander volgt, dat de beide dichtingslippen 5 en 6 elkaar niet overdekken; de onderste dichtingslip 6 dient, behalve Voor de taak als een tweede dichting, in het bijzonder als een ondersteuning voor de bovenste dichtingslip 5,zodat, oen werkeli jk samen-35 spel tussen de beide dichtingslippen ontstaat, dit :in tegenstelling tot de vroegere afzonderlijk werkingen van overeenkomstige dichtingslippen·
Om de ondersteuningswerking nog beter te kunnen uitoefenen kan aan de punt 12 een bijzondere vorm volgens f'ig.3 worden gegeven.
40 Deze punt kan bijv. een verdikking 16 bezitten, die aan de onderzij-
792 0 1 IJ
de van de bovenste dichtingslip 5 bij het aanliggen daarvan is aan-I gepast, ten einde de druk beter te kunnen verdelen.
De afgebeelde sluiting is niet alleen voor flessen uit glas geschikt gebleken, doch kan ook voor flessen uit kunststof worden : ; 5 gebruikt, die onlangs op de markt zijn verschenen. Hoewel de kunststof 1 van dergelijke flessen zachter is dan die van de sluiting, zijn de j beide dichtingslippen 5 en 6 buigzaam genoeg om ook hier een foutloze f: dichting te verkrijgen· ;j ? 792 0 14 3
Claims (3)
1. Sluiting uit elastisch materiaal voor houders met een onder gas- i druk staande inhoud, met twee aan het een mondingsgedeelte van de houder omgevend vertikaal gedeelte aangebrachte dichtingslippen, ( die in hoofdzaak radiaal naar binnen uitsteken, en een onderlinge h · ' 5 afstand bezitten, die kleiner is dan de radiale uitbreiding van elke ; afzonderlijke dichtingslip, waarbij de middellijn van het vrije uit einde van elke dichtingslip kleiner is dan de buitenmiddellijn van het mondingsgedeelte, zodat de dichtingslippen bij het opzetten van de sluiting op de houder naar boven doorbuigen, me t he t 10 kenmerk, dat de genoemde radiale uitbreiding (h) van de onderste dichtingslip (b) ten hoogste zo groot is, dat het doorgebogen vrije uiteinde (12) van deze lip (6) als een ondersteuning voor de boven- !· ste dichtingslip (5) dient, wanneer deze ten gevolge van de daarop } werkende gasdruk doorbuigt. 15
2. Sluiting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat hét V: doorgebogen vrije uiteinde (12) van de onderste dichtingslip zich binnen een gebied (13.) bevindt, dat aan dé ene zijde door de onderzijde (14') van de bovenste dichtingslip in de niet doorgebogen toestand, en aan de andere zijde door dezelfde onderzijde (14) in de 20 doorgebogen doch nog niet door de gasdruk belaste toestand, en aan een derde zijde door het mondingsgedeelte (2) van de houder wordt • > begrensd*
3* Sluiting volgens conclusie 1 of 2, me t het kt) nm er k, dat ten minste de bovenzijde van het vrije uiteinde (12) van de onderste dichtingslip (b) eep aan de onderzijde (14) van de bovenste dichtingslip (5) aangepaste vorm (ib) bezit. 7920113
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
CH1203778 | 1978-11-23 | ||
CH1203778A CH636570A5 (de) | 1978-11-23 | 1978-11-23 | Verschluss aus elastischem material an einem behaelter mit gasdruckerzeugendem inhalt. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL7920113A true NL7920113A (nl) | 1980-09-30 |
Family
ID=4379253
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL7920113A NL7920113A (nl) | 1978-11-23 | 1979-11-06 | Sluiting voor een houder met een onder gasdruk staande inhoud. |
Country Status (9)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP0020522B1 (nl) |
AU (1) | AU5286679A (nl) |
BE (1) | BE880203A (nl) |
CA (1) | CA1134781A (nl) |
CH (1) | CH636570A5 (nl) |
DE (1) | DE2953337D2 (nl) |
GB (1) | GB2046721B (nl) |
NL (1) | NL7920113A (nl) |
WO (1) | WO1980001061A1 (nl) |
Families Citing this family (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4917269A (en) * | 1989-05-10 | 1990-04-17 | Owens-Illinois Closure Inc. | Liquid containing and dispensing package |
DE4301306C2 (de) * | 1993-01-20 | 1995-12-21 | Alcoa Gmbh Verpackwerke | Kunststoffverschluß |
DE9316986U1 (de) * | 1993-11-06 | 1994-01-20 | Hydac Technology Gmbh, 66280 Sulzbach | Abdeckvorrichtung |
US5785196A (en) * | 1995-05-31 | 1998-07-28 | Rexam Closures Inc. | Closure for a pressurized container |
DE102010028522A1 (de) * | 2010-05-04 | 2011-11-10 | Robert Bosch Gmbh | Schraubverschluss für Weichverpackungen |
CN104058160A (zh) * | 2014-06-11 | 2014-09-24 | 东莞特宏塑胶五金有限公司 | 一种硅胶瓶盖 |
US20240140653A1 (en) * | 2021-03-02 | 2024-05-02 | Aptar Freyung Gmbh | A bottom dispensing package |
Family Cites Families (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE1482569A1 (de) * | 1965-07-01 | 1969-06-19 | Hopf A Metallwerke Kg | Schraubkappenverschluss |
LU74665A1 (nl) * | 1975-04-07 | 1977-01-28 | ||
DE2708714A1 (de) * | 1977-03-01 | 1978-09-07 | Roppelt Guenter Dipl Braumstr | Schraubverschluss fuer behaelter |
-
1978
- 1978-11-23 CH CH1203778A patent/CH636570A5/de not_active IP Right Cessation
-
1979
- 1979-11-06 GB GB8023131A patent/GB2046721B/en not_active Expired
- 1979-11-06 DE DE79CH7900143T patent/DE2953337D2/de not_active Expired
- 1979-11-06 NL NL7920113A patent/NL7920113A/nl unknown
- 1979-11-06 WO PCT/CH1979/000143 patent/WO1980001061A1/de unknown
- 1979-11-15 AU AU52866/79A patent/AU5286679A/en not_active Abandoned
- 1979-11-22 CA CA000340373A patent/CA1134781A/en not_active Expired
- 1979-11-22 BE BE0/198237A patent/BE880203A/fr not_active IP Right Cessation
-
1980
- 1980-06-03 EP EP19790901389 patent/EP0020522B1/de not_active Expired
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
DE2953337D2 (en) | 1981-02-26 |
BE880203A (fr) | 1980-03-17 |
EP0020522B1 (de) | 1982-03-24 |
EP0020522A1 (de) | 1981-01-07 |
GB2046721B (en) | 1983-03-30 |
WO1980001061A1 (en) | 1980-05-29 |
CH636570A5 (de) | 1983-06-15 |
AU5286679A (en) | 1980-05-29 |
CA1134781A (en) | 1982-11-02 |
GB2046721A (en) | 1980-11-19 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US3568871A (en) | Closure cap | |
US3339772A (en) | Container cap | |
US2848145A (en) | Pouring adapter | |
US2763403A (en) | Fittings | |
SU1223835A3 (ru) | Винтовой пластмассовый колпачок с лентой неприкосновенности дл емкостей с кольцом типа " @ | |
US3286866A (en) | Plastic cap | |
US4634003A (en) | Container for accommodating two kinds of liquids | |
AU626444B2 (en) | Unequivocal bottom delivery container with self-sealing valve | |
EP0119055A2 (en) | Improvements relating to closures | |
CA2181828A1 (en) | One-piece cap for liquid dispenser container | |
IL116936A (en) | Closing lid with strap to prevent unauthorized opening | |
CA1166192A (en) | Container lid | |
US2990076A (en) | Closure cap and container neck construction | |
IE56394B1 (en) | Container closure | |
NL7920113A (nl) | Sluiting voor een houder met een onder gasdruk staande inhoud. | |
FI91955B (fi) | Vuoraamaton suljin hiilihappopitoista juomaa sisältävää pulloa varten | |
CN100497103C (zh) | 用于容器的嵌件、容器以及油漆容器 | |
US4190171A (en) | Closure with compensating threads | |
US7841489B2 (en) | Container sealing system | |
US650615A (en) | Stopple or cork for bottles. | |
US6343705B1 (en) | Closure having back-angled lugs | |
RU2722128C2 (ru) | Емкость с областью, выдерживающей изменение давления | |
US2690281A (en) | Capped vessel with adapter | |
US895907A (en) | Jar-closure. | |
JPH0343150B2 (nl) |