NL7920009A - INSTALLATION FOR SPORTS AND GAMES, EQUIPPED WITH A RACING RIDER. - Google Patents
INSTALLATION FOR SPORTS AND GAMES, EQUIPPED WITH A RACING RIDER. Download PDFInfo
- Publication number
- NL7920009A NL7920009A NL7920009A NL7920009A NL7920009A NL 7920009 A NL7920009 A NL 7920009A NL 7920009 A NL7920009 A NL 7920009A NL 7920009 A NL7920009 A NL 7920009A NL 7920009 A NL7920009 A NL 7920009A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- support
- installation according
- members
- installation
- segments
- Prior art date
Links
- 238000009434 installation Methods 0.000 title claims description 44
- 210000003141 lower extremity Anatomy 0.000 claims description 4
- NJPPVKZQTLUDBO-UHFFFAOYSA-N novaluron Chemical compound C1=C(Cl)C(OC(F)(F)C(OC(F)(F)F)F)=CC=C1NC(=O)NC(=O)C1=C(F)C=CC=C1F NJPPVKZQTLUDBO-UHFFFAOYSA-N 0.000 claims description 3
- 238000005096 rolling process Methods 0.000 claims description 2
- 239000011435 rock Substances 0.000 claims 1
- 238000006073 displacement reaction Methods 0.000 description 6
- 239000000463 material Substances 0.000 description 5
- 230000000694 effects Effects 0.000 description 3
- 238000005304 joining Methods 0.000 description 3
- 238000000034 method Methods 0.000 description 3
- 238000011065 in-situ storage Methods 0.000 description 2
- 241000283074 Equus asinus Species 0.000 description 1
- 239000011248 coating agent Substances 0.000 description 1
- 238000000576 coating method Methods 0.000 description 1
- 239000000835 fiber Substances 0.000 description 1
- 230000005484 gravity Effects 0.000 description 1
- 230000002401 inhibitory effect Effects 0.000 description 1
- 238000004519 manufacturing process Methods 0.000 description 1
- 239000002184 metal Substances 0.000 description 1
- 239000000203 mixture Substances 0.000 description 1
- 239000007787 solid Substances 0.000 description 1
- 229920002994 synthetic fiber Polymers 0.000 description 1
- XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N water Substances O XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 1
- 238000004804 winding Methods 0.000 description 1
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A63—SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
- A63G—MERRY-GO-ROUNDS; SWINGS; ROCKING-HORSES; CHUTES; SWITCHBACKS; SIMILAR DEVICES FOR PUBLIC AMUSEMENT
- A63G21/00—Chutes; Helter-skelters
- A63G21/10—Chutes; Helter-skelters with spiral tracks
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A63—SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
- A63G—MERRY-GO-ROUNDS; SWINGS; ROCKING-HORSES; CHUTES; SWITCHBACKS; SIMILAR DEVICES FOR PUBLIC AMUSEMENT
- A63G21/00—Chutes; Helter-skelters
- A63G21/12—Chutes; Helter-skelters with special cars, e.g. horse-shaped
Landscapes
- Golf Clubs (AREA)
- Pinball Game Machines (AREA)
- Rehabilitation Tools (AREA)
- Road Paving Structures (AREA)
- Toys (AREA)
- Professional, Industrial, Or Sporting Protective Garments (AREA)
- Surgical Instruments (AREA)
Description
Korte aanduiding: Installatie voor sport en spel, voorzien van een schrijlings berijdbare baan.Short designation: Installation for sports and games, with a straddling course.
79.4001/M/jz79.4001 / M / jz
Er zijn reeds vele installaties bekend die gebruik maken van natuurlijke omstandigheden of van een kunstmatig aangelegde baan om daarmede het beoefenen van een sport of een spel mogelijk te maken. Hierbij glijdt of rolt de gebruiker langs een min of meer 5 van bochten voorzien parcours, dat gemakkelijker of moeilijker is, doch steeds een helling vertoont.Many installations are already known which make use of natural conditions or of an artificially constructed course in order to enable the practice of a sport or a game. The user herein slides or rolls along a more or less curved track, which is easier or more difficult, but always has a slope.
Wanneer de baan vlak is, brengt dit met zich mee dat de gebruiker een belangrijke rol speelt ten opzichte van zijn evenwicht, zijn stand en zijn snelheid, wanneer hij een val wil voorkomen.When the track is flat, this means that the user plays an important role in his balance, stance and speed when he wants to avoid a fall.
10 Wanneer de gebruiker zich op een voertuig bevindt, zelfs wanneer dit zeer klein is, heeft men er reeds aan gedacht de gebruiker te laten samenwerken met een doorlopend lineair baanvormig element dat als een geleiding dienst doet. De gebruiker heeft dan een volledig passieve rol en ondergaat slechts de verplaatsing die eens voor 15 altijd is vastgesteld voor zowel het parcours als de snelheid.When the user is on a vehicle, even if it is very small, it has already been envisaged to have the user cooperate with a continuous linear track-shaped element that serves as a guide. The user then has a fully passive role and only undergoes the displacement that has been determined once and for all for both the course and the speed.
Voor dit geval is het bijzonder belangrijk op te merken dat het voertuig en de baan met elkaar zijn verbonden door een zodanig middel dat de langsverplaatsing mogelijk is terwijl de dwarsver-plaatsing onmogelijk is teneinde te voorkomen dat het voertuig de 20 baan verlaat. Een installatie van dit type heeft gevoerd tot het verwezenlijken van niet alleen kermis-attracties doch eveneens van voortbewegingsmiddelen zoals b.v. een monorail-trein.In this case, it is particularly important to note that the vehicle and the track are connected by such a means that longitudinal displacement is possible while transverse displacement is impossible to prevent the vehicle from leaving the track. An installation of this type has led to the realization of not only fairground attractions but also of propelling means such as e.g. a monorail train.
Man kan eveneens installaties aanhalen van een soort dat is gelegen tussen de twee hierboven beknopt beschreven typen, welke 25 installaties daarin bestaan dat aan het parcours een holle doorsnede wordt gegeven waarvan de wanden zijn opgetrokken, in het bijzonder \in de bochten. De gebruiker kan aldus gezeten of gelegen op een klein voertuigje zoals een slede, dit parcours doorlopen in langsrichting waarbij een beperkte zijdelingse verplaatsing wordt 7920009 - 2 - ondergaan die onder controle wordt gehouden.Man may also quote installations of a type located between the two types briefly described above, these installations consisting in that the course is given a hollow cross-section, the walls of which are drawn up, in particular in the bends. Thus, seated or located on a small vehicle such as a carriage, the user can walk through this track in the longitudinal direction undergoing a limited lateral displacement which is kept under control.
In ieder geval is er tussen de bekende installaties die in hoofdzaak de zwaartekracht gebruiken om op een natuurlijke wijze de verplaatsing van een gebruiker ten opzichte van de grond op te 5 wekken, geen enkele installatie die schrijlings kan worden gebruikt en die een beroep doet op de evenwichtstechniek dat ook maar in de buurt komt van hetgeen vereist is bij de rijkunst of bij toepassing van tweewielers, zoals een motorfiets.In any case, among the known installations that mainly use gravity to naturally induce the movement of a user relative to the ground, there is not a single installation that can be used astride the balancing technique that comes close to what is required in the art of riding or using two-wheelers, such as a motorcycle.
De installatie volgens de uitvinding onderscheidt zich 10 doordat het lineaire element axiaal hellend is over tenminste een deel van zijn lengte, en een bolle doorsnede vertoont, terwijl de ondersteuning voor de berijder(s) is voorzien van een wrijvings-arme bekleding zoals rollen of kogels of dergelijke via welke de ondersteuning op het lineaire element rust op een geheel vrije en 15 beweeglijke wijze.The installation according to the invention is distinguished in that the linear element is axially inclined over at least a part of its length, and has a convex cross-section, while the support for the rider (s) is provided with a low-friction coating such as rollers or balls or the like through which the support rests on the linear element in a completely free and mobile manner.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening die de installatie en details hiervan toont zonder daartoe beperkt te zijn.The invention will be explained in more detail with reference to the drawing, which shows the installation and details thereof, without being limited thereto.
Fig. 1 is een algemeen overzicht van de installatie 20 waarbij ook het gebruik is afgebeeld.Fig. 1 is a general overview of the installation 20, also illustrating its use.
De Fig. 2 en 3 zijn een doorsnede welke het wezenlijke beginsel van de uitvinding tonen, waarbij de ondersteuning van de berijder kan schommelen ten opzichte van de langshartlijn van de installatie.Fig. 2 and 3 are a sectional view showing the essential principle of the invention wherein the rider support may oscillate relative to the longitudinal axis of the installation.
25 Fig. 4 toont een doorsnede van een speciale uitvoerings vorm.FIG. 4 shows a section of a special embodiment.
Fig. 5 toont perspectivisch de wijze waarop de installatie in de variant volgens Fig. 4 kan worden gebruikt.Fig. 5 shows in perspective the manner in which the installation in the variant according to FIG. 4 can be used.
s.s.
\ 7920009\ 7920009
De Fig. 6-9 tonen in perspectief verschillende uitvoeringsvormen van vormsegmenten die na samenvoeging een baan volgens de uitvinding kunnen vormen.Fig. 6-9 show in perspective different embodiments of shape segments which can form a web according to the invention after assembly.
Fig. 10 toont schematisch het samenvoegen van verschillende 5 segmenten waarmee aan de baan een vertikaal hellend parcours wordt gegeven.Fig. 10 schematically shows the joining of different segments with which a vertical inclined course is given to the track.
Fig. 11 toont een bovenaanzicht van het samenvoegen van verschillende segmenten waarmee aan de baan een horizontaal parcours met bochten wordt gegeven.Fig. 11 shows a top view of the joining together of different segments with which the track is given a horizontal course with curves.
10 De Fig. 12-14 tonen in perspectief drie andere varianten van de installatie volgens de uitvinding.FIG. 12-14 show in perspective three other variants of the installation according to the invention.
De Fig. 15 en 16 tonen elk een speciale uitvoering van de ondersteuning voor de berijder welke ondersteuning kan samenwerken met de baan volgens de uitvinding.Fig. 15 and 16 each show a special embodiment of the support for the rider, which support can cooperate with the track according to the invention.
15 De installatie voor sport en spel volgens de uitvinding is voorzien van een lineair baanvormig element ten opzichte waarvan tenminste één ondersteuning voor een of meer personen zodanig kan worden aangebracht dat de ondersteuning in axiale richting ten opzichte van het lineaire element verplaatsbaar is. Zoals bijvoor-20 beeld te zien in Fig. 1 onderscheidt zich deze installatie doordat het lineaire element 100 axiaal hellend is opgesteld, hetgeen bijzonder duidelijk zichtbaar is in het bovenste deel aan de rechterzijde van Fig. 1. Het element 100 heeft een bolle en gebogen doorsnede voor het opnemen van een ondersteuning 200 voor een of meer 25 personen. Deze ondersteuning bezit een holle zijde voor het omvatten van de nok (of vorst) 101 van het element 100, evenals een deel van de flanken 102 en 103. De holle zijde van de ondersteuning 200 is voorzien van wrijvingsverminderende organen 201 welke hier bestaan uit kogels die vrij draaibaar zijn aangebracht in kassen welke zijn 30 bevestigd aan de holle zijde van de ondersteuning 200. Hierdoor komt de permanente aanraking tussen de ondersteuning 200 en het 7920009 - 5 - element 100 tot stand via deze organen 201.The installation for sports and games according to the invention is provided with a linear track-shaped element with respect to which at least one support for one or more persons can be arranged such that the support can be moved in axial direction relative to the linear element. As shown, for example, in FIG. 1 is distinguished from this installation in that the linear element 100 is disposed axially inclined, which is particularly clearly visible in the upper part on the right-hand side of FIG. 1. The element 100 has a convex and curved cross section for receiving a support 200 for one or more 25 persons. This support has a hollow side for enclosing the cam (or frost) 101 of the element 100, as well as a portion of the flanks 102 and 103. The hollow side of the support 200 is provided with friction reducing members 201 which here consist of balls which are freely rotatable in greenhouses which are attached to the hollow side of the support 200. As a result, the permanent contact between the support 200 and the 7920009-5 element 100 is effected via these members 201.
Anderzijds is het holle vlak van de ondersteuning 200 voorzien van remorganen en rust deze ondersteuning vrijerlijk op het element 100. Hierdoor kan de ondersteuning 200 een beweging 6 verkrijgen in een vlak loodrecht op de hartlijn van het element 100. Deze bewegingen zijn afhankelijk van de evenwichtskracht van de persoon die schrijlings op de ondersteuning 200 is gezeten.On the other hand, the hollow surface of the support 200 is provided with braking members and this support rests freely on the element 100. As a result, the support 200 can obtain a movement 6 in a plane perpendicular to the center line of the element 100. These movements depend on the equilibrium force of the person seated astride support 200.
Op deze wijze kan de persoon inwerken op de remorganen voor het beheersen van zijn snelheid en wel in afhankelijkheid van 10 de bochten van het parcours en van zijn evenwichtsvermogen. De maximale snelheid hangt af van de gegeven helling van het element 100, van het gewicht van de persoon en van de zo gering mogéLijke wrijvingscoëfficiënt tussen het element 100 en de ondersteuning 200. In Fig. 1 heeft men naast elkaar twee installaties volgens de 15 uitvinding afgebeeld, waarbij de verwijzingscijfers van de tweede installatie voorzien zijn van een accent.In this way, the person can act on the braking members to control his speed, depending on the curves of the course and his balance ability. The maximum speed depends on the given slope of the element 100, on the weight of the person and on the least possible coefficient of friction between the element 100 and the support 200. In FIG. 1 two installations according to the invention have been shown side by side, the reference numbers of the second installation being accentuated.
Uit Fig. 1 is zichtbaar dat twee personen of gebruikers of berijders A en B die op de ondersteuning 200 resp. 200' zijn gezeten, een baan kunnen afleggen. Degene die het eerste aankomt is 20 uiteraard de persoon die het hardste kan voortbewegen, hetzij door minder te remmen dan de andere, of door het op meer deskundige wijze nemen van de bochten en het daarbij handhaven van zijn evenwicht.From fig. 1 shows that two persons or users or riders A and B who are on the support 200 resp. 200 'are able to do a job. The first to arrive is of course the person who can move the hardest, either by braking less than the others, or by taking the turns more expertly and maintaining his balance.
Aan de rechterzijde van Fig. 1 ziet men dat de persoon C zich moet buigen en tenminste een van zijn armen moet verplaatsen 25 bij het ingaan van een bocht van het element 100. Wanneer de gebruiker zich in een recht stuk van het element 100 bevindt, is de ondersteuning 200 geplaatst zoals afgebeeld in Fig. 2, d.w.z. een stand waarbij de hartlijn x vertikaal staat en samenvalt met de vertikale hartlijn van het element 100. Wanneer de gebruiker 30 een bocht neemt met een betrekkelijk grote snelheid, is hij verplicht zich naar het inwendige van de bocht te buigen ter compen- 792 0 0 0 9 - 6 - satie van het bekende effect van de centrifugaalkracht· In dat geval is de hartlijn x van de ondersteuning 200 hellend geplaatst zoals te zien in Fig. 3.On the right side of Fig. 1 it is seen that the person C has to bend and move at least one of his arms 25 when entering a bend of the element 100. When the user is in a straight part of the element 100, the support 200 is positioned as depicted in fig. 2, ie a position where the centerline x is vertical and coincides with the vertical centerline of the element 100. When the user 30 takes a bend at a relatively high speed, he is obliged to bend towards the interior of the bend for compensation. 792 0 0 0 9 - 6 - sation of the known effect of the centrifugal force · In that case, the axis x of the support 200 is placed inclined as shown in Fig. 3.
Uiteraard is de hartlijn x naar rechts verplaatst en niet 5 meer naar links zoals afgeheeld in Fig. 3, voor een bocht die de andere kant op is gericht. Men ziet derhalve dat overeenkomstig de uitvinding de ondersteuning 200 zich in dwarsrichting moet kunnen verplaatsen ten opzichte van de langshartlijn van het element 100. Dit is mogelijk dankzij de aanwezigheid van de organen 201 die de 10 verplaatsing in langsrichting van de ondersteuning 20 verzekeren onder het gelijktijdig toelaten van zijwaartse bewegingen.Of course, the centerline x has been moved to the right and not 5 more to the left as shown in Fig. 3, for a bend facing the other way. It is therefore seen that, according to the invention, the support 200 must be able to move transversely with respect to the longitudinal axis of the element 100. This is possible thanks to the presence of the members 201 which ensure the longitudinal displacement of the support 20 while simultaneously allow sideways movements.
Men kan eveneens zien dat het element 100 evenals de ondersteuning 200 zowel de ene als de andere vrij zijn van elk middel van een positieve verbinding die een dwarsbeweging van de 15 ondersteuning ónmogelijk zou maken. Dit heeft tot gevolg dat de ondersteuning 200 kan worden losgemaakt van het element 100 wanneer bijvoorbeeld de gebruiker niet goed zijn evenwicht bewaart in een bocht waarbij de centrifugaalkracht het afwerpen van de ondersteuning 200 en dientengevolge de val van de gebruiker veroorzaakt.It can also be seen that the element 100, as well as the support 200, are both free from either means of any positive connection which would make transverse movement of the support impossible. As a result, the support 200 can be detached from the element 100 if, for example, the user does not properly maintain his balance in a bend, the centrifugal force causing the support 200 to drop and consequently the user to fall.
20 Opdat de ondersteuning 200 zich gemakkelijk kan verplaatsen in dwarsrichting ten opzichte van de langshartlijn van het element 100, is dit element bij voorkeur uitgevoerd met gebogen flanken en kan bijvoorbeeld een ovale doorsnede bezitten met de langs de hoofdas vertikaal, waarbij deze doorsnede eventueel is afgesneden nabij 25 de basis of gedeeltelijk in de grond is verzonken.In order that the support 200 can easily move in transverse direction with respect to the longitudinal axis of the element 100, this element is preferably made with curved flanks and can for instance have an oval section with the vertical along the main axis, this section being optionally cut off. is sunk near the base or partially in the ground.
Voor het verschaffen van een mogelijkheid dat de gebruiker een verloren evenwicht kan herstellen, of dat deze over een groter aantal mogelijkheden kan beschikking, wordt aan het onderste deel van elke flank van het element 100 een in langsrichting verlopende 30 strook 104 en 105 aangebracht welke strook doorloopt en is gelegen in een vlak dat in hoofdzaak dwars is gelegen op de bijbehorende flank. In de uitvoeringsvorm volgens de Fig. 2, 3 en 4 ziet men 7 9 2 0 0 0 9 - 7 - bovendien dat elke strook 104 en 105 is voorzien van een opstaande zijrand 106 en 107.To provide a possibility that the user can recover a lost equilibrium, or that he has access to a greater number of possibilities, a longitudinal strip 104 and 105 is applied to the lower part of each flank of the element 100, which strip continues and is located in a plane substantially transverse to the associated flank. In the embodiment according to Figs. 2, 3 and 4 it is seen that 7 9 2 0 0 0 9 - 7 - moreover, that each strip 104 and 105 is provided with an upright side edge 106 and 107.
Al naar gelang het gebruik dat men maakt van de installatie volgens de uitvinding kan men op de bovenzijde van elk der stroken 5 104 en 105 wrijvingsverminderende organen aanbrengen zodanig dat elk van deze stroken een soort extra parcours vormt. Op deze wijze kan de schrijlings op een ondersteuning 200 gezeten gebruiker bovendien zijn voeten op de stroken 104 en 105 plaatsen zonder ook maar iets in snelheid te verminderen doch teneinde daarmee te verhinderen 10 te worden afgeslingerd· Dit roept een zekere vergelijking op met de evenwichtstechniek bij het skiën, bij het schaatsen rijden of bij rolschaatsen.Depending on the use made of the installation according to the invention, friction-reducing members can be applied to the top of each of the strips 104 and 105, such that each of these strips forms a kind of additional course. In this way, the user seated on a support 200 can additionally place his feet on the strips 104 and 105 without slowing anything in any way but so as to prevent them from being flung off. This evokes a certain comparison with the balancing technique in skiing, skating or roller skating.
Het is ook mogelijk de bovenzijde van de stroken 104 en 105 te voorzien van wrijvingsorganen om op die wijze een zekere steun 15 bij het remmen te verschaffen wanneer de gebruiker zijn voeten op de stroken 104 en 105 plaatst. Onder die omstandigheden moet de gebruiker om zich met de grootst mogelijke snelheid voort te bewegen, zijn voeten optillen. Het element 100 volgens de uitvinding heeft ongeveer een dwarsdoorsnede vorm gelijk aan de griekse letter £1 20 wanneer de flanken zijn gebogen en aan de onderzijde daarvan zij-stroken zijn aangebracht·It is also possible to provide the top of the strips 104 and 105 with friction members to provide some braking support in this way when the user places his feet on the strips 104 and 105. Under these conditions, the user must lift his feet to move at the greatest possible speed. The element 100 according to the invention has approximately a cross-sectional shape similar to the Greek letter £ 1 when the flanks are bent and side strips are arranged at the bottom thereof.
In de Fig. 2, 3 en 4 heeft men het element 100 als massief afgebeeld, doch dit kan ook hol zijn uitgevoerd, zoals afgebeeld in de Fig. 5-13. Wanneer het element 10 hol is kan dit een leiding 25 vormen voor een medium of voor kabels en dergelijke. Op deze wijze kan men een bestaande installatie zoals een waterleiding gebruiken zodra deze leiding op de grond is geplaatst en geen zijdelingse uitsteeksels vertoont die een beletsel kunnen vormen voor de verplaatsing van de ondersteuningen voor de personen. Omgekeerd kan 30 men een installatie volgens de uitvinding gebruiken om hiervan een leiding, of tenminste een beschermingselement te maken voor elec-trische kabels of telefoonleidingen, hetgeen de kwaliteit van het 792 0 0 0 9 - 8 - milieu verbetert. Men kombineert immers het nuttige met het aangename. Elk element 100 kan worden verkregen door vervaardiging in situ van een materiaal zoals beton. De installatie kan ook worden verkregen door het aan elkaar schakelen van individuele segmenten 5 zoals dit is afgebeeld in Fig. 1.In Figs. 2, 3 and 4, the element 100 has been shown as solid, but it can also be hollow, as shown in Figs. 5-13. When the element 10 is hollow, it can form a conduit 25 for a medium or for cables and the like. In this way, an existing installation such as a water pipe can be used as soon as this pipe is placed on the ground and does not have lateral protrusions which can impede the displacement of the supports for the persons. Conversely, an installation according to the invention can be used to make it into a conduit, or at least a protection element for electrical cables or telephone lines, which improves the quality of the environment. After all, the useful is combined with the pleasant. Each element 100 can be obtained by in situ fabrication of a material such as concrete. The installation can also be accomplished by connecting individual segments 5 as shown in FIG. 1.
In het ene of in het andere geval, kan elk element 100 zijn voorzien van een in langsrichting verlopende afplatting 108 welke bij voorkeur langs de zijranden 109 en 110 is begrensd zoals afgebeeld in de Fig. 4 en 5. Deze afplatting 108 vormt aldus een 10 baan of parcours, bijvoorbeeld voor een rolplank D die de gebruiker E kan benutten door hier schrijlings op te gaan zitten. Dit is een interessante vernieuwing voor dit type sport, zie Fig. 5. In deze figuur zijn de zijstroken 104 en 105 niet voorzien van de randen 106 en 107, doch vertonen deze stroken in langsrichting verlopende 15 groeven dankzij welke de gebruiker zich van zijn voeten kan bedienen voor het terugvinden van zijn evenwicht, zonder daarbij zijdelings te glijden. Wanneer het element 100 is voorzien van de afplatting 108, kunnen de ondersteuningen 200 zodanig zijn uitgevoerd dat de wrijvingsverminderende organen zoals de rollen 201 niet worden 20 gehinderd door de zijkanten 109 en 110 wanneer de ondersteuning 200 zich zijdelings verplaatst. Hiertoe kan men kiezen tussen twee verschillende oplossingen: - volgens een eerste oplossing kunnen de rolorganen 201 zijdelings zijn aangebracht en zijn er geen rollen in de hartlijn van de 25 ondersteuning 200. Op deze wijze kunnen de zijdelingse rollen 201 vanaf de buitenzijde naar de binnenzijde de randen 109 en 110 bereiken, aangezien dit zou betekenen dat de ondersteuning een helling zal innemen van zijn hartlijn x welke zeer extreem is. De ondersteuning 200 moet in deze variant voldoende stijf 30 zijn dat een schrijlings hierop gezeten persoon geen doorknikken in het midden veroorzaakt. Dit midden vormt immers de plaats die niet rechtstreeks wordt ondersteund door rolorganen. Een 7920009 - 9 - doorknikken zou voeren tot een wrijving tussen de ondersteuning 200 en het element 100.In one or the other case, each element 100 may be provided with a longitudinal flattening 108 which is preferably defined along the side edges 109 and 110 as shown in Figs. 4 and 5. This flattening 108 thus forms a track or course, for instance for a rolling board D which the user E can use by sitting on it astride it. This is an interesting innovation for this type of sport, see Fig. 5. In this figure, the side strips 104 and 105 are not provided with the edges 106 and 107, but these strips have longitudinal grooves, thanks to which the user can use his feet to regain his balance, without sideways to slide. When the element 100 is provided with the flattening 108, the supports 200 may be configured so that the friction reducing members such as the rollers 201 are not hindered by the sides 109 and 110 when the support 200 moves laterally. For this purpose, one can choose between two different solutions: - according to a first solution, the roller members 201 can be arranged laterally and there are no rollers in the center line of the support 200. In this way, the side rollers 201 can move from the outside to the inside. edges 109 and 110 as this would mean that the support will take a slope from its centerline x which is very extreme. The support 200 in this variant must be sufficiently rigid that a person seated on it does not cause kinking in the middle. After all, this center is the place that is not directly supported by roller members. A 7920009-9 buckling would cause friction between the support 200 and the element 100.
- Volgens een tweede oplossing is de ondersteuning 200 voorzien van rollen 201 recht tegenover de afplatting 108. Deze rollen 5 moeten verder verwijderd zijn van de bolle zijde van de onder steuning 200 dan de andere rollen 201. Men kiest dan een breedte van de afplatting 108 tussen de zijkanten 109 en 110 in afhankelijkheid van de afmeting van de centrale rollen 201. Dit geschiedt zodanig dat de zijwaartse uitwerkingen van de hart-10 lijn x slechts mogelijk blijven binnen de hoek (X (zie Fig. 4).According to a second solution, the support 200 is provided with rollers 201 directly opposite the flattening 108. These rollers 5 must be further away from the convex side of the support 200 than the other rollers 201. A width of the flattening 108 is then chosen. between the sides 109 and 110 depending on the size of the central rollers 201. This is done in such a way that the lateral effects of the center-line x remain only within the angle (X (see Fig. 4).
Op deze wijze kan de hartlijn x ten hoogste een helling krijgen zonder dat daarbij de centrale rollen 201 in aanraking komen met de zijkanten 109 en 110.In this way, the centerline x can have at most a slope without the central rollers 201 contacting the sides 109 and 110.
Wanneer men het element 100 wil opbouwen uit segmenten, 15 kan men verschillende oplossingen kiezen. De meest landelijke manier bestaat uit het opbouwen van dit element uit onafhankelijke segmenten die hol zijn en uit synthetisch materiaal worden gegoten op bolvormige matrijzen. Op die manier heeft elk segment in hoofdzaak de vorm van een tunnel en kunnen de elementen stuk voor stuk tegen elkaar worden 20 geplaatst. De onregelmatigheden van het terrein kunnen dan worden gevolgd door aan de verschillende segmenten een verschillende hoek te geven dankzij de mogelijkheid dat een uiteinde van het ene segment kan worden gestoken in de opening van een aangrenzend element. Dit kan gedeeltelijk worden verwezenlijkt dankzij de elasticiteit 25 van het materiaal waarvan de segmenten zijn vervaardigd.If one wants to build the element 100 out of segments, one can choose different solutions. The most rural way consists of building this element from independent segments that are hollow and cast from synthetic material on spherical molds. In this way, each segment is substantially tunnel-shaped and the elements can be placed one by one. The irregularities of the terrain can then be followed by giving the different segments a different angle due to the possibility that one end of one segment can be inserted into the opening of an adjacent element. This can be partly achieved thanks to the elasticity of the material from which the segments are made.
Met deze vrij grove methode kan de kontinuiteit tussen verschillende segmenten slecht zijn d.w.z. dat er tamelijk grote hoekwijzigingen tussen de segmenten optreden evenals stootranden die tenminste een hoogte hebben die gelijk is aan de dikte van het 30 materiaal waaruit de segmenten zijn vervaardigd. Nu kunnen deze onregelmatigheden en deze stootranden juist zijn gewenst om een speels element aan te brengen en om extra moeilijkheden op te wekken 7920009 - 10 - die hei spel aantrekkelijk maken. Wanneer men daarentegen een zo goed mogelijke kontinuiteit wenst zowel langs de nok van de baan als langs de flanken van de elementen 100, moeten de verschillende elementen zich op geschikte wijze aan elkaar aanpassen onder het 5 volgen van de ongelijkmatigheden van het terrein en de horizontale bochten die men aan het element 100 wil geven.With this rather coarse method, the continuity between different segments can be poor, that is to say that fairly large angular changes occur between the segments, as well as bumpers that have at least a height equal to the thickness of the material from which the segments are made. Now, these irregularities and these bumpers may be desirable to provide a playful element and to create additional difficulties that make the game attractive. On the other hand, if one wishes for the best possible continuity both along the ridge of the track and along the flanks of the elements 100, the different elements must suitably adapt to each other, following the irregularities of the terrain and the horizontal curves. that one wants to give to the element 100.
Uit de Fig* 6-9 kan men zien op welke wijze er segmenten van verschillende vorm kunnen worden gebruikt. Fig. 6 toont een segment 120 waarvan de nok of vorst 101 recht is en evenwijdig aan 10 de onderste randen 121. Deze randen zijn voorzien van zijdelingse stroken 104 en 105 evenwijdig aan de nok 101. De open uiteinde»van het element 120 zijn evenwijdig en zijn voorts gelegen in een vlak loodrecht op de hartlijn van het element 120. Deze uiteinden zijn elk voorzien van een inwendige kraag 122 voorzien van gaten 123.Fig. 6-9 shows how segments of different shapes can be used. Fig. 6 shows a segment 120, the ridge or frost 101 of which is straight and parallel to the lower edges 121. These edges are provided with lateral strips 104 and 105 parallel to the ridge 101. The open ends of the element 120 are parallel and are further located in a plane perpendicular to the centerline of the element 120. These ends each have an internal collar 122 provided with holes 123.
15 Door twee elementen 120 met hun uiteinden tegen elkaar te plaatsen, waarbij de kragen 122 recht op elkaar aansluiten, kan men de kragen aan elkaar verbinden door middel van bouten die worden gestoken door de gaten 123. Een element 100 dat uitsluitend is opgebouwd uit aan elkaar grenzende segmenten 120, vormt aldus een lange rechte tunnel 20 en men kan hieraan geen andere helling geven dan die van een zeer gelijkmatig vlak waarop de tunnel wordt bevestigd. Men kan aan dit element geen slingerend verloop geven in een horizontaal vlak.By placing two elements 120 with their ends against each other, whereby the collars 122 connect straight to one another, the collars can be connected to each other by means of bolts that are inserted through the holes 123. An element 100 which is exclusively constructed of adjacent segments 120, thus forming a long straight tunnel 20 and it cannot be given a slope other than that of a very even surface on which the tunnel is fixed. It is not possible to give a winding course in a horizontal plane to this element.
In Fig. 7 is een segment 130 afgebeeld waarvan de nok 101 is gebogen om aan dit segment de vorm van een ezelsrug te geven.In FIG. 7, a segment 130 is shown, the cam 101 of which is bent to give this segment the shape of a donkey's back.
25 De onderste randen 131 zijn eveneens gebogen en liggen derhalve evenwijdig aan de nok 101, evenals de zijstroken 104 en 105. Op soortgelijke wijze als het segment 120, is het segment 130 aan zijn beide uiteinden voorzien van een kraag 132 voorzien van gaten 133 voor het doorlaten van bevestigingsbouten. Dit segment 130 maakt 30 het mogelijk aan het element 100 een vertikale helling te geven wanneer dit segment b.v. twee segmenten 120 met elkaar koppelt die dan tussen elkaar een hoek insluiten overeenkomstig aan de boog van 7920009 - 11 - het segment 130.The lower edges 131 are also curved and are therefore parallel to the ridge 101, as are the side strips 104 and 105. Similarly to the segment 120, the segment 130 is provided at both ends with a collar 132 provided with holes 133 for passing through fastening bolts. This segment 130 makes it possible to give the element 100 a vertical slope when this segment is e.g. two segments 120 together which then enclose an angle between each other corresponding to the arc of 7920009 - 11 - the segment 130.
Wanneer het segment 130 wordt geplaatst tussen twee segmenten 120 horizontaal of evenwijdig, moeten in de eerste plaats de kragen 132, evenals in het segment 120 zijn gelegen in vlakken 5 die loodrecht staan op de hartlijn van het segment, in plaats van hiermede een helling in te sluiten zoals afgeheeld in Fig. 7.When the segment 130 is placed between two segments 120 horizontally or in parallel, first of all, the collars 132, as in the segment 120, must be located in planes 5 that are perpendicular to the axis of the segment, instead of being inclined to close as shown in Fig. 7.
Deze montage heeft bovendien tot gevolg dat een soort bult wordt verkregen die soms gewenst kan zijn om daarmee aan het element 100 een plotselinge verandering van de helling te geven voor het ver-10 hogen van de aantrekkelijkheid van de installatie.Moreover, this mounting results in the creation of a type of bump which may sometimes be desirable to thereby impart to the element 100 a sudden slope change to increase the attractiveness of the installation.
In Fig. 8 is een segment 140 afgeheeld waarvan de nok recht is en evenwijdig aan de hartlijn. Het segment 140 heeft onderste randen 141 die evenwijdig liggen aan de nok 101, evenals de zijstroken 104 en 105. Een van de uiteinden van het segment 140 is 15 overeenkomstig het uiteinde 122 van het segment 120 voorzien van een kraag 142 voorzien van gaten 143 gelegen in een vlak loodrecht op de langshartlijn van het segment 140. Daarentegen is het andere uiteinde 144 gelegen in een hellend vlak dat wil zeggen niet loodrecht op de hartlijn van het segment 140.In FIG. 8, a segment 140 is inclined, the cam of which is straight and parallel to the centerline. The segment 140 has lower edges 141 that are parallel to the ridge 101, as are the side strips 104 and 105. One of the ends of the segment 140 is located corresponding to the end 122 of the segment 120 with a collar 142 provided with holes 143 in a plane perpendicular to the longitudinal axis of the segment 140. On the other hand, the other end 144 is located in an inclined plane, i.e. not perpendicular to the axis of the segment 140.
20 Op deze wijze strekt de nok 101 zich uit over een lengte die langer is dan de lengte van de kanten 141 en de stroken 104 en 105. Met een dergelijk segment 140 kan de verbinding worden verkregen tussen twee evenwijdige delen van het element 100. Men kan bijvoorbeeld aan dit element 100 een kromming geven die in 25 hoofdzaak bolvormig is in de langsrichting, alhoewel de nok 101 recht is in tegenstelling tot de nok 101 van het hiervoor beschreven segment 130.In this way the cam 101 extends over a length longer than the length of the edges 141 and the strips 104 and 105. With such a segment 140 the connection can be obtained between two parallel parts of the element 100. for example, this element 100 can give a curvature which is substantially spherical in the longitudinal direction, although the cam 101 is straight as opposed to the cam 101 of the segment 130 described above.
In Fig. 9 is een segment 150 afgeheeld dat in een zekere zin het tegendeel vormt van het segment 140. Hierbij is de nok 101 30 recht en korter dan de onderste randen 151. Deze randen alsmede de zijstroken 104 en 105 zijn recht en evenwijdig aan de nok 101. De 792 0 0 0 9 - 12 - twee uiteinden van het segment 150 zijn hellend· Deze strekken zich uit in vlakken die niet loodrecht staan op de hartlijn van het segment 150. In de afgeheelde uitvoeringsvorm convergeren deze eindvlakken en zijn zij symmetrisch. De kragen 152 zijn voorzien 5 van gaten 153 teneinde het segment 150 aan andere segmenten te koppelen. Het segment 150 maakt het bijvoorbeeld mogelijk een hellend gedeelte van het element 100 te verbinden met een horizontaal deel van het element 100.In FIG. 9, a segment 150 is inclined which in a sense forms the opposite of the segment 140. The cam 101 30 is straight and shorter than the lower edges 151. These edges, as well as the side strips 104 and 105, are straight and parallel to the cam 101 The 792 0 0 0 9 - 12 - two ends of the segment 150 are inclined · These extend in planes that are not perpendicular to the centerline of the segment 150. In the cut embodiment, these end surfaces converge and are symmetrical. The collars 152 are provided with holes 153 in order to couple the segment 150 to other segments. The segment 150 makes it possible, for example, to connect an inclined part of the element 100 to a horizontal part of the element 100.
In Fig. 10 is een element 100 afgebeeld dat uitsluitend 10 is opgebouwd uit segmenten van het type 120, 130, 140 en 150. In andere woorden, het element 100 kan worden verkregen voor het volgen van een neerwaartse glooiing doch is recht wanneer men dit van boven bekijkt. Dit betekent dat het traject geen bochten of golven vertoont zodat het parcours een rechte lijn vormt.In FIG. 10 illustrates an element 100 composed only of segments of the types 120, 130, 140 and 150. In other words, the element 100 can be obtained for tracking a downward slope but is straight when viewed from above. . This means that the route has no curves or waves, so that the course forms a straight line.
15 In Fig. 10 herkent men de verschillende segmenten die zojuist zijn beschreven. Beginnend aan de bovenzijde aan de rechterkant van de tekening ziet men eerst vier segmenten 120 die een vlak deel vormenr(horizontaal of hellend). Vervolgens komt een segment 130 die aan het element 100 een meer uitgesproken helling 20 geeft. Hierna komt er een segment 140 die de helling nog meer accentueert. Vervolgens komen er twee segmenten 120 door middel waarvan de door de segmenten 140 verschafte helling wordt verlengd. Daarna is er een segment 150 die deze belangrijke helling koppelt met drie segmenten 120 waarmede aan het element 100 een recht 25 gedeelte wordt gegeven met een helling die gelijk óf verschillend is ten opzichte van de eerste segmenten 120 gelegen aan de bovenzijde en rechterkant van Fig. 10.In FIG. 10 one recognizes the different segments just described. Starting at the top on the right side of the drawing, four segments 120 are first seen which form a flat part (horizontal or inclined). Then comes a segment 130 which gives the element 100 a more pronounced slope 20. Then comes a segment 140 that accentuates the slope even more. Two segments 120 then follow, by which the slope provided by the segments 140 is extended. Then there is a segment 150 that couples this major slope with three segments 120 giving the element 100 a straight portion with a slope equal or different from the first segments 120 located at the top and right sides of FIG. 10.
In de praktijk kan men op deze wijze het element 100 elk soort helling en ongelijkmatigheid laten volgen en kan men de hel-30 ling meer of minder plotseling veranderen over afstanden die zeer lang kunnen zijn (in de orde van honderden meters) of in tegendeel zeer kort wanneer bijvoorbeeld men aan het geheel een zeer steile 7920009 - 13 - helling geeft. Het parcours kan eindigen met een stijgende helling waarmede de stilstand van de gebruiker wordt bevorderd, zelfs wanneer deze niet voldoende remt.In practice, the element 100 can be made to follow any kind of slope and unevenness in this way, and the slope can be changed more or less suddenly over distances that can be very long (on the order of hundreds of meters) or, on the contrary, very short when, for example, the whole is given a very steep 7920009 - 13 slope. The trail may end with an upward slope which promotes the user's standstill, even if they do not brake sufficiently.
Oe segmenten die door de aaneenschakeling het element 100 5 voltooien, kunnen uiteinden bezitten die zijn gelegen in een vlak dat niet loodrecht staat op de hartlijn van het segment zelf. Dit kan geschieden op een wijze die niet alleen is afgebeeld namelijk met een vertikale helling, doch de eindvlakken kunnen ook een horizontale helling vertonen. In Fig. 11 kan men uitgaande van de 10 rechterzijde, beginnen met een eerste segment 160 gevolgd door een segment 120, waaraan twee segmenten 160 zijn bevestigd die in dezelfde richting zijn geplaatst. Dit laatste betekent dat de grote basis aan dezelfde zijde is gelegen waarna deze twee segmenten worden gevolgd door twee andere segmenten 160 die op soortgelijke 15 wijze doch in omgekeerde stand zijn bevestigd. Dit betekent dat aan dezelfde kant van het element 100 zich de lange zijde van de eerste segmenten 160 en vervolgens de twee korte zijden van de volgende segmenten 160 bevinden, waarna men een recht segment 120 aantreft.The segments that complete the element 100 5 through the concatenation may have ends located in a plane that is not perpendicular to the axis of the segment itself. This can be done in a manner not only depicted with a vertical slope, but the end faces can also have a horizontal slope. In FIG. 11, starting from the right-hand side, one can start with a first segment 160 followed by a segment 120, to which are attached two segments 160 which are placed in the same direction. The latter means that the large base is located on the same side, after which these two segments are followed by two other segments 160 which are mounted in a similar manner, but in an inverted position. This means that the long side of the first segments 160 and then the two short sides of the following segments 160 are located on the same side of the element 100, after which a straight segment 120 is found.
20 Door het combineren van de segmenten 120 tot 150 afgebeeld in de Fig. 6-9 en de vorm van de segmenten 160 afgebeeld in Fig. 11, ziet men dat elementen 100 kunnen worden samengesteld die tegelijkertijd kronkelig zijn en verschillende hellingen bezitten. Dit maakt het mogelijk een zeer origineel parcours tot stand te brengen bij 25 iedere installatie waarbij het mogelijk is elk willekeurig terrein waarop men een installatie volgens de uitvinding wil aanbrengen kan volgen.By combining the segments 120 to 150 shown in Figs. 6-9 and the shape of the segments 160 shown in FIG. 11, it is seen that elements 100 can be assembled that are tortuous and have different slopes at the same time. This makes it possible to create a very original course for every installation, whereby it is possible to follow any terrain on which an installation according to the invention is to be applied.
Zoals hierboven aangegeven kan de samenstelling van het element 100 geschieden volgens verschillende varianten waaronder 30 zich de mogelijkheid bevindt om in situ de segmenten van beton te gieten, of zoals juist in detail is beschreven, het gewenste element kan worden samengesteld uit de opvolging van een aantal 7920009 - 14 - vooraf gefabriceerde segmenten· In het voorgaande is eveneens besproken dat de nok of vorst van het element materieel of virtueel kan zijn uitgevoerd. De nok is virtueel wanneer men een afplatting 108 toepast aangezien dan de flanken 102 en 103 niet met elkaar 5 zijn verbonden door een harmonische kromme. De nok is wel materieel in de gevallen afgebeeld in de Fig. 1, 2, 3 en 6-11.As indicated above, the composition of the element 100 can take place according to different variants, including the possibility of pouring the segments of concrete in situ, or as described in detail, the desired element can be composed of the follow-up of a number of 7920009 - 14 - Prefabricated Segments · It has also been discussed above that the ridge or frost of the element may be material or virtual. The cam is virtual when a flattening 108 is used, since then the flanks 102 and 103 are not connected to each other by a harmonic curve. The cam is material in the cases shown in Fig. 1, 2, 3 and 6-11.
In Fig. 12 is bij wijze van voorbeeld een uitvoeringsvorm van een installatie volgens de uitvinding afgebeeld waarbij het element 100 kan worden verkregen door toepassing van een paar 10 segmenten 170 die naast elkaar zijn opgesteld. Elk segment 170 afzonderlijk heeft een nok of vorst 171 die veel te nauw is, terwijl door het samenvoegen van twee naast elkaar gelegen segmenten met eventueel daartussen een zekere ruimte verkrijgt men een basis segment dat zeer bruikbaar is aangezien het is voorzien van de 15 flanken 102 en 103 terwijl de nok virtueel is en bestaat uit de ruimte χ tussen de deelsegmenten 170.In FIG. 12, by way of example, an embodiment of an installation according to the invention is shown, in which the element 100 can be obtained by using a pair of segments 170 arranged side by side. Each segment 170 individually has a ridge or frost 171 which is far too narrow, while by joining two adjacent segments with possibly a certain space between them one obtains a base segment which is very useful since it is provided with the flanks 102 and 103 while the cam is virtual and consists of the space χ between the sub-segments 170.
De ondersteuning 200 wordt hier boven op geplaatst teneinde het geheel te omvatten. In dit geval moeten de rollen 201 uiteraard op een juiste wijze zijn aangebracht voor het vervullen van de rol 20 die hem is toebedeeld d.w.z. het verzekeren van een zo goed mogelijke voortbeweging van de ondersteuning 200 ten opzichte van het element 100. Men kan zien dat met deze uitvoeringsvorm de ondersteuning 200 kan zijn voorzien van een soort uitsteeksel dat is gelegen tussen de segmenten 170. Op deze wijze wordt een betere stabiliteit van 25 de ondersteuning 200 gegeven zonder dat echter volledig wordt voorkomen dat deze ondersteuning van het element 100 kan losschieten· Deze manier van toepassen van de uitvinding kan bijvoorbeeld worden aangehouden wanneer de installatie is bestemd voor zeer jeugdige kinderen.The support 200 is placed on top of it to encompass the whole. In this case, of course, the rollers 201 must be properly disposed to fulfill the roll 20 allocated to it, ie ensuring the best possible advancement of the support 200 relative to the element 100. It can be seen that with In this embodiment, the support 200 may be provided with a type of projection located between the segments 170. In this way, a better stability of the support 200 is given without, however, this support being completely prevented from detaching from the element 100. manner of applying the invention can for instance be continued when the installation is intended for very young children.
30 In Fig. 13 ziet men dat het element 100 kan zijn samenge steld uit een bovenste buis 180 welke is bevestigd op een voetstuk 7920009 - 15 - 181* Dit voetstuk is voorzien van zijvleugels 182 en 183 die zijn verlengd met stroken 104 en 105. Met deze uitvoeringsvorm kan men een betrekkelijk stijf voetstuk 181 toepassen dat uit delen bestaat om op deze wijze de gewenste horizontale bochten te kunnen volgen.In FIG. 13, it will be seen that the element 100 may be composed of an upper tube 180 mounted on a base 7920009 - 15 - 181 * This base is provided with side wings 182 and 183 which are extended by strips 104 and 105. With this embodiment, a relatively stiff pedestal 181 consisting of parts is used in order to follow the desired horizontal bends.
5 Het voetstuk vormt op deze wijze een soort stippellijn terwijl de buis 180 doorlopend kan zijn en buigzaam om aldus aan het element 100 alle gewenste bochten geleidelijk te kunnen geven.The pedestal in this way forms a kind of dotted line, while the tube 180 can be continuous and flexible, so that the element 100 can gradually give all desired bends.
Fig. 14 toont een variant waarin het element 100 is samengesteld uit een bovenste deel 190 dat is geplaatst op een vertikale 10 steunrug 191 en wel zodanig dat het element 100 vrijwel geen flanken vertoont, in tegenstelling tot de hiervoor beschreven uitvoeringsvormen. Hier staat tegenover dat het element is voorzien van onderste horizontale stroken 192 en 193 die zeer breed zijn en aan de uiteinden worden begrensd door opstaande kanten 194 en 195. Het 15 bovenste deel 190 kan bijvoorbeeld voorzien zijn van een in langs-richting verlopende afplatting 196. In dit geval is het duidelijk dat men geen delen van het zadel (de ondersteuning) kan gebruiken voor het opwekken van een remkracht op de ondersteuning 200 aangezien de remorganen moeten zijn gelegen tegenover de flanken die in 20 dit geval afwezig zijn.Fig. 14 shows a variant in which the element 100 is composed of an upper part 190 which is placed on a vertical support back 191, such that the element 100 has practically no flanks, in contrast to the above described embodiments. On the other hand, the element is provided with lower horizontal strips 192 and 193 which are very wide and are bounded at the ends by upright edges 194 and 195. The upper part 190 can for instance be provided with a longitudinal flattening 196 In this case, it is clear that parts of the saddle (the support) cannot be used to generate a braking force on the support 200 since the braking members must be opposite the flanks which are absent in this case.
In dit geval past men remorganen 197 toe welke zijn aangebracht tegen het holle binnenvlak van de ondersteuning 200. Deze remorganen kunnen worden bediend door de gebruiker om in aanraking te komen met de afplatting 196 wanneer er actief moet worden geremd. 25 Tijdens de normale voortbeweging worden de remorganen 197 boven de afplatting 196 gehouden. Met deze installatie wordt de gebruiker schrijlings geplaatst op de ondersteuning 200 waarbij deze persoon aan zijn voeten glijorganen kan dragen zoals rolschaatsen of skies. Hij kan aldus gebruik maken van de installatie volgens de uitvinding 30 en daarbij gebruik maken van zowel zijn schrijlingse stand als van de ingetrokken of uitgestoken positie van zijn benen.In this case, brake members 197 are applied which are mounted against the hollow inner surface of the support 200. These brake members can be operated by the user to contact the flattening 196 when active braking is required. During normal advancement, the braking members 197 are held above the flattening 196. With this installation, the user is placed astride the support 200 whereby this person can wear sliding devices such as roller skates or skies at his feet. He can thus make use of the installation according to the invention, making use of both his straddle position and the retracted or extended position of his legs.
7920009 -16-7920009 -16-
In tegenstelling tot hetgeen is beschreven kan de gebruiker aan zijn voeten zijn uitgerust met remorganen die hij naar keuze aan de rechter- of aan de linkerkant gebruikt, of aan beide zijden tegelijkertijd. Hiermede kan hij zijn voortbeweging verlangzamen 5 of zelfs stoppen en dit kan geschieden al of niet in combinatie met de remorganen 197. Zoals reeds toegelicht aan de hand van Fig.Contrary to what has been described, the user can be fitted at his feet with braking devices which he chooses to use on the right or left side, or on both sides simultaneously. With this he can slow down or even stop his propulsion and this can take place whether or not in combination with the braking members 197. As already explained with reference to fig.
4, moeten de remorganen 197 eèn zijdelingse afmeting hebben zodanig dat deze geen belemmering vormen voor de zijwaartse bewegingen van de ondersteuning 200. Wanneer immers het bovenste deel 190 is voor-10 zien van een afplatting, mogen de remorganen 197 niet de zijkanten van deze afplatting bereiken bij een maximale helling van de ondersteuning 200. tien zal op grond van de hierboven gegeven beschrijving kunnen begrijpen dat het element 100 in de meest uiteenlopende vormen kan worden verwezenlijkt zolang dit element dienst doet als 15 geleiding voor de ondersteuning van een schrijlings gezeten persoon.4, the braking members 197 must have a lateral dimension such that they do not interfere with the lateral movements of the support 200. After all, when the upper part 190 is facing a flattening, the braking members 197 must not be the sides of this flattening At a maximum slope of the support 200, ten will be able to understand from the description given above that the element 100 can be realized in the most diverse forms as long as this element serves as a guide for the support of a straddled person.
Afhankelijk van de gekozen uitvoeringsvorm kan men het element 100 op verschillende manieren aan de grond bevestigen. Deze bevestiging kan blijvend zijn dankzij een soort fundatie of dergelijke verankeringen, doch de bevestiging kan ook verplaatsbaar en 20 demontabel zijn met behulp van organen die in de grond worden gestoken dwars door de onderste zijwaartse stroken. De ondersteuning voor de gebruiker wordt bij voorkeur verkregen in de vorm van een zadel die de herinnering oproept aan een paardrijzadel voorzien van delen die worden geplaatst tussen de flanken van het element en de 25 onderste ledematen van de gebruikende persoon.Depending on the chosen embodiment, the element 100 can be attached to the ground in various ways. This attachment can be permanent thanks to some kind of foundation or like anchors, but the attachment can also be movable and demountable with the aid of means that are inserted into the ground transversely through the bottom side strips. The support for the user is preferably obtained in the form of a saddle reminiscent of a riding saddle comprising parts placed between the sides of the element and the lower limbs of the user.
Fig. 15 toont een zadel volgens de uitvinding bestaande uit een karkas dat is opgebouwd uit U-vormige profielen 202 of driehoekige profielen 203 zodanig dat het geheel een gebogen vorm aanneemt. De profielen 202 en 203 zijn aan elkaar verbonden via 30 metaalbladen 204 die op de juiste wijze zijn gebogen en die dienst doen voor het ondersteunen van rollen 205. Op dit karkas is een bekleding 206 aangebracht alsmede een voorste en achterste begren- 7920009 - 17 - zingskussen 207 en 208· Ter weerszijden van het karkas aan de binnenzijde zijn lappen 209 bevestigd die aan hun binnenzijde zijn voorzien van wrijvingsorganen 210 zoals vezels die een remmende werking kunnen uitoefenen· 5 Wanneer het zadel 200 wordt geplaatst op een element 100, kan de gebruiker schrijlings op het zadel gaan zitten waarbij zijn onderste ledematen beschermd zijn tegen elke wrijving met het element 100. Deze bescherming wordt verschaft door het eigenlijke zadel en in hoofdzaak door de lappen 209.Fig. 15 shows a saddle according to the invention consisting of a carcass that is built up of U-shaped profiles 202 or triangular profiles 203 such that the whole assumes a curved shape. Profiles 202 and 203 are connected to each other via 30 metal sheets 204 which are properly bent and which serve to support rollers 205. On this carcass a covering 206 is provided as well as a front and rear limitation 7920009 - 17 - Singing Pads 207 and 208 · On both sides of the carcass on the inside are patches 209 which are fitted on their inside with friction members 210 such as fibers that can exert an inhibiting effect · 5 When the saddle 200 is placed on an element 100, the user sit astride the saddle with its lower limbs protected from any friction with the element 100. This protection is provided by the actual saddle and mainly by the patches 209.
10 De rolorganen (kogels 201 of rollen 205) verzekeren een gemakkelijke voortbeweging van het zadel op het element 100· De gebruiker zal zich - zoals reeds eerder beschreven - meer of minder in de bochten buigen om zijn evenwicht te handhaven. Wanneer hij zijn snelheid wil verminderen, d.w.z. wil remmen, klemt hij zijn 15 onderste ledematen zodanig dat deze op de lappen 209 een druk uitoefenen die zijn weerslag heeft op de wrijvingsorganen 210 die aldus meer of minder remmen, afhankelijk van de mate van druk die door de persoon wordt uitgeoefend. Dit remmen geschiedt door aanraking tegen de flanken van het element 100.The rollers (balls 201 or rollers 205) ensure easy movement of the saddle on the element 100 · The user will - as previously described - bend more or less in the bends to maintain his balance. When he wants to reduce his speed, ie to brake, he clamps his lower limbs so that they exert pressure on the pads 209 which has an effect on the friction members 210, thus braking more or less, depending on the degree of pressure applied by the person is exercised. This braking is effected by touching the flanks of the element 100.
20 Wanneer er aanleiding is tot toepassing van elementen met verschillende breedte, kan men ondersteuningen toepassen die in dwarsrichting buigzaam zijn zodat deze zich kunnen aanpassen aan verschillende breedten van de elementen.When there is reason to use elements of different width, supports can be used that are transversely flexible so that they can adapt to different widths of the elements.
7920009 -conclusies-7920009 - conclusions -
Claims (15)
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
FR7820529A FR2430781A1 (en) | 1978-07-10 | 1978-07-10 | SPORTS FACILITY AND TOBOGGAN FORMING GAME |
FR7820529 | 1978-07-10 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL7920009A true NL7920009A (en) | 1980-05-30 |
Family
ID=9210544
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL7920009A NL7920009A (en) | 1978-07-10 | 1979-07-10 | INSTALLATION FOR SPORTS AND GAMES, EQUIPPED WITH A RACING RIDER. |
Country Status (8)
Country | Link |
---|---|
JP (1) | JPS55500497A (en) |
BE (1) | BE877584A (en) |
DK (1) | DK99880A (en) |
FR (1) | FR2430781A1 (en) |
GB (1) | GB2038646A (en) |
IT (1) | IT1165148B (en) |
NL (1) | NL7920009A (en) |
WO (1) | WO1980000221A1 (en) |
Families Citing this family (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NO166620C (en) * | 1989-01-23 | 1991-08-21 | Hans Husevaag | ROAD SYSTEM INCLUDING A DRIVING ROAD AND A DRIVING TOY. |
DE102008023909B3 (en) * | 2008-05-16 | 2009-10-22 | Idea Tv Gesellschaft Für Kommunikative Unternehmensbetreuung Mbh | Rail system with a riding board |
RU2468565C1 (en) * | 2011-05-03 | 2012-12-10 | Сергей Сергеевич Алатырев | Bench for inspection of cabbage harvesters |
EP3452193B1 (en) * | 2016-02-01 | 2020-04-01 | Skysurfer International Limited | Amusement ride |
PL73426Y1 (en) * | 2020-06-18 | 2024-04-15 | Bikeparkitect S R O | Module for the construction of a recreational track, especially bicycle track |
Family Cites Families (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE574239C (en) * | 1932-08-10 | 1933-04-11 | Alwin Renz | An amusement runway |
US3970300A (en) * | 1972-03-18 | 1976-07-20 | Demag Aktiengesellschaft | Recreational facility slide |
US3949680A (en) * | 1975-01-22 | 1976-04-13 | Doughty Howard E | Vehicle track and vehicle |
DE2639826A1 (en) * | 1976-09-03 | 1978-03-16 | Ispow Ag | Single rail tracked vehicle for amusement - includes at least one seating surface for person to ride astride carrying rail |
-
1978
- 1978-07-10 FR FR7820529A patent/FR2430781A1/en active Granted
-
1979
- 1979-07-09 BE BE0/196206A patent/BE877584A/en unknown
- 1979-07-10 NL NL7920009A patent/NL7920009A/en unknown
- 1979-07-10 IT IT24231/79A patent/IT1165148B/en active
- 1979-07-10 GB GB8007020A patent/GB2038646A/en not_active Withdrawn
- 1979-07-10 WO PCT/FR1979/000060 patent/WO1980000221A1/en unknown
- 1979-07-10 JP JP50105079A patent/JPS55500497A/ja active Pending
-
1980
- 1980-03-07 DK DK99880A patent/DK99880A/en unknown
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
FR2430781A1 (en) | 1980-02-08 |
IT7924231A0 (en) | 1979-07-10 |
FR2430781B1 (en) | 1982-12-03 |
WO1980000221A1 (en) | 1980-02-21 |
BE877584A (en) | 1980-01-09 |
JPS55500497A (en) | 1980-08-07 |
DK99880A (en) | 1980-03-07 |
GB2038646A (en) | 1980-07-30 |
IT1165148B (en) | 1987-04-22 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
AU2021202592B2 (en) | Dual axle skateboard, truck, and method | |
US5601299A (en) | Inline skateboard | |
US4295656A (en) | Skateboard having flexible sides | |
US7007978B1 (en) | Skate activities rail support | |
US6269749B1 (en) | Cantilevered roller coaster system | |
US4172593A (en) | Roller skating rink | |
CA1275961C (en) | Aerial public transport vehicles | |
NL7920009A (en) | INSTALLATION FOR SPORTS AND GAMES, EQUIPPED WITH A RACING RIDER. | |
US4335658A (en) | Downhill slide system | |
US6368253B1 (en) | In-line roller skate exercise device | |
KR102183818B1 (en) | Exiting track rider | |
JP4003189B2 (en) | Steerable inline skates | |
AU739949B2 (en) | Amusement device | |
JP3411303B2 (en) | Seismic structure on moving walkways | |
PT1359985E (en) | APPARATUS FOR SKI TRAINING AND REHABILITATION | |
US20030176226A1 (en) | Launch ramp and method of making same | |
KR100729400B1 (en) | Structure using the slope for in-line skate | |
RU2395323C1 (en) | Roller device for skating | |
FR2547741A1 (en) | DEVICE FOR THE MECHANICAL REHABILITATION OF SMALL VEHICLES | |
JPH0199587A (en) | Sliding face of water slider | |
JPH08191957A (en) | Movable swing device | |
JP2000061018A (en) | Snow board half pipe simulator device for game | |
JPH02213375A (en) | Slide descending path of water slider | |
JPH08164278A (en) | Brake device for human power travel type swing device | |
JPH0724706B2 (en) | Sliding swing |