NL7915040A - Geen. - Google Patents

Description

\ 7915040 X...................... ........! Γ \ j i

DISTRIBUTIE-INSTALLATIES VOOR BRANDBAAR GAS ONDER DRUK

De uitvinding heeft betrekking op distributie-installaties voor brandbaar gas onder druk.

Het is bekend dat bij dergelijke installaties en meer in het bijzonder bij die welke bestemd zijn om industriële gebruikers ! 5 te voeden het brandbare gas onder druk, bijvoorbeeld aardgas, gedis- j tribueerd wordt in hoofdkanalen onder hoge druk van bijvoorbeeld de i | orde van 70 bar en geexpandeerd wordt op de plaats van zijn gebruik ! bij een bedrijfsdruk van de orde van bijvoorbeeld 1 bar.

De uitzetting van het gas onder druk kan bijvoorbeeld be-10 werkstelligd worden door expansiekleppen; in dat geval levert de uitzetting geen enkel arbeidsvermogen. Men kan de handeling bewerk- i stelligen door het gas onder druk uit te zetten in een expansietur-bine met open circuit waarbij deze turbine bijvoorbeeld een elektrische stroomgenerator aandrijft; in dat geval levert de uitzetting eeri 15 arbeidsvermogen dat teruggewonnen wordt. |

Er moet evenwel opgemerkt worden dat in dit laatste geval d!e uitzetting van het gas onder druk plaatsvindt met afkoeling van het j i gas zodanig dat het gas uiteindelijk opnieuw verwarmd moet worden zo-j dat op de meetplaatsen van het verbruiksdebiet de temperatuur terug-20 gebracht wordt op een aanvaardbare waarde van bijvoorbeeld de orde van 10°C.

791 50 40 \ * 2 .

f................................... ................................... .....—..........."........ ......''................;................ I

j De uitvinding heeft een installatie tot doel die het moge- ! ! lijk maakt het hierboven aangegeven doel te verwezenlijken zonder dat het gas op de meetplaatsen van het verbruiksdebiet op een onaanvaard-; j bare temperatuur gebracht wordt.

5 Volgens de uitvinding wordt de distributie-installatie van i het brandbare gas onder druk welke tenminste één expansieturbine met ! open circuit bevat welke een elektrische stroomgenerator aandrijft en | die gevoed wordt door het brandbare gas, gekenmerkt doordat tenminste i één warmtewisselaar aangebracht is in het brandbare gascircuit om dit | 10 opnieuw te verwarmen zodanig dat na uitzetting het brandbare gas een druk heeft en een temperatuur die geschikt zijn voor het meten van | zijn debiet op de plaats van zijn gebruik.

Volgens andere kenmerken van de uitvinding wordt de distributie-installatie van het brandbare gas onder druk nog gekenmerkt j I 15 doordat tenminste één warmtewisselaar aangebracht is in het circuit van het brandbare gas: a) voor het toelaten hiervan in de expansieturbine, of/en b) tussen twee trappen van de expansieturbine, of/en i | c ) aan de uitgang van de expansieturbine.

< 20 De warmtebron die de warmtewisselaar of wisselaars voedt kan op voordelige wijze gevormd worden door het net van afkoelingswa-ter van de machine met warmteverliezen; men verwezenlijkt op deze | wijze het terugwinnen van warmteverliezen van een of verschillende j | thermische machines zoals bijvoorbeeld motoren met inwendige verbran-; 25 ding of voor gasturbines evenals eventueel elektrische stroomgenera- I ' j toren verbonden met deze warmtemachines.

De tekening stelt schematisch een uitvoeringsvoorbeeld voor; van de installatie volgens de uitvinding waarin men de warmteverlie- j zen van een thermische machine terugverkrijgt, in het onderhavige ge-j 20 val van een motor met inwendige verbranding.

In de tekening stelt N de voedingskanalen voor van het brandbare gas bij hoge druk en V de distributiekanalen van hetzelfde gas na | uitzetting naar de verschillende verbruiksinrichtingen. Een eerste direkte expansieketen verbindt de kanalen N en V rechtstreeks via een „25 distributieklep R1. Een debietmeter DM meet het debiet van het gas da; 791 5 0 4 0 t ......... 3 ..........

verbruikt wordt door de verbruikers. |

Een tweede expansieketen bevat een wisselaar W, een expan- j sieturbine T; hij bevat eveneens een veiligheidsklep A1 en een regel-| klep van de keten van de turbine R2, evenals een isolatieklep A2. j i 5 De expansieturbine T drijft een elektrische stroomgenerator aan zoals ' bijvoorbeeld een wisselstroomgenerator G1. ! I De expansieturbine T is verbonden met één of verschillende !

! I

! thermische machines M, waarvan slechts één in de tekening is aan- j

i I

i gegeven, bijvoorbeeld een motormet inwendige verbranding, een gastur-l | ; I 10 bine enz., die een elektrische stroomgenerator aandrijven zoals bijvoorbeeld een wisselstroomgenerator G2.

De warmtewisselaar W wordt gevoed door de warmteverliezen van de thermische machine M terwijl een regelstelsel R en een automatische inrichting SA het mogelijk maakt de stand van de regelklep- ; 15 pen R1 en R2 te besturen evenals die van de veiligheidsklep A1.

De isolatieklep A2 dient om de keten van de expansieturbine i T te isoleren wanneer dit noodzakelijk is, na het sluiten van de ! veiligheidsklep A1. Deze laatste klep dient eveneens om in een noodgeval de keten van de expansieturbine te onderbreken zoals bijvoorbeeld 20 tijdens een oversnelheid.

j

Men kan gemakkelijk inzien dat tengevolge van het opnieuw verwarmen van het brandbare gas onder druk in de warmtewisselaar W dit gas naar de debietmeter gevoerd wordt bij een temperatuur die verenigbaar is met de meetcondities.

i i i ί 791 50 40

Claims (5)

1. Distributie-installatie van brandbaar gas onder druk die een expansieturbine bevat met open keten welke een elektrische stroomgenerator aandrijft en gevoed wordt door het brandbare gas, 5 met het kenmerk, dat tenminste één warmtewisselaar (W) aangebracht is | in de keten van het brandbare gas om dit opnieuw te verwarmen zodanig dat na het uitzetten het brandbare gas een druk heeft en een temperatuur die geschikt zijn voor het meten van zijn debiet op de plaats van zijn gebruik (DM). i

2. Distributie-installatie van brandend gas onder druk vol- | gens conclusie 1, met het kenmerk, dat tenminste een warmtewisselaar j " ...... ! (W) is aangebracht in de keten van het brandbare gas voor het toelateh hiervan in de expansieturbine (T).

3. Distributie-installatie van brandbaar gas onder druk 15 volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat tenminste één warmtewisse- j laar (W) is aangebracht in de keten van het brandbare gas tussen twee! i trappen van de expansieturbine (T). j I ! j k. Distributie-installatie van brandbaar gas onder druk j | i volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat tenminste een warmtewisse- | 20 laar (w) is aangebracht in de keten van het brandbare gas waar deze j de expansieturbine (T) verlaat.

5. Distributie-installatie van brandbaar gas onder druk volgens een van de conclusies 1 - k, met het kenmerk, dat de warmte- j wisselaar (w) gevoed wordt door het koelwaternet van een machine met ! 25 warmteverliezen (M).

6. Distributie-installatie van brandbaar gas onder druk j ! volgens conclusie 5» met het kenmerk, dat de warmtewisselaar (W) gevoed wordt door de warmteverliezen van een thermische machine (M). i i ___ _ ______ __ _ | 791 50 40