NL7915010A - Vloeibaar wasverzorgingsmiddel, dat verstijfseld, plantaardig zetmeel, oppervlakteactieve stof en elektrolyt bevat. - Google Patents

Description

• |J& </ 1 j

VLOEIBAAR WASVERZORGINGSMIDDEL, DAT VERSTIJFSELD, PLANTAARDIG ZETMEEL, OPPERVLAKTEACTIEVE STOF EN ELEKTROLYT BEVAT. S

: ; I De uitvinding heeft betrekking op preparaten en i werkwijzen voor het bereiden van vloeibare suspensies, die specifiek gestabiliseerd, verstijfseld, plantaardig zetmeel en oppervlakte-' 5 actieve stoffen bevatten. Men kan de preparaten van de uitvinding ; gebruiken voor het gelijkertijd uitoefenen van een verzorgende werking ! en een oplosmiddelverwijderende werking op weefsels, die zijn bloot- j

gesteld aan wasmedia, die in water onoplosbare oplosmiddelen bevattenJ

] Men kan de preparaten ook gebruiken bij het i ; LO verzorgen van weefsels, waar een combinatie van pappende en wassende werking nodig is. Als nader beschreven worden vloeibare dispersies in water van verstijfseld zetmeel gestabiliseerd door blootstelling aan een pH van 10-13 of tegelijkertijd verstijfseld en gestabiliseerd | door verhitting boven de verstijfselingstemperatuur van het zetmeel 15 onder blootstelling van het zetmeel aan vereiste pH. Eventuele over- : maat alkali wordt daarna geneutraliseerd tot een pH van 4-9. De preparaten bevatten 5-50% wasactieve stof en wel anionogene, niet- | 7915010

V

2 ! ! I j I ionogene, tweezijdig ionogene of amfotere wasactieve stof of een j mengsel daarvan en hebben een pH van 4-11.

Stabilisatie van vloeibare zetmeeldispe sies en suspensies ter voorkoming van retrogradatie van verstijfseld 5 zetmeel is bekend. Retrogradatie is een verschijnsel, dat wordt I toegeschreven aan moleculaire reassociatie van zetmeel tot polymere j I vormen, die eerder zijn afgebroken door verhitting of behandeling | met zuren,enzymen of oxydatie.

Het Amerikaanse octrooischrift 2.014.794 : 10 beschrijft inhibitie van de verstarring van zetmeeloplossingen door toevoeging van geringere hoeveelheden vetalkoholsulfaten.

I Het Amerikaanse octrooischrift 2.702.755 beschrijft de bereiding van stabiele maiszetmeeldispersies in water door toevoeging van NaOH tot een pH van 10-12 en verhitting van o | 15 dergelijke dispersies onder roeren gedurende 5-30 min. op 60-71 C gevolgd door verhitten en neutralisatie tot 5,5 tot 7. Men zegt niets over de opneming van oppervlakteactieve stoffen en ook niet

J

dat de werkwijze stabiele combinaties van zetmeel en wasactieve stoffen oplevert.

| 20 Het Amerikaanse octrooischrift 3.130.081 beschrijft bereiding van amylosedispersies in een pH-gebied, waarbij: amylose normaliter onoplosbaar is. Deze werkwijze behelst toevoeging van 4-10% sterke alkali aan 5-20% amylosedispersies in water bij een temperatuur van 32-82 °C, gevolgd door neutralisatie tot een pH : 25 2 tot 9·. Men zegt, dat deze werkwijze kan worden toegepast op zetmeel- produkten, die tenminste 50% amylose bevatten in tegenstelling tot natuurlijk plantaardig zetmeel, dat in het algemeen tenhoogste 30% amylose bevat.

Hoewel stabilisatie van plantaardig zetmeeli 30 en amylose door behandeling met alkalische stoffen bekend is, heeft j ! men tot dusver niet ingezien, dat een dergelijke behandeling een ; .1 bijzonder gunstig effect geeft op combinaties van zetmeel en was- | actieve stoffen in watermedia.

De uitvinding beoogt nu preparaten en 35 werkwijzen voor het bereiden van stabiele suspensies, die verstijfseld 7915010 • 3 ..........

plantaardig zetmeel en wasactieve stoffen bevatten, te geven.

De uitvinding beoogt ook wasverzorgings-middelen te geven, die zijn bedoeld voor gebruik op weefsels, die j vooraf zijn blootgesteld aan wasmedia, die in water onoplosbare 5 oplosmiddelen bevatten.

De uitvinding heeft betrekking op een vloeibaar wasverzorgingspreparaat, geschikt voor het herstellen van greep bij weefsels, dat omvat: a. 1-25% verstijfseld en gestabiliseerd, 10 plantaardig zetmeel, bereid door een dispersie in water van een verstijfseld, plantaardig zetmeel ter stabilisatie bloot te stellen ^ aan een pH van 10-13 en daarna eventuele overmaat alkali te neutraliseren tot een pH van 4-9, b. 5-50% wasactieve stof en wel anionogene, 15 nietionogene, tweezijdig ionogene of amfotere wasactieve stof of een mengsel daarvan, | c. tot 20% elektrolyt en d. 25-94% water, welk preparaat een pH van 4-11 heeft.

20 Plantaardig zetmeel, dat voor gebruik bij de uitvinding geschikt is, is bijvoorbeeld maïszetmeel, tarwezetmeel, i j rijstzetmeel en aardappelzetmeel. Maïszetmeel is bijzonder geschikt.i

Alkalische stoffen, geschikt voor het bij de werkwijze van de uitvinding leveren van een pH van 10-13 zijn i25 bijvoorbeeld alkalihydroxyden, carbonaten, silicaten.en fosfaten.

Alkalihydroxyden zijn een handzame alkalitijdsbron voor stabilisatie.

Oppervlakteactieve stoffen, die voor gebruik bij de uitvinding geschikt zijn zijn in water oplosbare anionogene, nietionogene, tweezijdige ionogene en amfotere oppervlakteactieve 30 stoffen.

De wasverzorgingspreparaten van de uitvinding j omvatten vier essentiele bestanddelen: 1. het specifieke, hierin beschreven gestabi- ‘ liseerde, verstijfselde, plantaardige zetmeel, [35 2. len oppervlakteactieve stof, [ 791 50 1 0 — 4 —· ί i I ! ! 3. elektrolyt en j i 4. water. ; |

Zetmeel

......... 8. I

5 Zetmeel uit plantaardige bronnen is in het algemeen een mengsel van 15-40% amylose met rechte keten en 60-85% j amylopectine met vertakte keten. In zijn oorspronkelijke vorm bestaat ; plantaardig zetmeel uit fijne onoplosbare korrels van 4-8 micron bij rijst en 15-100 micron bij aardappelzetmeel. Maiszetmeelkorrels i10 variëren in het algemeen van 10-25 micron. Als men suspensies in water van plantaardig zetmeelkorrels op steeds hogere temperaturen verhit, i gebeurt er niets belangrijks totdat een kritische verstijfseltempera-tuur wórdt bereikt, die voor de zetmeelspecies specifiek is. Bij deze temperatuur zwellen de korrels, gaan polarisatiekruisen verloren 15 en verliezen de korrels irreversibel hun anisotropie. Aardappelzet-: meel verstijfselt bij 56-67 °C, maïszetmeel bij 62-72 °c en rijst- eri gierstzetmeel bij 68-78 °C. Na aanvankelijke verstijfseling blijven i ί de zetmeelkorrels zwellen en de korrelstructuur wordt tenminste gedeeltelijk verscheurd onder vorming van de stijfdikke consistentie van 20 een gekookte zetmeelpasta.

| Verstijfselde zetmeeldispersies kunnen stabili- teitsproblemen oproepen, waarvan retrogradatie bijzonder ernstig.'.is.

In betrekkelijk geconcentreerde dispersies leidt retrogradatie tot een viscositeitstoeneming of gelering. In betrekkelijk verdunde dispersies 25 kan retrogradatie tot sedimentatie leiden. Retrogradatie wordt toegeschreven aan moleculaire reassociatie van amylose, maar dispersie- \ viscositeit is ook een functie van de mate van fragmentatie van de gezwollen zetmeelkorrels. Verstijfselde, maar intakte zetmeelkorrels dragen aanzienlijk bij tot de dispersieviscositeit. ; 30 Bij voorkeur gebruikt men het zetmeel in een i hoeveelheid van 2,5-10, liefst van 3-7 gew.% van de preparaten.

Het bij de uitvinding gebruikte plantaardige j zetmeel omvat zogenaamd gemodificeerd zetmeel, bijvoorbeeld zetmeel, dat behandeld is met zuur, enzymen of door oxydatie, of door additie !

35 van ether- of estergroepen. Gemodificeerd zetmeel levert in het I

Te'ÏToTÖ' -- 5 — I ......................... ........... ................. ............. ..... ...................................................................'i i algemeen dispersies op met relatief lagere viscositeit en is bekend ; | ! ! als "dunkokend" zetmeel. Men kan ook gebruik maken van voorafver- ! j stijfseld, gemodificeerd zetmeel, in welk geval geen extra verhittiiigs- trap nodig is.

j 5 Hoewel behandeling van zetmeel met alkalische j stoffen bekend is, is men nooit eerder tot het inzicht gekomen, dat \ de verkregen dispersie bijzonder stabiel is in aanwezigheid van betrekkèlijk grote hoeveelheden oppervlakteactieve stoffen en eventueel elektrolyten in preparaten op waterbasis.

10 De werkwijze van de uitvinding geeft een stabili satie van zetmeeldispersies in water door een dispersie in water van verstijfseld zetmeel aan een pH van 10-13, bijvoorkeur van 10-11 bloot te stellen en daarna eventuele overmaat loog tot een pH van 4-9 te neutraliseren. Indien het zetmeel niet vooraf verstijfseld 15 is, moet men het zetmeel tenminste 5 min. op een temperatuur boven ; i zijn verstijfselpunt houden alvorens men het, of terwijl men het ! aan genoemde pH blootstelt.

j | Hoewel het niet de bedoeling'is enige bindende theorie te geven, schijnt het, dat alkalitéit het zwelvermogen van 20 het zetmeel bij temperaturen boven het verstijfselpunt doet toenemen j en dat dit leidt tot een toenemende korrelafbraak met een daaruit voortvloeiende viscositeitsvermindering. Het algemene mechanisme van de betere fasestabiliteit van met alkali behandeld verstijfseld ; zetmeel in aanwezigheid van oppervlakteactieve stoffen is, naar men i 25 meent toe te schrijven aan een molecuülgewichtsvermindering van de amylosefractie en een betere weerstand van de amylose tegen fetro-gradatie, dat wil zeggen repolymerisatie.

Oppervlakteactieve stof 30 De oppervlakteactieve, wasactieve stoffen j van de uitvinding zijn anionogene, nietionogene, tweezijdig ionogené i en amfotere wasactieve stoffen en mengsels daarvan.

In water oplosbare anionogene oppervlakteactieve ! stoffen, geschikt voor gebruikblj de uitvinding zijn bijvoorbeeld i 35 alkali-, aardalkali-, ammonium- en gesubstitueerde ammoniumzouten 79Ï5ÖT0 -- 6 ......

van organische sulfureringsreactieprodukten. Voorbeelden van zouten van organische sulfureringsreactieprodukten zijn natriumalkylsulfonaat en natriumalkylbenzeensulfonaat, waarin de alkylgroep 10-20 köolstof- ; atomen bevat. Andere oppervlakteactieve stoffen uit deze groep, die ! | 5 de voorkeur verdienen, zijn alkaansulfonaten en alkeensulfonaten, ! waarin de alkyl- of alkenylgroep 10-20 koolstofatomen bevat.

i .

! Andere bijvoorkeur te gebruiken in water oplos-: ! bare anionogene oppervlakteactieve stoffen zijn alkylethersulfaten met de formule R0(C H ) SO M waarin R alkyl of alkenyl met 10-20 £ X o 10 koolstofatomen voorstelt, x 1 tot 30 is en M een in water oplosbaar kation voorstelt. De bij de uitvinding te gebruiken alkylethersulfaten zijn condensatieprodukten van ethyleenoxyde en eenwaardige alko-holen met 10-20 koolstofatomen. Bijvoorkeur bevat R 12-18 koolstof-I atomen. De alkoholen kunnen afgeleid zijn van natuurlijke vetten, i15 bijvoorbeeld kokosolie of talk of synthetisch zijn. Men laat dergelijke alkoholen reageren met 1-30, in het bijzonder .3, molaire hoeveelheden ethyleenoxyde, waarna men het verkregen mengsel van moleculaire spe-cies sulfateert en neutraliseert.

Voorbeelden van alkylethersulfaten van de 20 uitvinding zijn met name natriumkokosalkyltriethyleenglycolethersul-faat, lithiumtalkalkyltriethyleenglycolethersulfaat en natriumtalk-alkylhexaoxyethyleensulfaat. Als alkylethersulfaten gebruikt men bij-vöorkeur die, welke uit een mengsel van afzonderlijke verbindingen I bestaan, wélk mengsel een alkylketen heeft van gemiddeld 12-16 i ! 25 koolstofatomen, en een gemiddelde ethoxyleringsgraad van 1-4 molen ethyleenoxyde. j

Nog andere voorbeelden van te gebrüiken aniono-! gene oppervlakteactieve stoffen zijn de verbindingen met twee anionogene functionele groepen. Deze worden aangeduid als dianiono-30 gene oppervlakteactieve stoffen. Geschikte dianionogene oppervlakteactieve stoffen zijn de disulfonaten, disulfaten en mengsels daarvan', die kunnen worden voorgesteld met de formule: R(S03)2M2,R(S04)2M2' R(S03)(S°4)M2 ! waarin R een acyclische alifatische koolwaterstofgroep met 15-20 j 35 _ koolstofatomen voorstelt en M een in water solubiliserend kation | 7915010 .......... 7 “.....

voorstelt, bijvoorbeeld de tot C^dinatrium 1,2-alkyldisulfaten,: C,_ tot C.-dikalium-l,2-alkyldisulfonaten en disulfaten, dinatrium-| 15 20 i ! 1,9-hexadecyldisulfaten, tot C2Qdinatrium-l,2-alkyldisulfonaten en dinatriura-1,9-stearyldisulfonaten en 6,10-octadecyldisulfaten.

5 In water oplosbare nietionogene oppervlakte- | actieve stoffen met een HLB van 1-18 zijn geschikt en zijn bijvoorbeeld: 1. de polyethyleenoxydecondensatieprodukten van alkylfenolen.

Deze verbindingen omvatten de condensatieprodukten van alkylfenolen 10 met een alkylgroep met 6-12 koolstofatomen in rechte of vertakte | keten en ethyleenoxyde, waarbij het ethyleenoxyde aanwezig is in | hoeveelheden 3-25 molen ethyleenoxyde per mol alkylfenol. De alkylsubstituent kan in dergelijke verbindingen bijvoorbeeld zijn afgeleid van gepolymeriseerd propeen of isobuteen, octeen of 15 noneen. Voorbeelden van verbindingen van dit type zijn nonylfenol, gecondenseerd met 9,5 molen ethyleenoxyde per mol nonylfenol en dodecylfenol, gecondenseerd met 12 molen ethyleenoxyde per mol dodecylfenol, In de handel verkrijgbare nietionogene oppervlakte-actieve stoffen van dit type zijn bijvoorbeeld Igepal CO-610 van 20 GAF Corporation, en Triton X-45, X-114, X-100 en X-102, alle van Rohm and Haas Company.

2. De condensatieprodukten van alifatische alkoholen met ethyleenoxyde.

| De alkylketen van de alifatische alkohol kan recht of vertakt zijn i i : ! en bevat in het algemeen 8-22 koolstofatomen. De ethoxyleringsgraad 25 kan variëren van 3-30. Voorbeelden van dergelijke geethoxyleerde alkoholen zijn het condensatieprodukt van 6 molen ethyleenoxyde en 1 mol tridecanol, myristylalkohol, gecondenseerd met 10 molen ' ethyleenoxyde per mol myristylalkohol, het condensatieprodukt van ethyleenoxyde en kokosvetalkohol, waarbij de kokosalkohol een 30 mengsel is van vetalkoholen met alkylketens variërend van 10-14 ; koolstofatomen en het condensatieprodukt 6 molen ethyleenoxyde per ; mol alkohol bevat en het condensatieprodukt van 9 molen ethyleen- j oxyde en bovenbeschreven kokosalkohol. Voorbeelden van de in de j handel verkrijgbare nietionogene oppervlakteactieve stoffen van | 35 dit type zijn Tergitol 15-S-9 van Union Carbide Corporation, en j 7915010 ' 8 .......

i ί ! Neodol 23-6,5 van Shell Chemical Company.

I 3. De condensatieprodukten van ethyleenoxyde en een hydrofobe basis, : gevormd door condensatie van propyleenoxyde en propyleenglycol.

Het hydrofobe gedeelte van deze verbindingen heeft een molecuul·-" : 5 gewicht van 1500-1800 en vertoont onoplosbaarheid in water.

Additie van tenminste 30 en bijvoorkeur tenhoogste 90 gew.% poly-oxyethyleenresten aan dit hydrofobe gedeelte maakt het molecuul oplosbaar in water. Voorbeelden van verbindingen van dit type zijn bepaalde in de handel verkrijgbare oppervlakteactieve 10 Pluronics van Wyandotte Chemicals Corporation, ! 4. De condensatieprodukten van ethyleenoxyde en het reactieprodukt van propyleenoxyde en ethyleendiamine. De hydrofobe basis van deze ! produkten bestaat uit het reactieprodukt van ethyleendiamine en overmaat propyleenoxyde en heeft een molecuulgewicht van 2500-3000.

i i 15 Men laat deze basis in zodanige mate met ethyleenoxyde condenseren, dat het condensatieprodukt 40-80 gew.% polyoxyethyleen bevat en een | | molecuulgewicht van 5000-11.000 heeft. Voorbeelden van dit type j nietionogene oppervlakteactieve stof zijn bepaalde in de handel verkrijgbare Tetronics van Wyandotte Chemicals Corporation.

20 5. Oppervlakteactieve stoffen met de formule R^R^R^N O (oppervlakte ; actieve aminenoxyden) waarin R^ een alkylgroep voorstelt met 10-18! koolstofatomen, 0-2 hydroxylgroepen en 0-5 etherbruggen, waarbij I er tenminste een stuk* r1* een alkylgroep met 10-18 koolstofatomen en: ! zonder etherbruggen is en R2 en R^ elk een alkylgroep of hydroxyalkyl- 25 groep met 1-3 koolstofatomen voorstellen. Voorbeelden van oppervlakteactieve aminenoxyden zijn: dimethyldodecylamine oxyde, dimethyltetradecylamine oxyde, ethylmethyltetradecylamine oxyde, cetyldimethylamine oxyde, dimethylstearylamine oxyde, cetylethyl- ; i propylamine oxyde, diethyldodecylamine oxyde, diethyltetradecyl- j 30 amine.oxyde, dipropyldodecylamine oxyde, bis-(2-hydroxyethyl)dodecyl-amine oxyde, bis-(2-hydroxyethyl)-3-dodecoxy-2-hydroxypropylamine | oxyde, (2-hydroxypropyl)methyltetradecylamine oxyde, dimethyloleyl-aminecxy de, dimethyl-(2-hydroxydodecyl)amine oxyde, en de overeen-f komstige decyl, hexadecyl en octadecylhomologen van bovengenoemde j 35 verbindingen. j 7915010 ........ 9

Amfotere synthetische wasactieve stoffen kunnen ruwweg worden ontschreven als derivaten van alifatische, of met j alkylgesubstitueerde heterocyclische, secundaire of tertiaire aminen, | waarin het alifatische radikaal recht of vertakt kan zijn en een van j 5 de alifatische substituenten 8-18 koolstofatomen bevat en tenminste ëén een anionogene, in water solubiliserende groep bevat, bijvoorbeeld carboxy, sulfonaat of sulfaat. Voorbeelden van onder deze definitie i | vallende verbindingen zijn natrium-3-(dodecylamino)propionaat, i natrium-2-(dodecylamine)ethylsulfaat, natrium-2-(dimethylamino)octade- 10 canaat, dinatrium-3-(N-carboxymethyldodecylamino)propaan-1-sulfonaat, dinatrium-octadecyl-iminodiacetaat, natrium-l-carboxymethyl-2-undecylimidazool en natrium N,N-bis-(2-hydroxyethyl)-2-sulfato-3-dodecoxy-propylamine. Natrium-3-(dodecylamino)propaan-l-sulfonaat verdient de voorkeur.

i_l5 Tweezijdig ionogene oppervlakteactieve stoffen kunnen ruwweg worden omschreven als derivaten van secundaire en ter-: taire aminen, derivaten van heterocyclische secundaire en tertiaire j i · i aminen en derivaten van kwaternaire ammonium-, kwaternaire fosfonium- i : en tertiaire sulfoniumverbindingen. Het kationogene atoom in de |20 kwaternaire verbinding kan deel uitmaken van een heterocyclische ring.

In al deze verbindingen is er tenminste een alifatische, rechte of | vertakte groep aanwezig met 3-18 koolstofatomen en tenminste een ali fatische substituent, die gebonden is aan een "onium"-atoom en een I anionogene in water solubiliserende groep bevat, bijvoorbeeld carboxy , |25 sulfonaat, sulfaat, fosfaat of fosfonaat. Voorbeelden van tweezijdig: ionogene oppervlakteactieve stoffen zijn: 3-(N,N-dimethyl-N-hecadecyl- | ammonio)propaan-l-sulfonaat, 3-(N,N-dimethyl-N-hexadecylammonio)-2- j ! hydroxypropaan-l-sulfonaat, N,N-dimethyl-N-dodecylammonio-acetaat, 3- | (N,N-dimethyl-N-dodecylammonio)propionaat, 2-(N,N-dimethyl-N-octadecyl- ! |30 ammonio)ethylsulfaat, 3-(P,P-dimethyl-P-dodecylfosfonio)-propaan-1- ! sulfonaat, 2-(S-methyl-S-t.hexadecylsulf)ethaan-l-sulfonaat, 3—(S— methyl-S-dodecylsulfonio)propionaat, N,N-bis(oleylamidopropyl-N-methyl- ! N-carboxymethylammonium-betaine, N,N-bis(stearamidopropyl)-N-methyl-N-carboxymethylammoniumbetaine, N-(stearamidopropyl)-N-dimethyl-N-carboxy-35 methylammoniumbetaine, 3-(N-4-n-dodecylbenzyl-N,N-dimethylammonio)- ; 791 5 0 1 0......................................”.....'...............................................................'.....................

- 10 — propaan-l-sulfonaat en 3-(N-dodecylfenyl-N,N-dimethylammonio)propaan-I 1-sulfonaat.

! ;

De oppervlakteactieve stof is in het wasverzor- | gingsmiddel bij voorkeur aanwezig in een concentratie van 5-50, : 5 bijvoorkeur 10-30 en liefst 15-25%.

Elektrolyt

Bij voorkeur is er tenminste 0,5%, maar tenhoogste 20% elektrolyt in het wasverzorgingspreparaat aanwezig voor optimum 10 stabiliteit. Dit kan elke geschikte anorganische of organische ioniseerbare verbinding zijn als zouten of zuren, bijvoorbeeld ! alkali- en aardalkalichloriden, sulfaten, carbonaten, silicaten, fosfaten, acetaten en citraten. Bij voorkeur bedraagt de elektrolyt-concentratie 1-10 en liefst .2-7%. Natrium- en kaliumcarbonaat 15 verdienen als elektrolyten de bijzondere voorkeur.

! Wa^er i De vloeibare wasverzorgingspreparaten van de j uitvinding bevatten 25-94, bijvoorkeur 50-80% water.

20 | ..............................

Eventuele bestanddelen

Men kan bestanddelen opnemen, die niet inconsistent zijn met de stabiliteit of werking van de wasverzorgingsmiddelen van de uitvinding.

j 25 Men kan ethylalkohol en andere in water oplos- I bare organische oplosmiddelen gebruiken in hoeveelheden tot 10%, bij voorkeur 1-5%, ter bevordering van de opneming van oppervlakte- : actieve stoffen. Hydrotropen of mengmiddelen als ureum en natrium-en kalium-, ammonium-, mono-, di- en triethanolammoniumcumeensulfonaat, 30 benzeensulfonaat, tolueensulfonaat en xyleensulfonaat en mengsels daarvan kunnen dan ook worden gebruikt ter inhibitie van fasescheiding van het preparaat over een breed gebied van mogelijke opslagtempera-; turen. Hydrotropen of mengmiddelen kunnen worden gebruikt in hoeveelheden tot 8%, bijvoorkeur van 1-6%. j "'35 Wasverzachtende en antistatische stoffen zijn bij- ________________ _ _ _ _ ..... _____.......... .... ...........................______ _ _ _____.......... _ i 7915010 -...... 11 I ”...................................~.............. ...... ..............."""................~~ : zonder waardevolle eventuele bestanddelen in de preparaten van de : uitvinding als beschreven in de lopende aanvrage, gebaseerd op de ! Amerikaanse octrooiaanvrage 885.937. Voorbeelden van wasverzachters zijn kationogene kwaternaire ammoniumverbindingen als ditalkdimethyl- j ! 5 ammoniumchloride. En smectietaarden als beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 3.936.537. Kationogene kwaternaire ammoniumverbindingen ; kunnen worden gebruikt in hoeveelheden tot 8% bijvoorkeur van 0,25 tot 4%. Smectietaarden kunnen worden gebruikt als beschreven in de lopende aanvrage, gebaseerd op de Amerikaanse octrooiaanvrage 10 885.933. Men kan verzachtende smectietaarden in de preparaten van ! de uitvinding opnemen in hoeveelheden tot 15%, bijvoorkeur van 0,5-8%.

> Bij de werkwijze van de uitvinding kan men de : alkalische pH verschaffen door natriumperoxyde of een andere alkalische j stof toe te voegen aan een zetmeeldispersie of aan een mengsel van 15 zetmeel en andere essentiele of eventuele bestanddelen van het was-verzorgingspreparaat. Eventuele overmaat alkali wordt daarna met een anorganisch zuur of een andere zure stof tot een pH van 4-9 geneutra-: liseerd. De ter verkrijging van stabilisatie benodigde verblijftijd : bij de hogere pH varieert, afhankelijk van concentratie, temperatuur ; i ! |20 en beroering, waarbij een tijd van 1-5 min. handzaam is. Het definitieve preparaat met zijn essentiele en eventuele bestanddelen kan een pH van 4-11, bij voorkeur van 5-10 hebben.

i ; | Bij gebruik van het preparaat van de uitvinding j voegt men het in zodanige hoeveelheid toe aan een was', of spoelwater,: |25 dat er 50-500 dpm, bij voorkeur 150-350 dpm, liefst 200-300 dpm i zetmeel aanwezig zijn, berekend op de vaste stof. 200-4000 dpm was-actieve stof, bijvoorkeur 300-2000 en liefst 500-1500 is gewenst in het waswater, als men het preparaat wil gebruiken, in de reeds | genoemde Amerikaanse octrooiaanvrage 839.221.

bo Bij gebruik alleen of bij gebruik als spoelwater- i toevoegsel, zijn lagere concentraties wasactieve stof, bijvoorbeeld i 100-1000 dpm, bijvoorkeur 200-500 dpm in het waswater gewenst.

j

Andere, in ondergeschikte hoeveelheden op te nemen; bestanddelen zijn bijvoorbeeld optisch bleekmiddelen, parfums, j 35 vuilwederafzettingstegengaande middelen, wasmiddelversterkers, schuim- 7915010 .......... 12 .........

onderdrukkers, vuillosmakende middelen, kleurstoffen, ondoorzichtig makende middelen, pigmenten, antibacteriele middelen, schuimver-sterkers, korrosieinhibitors, enz.

In de volgende voorbeelden voegt men andere 5 componenten dan water toe na verwerking van de zetmeelcomponent.

Dit is handzaam ter regeling van de pH maar niet essentieel voor het bereiden van preparaten van de uitvinding.

Alle hier genoemde percentages, delen en verhoudingen zijn betrokken op het gewicht, tenzij anders is aange-10 geven.

Voorbeeld I

3,8% Oorspronkelijk maïszetmeel. (Corn Products

Corporation 3401). Men vermengt het zetmeel onder sterke schuiving tot brij, brengt de 15 temperatuur op 77 °C en houdt deze 10 min, aan. Men voert de warmte af en onderwerpt de ' brij 2 min. aan 0,05% NaOH, waarna men de ' brij op pH 7,5 terug brengt door toevoeging van een geëigende hoeveelheid HC1. Hierbij 20 voegt men: . ; | 18,5% natrium C _ lineair alkylbenzeensulfonaat J (NaLAS) ! | 0,07% NaCl (reactieprodukt) ; i 1 5,0% natriumcarbonaat 25 3,5% Ethanol

Rest H20

Het verkregen preparaat was stabiel en vertoonde geen gelvorming of scheiding tijdens opslag.

Men vervangt het natrium C^2alkylfc>enze6nsulfonaat 30 respectievelijk door het condensatieprodukt van C^ ^alkohol en 7 molen ethyleenoxyde, 3-(N,N-dimethyl-N-hexadecylammonio)propaan-l-| sulfonaat en natrium-3(dodecylamino)propionaat. Men verkrijgt nage- i noeg soortgelijke stabiliteitseigenschappen.

Men voegt aan bovenstaande preparaten 2% j "35 montmorillonietaarde en 0,5% ditalkalkyldimethylammoniumchloride toe 7915010 —· 13 .........

i '

] I

] onder vervanging van een equivalente hoeveelheid water. De stabili-j

I I

teit van het produkt wordt in geen enkele mate van betekenis nadelig j ' ! ; beïnvloed.

; Voorbeeld II ‘ : 5 4,25% Maïszetmeel - met zuur gemodificeerd - j voorverstijfseld. / Corn Products Company CPC- B511_7 SMIDEX B511

Bereid door onder sterke schuiving te vermengen I 10 tot brij, 2 min. aan 0,2% NaOH bloot te stellen I en daarna tot neutraliteit terug te brengen | I door toevoeging van de geeigende hoeveelheid HC1. Vervolgens voegt men de volgende bestand-! delen toe: | 15 0,29% NaCl (reactieprodukt) | 18,5% Natrium C^ünecd^ alkylbenzeensulfonaat /-NaLAS_/ 1,5% Ethanol

Rest H20 20 pH = 7,1 i j Het verkregen preparaat was stabiel en vertoonde geen gelvorming of afscheiding tijdens opslag.

Voorbeeld III

4,25% Quellin / Ester gemodificeerd zetmeel- ] 25 Leverancier KSH Chemicals Group 7 j

Bereid door zetmeel tot brij te verwerken, | 1,0% NaOH toe te voegen, de temperatuur van de brij op 93 °C te brengen en 20 min. aan te houden en daarna de pH van de brij tot 7,5 30 terug te brengen door toevoeging van een geeigèn- de hoeveelheid H„SO. ter neutralisatie van 2 4 eventuele overmaat loog. Hierbij voegt men: 1,5% Na2SO^ (reactieprodukt) j 12,5% Mg C^ lineair alkylbenzeensulfonaat / Mg (LAS) ~j 35 2,0% ethanol j 79 1 5 0 1 0............................... ..........~ .......................................~..................." 14 -......

2,5% kaliumtolueensylfonaat (RTS) I Rest H2^* ; Het verkregen preparaat was stabiel en vertoonde

geen gelvorming of scheiding tijdens opslag, i 5 Voórbeëld IV

I 6,0% KOFILM 50 / ester gemodificeerd zetmeel National

Starch and Chemical 7

Bereid door een brij te bereiden, de temperatuur op 88 °C te brengen en 25 min. te roeren. Op 10 dit punt voegt men 0,75% KOH toe. Na 3 min, blootstelling voegt men een geeigende hoeveel- : heid H^PO^ toe teneinde een pH van 7,0 te verkrijgen. Hierbij voegt men: 1,35% Na^PO^ (reactieprodukt) I15 12,0% Neodol 45-7 / alkohol met gemiddeld 14-15 | koolstofatomen geethoxyleerd tot gemiddeld i zeven ethoxylaatgroepen / | 4,0% Natriumbicarbonaat | 1,5% Ethanol 20 Rest water.

Het verkregen preparaat was stabiel en vertoonde geen gelvorming of scheiding bij opslag.

Voorbeeld V

6,0% Dunkokend oorspronkelijk maïszetmeel / Corn 25 Products Company - 6448 /. Bereid door een ! o i brij te bereiden, en 10 min. op 82 C te verhitten en dan 10,25% silicaatoplossing toe i te voegen.

10,75% Na20:Si02:H20 ! 30 1,0% Na20 3,0% SiO ! 2 !

6,75 % H„0 I

Z i

Na afkoeling voegt men de volgende bestanddelen toe:

14,0% NaLAS van voorbeeld I I

i '35 4,0% Neodol 23-6,5 / lineaire alkoholen met gemiddeld 7915010 ψ - - 15 12-13 koolstofatomen, geethoxyleerd tot gemiddeld; 6,5 EO-groepen_/ 3,0% Natriumxyleensulfonaat ! 2,0% Ethanol j 5 Rest water

Het verkregen preparaat was stabiel en vertoonde i i geen gelvorming of scheiding bij opslag.

| ....

! voorbeeld VI

1 3,5% Staramic 747 - Voorverstijfseld maïszetmeel 10 /~A.E. Staley_7

Tegelijkertijd tot brij verwerkt en blootgesteld i aan 0,5% NaOH gedurende 5 min., waarop men overmaat alkali neutraliseerde door toevoeging van de gèeigende hoeveelheid H^SO^, hetgeen leidde 15 tot: 0,75% Na^SO^. Hierbij voegt men: 17,0% geneutraliseerd triethanolamine, lineair alkyl (C:^- benzeensulfonaat 2,0% kaliumcarbonaat 20 Rest water.

j :

Het verkregen preparaat was stabiel en vertoonde | i i geen gelvorming of scheiding tijdens opslag. j

Vóórbééld'VII

! 3,5% Oorspronkelijk maïszetmeel / CPC 3005_7 j 25 Bereid door 3,0% l^CO^ ^oe voe9en aan een ; brij van zetmeel en water. Men voert warmte toe teneinde de temperatuur op 80°C te brengen, die j : men 15 min. aanhoudt. Hierbij voegt men: j

| 18,5% NaLAS van voorbeeld I

30 3,0% K2C03 ! 0,75% ditalkdimethylammoniumchloride ! 3,5% ethanol ! ; Rest water | Het verkregen preparaat was stabiel en vertoonde 35 geen gelvorming of scheiding tijdens opslag. j 7915010

Claims (11)

1. Vloeibaar wasverzorgingspreparaat, geschikt j voor het herstel van greep bij weefsels,'met het kenmerk, dat het omvat: 5 a. 1-25% verstijfseld en gestabiliseerd plantaardig zetmeel, bereid door een dispersie in water van een verstijfseld, plantaardig-zetmeel aan een pH van 10-13 bloot te stellen en daarna eventuele overmaat alkali tot een pH van 4-9 ! te neutraliseren, 10 b. 5-50% wasactieve stof en wel anionogene, i · ' nietionogene, tweezijdigionogene of amfotere wasactieve stof of een mengsel daarvan, c. tot 20% elektrolyt, en d. 25-94% water, welk preparaat een pH van :15 4-11 heeft. j

2. Preparaat volgens conclusie 1, 1 'met het kenmerk, dat het zetmeel is verstijfseld door een dispersie' van het zetmeel in water tenminste 5 min. boven zijn verstijfsel-temperatuur te houden en gestabiliseerd is door de dispersie tijdens |20 het verstijfselen aan een pH van 10-13 bloot te stellen.

3. Preparaat volgens conclusie 1, i 'mét hét kenmerk, dat het plantaardige zetmeel maïszetmeel is. “ J "....... I

4. Preparaat volgens conclusie 2, i j met hét kenmerk, dat de wasactieve stof anionogeen is. i i 25

5. Preparaat volgens conclusie 4, I met het kenmerk, dat de wasactieve stof een alkali- of aardalkali- j alkylbenzeensulfonaat, alkylsulfaat, alkaansulfonaat, alkeensulfonaat, alkylethersulfaat of mengsel daarvan is, waarin de alkyl en alkenyl-groepen 10-20 koolstofatomen bevatten en deefchergroep 1-30 molen 30 ethyleenoxyde per mol alkylsulfaat bevat.

6. Preparaat volgens conclusie 1, 2, 3, 4 of 5,'met:hét kenmerk, dat het 2,5-10 gew.% verstijfseld en gestabili-i seerd plantaardig zetmeel bevat.

7. Preparaat volgens conclusie 1,2, 3, 4, of, "35 5, 'met 'hét kértmerk, dat het 2,5-10 gew.% verstijfseld en gestabili-j 7915010 1,- .-- 17 i ......................................... I seerd zetmeel en 10-30 gew.% wasactieve stof bevat.

8. Preparaat volgens conclusie 1, 2, 3, 4, of j 5. met het kenmerk, dat de dispersie van verstijfseld, plantaardig j | ' r i - ' 1 r j j zetmeel in water is gestabiliseerd door blootstelling aan een pH j '· 5 van 10-11 en het preparaat een pH van 7-10 heeft.

9. Preparaat volgens conclusie 1, j ; mët 'het'kenmérk, dat het 1-10% elektrolyt bevat.

10. Preparaat volgens conclusie 9, : mét hét kenmerk, dat het bovendien 1-6% hydrotroop bevat.

11. Preparaat volgens conclusie 10, mét het kenmerk, dat het bovendien een wasverzachter bevat en wel i ! een kationogene kwaternaire ammoniumverbinding, smectietaarde of een mengsel daarvan. i * [ ; ! i j i j ! ! j 791 5 (fio