NL7909031A - Inrichting voor het pneumatisch bedienen van een houderweegschaal. - Google Patents

Description

* s, *

Inrichting voor het pneumatisch bedienen van een houderveegschaal.

Λ

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het pneumatisch bedienen van een houderveegschaal met stortgoed uit ten minste een voorraadhouder via een starre pneumatische transportleiding.

5 Een dergelijke inrichting is bijvoorbeeld bekend uit het

Duitse octrooischrift 2.03^.983, of het Duitse Auslegeschrïft 2.733*201 of het Duitse octrooischrift 1.556.10h. Bij deze inrichtingen is de transportleiding via een elastische slang verbonden met de houderveegschaal voor het compenseren van de bij de 10 veegschaalbrug ontstane verschuiving. Dit is in een aantal opzichten nadelig. Vanwege de druk respectievelijk het vacuum moeten de wanddikten van de toegepaste slangen tamelijk dik worden gekozen.

Dit betekent dat de elasticiteit van de slangverbinding invloed heeft op het betreffend uitwegen van een stortgoedlading. Verder 15 hebben dergelijke slangen onder druk respectievelijk onder vacuum meestal een andere elasticiteit dan in een toestand zonder druk.

Derhalve kan een afstellen van de weegschaal, wanneer ten minste mogelijk is, alleen met grotere moeilijkheden plaatshebben. Voorts zijn ondanks de elastische verbinding horizontale trekkrachten en 20 als gevolg daarvan een draaimoment op de houderveegschaal tijdens bedrijf niet te vermijden.

Voor zover de bekende inrichtingen voor een meercomponenten-dosering toepassing vinden, worden de afzonderlijke transportleidingen voor de elastische slangverbinding met de houderveegschaal 25 samengebracht. Bij het bereiken van het nominale gewicht in de houderveegschaal wordt gewoonlijk het transport onderbroken, zodat een overblijvende hoeveelheid stortgoed in de elastische slang achterblijft. Deze overblijvende hoeveelheid wordt dan meestal door 7909031 2 een zogenaamd vrijblazen in de houderweegschaal getransporteerd.

Naast een tijdverlies wordt daardoor ook de nauwkeurigheid van het wegen verslechterd, want de overblijvende stortgoedhoeveelheid heeft van geval tot geval een verschillende grootte. Een aftrekken van 5 dit zogenaamde naloopgewicht van het totale componentengewicht verschaft derhalve slechts een schijnbaar resultaat.

De uitvinding beoogt een inrichting van de hierboven beschreven soort te verschaffen die een bijzonder nauwkeurig wegen mogelijk maakt.

10 Dit wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de trans portleiding tenminste bij benadering loodrecht van boven in de houderweegschaal uitmondt en dat op de houderweegschaal een compen-seerinrichting aangrijpt, die de tijdens het zuigen op de houderweegschaal werkzame, naar boven gerichte trekkrachten respectievelijk de 15 tijdens het uitoefenen van druk naar beneden gerichte drukkrachten compenseert.

Hierbij eindigt de eigenlijke transportleiding over de houderweegschaal,-waarbij het stortgoed van daaruit via een valpijp rechtstreeks in de houderweegschaal komt, waarbij een compenseerin-20 richting die trek- of drukkrachten compenseert die werkzaam zijn op de houderweegschaal als gevolg van de tijdens bedrijf daarin heersende over- of onderdruk en zijn verbinding met de transportleiding.

Deze oplossing heeft als voordeel dat kan worden afgezien van een vrijblazen en de daarmede verbonden foutenbronnen, waardoor 25 bij het wegen een nauwkeurigheid wordt bereikt die anders slechts bij een dosering met transportschroef met een grof stroom/fijnstroom-bediening mogelijk is.

Hetzelfde voordeel wordt ook bereikt wanneer een aantal componenten in dezelfde houderweegschaal moeten worden gedoseerd.

30 De transportleidingen, die overeenkomen met de afzonderlijke componenten, eindigen dan alle over de weegschaalhouder in de valpijp en bevatten daar afsluitkleppen of dergelijke, zodat na het bereiken van het nominale gewicht van een component en het in aansluiting daarop wegen van de volgende component geen nalopende hoeveelheid 35 van de voorafgaande component meer in de houderweegschaal komt.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de 79 0 9 0 3 t 3 hand van de tekening.

Fig. 1 toont een inrichting met pneumatisch transport tijdens aanzuigen "volgens de stand van de techniek.

Fig. 2 toont een houderweegsohaal met een dosering over 5 een doseerschroef, eveneens volgens de stand van de techniek.

Fig. 3 toont een eerste uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding.

Fig. 3A toont een detail van de uitvoeringsvorm van fig.

3.

10 Fig. ί; toont een tweede uitvoeringsvorm van de onderhavige inrichting.

Fig. 5 toont een derde uitvoeringsvorm van de onderhavige inrichting.

Fig. 6 toont een andere, voor het transport bij drukuit-15 oefening geschikte uitvoeringsvorm volgens de uitvinding.

Fig. 7 toont een regeltoestel voor de compensatiein-richting, bijvoorbeeld volgens fig. 3·

De fig. 8A, 8b tonen een verdere ontwikkeling van de uitvoeringsvorm van bijvoorbeeld fig. l·.

_voor het transport vereiste 20 Volgens fig. 1 wordt het/vacuum door een ventilator a ver kregen, die elastisch via een verbindingsslang b met het transport-huis c is verbonden, dat op de weegschaalhouder d is vastgeschroefd. Het stortgoed, dat zich bevindt in een houder e, wordt bijvoorbeeld via een transportleiding f aangezogen, waarbij een valse lucht -klep 25 g gesloten wordt en een klep h in de transportleiding wordt geopend. De vereiste hoeveelheid transportlucht wordt via de aanzuigplaats j aangezogen. Is het componentengewicht minus een vast ingestelde naloophoeveelheid bereikt dan wordt door de bediening van de weegschaal de klep h weer gesloten en de klep g geopend. Door dit na-30 zuigen wordt de overblijvende hoeveelheid stortgoed, die zich nog in de transportleiding f bevindt, in de weegschaalhouder d naar binnen gezogen. De stationaire transportleiding is via een transport-slang k met de verplaatsbare weegschaalhouder verbonden. Ha het doseren van de eerste component komt het doseren van de tweede compo-35 nent op dezelfde wijze uit de houder 1 tot stand. De transportleidingen worden op doelmatige wijze voor de elastische transportslang k

79 0 9 0 3 T

k in een zogenaamd zuigverzamelwissel m, dat de eigenlijke afvoeren aan de zijde van de ingang in de ruststand afsluit, samengebracht.

In fig. 2 is een transportschroefdosering getoond, waarmede voorzover tot nu toe bekend, de optimale dosering tot stand komt. Het 5 stortgoed wordt hier meestal vooraf in een zogenaamde daghouder n getransporteerd, waaruit dit in aansluiting daarop met behulp van een doseer-transportschroef o mechanisch in de weegbalanshouder b wordt getransporteerd. Bij het bereiken van het nominale gewicht wordt de motor g van de transportschroef uitgeschakeld en wordt ge-10 lijkt ij dig de uitlaat van de transportschroef met behulp van een door perslucht bediende afsluitklep r gesloten. Bij een meerc ompon enten dosering worden een aantal doseer-transportschroeven meestal stervormig om de weegschaalhouder aangebracht.

Fig. 3 toont een doseerinrichting volgens de uitvinding 15 met een aanzuigstroom voor een stortgoedcomponent. Het stortgoed wordt via een transportleiding 1 in een weegschaalhouder 2 gedoseerd. Op de weegschaalhouder is voor de afscheiding van fijne delen een filter 3 aangebracht, dat aan de uitlaatzijde via een elastische verbinding, bijvoorbeeld een slangleiding b, met een aanzuigventilator 20 5 is verbonden, die het vereiste transportvacuum Δρ tot stand brengt.

Daar de weegschaalhouder beweegbaar is opgehangen werkt een trekkracht Z op de stationair aangebrachte transportleiding 1. De trekkracht is des te groter naarmate de dwarsdoorsnede A van de transportleiding groter is. Wordt bijvoorbeeld een transportleiding met een nominale 2 25 breedte 80 en met een dwarsdoorsnede-oppervlak A van circa 50 cm aangenomen en wordt met een transportvacuum ΔΡ van 200 mbar gerekend, dan ontstaat een trekkracht Z van 50 x 0,2 = 10 kg. Daar de trekkracht Z een vervalsing van het nominale gewicht met zich mee zou brengen, wordt een tegenkracht Z' van dezelfde grootte verschaft.

30 Hiervoor is onder de weegschaalhouder een stationaire contrabuis 6 van dezelfde dwarsdoorsnede als de transportleiding 1 aangebracht.

Via een vacuümkamer 7, die met de weegschaalhouder 2 vast is verbonden, wordt de tegenkracht Z' verkregen. De vacuümkamer 7 en het weeg-schaalhoudervolume zijn via de drukcompenseerleiding 8 met elkaar 35 verbonden. Daar in de weegschaalhouder meestal stoflucht aanwezig is en een stofverzameling in het contrabuisstuk 6 moet worden vermeden, 79 0 §0 3 f 5 wordt op doelmatige wijze (zie fig. 3A) het aansluitbuisstuk 9 voor de compenseerleiding 8 van een filterzak (of een filterkaars) 10 voorzien.

Fig. ^ toont een eveneens met aanzuiging werkzame weeg-5 en doseerinrienting voor drie verschillende stortgoedcomponenten.

De transportleidingen 11, 12 en 13 eindigen in een zogenaamd zuig-verzamelwissel 1¼. Aan het einde van elke transportleiding bevindt zich een door persluchtcylinders 15, 16, 17 bediende afsluiteenheid 18, 19, 20. De verplaatsbaar opgehangen weegschaalhouder 21 is 10 via twee compoenseermembranen 22, 23 met het stationair aangebrachte verzamelwissel ik buigzaam verbonden.

Vormt zich als gevolg van het transport onder aanzuiging in de weegsehaalhouder 21 een onderdruk, dan trekt deze, zoals reeds is vermeld, de weegsehaalhouder met een trekkracht Z naar boven. Ten-15 einde deze kracht te compenseren is boven het verzamelwissel 1¼ een eompenseerorgaan 2b aangebracht, dat via trekankerschroeven 25 star met de weegsehaalhouder is verbonden. Daar de membranen 22 en 23 voor het compenseren van de slag geometrisch gelijk zijn uitgevoerd werkt op het membraan 22 dezelfde trekkracht naar benden die 20 op het membraan 23 naar boven werkt.

In de uitvoeringsvorm volgens fig. 5 zijn de inlaatbuis-stukken 26, 27, 28 van de transportleidingen in het verzamelwissel 1U zodanig uitgevoerd dat een meer gunstige stroming wordt verkregen. Voorts bezit deze inrichting bij de stortgoeduitlaat van het 25 verzamelwissel een buisboehtstuk 29, waardoor impulskrachten als gevolg van de stroming van het vaste stof-luchtmengsel, die in verti-kale richting zouden werken, in de horizontale richting worden omgeleid. Daardoor wordt een nadelige beïnvloeding van het wegen vermeden.

30 Fig. 6 toont een inrichting volgens de uitvinding, waarbij druk wordt toegepast. Ui de voorraadhouder 26, 27, 28 worden na elkaar de betreffende stort goedcomponent en in de weegsehaalhouder 29 gedoseerd. Voor het verkrijgen van de vereiste transportlucht dient een gemeenschappelijke ventilator 30. Wordt bijvoorbeeld de 35 eerste stortgoedconrponent uit de houder 28 getransporteerd dan heeft het aansturen van de transportstreng bij reeds lopende transportven- 79 0 9 0 3 f 6 tilator 30 via de toegevoegde transportklep 31 plaats, waarbij gelijktijdig de afvoerklep 32 wordt gesloten. Met een tijdsvertraging wordt de dosering bijvoorbeeld via een emmerscheprad-sluis 33 van de houder 128 in de transportleiding 3¼ uitgevoerd. In een verzamelwissel 35 5 is op elk der afzonderlijke ingangen van de transportleiding een terugslagklep 36 aangebracht. Er moet worden vermeden dat tijdens bedrijf van andere transportleidingen teruggaande stromen en daarmede verbonden vermengingen in transportleidingen zonder druk optreden. Is het componentengewicht bereikt dan wordt met een slag de 10 transportklep 31 gesloten, gelijktijdig wordt de emmerscheprad-sluis 33 uitgeschakeld en wordt de afvoerklep 32 geopend. In aansluiting daarop komt het doseren van de tweede component bijvoorbeeld uit de houder 27 op dezelfde wijze tot stand.

Bij het transport onder druk ontstaat in de weegschaalhoii-15 der een overdruk, hetgeen betekent dat op de inlaatplaats van het stortgoed een krachtsverloop optreedt dat omgekeerd is aan dat bij een transport onder aanzuiging. Ook deze toestand kan door de inrichting volgens de uitvinding volledig gecompenseerd worden.

Pig. 7 toont een andere uitvoeringsvorm van de compenseer-20 inrichting met een zogenaamde 1:1 regeling, die zeer geschikt is voor stofbevattende stort goeder en. De inrichting werkt onder aanzuigdruk. Tijdens het transport ontstaat in de transporthouder een vacuum. Daar de transportleiding 37 vertikaal in de houder uitmondt, wordt de weegschaal gedeeltelijk ontlast respectievelijk naar boven getrokken. 25 Dit wordt volgens de uitvinding tegengewerkt doordat aan de onderzijde van de weegschaalhouder bijvoorbeeld een compenseerinrichting 38 is aangebracht. Daar in de compenseerinrichting 38 alsmede in de weegschaalhouder 39 een drukevenwicht (vacuum) moet heersen en een compenseerleiding als gevolg van de grote hoeveelheid stof niet 30 kan worden geïnstalleerd, is een speciale regelinrichting Uo aangebracht. De regelinrichting Uo heeft een aansluiting A die met vermijding van het filterdrukverlies aan het grotere vacuum op de buis-stukken 1(-1 voor zuivere lucht van het opzet filter h2 is aangesloten. Treedt als gevolg van het pneumatische transport in de weegschaalhou-35 der 39 een vacuum op dan wordt in de regelinrichting een membraankera k3 met een kracht P naar beneden getrokken. Door deze beweging ont- 7909031 7 staat een spleet op de scheidingsplaats tussen de aansluiting A en een uitgang C bij een regelstift IA. Daarmede kan van C komende lucht in de richting A en verder naar de zuigventilator 45 stromen. Wanneer in de compenseerinrichting 38 en in de veegschaalhouder 39 5 een drukevenwicht heerst dan wordt de membraankem 4-3 in zijn oorspronkelijke stand teruggetrokken. Vermindert in de weegs chaalhouder 39 de onderdruk dan trekt de drukcompenseerkamer de compenseerinrichting 38 als gevolg van zijn groter -vacuum de membraankem 43 naar boven, waarbij de regelstift 44 naar boven wordt gedrukt en op deze 10 wijze een opening tussen een met de vrije atmosfeer verbonden, andere aansluiting B en de aansluiting C vrijgeeft. Dit heeft zolang plaats totdat in het systeem weer het drukevenwicht is hersteld.

Een dergelijke regelinrichting is zeer geschikt voor een transport onder druk. Hiertoe blijft in de regelinrichting 4ö de 15 aansluiting A open en de aansluiting B is met de drukluchtbron verbonden. Het regelprincipe is hetzelfde, echter heersen andere druk-ver houdingen.

De fig. 8A, 8b tonen een drukcompenseerinrichting zoals die welke aan de hand van fig. 2 nader is beschreven. Door de uit-20 voering van de membranen 47, 48 als rolmembranen is het mogelijk de compenseerinrichting volgens de uitvinding ook bij weegschalen met grote slag te gebruiken. Bij deze weegschalen bedraagt de slag van onbelaste toestand naar een volledig opnemen van de last bij de brug een aantal millimeters. Dit is met name bij weegschalen met 25 draaiende wijzer en met een bereik op de schaal van minder dan 50 kg het geval.'

Fig. SA toont een dergelijke weegschaal in onbelaste toestand.

Fig. 8b toont dezelfde weegschaal in volledig belaste toe- 30 stand.

Door de gelijkblijvende uitvoering van de rolvouwen van de membranen 47 en 48 is een gelijkblijvend krachtsevenwicht van de compenseerinrichting gewaarborgd.

79GS03T

Claims (8)

1. Inrichting voor het pneumatisch bedienen van een houder-weegschaal met stortgoed uit ten minste êén voorraadhouder via een starre pneumatische transportleiding,met het kenmerk, dat de trans- 5 portleiding (1) ten minste bij benadering loodrecht van boven:in de weegschaal (2) uitmondt en dat op de weegschaalhouder (2) een compenseerinrichting (6, 7) aangrijpt, die de bij aanzuiging op de weegschaalhouder (2), werkzame, naar boven gerichte trekkrachten respectievelijk de bij uitoefening van druk naar beneden gerichte 10 drukkrachten compenseert (fig. 1).

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de compenseerinrichting pneumatisch werkzaam is.

3· Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de compenseerinrichting een inwendige ruimte heeft waarin de-15 zelfde druk heerst als in de weegschaalhouder. k. Inrichting volgens een der conclusies 1 t/m 3, met het kenmerk, dat de compenseerinrichting bestaat uit een aan beide zijden gesloten buisstuk (6), dat de zelfde dwarsdoorsnede heeft als de transportleiding (1), waarvan de inwendige ruimte (7) via een 20 drukcompenseerleiding (.8) is verbonden met het inwendige van de weegschaalhouder (2), en dat in het verlengde van de uitmonding van de transportleiding gelijkassig hiermede enerzijds van beneden op de weegschaalhouder (2), anderzijds op een stationair punt aangrijpt (fig. 1). 25 5· Inrichting volgens een der conclusies 1 t/m 3, met het kenmerk, dat de compenseerinrichting bestaat uit een aanzuigver-zamelwissel (1¾) met aansluitingen voor ten minste twee transportleidingen (11, 12) en met een van boven loodrecht in de weegschaalhouder (21) uitmondende verzamelbuis, waarvanhet benedeneinde via 30 een ringvormig membraan (22) met de weegschaalhouder (21) is verbonden en waarvan het bovenste, open einde via een ander ringvormig membraan (23) is verbonden met een compenseer orgaan (2¾), dat, bijvoorbeeld via trekankerschroeven (25),met de weegschaalhouder (21) star is verbonden (fig. 2).

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de membranen als rolmembranen ^7, ¾8) zijn uitgevoerd (fig. 6a, 6b). 7909031

7· Inrichting volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat de aansluitingen voor de transportleidingen (11, 12, 13) met behulp van afsluiteenheden (18, 19, 20) afsluitbaar zijn (fig. 2).

8. Inrichting volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, 5 dat de aansluitingen voor de transportleidingen (11, 12, 13) via bochtstukken (26, 27, 28) in de verzamelbuis zijn geleid en dat het benedeneinde van de verzamelbuis in een 90°-bochtstuk (29) overgaat (fig. 5). 9* Inrichting volgaas conclusie 5 of 6 voor een transport 10 onder druk,met het kenmerk, dat de aansluitingen aan het verzamel-wissel (35) met behulp van terugslagkleppen (36) afsluitbaar zijn (fig. h).

10. Inrichting volgens -een der conclusies 2 t/m met het kenmerk, dat de inwendige ruimte van de compenseerinrichting (38) is 15 verbonden met een aansluiting (C) van een 1:1 regelaar (Σ+0), welke voorts een met de aanzuigzijde van de transportventilator (^5) verbonden aansluiting (A), een met de vrije atmosfeer verbonden aansluiting (B) en een met de inwendige ruimte van de weegschaalhouder (39) verbonden regelorgaan (U3, 4¾.) bevat (fig. 7)·

11. Inrichting in hoofdzaak zoals aangegeven in de be schrijving en/of afgebeeld in de tekening. 7909031