NL7908787A - Transporteur voor rolcontainers. - Google Patents

Description

«r * m t VO 8829

Transporteur voor rolcontainers

De uitvinding heeft betrekking op een transporteur voor rolcontainers voorzien van een geleider om tijdens bedrijf rolcontainers vrij te maken van de transporteur, welke geleider zich in de ruststand buiten de baan der rolcontainers bevindt en in de werkstand zich zodanig in 5 de baan van een rolcontainer bevindt dat deze, door de geleider gedwongen, vrij komt van de transporteur, waarbij een detector gekoppeld met bedieningsapparatuur aanwezig is om bij het constateren van de aanwezigheid van een rolcontainer de geleider in de werkstand te brengen.

10 Dergelijke transporteurs zijn in bedrijven algemeen bekend. Voor^het afvoeren van containers met bepaalde kenmerken zijn geleiders, bijv. wissels, aanwezig, die bestuurbaar zijn via detectoren die de containers moeten opmerken.

Bij het postbedrijf kent men transporteurs waaraan op willekeurige 15 plaatsen rolcontainers moeten worden toegevoegd. Dergelijke transporteurs zijn bekend uit de Nederlandse octrooiaanvragen 7805274 en 7805707. Bij deze bekende transporteurs kan om twee redenen behoefte bestaan aan het tegenhouden van rolcontainers, zodanig dat een aantal rolcontainers verzameld wordt, terwijl de transporteur ongehin-20 derd kan doorlopen. De eerste raden is de noodzaak om een zeker aantal rolcontainers vrij van de transporteur te maken op een gewenste 7908787 · * '· Λ - 2 - plaats, om ze daarna af te voeren. Een zijspoor hiervoor aan te leggen is veelal ongewenst, niet alleen vanwege de constructieve gecompliceerdheid van de bijzondere transporteurs, maar ook vanwege het ongemak dat door de aanwezigheid van rolcontainers op zulk 5 een zijspoor, bijv. op een spoorwegperron wordt veroorzaakt. Zonder zijspoor en zonder bijzondere maatregelen moet er een bedieningsman aanwezig zijn om de rolcontainers te verzamelen, hetgeen vooral bij weinig verkeer zeer bezwaarlijk, is. De tweede reden is dat bij druk verkeer de afstand tussen de rolcontainers zo mogelijk verkleind 10 dient te worden om zo de capaciteit van de transporteur beter te kunnen benutten. De rolcontainers worden door het tegenhouden opgestuwd en vervolgens te zamen weer aan de transporteur toegevoegd.

De uitvinding wordt hierdoor gekenmerkt, dat een aantal geleiders achter elkaar is geplaatst om een aantal rolcontainers langs de 15 transporteur na elkaar en dicht achter elkaar tot stilstand te brengen, hetgeen bereikt wordt door zodanige voorzieningen dat na het in de bereidstand stellen van een bepaalde detector, de aankomst van de eerstaankomende rolcontainer de bediening van de eerste geleider en het in de bereidstand stellen van de tweede detector tot gevolg 20 heeft en zo vervolgens. Hierbij kunnen de detectoren worden gevormd door slechts ëén detector in combinatie met een meerstendenschake-laar om. achtereenvolgens bij elke constatering van de aanwezigheid van een rolcontainer, de detector te verbinden met de bedieningsap-paratuur van de volgende geleider. Dit systeem is te vergelijken met 25 éên wissel. De rolcontainers die de detector rèeds gepasseerd zijn kunnen niet meer tegengehouden worden bij het passeren van de geleiders. Indien dit laatste ongewenst is, kan de meerstandenschakelaar achterwege worden.gelaten en bij elke geleider een detector worden geplaatst, waarbij een bepaalde detector de volgende in de bereid-30 . stand stelt. Dit systeem is te vergelijken met een meerwisselsysteem, waarbij na het in de bereidstand stellen van de eerste detector, geen rolcontainer meer een geleider ongehinderd kan passeren.

7908787 *· * - 3 -

Bij een inrichting volgens de genoemde Nederlandse octrooiaanvrage 7805707 waarbij een loopbaan voor de rolcontainers wordt gevormd door een in dwarsrichting hellende vloer en boven de lage zijde van de vloer een transporteur is aangebracht voor het door wrijving mee-5 nemen van op de vloer staande rolcontainers worden de geleiders bij voorkeur eik gevormd door een om een vertikale as schamierbare hefboom met een zodanige oplooprand dat een rolcontainer van de transporteur wordt geduwd en tegen de hefboom tot stilstand komt. Door de geleiders weer in de ruststand te brengen komen de rolcontainers weer * 10 in contact met de transporteur.

Bij een transporteur volgens de genoemde Nederlandse octrooiaanvrage 7805274 is het dragend oppervlak ongeveer in het vloeroppervlak, waarop de rolcontainers zich kunnen bevinden, gelegen. Dit dragend oppervlak wordt gevormd door êën enkele aandrijfbare goot of derge-15 lijke, die in een willekeurige dwarsdoorsnede ten minste twee steunpunten per rolcontainerwiel op de vaste aslijn van een dwars op de transportrichting op de goot geplaatste rolcontainer biedt, terwijl één of meer zwenkwielen van de rolcontainer op de vloer naast de trans-portgoot met deze meelopen. Bij een dergelijke transporteur is de ge-20 leider bij voorkeur boogvormig uitgevoerd en bevindt zich in de ruststand onder het vloeroppervlak en in de werkstand in de baan van een zwenkwiel. Om de rolcontainers weer in contact te brengen met de goot kan voorzien zijn in middelen zoals een uit de vloer boogvormig opkomende balk die de wagens naar de goot kan duwen.

25 De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de tekening, waarin is voorgesteld door

Fig. 1 een bovenaanzicht van een baan met een hellende vloer waarboven een transporteur?

Fig. 2 geleiders voor twee rolcontainers, waarvan de 30 eerste zich in de werkstand bevindt en de detec tor van de tweede in de bereidstand verkeert;

Fig. 3 een dwarsdoorsnede van de baan volgens Fig. 1; 7908787 «. * - 4 -

Fig. 4 een bovenaanzicht van een transporteur in gootvorm voor de twee vaste wielen van een rolcontainer;

Fig. 5 een dwarsdoorsnede van de vloer met de geleider volgens Fig. 4 en de aandrijving daarvoor; 5 Fig. 6 een detector over een meerstandenschakelaar ge koppeld achtereenvolgens met een aantal geleider-bedieningsapparaten;

Fig. 7 een dwarsdoorsnede van de transporteur volgens

Fig. 4 met een daarop geplaatste rolcontainer, en 10 Fig. 8 een duwbalk om de containers weer in contact-te brengen met de goot.

Bij de inrichting volgens Fig. 1 en 3 zijn .aan een aantal zuilen 1» bijv. van een perronoverkapping, op een hoogte van ongeveer 60 cm boven de vloer horizontale steunbalken 2 aangebracht. Op deze steun-15 balken is een transporteur 3 aangebracht met een aandrijfwiel 4 en een keerwiel 5. Rondom de transporteur 3 helt de vloer vanaf een be-ginlijn 6 naar de transporteur toe naar omlaag. Met 7 is een rolcontainer aangegeven die zich met een zijkant tegen de transporteur heeft gelegd.

20 Fig. 3 toont het transportsysteem met twee rolcontainers 7 en 8, die zich in de Fig. resp. naar voren en naar achteren begeven. De transporteur 3 bezit een profiel in de vorm van een C en wordt in positie gehouden door een geleideframe 9 dat aan de steunbalken 2 is bevestigd. Op gelijke afstanden wordt de transporteur ondersteund door 25 steunrollen 10, die eveneens aan de steunbalken 2 zijn bevestigd. Wordt een rolcontainer door een duw op de hellende vloer gebracht, dan rolt hij tegen de transporteur en wordt door deze, eventueel na enige . . draaiing om zijn as, door wrijving meegenomen.

Volgens de uitvinding is langs de baan een aantal geleiders geplaatst 30 die elk gevormd worden door een om een vertikale as 11 scharnierbare hefboom 12. De hefbomen 12 zijn verbonden met bedieningsapparatuur 13. De bedieningsapparatuur is verbonden met detectoren 14 (Fig. 2).

In de ruststand bevinden alle hefbomen zich in de stand als weergegeven in de rechter helft van Fig. 2. De hefbomen bevinden zich buiten 7908787 Μ <► - 5 - de baan der rolcontainers, van welke baan de uiterste grens is aangegeven door een stippellijn 15 (Fig. 2 en 3), zodat de rolcontainers ongehinderd kunnen passeren. Wanneer er behoefte is om een aantal containers te stuwen of af te voeren, wordt via een niet-gete-5 kend bedieningspunt en een lijn 16 een eerste detector 14 in de bereids tand gezet. Een rolcontainer komende van rechts (Fig. 2) wordt door de detector 14 (Fig. 2 midden) waargenomen, waarop deze detector de apparatuur 13 (Fig. 2 links) in werking stelt. De hefboom 12 draait hierdoor om de as 11 en komt in de baan van de rolcontainer.

10 Deze loopt met behulp van een oploopwiel 17 tegen de hefboom 12 op waarmee het contact met de aandrijvende transporteur 3 wordt verbroken. De rolcontainer 8 wordt over een afstand 18 (Fig. 3) van de transporteur 3 zijdelings verplaatst en komt langs de hefboom 12 tot stilstand.

15 Door het waarnemen van een rolcontainer heeft de detector 14 behalve het in werking stellen van de bedieningsapparatuur nog de volgende detector 14 (Fig. 2 rechts) in de bereidstand gesteld, zodat de gebeurtenissen zich kunnen herhalen.

Op elk moment kunnen de opgehouden rolcontainers met de hand worden 20 afgevoerd. Ook kunnen, wanneer een bepaald aantal wagens verzameld is, langs electrische, hydraulische of pneumatische weg via de bedieningsapparatuur 13 de hefbomen-12 in de ruststand worden teruggebracht, waardoor de opgestuwde rolcontainers in de nieuwe onderlinge situatie weer aan het verkeer kunnen deelnemen.

25 Fig. 4 heeft betrekking op een transporteur in de vorm van een eindloze goot 19, waarvan een deel te zien is. Aan weerszijden van de goot zijn een aantal rolcontainers 20 met hun wielen met vaste aslijn, verder vaste wielen te noemen, op willekeurige plaatsen op de goot 19 geplaatst. De baanbreedte die door de rolcontainers ten hoog-30 ste in beslag kan worden genomen is aangeduid met lijnen 21. De zwenkwielen zijn met 22 aangegeven.

In de dwarsdoorsnede volgens Fig. 7 is te zien dat de goot in het vloeroppervlak verzonken ligt.

7908787 o - - 6 -

Eveneens in het vloeroppervlak verzonken zijn boogvormige geleiders 23 aangebracht. (Fig. 4). Deze geleiders kunnen omhooggebracht worden door middel van aandrijforganen 24 (Fig. 5) en bevinden zich dan in de baan van de zwenkwielen. De geleiders kunnen worden bediend naar 5 analogie van het systeem volgens Fig. 2, zodat naar de beschrijving van Fig. 2 kan worden verwezen. Het is echter ook mogelijk de geleiders zowel van het systeem volgens Fig. 1 - 3 alsook van het systeem volgens Fig. 4-5 te bedienen overeenkomstig Fig. 6. Hierbij is slechts éën detector 25 aanwezig, die via een niet-getekend bedie-10 ningspunt en lijn 26 in de bereids tand wordt gezet. Bij het waarnemen van een rolcontainer wordt de bedieningsapparatuur 27 van een eerste geleider over een meerstandenschakelaar 28 bediend,, en deze schakelaar in de volgende stand gezet. Bij het waarnemen van een tweede rolcontainer wordt de bedieningsapparatuur 29 bediend, en de schakelt laar 28 in de derde stand gezet en zo vervolgens.

De werking van de geleiders 23 (Fig. 4) is als volgt. Wanneer een geleider 23 in de werkstand is gebracht, zal. het voorste zwenkwiel opzij worden gedrukt, waarbij het voorste vaste wiel de goot 19 zal verlaten. De rolcontainer zaL nu een schuine stand trachten in te ne-20 men, waardoor het achterste vaste wiel echter eveneens de goot 19 moet verlaten, daar het achterste zwenkwiel niet dichter bij de baan kan komen omdat het hierin‘wordt, gehinderd door het achterste deel van de geleider. De rolcontainer is nu vrij van de goot en blijft hierdoor stilstaan.

25 De geleider kan zo worden geplaatst, dat de rolcontainers niet naast de. goot, maar eroverheen komen te staan; de zwenkwielen aan'de'ene, de vaste wielen aan de andere zijde van de goot. De in Fig. 4 geschetste plaatsing van de geleiders biedt de mogelijkheid de rolcontainers selectief op de goot te plaatsen, en slechts de rolcontainers 30 van ëën der plaatsingsmogelijkheden van de goot te verwijderen, terwijl de overige rolcontainers kunnen doorlopen.

Worden de geleiders zoals in Fig. 4 is geschetst spiegelbeeldig tegenover elkaar geplaatst, dan kunnen twee files worden gevormd, als de 7908787 -» · - 7 - detectoren in twee rijen worden .verbonden. Twee rolcontainers mogen echter niet tegenover elkaar, d.w.z. aan weerszijden van de baan een, worden geplaatst, daar tussen de rolcontainers 60 cm vrije ruimte aanwezig dient te zijn met het oog op de veiligheid en bovendien post-5 zakken wel tot 30 cm uit de container kunnen steken.

Het is ook mogelijk de bij twee spiegelbeeldig opgestelde geleiders behorende detectoren parallel te schakelen (Fig. 4 bij b). Ook kunnen de twee detectoren gecombineerd worden door een opstelling bij de goot (Fig. 4 bij a). De inrichtingen a en b geven vereenvoudiging van appa-10 ratuur, waar tegenover staat dat telkens de helft van de geleiders onnodig wordt bediend.

Om na stuwing een aantal rolcontainers weer op de goot te plaatsen kan een balk 30 (Fig. 8) achter de rolcontainers worden aangebracht, die zich in ruststand onder de vloer bevindt. De balk looptevenwij-15 dig aan de goot, en kan door middel van een draaibare ondersteuning 31 en aandrijfapparatuur 32 evenwijdig aan zichzelf verplaatst worden tot boven de vloer en tegen de rolcontainers. De werking is zodanig dat bij het bedienen van de balk vanaf een niet-gefekende bedienings-post automatisch eerst -de^geleiders in de ruststand worden gebracht.

7908787

Claims (10)

1. Transporteur voor rolcontainers voorzien van een geleider om tijdens bedrijf rolcontainers vrij te maken van de transporteur, welke geleider zich in de ruststand buiten de baan der rolcontainers bevindt en in de werkstand zich zodanig in de baan van een rolcon- 5 tainer bevindt dat deze, door de geleider gedwongen, vrij komt van de transporteur, waarbij een detector gekoppeld met bedieningsapparatuur aanwezig is om bij het constateren van de aanwezigheid van een rolcontainer de geleider in de werkstand te brengen, met het kenmerk, dat een aantal geleiders achter elkaar is geplaatst om een 10 aantal rolcontainers langs de transporteur na elkaar en dicht achter elkaar tot stilstand te brengen, hetgeen bereikt wordt door zodanige voorzieningen dat na het in de bereidstand stellen van een bepaalde detector, de aankomst van de eerstaankomende rolcontainer de bediening van de eerste geleider en het in de bereidstand stellen van de 15 tweede detector tot gevolg heeft en zo vervolgens (Fig. 2).

2. Transporteur volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de detectoren worden gevormd door slechts één detector in combinatie met een meerstandenschakelaar om achtereenvolgens, bij elke constatering van de aanwezigheid van een rolcontainer, de detector te verbinden met de 20 bedieningsapparatuur van de volgende geleider (Fig. 8).

3. Transporteur volgens conclusie 1, waarbij een loopbaan voor de rolcontainers wordt gevormd door een in dwarsrichting hellende vloer en boven de lage zijde van de vloer de transporteur voor het door wrijving meenemen van op de vloer staande rolcontainers is aangebracht, 25 met het kenmerk, dat geleiders elk worden gevormd door een om een ver-tikale as schamierbare hefboom met een zodanige op looprand dat een rolcontainer van de transporteur wordt geduwd en tegen de hefboom tot stilstand komt (Fig. 1 - 3). 7908787 - 9 -

4. Transporteur volgens conclusie I, van welke het dragend oppervlak ongeveer in het vloeroppervlak, waarop de rolcontainers zich kunnen bevinden, is gelegen, welk dragend oppervlak wordt gevormd door een enkele aandrijfbare goot of dergelijke, die in een wille- 5 keurige dwarsdoorsnede ten minste twee steunpunten per rolcontainer-wiel op de vaste aslijn van een dwars op de transportrichting op de goot geplaatste rolcontainer biedt, terwijl ëên of. meer zwenkwielen van de rolcontainer op de vloer naast de goot met deze meelopen, met het kenmerk, dat de geleider boogvormig is uitgevoerd, zich in 10 de ruststand onder het vloeroppervlak bevindt en zich in de werk-stand in de baan van een zwenkwiel bevindt (Eig. 4 - 7).

5. Transporteur volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de geleider zodanig is geplaatst dat hij de afstand tussen het zwenkwiel en de goot vergroot (Eig. 4).

6. Transporteur volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat geleiders aan weerszijden van de goot spiegelbeeldig ten opzichte van elkaar geplaatst zijn (Eig. 4).

7. Transporteur volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de bij twee spiegelbeeldig.opgestelde geleiders behorende detectoren gecomr 20 bineerd zijn (a. Eig. 4).

8. Transporteur volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de bij' twee spiegelbeeldig opgestelde geleiders behorende detectoren spiegelbeeldig ten opzichte van elkaar zijn opgesteld en parallel zijn geschakeld (b Eig. 4).

9. Transporteur volgens conclusie 4, gekenmerkt door middelen om de rolcontainers in de baan terug te brengen.

10. Transporteur volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de middelen worden gevormd door een naast de baan geplaatste balk die voorzien is van aandrij forganen om de balk te verplaatsen en hierdoor de 30 rolcontainer(s) in de richting van de baan te duwen. 7908787 Jk V -lo ll. Transporteur volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de bovenrand van de balk zich in de ruststand van de balk in het vloeroppervlak bevindt en de balk scharnierbaar om-een as onder het vloeroppervlak is opgesteld. 7908787